NL1000928A1

NL1000928A1 - A chainless transmission mechanism for bicycles.

Info

Publication number: NL1000928A1
Application number: NL1000928A
Authority: NL
Inventors: Sung-Hua Hsu
Original assignee: Sung Hua Hsu
Priority date: 1995-08-03
Filing date: 1995-08-03
Publication date: 1997-02-04

Description

Titel: Een kettingloos overbrengingsmechanisme voor rijwielen.Title: A chainless transmission mechanism for bicycles.

Korte beschrijving van de tekeningen.Brief description of the drawings.

Figuur 1 is een uiteengetrokken aanzicht van een kettingloos overbrengingsmechanisme volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2 is een bovenaanzicht van het kettingloze overbrengingsmechanisme volgens de onderhavige uitvinding; figuur 3 is een zijaanzicht van een kettingloos overbrengingsmechanisme volgens de onderhavige uitvinding; figuur 4 is een perspectief, dat het kettingloze overbrengingsmechanisme volgens de onderhavige uitvinding weergeeft terwijl het geïnstalleerd is aan het rijwielframe; figuur 5 een perspectief dat weergeeft hoe de naaf van het achterwiel kan worden gemonteerd aan of gedemonteerd van de tandwielkast en het rijwielframe; en figuur 6 is een vergroot aanzicht, dat weergeeft hoe het conische tandwiel gemonteerd is aan de achterwielnaaf.Figure 1 is an exploded view of a chainless transmission mechanism according to the present invention; Figure 2 is a top view of the chainless gear mechanism of the present invention; Figure 3 is a side view of a chainless transmission mechanism according to the present invention; Figure 4 is a perspective view showing the chainless transmission mechanism of the present invention while it is installed on the bicycle frame; Figure 5 is a perspective view showing how the rear wheel hub can be mounted on or removed from the gearbox and bicycle frame; and Figure 6 is an enlarged view showing how the bevel gear is mounted to the rear wheel hub.

Gedetailleerde beschrijving van de uitvoeringsvorm die de voorkeur heeft.Detailed description of the preferred embodiment.

Onder verwijzing naar de figuren 1 tot en met 4, omvat het kettingloze overbrengingsmechanisme van de onderhavige uitvinding een in wezen L-vormige, rechtse, naast de bracketpot gelegen lagerashouder 10 en een linkse, naast de bracketpot gelegen lagerashouder 30, die respectievelijk verbonden zijn met de bracketpot 1B van het rijwielframe 1A aan twee tegenover elkaar gelegen zijden, voor het vasthouden van een lageras 4A.Referring to Figures 1 to 4, the chainless gear mechanism of the present invention includes an essentially L-shaped right-side bearing bracket axle 10 located adjacent to the bottom bracket shell and a left bearing bracket holder 30 located adjacent to the bottom bracket shell, which are respectively connected to the bracket pot 1B of the bicycle frame 1A on two opposite sides, for holding a bearing shaft 4A.

Onder verwijzing naar de figuren 1 en 2, omvat de rechtse, naast de bracketpot gelegen lagerashouder 10 een rechtse tandwielkamer 11 aan een buitenzijde, een asopening 12 door het midden van de rechtse tandwielkamer 11, een rand 13 van een lagerkom rond de asopening 12, een terugliggende opening 14 aan een binnenzijde, een buisvormig koppelings-gedeelte 15 aan een achterzijde, loodrecht op de lageras 4A en gedeeltelijk in verbinding met de tandwielkamer 11, en een verbindingsblok 16, dat zich loodrecht uitstrekt vanuit het buisvormige, koppelingsgedeelte 15. Het verbindingsblok 16 heeft een schroefgat 17 aan het uiteinde daarvan, dat verbonden is met een verzonken opening 31 aan de linkse, naast de bracketpot gelegen lagerashouder 30, door middel van een schroefbout 36. De linkse, naast de bracketpot gelegen lagerashouder 30 omvat een asopening 32 die in lengterichting is uitgelijnd met de asopening 12 aan de rechtse, naast de bracketpot gelegen lagerashouder 10, een rand 33 van een lagerkom rond de asopening 32, een binnenste, terugliggende opening 34 aan een binnenzijde en een buitenste, terugliggende opening 35 aan een buitenzijde. De 'lagerkommen 20 en 22 worden respectievelijk geïnstalleerd in de randen 13 en 33 van de lagerkommen, om de lageras 4A en het lager 36 rond de lageras 4A te houden, waarbij elk lager 23 contact maakt met de daarmee in contact komende kegel 21 van de lagerkommen 20 en 22. De lagerkommen 20 en 22 worden vastgehouden tussen de lageras 4A en de bracketpot 1B van het rijwielframe 1A. De kegel 4B en de borgmoeren 4C worden respectievelijk bevestigd aan de lageras 4A om deze vast te zetten tegen de lagerkommen 20 en 22. De deksels 18 worden respectievelijk bevestigd tegen de rechtse en linkse, naast de bracketpot gelegen lagerashouders 10 en 30, rond de lageras 4A en afgedekt over de rechtse tandwielkamer 11 en de linkse tandwielkamer 35. Een voorste verbindingsstuk 40 wordt bevestigd aan het buisvormige koppelingsgedeelte 15 om één uiteinde van een huls 5D vast te houden. De huls 5D heeft een er tegenover gelegen uiteinde dat bevestigd is aan een achterste verbindingsstuk 41. Het achterste verbindingsstuk 41 wordt bevestigd aan een koppelingsgedeelte 51 aan een tandwielkast 50. De tandwielkast 50 omvat een binnenste kamer 52, een montagegleuf 53, die zich loodrecht naar beneden toe uitstrekt vanuit de binnenste kamer 52 tot aan de bodem, en is gekoppeld aan de vrijloopnaaf 7A, en een vork-einde 54 met schroef gaten 55 voor de montage. Een overbrengingsschacht 5C wordt bevestigd aan de voorste en achterste verbindingsstukken 40 en 41 en opgenomen binnen de huls 5D. Twee conische tandwielen 60 en 61 worden respectievelijk vast bevestigd aan twee tegenover elkaar gelegen uiteinden van de overbrengingsschacht 5C. Een conische tandwiel 62 wordt opgenomen in de rechtse tandwielkamer 11 van de rechtse, naast de bracketpot gelegen lagerashouder 10 en vast gemonteerd om een uiteinde van de lageras 4A en tot ingrijping gebracht met het conische tandwiel 60. Een conische tandwiel 63 wordt bevestigd aan de vrijloopnaaf 7a en opgenomen in de binnenste kamer 52 en tot ingrijping gebracht met het conische tandwiel 61. Het conische tandwiel 63 heeft een zijdelings schroefgat 64. Als het conische tandwiel 63 gemonteerd wordt rond de ketting-oplegging 7B van de vrijloopnaaf 7A, wordt een vastzetschroef 65 in het zijdelingse schroefgat 64 gedraaid en gestopt tegen een groef 7D aan de ketting-oplegging 7B, om het conische tandwiel 63 vast te houden (zie de figuren 3 en 6).Referring to Figures 1 and 2, the right-hand bearing shaft bracket 10 located adjacent to the bottom bracket shell includes a right-hand gear chamber 11 on the outside, an axle opening 12 through the center of the right-hand gear chamber 11, an edge 13 of a bearing cup around the axle opening 12, a recessed opening 14 on an interior, a tubular coupling portion 15 at a rear, perpendicular to the bearing shaft 4A and partially in communication with the gear chamber 11, and a connecting block 16 extending perpendicularly from the tubular coupling portion 15. The connecting block 16 has a screw hole 17 at the end thereof, which is connected to a countersunk opening 31 on the left bearing shaft holder 30 located next to the bottom bracket shell, by means of a screw bolt 36. The left bearing shaft holder 30 located next to the bottom bracket shell comprises a shaft opening 32 which longitudinally aligned with the shaft opening 12 on the right-hand bearing shaft holder 10 located next to the bottom bracket shell, an edge 33 of a drawer around the shaft opening 32, an inner recessed opening 34 on an inner side and an outer recessed opening 35 on an outer side. The bearing cups 20 and 22 are installed in the edges 13 and 33 of the bearing cups, respectively, to hold the bearing shaft 4A and the bearing 36 around the bearing shaft 4A, each bearing 23 making contact with the cone 21 of the bearing bearing cups 20 and 22. The bearing cups 20 and 22 are held between the bearing shaft 4A and the bottom bracket 1B of the bicycle frame 1A. The cone 4B and the lock nuts 4C are respectively attached to the bearing shaft 4A to secure them against the bearing cups 20 and 22. The covers 18 are respectively fastened to the right and left bearing shaft holders 10 and 30 adjacent the bottom bracket, around the bearing shaft 4A and covered over the right-hand gear chamber 11 and the left-hand gear chamber 35. A front connector 40 is attached to the tubular coupling portion 15 to hold one end of a sleeve 5D. The sleeve 5D has an opposite end which is attached to a rear connector 41. The rear connector 41 is attached to a coupling portion 51 to a gearbox 50. The gearbox 50 includes an inner chamber 52, a mounting slot 53, which extends perpendicularly to extends downward from the inner chamber 52 to the bottom, and is coupled to the freewheel hub 7A, and a fork end 54 with screw holes 55 for mounting. A transmission shaft 5C is attached to the front and rear connectors 40 and 41 and received within the sleeve 5D. Two bevel gears 60 and 61 are fixedly attached to two opposite ends of the transmission shaft 5C, respectively. A bevel gear 62 is received in the right-hand gear chamber 11 of the right-hand bearing shaft bearing bracket 10 adjacent to the bottom bracket shell and rigidly mounted about one end of the bearing shaft 4A and engaged with the bevel gear 60. A bevel gear 63 is attached to the freewheel hub 7a and received in the inner chamber 52 and engaged with the bevel gear 61. The bevel gear 63 has a lateral screw hole 64. When the bevel gear 63 is mounted around the chain bearing 7B of the freewheel hub 7A, a locking screw 65 threaded into the lateral screw hole 64 and stopped against a groove 7D on the chain bearing 7B to retain the bevel gear 63 (see Figures 3 and 6).

Als de rechtse en linkse, naast de bracketpot gelegen lagerashou-ders 10 en 30 met elkaar verbonden worden door het indraaien van de schroefbout 36 vanuit het verzonken gat 31 in het schroefgat 17, kunnen de rechtse en linkse, naast de bracketpot gelegen lagerashouders 10 en 30 direct worden bevestigd tegen de bracketpot 1B van het rijwielframe 1A van een normaal rijwiel, zonder de constructie van de bracketpot 1B te wijzigen. Daardoor kan de onderhavige uitvinding worden gebruikt bij een normaal, door een ketting aangedreven rijwiel, als de ketting en de kettingwielen worden gedemonteerd. Als de lagerkommen 20 en 22 respectievelijk bevestigd worden aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de bracketpot 1B van het rijwielframe 1A, worden de lagers 23 respectievelijk bevestigd aan de lagerkom 20 en wordt de lageras 4A bevestigd aan de lagers 23. Als de lageras 4A geïnstalleerd wordt, wordt het conische tandwiel 62 vast gemonteerd rond een uiteinde van de lageras 4a, en daarna worden de kegel 4B en de borgmoeren 4C respectievelijk bevestigd aan de lageras 4A (zie figuur 2). Wanneer dit geïnstalleerd is, wordt het conische tandwiel 62 tot ingrijping gebracht met het conische tandwiel 60 aan een uiteinde van de schacht 5C. Zoals aangegeven, wordt de tandwielkast 50 gekoppeld aan de vrijloopnaaf 7a, die een binnenste kamer 52 heeft, die de conische tandwielen 61 en 63 opneemt, een monta-gegleuf 53, die zich loodrecht naar beneden toe uitstrekt vanuit de binnenste kamer 52 tot aan de bodem, welke een uiteinde opneemt van de vrijloopnaaf 7a. Als de montagegleuf 63 gekoppeld wordt aan één uiteinde van de vrijloopnaaf 7A, wordt een moer 7C bevestigd aan de vrijloopnaaf 7A, om deze, met de tandwielkast 50, vast te houden (zie de figuren 4 en 5). Als de moer 7c wordt verwijderd van de vrijloopnaaf 7A, kan de tandwielkast 50 desgewenst worden ontkoppeld van de vrijloopnaaf 7A, door het naar boven trekken van het rijwielframe van de vrijloopnaaf 7A, zonder het achterspatbord en andere onderdelen van het rijwiel te demonteren. Omdat de montagegleuf 53 een naar beneden toe gerichte opening is, en de zwaartekracht van de berijder de tandwielkast 50 naar beneden toe drukt, springt de wielnaaf 7A niet uit diens positie gedurende het bewegen van het rijwiel, voorts is het niet nodig, omdat het conische tandwiel 63 direct gemonteerd wordt tegen de ketting-oplegging 7B van de vrijloopnaaf 7A door de vastzetschroef 35, de ketting-oplegging 7B te demonteren van de oorspronkelijke vrijloopnaaf 7A. Daarom kan het kettingloze overbrengingsmechanisme van de onderhavige uitvinding desgewenst geïnstalleerd worden in een normaal, door een ketting aangedreven rijwiel, voor het vervangen van het oorspronkelijke kettingaan-dr i j vingsmechani sme.If the right and left bearing shaft holders 10 and 30 adjacent to the bottom bracket shell are joined together by screwing in the screw bolt 36 from the countersunk hole 31 into the screw hole 17, the right and left bearing bracket holders 10 and 30 adjacent to the bottom bracket shell 30 are mounted directly against the bottom bracket 1B of the bicycle frame 1A of a normal bicycle, without changing the construction of the bottom bracket 1B. Therefore, the present invention can be used with a normal chain driven bicycle when the chain and sprockets are disassembled. When the bearing cups 20 and 22 are respectively attached to two opposite sides of the bottom bracket shell 1B of the bicycle frame 1A, the bearings 23 are respectively attached to the bearing cup 20 and the bearing shaft 4A is attached to the bearings 23. If the bearing shaft 4A is installed the bevel gear 62 is fixedly mounted around one end of the bearing shaft 4a, and then the cone 4B and the lock nuts 4C are respectively attached to the bearing shaft 4A (see Figure 2). When installed, the bevel gear 62 is engaged with the bevel gear 60 at one end of the shaft 5C. As indicated, the gearbox 50 is coupled to the freewheel hub 7a, which has an inner chamber 52, which receives the bevel gears 61 and 63, a mounting slot 53, which extends perpendicularly down from the inner chamber 52 to the bottom, which receives one end of the freewheel hub 7a. When the mounting slot 63 is coupled to one end of the freewheel hub 7A, a nut 7C is attached to the freewheel hub 7A to hold it with the gearbox 50 (see Figures 4 and 5). If the nut 7c is removed from the freewheel hub 7A, the gearbox 50 can be disconnected from the freewheel hub 7A, if desired, by pulling the bicycle frame upwards from the freewheel hub 7A, without disassembling the rear fender and other parts of the bicycle. Since the mounting slot 53 is a downwardly directed opening, and the rider's gravity presses down the gearbox 50, the wheel hub 7A does not jump out of its position during the movement of the bicycle, furthermore it is not necessary because the conical sprocket 63 is mounted directly against the chain bearing 7B of the freewheel hub 7A by removing the locking screw 35, the chain bearing 7B from the original freewheel hub 7A. Therefore, the chainless transmission mechanism of the present invention can be optionally installed in a normal chain driven bicycle to replace the original chain drive mechanism.

Claims

Conclusion. A chainless transmission mechanism of the type comprising a right-hand, next to the bottom bracket shell axle holder and a left, next to the bottom bracket shell bearing bracket, which are connected from two sides to the bottom bracket of a bicycle, a bearing shaft arranged in said right and left bearing bracket holders located next to the bottom bracket shell and said bottom bracket shell, a gear box, which is coupled to the freewheel hub of said bicycle, a sleeve which is connected between said right bearing bracket holder located next to the bottom bracket shell and said gear box, a transmission shaft, included in said sleeve, a first pair of bevel gears coupled between said bearing shaft and said transmission shaft, and a second pair of bevel gears coupled between said freewheel hub and said transmission shaft, wherein said right hand side the bottom bracket holder bracketpot comprises: a right-hand gear chamber aa n an outside, which receives said first pair of bevel gears, a shaft opening through said right-hand gear chamber, through which said bearing shaft passes, an edge of a bearing cup, a ball bearing mounted around said bearing shaft within the bearing opening of said, right hand bearing bracket adjacent to the bottom bracket shell, a connecting tube mounted around said bearing shaft and mounted within said bottom bracket shell, a tubular coupling portion connected to one end of said sleeve by a connector, and a connecting block extending perpendicularly from said tubular coupling portion, said connecting block having a screw opening at one end; said left bearing shaft bracket located adjacent to the bottom bracket shell includes a shaft opening through which said bearing shaft passes, an edge of a bearing cup, a ball bearing mounted around said bearing shaft within the bearing opening of said left bearing bracket bracket located adjacent to the bottom bracket shell, a connecting tube, mounted around said bearing shaft and arranged within said bottom bracket shell on an opposite side, a countersunk opening, connected to the screw hole on said connecting block of said right bearing bracket bracket located adjacent to the bottom bracket shell by means of a screw bolt; said gearbox includes an inner chamber which receives said second pair of bevel gears, a mounting slot that extends perpendicularly downwardly from said inner chamber and is coupled to one end of said freewheel hub, the bevel gear on the wheel hub is mounted directly to the original wheel hub drive by a locking screw, and a fork end on an upper side thereof, said fork end having a number of screw holes for attachment to the bicycle frame of said bicycle.