BE904503A

BE904503A - Inrichting voor het opspannen van opwikkelhulzen in spoelmachines.

Info

Publication number: BE904503A
Application number: BE2/60954A
Authority: BE
Original assignee: Textielmachf Gilbos Nv
Priority date: 1986-03-27
Filing date: 1986-03-27
Publication date: 1986-07-16

Abstract

De inrichting bestaat in hoofdzaak uit een axiaal verplaatsbare draagas-plunjer 3, een drager 12 roterend aangebracht op één einde van de genoemde dragas-plunjer 3, een stel radiaal op de drager 12 verplaatsbare klauwen 15 voor het aangrijpen van één einde van de opwikkelhuls 19, tussen de drager 12 en elke klauw 15 een middel voor het openspreiden van de klauwen, een middel 11 voor het roterend aandrijven van de drager 12 met klauwen 15, een vast lichaam 1 voorzien aan het andere einde van de draagas-plunjer 3 en bestemd voor het axiaal geleiden van de draagas-plunjer 3, tussen het lichaam 1 en de draagas-plunjer 3 een middel 7 voor het axiaal van de huls wegdrukken van de draagas-plunjer 3 en tussen het vast lichaam 1 en de draagas-plunjer 3 een middel 5 voor het axiaal naar de huls 19 drukken van de draagas-plunjer 3.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



    BESCHRIJVING   voor een aanvraag van een UITVINDINGSOKTROOI op naam van   TEXTIELMACHINEFABRIEK   GILBOS
Naamloze Vennootschap voor "Inrichting voor het opspannen van opwikkelhulzen in spoel- machines" 
De uitvinding betreft een inrichting voor het tussen twee houders opspannen van een lege opwikkelhuls waarop garen in een spoelmachine wordt gewikkeld en waarbij de opwikkelhuls radiaal roterend wordt aangedreven. 



   De inrichting volgens de uitvinding dient zowel voor het vastklemmen en centeren van de huls, als voor de roterende aandrijving hiervan. Tevens worden de toleranties op de diameter van de huls opgevangen, zodat de huls steeds klemvast wordt opgespannen. 



   Bij gekende inrichtingen voor het opspannen van een opwikkelhuls in een spoelmachine, wordt de huls aangebracht 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 tussen de uiteinden van een beugel voorzien van   een   of twee axiaal verplaatsbare houders die de huls vastklemmen en centeren. Deze inrichtingen hebben echter als nadeel dat de huls niet klemvast wordt vastgehouden, zodat de   huls t. o. v.   de houders kan slippen en het roterend aandrijven van de huls met dergelijk klemsysteem dus onmogelijk is. 



   Om het roterend aandrijven van de huls toe te laten, waarbij het mogelijk is zonder moeite de lege hulzen in en de volle hulzen uit de spoelmachine te nemen, is volgens het voornaamste kenmerk der uitvinding een inrichting samengesteld die in hoofdzaak bestaat uit een axiaal verplaatsbare draagasplunjer, een drager roterend aangebracht op   een   einde van de genoemde draagas-plunjer, een stel radiaal op de drager ver-   plaatsbare   klauwen voor het aangrijpen van   een einde   van de opwikkelhuls, tussen de drager en elke klauw een middel voor het openspreiden van de klauwen, een middel voor het roterend aandrijven van de drager met klauwen, een vast lichaam voorzien aan het andere einde van de draagas-plunjer en bestemd voor het axiaal geleiden van de draagas-plunjer,

   tussen het lichaam en de draagas-plunjer een middel voor het axiaal van de huls wegdrukken van de draagas-plunjer, en tussen het vast lichaam en de draagas-plunjer een middel voor het axiaal naar de huls drukken van de draagas-plunjer. 



   Als voorbeeld volgt hierna een uitvoeriger beschrijving van een verkozen doch geenszins beperkte uitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding. Deze beschrijving verwijst naar bijgevoegde tekening, waarin :   fig. l   een langsdoorsnede van de inrichting   weergeeft :   

 <Desc/Clms Page number 3> 

 fig. 2 er een vooraanzicht van weergeeft. 



   In deze figuren bemerkt men dat de inrichting een cilindervormig lichaam 1 heeft dat vast in de spoelmachine is gemonteerd en als persluchtcilinder fungeert, zoals hierna zal worden uitgelegd. In dit lichaam is een geleider      bevestigd waardoorheen een draagas-plunjer 3 loopt die in twee richtingen axiaal verplaatsbaar is. Het achterste einde van deze 
 EMI3.1 
 draagas-plunjer 3 heeft een holte een drukveer 5 is . Z a 
4 waarinondergebracht die enerzijds tegen de bodem van genoemde holte en anderzijds tegen de bodem   6   van het cilindervormig lichaam   1   rust. Deze veer 5 drukt de draagas-plunjer   2   steeds naar de op te spannen huls 19 toe. Een groot voordeel hierbij is dat wanneer de luchtdruk in het cilindervormig lichaam   l   vervalt, de huls geklemd blijft.

   Op de draagas-plunjer 3 is een schijf 7 gemonteerd die in het cilindervormig lichaam 1 heen en weer kan worden bewogen door enerzijds de in het lichaam      binnenkomende perslucht en anderzijds de drukveer   5   Genoemde schijf   2   fungeert tevens als aanslag voor het begrenzen van de verst uitgestoken stand van de draagas-plunjer   2.   Op het voorste einde van de draagas-plunjer 3 zijn twee lagers   8-1   gemonteerd waarop een cilindrisch huis 10 isbevestigd, zodat dit huis rond de draagas-plunjer 3 kan roteren. Een riemschijf 11 is op genoemd huis 10 gemonteerd om het huis 10 en de opgespannen huls 
 EMI3.2 
 19 roterend aan te drijven. Vooraan heeft het huis 10 een draaer 12 met draaqarmen 13 waartussen vier 14 kantelbare - - -.. klauwen 15 zijn opgehangen.

   De boord 18 van elke klauw 15 heeft de vorm van een   segmentbcog,   is gekarteld en is bestemd om in de huls te   grijpen   Tussen elke klauw   15 en drager 12 is in een 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 holte 16 een drukveer 17 voorzien. Deze drukveren drukken de klauwen 15 in ruststand (zonder huls) van de drager weg, zodat de diameter van de vier samenwerkende klauwen het kleinste is en de huls 19 met aanzienlijke speling over de boorden 18 kan worden aangebracht. 



   Voor het opspannen van een lege opwikkelhuls   19   waarop het garen in de spoelmachine wordt opgewikkeld, kan gebruik gemaakt worden van   een   inrichting zoals hiervoor beschreven en van een gewone vaste gekende houder (niet voorgesteld), tussen welke inrichting en houder de einden van de opwikkelhuls 19 worden vastgeklemd. Hierbij wordt door middel van perslucht die in het lichaam 1 wordt toegelaten, de draagas-plunjer 3 en het huis 10 met de erop gemonteerde klauwen 15, axiaal van de vaste houder weggedrukt, zodat de opwikkelhuls 19 zonder moeite tussen de vaste houder en de klauwen 15 van de hiervoor beschreven inrichting kan worden aangebracht.

   Bij het afsnijden van de perslucht en de druk op de schijf   2   die is bevestigd op 
 EMI4.1 
 deidraagas-plunjer 3, drukt de drukveer 5 de draagas-plunjer 3, i--- het huis 10 en de drager 12 met de erop gemonteerde klauwen 15, opnieuw naar hun aanvangsstand, waardoor de klauwen 15 de huls 19 binnendringen. De klauwen 15 worden hierbij naar de drager 12 toe gedrukt en kantelen rond de spillen 14, waarbij de boorden 
 EMI4.2 
 18 van de klauwen gelijkmatig de huls 19 klemvast aangrijpen en . i- de huls centeren. Hierdoor kunnen de klauwen met de vastgeklemde huls zonder Problemen roterend worden aangedreven door middel van de riemschijf 11. Tevens kunnen met deze inrichting de lege hulzen zonder moeite in de spoelmachine worden aangebracht en de volle garenspoelen zonder moeite uit de spoelmachine worden 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 genomen. 



   Het spreekt vanzelf dat de vorm, de afmetingen, het aantal en de onderlinge opstelling van de hiervoor beschreven onderdelen van de inrichting kunnen verschillen, mits binnen het kader der uitvinding te blijven. 



   EISEN   1. - Inrichting   voor het opspannen van opwikkelhulzen in spoelmachines, waarbij de opwikkelhuls (19) op een draagrol rust en uitneembaar is opgespannen tussen twee houders waarvan minstens   een   axiaal verplaatsbaar is, met het kenmerk dat een van de houders in hoofdzaak bestaat uit een axiaal verplaatsbare draagas-plunjer (3), een drager (12) roterend aangebracht op een einde van de genoemde draagas-plunjer (3), een stel radiaal op de drager (12) verplaatsbare klauwen (15) voor het aangrijpen van   een   einde van de opwikkelhuls (19), tussen de drager (12) en elke klauw (15) een middel voor het openspreiden van de klauwen, een middel (11) voor het roterend aandrijven van de drager (12) met klauwen   (15),   een vast lichaam   (1)

     voorzien aan het andere einde van de draagas-plunjer (3) en bestemd voor het axiaal geleiden van de draagas-plunjer (3), tussen het lichaam (l) en de draagas-plunjer (3) een middel (7) voor het axiaal van de huls wegdrukken van de draagas-plunjer (3), en tussen het vast lichaam   (1)   en de draagas-plunjer (3) een middel (5) voor het axiaal naar de huls (19) drukken van de draagas-plunjer (3). **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.

Claims

2.-Inrichting volgens eis l, met het kenmerk dat elke <Desc/Clms Page number 6> klauw (15) kantelbaar rond een spil (14) is opgehangen die deel uitmaakt van de drager (12) en dat tussen elke klauw (15) en drager (12) een drukveer (17) is aangebracht.

3.-Inrichting volgens eis 2, met het kenmerk dat de drager (12) is voorzien van vier radiaal opgestelde klauwen (15) elk verdraaibaar opgehangen rond een spil (14) gemonteerd op genoemde drager en dat de boord (18) van elke klauw (15) de vorm van een boogsegment heeft.

4. - Inrichting volgens eis 3, met het kenmerk dat de boord (18) van elke klauw (15) is gekarteld.

5.-Inrichting volgens eis 1, met het kenmerk dat tussen de drager (12) met klauwen (15) en de draagas-plunjer (3) ten minste een lager (8) is aangebracht.

6.-Inrichting volgens eis 1, met het kenmerk dat het middel voor het axiaal van de huls wegdrukken van de draagasplunjer (3), bestaat uit een schijf (7) gemonteerd op de draagas-plunjer en die axiaal verplaatsbaar is in en door middel van een persluchtcilinder (1).

7.-Inrichting volgens de eisen 1 en 6, met het kenmerk dat het middel voor het axiaal naar de huls (19) drukken van de draagas-plunjer (3), bestaat uit een drukveer (5) voorzien tussen de persluchtcilinder (1) en de draagas-plunjer (3) en dat de op deze as gemonteerde schijf (7) tevens dienst doet als aanslag voor het begrenzen van de axiale beweging van de draagas-plunjer (3).

8.- Inrichting voor het opspannen van opwikkelhulzen in EMI6.1 spoelmachines. in hoo-L spoelmachines. zoals hiervoor beschreven en weergegeven door bijgevoegde tekening.