BE903097A - Houder met een afsluitbare afvoeropening. - Google Patents

Abstract

Met een meertrapsklep kan met een kleine zwenkbeweging toch een nauwkeurige dosering naar gewicht en tijd worden gerealiseerd bij het uit een houder toevoeren van materiaal aan bijvoorbeeld een zak.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  BATES CEPRO B. V. te Maastricht (Nederland) "Houder met een afsluitbare afvoeropening" 
 EMI1.1 
 ¯8¯8¯8¯8¯8¯8¯8¯8¯8¯8¯. ¯8¯8¯8¯. ¯. ¯8¯8¯8¯8- ..... 88888.. 8888.... I. C. : Nederlandse octrooiaanvrage no 84 02556 ingediend op 21 augustus 1984 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
 EMI2.1 
 Reg. 



  Houder net een afsluitbare afvoeropening. 



   De uitvinding heeft betrekking op een houder met een afvoeropening die door een klep kan worden afgesloten. 



   Dergelijke houders zijn in talloze   uitvoeringsvormen   bekend. 



  Een enigszins belangrijk nadeel van bekende installaties is, dat de klep meestal buiten de houder is aangebracht, hetgeen leidt tot'een meestal relatief lange afstand tussen de installatie en de te vullen zak. Een belangrijker nadeel van bekende installaties is evenwel dat geen nauwkeurige dosering naar gewicht of tijdmoeilijk terealizerenis. 



   De uitvinding beoogt in het voorgaande verbetering te brengen. Volgens de uitvinding is dit bereikt, doordat de klep een binnen de houder aangebrachte meertrapsklep is. 



   Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de meertrapsklep uit een busvormige klep die is aangebracht op een om een as draaibare hefboom, waarbij het ene einde van de busvormige klep een buitendiameter heeft die is aangepast aan de binnendiameter van een in de afvoeropening aangebrachte   uitstroompijp   om daar afdichtend   mee   te kunnen samenwerken, terwijl het andere einde van de busvormige klep een binnendiameter heeft die is aangepast aan de configuratie van tenminste een volgende klep die ook is aangebracht op een om een as draaibare hefboom. 



   Een eenvoudige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de volgende klep een massieve dop is en dat beide hefbomen om dezelfde hartlijn kunnen draaien. 



   Voor het gebruik van de installatie bij bepaalde materiaal- soorten kan het gewenst zijn, dat in de houder een in de richting van de afvoeropening schuinneerwaarts lopend poreus schot is aangebracht. 



   Om de installatie universeel toepasbaar te maken wordt verder nog voorgeschreven, dat het met de uitstroompijp samenwerkende gedeelte van de busvormige klep   losmaakbaar   met die klep is verbonden. 



   De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoerings-   vorm   van een installatie volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont : 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 fig. 1 een axiale dwarsdoorsnede, gedeeltelijk in aanzicht, van een houder met afvoeropening en meertrapsklep, en fig. 2 een bovenaanzicht van fig. 1. 



   Een in horizontale doorsnede cilindrische houder 1 heeft een open bovenzijde, zodat een produkt in de houder kan worden toegelaten. Hoe dit gebeurt, is voor de uitvinding niet van belang. Van groot belang voor de uitvinding is wel de wijze waarop de afvoer plaatsvindt. 



   Door de houder strekt zich in fig. 2 met eenzelfde langs een koorde lopende horizontale hartlijn een tweetal bussen 2,3 uit. 



  Bus 2 dient voor het draaibaar ondersteunen van een as 4 die draaibaar kan worden aangedreven door een zuigerstang 5 van een luchtcilinder 6. Bus 3 dient voor het draaibaar ondersteunen van een as 7 die draaibaar kan worden aangedreven door een zuigerstang 8 van een luchtcilinder 9. De achtereinden van de cilinders 6 en 9 zijn via gaffels 10 draaibaar ondersteund ten opzichte van consoles 11 die vast met de houder zijn verbonden. 



   Op het van de zuigerstang 5 afgekeerde einde van de as 4 is een hefboom 12 (fig. 1) bevestigd die aan zijn uiteinde een doorlaatbus of busvormige klep 13 draagt. De as 4 is zodanig opgesteld dat de hartlijn van de klep 13 bij rotatie van de hefboom 12 een baan beschrijft die aansluit aan de hartlijn van een in de afvoeropening aangebrachte   uitstroompijp   14. 



   Op het van de zuigerstang 8 afgekeerde einde van de as 7 is een hefboom 15 (fig. 2) bevestigd die aan zijn uiteinde een massieve dop 16 draagt. 



   De busvormige klep 13 kan uit een stuk bestaan, doch bij voorkeur is het met de uitstroompijp 14 samenwerkende gedeelte 17 losmaakbaar met de klep verbonden teneinde aanpassing mogelijk te maken aan een uitstroompijp met een andere   binnendiameter   D. 



   De door de massieve dop 16 afsluitbare opening van de busvormige klep 13 heeft een binnendiameter d die is aangepast aan de diameter van de dop 16. 



   In de houder 1 is nog een poreus schot 18 en een   luchtte-   voeropening 19 weergegeven die van belang zijn voor stoffen die 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 gefluidiseerd moeten worden. 



   Met de weergegeven installatie kan als volgt worden gewerkt : in de afsloten toestand zit het gedeelte 17 van de klep 13 in de afvoerpijp 14 en steekt de dop 16 in de klep 13. Door de luchtcilinders 6 en 9 te belasten komen de klep 13 en de dop 16 in de in fig. 1 weergegeven stand. Dan kan materiaal dat gefluidiseerd is door luchttoevoer via poreuze plaat 18 door de verwisselbare uitstroompijp 14 worden afgevoerd naar een met de uitstroompijp verbonden zak of een andere media-bewaarder. Bij het bereiken van een bepaalde waarde (in tijd of op gewicht) krijgt de cilinder 6 commando en sluit via hefboom 12 en klep 13 de uitstroomopening ten dele af. Via de kleine opening in klep 13 stroomt een straaltje produkt alsnog in de zak. 



  Ook deze straal is gecontroleerd en bij het gewenste punt wordt cilinder 9 geactiveerd en sluit via hefboom 15 en dop 16 de uitstroomopening geheel af. 



   Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uit-   voeringsvormen   dan in de tekening zijn weergegeven, waarbij in de eerste plaats kan worden gedacht aan het tussenplaatsen van nog een busvormige klep 13 met een kleinere binnendiameter d dan in het weergegeven geval.

Claims (6)

1. CONCLUSIES 1. Houder met een afvoeropening die door een klep kan worden afgesloten, met het kenmerk, dat de klep een binnen de houder (1) aangebrachte meertrapsklep is.
2. 2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de meertrapsklep bestaat uit een busvormige klep (13) die is aangebracht op een om een as (4) draaibare hefboom (12), waarbij het ene einde van de busvormige klep een buitendiameter (D) heeft die is aangepast aan de binnendiameter van een in de afvoeropening aangebrachte uit- stoompijp (14) om daar afdichtend mee te kunnen samenwerken, terwijl het andere einde van de busvormige klep een birmendiameter (d) heeft die is aangepast aan de configuratie van tenminste één volgende klep die ook is aangebracht op een om een as (7) draaibare hefboom (15).
3. 3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de volgende klep een massieve dop (16) is en dat beide hefbomen (12, 15) om dezelfde hartlijn kunnen draaien.
4. 4. Houder volgens één der conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat in de houder een in de richting van de afvoeropening (14) schuin neerwaarts lopend poreus schot (18) is aangebracht.
5. 5. Houder volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het met de uitstroompijp (14) samenwerkende gedeelte (17) van de busvormige klep (13) losmaakbaar met die klep is verbonden.
6. 6. Houder zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan.