<Desc/Clms Page number 1>
SNOECKX RONNY. UITVINDINGSOCTROOI.
EMI1.1
r ASSENBUNKERS VAN AANZUIGINSTALLATIE (VASTE) EN
VOORZIENASSENBUNKERS MET KOLENZIFT (MOBIELE BESCHRIJVING (vaste).
A. Aansluitstuk met een snelkoppeling voor een darm wanneer de bunker moet leeggezogen worden.
B. Ontluchter waarlangs de aangezogen lucht zijn weg naar buiten zoekt wanneer de aanzuiginstallatie in'werking is.
C. Rubberen aansluitstuk voorzien van een geleiding voor de ontluchter (B. ) zodat het mangat geopend kan worden.
D. Luchtfilter bestaande uit filterdoek en ijzergaas, vervang- baar na uitname van het filtergedeelte uit het filterhuis.
Deze luchtfilter belet het stof van de assen door te dringen in het moterkompartiment en zodoende de buiten- lucht ingeblazen te worden.
E. Geleider van de peilstok zodat de gebruiker van de bunker kan kontroleren wanneer de assenbunker moet geledigd worden.
F. Ontluchter van de assenbunker welke tot doel heeft de overdruk in de bunker te laten ontsnappen bij het op- blazen van de assen (G.)/ Deze ontluchter is voorzien van een stofzak zodat het
<Desc/Clms Page number 2>
EMI2.1
stof niet buiten de assenbunB wordt.
EMI2.2
G. Leiding waardoor de aangezogen lucht geblazen word na omschakeling van enkele ventielen en hierdoor een lucht- werveling veroorzaakt onder de assenpyramide zodat deze zich over de ganse bunker uitspreidt zodat deze niet te snel zou volraken.
HL. Krachtige electromoter welke een ventilator aandrijft die de aanzuiging van de assen voor zijn rekening neemt, en in het andere geval zorgt voor de luchtdruk voor het opblazen van de assenpyramide.
Wanneer de installatie in dienst is om de assen op te blazen mag de aanzuigleiding in geen geva belast worden.
Hierdoor zal de moter geen koeling krijgen.
I. Plooibare elleboog in kunststof welke door middel van snelkoppelingen verwijderd kan worden met de hele aan- zuiginstallatie om zodoende aan eventueele storingen te verhelpen en tevens de toegang tot de bunker te verzekeren J. Reservoir waar de aangezogen assen in terecht komen voor ze in de eigenlijke bunker zullen vallen.
Dit reservoir heeft tot doel de ruimte welke luchtledig gezogen moet worden te beperken, zodat onmiddelijke aanzuiging op de leiding gewaarborgd wordt en tevens een energieverspilling vermeden word aangezien anders de aanzuiginstallatie beduidend langer zou moeten draaien bij het vacium zuigen van de hele assenbunker.
K. Buis waarlangs de bunker leeggezogen wordt en tevens dienst doet als luchtgeleider voor de lucht welke de assenpyramide moet opblazen.
L. Klep voorzien van een lichte veer welke er voor zorgt dat er bij het starten van de aanzuiginstallatie alleen het reservoir luchtledig gezogen moet worden.
Wanneer er voldoende assen op de klep liggen zal deze door het gewicht vanzelf opengaan tot er weer te weinig
EMI2.3
gewicht op ligt om deze klep open te houden.
Hierdoor zal de relatief kleine ruimte van het reservoir nooit verzadigd kunnen raken en daardoor de optimale
<Desc/Clms Page number 3>
Zuigkracht behouden zal blijven.
M. Aanzuigleiding welke zowel uit metaal als uit kunststof zal bestaan daar bij het plaatsen van de assenbunkers op slechte ondergrond verakkingen geen schade kunnen berokkenen aan de aanzuigleiding of de muur waar deze doorheen moet.
N. Snelkoppeling binnenshuis geplaatst, meestal vlak bij de kolenbrander, waarop een brandvrije slang kan aan- gesloten voor het leegzuigen van de assenbak van het verwarmingstoestel.
Het gehele systeem kan indien nodig volledig automatisch geplaatst worden mits enige aanpassingen aan de kolenbran- der of de kolenkachel.
O. Buitenmuur van een gebouw, funderingen of in bepaalde gevallen een binnenmuur van het gebouw wanneer de bunker bovengronds gewenst is, in dit geval in deze voorzien van een onderstel.
ASSENBUNKEKS MET KOLENZIFT (MOBIELLE) A. Vuurvaste slang welke in de bunker bevestigd is op een afdekplaat die de kolenzift afdekt en van de andere kant bevestigd is op een snelkoppeling voor de slang welke diend om de assenbak van het verwarmingstoestel leeg te zuigen.
B. Schudtafel waarin de kolenzift verankerd kan worden.
C. Aansluitstuk voor een gewone huishoudstofzuiger.
Dit aansluitstuk is voorzien van een rubberen dichting welke de slang van de stofzuiger geklemd zal houden.
D. Aandrijving van de schudtafel die bestaat uit twee tandwielen van verschillende diameter welke door middel
EMI3.1
/van een slinger in beweging gebracht worden.
Hierdoor zal het kleinste tandwiel dat pret een stift aan de schudtafel bevestigd is deze door de draaiende
<Desc/Clms Page number 4>
beweging aan het schudden brengen waardoor de assen gezeefd zullen worden.
Reservoir waar de assen in terecht komen voor zij op het eigenlijke zift zullen terechtkomen.
Dit reservoir is voorzien van twee handvatten zodat wanneer dit gevuld is met nog brandbare kolen deze ver- wijderd kan worden en de nog brandbare kolen aan de voorraad kunnen toegevoegd worden.
F. Het eigenlijke kolenzift welk verwijderd kan worden om het te vervangen door een zift dat beter geschikt is voor het soort kolen dat men op die momenten stookt.
G. Assenbunker waar de gezeefde assen in terechtkomen voor zij in de assenzak zullan terechtkomen en zodoende vol- doende kunnen afkoelen voor zij in de assenaak zullen geleid worden.
Aangezien de assenzak in feite een gewone huisvuilzak is kan deze dank zij deze voorziening geen vuur vatten of smelten zodat alle brandgevaar vermeden wordt.
H. Filter welke moet beletten dat er gloeiende aswolken in huishoudstofzuiger gezogen zouden worden.
I. Klemband welke de assenzak openhoud door de vulmond van de assenzak welke over een geleiding geschoven is geklemd ze houden.
Deze klemband is voorzien van een spanveer zodat er altijd een grootst mogelijke spanning verkregen kan worden op het geleidingsgedeelte en op de zak.
J. Schuif welke belet dat de assen rechtstreeks in de assen- zak vallen zodat deze kunnen afkoelen waardoor brand- gevaar vermeden kan worden.
Deze schuif heeft eveneens tot doel de assenzak voor het vacciumzuigen te behoeden daar deze anders ineen zou
EMI4.1
krimpen en hierdoor zou vervormen.
<Desc/Clms Page number 5>
K. Hendel waarmee men de scXhul ! rJ :) kan openen of sluiten L. Slinger waarmee men de tandwiellen in beweging brengt waardoor deze op nun beurt de schudtafel aan het schud- den zullen brengen.
Wanneer de installatie is voorzien van een electromoter valt deze slinger weg aangezien de moter de taak zal overnemen.
M. Rooster voorzien van een filterdoek waardoor de aange- zogen lucht van de stofzuiger een weg naar buiten vindt.
N. Snelkoppeling voor de slang welke diendt om de asseubak van het verwarmingstoestel leeg te zuigen. wanneer de installatie buiten gebruik is vind deze slagg een plaats in de bunker bij de assenzak.
0. Schakelaar/stekker van de assenbunker waarop de stofzuiger kan voorzien worden van de nodige energie, en welke even- eens de moter zal voorzien van stroom wanneer de bunker hiermee uitgermst is.
De schakelaar zit aan ne buitenkant van de bunker terwijl de stekker zich aan de binnenkant van de bunker bevindt.
P. De mobielle assenbunker is voorzien van wieltjes welke
EMI5.1
het mogelijk maken het aanzienlijke gewicht van de bunker bij een volle assenzak T ; e verplaatsen zonder deze op te moeten heffen.
Q. Kuimte waarin de kabel van de assenbunker een plaats zal vinden op een oprolsysteem. R Plaat in de bunker waar alle onderdelen van de assenzift verankerd zijn.
SAMENVATTING.
EMI5.2
De assenbunker bestaat uit een ketel voorzien van de nodige technieken om een assenbak van een kolenkachel of een C. V. ketel van de verbrandingsresten te ontlasten zonder dat er met een gloeiend hete assenbak gezeuld moet worden.
Tevens heeft men hierbij een opslagplaats voor de assen zodat deze niet op een bijdehandliggende wijze in het millieu terecht