BE902531A - Coffer-dam underwater dry working equipment - comprises caisson with extensible sealing plates fitting in coffer-dam grooves - Google Patents

Coffer-dam underwater dry working equipment - comprises caisson with extensible sealing plates fitting in coffer-dam grooves Download PDF

Info

Publication number
BE902531A
BE902531A BE0/215094A BE215094A BE902531A BE 902531 A BE902531 A BE 902531A BE 0/215094 A BE0/215094 A BE 0/215094A BE 215094 A BE215094 A BE 215094A BE 902531 A BE902531 A BE 902531A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
mentioned
caisson
sheet pile
sealing plates
pile wall
Prior art date
Application number
BE0/215094A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Gen Coatings Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gen Coatings Nv filed Critical Gen Coatings Nv
Priority to BE0/215094A priority Critical patent/BE902531A/en
Priority to BE0/215568A priority patent/BE903213R/en
Publication of BE902531A publication Critical patent/BE902531A/en
Priority to EP86200759A priority patent/EP0203641B1/en
Priority to DE8686200759T priority patent/DE3680825D1/en
Priority to FI862044A priority patent/FI85742C/en
Priority to US06/866,120 priority patent/US4696597A/en
Priority to NO862087A priority patent/NO168126C/en
Priority to CA000510236A priority patent/CA1275177C/en
Priority to DK249586A priority patent/DK166331C/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D37/00Repair of damaged foundations or foundation structures
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B17/00Vessels parts, details, or accessories, not otherwise provided for
    • B63B17/0018Arrangements or devices specially adapted for facilitating access to underwater elements, e.g. to propellers ; Externally attached cofferdams or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B81/00Repairing or maintaining vessels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B17/00Artificial islands mounted on piles or like supports, e.g. platforms on raisable legs or offshore constructions; Construction methods therefor
    • E02B17/0034Maintenance, repair or inspection of offshore constructions
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D29/00Independent underground or underwater structures; Retaining walls
    • E02D29/06Constructions, or methods of constructing, in water
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/02Sheet piles or sheet pile bulkheads

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Revetment (AREA)

Abstract

The equipment allows work oto be carried out dry on an underwater structure with a non-flat surface, particularly a cofferdam with grooves. It comprises a caisson with two vertical walls and a bottom (4), brought into contact with the cofferdam, against which it is pressed while being pumped dry. - The bottom has sealing plates (21) adjustable in the horizontal direction and slid into the vertical grooves (13) of the cofferdam (6). The edges of the caisson walls and bottom, and also those of the plates, are clad with strips of foam rubber (5) or similar resilient sealing material.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING behorende bij een 
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van "General Coatings", naamloze vennootschap voor "Inrichting voor het in het droge uitvoeren van werken aan een onder water vertoevende damplankenwand" 
 EMI1.1 
 v 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in het droge uitvoeren van werken aan een onder water vertoevende structuur door met een niet vlak oppervlak, meer bepaald een damplankenwand met min of meer regelmatig voorkomende sponningen. 



   Damplankenwanden kunnen zeer moeilijk, zoniet in het geheel niet, onder water worden bewerkt. Omwille van het dwarsprofiel van de damplanken is het tot nog toe niet mogelijk geweest een damplankenwand droog te bewerken, bij voorbeeld te herstellen, van aangroeisels bevrijden, verven, of met een"coating" te bezetten. 



   Het doel van de uitvinding is een inrichting en een werkwijze voor te schrijven die het met betrekkelijk eenvoudige technische middelen mogelijk maakt gebruik te maken van een caisson waaruit het water werd verwijderd zodat de noodzakelijke bewerkingen over een bepaalde lengte van de damplankenwand kunnen worden uitgevoerd en deze bewerking kan worden herhaald totdat de ganse lengte van de damplankenwand volledig is bewerkt. 



   Om dergelijke bewerkingen mogelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van een inrichting gevormd door een caisson die met twee verticale wanden en een bodem in contact kan worden gebracht met de damplankenwand, middelen om de caisson vbór het leegpompen hiervan tegen de damplankenwand aangedrukt te houden waarbij de bodem van de caisson van in het horizontaal vlak instelbare, in de verticale sponningen van de damplankenwand, verschuifbare afdichtingsplaten is uitgerust en de randen zowel van de verticale wanden als van de bodem van de caisson, alsook de randen 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 van hogerbedoelde verschuifbare afdichtingsplaten met stroken schuimrubber of een analoog verend afdichtend materiaal zijn bekleed. 



   Steeds volgens de uitvinding zijn middelen voorzien om de laterale wanden van hogerbedoelde afdichtingsplaten in de richting van de zijflanken van hogerbedoelde sponningen van de damplankenwand te verplaatsen. 



   Volgens een merkwaardige uitvoeringsvorm worden hogerbedoelde middelen gevormd door een rechthoekige koker die voor elke zijwand van de afdichtingsplaten is voorzien, in welke koker telkens een bij voorbeeld houten blok passend is gemonteerd waarop langs de buitenzijde een strook schuimrubber of een analoog verend afdichtend materiaal is gekleefd, terwijl langs de binnenzijde van bedoelde blok in hogerbedoelde koker een opblaasbare luchtkamer is aangebracht die bij volumeverhoging hogerbedoelde blok uit de koker duwt en tegen de zijflanken van hogerbedoelde sponningen aangedrukt houdt. 



   De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het in het droge uitvoeren van werken aan een onder water vertoevende structuur onder gebruikmaking van een inrichting volgens de uitvinding. 



   Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een inrichting en een werkwijze volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. 



   Figuur 1 is een schematische voorstelling van de opstelling van een caisson tegen een damplankenwand onder gebruikmaking van een ponton. 



   Figuur 2 is, op een grotere schaal, een voorstelling van de verankering van de inrichting aan een damplankenwand. 



   Figuur 3 vertoont op dezelfde schaal een detail van de inrichting volgens de uitvinding. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Figuur 4 vertoont schematisch en in perspectief, een uitschuifbare afdichtingsplaat tegenover een sponning uit een damplankenwand. 



   Figuur 5 vertoont volgens een dwarsdoorsnede, de rechthoekige koker met een daarin passend gemonteerd houten blok met de opblaasbare luchtkamer bestemd om deze blok uit de koker te duwen. 



   Figuur 6 is een algemeen perspectivische voorstelling van een inrichting volgens de uitvinding. 



   De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een caisson 1 met drie verticale wanden, t. w. twee zijwanden 2 en een achterste wand 3. Langs de voorzijde (hiermede wordt de zijde bedoeld die gericht is naar de te bewerken damplankenwand, is de caisson open. 



   De randen van de zijwanden 2 en de rand van de bodem 4 zijn met stroken 5 uit schuimrubber of een gelijkaardig verend afdichtend materiaal bekleed. 



   Om de bodem 4 van de caisson 1 waterdicht tegen een damplankenwand 6 te kunnen aandrukken en hiertegen aangedrukt te houden, werd een bijzondere structuur van deze bodem, die verder in detail zal worden beschreven, uitgedacht. Het tegen de damplankenwand 6 aangedrukt houden van de caisson 1 wordt mogelijk gemaakt door de hierna beschreven onderdelen en elementen die zeer kenmerkend zijn voor de uitvinding op zichzelf. 



   Onder de bodem 4 van de caisson 1 wordt een balk 7 met mogelijkheid tot dwarse verplaatsing t. o. v. de bodem 4 van de caisson 1 opgehangen. Deze balk 7 wordt aan de damplankenwand 6 bevestigd door verbindingsonderdelen 8 en 9 die onder elkaar lichtjes scharnierend zijn verbonden in 10. 



   Het verbindingsonderdeel 8 is vast met de vijzels 11 verbonden. Twee uit deze vijzels 11 tredende plunjers 12 worden in een sponning 13 van een damplank (in werkelijkheid tegen de   zijflanken   14 hiervan) hydraulisch of pneumatisch aangedrukt. De verankering van de verbindingsonderdelen 8 en 9 ten opzichte van de damplankenwand is het gevolg van het stevig aangedrukt houden 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 van de plunjers 10 tegen de zijflanken 12 in een sponning 13 behorende tot een damplankenwand. 



   Dank zij deze verankering kan dus beschouwd worden dat de balk 7 ook ten opzichte van de damplankenwand 6 is verankerd. 



   Aan de aldus t. o. v. de damplankenwand 6 bevestigde balk zijn een aantal vijzels bevestigd. Voor een caisson van nagenoeg 3,80 meter breedte volstaan vier vijzels. In figuur 2 is één van deze vijzels zichtbaar en met de verwijzing 15 aangeduid. 



   De scharnierverbinding met de balk 7 werd met 16 en deze met een balkje 17 met 18 aangeduid. Voor elke vijzel is telkens een balkje 17 voorzien die op zijn beurt vast is verbonden met een horizontaal balkje 19 dat vast is verbonden met de bodem 4 van de caisson 1. 



   Voor een bodembreedte van nagenoeg 3,80 meter zijn dus vier balkjes 19 voorzien waarop telkens een horizontaal balkje 19 is bevestigd zodat de verbinding tussen de vier vijzels en de balk 7 door vier compleksen van balkjes 17 en 19 wordt verzekerd. 



   Verwijzend naar de figuren 2 en 3 kan men dus vaststellen dat het tegen de damplankenwand 6 aantrekken van de caisson 1 gemakkelijk kan plaatsvinden door een trekkracht bij middel van de vijzels 15 op de balkjes 17-19 uit te oefenen. 



  Dank zij de aanwezigheid op de randen van de verticale wanden 2 en op de rand van de bodem 4 van stroken 5 uit schuimrubber of een gelijkaardig verend afdichtend materiaal kan een caisson dus waterdicht tegen een damplankenwand worden aangedrukt gehouden op voorwaarde dat de verbinding tussen de bodem 4 en de damplankenwand eveneens waterdicht wordt verzekerd. 



   Deze waterdichte verbinding wordt mogelijk gemaakt dank zij een structuur die eveneens zeer typisch is voor de uitvinding en waarvan de figuren 4 en 5 een duidelijk beeld geven. 



   In figuur 4 is de bodem 4 van de caisson 1 duidelijk zichtbaar. De voorzijde hiervan, t. w. de zijde of rand die met het algemeen vlak van de damplankenwand in contact komt, 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 is met de reeds genoemde stroken 5 uit schuimrubber of een analoog verend materiaal bekleed. 



   Het vlak van de damplankenwand waarmede de voorzijde of vrije rand van de bodem 4 van de opstaande verticale wanden 2 in contact komt, wordt bepaald door de vlakke wanden 20 van de met de algemene verwijzing 6 duidelijk gemaakte damplankenwand. 



   Aangezien de genormaliseerde afmetingen van damplankenwanden bekend zijn, wordt dus op bepaalde afstanden langsheen de voorzijde of vrije rand van de bodem 4 van de caisson 1 telkens ter hoogte van een sponning van een damplank een uitschuifbare afdichtingsplaat 21 voorzien. In dit verband kan verwezen worden naar figuur 6 waar de vier afdichtingsplaten 21 van de caisson 1 zichtbaar zijn. Om een perfecte afdichting van deze platen 21 ten opzichte van de drie wanden van de sponning 13 van een damplank mogelijk te maken, is de volgende structuur uitgedacht. 



   Op de bodem 4 is een hoekijzer 22 bevestigd. Op elke afdichtingsplaat 21 wordt eveneens een hoekijzer 23 bevestigd. In minstens één van deze hoekijzers zijn sleuven 24 voorzien zodat door middel van een niet voorgesteld moer-en boutverbindidng de afdichtingsplaten 21 op hun juiste plaats tegenover de sponningen 13 kunnen worden gebracht. 



   Deze bewerking vindt plaats voor het aandrukken van de caisson en voor het leegpompen hiervan. Langs de voorzijde, d. i. de zijde die is gericht naar de damplankenwand 6, is een strook schuimrubber 5 met het nodige langsprofiel bevestigd. 



  Deze strook 5 steekt lichtjes zijdelings uit de plaat 21 uit. Bij het in de sponning 13 doen schuiven van de afdichtingsplaat 21 bij het in de richting van de damplankenwand 6 verplaatsen van de caisson komt de strook 5 dus in contact met de bodem of vlakke wand van de sponning 13. De zijdelingse afdichting van de plaat 21 ten opzichte van de zijwanden 14 van de damplank wordt eveneens door stroken schuimrubber 5 verzekerd. Deze stroken 5 worden tegen deze zijwanden 14 aangedrukt nadat de caisson stevig, door middel van de reeds 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 eerder beschreven vijzels tegen de damplankenwand 6 werd aangedrukt. 



   Om de stroken 5 lateraal tegen de zijwanden
14 aan te drukken, wordt gebruik gemaakt van een constructie waarop figuur 5 betrekking heeft. 



   Deze constructie bevat voor elke laterale zijde van de afdichtingsplaat 21 een rechthoekige koker 25 waarin een, bij voorbeeld, houten blok 26 passend is geschoven. Langs de buitenzijde is op deze blok 26 de reeds genoemde strook 5 bevestigd. 



  Het naar buiten duwen van blok 26 met strook 5 geschiedt door perslucht in te blazen in de opblaasbare luchtkamer 27 die zich uitstekend aan iedere mogelijke schuine opstelling van de blok 26 in de koker 25 aanpast. De druk in de luchtkamer 27 is dan ook gemakkelijk regelbaar waardoor ook de druk van de blokken 5 uit schuimrubber tegen de wanden 14 kan worden aangepast. Een volledige waterdichte afsluiting tussen de damplank en de afdichtingsplaat 21 en dus eveneens van de bodem 4 van de caisson wordt op deze wijze mogelijk gemaakt. 



  De in de figuur afgebeelde blok 26 kan ook, samen met de strook 5 een geheel uit verend materiaal, bij voorbeeld schuimrubber, vormen. 



   Het waterdicht instellen van de afdichtingsplaten 21 ten opzichte van de damplankenwand geschiedt nadat de caisson zelf tegen de damplankenwand aangetrokken is geweest maar voor het leegpompen van de caisson, althans wat de zijdelingse afdichting van de platen 21 betreft, aangezien de afdichting langs de voorzijde plaatsvindt samen met het waterdicht afsluiten van de bodem 4 van de caisson en van de verticale wanden hiervan, als gevolg van het aantrekken van de caisson tegen de damplankenwand. 



   Uit de hierboven gegeven beschrijving van de inrichting en van de werkwijze voor het tewerkstellen hiervan blijken de zeer grote voordelen hiervan, nl. de flexibiliteit van de inrichting en van de werkwijze. De aanpassing van de inrichting aan de meest uiteenlopende dwarsprofielen van een damplankenwand liggen voor de hand. Aangezien de afdichtingsplaten 21 zeer gemakkelijk vervangbaar zijn en dat met een bepaald profiel van een damplank telkens gemakkelijk een aangepast profiel van een afdichtingsplaat 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 overeenstemt. 



   Tenslotte zal men opmerken dat, indien men weliswaar in figuur   l   het gebruik voorstelt van een ponton 28 met rolbrug 29 en loopkat 30, het duidelijk is dat de caisson in bepaalde omstandigheden ook langsheen de damplankenwand 6 vanop de bodem kan worden verplaatst. Het zinken van de caisson kan dus vanuit het water onder gebruikmaking van de reeds genoemde ponton worden uitgevoerd maar dit zou desgevallend vanop een oever kunnen plaatsvinden. In dezelfde figuur 1 is tenslotte nog een klauw 31 zichtbaar die aan de kopbalk 32 van de damplankenwand 6 is bevestigd. 



  De caisson wordt door kabels 33 met deze klauw 31 verbonden. 



   Het is duidelijk dat de uitvinding in geen geval beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat hieraan vele wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   DESCRIPTION associated with a
INVENTION PATENT APPLICATION in the name of "General Coatings", limited liability company for "Device for carrying out work on an underwater sheet pile wall under water"
 EMI1.1
 v

 <Desc / Clms Page number 2>

 
This invention relates to an apparatus for carrying out work on an underwater structure in the dry, with a non-flat surface, in particular a sheet pile wall with more or less regularly occurring rebates.



   Sheet piling walls are very difficult to work under water, if not at all. Due to the cross-section of the sheet piles, it has hitherto not been possible to dry a sheet pile wall, for example repair it, free it from fouling, paint it, or cover it with a "coating".



   The object of the invention is to prescribe a device and a method which makes it possible, with relatively simple technical means, to use a caisson from which the water has been removed, so that the necessary operations can be carried out over a certain length of the sheet pile wall and these machining can be repeated until the entire length of the sheet pile wall has been completely machined.



   To enable such operations, use is made of a device formed by a caisson which can be brought into contact with the sheet pile wall with two vertical walls and a bottom, means for holding the caisson against the sheet pile wall before it is pumped out, whereby the bottom of the caisson is fitted with horizontally adjustable, in the vertical rebates of the sheet pile wall, sliding sealing plates, and the edges of both the vertical walls and the bottom of the caisson, as well as the edges

 <Desc / Clms Page number 3>

 of the aforementioned sliding sealing plates are covered with strips of foam rubber or an analogous resilient sealing material.



   In accordance with the invention, means are always provided for moving the lateral walls of the above-mentioned sealing plates in the direction of the side flanks of the above-mentioned rebates of the sheet pile wall.



   According to a curious embodiment, the above-mentioned means are formed by a rectangular tube which is provided for each side wall of the sealing plates, in which tube a respective, for instance, wooden block is fitted, on which a strip of foam rubber or an analogous resilient sealing material is glued along the outside, while an inflatable air chamber is arranged along the inside of said block in the above-mentioned tube, which, when the volume increases, pushes the above-mentioned block out of the tube and keeps it pressed against the side flanks of the above-mentioned rebates.



   The invention also relates to a method for carrying out work on an underwater structure in the dry using an apparatus according to the invention.



   Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of an apparatus and a method according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to the attached figures.



   Figure 1 is a schematic representation of the arrangement of a caisson against a sheet pile wall using a pontoon.



   Figure 2, on a larger scale, shows the anchoring of the device to a sheet pile wall.



   Figure 3 shows on the same scale a detail of the device according to the invention.

 <Desc / Clms Page number 4>

 



   Figure 4 shows schematically and in perspective, an extendable sealing plate opposite a rebate from a sheet pile wall.



   Figure 5 shows, according to a cross-section, the rectangular tube with a wooden block fittingly fitted therein, with the inflatable air chamber intended to push this block out of the tube.



   Figure 6 is a general perspective representation of a device according to the invention.



   The device according to the invention consists of a caisson 1 with three vertical walls, t. w. two side walls 2 and a rear wall 3. Along the front side (this means the side facing the sheet pile wall to be processed), the caisson is open.



   The edges of the side walls 2 and the edge of the bottom 4 are covered with strips 5 of foam rubber or a similar resilient sealing material.



   In order to be able to press the bottom 4 of the caisson 1 watertight against a sheet pile wall 6 and to keep it pressed against this, a special structure of this bottom, which will be described in further detail, has been devised. Keeping the caisson 1 pressed against the sheet pile wall 6 is made possible by the parts and elements described below which are very characteristic of the invention per se.



   Under the bottom 4 of the caisson 1 becomes a beam 7 with the possibility of transverse displacement t. o. v. the bottom 4 of the caisson 1 suspended. This beam 7 is attached to the sheet pile wall 6 by connecting parts 8 and 9 which are slightly hinged together in 10.



   The connecting part 8 is fixedly connected to the jacks 11. Two plungers 12 emerging from these jacks 11 are pressed hydraulically or pneumatically in a groove 13 of a sheet pile (in reality against the side flanks 14 thereof). The anchoring of the connecting parts 8 and 9 with respect to the sheet pile wall is the result of keeping it firmly pressed

 <Desc / Clms Page number 5>

 of the plungers 10 against the side flanks 12 in a rebate 13 belonging to a sheet pile wall.



   Thanks to this anchoring, it can therefore be considered that the beam 7 is also anchored with respect to the sheet pile wall 6.



   To the thus t. o. a number of jacks are attached to the beam that is attached to the sheet pile wall 6. Four jacks are sufficient for a caisson of almost 3.80 meters wide. In figure 2 one of these jacks is visible and is indicated with the reference 15.



   The hinge connection to the beam 7 was indicated by 16 and that by a beam 17 by 18. For each auger, a beam 17 is provided, which in turn is fixedly connected to a horizontal beam 19 which is fixedly connected to the bottom 4 of the caisson 1.



   For a bottom width of almost 3.80 meters, four beams 19 are therefore provided, on which a horizontal beam 19 is each mounted, so that the connection between the four jacks and beam 7 is ensured by four assemblies of beams 17 and 19.



   Referring to Figures 2 and 3, it can thus be established that the caisson 1 can be attracted to the sheet pile wall 6 by applying a tensile force to the beams 17-19 by means of the jacks 15.



  Thanks to the presence on the edges of the vertical walls 2 and on the edge of the bottom 4 of strips 5 of foam rubber or a similar resilient sealing material, a caisson can thus be kept watertight against a sheet pile wall provided that the connection between the bottom 4 and the sheet pile wall is also watertight.



   This watertight connection is made possible thanks to a structure which is also very typical of the invention and of which figures 4 and 5 give a clear picture.



   In figure 4 the bottom 4 of the caisson 1 is clearly visible. The front of this, t. w. the side or edge that comes into contact with the general surface of the sheet pile wall,

 <Desc / Clms Page number 6>

 is covered with the aforementioned strips 5 of foam rubber or an analogous resilient material.



   The plane of the sheet pile wall with which the front or free edge of the bottom 4 of the upright vertical walls 2 comes into contact is determined by the flat walls 20 of the sheet pile wall made clear by the general reference 6.



   Since the normalized dimensions of sheet pile walls are known, an extendable sealing plate 21 is thus provided at certain distances along the front or free edge of the bottom 4 of the caisson 1 at the height of a rebate of a sheet pile. In this connection reference can be made to figure 6 where the four sealing plates 21 of the caisson 1 are visible. To enable a perfect sealing of these plates 21 with respect to the three walls of the rebate 13 of a sheet pile, the following structure has been devised.



   An angle iron 22 is mounted on the bottom 4. An angle iron 23 is also attached to each sealing plate 21. Slots 24 are provided in at least one of these angle irons, so that the sealing plates 21 can be brought into their correct position opposite the rebates 13 by means of a nut and bolt connection (not shown).



   This operation takes place before pressing on the caisson and before pumping it out. Along the front, d. i. on the side facing the sheet pile wall 6, a strip of foam rubber 5 with the necessary longitudinal profile is attached.



  This strip 5 projects slightly laterally from the plate 21. When the sealing plate 21 is slid into the rebate 13 when the caisson is moved in the direction of the sheet pile wall 6, the strip 5 thus comes into contact with the bottom or flat wall of the rebate 13. The lateral sealing of the plate 21 relative to the side walls 14 of the sheet pile, strips of foam rubber 5 also ensure this. These strips 5 are pressed against these side walls 14 after the caisson is firmly fixed by means of the already

 <Desc / Clms Page number 7>

 previously described jacks were pressed against the sheet pile wall 6.



   Around the strips 5 laterally against the side walls
14, use is made of a construction to which figure 5 relates.



   This construction comprises a rectangular sleeve 25 for each lateral side of the sealing plate 21, into which a, for example, a wooden block 26 is fitted. The already mentioned strip 5 is fixed on the outside of this block 26.



  The pushing out of block 26 with strip 5 is effected by blowing compressed air into the inflatable air chamber 27, which adapts perfectly to every possible oblique arrangement of the block 26 in the tube 25. The pressure in the air chamber 27 is therefore easily adjustable, so that the pressure of the blocks 5 of foam rubber against the walls 14 can also be adjusted. A completely watertight seal between the sheet pile and the sealing plate 21 and thus also of the bottom 4 of the caisson is made possible in this way.



  The block 26 shown in the figure can also, together with the strip 5, form an entirely resilient material, for example foam rubber.



   The waterproofing of the sealing plates 21 relative to the sheet pile wall takes place after the caisson itself has been pulled against the sheet pile wall, but before the caisson is pumped out, at least as regards the lateral sealing of the plates 21, since the sealing takes place from the front together sealing the bottom 4 of the caisson and its vertical walls in a watertight manner, as a result of the caisson being drawn against the sheet pile wall.



   From the description given above of the device and of the method for employing it, the very great advantages thereof appear, namely the flexibility of the device and of the method. The adaptation of the device to the most diverse cross sections of a sheet pile wall is obvious. Since the sealing plates 21 are very easily replaceable and that with a certain profile of a sheet pile, each time an easily adapted profile of a sealing plate

 <Desc / Clms Page number 8>

 corresponds.



   Finally, it will be noted that, if one proposes in figure 1 the use of a pontoon 28 with roller bridge 29 and trolley 30, it is clear that in certain circumstances the caisson can also be moved along the sheet pile wall 6 from the bottom. Sinking of the caisson can thus be carried out from the water using the aforementioned pontoon, but this could possibly take place from a bank. Finally, in the same figure 1, a claw 31 is visible, which is attached to the header beam 32 of the sheet pile wall 6.



  The caisson is connected to this claw 31 by cables 33.



   It is clear that the invention is by no means limited to the above-described embodiment and that many modifications could be made to it without departing from the scope of the patent application.


    

Claims (5)

CONCLUSIES 1. Inrichting voor het in het droge uitvoeren van werken aan een onder water vertoevende structuur door met een niet vlak oppervlak, meer bepaald een damplankenwand met min of meer regelmatig voorkomende sponningen, met het kenmerk dat zij wordt gevormd door een caisson (l) die met twee verticale wanden (2) en een bodem (4) in contact met de damplankenwand (6) kan worden gebracht, middelen om de caisson voor het leegpompen hiervan tegen de damplankenwand (6) aangedrukt te houden en met het verdere kenmerk dat de bodem (4) van de caisson (1) van in het horizontaal vlak instelbare, in de verticale sponningen (13) van de damplankenwand (6) verschuifbare afdichtingsplaten (21) is uitgerust en de randen van de verticale wanden (2) en van de bodem (4) van de caisson (1), CONCLUSIONS An apparatus for carrying out work on an underwater structure in dry conditions by having a non-flat surface, in particular a sheet pile wall with more or less regularly occurring rebates, characterized in that it is formed by a caisson (1) can be brought into contact with the sheet pile wall (6) with two vertical walls (2) and a bottom (4), means for keeping the caisson pressed against the sheet pile wall (6) before pumping it out, and with the further feature that the bottom (4) of the caisson (1) is provided with sealing plates (21) which are adjustable in the horizontal plane and which can be moved in the vertical grooves (13) of the sheet pile wall (6) and the edges of the vertical walls (2) and of the bottom (4) of the caisson (1), alsook de randen van hogerbedoelde verschuifbare afdichtingsplaten (21) EMI9.1 met stroken schuimrubber (5) of een analoog verend afdichtend materi- aal zijn bekleed.    as well as the edges of the above-mentioned sliding sealing plates (21)  EMI9.1  covered with strips of foam rubber (5) or an analogous resilient sealing material. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde verschuifbare afdichtingsplaten (21) van een hoekijzer (23) zijn voorzien die in de gebruiksstand kunnen verbonden worden met een hoekijzer (22) dat zich in de gebruiksstand evenwijdig met de rand van hogerbedoelde bodem (4) uitstrekt en op deze bodem is bevestigd.  Device according to claim 1, characterized in that the above-mentioned sliding sealing plates (21) are provided with an angle iron (23) which, in the position of use, can be connected to an angle iron (22) which, in the position of use, is parallel to the edge of the above-mentioned bottom. (4) extends and is fixed on this bottom. 3. Inrichting volgens één van de conclusies 1-2, met het kenmerk dat middelen zijn voorzien om de laterale wanden van hogerbedoelde afdichtingsplaten (21) in de richting van de zijflanken (14) van hogerbedoelde sponning (13) van de damplankenwand (6) te verplaatsen.  Device according to any one of claims 1-2, characterized in that means are provided for moving the lateral walls of the above-mentioned sealing plates (21) in the direction of the side flanks (14) of the above-mentioned rebate (13) of the sheet pile wall (6) to be moved. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen worden gevormd door een rechthoekige koker (25) die voor elke zijwand van de afdichtingsplaten (21) is voorzien, in welke koker (25) telkens een, bij voorbeeld houten, blok (26) passend is gemonteerd waarop langs de buitenzijde een strook schuimrubber (5) of een analoog verend afdichtend materiaal is gekleefd, terwijl langs de binnenzijde van bedoelde blok in de hogerbe- <Desc/Clms Page number 10> doelde koker (25) een opblaasbare luchtkamer (27) is aangebracht die bij volumeverhoging hogerbedoelde blok (26) uit de koker (25) duwt en tegen de zij flanken (I 4) van hogerbedoelde sponningen (13) aangedrukt houdt.  Device according to claim 3, characterized in that the above-mentioned means are formed by a rectangular tube (25) which is provided for each side wall of the sealing plates (21), in which tube (25) in each case a block (for example, wooden) ( 26) is suitably mounted on which a strip of foam rubber (5) or an analogous resilient sealing material is glued on the outside, while on the inside of said block in the higher  <Desc / Clms Page number 10>  the sleeve (25) is provided with an inflatable air chamber (27) which, when the volume increases, pushes the above-mentioned block (26) out of the sleeve (25) and holds it against the side flanks (I 4) of the above-mentioned rebates (13). 5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen worden gevormd door een recht- EMI10.1 hoekige koker (25) die voor elke zijwand van de afdichtingsplaten (21) is voorzien, in welke koker (25) telkens een blok uit verend materiaal (26) passend is gemonteerd terwijl in bedoelde koker (25) een opblaasbare luchtkamer (27) is aangebracht die bij volumeverhoging hogerbedoelde blok (26) uit de koker (25) duwt en tegen de zij flanken (24) van hogerbedoelde sponningen (13) aangedrukt houdt.  5. Device as claimed in claim 3, characterized in that the above-mentioned means are formed by a straight  EMI10.1  angular tube (25) provided for each side wall of the sealing plates (21), in which tube (25) a block of resilient material (26) is fitted in each case, while in said tube (25) there is an inflatable air chamber (27) which, when the volume increases, pushes the above-mentioned block (26) out of the tube (25) and keeps it pressed against the side flanks (24) of the above-mentioned rebates (13).
BE0/215094A 1985-05-29 1985-05-29 Coffer-dam underwater dry working equipment - comprises caisson with extensible sealing plates fitting in coffer-dam grooves BE902531A (en)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE0/215094A BE902531A (en) 1985-05-29 1985-05-29 Coffer-dam underwater dry working equipment - comprises caisson with extensible sealing plates fitting in coffer-dam grooves
BE0/215568A BE903213R (en) 1985-05-29 1985-09-11 APPARATUS FOR DRYING WORKS ON A WATER-DAMPING DAMPBOARD WALL
EP86200759A EP0203641B1 (en) 1985-05-29 1986-05-02 Equipment for carrying out work, under dry conditions, on an underwater structure
DE8686200759T DE3680825D1 (en) 1985-05-29 1986-05-02 DEVICE FOR CARRYING OUT WORK ON AN UNDERSEED STRUCTURE IN DRY.
FI862044A FI85742C (en) 1985-05-29 1986-05-15 ANORDINATION OF THE CONDITIONS OF THE UNDERSTANDING IN THE UNDERSTANDING OF THE CONSTRUCTION.
US06/866,120 US4696597A (en) 1985-05-29 1986-05-22 Equipment for carrying out work, under dry conditions, on an underwater structure
NO862087A NO168126C (en) 1985-05-29 1986-05-27 EQUIPMENT FOR THE PERFORMANCE OF DURING WORK ON A WALL UNDERWATER
CA000510236A CA1275177C (en) 1985-05-29 1986-05-28 Equipment for carrying out work, under dry conditions, on an underwater structure
DK249586A DK166331C (en) 1985-05-29 1986-05-28 EQUIPMENT TO EXECUTE WORK IN DRY CONDITIONS ON A WATER BUILDING WALL

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE0/215094A BE902531A (en) 1985-05-29 1985-05-29 Coffer-dam underwater dry working equipment - comprises caisson with extensible sealing plates fitting in coffer-dam grooves

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE902531A true BE902531A (en) 1985-09-16

Family

ID=3843892

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE0/215094A BE902531A (en) 1985-05-29 1985-05-29 Coffer-dam underwater dry working equipment - comprises caisson with extensible sealing plates fitting in coffer-dam grooves

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE902531A (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2020463A1 (en) 2007-08-02 2009-02-04 WeserWind GmbH Coffer dam and method for shielding an offshore structure from surrounding water by using same
NL2017893B1 (en) * 2016-11-30 2018-06-11 De Hoop Terneuzen B V Method for making reinforced elongated concrete elements, as well as a separating body

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2020463A1 (en) 2007-08-02 2009-02-04 WeserWind GmbH Coffer dam and method for shielding an offshore structure from surrounding water by using same
DE102007036541A1 (en) 2007-08-02 2009-02-19 WeserWind GmbH Offshore Construction Georgsmarienhütte Cofferdam and method of shielding an offshore structure from surrounding water using the same
NL2017893B1 (en) * 2016-11-30 2018-06-11 De Hoop Terneuzen B V Method for making reinforced elongated concrete elements, as well as a separating body

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0086001A1 (en) Method for manufacturing a screen that obstructs the flow of subsoil water
GB1430253A (en) Bending of pipes
EP0203641A2 (en) Equipment for carrying out work, under dry conditions, on an underwater structure
GB1353709A (en) Elastomeric expansion joint
BE902531A (en) Coffer-dam underwater dry working equipment - comprises caisson with extensible sealing plates fitting in coffer-dam grooves
US8235626B2 (en) Adjustable system and method for carrying out work at an underwater structure
US4838492A (en) Spray gun reciprocating device
NL8002788A (en) METHOD AND APPARATUS FOR PAPER CLADDING
US3532032A (en) Joint sealing device
NL194509C (en) Device for applying a sealing layer in the edge claw of a sheet pile wall, and method for this.
US3246390A (en) Tool for compressing and inserting compressible strips in slots
NL9001117A (en) METHOD FOR MOVING A PLATE-SHAPED CARRIER AND SEAL THEREFOR
CN110375670B (en) Three-dimensional optical scanner
BE901322A (en) Sealing join for underground concrete mud wall sections - uses hose fixed in first section and expanded before pouring second to extend connector
CN116857434B (en) Municipal road pipe jacking construction safety equipment
CN214690746U (en) Anti-skid tray
EP0500183A1 (en) Floor composed of interconnected flat slabs, floor slab for such a floor, and method for constructing the floor using the floor slabs
SU1043231A1 (en) Apparatus for forming compensation joints
JPS5530042A (en) Process for making continuous underground wall
JPS5931348Y2 (en) Floating matter concentration removal equipment
NL8600898A (en) Water-tight soil screen arrangement - has plastics interengaging sheets and internally expandable hose
BE1011783A6 (en) Device for pressing bindings
SU829989A1 (en) Method of feeding filling material behind mobile enclosure on steep seams
CS211603B1 (en) Guiding batten for the centering of the metal sheet band by longitudinal cutting
JPS6223860Y2 (en)

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *GENERAL COATINGS N.V.

Effective date: 20050529

RE20 Patent expired

Owner name: *GENERAL COATINGS N.V.

Effective date: 20050529