<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING behorende bij een
UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van
Freddy Reekmans voor "Raamprofiel met verbeterde afwateringseigenschappen"
<Desc/Clms Page number 2>
Deze uitvinding heeft betrekking op een raamprofiel dat minstens één holle kamer en één in de gebruiksstand als bovenste sponning te beschouwen zijde van deze kamer met aansluitende vleugel voor het tegenhouden van de beglazing die, voor het overige, op bedoelde bovenste sponning door middel van beglazingsvoegen, aangebracht tussen de buitenste vleugel en het glas enerzijds, en een binnenste glaslat anderzijds, wordt gefixeerd.
De uitvinding heeft tot doel een nieuw raam voor te schrijven met merkwaardige eigenschappen wat de water-en winddichte afsluiting tussen de buitenlucht en de binnenruimtes betreft.
In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel het probleem van de afwatering, hetzij van condenswater, hetzij van toevallig doorsijpelend regenwater op een definitieve, originele en doeltreffende wijze op te lossen.
Te dien einde strekt zich hogerbedoelde bovenste sponning schuin t. o. v. het horizontale vlak uit, één en ander zodanig dat water dat mogelijk door hogerbedoelde beglazingsvoegen doorsijpelt, evenals mogelijk condenswater, naar de voorzijde van het raam in door hogerbedoelde vleugel voorziene afwateringsgaten wegvloeit.
In een eerste mogelijke uitvoeringsvorm vertoont hogerbedoelde holle kamer de vorm van een trapezium met de kleine zijde, in de gebruiksstand, naar de voorzijde gericht, en minstens één bij deze kleine zijde aansluitende vleugel.
Volgens een andere uitvoeringsvorm vertoont hogerbedoelde holle kamer de vorm van een parallellipipedum waarvan de in de gebruiksstand als bovenste en onderste sponningen naar beneden en naar de buitenzijde van het raam toelopen, waarbij de bovenste sponning bij een vleugel aansluit voor het tegenhouden
<Desc/Clms Page number 3>
van de beglazing en waardoorheen afwateringsgaten zijn voorzien.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een raamprofiel volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is een dwarsdoorsnede door een raamprofiel in een eerste uitvoeringsvorm.
Figuur 2 is een dwarsdoorsnede door een profiel volgens een eerste variante.
Figuur 3 is een dwarsdoorsnede door een profiel volgens een tweede variante.
Figuur 4 is een doorsnede door een profiel volgens de tweede variante in combinatie met een profiel volgens figuur l.
Figuur 5 is een doorsnede door een profiel volgens de eerste variante in combinatie met een profiel volgens de tweede variante.
De raamprofielen door deze figuren voorgesteld, hebben in hun verschillende uitvoeringsvormen dezelfde eigenschappen. Zij lossen op eenvoudige en originele wijze de problemen op die de lucht-en waterdichte afsluiting van vensterprofielen en dergelijke doen oprijzen.
Het afvoeren van condenswater en vooral van regenwater dat tussen de beglazing en de glaslijsten doorsijpelt, wordt volgens de verschillende uitvoeringsvormen overeenkomstig de uitvinding op zeer originele wijze verwezenlijkt.
De raamprofielen volgens hogerbedoelde figuren bezitten alle een holle kamer 1, 2 of 3 en minstens één daarbij aansluitende vleugel 4, 5 of 6 (figuren 1, 2 en 3). Deze vleugels houden in de verschillende uitvoeringsvormen de enkelvoudige of dubbele beglazing 7, resp. 8, tegen.
De beglazing rust onder tussenkomst
<Desc/Clms Page number 4>
van steunblokjes op de bovenste sponning 9, 10 of 11 van de holle kamers 1, 2, resp. 3. Door"bovenste sponning"wordt dit gedeelte van een holle kamer bedoeld dat behoort tot een zich in de gebruiksstand horizontaal uitstrekkend profiel.
Kenmerkend voor de uitvinding is nu het feit dat deze bovenste sponning 9,10 of 11 zich schuin en naar beneden toe in de richting van de voorzijde van het raam uitstrekt. Dit heeft voor gevolg dat water dat tussen beglazing en glaslijsten doorsijpelt, onvermijdelijk naar de voorzijde van het raamprofiel afgevoerd wordt en dan doorheen afwateringsbuisjes 12 wordt geëvacueerd.
Dank zij deze structuur wordt het afvoeren van het zich in het meest naar onder gelegen gedeelte, in de hoek tussen de vleugel 4, 5 of 6 en de naar onder hellende sponning 9, 10 of 11 van het profiel, bevindende water door afwateringsbuisjes 12 geloosd (figuren 1, 2 en 3).
Het doorsijpelend water wordt dus noodgedwongen in de richting van de afwateringsbuisjes 13 afgevoerd, wat dus een belangrijk voordeel biedt t. o. v. de tot nog toe bekende structuren waar het water dat zich op de bovenste sponning van de holle kamer ophoopte, ook langs de binnenzijde van het raam kon wegvloeien wat als een zeer nadelig verschijnsel moet worden aanzien.
Een naar de voorzijde van het raam toe en naar beneden hellende sponning 9, 10 of 11, vindt men dus, volgens de uitvinding, terug zowel in profielen van het type volgens figuur 2 waar de bovenste sponning 9 niet evenwijdig loopt met de onderste sponning 9'. Dezelfde eigenschappen vindt men dan ook terug in de uitvoeringsvormen volgens de figuren 1 en 3. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 lopen de bovenste sponning 10 en de onderste sponning 10'naar elkaar toe in de richting van de voorzijde van het raamprofiel, terwijl in de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 de bovenste sponning 11 evenwijdig loopt met de onderste sponning 11'.
Ook het probleem van de luchtdichte afsluiting tussen een vast en een bewegend, of tussen twee bewegende
<Desc/Clms Page number 5>
profielen, wordt op zeer voordelige wijze door de raamprofielen volgens de uitvinding opgelost. In de figuren 4 en 5 vertoont één der profielen, nl. het profiel 13, twee vleugels 14 en 15 waartussen telkens een afdichtinsstrip 16 is gevat. De afdichtingsstrippen 16 komen tussen een opengaande vleugel van welk type ook en het vast raam steeds aan de achterzijde van het raam voor.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en vele veranderingen zouden hieraan kunnen worden aangebracht zonder buiten de geest van de octrooiaanvrage te treden.