BE896772A - Geleidingskanaal voor luchtweefmachines. - Google Patents
Geleidingskanaal voor luchtweefmachines. Download PDFInfo
- Publication number
- BE896772A BE896772A BE2/60095A BE2060095A BE896772A BE 896772 A BE896772 A BE 896772A BE 2/60095 A BE2/60095 A BE 2/60095A BE 2060095 A BE2060095 A BE 2060095A BE 896772 A BE896772 A BE 896772A
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- blades
- slats
- auxiliary
- jets
- sley
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/28—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed
- D03D47/30—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein the weft itself is projected into the shed by gas jet
- D03D47/3006—Construction of the nozzles
- D03D47/302—Auxiliary nozzles
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D47/00—Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
- D03D47/27—Drive or guide mechanisms for weft inserting
- D03D47/277—Guide mechanisms
- D03D47/278—Guide mechanisms for pneumatic looms
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Looms (AREA)
Description
"Geleidingskanaal voor luchtweefmachines" "Geleidingskanaal voor luchtweefmachines". Deze uitvinding betreft een geleidingskanaal voor luchtweefmachines, meer bijzonder voor dergelijke machines waarin de inslag door een hoofdblazer in de gaap wordt gejaagd waarin zij voortgetrokken wordt door een reeks op afstand van elkaar en op de lade op een rij gemonteerde hulpblazers, waarbij met deze hulpblazers een groot aantal lamellen zijn geassocieerd, lamellen die zodanig geprofileerd zijn dat zij een geleidingskanaal vormen voor de door de hulpblazers uitgestraalde luchtstromen. Dergelijke geleidingskanalen zijn noodzakelijk gebleken omdat, enerzijds, de luchtstroom die een blazer of spuitkop verlaat de vorm van een kegel neemt en, anderzijds, omdat het onmogelijk is de as van deze kegel te doen samenlopen met de gewenste baan naar de inslag. De funktie dus van een geleidingskanaal is het verlies aan perslucht zoveel mogelijk te beperken. Veel aandacht werd dus besteed aan de vorm van de dwarse doorsnede van dit kanaal, respektievelijk aan die van de lamellen die dit kanaal opbouwen. Men weet ook dat de voortplanting van de inslag in de gaap voortdurend afwijkingen vertoont ten overstaan van zijn ideale baan en dat deze niet vermeden kunnen worden. Anderzijds moet de maximale opening van de gaap zo klein mogelijk zijn wil men hogere weefsnelheden bereiken en spanningsvariaties in de kettingdragen binnen aannemelijke perken houden. Alle genomen voorzorgen niettegenstaande moet men af en toe foutieve inslagen vaststellen, die fouten in het weefsel en/of het automatisch stoppen van het getouw veroorzaken. Vaak stelt men dan ook een opstropping vast van inslagdraad ter hoogte van de ene of de andere hulpblazer. Dit verschijnsel kan zoals volgt verklaard worden. De kettingdraden worden door de kaders en/of het riet gelijkmatig over de ganse weefbreedte verdeeld. Voornoemde draden moeten dan tussen de lamellen passeren die deze verdeling zo weinig mogelijk moeten storen. Dit leidt tot het gebruik van een groot aantal zeer dunne lamellen waarbij ook de funktie "geleidingskanaal" best te vervullen is. Daartegenover moeten de hulpblazers ieder een voldoende dwarse doorsnede vertonen om de gewenste luchtstroming te bekomen. Het is dus onvermijdelijk dat een hulpblazer dikker is dan een lamel. Nu moeten de lamellen en de hulpblazers volledig buiten de kettingdraden komen te staan iets voor dat de lade zijn voorste dode punt bereikt, dit om de aanslag van de inslag door het riet toe te laten. Bij de daaropvolgende terugkeer van de lade naar zijn achterste dode punt dringen de lamellen en hulpblazers terug tussen de kettingdraden. Het kan dan gebeuren dat één of meerdere kettingdraden aan de verkeerde kant van de hulpblazer en/of ook op lamel komen te liggen. Deze draden moeten dan een iets langere baan afleggen dan de andere en komen dus lager, respektievelijk hoger in de gaap. De wrijving die op die verkeerde draden uitgeoefend wordt door de betrokken lamellen kan aan het oppervlak van die draden opstaande vezeltjes doen ontstaan die zich zowel in de gaap kunnen uitstrekken dan zich aan naburige draden hechten. Dit alles kan een obstakel vormen voor de vol-gende inslag wat de voornoemde fout veroorzaakt. Men heeft dan ook bijzondere aandacht besteed aan de oppervlaktebehandeling van de hulpblazers, respektievelijk van de daartegenoverliggende lamellen. Dit heeft de zaken wat verbetert maar doch niet uit de weg gekeerd. Het doel van de uitvinding is nu een oplossing aan dit probleem te geven. Dit wordt door de uitvinding hoofdzakelijk daardoor bereikt dat het geleidingskanaal gevormd wordt door twee typen lamellen, namelijk lamellen waarvan het aantal en de dikte praktisch gelijk zijn aan die van de hulpblazers en klassieke dunnere lamellen, waarbij één lamel van het eerste type telkens tegenover één der hulpblazers is aangebracht. Om de kenmerken en eigenschappen van de uitvinding beter aan te tonen wordt deze laatste hieronder nader beschreven met verwijzing naar de bijgaande, schematische tekeningen. Hierin toont : figuur 1 een lade met bijbehorigheden, in bovenzicht; figuur 2 een dwarse doorsnede, op grotere schaal, volgens lijn II-II van figuur 1; en figuren 3-5 verschillende mogelijke vormen, in zijaanzicht van de lamellen van het hierboven genoemde eerste type. Figuur 1 toont een lade 1 waarop een riet 2, een hoofdblazer 3 en een kanaalblok 4 zijn bevestigd, alsmede een aantal hulpblazers 5 waarvan de blaasopeningen 6 een hoek a met de lengteas van de lade 1 vormen. Op de kanaalblok 4 zijn een aantal geprofileerde lamellen bevestigd, namelijk lamellen 7 van een eerste type en lamellen 8 van bijvoorbeeld een klassieke type. Ieder der lamellen 7 en 8 vertoont in dit voorbeeld een naar het riet 2 toe gerichte uitsnijding 9 en al deze nauwkeurig uitgelijnde uitsnijdingen vormen een geleidingskanaal voor de inslag. De lamellen 7 en 8 verschillen onderling hoofdzakelijk door hun respektievelijke dikte zoals gemeten in de richting van <EMI ID=1.1> praktisch dezelfde dikte als die van de hulpblazers 5, terwijl de lamellen 8 merkelijk dunner zijn. Iedere lamel 7 is tegenover een hulpblazer 5 gemonteerd, terwijl de lamellen 8 gelijkmatig tussen de lamellen 7 zijn gemonteerd. Figuur 3 toont een profiel dat voor beide lamellen 7 en 8 kan dienen; het verschil tussen beide types ligt hier enkel in de dikte. Figuur 4 toont een variante waar volgens de lamellen 7 een uitspringende tand 10 vertonen die bestemd is tot boven de hulpblazers uit te reiken. Figuur 5 toont dat de lamellen 7 zonder uitsnijding kunnen uitgevoerd worden, waarbij zij een vlakke naar de hulpblazers toe gerichte zijde 11 vertonen. Het is duidelijk dat, wanneer de lamellen 7, 8 en de hulpblazers 5 terug na een aanslag tussen de kettingdraden 12 van het onderste vak in de gaap binnendringen (figuur 2), er nooit geen draad schuin van de ene kant van een lamel 7 naar de andere kant van de daarmede geassocieerde hulpblazer 5 kan lopen. Vanzelfsprekend kan de uitvinding onder verschillende vormen verwezenlijkt worden, binnen het kader van de hiernavolgende eisen.
Claims (5)
1.- Geleidingskanaal voor luchtweefmachines waarin de inslag door een hoofdblazer in de gaap wordt gejaagd waarin zij voortgetransporteerd wordt door een reeks op afstand van elkaar en op de lade op een rij gemonteerde hulpblazers, waarbij met deze hulpblazers een groot aantal lamellen zijn geassocieerd, lamellen die zodanig geprofileerd zijn dat zij een geleidingskanaal vormen voor de door de hulpblazers uitgestraalde luchtstromen, met het kenmerk
dat het geleidingskanaal gevormd wordt door twee typen lamellen, namelijk lamellen (7) waarvan het aantal en de dikte praktisch gelijk zijn aan die van de hulpblazers (5) en klassieke lamellen (8), waarbij één lamel (7) van het eerste type telkens tegenover één der hulpblazers (5) is aangebracht.
2.- Geleidingskanaal volgens eis 1, met het kenmerk dat de lamellen van beide typen (7, 8) gezien in de langse richting van de lade, hoofdzakelijk hetzelfde profiel vertonen.
3.- Geleidingskanaal volgens eis 1, met het kenmerk dat de lamellen van het eerste type (7) ieder een uitspringende tand (10) vertonen die bestemd is om tot boven de hulpblazers (5) uit te reiken.
4.- Geleidingskanaal volgens eis 1, met het kenmerk dat de lamellen van het eerste type (7) een naar de hulpblazers gerichte vlakke zijde (11) vertonen.
5.- Geleidingskanaal voor luchtweefmachines, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2/60095A BE896772A (nl) | 1983-05-18 | 1983-05-18 | Geleidingskanaal voor luchtweefmachines. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE896772 | 1983-05-18 | ||
BE2/60095A BE896772A (nl) | 1983-05-18 | 1983-05-18 | Geleidingskanaal voor luchtweefmachines. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE896772A true BE896772A (nl) | 1983-11-18 |
Family
ID=25660294
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2/60095A BE896772A (nl) | 1983-05-18 | 1983-05-18 | Geleidingskanaal voor luchtweefmachines. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE896772A (nl) |
-
1983
- 1983-05-18 BE BE2/60095A patent/BE896772A/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3139118A (en) | Pneumatic weft guides for looms | |
US3818952A (en) | Jet operated weaving machine | |
US4492254A (en) | Apparatus for guiding a fluid medium driven weft thread in the shed of a weaving machine and use of the apparatus at a multiple longitudinal traversing shed weaving machine | |
US5226458A (en) | Device for the stretching of a weft thread in weaving machines | |
US4905741A (en) | Weft thread inserting device for pneumatic looms | |
US4031926A (en) | Loom with means for introducing the filling threads by means of a fluid | |
JPH0247344A (ja) | エアジェットルーム | |
US3958609A (en) | Devices for insertion of filling yarn in a loom by means of a fluid | |
US4432399A (en) | Filling-thread monitoring device for jet looms | |
US4116243A (en) | Jet loom | |
KR20160029828A (ko) | 레노 셀비지 형성 장치를 구비한 직조기 | |
US4487236A (en) | Pneumatic weaving machine | |
BE896772A (nl) | Geleidingskanaal voor luchtweefmachines. | |
US4669514A (en) | Air jet weaving machine and weft insertion nozzle arrangement in such air jet weaving machine | |
JP2731038B2 (ja) | 重織物用グリッパ式織機 | |
US4478259A (en) | Reed for jet weaving machines | |
CA2130760A1 (en) | Double Dent Reed with Increased Separation Between the Front and Back Rows of Dents | |
GB2097025A (en) | Reeds | |
IE44332B1 (en) | Weaving loom comprising a pneumatically operated storage device for the weft yarn. | |
US2324564A (en) | Nose board for axminster looms | |
US3500871A (en) | Guide arrangement for pick laying-in members | |
JPH05339844A (ja) | 織機におけるテープ形又はロッド形グリッパーの案内装置 | |
US2699185A (en) | Reed and shuttle guide for gripper looms | |
JPS59617B2 (ja) | 空気噴射式無杼織機の緯糸插入装置 | |
US4787423A (en) | Method of and device for inserting weft yarn in jet looms |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: N.V. WEEFAUTOMATEN PICANOL Effective date: 19840518 |