BE896612A

BE896612A - Veestal, meer bepaald varkensstal

Info

Publication number: BE896612A
Application number: BE0/210663A
Authority: BE
Original assignee: Vandenbulcke Odiel; Olivier Leon
Priority date: 1983-04-29
Filing date: 1983-04-29
Publication date: 1983-08-16

Description

"Veestal,meer bepaald varkensstal" De uitvinding heeft betrekking op een veestal, meer bepaald varkensstal, met een uit betonnen roosters gevormde

delen.

De uitvinding heeft hoofdzakelijk tot doel een veestal voor te stellen van zeer eenvoudige constructie, welke even-

worden.

Tot dit doel is de vloer van de veestal, volgens de uitvinding,gevormd uit naast elkaar geplaatste betonnen rooster elementen, waarin bij voorkeur nagenoeg S-vormige sleuven voorzien zijn, waarbij de twee tegenover elkaar liggende uiteinden van deze elementen rusten op liggers die nagenoeg evenwijdig zijn aan de tussenschotten en die op hun beurt rusten op steunpalen.

de roosterelementen gevormd uit balken welke zijdelingse uitsteeksels vertonen die zich op regelmatige afstanden van elkaar bevinden, waarbij de zijkanten van de balken, tussen twee opeenvolgende uitsteeksels, eveneens S-vormig zijn, zodanig dat de twee naast elkaar geplaatste balken tegen elkaar aansluiten met deze uitsteeksels en tussen deze laatste S-vormige sleuven vormen, die zich nagenoeg volgens de langsrichting van de balken uitstrekken.

tonen de liggers op hun bovenzijde een nagenoeg centrale langse verhoging waarop de tussenschotten volgens hun langsrichting rusten en waartegen de uiteinden van de roosterelementen, die op de liggers steunen, langs weerszijden van een bepaald tussenschot, aansluiten, waarbij de dikte van deze verhoging kleiner is dan de overeenkomstige dikte van de roosterelementen, zodanig dat de verhoging samen met genoemde uiteinden van de roosterelementen een groef vormen waarin de onderrand van de tussenschotten nagenoeg passend kan geplaatst worden.

Andere biezonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding ; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de

gebruikte verwijzingscijfers hebben betrekking op de hierbij gevoegde figuren.

Fig. 1 is een perspectiefaanzicht, met gedeeltelijke doorsnede, van een varkensstal, volgens de uitvinding. Fig. 2 is, op grotere schaal, een gedeeltelijk bovenaanzicht van de vloeren van de stal volgens Fig. 1. Fig. 3 is, eveneens op grotere schaal, een perspectiefaanzicht, met gedeeltelijke doorsnede, van een belangrijk onderdeel van de stal volgens Fig. 1.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.

De in de figuren voorgestelde varkensstal, volgens de uitvinding,is gevormd uit een langwerpige bouwconstructie waarvan de vloer 1 samengesteld is uit naast elkaar geplaatste betonnen roosterelementen 2, met U-vormige dwarsdoorsnede en waarin nagenoeg S-vormige sleuven 3 voorzien zijn.

De twee tegenover elkaar liggende uiteinden 4 en 5 van deze roosterelementen rusten op liggers 6 waarop tussenschotten gemonteerd zijn, die de stal in hokken 8 onderverdelen.

Deze liggers rusten dan op hun beurt op steunpalen 9 welke geplaatst zijn op een betonnen vloerplaat 10.

elementen 2,dient voor het opvangen van de mest en het water voor het zuiver maken van de hokken.

Zoals blijkt uit de figuren worden de roosterelementen gevormd uit balken waarvan de zijkanten 12 een enigszins sinusoldale vorm hebben en zijdelingse uitsteeksels 13 vertonen die zich op regelmatige afstand van elkaar bevinden, zodanig dat twee naast elkaar geplaatste balken tegen elkaar aansluiten met deze uitsteeksels en tussen deze laatste boogvormige of S-vormige sleuven 14 bepalen die zich nagenoeg volgens de langsrichting van de balken 2 uitstrekken. Dit werd duidelijk geïllustreerd door Fig. 2.

De in het bovenvlak van de roosterelementen voorziene sleuven 3 strekken zich, op regelmatige afstanden van elkaar, dwars ten opzichte van de langsrichting van deze elementen 2 uit.

Deze boog- of S-vorm van d e sleuven 3 en 14 is zodanig

poten van de dieren tegen te gaan.

Zoals duidelijk blijkt uit Fig. 3 vertonen de liggers 6 op hun bovenzijde een centrale langse verhoging 15 waarop de tussenschotten 7 volgens hun langsrichting rusten en waartegen de uiteinden 4 en 5 van de roosterelementen langs weerszijden van deze tussenschotten aansluiten.

De dikte van deze verhoging 15 is merkelijk kleiner dan de overeenkomstige dikte van de roosterelementen 2 zodanig dat de verhoging samen met de uiteinden 4 en 5 van de roosterelementen 2 een groef vormen waarin de onderrand 16 van de tussenschotten nagenoeg passend kan geplaatst en eventueel geklemd worden.

De tussenschotten 7 zijn gevormd door opstaande betonnen platen 17 die zijdelings in elkaars verlengde nagenoeg tegen elkaar vrij aansluiten en ter plaatse gehouden worden door doorlopende U-vormige profielen 18 die de bovenrand 19 van deze platen omsluiten en onderling verbinden.

De bovenrand van het tegen een buitenwand 20 gemonteerde plaat 17' van een tussenschot 7 wordt door middel van een aansluitstuk 21 tegen deze w a n d bevestigd. Desnoods kan dit aansluitstuk deel uitmaken van het U-profiel 18 zelf, dat dan met twee tegenover elkaar liggende flensen 22

bevestigd worden.

Deze buitenwand 20 is bij voorkeur gevormd uit stapelblokken die dus in rijen los van elkaar geplaatst worden, t.t.z. zonder mortelvoeg, en met beton gevuld zijn voor

het onderling verbinden van deze blokken. Deze blokken kunnen bijvoorbeeld uit enigszins isolerend beton gefabriceerd worden, terwijl het vullingsbeton bijvoorbeeld bimsbeton kan zijn.

Zoals uit Fig. 1 blijkt strekken de tussenschotten 7 zich loodrecht op de langszijwanden 20 uit, langs weerszijden van een nagenoeg centrale gang 24. De door de tussenschotten 7 aan beide zijden van deze gang 24 gevormde hokken 8 worden aan de kant van de gang afgesloten door een voederbak 25 en een toegangsdeur 26.

Uit bovenstaande beschrijving volgt dus dat de uitvinding meer bepaald betrekking heeft op een veestal die nagenoeg volledig uit duurzame betonnen onderdelen samengesteld is die zonder metsen, nagenoeg als een bouwdoos, gemonteerd kunnen

Aldus zijn de roosterelementen 2 altijd uitneembaar en is dit eveneens het geval voor de tussenschotten 7 die langs onder geklemd zijn tussen de roosterelementen en aan de bovenzijde vastgehouden worden in het U-profiel 18, dat aan de muren 20 en de voederbak 15 met schroeven 23, eventueel door tussenkomst van een speciaal aansluitstuk 2L bevestigd wordt.

De uitvinding is natuurlijk niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en binnen het raam van de uitvinding kunnen meerdere veranderingen overwogen worden.

Zo kan, bijvoorbeeld, het hierboven beschreven bouwsysteem toegepast worden met andere types van roosterelementen en/of tussenschotten, zodanig dat de gevorderde bescherming zich uitstrekt tot het afzonderlijke toepassen van de verschillende onderdelen van de desbetreffende veestal. Ook kan bv. het U-profiel uit beton of staal zijn.

Tenslotte, kunnen de sleuven 3 en 14 zeer uiteenlopende vormen en afmetingen vertonen.

Wat er vooral op aankomt is dat deze niet rechtlijnig zijn en geen hoeken vertonen.

Aldus kunnen deze bij voorkeur de vorm hebben van een sinusoidaal verlopende kurve met een relatief kleine amplitude, zodanig dat op deze wijze de sleuven eerder afgevlakte bochten vertonen.

Claims

1.- Veestal, meer bepaald varkensstal met een uit betonnen roosters gevormde vloer,en tussenschotten welke

de stal in hokken onderverdelen, met het kenmerk dat de

vloer ervan gevormd is uit naast elkaar geplaatste betonnen roosterelementen waarin bij voorkeur nagenoeg boog-

of S-vormige sleuven voorzien zijn, waarbij twee tegenover elkaar liggende uiteinden van deze elementen rusten op liggers, die nagenoeg evenwijdig zijn aan de tussenschotten en

op hun beurt rusten op steunpalen.

2.- Veestal volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de roosterelementen gevormd zijn uit balken, waarvan de zijkanten een enigszins sinusóidale vorm hebben en zijdelings uitsteeksels vertonen die zich op regelmatige af stand van elkaar bevinden, zodanig dat twee naast elkaar geplaatste balken tegen elkaar aansluiten met deze uitsteeksels en

tussen deze laatste boog- of S-vormige sleuven bepalen,

die zich nagenoeg volgens de langsrichting van de balken uitstrekken.

3.- Veestal volgens c onclusie 2, met het kenmerk dat

de in het vlak van de roosterelementen voorziene sleuven

zich, op regelmatige afstanden van elkaar, dwars ten opzichte van de langsrichting van deze elementen uitstrekken.

4.- Veestal volgens één van de vorige conclusies, met

het kenmerk dat de liggers op hun bovenzijde een nagenoeg centrale langse verhoging vertonen waarop de tussenschotten volgens hun langsrichting rusten en waartegen de uiteinden

van de roosterelementen, die op de liggers steunen, langs weerszijden van een bepaald tussenschot, aansluiten, waarbij

de dikte van deze verhoging kleiner is dan de overeenkomstige dikte van de roosterelementen, zodanig dat de verhoging samen met genoemde uiteinden van de roosterelementen een groef vormen waarin de onderrand van de tussenschotten nagenoeg passend kan geplaatst worden.

5.- Veestal volgens één van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de tussenschotten gevormd zijn door opstaande platen die zijdelings in elkaars verlengde nagenoeg tegen elkaar vrij aansluiten, waarbij een doorlopend U-vormig profiel de bovenrand van deze platen omsluit en onderling verbindt.

6.- Veestal volgens conclusie 5,met het kenmerk

da t de bovenra nd va n een tegen een dwa rswand gemonteerde plaat van een tussenschot door middel van een aansluitstuk tegen deze dwarswand bevestigd is.

7.- Veestal volgens één van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de buitenwand ervan gevormd is uit met beton gevulde stapelblokken.

8.- Veestal volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het vullingsbeton gevormd is van bimsbeton.

9.- Veestal volgens één van de vorige conclusies met het kenmerk dat deze een langwerpige rechthoekige vorm vertoont, met de roosterelementen in de langsrichting en de tussenschotten loodrecht op de langse zijwanden ervan, langs weerszijden van een nagenoeg centrale gang, die zich volgens de langsrichting van de stal uitstrekt, waarbij de door deze tussenschotten aan beide zijden van deze gang gevormde hokken, aan de kant van de gang, afgesloten worden door een tegen een tussenschot aansluitende voederbak en een toegangsdeur.

10.- Veestal volgens één van de vorige conclusies, met het kenmerk dat de tussenschotten gevormd zijn van betonnen platen.

11.- Veestal, meer bepaa ld varkensstal, zoals hierboven beschreven of in bijgevoegde tekeningen voorgesteld werd ..

12.- Roosterelementen en/of liggers, zoals hiervoor beschreven of in bijgevoegde tekeningen voorgesteld werd .

13.- Werkwijze voor het oprichten van de hierboven beschreven veestal, meer bepaald voor het plaatsen en monteren van de tussenschotten, zoals hierboven beschreven of in bijgevoegde tekeningen voorgesteld werd.