BE888988A - HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION - Google Patents

HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION Download PDF

Info

Publication number
BE888988A
BE888988A BE2/59181A BE2059181A BE888988A BE 888988 A BE888988 A BE 888988A BE 2/59181 A BE2/59181 A BE 2/59181A BE 2059181 A BE2059181 A BE 2059181A BE 888988 A BE888988 A BE 888988A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
water channel
channels
boiler
boiler according
aforementioned
Prior art date
Application number
BE2/59181A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Kempense Steenkolenmijnen Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kempense Steenkolenmijnen Nv filed Critical Kempense Steenkolenmijnen Nv
Priority to BE2/59181A priority Critical patent/BE888988A/en
Priority to FR8112921A priority patent/FR2506909B1/en
Priority to NL8103128A priority patent/NL8103128A/en
Publication of BE888988A publication Critical patent/BE888988A/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H1/00Water heaters, e.g. boilers, continuous-flow heaters or water-storage heaters
    • F24H1/22Water heaters other than continuous-flow or water-storage heaters, e.g. water heaters for central heating
    • F24H1/38Water heaters other than continuous-flow or water-storage heaters, e.g. water heaters for central heating with water contained in separate elements, e.g. radiator-type element
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J3/00Removing solid residues from passages or chambers beyond the fire, e.g. from flues by soot blowers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24HFLUID HEATERS, e.g. WATER OR AIR HEATERS, HAVING HEAT-GENERATING MEANS, e.g. HEAT PUMPS, IN GENERAL
    • F24H9/00Details
    • F24H9/0005Details for water heaters
    • F24H9/0042Cleaning arrangements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)

Description

       

  "Verwarmingsketel voor kolenverbranding" Deze uitvinding heeft betrekking op een verwarmingsketel voor kolenverbranding, meer speciaal voor het verbranden van zogenaamde vette kolen, waarbij deze ketel voorzien is van ingebouwde roet- en stofafscheiders en automatische reinigingsmiddelen en waarbij de rookkanalen zodanig zijn opgesteld dat, ondanks de vele richtingsveranderingen die de rookgassen moeten ondergaan, de ketel maar een kleine schouwtrek nodig heeft zodat een exhauster overbodig is.

  
De verwarmingsketel volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit twee eindkollektors die met elkaar verbonden zijn door waterkanalen waartussen rookkanalen zijn gevormd, met het kenmerk dat van de waterkanalen er twee naast en boven de brander, van onder naar boven divergerend, zijn opgesteld; dat boven deze twee waterkanalen een omgekeerd U-vormig waterkanaal is voorzien; dat aan iedere zijde van het U-vormig waterkanaal minstens een vertikaal waterkanaal is aangebracht; dat naast dit laatste en op een welbepaalde afstand een tweede vertikaal waterkanaal is voorzien dat boven de betrokken zijrand van het U-vormig waterkanaal is geplaatst en dat zowel onderaan als bovenaan een doorgang laat bestaan;

   dat naast ieder laatstgenoemd tweede waterkanaal een derde vertikaal waterkanaal is aangebracht dat bovenaan een afdichting vormt met de bovenwand van de ketel en dat onderaan een doorgang laat bestaan naar een stofbezinkingskamer die op de schouw uitgeeft.

  
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan

  
te tonen is hierna� als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
figuur 1 een schematische dwarsdoorsnede weergeeft van een verbrandingsketel volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1. 

  
De verbrandingsketel volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een mantel 1 die bovenaan voorzien is van een deksel 2 met afvoer 3 voor de aansluiting van de ketel op een schouw en die onderaan voorzien is van een brander 4 waaraan, via een lei-

  
 <EMI ID=1.1> 

  
Op niet getoonde wijze wordt ook geforceerde lucht aan de brander 5 toegevoegd ten einde een doeltreffende verbranding te verkrijgen.

  
In de mantel 1 is, minstens aan één uiteinde, doch bij voorkeur aan beide uiteinden, een deur 6 voorzien langswaar de brander 4 en het onderste gedeelte van de ketel kunnen bereikt worden.

  
De verwarmingsketel bestaat verder uit twee eindkollektors, respektievelijk 7-8, waarin in de tekeningen niet getoonde aansluitingen voor de inlaat en uitlaat van het omloopwater uitgeven.

  
 <EMI ID=2.1> 

  
 <EMI ID=3.1> 

  
13-14, 15-16 en 17-18; door middel van een omgekeerd U-vormig waterkanaal 19 met omgekeerd V-vormig lichaam 20 boven de brander; en door twee schuin naast de brander en onder het kanaal 19 aangebrachte waterkanalen 21, 22.

  
Op te merken valt dat de voornoemde waterkanalen zodanig geplaatst zijn dat de kanalen 21, 22 van onder naar boven divergeren, waarbij de bovenuiteinden hoger geplaatst zijn dan de onderuiteinden van de flenzen 23, 24 van het waterkanaal 19; de waterkanalen 9 en 10 zich over de ganse ketelhoogte uitstrekken; de bovenuiteinden van de waterkanalen 11, 13, 15, enerzijds, en
12, 14, 16, anderzijds, trapsgewijs zijn opgesteld, waarbij de onderuiteinden van de waterkanalen 11, 13, enerzijds, en 12, 14, anderzijds, eveneens trapsgewijs zijn opgesteld op een niveau dat lager is dan dit van het onderuiteinde van de voornoemde flenzen 23-24, terwijl de onderuiteinden van de waterkanalen

  
15 en 16 eindigen boven en op een welbepaalde afstand van het  <EMI ID=4.1> 

  
dat de onderuiteinden ervan op een relatief grote afstand gelegen zijn van het waterkanaal 19, terwijl de bovenranden ervan aanliggen tegen het deksel 2 of tegen een afdichting, respektie-

  
 <EMI ID=5.1> 

  
Opgemerkt wordt dat in de figuren de rookkanalen 27, 28, 29 en 30 een breedte vertonen die gelijk is aan de breedte van de rookkanalen 31-32, ter plaatse van het waterkanaal 19, terwijl de breedte van deze kanalen 31-32, over de ganse hoogte van de waterkanalen 15 en 16 enigszins groter is dan deze van de rookkanalen
27 tot 30, enerzijds, terwijl de gezamenlijke breedte van de rookkanalen 27, 29, 31, minstens gelij k is aan de breedte van een rookkanaal 33, respektievelijk 34.

  
De inrichting zoals hiervoor beschreven wordt nog vervolledigd door een reinigingsmechanisme dat in dit geval hoofdzakelijk bestaat uit drie reeksen schraapelementen of -latten, respektievelijk 35, 36 en 37 die, per reeks, met elkaar verbonden zijn door middel van een stang, respektievelijk 38, 39 en 40 die ieder afzonderlijk van buitenuit de ketel kunnen bevolen worden en waarbij, door het heen en weer bewegen van iedere aldus geplaatste reeks schraaplatten, de bovenwand van de ketel kan gereinigd worden door er het stof en roet af te schrapen.

  
Met de voornoemde latten 35, 36 en 37 zijn nog reinigingselementen verbonden, respektievelijk 41, 42, 43, 44, 45 en 46

  
aan de ene zijde en 47, 48, 49, 50, 51 en 52 aan de andere

  
zijde waarbij met de reinigingselementen 43, 44, 46 en 49, 50

  
en 52 schraaplatten 53 zijn bevestigd die over de bovenwand

  
van het waterkanaal 19 kunnen verplaatst worden.

  
 <EMI ID=6.1> 

  
 <EMI ID=7.1> 

  
 <EMI ID=8.1> 

  
worden teneinde, enerzijds, de rookkanalen en, anderzijds, de  <EMI ID=9.1>  terwijl de ketel in bedrijf is.

  
Door de aldus gevormde inrichting wordt boven de vuurhaard een eigenlijke verbrandingsruimte 54 gevormd met divergerende zijwanden waardoor een venturi effekt wordt verkregen met als gevolg dat in deze verbrandingsruimte een onderdruk wordt veroorzaakt die ontstaat uit de dynamiek van de vlam en de verbrandingsgassen die vanuit de kolenbrander 4 onder druk naar omhoog worden geblazen.

  
Achter ieder waterkanaal 21-22 is een stofafscheidingsruimte gevormd, respektievelijk 55-56, waarin het stof wordt afgescheiden uit de gassen, enerzijds, door expansie en snelheidsvermindering van de gassen en, anderzijds, door het cycloon effekt, namelijk de plotselinge richtingsverandering van de gassen volgens een hoek van 180[deg.].

  
De rookgassen die verder stijgen doorheen de rookkanalen

  
27 tot 32 worden verplicht terug omlaag te dalen in de rookkanalen 33-34 om uit te komen in de zogenaamde bezinkingskamer
57.

  
Door de verbreding van de rookkanalen 31 en 32, ter plaatse van de onderranden van de waterkanalen 15 en 16, verkrijgt men in de punten 58 en 59 een venturi effekt waardoor de gassen eerder van de plaatsen, respektievelijk 60, 61, naar de rookkanalen

  
31 en 32 stromen, respektievelijk gezogen worden, dan omgekeerd.

  
 <EMI ID=10.1> 

  
rechtstreeks wegstromen van de verwarmingsgassen uit het onderste gedeelte van de rookkanalen 31 en 32 naar de ruimte 57 wordt vermeden zonder dat tussen de onderuiteinden van de waterkanalen

  
 <EMI ID=11.1> 

  
inrichting moet voorzien worden.

  
 <EMI ID=12.1> 

  
 <EMI ID=13.1>  lengte van de ketel een doorlopende opening blijft behouden kan

  
 <EMI ID=14.1> 

  
eenvoudig afglijden om terecht te komen in het onderste gedeelte van de rookkanalen 31 en 32 in de stofafscheidingskamer 55, respektievelijk 56 zoals dit het geval is met het roet, vliegas en stof dat zich afzet op de wanden van de rookkanalen 27, 29,
31 en 28, 30, 32.

  
De doorgangssektie van de zogenaamde bezinkingskamer 57 is zodanig groot gekozen dat de snelheid van de gassen naar de schouw kleiner is dan de valsnelheid van de meegevoerde stofdeeltjes en roetdeeltjes. Hierdoor verkrijgt men dat deze stofen roetdeeltjes kunnen gerekupereerd worden doordat zij in deze bezinkingskamer de tijd krijgen om uit de rookgassen neer te dwarrelen tot op de bodem van deze kamer, met andere woorden op de bovenwand van het waterkanaal 19.

  
Door het schuin plaatsen van de waterkanalen 21-22 verkrijgt men tevens dat de rookgassen in de punten 62, respektievelijk 63, versneld worden waardoor een groter cycloon effekt en een betere stofafscheiding ontstaat in kamer 55, respektievelijk

  
56. Tussen de onderrand van ieder waterkanaal 21-22 en het vlak
64 is een spleet behouden, respektievelijk 65 en 66, die zich

  
 <EMI ID=15.1> 

  
geen trekverlies is van kamer 54 naar één der kamers 55 en 56. Het stof en roet dat zich in de kamers 55, 56 bevindt kan echter steeds met een pook, haak of dergelijke doorheen de deurtjes 6 naar de brander 4 getrokken worden wanneer het stof zich in de kamers 55, 56 te hoog zou ophopen. Op deze wijze vormt het af-

  
 <EMI ID=16.1> 

  
de kamer 54 zodat men geen metalen afdichtingsinrichting nodig heeft die aan de ter plaatse heersende temperatuur spoedig zou beschadigd worden.

  
 <EMI ID=17.1>  &#65533;

  
kanaal 19 en de buitenwanden van de waterkanalen 9 tot 18 vrij

  
 <EMI ID=18.1> 

  
blikken de reeksen latten 35, 36 en 37 verplaatsen om aldus eveneens de latten 53 te verplaatsen en de reinigingselementen
41 tot 52 eveneens heen en weer te bewegen, dit alles terwijl de ketel in bedrijf is.

  
Hierdoor valt het afgeschraapte stof, roet en vliegas uit zichzelf omlaag doorheen de rookkanalen, hetzij rechtstreeks tot in de kamers 55, 56, hetzij eerst op het waterkanaal 19 en vervolgens onder de waterkanalen 15 en 16 door tot in de kamers
55, 56 waar dit stof en as zoals reeds gezegd naar de vuurhaard wordt getrokken waar het opgevangen roet verder verbrandt en het stof samenkit met de sinterende kolenas.

  
Op deze wijze heeft men dus een verbrandingsketel met een

  
 <EMI ID=19.1> 

  
verkregen waarbij een ingebouwde reiningsinrichting is voorzien en waarbij de verschillende rookkanalen, respektievelijk waterkanalen, zodanig geplaatst zijn dat het roet, vliegas en stof door cycloon effekt wordt afgescheiden en waarbij een bezinkingskamer is voorzien voor het afscheiden van roet en as uit de gassen die zich naar de schouw verplaatsen.

  
 <EMI ID=20.1> 

  
daar de verschillende rookkanalen zodanig geplaatst zijn dat verschillende venturi effekten ontstaan waardoor tevens een automatisch werkende ontstoffingsinrichting wordt verkregen, waar-

  
 <EMI ID=21.1> 

  
de verbrandingsketel als het ware zelfreinigend wordt zodat

  
 <EMI ID=22.1> 

  
 <EMI ID=23.1> 



  This invention relates to a coal burning boiler, more particularly for burning so-called oily coals, wherein this boiler is provided with built-in soot and dust separators and automatic cleaning agents and wherein the flue ducts are arranged such that, despite the many directional changes that the flue gases have to undergo, the boiler only needs a small chimney draft so that an exhauster is unnecessary.

  
The boiler according to the invention mainly consists of two end collectors connected to each other by water channels between which smoke channels are formed, characterized in that two of the water channels are arranged next to and above the burner, diverging from bottom to top; that above these two water channels a reverse U-shaped water channel is provided; that at least one vertical water channel is arranged on each side of the U-shaped water channel; that in addition to the latter and at a specified distance, a second vertical water channel is provided which is placed above the relevant side edge of the U-shaped water channel and which allows a passage both at the bottom and at the top;

   that next to each last-mentioned second water channel a third vertical water channel is provided, which at the top forms a seal with the top wall of the boiler and which at the bottom allows a passage to a dust settling chamber which opens onto the chimney.

  
Better understanding of the features of the invention

  
to be shown below &#65533; as an example without any limitation, a preferred embodiment described with reference to the accompanying drawings, in which:
figure 1 shows a schematic cross-section of a combustion boiler according to the invention; figure 2 represents a section according to line II-II in figure 1.

  
The combustion boiler according to the invention mainly consists of a jacket 1 which is provided at the top with a lid 2 with outlet 3 for connecting the boiler to a chimney and which is provided at the bottom with a burner 4 to which, via a pipe

  
 <EMI ID = 1.1>

  
In a manner not shown, forced air is also added to the burner 5 in order to obtain an efficient combustion.

  
At least at one end, but preferably at both ends, a door 6 is provided in the casing 1, through which the burner 4 and the lower part of the boiler can be reached.

  
The boiler further consists of two end collectors, 7-8 respectively, in which connections for the inlet and outlet of the by-pass water, not shown in the drawings, issue.

  
 <EMI ID = 2.1>

  
 <EMI ID = 3.1>

  
13-14, 15-16 and 17-18; by an inverted U-shaped water channel 19 with an inverted V-shaped body 20 above the burner; and by two water channels 21, 22 arranged obliquely next to the burner and under the channel 19.

  
It should be noted that the aforementioned water channels are positioned such that channels 21, 22 diverge from bottom to top, with the top ends positioned higher than the bottom ends of the flanges 23, 24 of the water channel 19; the water channels 9 and 10 extend over the entire boiler height; the upper ends of the water channels 11, 13, 15, on the one hand, and
12, 14, 16, on the other hand, are cascaded, the lower ends of the water channels 11, 13, on the one hand, and 12, 14, on the other, also being cascaded at a level lower than that of the lower end of the aforementioned flanges 23-24, while the lower ends of the water channels

  
15 and 16 end above and at a specified distance from the <EMI ID = 4.1>

  
that its lower ends are located at a relatively great distance from the water channel 19, while the top edges thereof lie against the lid 2 or against a seal, respectively

  
 <EMI ID = 5.1>

  
It is noted that in the figures the smoke channels 27, 28, 29 and 30 have a width equal to the width of the smoke channels 31-32, at the location of the water channel 19, while the width of these channels 31-32, over the The whole height of the water channels 15 and 16 is slightly larger than that of the smoke channels
27 to 30, on the one hand, while the combined width of the flues 27, 29, 31 is at least equal to the width of a flue 33 and 34, respectively.

  
The device as described above is further completed by a cleaning mechanism which in this case mainly consists of three series of scraper elements or slats, respectively 35, 36 and 37, which are connected per series, by means of a rod, respectively 38, 39 and 40, which can be ordered individually from the outside of the boiler and wherein, by moving each set of scraper bars thus placed back and forth, the top wall of the boiler can be cleaned by scraping off the dust and soot.

  
Cleaning elements are still connected to the aforementioned slats 35, 36 and 37, 41, 42, 43, 44, 45 and 46, respectively.

  
on one side and 47, 48, 49, 50, 51 and 52 on the other

  
side with the cleaning elements 43, 44, 46 and 49, 50

  
and 52 scraper slats 53 are fixed over the top wall

  
of the water channel 19 can be moved.

  
 <EMI ID = 6.1>

  
 <EMI ID = 7.1>

  
 <EMI ID = 8.1>

  
so that, on the one hand, the flues and, on the other, the <EMI ID = 9.1> while the boiler is in operation.

  
Due to the device thus formed, an actual combustion space 54 with diverging side walls is formed above the seat of the fire, whereby a venturi effect is obtained, as a result of which a negative pressure is created in this combustion space, which arises from the dynamics of the flame and the combustion gases emitted from the coal burner 4 blown up under pressure.

  
Behind each water channel 21-22, a dust separation space is formed, respectively 55-56, in which the dust is separated from the gases, on the one hand, by expansion and speed reduction of the gases and, on the other hand, by the cyclone effect, namely the sudden change of direction of the gases according to an angle of 180 [deg.].

  
The flue gases that rise further through the smoke channels

  
27 to 32 are required to descend back down the smoke channels 33-34 to exit into the so-called settling chamber
57.

  
By widening the smoke channels 31 and 32, at the lower edges of the water channels 15 and 16, a venturi effect is obtained in points 58 and 59, as a result of which the gases earlier from the places, respectively 60, 61, to the smoke channels

  
31 and 32 flow, respectively, are sucked, then vice versa.

  
 <EMI ID = 10.1>

  
direct discharge of the heating gases from the lower part of the flue ducts 31 and 32 to the space 57 is avoided without interfering with the lower ends of the water ducts

  
 <EMI ID = 11.1>

  
furnishing must be provided.

  
 <EMI ID = 12.1>

  
 <EMI ID = 13.1> length of the boiler a continuous opening can be maintained

  
 <EMI ID = 14.1>

  
simply sliding off to end up in the lower part of the smoke ducts 31 and 32 in the dust separation chambers 55 and 56, respectively, as is the case with the soot, fly ash and dust deposited on the walls of the smoke ducts 27, 29,
31 and 28, 30, 32.

  
The passage section of the so-called settling chamber 57 is chosen so large that the velocity of the gases to the chimney is less than the velocity of the entrained dust particles and soot particles. As a result, it is obtained that these soot particles can be recycled by allowing time in this settling chamber to whirl down from the flue gases to the bottom of this chamber, in other words on the top wall of the water channel 19.

  
By placing the water channels 21-22 at an angle, it is also obtained that the flue gases in points 62 and 63, respectively, are accelerated, so that a larger cyclone effect and a better dust separation are created in chamber 55, respectively.

  
56. Between the bottom edge of each water channel 21-22 and the plane
64, a slit, 65 and 66, respectively, is retained

  
 <EMI ID = 15.1>

  
there is no tensile loss from chamber 54 to one of chambers 55 and 56. However, the dust and soot contained in chambers 55, 56 can always be drawn through the doors 6 to the burner 4 with a poker, hook or the like when the dust would accumulate too high in rooms 55, 56. In this way it forms

  
 <EMI ID = 16.1>

  
the chamber 54 so that one does not need a metal sealing device which would soon be damaged at the prevailing temperature.

  
 <EMI ID = 17.1> &#65533;

  
channel 19 and the outer walls of water channels 9 to 18 are free

  
 <EMI ID = 18.1>

  
the series of slats 35, 36 and 37 can be moved so as to also move the slats 53 and the cleaning elements
41 to 52 also move back and forth, all while the boiler is in operation.

  
As a result, the scraped dust, soot and fly ash falls down through the smoke channels by itself, either directly into the chambers 55, 56, or first into the water channel 19 and then under the water channels 15 and 16 into the chambers
55, 56 where, as already mentioned, this dust and ashes are drawn to the seat of the fire, where the collected soot is further burned and the dust is cemented together with the sintering coal ash.

  
In this way one therefore has a combustion boiler with a

  
 <EMI ID = 19.1>

  
obtained in which a built-in cleaning device is provided and in which the various flue and water channels, respectively, are arranged such that the soot, fly ash and dust are separated by cyclone effect and in which a settling chamber is provided for separating soot and ash from the gases which are move the fireplace.

  
 <EMI ID = 20.1>

  
since the different smoke channels are placed in such a way that different venturi effects are created, which also results in an automatically operating dedusting device, whereby

  
 <EMI ID = 21.1>

  
the combustion boiler becomes self-cleaning, so to speak

  
 <EMI ID = 22.1>

  
 <EMI ID = 23.1>


    

Claims (1)

delen zullen bestaan, tijdens het verplaatsen van de latten 53, dcor deze laatste omhoog worden geduwd om het stof en roet door te laten. In zulk geval kan men de breedte van het rookkanaal parts will exist, as the slats 53 are moved, the latter being pushed upward to allow the dust and soot to pass through. In such a case, the width of the flue can be adjusted 31 al dan niet over de ganse hoogte konstant houden zodat al dan niet het voornoemd venturi effekt wordt teweeggebracht. <EMI ID=24.1> 31 whether or not to keep constant over the entire height so that the aforementioned venturi effect is effected or not. <EMI ID = 24.1> gegeven die erin bestaat dat boven de waterkanalen 21-22 vuurvaste stenen 69 worden aangebracht, waarbij deze stenen op welbe- given that refractory bricks 69 are installed above water channels 21-22, these bricks being well <EMI ID=25.1>  <EMI ID = 25.1> deze stenen 69 kunnen al dan niet verschillend zijn van elkaar doch bij voorkeur zullen de doorgangen in het midden van de ketel, met andere woorden boven het vuur, kleiner zijn dan deze naar de uiteinden van de ketel. these stones 69 may or may not be different from each other, but preferably the passages in the center of the kettle, in other words above the fire, will be smaller than those to the ends of the kettle. Door het gebruik van zulke stenen verkrijgt men een straling op het vuur waardoor een betere verbranding wordt verkregen; verkrijgt ment een betere spreiding van de vlammen zodat ook hierdoor het rendement verbetert en verkrijgt men een naverbranding, ter plaatse van de voornoemde stenen 69 van de onverbrande gassen. By using such stones, a radiation is obtained on the fire, whereby a better combustion is obtained; a better spread of the flames is obtained, so that this also improves the efficiency and afterburning is obtained at the location of the aforementioned stones 69 of the unburned gases. Eet is verder vanzelfsprekend dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen doch de verbrandingsketel volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden. It is further obvious that the present invention is by no means limited to the exemplary embodiments described and shown in the accompanying drawings, but the combustion boiler according to the invention can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention. EISEN REQUIREMENTS l.- Verwarmingsketel voor kolenverbranding van het type l.- Type coal-fired boiler dat gevormd wordt door twee eindkollektors die met elkaar verbonden zijn door waterkanalen waartussen rookkanalen zijn gevormd, met het kenmerk dat van de waterkanalen er twee naast en boven de brander, van onder naar boven divergerend, zijn opgesteld; dat boven deze twee waterkanalen een omgekeerd U-vormig waterkar.aal is voorzien; dat aan iedere zijde van het U-vormig waterkanaal minstens een vertikaal waterkanaal is aangebracht; formed by two end collectors connected by water channels between which smoke channels are formed, characterized in that two of the water channels are arranged next to and above the burner, diverging from bottom to top; that an inverted U-shaped water channel is provided above these two water channels; that at least one vertical water channel is arranged on each side of the U-shaped water channel; dat naast dit laatste en op een welbepaalde afstand een tweede vertikaal waterkanaal is voorzien dat boven de betrokken zijrand van het U-vormig waterkanaal is geplaatst en dat zowel onderaan als bovenaan een doorgang laat bestaan; dat naast ieder laatstgenoemd tweede waterkanaal een derde vertikaal waterkanaal is aangebracht dat bovenaan een afdichting vormt met de bovenwand van de ketel en dat onderaan een doorgang laat bestaan naar that a second vertical water channel is provided next to the latter and at a specific distance, which is placed above the relevant side edge of the U-shaped water channel and which allows a passage both at the bottom and at the top; that a third vertical water channel is arranged next to each last-mentioned second water channel, which at the top forms a seal with the top wall of the boiler and which allows a passage at the bottom to een stofbezinkingskamer die op de schouw uitgeef&#65533;- a dust settling chamber that spills onto the fireplace &#65533; - 2.- Verwarmingsketel volgens eis 1, met het kenmerk dat de onderranden van de divergerende waterkanalen op een afstand zijn geplaatst van de bodem van de ketel. 2.- Boiler according to requirement 1, characterized in that the bottom edges of the diverging water channels are spaced from the bottom of the boiler. 3.- Verwarmingsketel volgens eis 1, met het kenmerk dat 3.- Boiler according to requirement 1, characterized in that de onderuiteinden van de omlaag gerichte flenzen van het omgekeerd U-vormig waterkanaal op een niveau zijn gelegen dat lager is dan de bovenranden van de voornoemde divergerende waterkanalen. the lower ends of the downwardly flanges of the inverted U-shaped water channel are located at a level lower than the top edges of the aforementioned diverging water channels. 4.- Verwarmingsketel volgens eis 1 of 3, met het kenmerk dat het lichaam van het voornoemd U-vormig waterkanaal omgekeerd V-vormig is uitgevoerd. Boiler according to requirement 1 or 3, characterized in that the body of the aforementioned U-shaped water channel is inverted V-shaped. 5.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, 5.- Boiler according to one of the previous requirements, met het kenmerk dat in het geval van één vertikaal naast iedere zijrand van het U-vormig waterkanaal geplaatst waterkanaal, characterized in that in the case of one vertically placed next to each side edge of the U-shaped water channel, dit laatste zich over de ganse hoogte van de ketel uitstrekt. the latter extends over the entire height of the boiler. 6.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat in het geval van meerdere naast iedere zijde van het U-vormig kanaal geplaatste vertikale waterkanalen het buitenste van deze kanalen zich over de ganse hoogte van de ketel uitstrekt terwijl de binnenste zodanig zijn aangebracht dat hun onderranden eindigen op een niveau dat lager is gelegen dan het niveau van het onderuiteinde van de naar omlaaggerichte flenzen van het omgekeerd U-vormig waterkanaal, terwijl hun bovenranden op een welbepaalde afstand eindigen van de bovenwand van de ketel. 6.- Boiler according to any one of the preceding requirements, characterized in that in the case of several vertical water channels placed next to each side of the U-shaped channel, the outermost of these channels extends over the entire height of the boiler while the inner ones are such arranged that their bottom edges terminate at a level lower than the level of the bottom end of the downwardly flanges of the inverted U-shaped water channel, while their top edges terminate a defined distance from the top wall of the boiler. <EMI ID=26.1>  <EMI ID = 26.1> zowel de onderuiteinden als de bovenuiteinden van de voornoemde binnenste vertikale waterkanalen trapsgewijs zijn opgesteld met de hoogste waterkanalen aan de buitenzijde. both the bottom ends and the top ends of the aforementioned inner vertical water channels are arranged in steps with the highest water channels on the outside. 8.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de breedten van de rookkanalen gevormd tussen de voornoemde vertikale waterkanalen onderling en tussen het binnenste waterkanaal met de aanliggende flens van het omgekeerd U-vormig waterkanaal, aan elkaai gelijk zijn. 8.- Boiler according to any one of the preceding requirements, characterized in that the widths of the smoke ducts formed between the aforementioned vertical water ducts and between the inner water duct with the adjacent flange of the inverted U-shaped water duct are equal to each other. 9.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat het voornoemd tweede waterkanaal bovenaan op een niveau eindigt dat lager is dan het niveau van het naastliggend vertikaal waterkanaal. 9. Boiler according to one of the preceding requirements, characterized in that the above-mentioned second water channel ends at the top at a level lower than the level of the adjacent vertical water channel. 10.- Verwarmingsketel volgens eis 8 of 9, met het kenmerk dat de opening tussen de onderrand van het tweede waterkanaal afgesloten is door een verplaatsbare afdichtingsplaat. 10.- Boiler according to requirement 8 or 9, characterized in that the opening between the bottom edge of the second water channel is closed by a movable sealing plate. 11.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de afstand tussen het voornoemd tweede waterkanaal en het nabijgelegen buitenste vertikaal waterkanaal groter is dan de afstand tussen dit zelfde buitenste waterkanaal en de omlaag gerichte betrokken flens van het omgekeerd U-vormig waterkanaal. 11.- Boiler according to one of the preceding requirements, characterized in that the distance between said second water channel and the adjacent outer vertical water channel is greater than the distance between this same outer water channel and the downwardly directed flange of the inverted U-shaped water channel . 12.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, 12.- Boiler according to one of the preceding requirements, met het kenmerk dat de onderhand van het voornoemd derde vertikaal waterkanaal op een niveau is gelegen dat merkelijk hoger characterized in that the bottom of said third vertical water channel is at a level that is noticeably higher is dan dit van het voornoemd tweede vertikaal waterkanaal waarbij de afstand tussen het derde en het tweede vertikaal waterkanaal minstens gelijk is aan de som van de afstanden tussen de waterkanalen die aan één zijde van het tweede waterkanaal zijn gelegen. 13.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de zogenaamde stofbezinkingskamer een zodanige grootte heeft dat de snelheid van de opstijgende gassen kleiner is dan de valsnelheid van het in deze gassen aanwezige stof, roet of vliegas. is then that of the aforementioned second vertical water channel, wherein the distance between the third and the second vertical water channel is at least equal to the sum of the distances between the water channels located on one side of the second water channel. 13. Heating boiler according to one of the preceding requirements, characterized in that the so-called dust settling chamber is of such a size that the velocity of the ascending gases is less than the falling velocity of the dust, soot or fly ash present in these gases. 14.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat op de twee naast en boven de brander opgestelde waterkanalen, met tussenruimten, vuurvaste stenen zijn geplaatst. 14.- Boiler according to one of the preceding requirements, characterized in that refractory bricks are placed on the two water channels arranged next to and above the burner, at intervals. 15.- Verwarmingsketel volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerk dat het voorzien is van een reinigingsinrichting die gevormd wordt door reeksen horizontale latten, die steunen op bovenranden van waterkanalen, waarbij deze latten met elkaar verbonden zijn met één of meer stangen die aan één uiteinde buiten de ketel treden en aldaar kunnen bediend worden en waarbij aan deze horizontale latten, stangen, latten, kettingen of dergelijk vertikaal in de tussen de waterkanalen gevormde rookkanalen zijn opgehangen teneinde, door het verplaatsen van de voornoemde horizontale latten te verkrijgen dat eveneens de voornoemde vertikale stangen, latten, kettingen of dergelijke langs de wanden van de waterkanalen worden verplaatst. Boiler according to any one of the preceding requirements, characterized in that it is provided with a cleaning device which is formed by series of horizontal slats, which rest on top edges of water channels, these slats being connected to one or more rods attached to one exit the boiler and can be operated there and wherein these horizontal battens, rods, battens, chains or the like are suspended vertically in the smoke channels formed between the water channels in order to obtain, by displacing the above-mentioned horizontal battens, that the aforementioned vertical rods, slats, chains or the like are moved along the walls of the water channels. 16.- Verwarmingsketel volgens eis 15, met het kenmerk dat op het omgekeerd U-vormig waterkanaal latten of dergelijke zijn voorzien die de vorm van dit waterkanaal volgen, waarbij deze latten bevestigd zijn aan twee of meer omlaag hangende staven, kettingen of dergelijke van de reinigingsinrichting. 16.- Boiler according to requirement 15, characterized in that on the inverted U-shaped water channel slats or the like are provided which follow the shape of this water channel, these slats being attached to two or more downwardly hanging rods, chains or the like of the cleaning device. 17.- Verwarmingsketel volgens eis 15 of 16, met het kenmerk dat drie reeksen horizontale latten zijn voorzien namelijk één reeks boven de voornoemde bezinkingskamer waarbij de uiteinden van de horizontale latten rusten op de bovenranden van de voornoemde derde vertikale waterkanalen en twee gelijkaardige reeksen horizontale latten die ieder rusten op een eerste vertikaal waterkanaal en een derde vertikaal waterkanaal. <EMI ID=27.1> 17.- Boiler according to requirement 15 or 16, characterized in that three series of horizontal slats are provided, namely one series above the aforementioned settling chamber, the ends of the horizontal slats resting on the top edges of the aforementioned third vertical water channels and two similar series of horizontal slats each of which rests on a first vertical water channel and a third vertical water channel. <EMI ID = 27.1> met het kenmerk dat hij aan minstens één uiteinde, doch bij voorkeur aan beide uiteinden voorzien is van een toegangsdeur. characterized in that it is provided with an access door at at least one end, but preferably at both ends. 19.- Verwarmingsketel voor kolenverbranding, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen. 19.- Coal combustion boiler, mainly as previously described and shown in the accompanying drawings.
BE2/59181A 1981-05-27 1981-05-27 HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION BE888988A (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/59181A BE888988A (en) 1981-05-27 1981-05-27 HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION
FR8112921A FR2506909B1 (en) 1981-05-27 1981-06-29 HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION
NL8103128A NL8103128A (en) 1981-05-27 1981-06-29 HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE888988 1981-05-27
BE2/59181A BE888988A (en) 1981-05-27 1981-05-27 HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE888988A true BE888988A (en) 1981-11-27

Family

ID=25659615

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/59181A BE888988A (en) 1981-05-27 1981-05-27 HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE888988A (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2016108709A1 (en) * 2014-12-29 2016-07-07 Felino-Fundição De Const. Mecânicas, Sa Feeding boiler for heating water or other thermal fluid lines with modular heat exchanger and cleaning system

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2016108709A1 (en) * 2014-12-29 2016-07-07 Felino-Fundição De Const. Mecânicas, Sa Feeding boiler for heating water or other thermal fluid lines with modular heat exchanger and cleaning system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU77940U1 (en) FURNACE FURNACE DEVICE
NO165509B (en) OVEN, AND PROCEDURE FOR OPERATING SUCH OVEN.
BE888988A (en) HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION
NL8103128A (en) HEATING BOILER FOR COAL COMBUSTION.
RU149165U1 (en) WATER BOILER
RU2566466C1 (en) Water-heating boiler
US3543701A (en) Portable incinerator
US4487138A (en) Traveling grate for a furnace
US3552332A (en) Incinerator
NL7906458A (en) BOILER.
SU1781509A1 (en) Boiler
RU2570954C1 (en) Water heating boiler with rectangular cross-section
RU2030679C1 (en) Device for burning solid fuel
US1608312A (en) Incinerator
US1972429A (en) Incinerator
BE1018022A3 (en) Fireplace, has combustion chamber with closable opening, and baffle device including superimposed baffle plates, where one of baffle plates includes ventilation flap for covering vent
US2910020A (en) Incinerator construction
SE524553C2 (en) Rust cleaning device and furnace for combustion of solid fuels in pourable, piecemeal form
EP1116915A1 (en) Boiler and method for conducting gases in a boiler
KR102075062B1 (en) Waste heat recovery boiler with separating type lower drum for easy dust removal and easy water circulation
SU420316A1 (en) Separator for flue gases П Т Б {ЬПЧП ^ &#39;. Phpsatp * nipd »i; iyiii.r ^ iua
US5317978A (en) Incinerating furnace
NL8303452A (en) Wood or coal fired domestic stove - has air-curtain to eliminate soot formation in stove
US621813A (en) Half to joseph w
CN108954296B (en) A kind of coal-gas burning dual-purpose boiler

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: N.V. KEMPENSE STEENKOLENMIJNEN

Effective date: 19900531