BE882998A - Kraan - Google Patents

Kraan Download PDF

Info

Publication number
BE882998A
BE882998A BE0/200387A BE200387A BE882998A BE 882998 A BE882998 A BE 882998A BE 0/200387 A BE0/200387 A BE 0/200387A BE 200387 A BE200387 A BE 200387A BE 882998 A BE882998 A BE 882998A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
boom
crane
load
parallelogram
mentioned
Prior art date
Application number
BE0/200387A
Other languages
English (en)
Inventor
P Nelissen
Original Assignee
Boomse Metaalwerken
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Boomse Metaalwerken filed Critical Boomse Metaalwerken
Priority to BE0/200387A priority Critical patent/BE882998A/nl
Priority to NL8003262A priority patent/NL8003262A/nl
Publication of BE882998A publication Critical patent/BE882998A/nl
Priority to JP11855280A priority patent/JPS56155191A/ja
Priority to IT12634/80A priority patent/IT1151494B/it
Priority to FI811263A priority patent/FI811263L/fi
Priority to EP81200451A priority patent/EP0039529A3/fr
Priority to PT72917A priority patent/PT72917B/pt
Priority to ES501632A priority patent/ES501632A0/es

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C23/00Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes
    • B66C23/06Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes with jibs mounted for jibbing or luffing movements
    • B66C23/08Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes with jibs mounted for jibbing or luffing movements and adapted to move the loads in predetermined paths
    • B66C23/10Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes with jibs mounted for jibbing or luffing movements and adapted to move the loads in predetermined paths the paths being substantially horizontal; Level-luffing jib-cranes
    • B66C23/14Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes with jibs mounted for jibbing or luffing movements and adapted to move the loads in predetermined paths the paths being substantially horizontal; Level-luffing jib-cranes with means, e.g. pantograph arrangements, for varying jib configuration
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C23/00Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes
    • B66C23/06Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes with jibs mounted for jibbing or luffing movements
    • B66C23/08Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes with jibs mounted for jibbing or luffing movements and adapted to move the loads in predetermined paths
    • B66C23/10Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes with jibs mounted for jibbing or luffing movements and adapted to move the loads in predetermined paths the paths being substantially horizontal; Level-luffing jib-cranes
    • B66C23/12Cranes comprising essentially a beam, boom, or triangular structure acting as a cantilever and mounted for translatory of swinging movements in vertical or horizontal planes or a combination of such movements, e.g. jib-cranes, derricks, tower cranes with jibs mounted for jibbing or luffing movements and adapted to move the loads in predetermined paths the paths being substantially horizontal; Level-luffing jib-cranes with means for automatically varying the effective length of the hoisting rope or cable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Jib Cranes (AREA)

Description


  "Kraan" 

  
De uitvinding heeft betrekking op een kraan met bewegende giek, voor het behandelen van lasten, onder meer containers.

  
De gehesen lasten worden door de nieuw-ontworpen kraan verplaatst door een gieksysteem, dat een zodanige beweging uitvoert, dat een horizontale lastweg wordt verkregen, recht-

  
 <EMI ID=1.1> 

  
van de vertikale middenpositie van de giek of giekarmen wanneer men te doen heeft met een samengesteld giekensysteem.

  
De uitvinding maakt het mogelijk de giek zodanig te construeren dat een dubbele lastweg wordt bekomen t.o.v. een klassieke giek, met een gelijke lengte, en zonder gebruik te maken van een zwenkbeweging van de giek rond een vertikale draaias. Het vluchtbere ik (lastweg lengte) evenaart dan ook dit van de klassieke hijswerktuigen met loopkát.

  
De laatste jaren heeft zich de bouw van grote "containerportalen", laadbrugge n met loopkat, voor het behandelen van op schepen geladen containers, sterk ontwikkeld.

  
 <EMI ID=2.1> 

  
omvatten een verr ijdbaar portaal met een horizontale hoofddrager waarover een loopkat rijdt.

  
Het hoofdliggergedeelte boven het schip kan meestal ingetopt (omhoog gescharnierd) worden zodat de kraan geen hindernis vormt voor het vrije-ruimteprofiel van de schepen.

  
De klassieke laadbruggen omvatten een vrij complexe structuur waarvan de constructie-elementen aanleiding geven tot een groot aantal knooppunten en montageverbindingen.

  
De constructie-elementen worden meestal in kokerbalken uitgevoerd.

  
De uitvinding heeft tot doel een kraan met equivalente functies te verwezenlijken waarvan de structuur eenvoudiger is, uit minder elementen bestaat en waarvan het netto-constructie-gewicht bij een gelijke capaciteit en lastverplaatsing (totaal eigen gewicht zonder ballast), veel lichter is dan het netto-constructie-gewicht van de klassieke laadbruggen met loopkat.

  
De nieuw ontworpen kraan werkt zonder loopkat en is universeel voor wat de aard van de behandelbare hijslasten betreft. Indien nodig kan dit kraantype met een vierdraads-grijper (ertsomslag) of met het klassieke hijsjuk function- / neren.

  
Een combinatie van verschillende mogelijkheden kan verwezenlijkt worden.

  
 <EMI ID=3.1> 

  
kraantype tot doel volgende belangrijke voordelen in zich te verenigen t.o.v. de hoger omschreven containerlaadbruggen :
a) bij een gelijke hij scapaciteit en vluchtbere ik, een kraan met lichter netto-constructie-gewicht te realiseren, b) het aantal constructie-elementen en knooppunten te minimaliseren, c) gunstiger hoek-drukken te bekomen (een hoek = één der vier portaalpoten), d) de windoppervlakte te reduceren en de stabiliteit tegen omkantelen te verbeteren.

  
Om deze voordelen overeenkomstig de uitvinding te bereiken is de hijskraan volgens de uitvinding, uitgerust met een giek die scharnierend ondersteund wordt door een portaal met kraantoren, en wel zodanig dat de giek van de ene zijde van de kraantoren naar de andere zijde, over de loodlijn heen, rondom een horizontale giekas, kan zwaaien.

  
In de hierna volgende uiteenzetting zullen verschillende typen uitvoeringsvormen worden beschreven die allen zijn afgeleid van het principe dat aan de basis ligt van de zoeven beschreven kraan.

  
Deze verschillende typen kranen kunnen als volgt worden onderscheiden :

  
Ia Kraan uitgerust met een enkelvoudige giek in éénzijdige

  
uitvoering, waarbij de horizontaliteit van de lastbeweging tijdens het toppen van de giek, wordt bekomen door een drievoudige kabelinschering tussen de torenkop en de giek-kop,

  
Ib Kraan met enkelvoudige giek in éénzijdige uitvoering,

  
waarbij de horizontale lastbeweging tijdens het toppen van de giek wordt bekomen door een compensatiegiek, scharnierend in de toren,

  
 <EMI ID=4.1> 

  
giek in dubbele uitvoering,

  
IV Uitvoeringsvorm II, maar in dubbele uitvoering.

  
De hieraantoegevoegde figuren, waarnaar in de beschrijving wordt verwezen, kunnen als volgt worden onderverdeeld.

  
 <EMI ID=5.1>  een kraan van het onder Ia beschreven type. Figuur 2 is een schematisch gehouden vooraanzicht van de kraan volgens figuur 1. Figuur 3 is een geschanseerds perspectivische voorstelling van de drievoudige kabelinschering in de giekkop van een kraan volgens figuren 1 of 2. Figuur 4 is een perspectivische voorstelling van een hulpgiek bedoeld voor de noodzakelijke lastbegeleiding en -stabilisatie en de aandri jving hiervan. Figuur 4 bis schematiseert, op een beperkte schaal, de <EMI ID=6.1>  Figuur 4 ter.. illustreert de verhouding kraantorenhoofdgiek-trommel 22 en kabel 21. Figuur 5 geeft een beeld van de lastbegeleidingsfreem  en van de.middelen die de horizontaliteit hiervan verzekeren. Figuur 5 bis illustreert op een beperkte schaal de  <EMI ID=7.1>  Figuur 6 vertoont op een andere schaal een middel ter aandrijving van een kraangiek volgens de vorige figuren.

   Figuur 7 vertoont op een analoge schaal een ander middel <EMI ID=8.1>  Figuur 8 vertoont, op een analoge schaal een derde middel ter aandrijving van een kraangiek volgens de, figuren 1-5. Figuur 8 bis vertoont, tenslotte, een vierde middel ter aandrijving van een kraangiek volgens de figuren 1-5. Figuur 9 is een schematisch gehouden zijaanzicht van een kraan met giek en hulpgiek verder uitgerust met een compensa. tiearm. Figuur 9 bis is een schematisch gehouden vooraanzicht van de kraan volgens figuur 9. Figuur 9 ter. is een perspectivische voorstelling van <EMI ID=9.1> 

  
9 en 9 bis.

  
Figuur 10 is, op een andere schaal, een schematisch gehouden perspectivische voorstelling, in zijaanzicht, van een kraan van het onder II beschreven type. Figuur 10 bis, toont, op een grotere schaal, zekere details van het voorste uiteinde van de topgiek met lastophang-. freem en stuurcabine. Figuur 10 ter. is een vooraanzicht van de kraan volgens figuur 10. Figuur 11 is een schematisch gehouden vooraanzicht van de <EMI ID=10.1>  Figuur 12 is een schematisch gehouden vooraanzicht van de kraan van het onder III b beschreven type.  Figuur 13 is een schematisch gehouden vooraanzicht van de kraan van het onder IV beschreven type. 

  
 <EMI ID=11.1> 

  
De uitvoeringsvorm met enkelvoudige giek en hulpgiek

  
in combinatie met de drievoudige inschering omvat : 

  
Een eenvoudige giek in volwand, of vakwerkeonstructie, wentelend rondom een horizontale as die vrijdragend is gemonteerd tegen een kraantoren. De giek-kop is T-vormig uitgevoerd zodat de hijskabels van de last, opgerold door een hijslier, die zich tegen de toren bevindt, via schijven in de kraantoren naar de giek-kop lopen en vervolgens via andere,kabelschijven

  
 <EMI ID=12.1> 

  
Om tijdens de topbeweging, bij stilstaande hijslier, een horizontaal last-traject te kunnen bekomen, zijn de hijskabels,

  
 <EMI ID=13.1> 

  
Deze voorziening is echter klassiek bij haven-stukgoedkranen.

  
Bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1-5 is nochtans een speciale opstelling van de giekschijven toegepast, die specifiek is voor de uitvinding (zie vooral fig. 3).

  
De kraan, door de reeds genoemde figuren 1-5 voorgesteld is uitgerust met een portaal 1 en kraan-toren 2. Zowel portaal 1 als de daarbij aansluitende toren 2 kunnen zeer uiteenlopende vormen of structuren vertonen.

  
Het portaal 1 is uitgerust om zich te verplaatsen op twee looprails, en is hiertoe uitgerust met vier poten. Elk der vier portaalpoten bevat een bogie-systeem dat de wieldrukken, door middel van loopwielen, statisch gelijkmatig verdeelt op de niet voorgestelde looprails.

  
De hijslier met motor, rem, reductor. en kabel-oproltrommels wordt in machinehuis 3 gemonteerd.

  
 <EMI ID=14.1> 

  
uitgerust met een giek 4. De giekas 5 is aan één zi j de ingeklemc  <EMI ID=15.1> 

  
t.o.v. de toren 2 liggen aan dezelfde zijde van de giek. De gieksteunpunten 6 worden gevormd door twee grote radiaallagers waarvan de buitenringen in de torenflanken dragen; de binnenringen draaien mee met de giekas 5. De giek ondergaat tijdens

  
 <EMI ID=16.1> 

  
is in elke positie volledig uitgebalanceerd door een tegengewicht 4 bis.

  
De aandrijving van de giek bevindt zich aan de giekbasis en is uit te voeren volgens één van de volgende principen :
a) het mechanisme net tandsector 7 en aandrijfrondsel 8 (fig.6) , b) het mechanisme met tandheugel 9 en aandrijfrondsel
10 (fig. 7), c) het vijs-moer mechanisme dat klassiek is bij haven- <EMI ID=17.1>  d) de hydraulische cylinder (fig.8 bis).

  
Het kabelverloop afgebeeld door fig. 3, bij de uitvoerings vorm Ia van de uitvinding, is de volgende:

  
De hijskabels, bestaande uit een bundel van bij voorkeur vier kabels, worden met de verwijzing 11 aangeduid. Om de zwaaibewegingen van de giek voorbij de loodlijn heen mogelijk te maken lopen de hi j skabels 11 van he t machinehuis 3, langs één zijde van het zwaaivlak van de giek 4 naar de last 12, via het kabelschijvensysteem 13-15-16-17 in de giekkop en op het T-vormige giekeinde .

  
Deze opstelling maakt het mogelijk dat, zonder hinder,

  
de giek 4 een volledige hoek 2a kan beschrijven. Hierbij bewegen de hijskables, tussen torenkop en giekkop, de giek, en de afhangende hijskabels van T-stuk naar last juk, in aan elkaar evenwijdige vertikale vlakken.

  
Ook de hulpgiek 14, scharnierend gemonteerd aan giek 4, beweegt zich tijdens de topbeweging in een vertikaal evenwijdig vlak t.o.v. voornoemde andere vlakken.

  
De weg gevolgd door één der vier hijskabels 11 is voor uitvoeringsvorm Ia als volgt : (zie fig. 3)
- vanaf de hijstrommel opgesteld in machinehuis 3 naar torenkopschijven 18
- vanaf schijf 18 naar schi j f 16 in de giek,
- vanaf schi jf 16 naar schij f 19 in de torenkop,
- vanaf schijf 19 naar één der schijven 17,
- vanaf schijf 17 naar schijf 13a naar schijf 13b naar één der schijven 15
- vanaf schijf 15 naar het geleidingsjuk en zo naar last
12.

  
Tijdens het passeren van de vertikale (midden) positie van giek 4 wordt de kabel 11, bij de schijven 17 en 15, overgenomen door 17a en 15a.

  
Voor alle kabelschij ven zijn anti-ontsporingsinrichtingen aangebracht die de hijskabels beletten uit de gleuf te lopen en overmatige slijtage te veroorzaken.

  
De werking van de drievoudige inschering is klassiek en wordt algemeen toegepast.

  
Een essentiële eigenschap van de uitvinding bestaat erin de voordelen van dit type van inschering, door een kabelsch ijven-opstelling, te behouden tijdens het overslaan van de enkele giekarm-

  
 <EMI ID=18.1> 

  
sentiële hoedanigheid van de uitvinding, de horizontaliteit
(of horizontaal lasttraject) wordt in verwezenlijkingsvorm Ia bekomen door de voornoemde drievoudige inschering waarvan het het kabelverloop beschreven is. 

  
Tijdens de horizontale verplaatsing van de last, beschrijft de giekkop met T-vormig uiteinde een cirkelvormige baan in de ruimte, en dit rondom het draaicentrum van de giek. Dit betekent dat de vertikale afstand van last tot giekkopschijven 15, varieert in functie van de horizontale afstand van last t.o.v. de kraantorenas of symmetrieas YY (fig. 1). Hoe kle iner de vlucht, hoe groter de afstand E-K (Theoretisch :

  
 <EMI ID=19.1> 

  
Zonder een bijkomende voorziening zou dit verschijnsel voor gevolg hebben, dat de slingerlengte E-K+h van de last t.o.v. de ophanging 15 zeer groot zou worden, met als maximumwaarde, deze bereikt voor de vertikale middenpositie van de giek.

  
Vermits een grote slingerlengte E-K+h een zeer ongunstig effect zou hebben op het manipuleren van de last, ligt het

  
 <EMI ID=20.1> 

  
ongewenste schommelbewegingen van de last, door een te grote slingerlengte, te beletten.

  
De kraan, in de uitvoeringsvorm Ia is volgens de uitvinding voorzien van een hulpgiek (fig. 4), en een lastbegeleidend freem (fig. 5) om hogervermelde schommeleffecten te verhinderen.

  
De hulpgiek 14 is een stijve arm in vakwerk, waarvan het onde rste uiteinde, voor het volledige verloop van de topbewe ging een horizontale baan volgt. Deze hulpgiek is scharnierend bevestigd aan giek 4, en wordt door een aandrijftrommel
20 en een kabeltransmissie 21 synchroon aangedreven door de hoofdgiek 4.

  
Een aandrijftrommel 20, bevestigd aan de hulpgiek, neemt, door middel van een kabeltransmissie 21, de hulpgiek mee. De kabels 21 zijn bevestigd op de omtrek van een stilstaande  trommel 22, concentr isch met het draaipunt van de giek 4 be ve st igd . i

  
 <EMI ID=21.1> 

  
doordat de reductieverhouding 2 : 1 van stilstaande trommel
22 naar aandrijftrommel 20, de hoekverplaatsing van de hulpgiek verdubbelt t.o. v. de hoekverplaatsing van giek 4. De hoeken gevormd door de hoofdg iek 4 met de horizontale en de hulpgiekas met de horizontale zijn voor elke stand gelijk.

  
 <EMI ID=22.1> 

  
De punten K en A liggen dus op een horizontale lijn, bijgevolg zal het geleidend freem deze horizontale weg volgen.

  
Het geleidingsfreem (fig.5) of lastbegeleidend freem bevat een horizontale draaias, vrijdragend, met twee radiaallagers bevestigd in het onderste uiteinde van de hulpgiek
(fig.4).

  
Het geleidingsfreem bevat vier kabelschijven 23, één voor elk van de vier hijskabels.

  
De hijskabels 11, aflopend van de kabelschijven 15. in het T-vormig uiteinde van giek 4, worden twee per twee over de kabelschijven 23 geleid.

  
Zo ontstaat in het zijaanzicht volgens figuur 4 bis, de figuur EFLGE, met E als projectie van de aflooplijn van de kabels 11 over de schijven 15.

  
De last 12 wordt opgehangen aan de vier kabels 11 die twee per twee bevestigd zijn aan het containerjuk of stukgoedjuk dat zodoende door de convergerende kabels in twee punten wordt verhinderd te schommelen onder invloed van horizontale belastingen.

  
Het geleidingsfreem, scharnierend opgehangen aan de hulpgiek, voorzien van kabelschijven, vereist bovendien een  <EMI ID=23.1> 

  
assen zich bevinden, behoudt voor elke positie van de giek.

  
Te dien einde is een inrichting voorzien volgens fig.5.

  
Deze zeer eenvoudige inrichting die het geleidingsfreem horizontaal houdt, omvat een stel van twee parallelogrammen

  
 <EMI ID=24.1> 

  
is een horizontale hefboom, scharnierend, concentrisch met de hulpgiekas terwijl P5 en P6 vaste punten op de kraantoren zijn.

  
Gedurende de verplaatsing van giek 4 en van hulpgiek 14 blijft P3-P4, dus ook P1-P2 horizontaal.

  
De uitvoeringsvorm Ia volgens de uitvinding omvat dus

  
een kraan, voor het behandelen van lasten, onder meer containers. met een enkele giek en hulpgiek, een geleidingsfreem en een

  
 <EMI ID=25.1> 

  
Deze hoofddelen zijn zodanig opgesteld dat volgende bewegingen mogelijk worden :
a) de hoofdgiek 4 kan ongehinderd een symmetrische zwaaibeweging in een vertikaal vlak uitvoeren t.o.v. de kraantorenas, terwijl de giekarm de vertikale middenpositie passeert, <EMI ID=26.1>  in een vertikaal, evenwijdig vlak aan deze laatste en vormt zodoende, door middel van een gele idingsfreem, scharnierend bevestigd in zijn uiteinde, een inrichting die schommelingen van de last verhindert. c) de last volgt gedurende de hoofdgiek-zwaai-beweging  een horizontale baan,  d) alle hoofddelen; giek, hulpgiek, geleidingsfreem, hijskabels, bewegen hierbij ongehinderd in de ruimte, 

  
 <EMI ID=27.1> 

  
een zijde van de kraantoren naar de andere over de  vertikale li jn in de middenpositie heen.

  
Uitvoeringsvorm Ib (fig. 9, 9bis, 9ter). 

  
De uitvoeringsvorm met enkelvoudige giek 32 en hulpgiek
14 in combinatie met een compensatie-giek 26 omvat een analoge uitvoering t.o.v. de uitvoeringsvorm volgens la.

  
De kraan volgens deze uitvoeringsvorm bestaat uit een

  
 <EMI ID=28.1> 

  
hulpgiek 14 met geleidingsfreem.

  
De uitvoeringsvorm onderscheidt zich van deze volgens

  
la door andere middelen die het horizontale lasttraject verzekeren. 

  
De ze als lb betitelde uitvoeringsvorm vormt essentieel het onderwerp uit van fig. 9.

  
Figuur 9 ter stelt volgens een perspectivische voorstelling het kabelverloop voor. Eén der vier hijskabels volgt een als volgt te beschrijven weg.

  
De kabel loopt van de hi j strommel 24 naar de kabel schijf
25 in het achterste uiteinde van de arm 26 van de compensatiegiek en vervolgens naar de schijven 27 - 28 - 29 - 30 in het T-vormig giekuiteinde, en zoals in de uitvoeringsvorm volgens

  
 <EMI ID=29.1> 

  
ner- of stukgoed-laatjuk.

  
Een nieuw element tegenover Ia is de compensatiegiek. Deze compensatiegiek bestaande essentieel uit een scharnierende arm 26, aan de hoofdgiek 32 gekoppeld, stangensysteem 31 volgt synchroon de hoofdgiekbeweging terwijl de geometrie van de figuur gevormd door de kabel-afbuigings-punten er voor zorgt dat de som van de kabellengten tussen trommel 24, schijf 25, schijven 27-30 tot aan de last zodanig evolueert dat de last,  tijde ns de top- of zwaaibeweg ing van de giek 32 op een horizontale beweegt.

  
De arm 26 van de compensatie-giek is zodanig opge steld dat de door de giek 32 beschreven beweging in een vertikaal zwaaivlak niet gehinderd wordt. Zowel de giek 32 als de arm
26, passeren de middenstand en laten het, voor de uitvinding specifieke, symmetrische lastbereik toe. De arm 26 is door

  
de scharniere nde stangen 31 zodanig verbonden dat de armlangsas stee ds evenwijdig blijft aan de langsas van de giek
32. 

  
De door de figuren 9 en 9ter. voorgestelde hefbomen 34 zijn hiervoor voorzien aan de giek 32 en de arm 26 van de compensatie-giek. De door de compensatie-armschijven 25 beschre ven vlakken liggen aan de tegengestelde zijde van de toren 2 t.o.v. de aandrijfstangen 31. De compensatiearm is in twee radiaallagers 33 bovenop de toren gelagerd.

  
Het kabelschijven-systeem 27-30 is analoog aan uitvoeringsvorm Ia met dien verstande dat de hijskabel rechtstreeks van de hijstrommel naar de last loopt via de betrokken schijven, in uitvoeringsvorm Ia bevat de kabelloop 3 inscheringen tussen torenkop en giekkop.

  
In de uitvoeringsvorm Ib van de uitvinding is de werking van de hele giek, hulpgiek en geleidingsfreem analoog aan deze beschreven voor de uitvoeringsvorm Ia.

  
Uitvoeringsvorm II.

  
 <EMI ID=30.1> 

  
Deze hijskraan, voor het behandelen van lasten, onder meer containers en grijpers voor allerhande stortgoederen, is

  
 <EMI ID=31.1> 

  
a) een kraanportaal, bestaande uit twee wielbalken
35, een monoligger 36, een vertikale toren 37, en

  
een kraanrijmechanisme 38, b) een samengesteld giek-systeem bestaande uit : een steunbalk 39, een bek of topgiek 40, een trekbalk

  
41, een steunbalk-trekker 42, een vertikaal bewegende geleidingswagen 43 en een uitbalanceringsarm 44  met tegengewicht 44'. 

  
Het geheel van de samengestelde giek vormt een scharnierend parallelogram waarvan elk van de hogergenoemde giek-elementen ee n zijde of ge dee lte van een zijde vormt.

  
De topgiek 40 omvat een gieklichaam, waarvan het onderste uiteinde uigerust is met een last-ophang-freem 45 dat gedurende  de topbeweging een correcte horizontale baan volgt. Dit freem scharniert t.o.v. de topgiek rond een horizontale as en beweegt zich, overeenkomstig het principe dat de uitvinding kenmerkt, links en rechts, in zijzicht beschouwd ten opzichte  van de toren 37, terwijl de steunbalk 39 in de middenpositie over zijn vertikale stand heen scharniert.

  
Het last-ophangfreem 45 is voorzien van kabelschijven 

  
 <EMI ID=32.1> 

  
zijdelings tegen de topgiek aangebracht. De vier hijskabels gaan via de kabelschijven 48 naar de lastjuk-sehijven en zijn vervolgens opgehangen aan de verende ophangpunten van het ophangfreem waarin een lastbegrenzing 49 is ingebouwd. Ook de stuurcabine 60 is opgehangen aan last-ophangfreem 45.

  
De topgiek of bek 40 is scharnierend bevestigd tegen de steunbalk 39. De draaias 50 is horizontaal en evenwijdig aan de draaias van het ophangfreem 45. 

  
 <EMI ID=33.1> 

  
wentelt. Topgiek 40 en steunbalk 39 bewegen in de vertikale stand naast elkaar door terwijl hijskabels in evenwijdige vertikale vlakken bewegen aan de andere zijde van de bek t.o.v.

  
de steunbalk.

  
Tijdens de scharnierbeweging van de topgiek 40 wordt het lastophangfreem 45, dat voorzien is van kabelschijven 48, ophangpunten 49 voor de vier dode kabe lparten 47, belet te kantelen.

  
Hiervoor is een inrichting 55 voorzien bestaande uit een trommel 56, samengelast met freem 45, een trommel, deeluitmakend van de steunbalkas 50, en een stel transmissiekabels 57.

  
Alle koppels, uitgeoefend door uitwendige krachten, t.o.v. het freemscharnier, worden door deze horizontaalhoudende inrichting opgenomen.

  
De steunbalk 39, scharnierend rondom de as 51, is een stijve, gelaste balk, die het steunelement vormt van heel het gieksysteem t.o. v. de kraantoren, en ook alle op dit gieksys-  teem uitgeoefende horizontale effecten opneemt. De scharnieras
51 bestaat uit een door de toren gaande buisvormige as, tussen steunbalk en tegengewichtsarm 44 torsievast gemonteerd.

  
Het tegengewicht 44' maakt correct evenwicht met het giekgewicht.

  
De steunbalk 39 bevat nagenoeg halverwege zijn lengte een scharnierende stang 42 die ook een zijde vormt van het schar-

  
 <EMI ID=34.1> 

  
van de ge le iding swage n 53.

  
Aan ditzelfde scharnier 53 is de hoofdtrekker 41 verbonden die een verbinding vormt tussen geleidingswagen 53 en bek 40 Het topmechanisme 52 en 52' is dubbel uitgevoerd, d.w.z. dat twee van de scharnierpunten van het parallelogram worden aange dreven. Elk mechanisme dr ijft twee stangen aan. Het eerste aandrijfmechanisme 52 is geinstalleerd in het scharnier 

  
50 en verdraait de bek 40 t.o.v. de steunbalk 39. Het tweede mechanisme 52' is geinstalleerd in het scharnierpunt 54 en verdraait de steunbalk-trekker 42 t.o.v. de steunbalk 39.

  
Elk der aandrijfmechanismen 52 en 52' omvat een motor,

  
rem, reductor en rondselas met rondsel, ingrijpend met een  tandkroonsector.

  
De aandrijfgroepen 52 en 52' bevinden zich op de steunbalk 39 en de tandkronen zijn op de aangedreven stangen, respectievelijk 40 en 42 gemonteerd.

  
De motoren 52 en 52' zijn electriach gesynchroniseerd om,

  
in de centrale positie (vertikale stand), het parallelogram synchroon te ontplooien vanuit de ze midden positie waarin alle elementen in één vlak samengescharnierd zijn.

  
Volgens de essentiële eigenschap van de uitvinding kan das het hele parallelogramsysteem, dat de samengestelde giek vertegenwoordigt, over de middenpositie heen gescharnierd worden  en in zijaanzicht beschouwd van links naar rechts t.o.v. de  toren 37 bewegen, zodat de gehesen last, ook links en rechts
(volgens fig. 10) van de kraansymmetrieas, de uiterste standen kan bereiken.

  
Tijdens de scharnierbeweging van het parallelogram wordt het scharnierpunt tussen : steunbalk-trekker 42, geleidingswagen
43, en hoofdtrekker 41 over een rechte, vertikale baan geleid

  
 <EMI ID=35.1> 

  
Deze geleidingswagen 43 is ten opzichte van de toren 37, in alle richtingen door geleidingswielen ondersteund, zodat een regelmatige, evenwichtige beweging van het scharnierpunt 53 wordt bekomen.

  
Hiertoe is de toren 37 uitgerust met vier geleidingsbanen (rails) op de hoekpunten van de rechthoekige, loodrechte doorsnede van het torenlichaam. De geleidingswagen wordt uitgebalanceerd door een aandeel in het tegengewicht 44' en is

  
in de laagste stand begrensd door buffers. 

  
Uitvoeringsvormen lila - IIIb - IV.

  
 <EMI ID=36.1> 

  
de kraan. volgens de uitvinding, in staat een doorlopende beweging van het gieksysteem van links naar rechts t.o.v. de kraantoren, in zijaanzicht beschouwd, te beschrijven en wel

  
 <EMI ID=37.1> 

  
Analoge alternatieve uitvoeringsvormen van Ia, Ib en II  worden bekomen door over te gaan tot dubbelzijdige uitvoerings-

  
 <EMI ID=38.1> 

  
Onder een dubbelzijdige uitvoeringsvorm wordt verstaan dat de scharnierende elementen van de éénzijdige uitvoeringsvorm in tweevoud voorkomen in ee n kraan met enkel portaal en dubbele toren.

  
 <EMI ID=39.1> 

  
samengeste ld uit twee evenwijdige en gelijkvormige gieksystemen, beschreven onder respectievelijk Ia, Ib, II.

  
Deze dubbele giek systemen worden onderling gekoppeld.

  
 <EMI ID=40.1> 

  
mige giekuiteinden worden horizontaal verbonden door een stijve balk 58 (fig.ll) of 59 (fig.12) en tot een brug geconstrueerd, die door twee top-mechanismen wordt omgezwaaid. Het last-begeleidend freem blijft enkelvoudig, maar verbindt de twee hulpgieken aan hun onderste uiteinden. De hijslieren en kabelschijven worden verdeeld over de twee helften. Deze  <EMI ID=41.1> 

  
kranen, d.w.z. geschikt voor juk, enkele haak, containerjuk of grijperbedrijf.

  
Voor de uitvoeringsvorm IV geldt :

  
De topgieken 40' worden dubbel uitgevoerd en onderaan verbonden door :

  
het lastophangfreem 45.

  
Het freem met de hijslier 46 vormt de tweede of bovenste verbinding tussen de topgieken. Steunbalken, trekkers en torens worden symmetrisch uitgevoerd. Ook de tegengewichten komen aan elke zijde voor. De topmechanismen 52 zijn ontdubbeld : twee voor elke steunbalk. Het portaal is in breedte aan te passen om twee torens, mét elk een geleidingswagen op te vangen.

  
 <EMI ID=42.1> 

  
de hierboven beschreven uitvoeringsvormen en dat vele veranderingen hieraan toe kunnen gevoegd worden zonder buiten het  kader van deze octrooiaanvrage te treden.

Claims (24)

CONCLUSIES :
1. Kraan voor het behandelen van lasten, o.m. containers, die over een dergelijke afstand door bedoelde kraan dienen verplaatst te worden dat middelen moeten voazien worden om de last nagenoeg horizontaal te verplaatsen en de pendel-hoogte van de last t.o .v. zijn ophangpunt te verminderen, met het kenmerk dat zij uitgerust is met een giek die scharnierend ondersteund wordt door een portaal met kraantoren en wel zodanig dat de
giek of het samengesteld gieksysteem van de ene zijde van de toren naar de andere over de loodlijn heen, rondom een horizontale giekas kan zwaaien, waarbij de last over een horizontale baan in de ruimte wordt verplaatst.
2. Kraan volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat het bovenste uiteinde van de giek T-vormig is uitgevoerd waarbij de door een hijsl ier opgewonden hijskabels voor de last, die zich aan één zijde van het zwaaivlak van de giek be- <EMI ID=43.1>
bedoeld zwaaivlak bevindt, over kabelschijven in de T-vormige giekkop gelagerd, worden gevoerd.
3. Kraan volgens één der conclusies 1 of 2, met het kenmerk dat zij is uitgerust met een drievoudige inschering
van de hijskabels tussen de T-vormige top van de giek en de
top van de kraantoren, waardoor, tijdens de zwaaibeweging
van de giek, een nagenoeg horizontale verplaatsing van de last verzekerd wordt.
4. Kraan volgens één van de conclusies 1 of 2, met het kenmerk dat ter verzeker ing van de horizontale lastverplaatsing, zij is uitgerust met een compensatiegiek, die hoofdzakelijk
een op de top van de kraantoren in een vertikaal vlak wentelende arm bevat die langs de zijde van hogerbedoelde giek door een stangenscharnier met deze giek is verbonden terwijl het vrije uiteinde van deze arm met tenminste twee kabelschijven voor elke hijskabel is uitgerust, één en ander zodanig dat
de veranderlijke geometrie van de .hijskabels tijdens de zwaaibeweging van de giek de horizontale of nagenoeg horizontale verplaatsing van de last verzekert.
5. Kraan volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat hogerbedoelde kabelschijven zodanig t.o.v. het vrije uiteinde van hogerbedoelde wentelende arm zijn gemonteerd dat hogerbe- doelde hijskabels beurtelings over de ene en over de andere
<EMI ID=44.1>
ene of de andere zijde van de kraantoren bevindt.
6. Kraan volgens conclusies 1, 2, 3 met het kenmerk dat de laatste der kabelparte n van de drievoudige inschering in de T-vormige giektop zodanig door een stel van twee kabelschijven wordt geleid dat in alle standen van de giek, de kabelgeleiding over tenminste één kabelschijf verzekerd blijft.
7. Kraan volgens één van de conclusies 1, 2, 4 of 5, met
<EMI ID=45.1>
die bestaat uit een wentelende t.o.v. de top van de kraantoren scharnierend gemonteerd T-vormig stuk waarvan het vrije uiteinde van het middenstuk of lijf minstens een kabelschijf
draagt voor een hijskabel en waarvan de vrije uiteinden van
de armen, die zich op gelijke afstanden van de wentelas van
het T-vormig stuk bevinden, scharnierend zijn verbonden met stangen die met hun ander uiteinde scharnierend zijn verbonden met de uiteinden van twee armen die zich langs weerszijden van de giek, ter hoogte van de giekas, uitstrekken en deel uitmaken van deze giek, derwijze dat de twee laatstgenoemde armen, de armen van het T-vormig stuk en hogerbedoelde stangen een vervormbaar parallelogram bepalen dat, in functie van de wenteling van de giek van de kraan, de wenteling van het lijf van hogerbedoeld T-vormig stuk verzekert, een en ander zodanig dat de veranderlijke geometrie van de hijskabels, tijdens de zwaaibeweging van de giek éen horizontale of nagenoeg horizontale baan van de last verzekert.
8. Kraan volgens één van de conclusies 1 tot 7 met
het kenmerk dat de giek nog is uitgerust met een hulpgiek
die de last horizontaal gele idt of stabiliseert en de pendellengte t.o.v. het ophangpunt vermindert, welke hulpgiek op hogerbedoelde giek, scharnierend is gemonteerd en zich vanaf
de giek in de richting van de last uitstrekt en met het verdere kenmerk dat middelen zijn voorzien om de hulpgiek synchroon met de giek te bewegen.
9. Kraan volgens conclusie 8 met het kenmerk dat bedoelde midde len er in bestaan dat de aandrijving van de hulpgiek wordt gerealiseerd door een kabeloverbrenging tussen een vaste trommel, concentrisch gemonteerd t.o.v. de horizontale giekdraaias en onbeweeglijk t.o.v. de kraantoren, en een tweede kabeltrommel met een diameter gelijk aan de helft van de eerste, en dat de tweede kabeltrommel deel uitmaakt van de hulpgiek en concentrisch gemonteerd is met de draaias van de hulpgiek t.o.v. de giek zodat deze aandrijving gedurende de volledige zwaaibeweging van de hulpgiek t.o.v. de hoofdgiek wordt verzekerd.
10. Kraan volgens de conclusies 1 - 9 met het kenmerk dat zij is uitgerust met een, in het onde rste uite inde van de hulpgiek scharnierend bevestigd freem met kabelschijven dat de hijskabelparten van de T-vormige giekkop opvangt en verder geleidt naar een lastjuk waarbij middelen zijn voorzien om voornoemd freem horizontaal te houden.
11. Kraan volgens conclusie 10, met het kenmerk dat bedoelde middelen erin bestaan dat een parallelogramvormend stangenstelsel met de giek medescharniert en waarvan één zijde onbeweeglijk wordt gehouden t.o.v. de kraantoren, ee n tweede parallelogramstelsel aandrijft, zodat de parallelogramzijde gevormd door de scharnierpunten met hogerbedoeld freem horizontaal blijft tijdens de volledige zwaaibeweging van giek en hulpgiek.
12. Kraan volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de giek is uitgevoerd volgens het principe van het vervormbaar parallelogram waarbij alle t.o.v. elkaar scharnierend beves-
<EMI ID=46.1> evenwijdige vlakken gezwaaid worden zodanig dat het uiteinde van het zich boven de last bevindend element op een horizontale baan beweegt gedurende de zwaaibeweging die de last verplaatst van de ene zijde van de kraantoren, naar de andere, over de vertikale lijn heen.
13. Kraan volgens conclusie 12, met het kenmerk dat voorgenoemd parallelogram wordt gevormd door een topgiek
aan het voorste uiteinde van dewelke de last wordt opgehangen, welke topgiek op ongeveer twee derden van zijn.lengte, gemeten vanaf hogerbedoeld uiteinde, een scharnierpunt vertoont voor een steunbalk behorende tot voorgenoemd parallelogram die scharnierend is verbonden met hogergenoemde kraantoren, waarbij verder he t eerste van de twee laatste elementen of zijden van voorgenoemd parllelogram gevormd wordt door een steunbalktrekker die, enerzijds scharnierend is verbonden met een wagen die vertikaal langs een hogerbedoelde kraantoren wordt geleid en anderzijds scharnierend is verbonden met een punt van hogerbedoelde steunbalk, en tenslotte het laatste element van hogerbedoeld parallelogram gevormd wordt door een trekbalk die enerzijds scharnierend is verbonden met bedoelde wagen en anderzijds met het uiteinde van hogerbedoelde topgiek dat van de te dragen last is afgekeerd.
14. Kraan conclusie 13, met het kenmerk dat hogerbedoelde wagen met tenminste zes loopwielen is uitgerust
<EMI ID=47.1>
voorzien is van vier looprails, waartoe twee wielen de duwkracht van bedoelde wagen op bedoelde rails opvangen en de vier andere, langs de andere zijde van de kraantoren voorziene wielen de geleiding van de wagen langsheen bedoelde rails verzekeren.
15. Kraan volgens één van de conclusies 12, 13 of 14, met het kenmerk dat de vervorming van hogerbedoeld parallelogram in alle standen synchroon verloopt voor wat betreft het
<EMI ID=48.1>
parallelogram, en dit evenzeer in de z.g. middenpositie van het parallelogram, waarbij d e limiet van dit vervormd parallelogram een rechte lijn is, waartoe middelen zijn voorzien om het gelijkmatige en synchroon ontplooien van het parallelogram
van uit deze middenpositie mogelijk te maken.
16. Kraan volge ns conclusie 15, met het kenmerk dat voornoemde middelen om het parallelogram te ontplooien gevormd worden door een mechanisme dat telkens twee der hogergenoemde elementen of zijden die twee hoeken van het parallelogram bepalen, elk aangedreven worden door een mechanisme dat een element of zijde t.o.v. de andere verdraait over een hoek die
<EMI ID=49.1>
ophangen van de last van de ene zijde van de kraantoren naar
de andere, over de vertikale lijn heen, te verplaatsen. i
17. Kraan volgens conclusie 16, met het kenmerk dat
naast voornoemd mechanisme voor minstens één, doch bij voorkeur twee van de scharnierpunten van hogerbedoeld parallelogram ook nog een gesynchroniseerde aandrijving van hogerbedoelde steunbalk t.o.v. de kraantoren voorzien wordt.
18. Kraan volgens één van de conclusies 12 tot 17, met het kenmerk dat aan het voorste uiteinde van hogerbedoelde topgiek een lastophangfreem scharnierend is bevestigd, waarbij dit freem voorzien is van kabelschijven en ophangpunten voor
de dode kabelparten en van een stuurcabine.
19. Kraan volgens één van de conclusies 12 tot 18, met het kenmerk dat voornoemd lastophangfreem horizontaal wordt gehouden door toepassing van een kabeltrommel-synchronisatie- inrichting.
20.Kraan volgens één van de conclusies 12 tot 19, met het kenmerk dat hogerbedoelde steunbalk t.o.v. de kraantoren scharniert door middel van een doorgaande buibas, dragend in in de kraantoren voorziene lagers waarbij bedoelde steungiek, voorbij zijn scharnier op bedoelde kraantorén met een tegengewichtsarm is verlengd,die aan zijn vrij uiteinde met een tegengewicht is uitgerust, zodat het totaal eigen gewichtsmo-
<EMI ID=50.1>
van bedoelde steunbalk voor elke stand van het parallelogram volledig in evenwicht is met het moment van de tegengewichtsarm t.o.v. de giekas.
21. Kraan volgens één van de conclusies 1 tot 20,met het kenmerk dat de hoger beschreven giek of het hoger beschreven gieksysteem dubbel wordt uitgevoerd, zodat in deze z.g. dubbelvormige uitvoer ing de giek of het samengesteld giek systeem als een spiegelbeeld terug te vinden is langs de andere zijde van
<EMI ID=51.1>
systeem, waarbij dus twee kraantorens worden voorzien en
bruggen de verbinding vormen tussen hetzij de giekkoppen van
de enkelvoudige giekarmen of de van het lastophangfreem afge- keerd uiteinde van hogerbedoelde topgiek in de parallelogram- vormige uitvoering en, tenslotte, in deze laatste uitvoeringsvorm bedoeld lastophangfreem de verbinding vormt tussen de andere uiteinden van de hogerbedoelde topgieken.
22. Kraan volgens één van de conclusies 12 tot 21, met het kenmerk dat het hijsmechanisme op hetzelfde element van
het scharnierend parallelogram is gemonteerd als hogerbedoeld lastophangfreem.
23. Kraan volgens één van de conclusies 12 tot 22, met het kenmerk dat hogerbedoeld scharnierend parallelogram als alternatief wordt omgebouwd tot een gelijkbenige driehoek met veranderlijke basis, door het bovenste uiteinde van de bek te verlengen tot dit uite inde (in zijaanzicht beschouwd) de vertikale torenas snijdt, waarbij dus twee zijden van het parallelogram wegvallen zodat hogerbedoelde geleidingswagen het aanliggend uiteinde van hogerbedoelde topgiek ge leidt.
24. Kraan zoals hierboven beschreven of in de hieraan toegevoegde figuren voorgesteld.
BE0/200387A 1980-04-25 1980-04-25 Kraan BE882998A (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE0/200387A BE882998A (nl) 1980-04-25 1980-04-25 Kraan
NL8003262A NL8003262A (nl) 1980-04-25 1980-06-04 Kraan.
JP11855280A JPS56155191A (en) 1980-04-25 1980-08-29 Crane
IT12634/80A IT1151494B (it) 1980-04-25 1980-08-29 Gru a braccio mobile per muovere un carico in particolare un contenitore lungo un percorso orizzontale e simmetricamente rispetto alla posizione mediana verticale del braccio
FI811263A FI811263L (fi) 1980-04-25 1981-04-23 Lyftkran
EP81200451A EP0039529A3 (fr) 1980-04-25 1981-04-24 Grue
PT72917A PT72917B (fr) 1980-04-25 1981-04-24 Grue
ES501632A ES501632A0 (es) 1980-04-25 1981-04-24 Grua para la manipulacion de cargas

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE0/200387A BE882998A (nl) 1980-04-25 1980-04-25 Kraan
BE882998 1980-04-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE882998A true BE882998A (nl) 1980-08-18

Family

ID=25652041

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE0/200387A BE882998A (nl) 1980-04-25 1980-04-25 Kraan

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE882998A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106927382A (zh) * 2017-03-30 2017-07-07 中石化石油工程技术服务有限公司 电子测斜仪用井口滑轮装置

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106927382A (zh) * 2017-03-30 2017-07-07 中石化石油工程技术服务有限公司 电子测斜仪用井口滑轮装置

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP7168718B2 (ja) 改良された可動式カウンタウエイトを備えた吊り上げクレーン
US4196816A (en) Heavy duty crane
US3247974A (en) Grab stabilizer for cranes
USRE40869E1 (en) Drag line bucket control
US20030227186A1 (en) Device for changing the rigging of the pulley blocks of a crane
JP6701362B2 (ja) Stsマルチトロリーポータルガントリーコンテナクレーン
US8573419B2 (en) Swing drive system for cranes
NL7909035A (nl) Hefinrichting, zoals armkraan of portaalkraan, voor het hanteren van containers.
JPS61203095A (ja) カウンタバランス型クレ−ン
CA2298730C (en) Hoist
KR20060133882A (ko) 카고 컨테이너 처리 갠트리 크레인들을 위한 와이어 로프권취 지지 시스템
CN114031004A (zh) 一种吊运机
WO2013075454A1 (zh) 一种起重机及其超起装置
US3550788A (en) Overhead traveling crane and hoist mechanism therefor
JP2003040577A (ja) 橋形クレーン
NL8003262A (nl) Kraan.
BE882998A (nl) Kraan
GB2304681A (en) Overhead Crane Construction
KR20010021248A (ko) 크레인 장치
US4220246A (en) Sheave adjustable balance crane
JP5529438B2 (ja) クレーンのロープ掛け構造
NL2022877B1 (en) heave compensated dual hoist crane
US3709375A (en) Cranes
JP3470801B2 (ja) 吊具旋回振れ止め装置
JP3268260B2 (ja) ダブルリンク式クレーン

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: BOOMSE METAALWERKEN

Effective date: 19870430