<EMI ID=1.1>
Onderhavige uitvinding betreft werkwijzen en inrichtingen voor het opnemen van soepele vellen; i.h.b. tekstielstofbanen van een stapel. Dergelijke werkwijzen en inrichtingen zijn algemeen
<EMI ID=2.1>
systemen bekend voor dit doel. De uitvinding betreft een t.o.v. al deze vroegere methoden en systemen, i.h.b. ten opziohte van
<EMI ID=3.1>
inrichting, met het doel de universele toepasbaarheid ervan tot een zo breed mogelijk gamma van vellen (tekstuur, ruwheid, gewicht, dikte, rekbaarheid enz.) uit te breiden.
In dit Brits ootrooi wordt aanbevolen de vellen met de gladste oppervlakken bovenaan in de stapel te situeren en progressief naar onder toe de vellen met ruwer oppervlak te leggen. In de praktijk is dit echter niet altijd doenbaar. Het kan derhalve gebeuren dat de natuurlijke onderlinge aanhechting tussen een reeks bovenste vellen in de stapel groter is dan op een lager niveau in de stapel. Bij het uitrekken zal er dus een neiging bestaan dat deze reeks bovenste vellen enigszins meerekken met het af te nemen vel aan het oppervlak van de stapel en dat een voortijdige afscheiding plaatsvindt op een lager niveau in de stapel terwijl een onvoldoende of moeilijke afscheiding optreedt tussen oppervlaktevel en onmiddellijk daaronder liggende vel.
Aan dit euvel kan onverwacht verholpen worden door bijv. tijdens de afsoheidingsbewerking in het op te nemen vel een soort
<EMI ID=4.1>
wordt o.a. ook nog een oplossing voorgesteld die de toepassing van een speciaal type opneemkoppen omvat waarbij de drukschoenen zo zijn uitgevoerd dat ze tijdens de opspanfase van het vel regelbaar meebe-
<EMI ID=5.1>
hoefte aan systemen die een minimum van voorzorgsmaatregelen vereisen om onder breed uiteenlopende omstandigheden bedrijfzeker vellen van stapels te kunnen opnemen en waarbij bijv. fijnregeling van de opneemkoppen (uitsteeklengte van de uitsteeksels uit de prikorganen,
<EMI ID=6.1>
greep (aanvoelen) te bepalen welke stofaard beter zal scheiden dan welke andere om vooraf een gunstige rangschikking in de stapel voor het opnemen te verzekeren.
Onderhavige uitvinding verschaft thans maatregelen en
<EMI ID=7.1>
zodoende de universaliteit van de vroeger geoctrooieerde opneemsystemen sterk bevorderen. De uitvinding laat in het bijzonder toe de opneembewerking feilloos door te voeren op stapels, opgebouwd uit vellen met onderling versohillende samenstelling, tekstuur, appret, dikte, rekbaarheid, oppervlakteruwheid en gewicht en waarbij tege-
<EMI ID=8.1>
de uitvinding bijv. mogelijk feilloos vellen op te nemen van een stapel die opgebouwd is uit éénzijdig geruwde stoffen die onderling
<EMI ID=9.1>
gestapeld hetzij al dan niet beurtelings met rechtse kanten op elkaar en averechtse kanten op elkaar hetzij rechtse op averechtse
<EMI ID=10.1>
dezelfde stapel.
Teneinde onder toepassing van de werkwijzen beschreven o.a. in het Brits octrooi 1.443*498 of in de Belgische oo�rooiaanvrage
7650 (1976) van aanvrager doeltreffend opneembewerkingen van stapels in bovenvermelde toestanden te kunnen uitvoeren werd nu gevonden dat een aantal vellen die vlak onder het bovenste af te nemen vel liggen onderling plaatselijk en losmaakbaar verankerd dienen te worden. De verankeringsplaatsen zijn bij voorkeur niet willekeurig verspreid
<EMI ID=11.1>
de verankeringsplaatsen behorend tot dezelfde reeks nagenoeg loodrecht onder elkaar liggen.
Dit verankeringsprincipe kan praktisch verwezenlijkt worden
<EMI ID=12.1>
de stapel te brengen zodanig dat hun boveneinde (hierna te noemen
<EMI ID=13.1>
moeten uiteindelijk waarborgen dat telkens slechts het gewenste aantal op te nemen bovenliggende vellen (meestal één per één) worden afgescheiden van de stapel en dat bovendien de stapel of een deel ervan door de afscheidingsbeverkingen voor het bovenste vel nergens verschuift of op een lager niveau afsdeidt en mee opgetild wordt. Ook
<EMI ID=14.1> <EMI ID=15.1>
Toldoen, bijv. door de naaldkoppen naar boven toe iets te laten verdikken (bijv. konisoh).
<EMI ID=16.1> <EMI ID=17.1>
opwelving van het vel op de uitsteeksels (en de spanning op het vel) de greep van de opneeakop op dit vel bijzonder stevig is. Elke hapering van het op te nemen vel op de naaldkop kan overigens de spanning en dus ook de klemming van het vel op de uitsteeksels van de opnemers in de hand werken en i.p.v. het vel van de opnemer af te trekken - een gevaar voor schending (scheuren) van het vel op de uitsteeksels met zich brengen. De wrijvingskraohten van het vel op
<EMI ID=18.1>
kleiner zijn dan de soheurweerstand van het vel, Proefondervindelijk werd echter vastgesteld dat de orde van grootte van naaldkopdikte,
<EMI ID=19.1>
zou bewerkstelligen of een schending van het vel op deze uitsteeksels met zich zou brengen, buiten het bereik valt van de naaldkopdikten die gesohikt bevonden werden om aan de twee eerste bovenvermelde funktionele behoeften te voldoen.
Principieel kunnen de reeksen verankeringsplaatsen, i.h.b. de naaldvoraige elementen in willekeurige plaatsen in het bovenvlak van de stapel ingebracht worden ; ook hun aantal is niet bijzonder
<EMI ID=20.1>
plaatsen of naaldvormige elementen in de omgeving van de grijpzones, meer bepaald van de opneemkoppen te monteren, in het bijzonder wanneer deze koppen op de stap! drukken omdat hierdoor de aanheohting van de vellen onderling ekstra bevorderd wordt.
Soms gebeurt het dat bepaalde zones in de stapel een grotere natuurlijke aanheohting vertonen dan andere : bijv. bepaalde stapelranden waar een sterkere verstrengeling van uitgerafelde randen
<EMI ID=21.1>
waar met behulp van een bijv. verhitte naald gaatjes werden geboord als blijvend merkteken in de stofbanen, maar waardoor tegelijk enige plaatselijke aaneenkitting van de lagen onderling ontstaat. In derge-lijke gevallen kan het aangewezen zijn een geschikt naaldvormig verankeringselement volgens de uitvinding in de nabijheid van
deze zones aan te brengen.
De uitvinding omvat ook inriohtingen die geschikt zijn om de naaldvormige elementen doelmatig in de stapel te brengen. Deze inriohtingen omvatten in hoofdzaak een houder voor het naaldvormige element in welke houder dit element met zijn boveneinde (de naaldkop) losaaakbaar is ingeklemd.
Enkele uitvoeringsvormen van de uitvinding worden thans bij wijze van voorbeeld nader toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen waarin figuur 1 een opneemelement voorstelt boven een vellenstapel waaraan de naaldenhouder is bevestigd ; figuur 2 een los van het opneemelement op een raamwerk bevestigbare naaldenhouder weergeeft.
<EMI ID=22.1>
element 4 is (desgewenst verstelbaar) een stift 7 ingeklemd terwijl omheen het element een oilindrisoh lichaam 8 vertikaal verschuifbaar over een afstand bepaald door uitsparing 5 en schroef 9 is aangebracht. In de onderkant van dit lichaam 8 is een vertikale boring voorzien waardoorheen de stift 7 kan op en neer sohuiven.
<EMI ID=23.1>
zorgt ervoor dat de naald geklemd bli jft zitten in de boring en er niet uitvalt* Bij het starten van de eerste opneembewerking worden nu de stapel vellen 12 en de opnemer met naaldenhouder naar elkaar toegebracht zoals gesuggereerd met pijl 13. De naald 10 prikt doorheen de stapel en het oilindrisoh lichaam 8 schuift omhoog over het element 4 zodat de stift 7 de naald 10 omlaag voorbij het klemkogeltje uit de bering duwt. Nadat de opneemkop het bovenste vel van de
<EMI ID=24.1>
iets dieper drukken in de stapel (over een afstand die ongeveer gelijk is aan de dikte van het vooraf opgenomen vel).
<EMI ID=25.1>
type Singer "Class" 21 x 125 en 16 x 87 worden geschikt bevonden. Teneinde alle vellen van de stapel tot de onderste toe te kunnen opnemen is het gewenst een onderkussen voor de stapel op de opneemtafel te leggen met een samengedrukte dikte die iets groter is dan de toegepaste naaldlengte. Het onderkussen zal bij voorkeur uit een
<EMI ID=26.1>
Toor het geval men de naalden in de stapel wil aanbrengen op andere plaatsen dan in de onmiddellijke omgeving van de opneem-
<EMI ID=27.1> is terug verstelbaar in hoogte (klemschroef 6) in het verbindingsstuk 3 gemonteerd. Omheen de onderkant van het oilindrisoh lichaam 8 kan echter een ring 14, verstelbaar in hoogte worden bevestigd.
Deze ring heeft tot doel de uitsteekhoogte van naald 10 boven de
<EMI ID=28.1>
voordeel plaatselijk een zekere druk uit te oefenen op de stapel bij het indrukken van de naald. De werking van deze naaldenhouder is overigens analoog aan deze hiervoor beschreven.
De werkwijzen en opneeminriohtingen beschreven in het
<EMI ID=29.1>
de opneemkoppen, opprikken van het vel van de stapel, opspannen van het opgeprikte vel en tenslotte opliohten van dit opgespannen vel. Bij toepassing van het verankeringsprinoipe in de stapel volgens
de uitvinding bij deze opnéemsystemen is verrassenderwijze gebleken dat bij de opspanfaze de kans op schending door overmatig rekken, teneinde een voldoende afscheiding te kunnen verwezenlijken, gevoelig
<EMI ID=30.1>
stand op een minimum in te stellen, juist voldoende om de kleine opwelving voort te brengen tussen de drukschoenen terwijl ook de rekkracht van de tegenoverliggende opneemkop gevoelig kan verminderd worden.
Wanneer stoffen met een aanzienlijk onderling verschil in elasticiteit in de stapel aanwezig zijn zal men als nora voor de regeling van de rekafstand aannemen deze afstand die nodig is om
de minst rekbare vellen te scheiden.
Een variante uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat bijv, ook nog in het geval dat men slechts twee tegenover elkaar liggende opneemkoppen boven de stapel aanbrengt tussen dewelke het opgeprikte vel opgespannen wordt.
<EMI ID = 1.1>
The present invention relates to methods and apparatus for taking up flexible sheets; in particular textile fabric webs of a stack. Such methods and devices are common
<EMI ID = 2.1>
systems known for this purpose. The invention relates to all these earlier methods and systems, in particular in view of
<EMI ID = 3.1>
device, with the aim of extending its universal applicability to the widest possible range of sheets (texture, roughness, weight, thickness, stretchability, etc.).
In this British echo, it is recommended that the sheets with the smoothest surfaces be located at the top of the stack and the sheets with the rougher surface are laid progressively downwards. However, this is not always feasible in practice. It may therefore happen that the natural mutual adhesion between a series of top sheets in the stack is greater than at a lower level in the stack. Thus, in stretching, there will be a tendency for this series of top sheets to stretch slightly with the sheet to be removed at the surface of the stack and for premature separation to occur at a lower level in the stack while insufficient or difficult separation occurs between surface sheets. and immediately underlying sheet.
This shortcoming can be unexpectedly remedied by, for example, during the removal operation in the sheet to be included a kind of
<EMI ID = 4.1>
Among other things, a solution is also proposed which comprises the use of a special type of receiving heads in which the pressure shoes are designed in such a way that they controllably during the tensioning phase of the sheet.
<EMI ID = 5.1>
need for systems that require a minimum of precautions to be able to reliably pick up sheets from stacks under a wide variety of conditions and where, for example, fine adjustment of the pick-up heads (protrusion of the lancing device protrusions,
<EMI ID = 6.1>
grip (feel) to determine which material nature will separate better than any other to ensure a favorable arrangement in advance in the stack for receiving.
The present invention now provides features and
<EMI ID = 7.1>
thus greatly promoting the universality of the previously patented recording systems. In particular, the invention allows the take-up operation to be carried out flawlessly on stacks, built up from sheets of mutually differing composition, texture, size, thickness, extensibility, surface roughness and weight, and at the same time.
<EMI ID = 8.1>
the invention, for example, possible to take up flawlessly sheets from a stack that is built up from one-sided roughened materials which mutually
<EMI ID = 9.1>
stacked either alternately with right sides on top and purl sides together or right on purl sides
<EMI ID = 10.1>
the same pile.
In order to apply the methods described, inter alia, in British patent 1,443 * 498 or in Belgian patent application
7650 (1976) of Applicant in order to effectively perform stack pick-up operations in the above states, it has now been found that a plurality of sheets lying just below the top sheet to be picked up should be locally and releasably anchored to each other. The anchoring sites are preferably not randomly distributed
<EMI ID = 11.1>
the anchoring locations belonging to the same series are substantially perpendicular to each other.
This anchoring principle can be practically realized
<EMI ID = 12.1>
bring the stack such that their top end (hereinafter referred to as
<EMI ID = 13.1>
must ultimately ensure that only the desired number of top sheets to be picked up at a time (usually one at a time) are separated from the stack and, moreover, that the stack or part of it does not shift anywhere or separates at a lower level due to the top sheet separation restrictions, and is lifted with it. Also
<EMI ID = 14.1> <EMI ID = 15.1>
Sufficient, eg by letting the needle heads slightly thicken upwards (eg konisoh).
<EMI ID = 16.1> <EMI ID = 17.1>
curvature of the sheet on the protrusions (and the tension on the sheet) the grip of the recording head on this sheet is particularly firm. Any malfunction of the sheet to be picked up on the needle head can, incidentally, promote the tension and thus also the clamping of the sheet on the protrusions of the pick-up and instead of pulling the sheet off the pick-up - a risk of violation (tearing ) of the sheet on the protrusions. The frictional forces of the skin
<EMI ID = 18.1>
are smaller than the soheur resistance of the sheet. However, it has been determined by experiment that the order of magnitude of needle head thickness,
<EMI ID = 19.1>
would cause or cause a violation of the sheet on these protrusions to be beyond the range of needle head thicknesses found appropriate to meet the first two functional needs mentioned above.
In principle, the series of anchoring sites, in particular the needle-shaped elements are inserted at random locations in the top surface of the stack; their number is not special either
<EMI ID = 20.1>
places or needle-shaped elements in the vicinity of the gripping zones, in particular of the pick-up heads, especially when these heads are on the step! because this promotes the adherence of the sheets to each other.
Sometimes it happens that certain zones in the stack show a greater natural adherence than others: e.g. certain stack edges where a stronger entanglement of frayed edges
<EMI ID = 21.1>
where holes were drilled with the aid of, for example, a heated needle as a permanent mark in the fabric webs, but at the same time as a result of which some local adhesion of the layers to each other occurs. In such cases it may be appropriate to have a suitable needle-shaped anchoring element according to the invention in the vicinity of
these zones.
The invention also includes devices suitable for efficiently inserting the needle-shaped elements into the stack. These devices essentially comprise a holder for the needle-shaped element, in which holder this element is releasably clamped with its upper end (the needle head).
Some embodiments of the invention are now further elucidated by way of example with reference to the accompanying drawings, in which Figure 1 shows a receiving element above a stack of sheets to which the needle holder is attached; figure 2 shows a needle holder that can be mounted on a frame separately from the receiving element.
<EMI ID = 22.1>
element 4 (if desired adjustable) a pin 7 is clamped, while around the element an oil-induced body 8 is arranged vertically slidable over a distance determined by recess 5 and screw 9. In the underside of this body 8 a vertical bore is provided through which the pin 7 can slide up and down.
<EMI ID = 23.1>
ensures that the needle remains clamped in the bore and does not fall out * When starting the first take-up operation, the stack of sheets 12 and the take-up needle holder are now brought together as suggested by arrow 13. The needle 10 punctures through the stack and the oil-induced body 8 slides up over the element 4 so that the pin 7 pushes the needle 10 down past the clamping ball out of the bering. After the recording head covers the top sheet of the
<EMI ID = 24.1>
press slightly deeper into the stack (by a distance approximately equal to the thickness of the pre-recorded sheet).
<EMI ID = 25.1>
type Singer "Class" 21 x 125 and 16 x 87 are considered suitable. In order to accommodate all the sheets from the stack to the bottom, it is desirable to place a stack bottom pad on the take-up table with a compressed thickness slightly greater than the needle length used. The bottom cushion will preferably consist of a
<EMI ID = 26.1>
In case one wants to place the needles in the stack at places other than in the immediate vicinity of the receiving
<EMI ID = 27.1> is adjustable in height (clamping screw 6) mounted in the connecting piece 3. However, a ring 14, adjustable in height, can be mounted around the bottom of the oilindrisoh body 8.
The purpose of this ring is the protrusion of needle 10 above the
<EMI ID = 28.1>
advantage of applying a certain amount of pressure locally on the stack when depressing the needle. The operation of this needle holder is otherwise analogous to that described above.
The methods and recording methods described in the
<EMI ID = 29.1>
the pick-up heads, pinning the sheet from the stack, stretching the pinned sheet and finally lifting this stretched sheet. When using the anchoring principle in the stack according to
the invention in these pick-up systems it has surprisingly been found that during the clamping phase the risk of violation due to excessive stretching in order to be able to realize a sufficient separation
<EMI ID = 30.1>
position to a minimum, just enough to produce the small bulge between the pressure shoes while also significantly reducing the tensile force of the opposing recording head.
When substances with a considerable difference in elasticity are present in the stack, one will assume as nora for the regulation of the stretch distance this distance which is necessary to
separate the least stretchy sheets.
A variant embodiment of the invention also exists, for example, in the case where only two opposing receiving heads are arranged above the stack between which the picked up sheet is stretched.