BE847086A - Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven - Google Patents

Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven

Info

Publication number
BE847086A
BE847086A BE171349A BE171349A BE847086A BE 847086 A BE847086 A BE 847086A BE 171349 A BE171349 A BE 171349A BE 171349 A BE171349 A BE 171349A BE 847086 A BE847086 A BE 847086A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
emi
nozzles
arm
arms
nozzle
Prior art date
Application number
BE171349A
Other languages
English (en)
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed filed Critical
Priority to BE171349A priority Critical patent/BE847086A/nl
Publication of BE847086A publication Critical patent/BE847086A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F35/00Cleaning arrangements or devices
    • B41F35/003Cleaning arrangements or devices for screen printers or parts thereof
    • B41F35/005Cleaning arrangements or devices for screen printers or parts thereof for flat screens
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B3/00Cleaning by methods involving the use or presence of liquid or steam
    • B08B3/02Cleaning by the force of jets or sprays
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F35/00Cleaning arrangements or devices
    • B41F35/001Devices for cleaning parts removed from the printing machines

Landscapes

  • Inking, Control Or Cleaning Of Printing Machines (AREA)

Description


  "Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven".

  
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting

  
voor het reinigen van zeefdrukzeven, die een bak bevat

  
waarin de zeven kunnen geplaatst woiden, ten minste een

  
sproeier die in de bak opgesteld is en ten minste een toevoerleiding.die op de sproeier aansluit en die bestemd is om

  
 <EMI ID=1.1> 

  
bracht te worden. 

  
 <EMI ID=2.1> 

  
van de inkt van de zeef en/of het verwijderen van de sjabloon die op de zeef aangebracht werd. Hiertoe gebruikt men aangepaste oplosmiddelen zoals nitraten of white spirit voor het verwijderen van de inkt en bleekwater voor het verwijderen van de emulsie waaruit de sjabloon gevormd is.

  
Men kan natuurlijk de oplosmiddelen met een spons of doek of met een spuitpistool manueel op de zeef aanbrengen, maar niet alleen is dit tijdrovend maar meestal wordt ook een overmaat aan oplosmiddel gebruikt, terwijl de persoon die het oplosmiddel aanbrengt blootgesteld staat aan de vrij ongezonde dampen van de oplosmiddelen. Vandaar dat men inrichtingen ontworpen heeft, waarbij het reinigen mechanisch in een bij voorkeur gesloten en van een dampafzuiging voorziene bak plaatsvindt.

  
Bij bekende inrichtingen van deze soort zijn in de bak meerdere sproeiers opgesteld die gevormd zijn door roterende, van openingen voorziene armen..Een of meer zeven worden horizontaal in de bak geplaatst tussen de sproeiers, zó dat er zich sproeiers onder en boven elke zeef bevinden. Deze inrichtingen vergen evenwel relatief veel oplosmiddelen. Inderdaad, de inkt vormt bij het oplossen een soort slib dat moeilijk door de zeef heen kan, zodat de inkt die zich aan de bovenzijde van de bijna horizontaal opgestelde zeef bevindt, moeilijk kan verwijderd worden. Daarenboven moeten de stralen van de sproeiers elkaar overlappen wil men alle plaatsen van de zeef bereiken. Deze inrichtingen zijn daarenboven door de aanwezigheid van roterende sproeiarmen relatief kostelijk. 

  
De uitvinding heeft nu tot doel deze nadelen te verhelpen en een inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven te verschaffen die vrij eenvoudig van constructie is en waarmee met een minimum aan verbruik van oplosmiddel een zeer goede reiniging van eenzeefdrukzeef kan bekomen worden.

  
Tot dit doel bevat de toevoerleiding een arm waarop

  
 <EMI ID=3.1> 

  
zelf verplaatsbaar is, en bevat de inrichting middelen om de arm in de bak evenwijdig aan.zichzelf te verplaatsen..

  
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de inrichting ten minste twee sproeiers die op de arm gemonteerd zijn.

  
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de toevoerleiding ten minste twee armen die op een afstand van elkaar evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar in de bak gemonteerd zijn, op elk waarvan aan de naar de andere arm gerichte zijde ten minste een sproeier gemonteerd is, en bevat de inrichting middelen om de twee armen te verplaatsen.

  
Bij voorkeur zijn de twee armen met elkaar verbonden en lopen ze evenwijdig aan elkaar.

  
Doelmatig maken de twee armen deel uit van een beugel.

  
In een bij voorkeur toegpaste uitvoeringsvorm van de uitvinding is de arm verticaal.

  
Bij deze laatste uitvoeringsvorm moeten de te reinigen zeven verticaal naast de arm geplaatst worden. Door de zwaartekracht zal de opgeloste inkt of de opgeloste emulsie van de zeef gemakkelijk aflopen.

  
De uitvinding heeft ook tot doel een dergelijke inrichting te verschaffen waarbij niet alleen de'inkt of de sjabloon van de zeef kan verwijderd worden, maar zowel de inkt als de sjabloon kunnen verwijderd worden. 

  
 <EMI ID=4.1> 

  
immers slechts een soort sproeiers met dus een soort opening. Voor het verwijderen van de inkt moeten stralen gespoten worden met een zekere druk maar voor het verwijderen van de sjabloon is dit geenszins nodig. De emulsie van de sjabloon moet gewoon ingeweekt worden met bleekmiddel en daarna afgespoeld worden. Indien men een bekende inrichting die bestemd is voor het verwijderen van de inkt van zeefdrukzeven zou gebruiken voor het verwijderen van de sjablonen, dan zou men veel te veel oplosmiddel voor de sjablonen spuiten, hetgeen duur uitvalt.

  
De uitvinding heeft dus tot doel dit nadeel te verhelpen en een inrichting te verschaffen waarbij zovel de

  
inkt als de sjabloon van de zeefdrukzeven kunnen verwijderd worden, met een minimum aan oplosmiddel.

  
Tot dit doel bevat de inrichting ten minste

  
twee sproeiers met verschillende sproeiopeningen, leidingen die op elk van de sproeiers aansluiten en middelen om oplosmiddel ofwel langs de ene, ofwel langs de

  
andere leiding naar de ene of de andere sproeier te

  
sturen.

  
Andere bijzonderheden en voordelen van de

  
 <EMI ID=5.1> 

  
schrijving van een inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven volgens de uitvinding; deze beschrijving

  
 <EMI ID=6.1> 

  
vinding niet; de verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen. 

  
Figuur 1 is een zijaanzicht van een inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven volgens de uitvinding. Figuur 2 stelt een doorsnede voor volgens de lijn II-II uit figuur l, maar op grotere schaal getekend. Figuur 3 stelt een doorsnede voor volgens de lijn III-III uit figuur 1, eveneens op grotere schaal getekend. Figuur 4 stelt een doorsnede voor volgens do lijn IV-IV uit figuur 3. Figuur 5 is een achteraanzicht van een gedeelte van de inrichting uit figuur l, eveneens op grotere schaal getekend.

  
In de verschillende figuren hebben dezelfde verwijzingscijfers betrekking op dezelfde elementen.

  
 <EMI ID=7.1> 

  
gevormd is door twee opstaande langse evenwijdig aan elkaar lopende zijwanden 1 en 2, een voorste dwarse zijwand 3, een achterste dwarse zijwand 4 en een bodem 5. Op de open bovenkant van de bak sluit een kap 6 aan die uitgeeft op een niet in de figuren voorgestelde dampafvoerleiding waarin een dampafzuigventilator opgesteld is. In de voorste dwarse zijwand 3 is een deur 7 gemonteerd. De bodem 5 van de bak is naar de dwarse zijwand 3 en naar de langse opstaande zijwand 1 toe naar omlaag lopend. In de hoek tussen de zijwanden 1 en 3 is in de bodem 5 trouwens een afvoeropening 8 aangebracht.

  
De twee langse zijwanden 1 en 2 lopen onder de bodem 5 door en vormen daar.samen met twee in de dwarsrichting van de bak lopende schotten 9 en 10 en een tweede bodem 11, twee reservoirs 12 en 13. Het schot 10 dat de achterwand van het reservoir 13 vormt komt op een afstand van de achterste zijwand 4. Het voorste reservoir 12 steekt buiten de voorste

  
 <EMI ID=8.1>   <EMI ID=9.1> 

  
voorste zijwand 3 gelegen is, is aan de bovenzijde nog afgesloten door een deksel 15.

  
Tussen de bovenste randen van de twee opstaande langse zijwanden 1 en 2 lopen nog twee dwarsstaven 16. Aan het midden van elke dwarsstaaf 16 is een dwarsstukje 17 opgehangen. Dit dwarsstukje 17 vormt een stuk met een bout 18,

  
 <EMI ID=10.1> 

  
staven 20 lopen evenwijdig aan elkaar in de langsrichting van de bak,van nagenoeg tegen de voorste zijwand 3 tot nagenoeg tegen de achterste zijwand 4. De voorste einden van de twee ronde staven 20 zijn nog verbonden door een verbindingsstuk
21 waarin een aan de bovenkant uitstekende verticale as 22 gelegerd is. Op deze as 22 zit een kettingwiel 23. Op dezelfde manier zijn de twee achterste uiteinden van de twee ronde staven 20 verbonden door een verbindingsstuk 24 waarin eveneens een verticale as 25 gemonteerd is. Boven het verbindingsstuk 24 is op deze as 25 een kettingwiel 26 gemon-

  
 <EMI ID=11.1> 

  
zonder einde 27. Het kettingwiel 23 aan de voorkant wordt nog

  
 <EMI ID=12.1> 

  
door een motor 28 waarvan de as verbonden is met de as

  
22 en die vastgemaakt is aan de voorste dwarsstaaf 16.

  
Aan de twee staven 20 is een wagen 29 verrijdbaar opgehangen.Deze wagen 29 bestaat uit twee U-ijzers die met hun, horizontaal lopende,benen naar elkaar gericht zijn en een plaat

  
 <EMI ID=13.1>  

  
 <EMI ID=14.1> 
30 waarop een wiel 31 draaibaar zit. Dit wiel loopt met zijn groef over een staaf 20. De twee staven 20 zitten tussen de twee wielen 31 geklemd, zodat de wagen 29 dus opgehangen is.

  
 <EMI ID=15.1> 

  
de twee U-ijzers van de wagen 29. Een van deze benen is onwrikbaar met de ketting verbonden.

  
 <EMI ID=16.1> 

  
hangen. Het tussen de benen gelegen gedeelte van de beugel

  
 <EMI ID=17.1> 

  
U-ijzers verbindt, vastgemaakt. Het tussen de benen gelegen gedeelte van de beugel 33 is aan deze plaat vastgemaakt door tussenkomst van een tussenstuk 29'en is dus een weinig lager gelegen dan het.-tussen de benen gelegen gedeelte van de beugel 32. De benen van detwee beugels 32 en 33 zijn verticaal naar onder gerich t en reiken tot op een kleine afstand boven de bodem 5 van de bak.

  
De beugels 32 en 33 zijn hol. De vrije uiteinden van

  
 <EMI ID=18.1> 

  
beugels vormen verticale armen. Wanneer de wagen 29 verplaatst wordt, verplaatsen deze armen zich evenwijdig aan zichzelf, dit is in de langsrichting van de bak 1-5. Op elk van de armen

  
 <EMI ID=19.1> 

  
in verbinding staan. Zo zijn op de twee armen van de beugel
32 sproeiers 34 gemonteerd waarvan de sproeiopening een straal doorlaat. Deze sproeiers 34 komen voor op de naar elkaar gekeerde zijden van de twee armen. De sproeiopeningen zijn evenwel niet naar elkaar gericht. De sproeiers 34 op de ene arm zijn met hun sproeiopeningen schuin naar voor gericht terwijl de sproeiers 34 op de andere arm van de beugel 32 schuin naar achter gericht zijn. Op de twee armen van de  <EMI ID=20.1> 

  
gekeerde zijden van de twee armen van de beugel 33 gemonteerd, evenwel zó dat de sproeiers 35 op de ene arm met hun sproeiopening schuin naar achter gericht zijn, terwijl de sproeiers
35 op de andere arm van de beugel 33 met hun sproeiopening schuin naar voor gericht zijn. Elk van de sproeiers 34 en

  
35 is slechts van één spro eiopening voorzien, maar niets belet deze sproeiers ook van meerdere openingen te voorzien.

  
De beugel 33 is van een aftakking 36 voorzien die aan de zijde van de langse zijwand 2 van de bak op het tussen de benen gelegen gedeelte van de beugel aansluit. Op deze aftakking 36 sluit een soepele slang 37 met een uiteinde aan.

  
 <EMI ID=21.1> 

  
4 loopt en daar op een buis 39 aansluit. Aan de buitenzijde van de bak is in de buis 38, voor ze op de buis 39 aansluit, 

  
 <EMI ID=22.1> 

  
37 sluit op de buis 39 een aftakking 41 aan waarin een kraan
42 gemonteerd is. De aftakking 41 loopt onder de bodem 5 tot

  
 <EMI ID=23.1> 

  
slang 37 is buiten de bak 1-5 nog een manometer 43 op de buis 38 gemonteerd.

  
De beugel 32 is eveneens van een aftakking 44 voorzien die aan de zijde van de langse zijwand 1 op het tussen de benen gelegen gedeelte van de beugel aansluit. Op deze aftakking 44 sluit een uiteinde aan van een soepele slang
45 die naar onder loopt en met haar ander uiteinde aansluit  <EMI ID=24.1> 

  
naar achter loopt. Deze vaste buis 46 loopt ook tot aan de buitenkant van de achterste zijwand 4 waar ze eveneens op de hoger genoemde buis 39 aansluit= Buiten de bak is op de buis 46, voor ze op de buis 39 aansluit, een kraan 47 gemonteerd.

  
De buis 39 sluit ten slotte aan op de uitgang van een pomp 48 die door een motor 49 gedreven is. De pomp 48 en de motor 49 zijn onder de bodem 5 van de bak 1-5, achter het schot 10 ten opzichte van de zijwand 2 vastgemaakt.

  
Op de ingang van de pomp 48 sluit een buis 50 aan waarop na elkaar vier aftakkingen aansluiten, namelijk een eerste aftakking 51 die tot in het reservoir 12 loopt, een tweede aftakking 52 waarop een leiding kan aangesloten worden, een derde aftakking 53 waarop een waterslang kan aangesloten worden en ten slotte een aftakking 54 die tot in het reservoir 13 loopt. Na deze vierde aftakking is de buis 50 geslo-

  
 <EMI ID=25.1> 

  
het buiten de voorste wand 3 uitstekende gedeelte van het reservoir 12 bevindt. Deze bak 56, die aan de bovenkant open

  
 <EMI ID=26.1> 

  
servoir verwijderd worden door het wegnemen van het deksel

  
 <EMI ID=27.1> 

  
15. De achterste wand 56 van deze bezinkbak 56 is gevormd door twee geperforeerde platen waartussen zich een filtrerende stof, zoals glaswol, bevindt. Op de afvoeropening 8 in de bodem 5 van de bak 1-5 sluit een buis 57'aan die tot buiten de zijwand 1 loopt en daar van twee aftakkingen 58 en 59 voorzien is. De ene aftakking 58 loopt boven de bezinkbak

  
56 terug in het reservoir 12 en mondt in de bezinkbak 56 uit. 

  
 <EMI ID=28.1> 

  
takking 59, waarop een afvoerleiding kan aangesloten worden, is een kraan 61 gemonteerd.

  
Voor het reinigen van een zeefdrukzeef gaat men nu als volgt tewerk. Men brengt langs de deur 7 deze zeef, eventueel met andere zeven in de bak 1-5. Men plaatst de te reinigen zeef verticaal tussen de benen van de beugels 32 en 33 die zich vooraan de bak bevinden. De zeef wordt in deze verticale stand gehouden door in de langsrichting van de bak lopende staafjes 62 die aan de voorste wand 3 en aan de achterste wand 4 vastgemaakt zijn. Deze staafjes beletten

  
dat de zeef een beugel 32 of 33 zou raken. Men vult het reservoir 12 met oplosmiddel voor de inkt, dit is bij voorbeeld white spirit. Het reservoir 13 vult men met bleekwater voor het verwijderen van de sjabloon. Men plaatst de kranen

  
 <EMI ID=29.1> 

  
maar de buis 59 afgesloten is. Men plaatst ook de driewegkranen 55 zó dat de aftakking 51 in verbinding staat met de buis 50 maar de andere aftakkingen 52, 53 en 54 afgesloten zijn. Ten slotte sluit men ook nog de kraan 40. Men brengt nu de motoren 49 en 28 in werking. Door de pomp 48 wordt nu langs de buis 50 en de aftakking 51 oplosmiddel voor de inkt uit het reservoir 12 gezogen. Dit oplosmiddel wordt

  
 <EMI ID=30.1> 

  
slang 45 naar de beugel 32 gepompt. Dit oplosmiddel vloeit

  
met een straal door de sproeiopening van de sproeiers 34 die

  
op deze beugel 32 gemonteerd zijn. Deze beugel verplaatst zich tezelfder tijd van voor naar achter en terug, zodat dus de te  reinigen zeef volledig en gelijkmatig besproeid wordt.De stralen van de sproeiers 34 op de twee armen 32 werken elkaar niet tegen 

  
 <EMI ID=31.1> 

  
 <EMI ID=32.1>  

  
 <EMI ID=33.1> 

  
Het oplosmiddel waarin de inkt opgelost is, dat van de zeef afloopt, wordt op de bodem 5 opgevangen en geleid naar de afvoeropening 8. Langs de buizen 57 en 58 komt dit bevuilde oplosmiddi in de bezinkbak 56. Dit oplosmiddel komt na filteren door de achterste wand 56' van deze bak terug in de rest van het reservoir 12 waar het opnieuw kan opgepompt worden. De zuivering van het oplosmiddel is wel niet volle-

  
 <EMI ID=34.1> 

  
in de buis 51 nog een bijkomende filter gemonteerd worden.

  
 <EMI ID=35.1> 

  
de motoren 28 en 49 en verandert men de kranen 55 zó dat nu enkel de aftakking 53 in verbinding staat met de buis 50 maar de andere aftakkingen 51, 52 en 54 gesloten zijn. Op deze aftakking 53 sluit men een waterslang aan. Men sluit ook de kraan 60 en opent de kraan 61. Men brengt nu opnieuw de mo-

  
 <EMI ID=36.1> 

  
hun armen langs de zeef heen enweer verplaatst. De pomp 48 pompt water langs de buizen 39 en 46 naar de beugel 32 waar dit water langs de sproeiers 34 op de zeef gesproeid wordt. Dit

  
 <EMI ID=37.1> 

  
Dit water wordt langs de buizen 57 en 59 weggevoerd en komt

  
 <EMI ID=38.1> 

  
In de derde fase van de bewerking verwijdert men

  
 <EMI ID=39.1> 

  
king 54 aansluit op de buis 50 maar de andere aftakkingen 51,
52 en 53 gesloten zijn. Hét bleekwater voor het afweken van de sjabloon moet evenwel gesproeid worden met de sproeiers
35 op de beugel 33. Hiertoe sluit men de kraan 47 op de buis buis 47 maar opent men de kraan 40 op de buis 38. Men brengt nu opnieuw de motoren 49 en 28 in werking zodat de beugels 32 en 33 zich terug ten opzichte van de zeef in de langsrichting van de bak 1-5 verplaatsen. De pomp 48 zuigt langs de buis 50 en de aftakking 54 bleekwater uit het reservoir
13 en pompt dit bleekwater langs de buizen 39 en 38 en de soepele slang 37 naar de beugel 33 waar dit bleekwater door de sproeiers 35 verneveld wordt.

   Aangezien de druk van het bleekwater veroorzaakt door de pomp 48 nog te hoog zou kunnen zijn om een goede nevel te bekomen, kan deze druk geregeld worden door het meer of minder openen van de kraan 42 op de buis 41. Hoe meer de kraan 42 geopend wordt, hoe meer bleek-

  
 <EMI ID=40.1> 

  
13. De druk van het bleekwater in de buis 38 kan afgelezen worden op de manometer 43.

  
Nadat de zeef beneveld is met bleekwater, laat men dit bleekwater een tijdje inwerken. De hoeveelheid bleekwater

  
 <EMI ID=41.1> 

  
tot één liter per vierkante meter zeef. Het eventueel van de zeef aflopende bleekwater wordt langs de opening 8 in de bodem 5 afgevoerd en langs de buizen 57 en 59 geëvacueerd. In tegenstelling met het oplosmiddel voor de inkt, wordt het bleekmiddel, omwille van de kleine gebruikte hoeveelheden, niet gerecupereerd. Van zodra de zeef genoeg beneveld is, stopt men de motoren 28 en 49.

  
Nadat het bleekwater voldoende ingewerkt heeft op

  
de sjabloon, worden dit bleekwater en de sjabloon van de zeef afgespoeld met water. Men plaatst hiertoe de kranen 55 terug in de stand waarbij enkel de aftakking 53 op de buis 50 aansluit. Aangezien dit water met grote druk mag gespoten worden, sluit men opnieuw de kraan 40 en opent men de kraan

  
47. Bij het opnieuw in werking stellen van de motoren 28 en
49, zal de pomp 48 dus water pompen naar de sproeiers 34 op de beugel 32. Dit water wordt dan opgevangen en langs de buizen 57 en 59 weggeleid.

  
 <EMI ID=42.1> 

  
gesteld worden met een bijkomend reservoir voor een bijkomend oplosmiddel.

  
Uiteraard kunnen de verschillende kranen elektrisch bediend worden en kan ook het stoppen en starten

  
van de motoren 28 en 49 elektrisch bevolen worden. De volledige bediening van al deze kranen en deze motoren kan dus in plaats van met de hand,zoals hiervoor beschreven, volledig automatisch gebeuren.

  
De dampen die tijdens de bewerking ontstaan, worden afgevoerd langs de kap 6, zodat dus geen hinderlijke dampen meer door de persoon die de zeef moet reinigen, kunnen ingeademd worden. Daarenboven is het verbruik aan oplosmiddel

  
 <EMI ID=43.1> 

  
losmiddel voor de inkt wordt daarenboven nog gerecupereerd. Een zeer goede reiniging van de zeef wordt bekomen.

  
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor

  
 <EMI ID=44.1> 

  
aavrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvorm vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft de vorm,

  
 <EMI ID=45.1> 

  
delen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.

  
In het bijzonder is het niet noodzakelijk dat de inrichting twee beugels bevat. Indien de inrichting enkel bestemd is voor het verwijderen van inkt van de zeefdrukzeven, en niet voor het verwijderen van de sjablonen, dan

  
 <EMI ID=46.1>  

  
 <EMI ID=47.1> 

  
op een beugel staan.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES.
    1. Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven, die een bak bevat waarin de zeven kunnen geplaatst worden, ten minste een sproeier die in de bak opgesteld is en ten minste een toevoerleiding die op de sproeier aansluit en
    die bestemd is om met een bron van oplosmiddel onder druk in verbinding gebracht te worden, m e t h e t kenmerk dat de toevoerleiding een arm bevat waarop de sproeier gemonteerd is, die in de bak evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar is en de inrichting middelen bevat om de arm in de bak evenwijdig aan zichzelf te verplaatsen.
    2. Inrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat ze ten minste twee sproeiers bevat die op de arm gemonteerd zijn.
    3. Inrichting volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de toevoerleiding ten minste twee armen bevat, die op een afstand van elkaar evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar in de bak gemonteerd zijn, op elk waarvan de naar de andere arm gerichte zijde ten minste een sproeier gemonteerd is en de inrichting middelen bevat om de twee armen te verplaatsen.
    4. Inrichting volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de twee armen met elkaar verbonden zijn en evenwijdig aan elkaar lopen.
    5. Inrichting volgens vorige conclusie, m e t h es t k e n m e r k dat de twee armen deel uitmaken van een beugel.
    6. Inrichting volgens een van de conclusies 4 tot 5, <EMI ID=48.1>
    kaar gekeerde zijden van de twee armen in richtingen gericht <EMI ID=49.1>
    zijn die een hoek met elkaar maken-
    7. Inrichting volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat de arm verticaal is.
    8. Inrichting volgens een van de vorige conclusies,
    <EMI ID=50.1>
    wijdig aan zichzelf te verplaatsen een wagen bevatten waaraan de arm vastgemaakt is, een geleiding voor deze-wagen die ten opzichte van de bak vastgemaakt is, een ketting zonder einde waaraan de wagen vastgemaakt is, twee kettingwielen waarover deze ketting loopt en middelen om ten minste een van deze kettingwielen te drijven.
    9. Inrichting volgens de conclusies 5 ,7 en 8, m e t h e t k e n m e r k dat de beugel met zijn bovenste, tussen zijn benen gelegen gedeelte vastgemaakt is aan de wagen.
    10. Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven,
    <EMI ID=51.1>
    ten minste een sproeier die in de bak opgesteld is en ten minste een toevoerleiding die op de sproeier aansluit en
    die bestemd is om met een bron van oplosmiddel onder druk in verbinding gebracht te worden, m e t h e t k e n m e r k dat ze ten minste twee sproeiers bevat met verschillende sproeiopeningen, leidingen die óp elk van de sproeiers aansluiten en middelen óm oplosmiddel &#65533;fwel langs de ene, ofwel langs de andere leiding naar de ene of de andere sproeikop
    te sturen.
    11. Inrichting volgens conclusie lO.en een van de conclusies 1 tot 9, m e t h e t k e n m e r k dat ze ten minste twee armen bevat die evenwijdig aan zichzelf verplaatsbaar in de bak gemonteerd zijn, waarbij op de ene arm de sproeier met de ene sproeiopening en op de andere arm de <EMI ID=52.1>
    armen evenwijdig aan zichzelf in de bak te verplaatsen.
    <EMI ID=53.1>
    h e t k e n m e r k dat op elke arm ten minste twee sproeiers gemonteerd zijn.
    13. Inrichting volgens conclusies 11 en 5, m e t h e t k e n m e r k dat ze twee beugels bevat, op de naar elkaar gekeerde zijden van de ene beugel sproeiers gemonteerd zijn om te vernevelen en op de nar elkaar gekeerde zijden van de benen van de andere beugel sproeiers gemonteerd zijn om
    een straal te spuiten.
    <EMI ID=54.1>
    13, m e t h e t k e n m e r k dat ze een porap bevat waarop de leidingen die op de sproeiers met verschillende sproeiopeningen aansluiten, samen aansluiten en kranen om de pomp respectievelijk langs de ene en de andere leiding te doen pompen.
    15. Inrichting volgens de conclusies 2 of 12, m e t h e t k e n m e r k dat de arm waarop de verschillende sproeiers gemonteerd zijn hol is en deel uitmaakt van
    de leiding die op deze sproeiers aansluit.
    16. Inrichting volgens een van de vorige conclusies, m e t h e t k e n m e r k dat ze een bezinkbak bevat en
    <EMI ID=55.1>
    17. Inrichti ng volgens vorige conclusie, m e t h e t k e n m e r k dat de leiding die de bezinkbak met de bak verbindt van een aftakking voorzien is en de inrichting ten minste twee kranen bevat, namelijk één op de aftakking en één op het gedeelte van de leiding tussen de aftakking en de bezinkbak.
    <EMI ID=56.1>
    k e n m e r k dat de inrichting een reservoir voor oplos-middelen bevat waarop de toevoerleiding aansluit, waarin de bezinkbak opgesteld is en waarmee deze bezinkbak door middel van een bezinksel tegenhoudende wand in verbinding staat.
    19. Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot
    <EMI ID=57.1>
    en de inrichting kranen bevat die op deze toevoerleiding gemonteerd zijn en elk van de aftakkingen afzonderlijk kan afsluiten.
    20. Inrichting volgens een van de conclusies 10 tot 18, en volgens conclusie 19, m e t h e t k e n m e r k dat ze twee reservoirs bevat, één voor het oplosmiddel voor de emulsie van de sjabloon is en een voor:oplosmiddel voor inkt, en de toevoerleiding aftakkingen bezit die respectievelijk met elk van de reservoirs in verbinding staan alsmede een aftakking waarop een waterleiding kan aangesloten worden,
    <EMI ID=58.1>
    afzonderlijk kunnen afsluiten.
    21. Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen voorgesteld.
BE171349A 1976-10-08 1976-10-08 Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven BE847086A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE171349A BE847086A (nl) 1976-10-08 1976-10-08 Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE171349A BE847086A (nl) 1976-10-08 1976-10-08 Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven
BE847086 1976-10-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE847086A true BE847086A (nl) 1977-01-31

Family

ID=25649633

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE171349A BE847086A (nl) 1976-10-08 1976-10-08 Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE847086A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2494636A1 (fr) * 1980-11-27 1982-05-28 Jensen Sverre Appareil de nettoyage automatique de cadres d'impression par serigraphie
EP0391491A1 (en) * 1989-04-07 1990-10-10 Stork X-Cel B.V. Process for the removal of patterning material from a screen printing stencil and a device for use of the process

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2494636A1 (fr) * 1980-11-27 1982-05-28 Jensen Sverre Appareil de nettoyage automatique de cadres d'impression par serigraphie
EP0391491A1 (en) * 1989-04-07 1990-10-10 Stork X-Cel B.V. Process for the removal of patterning material from a screen printing stencil and a device for use of the process

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7533678B2 (en) Washing device for spray guns and their components equipped with separate automatic and manual washing zones
US3771539A (en) Paint gun cleaner
CA1185502A (en) High pressure parts washer
DE19714603C1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Reinigung von Werkstücken
US3416544A (en) Tool washing machine
US4808237A (en) Method and components for cleaning silk screens
US3378019A (en) Parts washers
US5946769A (en) Self-contained, closed-loop, hard surface and carpet cleaning apparatus
US4420004A (en) Apparatus for use in cleaning of silk screen printing frames
CZ278208B6 (en) Vehicle with detoxication apparatus
DE60037024T2 (de) Spritzgerät, das entgegen der spritzrichtung gereinigt werden kann
BE847086A (nl) Inrichting voor het reinigen van zeefdrukzeven
US3589614A (en) Pressure spraying apparatus and method
US3598130A (en) Vertically movable spray mechanism for washing machine
JP3903451B2 (ja) 茶生葉洗浄装置
US4045900A (en) Gun cleaner
US1979383A (en) Label removing machine
US5205307A (en) System for cleaning contaminants from parts
JP2548094B2 (ja) 噴射装置
DE3103720C2 (de) Gerät zum Reinigen von im aufgehängten Zustand belassenen Gardinen und dergleichen
US3428058A (en) Mask washer
JP2582041B2 (ja) 汚水前処理装置のロータリ・ドラム・スクリーン洗浄装置
SU691211A1 (ru) Распылительна окрасочна камера
US4259899A (en) Device for reclaiming paint or like material, which during the spraying thereof does not land on the object to be treated
FI69577B (fi) Anordning foer skonsam rengoering av stora flata aemnen saerskilt serigrafiramar