BE564681A - - Google Patents

Info

Publication number
BE564681A
BE564681A BE564681DA BE564681A BE 564681 A BE564681 A BE 564681A BE 564681D A BE564681D A BE 564681DA BE 564681 A BE564681 A BE 564681A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
output
voltage
amplifier according
feedback
pulse amplifier
Prior art date
Application number
Other languages
English (en)
Publication of BE564681A publication Critical patent/BE564681A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03GCONTROL OF AMPLIFICATION
    • H03G11/00Limiting amplitude; Limiting rate of change of amplitude ; Clipping in general
    • H03G11/02Limiting amplitude; Limiting rate of change of amplitude ; Clipping in general by means of diodes
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03FAMPLIFIERS
    • H03F1/00Details of amplifiers with only discharge tubes, only semiconductor devices or only unspecified devices as amplifying elements
    • H03F1/34Negative-feedback-circuit arrangements with or without positive feedback
    • H03F1/36Negative-feedback-circuit arrangements with or without positive feedback in discharge-tube amplifiers
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03KPULSE TECHNIQUE
    • H03K5/00Manipulating of pulses not covered by one of the other main groups of this subclass
    • H03K5/01Shaping pulses
    • H03K5/08Shaping pulses by limiting; by thresholding; by slicing, i.e. combined limiting and thresholding

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Nonlinear Science (AREA)
  • Amplifiers (AREA)

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   De uitvinding heeft betrekking op elektronisohe versterkers en vooral pulskrachtversterkers voor niet-gemoduleerde vierkante of rechthoekige impulsen zoals gebruikt worden bij poortwerkingen en/of tijdverdelingen bijvoorbeeld in elektronische schakelsystemen. 



   Bij versterkers van dit type is de   lineairiteit   der responsie geen primaire eis, in tegendeel is het zelfs dikwijls wenselijk dat de amplitude van de uitgangspuls en de golfvorm daarvan constant zijn, dat wil zeggen onafhankelijk zijn van de ingangsamplitude en van de golfvorm. Het zal bijvoorbeeld wenselijk zijn dat de toppen der uitgangsimpulsen zo vlak mogelijk zijn zelfs indien de in- gangsimpulsen in dit opzicht ver van ideaal zijn. Het kan ook belangrijk zijn om scherpe voor-en achterflanken zonder een voorbijschieten   ("overshoot")   te verschaf- fen en in de meeste gevallen is daarbij een lage uitgangsimpedantie vereist. 



   Een doel van de uitvinding is het verschaffen van middelen om de ampli- tude der uitgangspuls te stabiliseren in verband met zodanige variaties als dik- wijls optreden bij vacuumbuisversterkers bijvoorbeeld variaties in amplitude van het ingangssignaal, van de belastingsimpedantie van de   voedingsspanningen   en voor- spanningen, het rijpen, het ouder worden van buizen en andere componenten. 



   Ook beoogt de uitvinding het   verschaffen   van een pulskrachtversterker welke'een belangrijk   verlaagde     uitgangsimpedantie   bezit. 



     Teneinde   de werking van een krachtversterker te stabiliseren is het reeds bekend om gebruik te maken van een lineaire negatievé terugkoppelweg, waar- door de versterkingsfator in meerdere of mindere mate onafhankelijk wordt ge- maakt van de eigenschappen van de buis en de voedingsspanningen en   waardoor   de uit- gangsimpedantie verlaagd wordt. Voor elke aanzienlijke waarde van de negatieve te- rugkoppeling echter wordt de versterkingsfactor in belangrijke mate verlaagd en vooral indien een hoge totale spanningsversterking vereist is, betekent zulks dat meerdere   in.cascade   verbonden versterkertrappen   noodzakelijk   zijn.

   De uitgangsim- pedantie wordt met dezelfde waarde verkleind als de versterkingsfactor en het is derhalve duidelijk dat een maximum bedrag, waarmede de   uitgangsimpedantie   verkleind wordt alleen verkregen kan worden ten koste van spanningsversterkingo Deze werk- wijze voor het toepassen van een tegenkoppeling wordt alleen gebruikt indien het lineaire karakter der versterking van primair belang is, zodat het raadzaam is spanningsversterking   uit .te   spelen tegen lineairiteit.      



   Ook in dit geval zullen de uitgangsamplituden en de golfvorm slechts dezelfde mate stabiel zijn als het ingangssignaal, dat wil zeggen teneinde de uitgang te stabiliseren, zal het dikwijls nodig zijn middelen aan te brengen om de ingang te stabiliseren zoals   pulsvormingsketens,   begrenzers en dergelijke. 



   Bij   pulsversterkers     van het   bovengenoemde type is een lineaire respon- sie niet vereist en is het derhalve mogelijk dat de   krachtbuizen   op maximum ener- gie-rendement werken teneinde zo volledig mogelijk gebruik te maken van de beschik- bare rooster basis, dat wil zeggen om de   roosterzwaai   uit te breiden tot dat punt waar de plaatstroom wordt afgesneden en tot de volle verzadiging of althans bijna tot aan dezé grenzen.

   In beide gebieden daalt de versterking van de versterker snel tot nul zodat de tegenkoppeling van weinig waarde zou zijn   tenzij   deze zeer sterk iso 
Volgens de uitvinding wordt een niet-lineaire   spánnngsterugkoppeling   rechtstreeks tussen uitgang en ingang gebruikt, welke in serie een elektronische poort en een spanningsbron met lage impedantie omvat. Zolang de uitgansspanning boven of beneden een zekere voorafbepaalde waarde is,is de waarde van de koppeling, dat wil zeggen het gedeelte van de   uitgangsterugkoppeling   naar de ingang gelijk aan nul, klein of een matige waarde, terwijl de mate ván terugkoppeling 100% nadert zodra de uitgangsspanning deze voorafbepaalde waarde bereikt. 



   Op   deze- wijze   wordt gedurende de plusflanken volledig gebruik gemaakt van het feit, dat de versterker tot spanningsversterking in staat is doch zodra de uitgangspuls het vérgelijkingsniveau bereikt, daalt de versterking tot nul, zo- 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 dat de uitgangsspanning op dit niveau blijft tot aan het eind van de puls, terwijl de uitgangsimpedantie Zo tot een minimum daalt, dat bepaald wordt door de   uitgangs-   impedantie RO en de spanningsversterking A zonder terugkoppeling wordt gegeven door de formule 
Zo = Ro/ (A+1) 
Maakt men in de energietrap van de versterker gebruik van penthoden dan kunnen Ro en A zeer hoog zijn en is het beter om de volgende waarde te geven Zo = 1/g, waarin g de steilheid van de hele versterker is;

   dat wil zeggen de uit- gangsstroomtoename van de uitgangsstroom per volt-toename van de   ingangsspanningo   
De uitvinding wordt beschreven aan de hand van de tekening, waarin be- paalde uitvoeringen volgens de uitvinding schematisch zijn aangegeven en waarin: 
Fig. 1 een ééntrapstriodeversterker voorstelt voorzien van twee niet- lineaire terugkoppelwegen volgens de uitvinding. 



   Fig.2 tonnt een versterker volgens de uitvinding met meerdere trappen. 



   Fig. 3 en 4 zijn varianten van Fig. 1. 



   Figo 5 toont grafisch de spanningscondities in verschillende punten van   Fig..1   en Fig. 40 
Fig. 6 en 7 tonen het gebruik van een uitanstransformator bij een ver- sterker volgens de uitvinding. 



   Fig. 8 toont een elektrische pulsversterker van- een   balanstype   vol- gens de uitvinding. 



   In Fig. 1 bestaat de versterker uit een triode T en een   anodebelas-   tingsweerstand Ra verbonden met batterij Ebb. Een pulsingang is verbonden met de rooster van T en de uitgang OP naar de anode van dezetriode T. Het ingangssignaal wordt naar de ingangsroosterversterker overgedragen via de betrekkelijk hoge weer- stand Rs, welke eventueel de weerstand van de bron omvat. Twee terugkoppelketens verbinden de uitgangsanode met de ingangsrooster.

   De ene terugkoppeling omvat daar- bij een bron met een betrekkelijk lage vergelijkingsspanning +E1 in serie met een diode dl, waarvan de conductiviteit in   doorlaatrichting   gericht is van de ingang naar de uitgang, terwijl de andere terugkoppelweg een bron omvat van een betrek- kelijk hoge vergelijkingsspanning +E2 in serie met een diode d2, waarvan de con-   duqtiviteit   in doorlaatrichting gericht is van de uitgang naar de ingango Hierbij wordt verondersteld, dat de   ingangsspanningsgolf.bestaat   uit niet-gemoduleerde rechthoekige of vierkante pulsen waarbij de top- en bodemniveaus van deze pulsen zodanig zijn, dat wanneer de   terugkoppelweg   is afgeschakeld de uitgangsspanning een zwaai vertonen zal tussen twee waarden, die aanzienlijk hoger zijn dan E2 en lager dan El respectievelijk. 



   Uit   Fig. 5   blijkt, dat in de tijdsperiode Tl wanneer er geen puls op de ingangsketen van Fig.   1   is, de ingangsspanning vi kleiner is dan Va, de anode- spanning, minus de spanning E2 van de spanningsbron in serie met de gelijkrichter d2. De gelijkrichter d2 zal voldoende geleidend zijn en de roosterspanning Vg is dan gelijk aan de spanning Vc2. De spanning aan Vc1 is gelijk aan   Va-El,   aangezien deze spanning hoger is dan Vg en dl geblokkeerd is. 



   Wanneer een positieve puls op de ingang gebracht wordt, stijgt de span- ning Vg boven de waarde Vc2 zodat nu de gelijkrichter d2 geblokkeerd wordt. De buis reageert dan op dit verticale golffront van de ingangspuls en de uitgangsspanning Va neemt snel af, (als gevolg van omkering). De spanning van Vc1 daalt met Va tot- dat deze de nieuwe waarde Vg bereikt. De gelijkrichter dl wordt nu geleidend. De spanning aan Vc2 heeft ook Va gevolgd en de volledige terugkoppeling via dl houdt thans Va op haar bestaande waarde,-zodat terwijl de ingangspuls voortduurt, de   spanningscondities   blijven zoals zij in de tijdperiode T2 in Fig. 5 zijn aangeduid. 



   De verschillende spanningen zijn aangegeven met verschillende typen 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 'Lijnen en voor   Tiet   gemak zijn bij het volgen van de verandering voor   Tl   naar T2, welke in de praktijk praktisch naast elkaar moeten liggen,   diagonaalverbindings-     lijnen   aangegeven. 



   Aan het einde van de ingangspuls zal de plotselinge verkleining in vi en Vg tot resultaat hebben, dat een grote toename optreedt in Va, Vc1 en Vc2. De   gelijkrichter   dl wordt opnieuw geblokkeerd doch een voortgezette verhoging in Vc2 heeft ten slotte tot resultaat, dat d2 geleidend wordt en dat de   oorspronkelijke'   condities bereikt worden waarbij   Va   op haar bestaande waarde wordt gehouden,waar- bij de amplitude van de uitgangspuls door de terugkoppelketens gefixeerd iso  Veran-   deringen aan het eind van puls zijn het omgekeerde van die,

   welke afgebeeld zijn voor het begin van de   pulso   
Gedurende de pulsflanken en zolang de uitgangsspanning Va aanzienlijk hoger is dan El én lager dan E2 zodat Va - E1<vi<Va- E2 worden beide dioden di en d2 geblokkeerd en is er weinig of in het geheel geen terugkoppeling. Dit   bete-   kent dat de middelste delen van de impul,sflanken op de normale wijze worden ver- sterkt, dat wil zeggen zonder terugkoppeling. 



   Wanneer dl geleidend wordt, kan een hoge waarde van de terugkoppeling worden toegepast.Men kan zorgen dat de mate van terugkoppeling   100%   benadert door voor Rs een weerstandswaarde te kiezen die hoog is ten   opzichte   van de plaatimpe- dantie van de   buis.   



   Ten gevolge van deze-hoge waarde, van de terugkoppeling kan de ingangs- rooster praktisch geen hogere spanning aannemen zodat de uitgangsspanning   geduren-   de de top van de ingangspuls constant blijft, 
Wanneer diode d2 geleidend wordt aan het einde van de puls, wordt opnieuw een grote mate van terugkoppeling toegepast. Op deze wijze kan door Rs voldoende-groot te maken ten opzichte van Ra en de   plaatweerstand'   elke gewenste graad van uitgangsspanningsstabilisatie worden verkregen. 



   Figo 2 toont het algemene geval van een versterker met meerdere trap- pen. Dezelfde niet-lineaire terupkoppelschaklein kan gebruikt worden in dit ge- val mits de uitgang omgekeerd wordt ten opzichte van de ingang en dit betekent dan dat de,versterker een oneven aantal faze-omkeertrappen moet   bezitten.   Elke trap kan hétzij een buis zijn of een koppeltransformator. 



   De ketens afgebeeld in Fig. 1 en 2 zijn uitsluitend gegeven met de bedoeling om de uitleg te vereenvoudigen. In de praktijk treedt het nadeel op, dat zogenaamde bufferbatterijen nodig zijn. Deze batterijen kunnen met voordeel vervangen worden door een normaal geleidende   spanningstabilisator   met gasgevulde buizen Vatl,   Vat29   zoals afgebeeld in Fig.3. Ook kunnen combinaties van dergelij- ke middelen of passende eenvoudige of samengestelde constante   spanningsinrichtin'-   gen gebruikt worden. 



   Ook is duidelijk dat een zekere mate van terugkoppeling   ingevoerd   kan worden, indien zulks wenselijk is en wel buiten het gebied   waar   de dioden gelei- dend zijn. Dit kan verkregen worden door weerstanden van passende waarde te   scha-     kelen' over   een of elk der dioden of rechtstreeks aan te sluiten tussen de ingang en uitgang. Hierbij kan worden   opgemerkt,   dat in dit geval deze   terugkoppeli ng   geen aanmerkelijke verandering teweeg brengt in de werking zolang een van de dio- den geleidend is daar deze weerstand dan virtueel wordt kortgesloten door de niet- lineaire   terugkoppelweg.   



   De bufferbatterijen kunnen ook vervangen worden door condensatoren, waarvan het ene einde verbonden is met de   versterkeruitgang,   terwijl het andere einde van elke condensator via een gelijkrichter verbonden is met een vaste voor- spanningsbron. Zoals afgebeeld kan het wenselijk zijn om de gelijkrichter neven te sluiten met een lekweerstand. In sommige omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer' het gaat om een lage pulsfrequentie kan de bovengenoemde weerstand voldoende zijn. 



  Een dergelijke keten is afgebeeld in Figo 4. Van de condensatoren Cl en C2 zijn 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 de reohterplatefi nu verbonden met de anode van de versterkerbuis To De linker- plaat van Cl is via diode dl verbonden met de rooster van T en via diode d3 in shunt met de lekweerstand Rl met de positieve klem van de voorspanningsbron met spanning Eb, waarvan de negatieve klem met aarde is verenigd. De linkerplaat van C2 is via de diode d2 verbonden met de rooster van T en via diode d4 nevengeslote door een lekweerstand R2 met de negatieve klem van een tweede voorspanningsbron met spanning Eb waarvan de positieve klem met aarde is verenigd. 



   Gedurende de condities van stationnaire toestand zullen de   condensato-   ren Cl respectievelijk C2 geladen zijn tot spanningen El en E2. Is'er geen ingang: puls dan is de spanning   vi,   die praktisch op aardpotentiaal is,largen dan Va-E2' zodat d2 geleidend is en Vc2 dezelfde is als Vg.   Een ger.inge   stroom vloeit dan van aarde via de bovenste batterij Eb, weerstand R2, gelijkrichter d2 naar aarde (waarbij d4 geblokkeerd is). 



   De condities worden zodanig gekozen, dat Va normaal gelijk is aan 2Eb zodat de gelijkrichter d3 geleidend is en condensator Cl opgeladen zal worden tot de potentiaal Eb. Daar het punt Vc2 op aard potentiaal is, is de spanning E2 
 EMI4.2 
 over de condensator C2 gelijk aan 2Eb. De frequentie van de pulstrein, die ver- sterkt moet worden is zodanig, dat afgescheiden van overwegingen op langere duur, de spanningen over de condensatoren niet zullen veranderen ondanks veranderingen in   spanningscondities,   die   hierop   gedurende de pulsversterking gebracht worden. 



   De statische condities, wanneer er geen ingangsimpuls is, zijn afge- beeld in de   periode   Tl, Fig. 5. 



   Wanneer wel een puls wordt   toegevoerd,   zal door het stijgen van Vg een 
 EMI4.3 
 verlaging optreden van Va Vel, Vc2 zodai)de gelijkrichters d2 en d3 geblokkeerd worden wanneer Val het niveau van   Vg   bereikt waarbij gelijkrichter dl dan gelei- dend wordt en Va op de waarde Eb gehouden wordt. Aangezien de spanning over C2 gelijk is aan 2Eb, is Vc2 nu -Eb, zodat de gelijkrichter d4 geleidend is en con- densator   C2'op   het gewenste spanningsverschil van 2Eb wordt gehouden. 



   De werkelijke minimum en maximum spanningen van Va kunnen, een neiging vertonen tot verandering, doch hun verschil zal voor alle uitgangspulsen hetzelf- de blijven. 
 EMI4.4 
 



  Aan de benedengrens van de anodezwaai zal negatieve terugkoppeling tot stand gebracht worden door de diode dlwelke geleidend is, terwijl de lin- kerplaátl-van 02 op -Eb wordt gehouden via, de diode d4, die ook geleidend il. Ge- durende de positieve anodezwaai zijn'alle vier dioden geblokkeerd, docht zodra de plaatspanning Eb volt is gestegen worden de d.iode2 en d3 geleidend. Terugkoppe- ling komt tot stand via de diode d2, welke elke verdere toename voorkomt, terwijl de 'diode d3 het mogelijk maakt, dat elke lading, die gedurende voorafgaande   perio-   de op de linkerplaat van C2 geaccumuleerd is, nu kan weglekken, waardoor deze   plaai   op +Eb volt wordt gehouden.

   Hierbij kan worden opgemerkt, dat ofschoon in deze ke- 
 EMI4.5 
 ten de amplitude van de anodespanningszwaai constant gehouden wordt op de waarde van Eb volt, de boven- en benedenniveaus van deze zwaai niet gestabiliseerd zijn en derhalve aan} geringeveranerigën onderworpen kunnen zijn. Dit komt natuurlijk als gevolg van'het feit, dat de condensatoren Cl en C2 niet in staat zijn langza- me spanningsveranderingen over te dragen. 



   Indien het gewenst is cm het niveau alsook de amplitude te stabilise- ren, kan dit verkregen worden door de belasting via een passende uitgangstransfor- 
 EMI4.6 
 mator te ver'binden aan welke'uitgangsw1kkeling een voor spanning wordt gelegd door middel van een gestabiliseerde spanningsbron. 



   Wanneer het mogelijk is om gebruik te maken van een gestabiliseerde hoogspanningsvoeding Ebb dan kan een passende stabilisatie van het uitgangsniveau verkregen worden dqor slechts gebruik te maken van één lineaire terugkoppelweg, namelijk de weg, welke de   benedenlimiet   van de anodespanningszwaai bepaalt, welke 
 EMI4.7 
 weg dan de vergelijkingsspanning El omvat, mité de roosterzwaai zich wel uitstrekt beneden het   afsnijpunt   van de plaatstroom of een werking in klasse B of C plaats 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 vindt. Hierbij moet worden opgemerkt, dat in dit geval een verlaging van dé uit- gangsimpedantie slechts verkregen wordt zolang de negatieve terugkoppelweg gelei- dend is. 



   De Figo 6 en 7 tonen aan, hoe niet-lineaire negatieve terugkoppelwe- gen verschaft kunnen'worden voor een versterker, die door een   uitgangspulstrans   formator is afgesloten. Opgemerkt wordt, dat een dergelijke versterker slechts ge- bruktkan worden voor het versterken van regelmatig terugkerende   pulsgolfvormen,   zonder   gelijkstroomcomponent,   dat wil zeggen de gelijkstroom en de laagfrequente componenten kunnen door de transformator niet worden weergegeven 
De gebruikte verglijkingsspanningen   El en   E2 moeten zodanig zijn, dat, de gestabiliseerde uitgangsgolfvorm geen   gelijkstroomcomponent   bezit. Voor kwadratische golven wordt dus El = -E2. 



   In Fig. 6   voeren   de   terugoppelwegen   vanaf de uitgang van   transforma'   tor TR6 naar. de versterkeringang via   condensatoren   C61,C62 en gelijkchters d61, d62 met tussenverbindingen via weerstanden R61, R62   naar   +E1,-E2. 



   , 
Componenten c61 en R61 bijvoorbeeld kunnen verwijderd worden door +E1 te verbinden met het benedeneinde van de secundaire wikkeling van TR6, waardóor de orde van de gelijkstroompotentiaal en de uitgangsspanning zodoende worden   om-'     gekeerd-,   waarbij dan het boveneinde van de secundaire wikkeling rechtstreeks via de gelijkrichter d61 met de ingang   i s'verbonden.   



   In Fig. 7 kunnen twee extra wikkelingen   W71   en W72 van de transfor- mator TR7 vermijden, dat beide condensatoren gebruikt worden door afzonderlijke extra uitgangsspanningen over de respectieve bronnen +E1 en -E2 te   schakelen.   



  Deze schakeling staat tevens toe om elk gewenst gelijkstroomniveau voor de uit- gangspulsen, bijvoorbeeld aarde, te handhaven. 



   Fig. 8 toont een uitvoering van een   balansversterker,   welke in klasse   Bewerkt,   waarbij de negatieve   terugkoppelketen   volgens de uitvinding is toegepast. 



  De versterker, welke gebruikt wordt voor het voortbrengen van twee kwadratische golven van energiepulsen in faze-oppositie, bestaat uit twee identieke helften, die in balans werken, die elk een of meer zogenaamde "beam   power"   buizen B.M.T.81.. 



  B.M.T.8x omvatten, die parallel zijn geschakeld. Het aantal parallel te schakelen buizen hangt in elke helft van de versterker af van de maximum te voeden belasting. 



  Bij voorkeur verschaft dit aantal een aanmerkelijke marge boven de maximum te leveren energie, De anoden van de buizen in elke helft van de versterker zijn ge- meenschappelijk verenigd met de respectieve einden van de primaire wikkeling van een symmetrische uitgangspulstransformator OPT8, waarvan het midden verbonden is met de hoogspanningsvoeding +Ebb. Gelijke belastingen L81 en L82 kunnen verbonden zijn met beide einden van een symmetrische secundaire wikkeling bijvoorbeeld tus- sen beide einden en aarde, terwijl het midden van deze secundaire wikkeling ver- bonden is met een bron voor hoogspanning, bijvoorbeeld +E. Hierbij zijn verder niet-lineaire terugkoppelwegen aanwezig tussen elke klem van de secundaire wikke- ling en de corresponderende versterkeringangen.

   Deze terugkoppelwegen omvatten elk een gelijkrichter d81, d82, welke respectievelijk uit een aantal in serie verbon- den kristalgelijkrichters kunnen bestaan. De ingang naar elke versterker vindt plaats via een serieweerstand- Rsl, Rs2 en een koppeloondensator CC1, CC2, welke een   voorspanning'heeft   tot beneden het af snijpunt via de lekweerstand   RL19   RL2. 



   De stuurroosters van de individuele versterkerbuizen zijn gescheiden door middel van individuele stopperweerstanden ISR. 



   Wanneer kwadratische golven in   faze-oppositie   op de ingangsklemmen worden gebracht, wordt elke   versterkerhelft   afwisselend uitgestuurd naar hoge plaatstroom en naar afsnijding, waardoor kwadratische golven van energieimpulsen aan beide uitgangsklemmen in faze-oppositie worden voortgebracht.

   Gedurende de stijgende en dalende flanken van deze pulsen zullen de beide gelijkrichters d81 en d82 geblokkeerd zijn,zodat er zeer geringe of in het geheel geen negatieve te- rugkoppeling optreedt.Wanneer echter of de uitgangsspanning tot nul volt daalt, 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 of tot enige volts onder nul daalt, wordt de corresponderende gelijkrichter gelei- dendo Als gevolg van de zware terugkoppeling, die zodoende ontstaat, zal een ver- dere verandering van de uitgangsspanning voorkomen worden, terwijl de uitgangsim- pedantie op een zeer lage waarde   terugvalt.   Deze lage impedantie wordt ook ontmoet aan de andere uitgang, waar de spanning op de waarde 2E wordt gehouden    Deze conditie duurt voort tot het einde'van de puls, wanneer de hoogspanningsuitgang daalt ende laagspanningsuitgang begint te stijgen,

   waardoor de   gelijkrichter opnieuw geblokkeerd wordt.Ten gevolge. van het balans-effect zul- len de beide gelijkrichters d81 en d82 beide einden van beide groepen uitgangs- pulsen besturen. 



   Eet is duidelijk uit het voorgaande, dat, wil de negatieve terugkop- peling effectief zijn E/N kleiner moet zijn dat Ebb, waarin N de transformatie- verhouding voorstelto 
Men heeft gevonden, dat de roosterspanning bij de bovengrens van zijn zwaai opgevat kan worden als een maat voor de   overblijvende   nuttige levensduur van 
 EMI6.1 
 de versterker. Met voordeel kan de versterker voorzinzn'van, piekvoltmeters, zoals aangeduid door   PVM   in Fig. 8 teneinde het bovenste niveau van het rooster- signaal te meten, waarbij een controle overblijft op de   werkingsmarge   van de ver- sterker.

   Indien gewenst kunnen deze piekvoltmeters voorzien worden van relais,   waardoor   zij telkens aan alarmsignaal in werking stellen wanneer de marge tot een voorafbepaalde limiet daalt,   waardoor   het onderhoudspersoneel dan eventuele zwakke buizen kan vervangen voordat de versterker-werking   ophoudt   bevredigend te zijn. 



   Als speciaal geval kan de vergelijkingsspanning   E/N in   Fig. 8 gelijk zijn aan Ebb, in welke geval de uitgangstransformator dan als een spanningsverho- gende   autotransformator   kan worden uitgevoerd. In dit geval zal de uitgangsgolf een zwaai vertonen tussen 0 en 2 Ebb en zo ten opzichte van Ebb gestabiliseerd worden. 



   In vele praktische gevallen zal dit voldoende zijn zelfs indien Ebb zelf   onderworpen   is aan langzame veranderingen binnen zekere limieten. 
 EMI6.2 
 



  De niet=linea1r';e ;tgkGppelkei)kan ook ü6'*gepast worden op verstkes welke een of -me:!'...po.a.ied.kelkifé-'l1s ;om'1±.a.ir,f;J.'binaifies van positieve   en negatieve terugkoppeling alsook op regeneratieve versterkers en zelfs op pulsgeneraorketens, mits de positieve terugkoppelinrichting dusdaning is, dat zij ge-   compenseerd kan worden door de negatieve terugkoppeling, welke wordt verschaft door de niet-lineaire terugkoppelketen, wanneer deze laatste geleidend is. 



   De uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorbeelden, die dan ook geen limitatief karakter dragen.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES.
    1.Elektrische pulsversterker met een terugkoppelweg waarin elektro- nische poorten (bijvoorbeeld gelijkrichters) worden toegepast, met het kenmerk, dat een terugkoppelweg rechtstreeks aanwezig is tussen de uitgang en ingang en in serie een elektronische poort en een spanningsbron van lage,impedantie omvat, een en ander zodanig dat een maximum negatieve terugkoppeling verkregen kan worden vanaf een voorafbepaald niveau der uitgangsspanning, dat door deze spanningsbron wordt bepaald.
    2. Elektrische pulsversterker'volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze seriecombinatie van poort en spanningsbron zodanig gepoold is, dat een terugkoppeling tot aan een voorafbepaald spanningsniveau wordt verschaft.
    3. Elektrische pulsversterker volgens conclusie 1, met het kenmerk, EMI6.3 dat deze serièoombinatie van poort en spanningsbron zodanig gepoold is, dat zij een teru g ko ppeling boven een voorafbepaald spanningsniveau verschaft.
    4. Elektrische pulsversterker volgens conclusie 1, met het kenmerk, <Desc/Clms Page number 7> dat twee terugkoppelwegen respectievelijk zodanig gepoold zijn, dat zij een ver- sterking boven een voorafbepaald niveau en beneden een ander voorafbepaald niveau leveren,, een en ander zodanig, dat een rechthoekige uitgangspuls van nauwkeurige vorm kan worden voortgebracht.
    5. Elektrische pulsversterker.volgens conclusie 1,2,3 of 4, met het ,;kenmerk, dat deze versterker een aantal versterkertrappen bevat en dat deze te- rugkooppelweg of -wegen de uitgang van de laatste trap met de ingang van de eerste 'trap onderling Verbindt of verbinden.
    6. Elektrische pulsversterker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de of elke spanningsbron uit een spanningsstabilisatiebuis bestaat.
    7. Elektrische pulsversterker volgens conclusie 1,2,3, 4 of 5, met het kenmerk, dat de of elke spanningsbron uit een geladen condensator bestaat.
    8. Elektrische pulsversterker volgens conclusie 1,2,3,4 of 5, met het kenmerk, dat een uitgangstransformator aanwezig is met minstens één uitgangswik- keling, welke in serie geschakeld is tussen een van deze poorten en een van deze bronnen een en ander zodanig dat van deze één klem geaard kan zijn.
    9. Elektrische balanspulsversterker volgens conclusie 8, met het ken- merk, dat een uigangstransformator aanwezig is waarvan een middenaftakking op de secundaire wikkeling verbonden is met de vergeli,jkingsspanningsbron, terwijl de andere einden van deze secundaire uitgangswikkeling verbonden zijn met respectieve ingangen van deze balansversterker via de respectieve poorten alsook met de res- pectieve belastingen een en ander zodanig, dat respectieve reeksen complementaire uitgangspulsen worden afgeleverd, waardoor elke poort rechtstreeks één niveau van de corresponderende uitgangspulsén kan versterken en indirect via deze uitgangs- transformator het andere niveau van de andere uitgangspulsen kan stabiliseren.
    10. Balanspulsversterker volgens conclusie 9, met het kenmerk dat deze uitgangstransformator een auto-transformator is met middenaftakking, waarbij de vergelijkingsspanningsbron met deze middenaftakking, die de plaatvoeding voor de- ze versterker vormt, is verbonden.
    11. Elektrische pulsversterker volgens een van de voorgaande conclu- sies, met het kenmerk, dat een weerstand aanwezig is, welke hoog is ten opzichte van de plaatimpedantie van de buis en geschakeld is tussen dé ingang en het ver- bindingspunt van de terugkoppelweg of -wegen aan de ingangszijde.
    12. Elektrische pulsversterker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een weerstand over een of elke poort aanwezig is om een sta- ' tionnaire terugkoppeling te verschaffen.
BE564681D BE564681A (nl)

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE564681A true BE564681A (nl)

Family

ID=185461

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE564681D BE564681A (nl)

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE564681A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3092729A (en) * 1958-11-03 1963-06-04 Control Data Corp Bi-level amplifier and control device
US3187325A (en) * 1962-07-02 1965-06-01 Bell Telephone Labor Inc Analog-to-digital converter

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3092729A (en) * 1958-11-03 1963-06-04 Control Data Corp Bi-level amplifier and control device
US3187325A (en) * 1962-07-02 1965-06-01 Bell Telephone Labor Inc Analog-to-digital converter

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DE2917926C2 (de) Gegentakt-Schaltleistungsverstärker
US3585517A (en) High-efficiency power amplifier
EP0284021B1 (en) PWM power converter
EP1073192B1 (de) Verfahren und System zum Betreiben einer Wechselstromlast, insbesondere eines Wechselstrom-Motors mit Drehzahleinstellung
US3523228A (en) Transistor servo system including a unique differential amplifier circuit
DE2915950A1 (de) Wechselrichter fuer beliebige spannungsformen
US5554959A (en) Linear power amplifier with a pulse density modulated switching power supply
EP0234936A2 (en) AM radio transmitter
DE1915005B2 (de) B transistorleistungsverstaerker
US3539902A (en) Static split-phase inverter having sequentially conducting amplifier stages coupled to energize different segments of an output transformer primary winding
DE10200004A1 (de) Elektronische Schaltung und Verfahren zum Betreiben einer Hochdrucklampe
BE564681A (nl)
BE1007458A3 (nl) Schakelinrichting.
DE60318326T2 (de) Schaltungsanordnung zum betrieb von gasentladungslampen
DE10337268A1 (de) Hocheffizienter Leistungsverstärker
DE3813672A1 (de) Wechselrichter fuer eine induktive last
EP0023622A1 (de) Verfahren zur Pulsbreitensteuerung eines Gleichstrom-Umkehrstellers und Schaltungsanordnung zur Durchführung des Verfahrens
CH688066A5 (de) Wechselstrom/Gleichstrom-Wandler nach dem Buck-/Boost-Prinzip.
CH629346A5 (de) Modulationsverstaerker.
US3109977A (en) Silicon controlled rectifier d. c. to a. c. inverter utilizing bridge type arrangement with single commutating capacitor
DE2035565C3 (de) Wechselrichter, der zwei Thyristoren sowie eine Einrchtung zum abwechselnden Ein- und Ausschalten der Thyristoren aufweist
US2169096A (en) Electrical amplifier system
KR102278570B1 (ko) 커플드 인덕터를 이용한 병렬 연결형 Class D 앰프
US2216273A (en) Centering circuit for cathode ray tubes
DE835614C (de) Schaltungsanordnung zur Beseitigung der Selbsterregung eines Niederfrequenzverstaerkers