<Desc/Clms Page number 1>
"Inrichting voor het vormen van perskluiten"
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vormen van perskluiten, welke inrichting is voorzien van een draagplaat voor het dragen van een met aarde gevulde plaat, bak of dergelijke, van een in cellen verdeeld roosterraam voor het verdelen van de aarde in perskluiten, en van in de cellen van het roosterraam passende organen voor het samendrukken van de aarde van de perskluiten.
Een dergelijke inrichting is bekand uit het Nederlandse octrooischrift 69 249. Deze bekende inrichting is zodanig uitge- voerd, dat de gaten in de perskluiten, de z.g. pootgaten, niet in de inrichting zelf inde kluiten kunnen worden aangebracht.
Nadat het roosterraam in de in kluiten te verdelen aarde is
<Desc/Clms Page number 2>
gedrukt, wordt het roosterraam met de bak of plaat, welke de aarde draagt, uit de inrichting gelicht, waarna in de kluiten bijvoorbeeld-met een pen gaten worden gestoken en de planten of zaden daarin worden geplant. Nadat alle cellen van het rooster- raam van planten of zaden zijn voorzien, wordt het raam met de bak of plaat weer in de persinrichting geschoven.
De uitvinding heeft ten doel een inrichting van het in de eerste alinea aangegeven type te verschaffen, welke zo is uitge- voerd, dat enerzijds tijdens het vormen van de perskluiten in de inrichting zelf de pootgaten in de perskluiten worden gevormd en anderzijds de omschakeling aanzienlijk gemakkelijker wordt dan die van de bekende inrichting, een en ander'onder behoud van het voordeel van de bekende inrichting, dat de plaat of bak met gevormde perskluiten in zijn geheel uit de inrichting verwijderd en in een broeibak opgeborgen kan-worden.
De inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het roosterraam is bevestigd aan de onderzijde van een frame, dat aan zijn onderzijde is voorzien van een met het aantal cel- len overeenkomend aantal pennen voor het aanbrengen van gaten in de perskluiten tijdens het samendrukken van de aarde in de cellen van het roosterraam, en dat de draagplaat voor de bak of dergelijke en het roosterraam met het frame, relatief beweegbaar zijn teneinde het binnendringen van het roosterraam in de aarde in de bak of dergelijke mogelijk te maken, en dat de organen voor het samendrukken van de aarde drukplaten zijn, welke zijn verbonden met een boven het frame verticaal beweegbaar aange- brachte plaat en elk zijn voorzien van een opening voor het doorlaten van een pen.
EMI2.1
Teneinde de samenwerking'.. van de draagplaat en de drukplaat mogelijk te-maken, is volgens de uitvinding de draagplaat voor- zien van loodrecht daarop staande stangen.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding zijn zowel de
<Desc/Clms Page number 3>
draagplaat als de drukplaat gekoppeld met afwisselend in werking te stell en hydraulische aandrijforganen voor het bewegen van de beide platen bijvoorbeeld zodanig, dat de drukplaat vast is be- vestigd aan het ondereinde van de stang van een zuiger, die op en neer beweegbaar,is in een'cylinder, welke tussen de drukplaat en een bovenplaat van de inrichting vast is bevestigd aan laatst genoemde plaat, en dat de draagplaat vast is bevestigd aan het boveneindeivan de stang van een zuiger, die op en neer beweeg- baar is in'een cylinder, welke tussen de draagplaat en een grondplaat van de inrichting vast is bevestigd op laatstgenoemde plaat.
Aan de hand van de tekeningen worden verdere bijzonderheden en kenmerken van de uitvinding toegelicht.
Figuur 1 is een zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 geeft perspectivisch een deel van de inrichting weer.
De Figuren 3 - 6 geven in verticale doorsnede verschillende stappen van de werking van de inrichting weer.
Figuur 7 geeft perspectivisch een met aarde gevulde bak voor het verdelen in perskluiten weer.
Figuur 8 geeft perspectivisch een met aarde gevulde bak na het verdelen in perskluiten weer.
De figuren 9 - 14 geven schematisch de verschillende trap- @ pen van de werking weer, wanneer de gezamenlijke perskluiten vna één bak worden omgeven door een aluminiumfolie.
De inrichting volgens e figuren 1 - 8 is voorzien van een grondplaat 5 en bovenplaat 6, die zijn verbonden door stangen 7.
Aan de einden van de stangen '7 aangebrachte bussen 8 verbinden de stangen vast met de hoeken van de platen 5 en 6. Een draag- plaat 9 is.bij zijn hoeken voorzien van bussen 10, die verschuif. baar zijn op de stangen 7. Een geleidingsraam 11 is volgens de
<Desc/Clms Page number 4>
uitvinding bevestigd op de plaat 9 en verschaft ruimte voor een bak 12, die is gevuld met in perskluiten 13 te verdelen aarde 8.
De plaat 9 is voorzien van naar boven gerichte standen 14, die kunnen samenwerken net een drukplaat 15 van een matrijs. De drukplaat 15 is voorzien van.bussen, die verschuifbaar zijn op de stangen 7. De drukplaat 15 is bevestigd aan het ondereinde van de stang 16 van een zuiger 17, die op en neer beweegbaar is in een cylinder 18, welke tussen de platen 6 en 15 is bevestigd aan de plaat 6. De draagplaat 9 is verbonden met het boveneinde van de stang 19 van een zuiger 20, die op en neer beweegbaar is in een cylinder 21, welke tussen de platen 5 en 9 is bevestigd op de plaat 5.
Tussen de platen 9 en 15 is'de matrijs voorzien van bussen 22, die vast,zijn bevestigd op de stangen 7 en paarsgewijs met elkaar zijn Verbonden door een paar stangen 23. Tussen deze stangen 23 loopt een aantal evenwijdige dwarsstangen 24, welke zijn bevestigd aan de bovenvlakken van evenwijdig geplaatste verticale wanden 25, waarop loodrecht wanden 26 zijn geplaatst, die de wanden 25 snijden en daarmee cellen 27 insluiten. Daar de wanden 25' en 26 volgens de uitvinding naar beneden dunner toelopen, zijn hun onderranden betrekkelijk scherp en vergemak- kelijken het verwijderen van aarde 8 uit de cellen 27.
In elke cel van het roosterraam 25,26 is een drukplaat 28 ten opzichte van de wanden 25 en 26 verticaal beweegbaar. Elke drukplaat 28 is volgens de uitvinding door staven 29 vast ver- bonden met de drukplaat 15. De dwarsstangen 24 lopen volgens de uitvinding midden over de cellen 27 en dragen afgeknot kogelvor- mige pennen 30, die vrij ver in de cellen steken en kunnen passe- ren door openingen 31 in de drukplaten 28.
Een op de grondplaat 5 gemonteerde pomp 35 is door een buis 37 verbonden met een oliereservoir 36. De drijfas 38 van de pomp is verbonden met een krachtbron, bijvoorbeeld een electromotor.
<Desc/Clms Page number 5>
De uitlaatopening van de pomp is volgens de uitvinding door een buis 39 met het boveneinde van de cylinder 18, en door een buis
40 met het ondereinde van de cylinder 21 verbonden, teneinde de zuigers 17 en 20 in de cylinders op en neer te bewegen.
De buizen 39 en 40 zijn volgens'de uitvinding voorzien van afsluiters 41 en 42 voor het regelen van de stroming naar de cylinders 18 en 21 vanaf de pomp 35. De afsluiters 41 en 42 wor- den bestuurd door-middel van een stang 43 met een handvat 44.
Het ondereinde van de cylinder 18 is door een omleidbuis 45 ver, bonden met de buis 37. Wanneer de zuiger 20 door de werking van de pomp naar boven wordt gedrukt in de cylinder 21, kan de zui- ger 17 vrij naar boven bewegen in de cylinder 18, wanneer de afsluiter ,42 openstaat en de afsluiter 41 niet in directe ver- binding staat met de pomp. Wanneer daarentegen de zuiger 17 door de werking van de pomp naar beneden wordt gedrukt in de cylinder
18, kan de zuiger 20 in de cylinder 21 vrij naar beneden bewege wanneer de afsluiter' 41 ;open ende afsluiter 42 gesloten is.
Vlanneer de pomp niet werkt op de zuigers, zakken zij door de zwaartekracht naar hun laagste stand.
Wanneer de pomp 35 loopt en de zuigers 17 en 20 in hun laagste stand staan, wordt een met aarde 8 gevulde bak 12 bin- nen het raam 11 op de draagplaat 9 geplaatst (fig. 3) waarna de afsluiter 42 wordt geopend om de plaat 9 met behulp van de zui- ger 20 omhoog te drukken. Wanneer de plaat 9 omhoog gaat, komt de aarde in de bak tegen de drukplaten 28 en de onderranden van de wanden 25 en 26 (fig. 4), waarna de wanden 25 en 26 in de aarde dringen, terwijl de stangen 14 tegen de drukplaat 15 aan- komen en deze samen met de drukplaten 28 en de stangen 29 om- .hoog drukken (fig. 5).
Wanneer de drukplaten 28 omhoog worden bewogen, steken de pennen 30 door de openingen 31 en vormen in de aarde uitsparingen 49. Dan worden de afsluiters 42 en 41 res- pectievelijk gesloten en geopend, waarna de drukplaat 15 daalt
<Desc/Clms Page number 6>
als gevolg van de neerwaartse beweging van de zuiver 17 en de
EMI6.1
pl2.8.t S (:[i-::;. G) nf['.:' ucnedell wordt bewogen. Bij voortzetting van de neerwaartse beweging van de plaat 9, worden de wanden 25 en 26 en de pennen 30 verwijderd uit de aarde 8. De aarde in de bak 12 is dan verdeeld in perskluiten 50.
De platen 23 werken niet alleen samen met de wanden 25 en 26 om de aarde in de cel- len samen te drukken, doch verwijderen tevens aarde van de wan- den 25 en 2ó en de pennen 30 bij het terugtrekken daarvan uit de bak, waardoor de structuur en vorm van de kluiten 50 behouden
EMI6.2
blijft.
Door het sé1.l.1en<lrul::ken van de aarde door de platen 28 wordt de moleculair structuur van de aarde niet vernield en het binnendringen en groeien van de wortels van de planten niet be- let of vertraagd. De stangen 14 zijn zo lang, dat zij een samen- drukking van de aarde door de platen 28 mogelijk maken vóórdat de stangen 14 in aanraking komen met de onderzijde van de druk- plaat 15 en de platen 28 uit de cellen 27 omhoog drukken.
Wanneer de wanden 25 en 26 en de pennen 30 zijn verwijderd uit de aarde, zijn de perskluiten 50 gescheiden door gleuven, welke zijn gevormd door de wanden 25 en 26, en heeft elke pers- kluit een door een pen 30 gevormde uitsparing 49. De gevormde perskluiten worden in de bak 12 weggenomen van de draagplaat 9 en kunnen in de bak bewaard blijven (fig. 8) .
De figuren 9 - 14 geven een iets andere uitvoeringsvorm van de inrichting weer. Deze wordt gebruikt wanneer men de pers- kluiten van één bak 12 gezamenlijk wil omgeven door een folie van buigzaam materiaal, bijvoorbeeld van aluminium. Dit wil dus zeggen, dat niet elke perskluit door een afzonderlijke bekleding wordt omgeven, doch dat de bekleding als het ware een. "voering" van de bak vormt.
Het voordeel- van een dergelijke verpakking is, dat de perskluiten van één bak gezamenlijk uit de bak kunnen worden opgelicht en in deze verpakking kunnen worden verkocht en getransporteerd. Om een en ander zo efficiënt mogelijk te
<Desc/Clms Page number 7>
kunnen uitvoeren, wordt de inrichting iets anaers uitgevoerd dan in de figuren 1 - 8 is weergegeven en wel in die zin, dat in de eerste plaats het uit het roosterraam 25,26, de stangen 24 en de pennen 30 bestaande samenstel, dat in de figuren 1 - 8 verti, caal niet beweegbaar is ten opzichte van de drukplaten 28, ver- ticaal verschuifbaar te maken over de stangen 7, met behulp van een extra cylinder en zuiger,
en in de tweede plaats de bak 12 niet in derichting van het roosterraam omhoog wordt gedrukt, doch op zijn plaats blijft en het roosterraam met de pennen naar beneden komt. De drukplaten 28, die zijn verbonden met de druk- plaat 15, blijven uiteraard verticaal beweegbaar met behulp van hun eigen cylinder en .zuiger,.
,Deze uitvoeringsvorm werkt dan'als volgt :
Het samenstel van roosterraam 25,26'met pennen 30 en het 'samenstel van drukplaten 28, stangen 29 en drukplaat 15 komen - elk gedreven door bijbehorende cylinder en zuiger.- naar beneden (fig. 9) en dringen in dezelfde onderlinge stand in de aarde in de bak,'waarbij de aarde door de wanden van het raam 25,26 wordt verdeeld in kluiten, die door de drukplaten 28 worden sa- mengedrukt en door de pennen'30 elk,worden voorzien van een gat (fig. 10). Vervolgens worden de wanden 25,26, de pennen 30 en de drukplaten 28, nog steeds in dezelfde'onderlinge' stand, om- hoogbewogen, waarbij de gecomprimeerde aarde mee omhoog wordt genomen (fig. ll).'De bak is dus nu leeg.
Vervolgens wordt'op de bak 12 een aluminium folie 51 gelegd (fig. 12), waarna de onderdelen 25, 26, 30 en 28 met de kluiten aarde weer naar bene- den worden bewogen en de folie 51 in de vorm van een voering van de bak 12 naar binnen wordt.gedrukt (fig. 13). Daarna worden de kluiten 50'door de drukplaten 28 van de pennen 30 en wanden 25,26 "afgestreken". Gebruikt men een bak zonder bodem, dus slechts een lijst, dan lian de met perskluiten gevulde verpakking 51 onder uit deze lijst worden weggedrukt (fig. 14) en bijvoor-
<Desc/Clms Page number 8>
beeld direct op een transporteur worden weggevoerd.
<Desc / Clms Page number 1>
"Device for forming compacts"
The invention relates to an apparatus for forming press clods, which apparatus is provided with a support plate for supporting a plate, tray or the like filled with soil, a grid frame divided into cells for dividing the soil into clods, and of means fitting in the cells of the grid frame for compressing the soil of the compacts.
Such a device is known from Dutch patent specification 69 249. This known device is designed in such a way that the holes in the press clods, the so-called planting holes, cannot be made in the clods in the device itself.
After the grid frame is in the soil to be divided into clods
<Desc / Clms Page number 2>
pressed, the grid frame with the tray or plate carrying the soil is lifted out of the device, after which holes are punctured in the clods, for example with a pin, and the plants or seeds are planted therein. After all cells of the grid frame have been provided with plants or seeds, the frame with the tray or plate is pushed back into the pressing device.
The object of the invention is to provide a device of the type indicated in the first paragraph, which is designed such that, on the one hand, during the formation of the compacts in the device itself, the planting holes are formed in the compacts and, on the other hand, the changeover is considerably easier. that of the known device is then, all this while retaining the advantage of the known device, that the plate or tray with formed compacts can be completely removed from the device and stored in a scalding tray.
The device according to the invention is characterized in that the grid frame is attached to the underside of a frame, which on its underside is provided with a number of pins corresponding to the number of cells for making holes in the compacts during the compaction of the soil. in the cells of the grid frame, and that the tray support plate or the like and the grid frame with the frame are relatively movable in order to permit penetration of the grid frame into the soil in the tray or the like, and that the means for compression of the earth pressure plates, which are connected to a plate vertically movably disposed above the frame and each provided with an opening for the passage of a pin.
EMI2.1
In order to enable the cooperation of the support plate and the printing plate, according to the invention the support plate is provided with rods perpendicular thereto.
According to another feature of the invention, both the
<Desc / Clms Page number 3>
support plate as the pressure plate coupled to alternately actuable and hydraulic actuating means for moving the two plates, for example, such that the pressure plate is fixedly attached to the lower end of the rod of a piston, which is movable up and down. a cylinder fixedly attached to the latter plate between the pressure plate and a top plate of the device, and the support plate fixedly attached to the top end of the rod of a piston, which is movable up and down in a cylinder , which is fixedly attached to the latter plate between the support plate and a base plate of the device.
Further details and features of the invention will be explained with reference to the drawings.
Figure 1 is a side view of the device according to the invention.
Figure 2 is a perspective view of part of the device.
Figures 3-6 show in vertical section different steps of the operation of the device.
Figure 7 is a perspective view of a soil-filled container for dividing into compacts.
Figure 8 is a perspective view of a container filled with soil after dividing into compacts.
Figures 9-14 schematically show the different steps of the operation, when the joint compacts of one tray are surrounded by an aluminum foil.
The device according to figures 1-8 is provided with a base plate 5 and top plate 6, which are connected by rods 7.
Bushings 8 arranged at the ends of the rods 7 firmly connect the rods to the corners of the plates 5 and 6. A support plate 9 is provided at its corners with bushings 10, which slide. can be mounted on the rods 7. A guide frame 11 is according to the
<Desc / Clms Page number 4>
The invention is mounted on the plate 9 and provides space for a tray 12, which is filled with soil 8 to be divided into compacts 13.
The plate 9 is provided with upwardly directed positions 14, which can cooperate with a pressure plate 15 of a mold. The pressure plate 15 is provided with sleeves slidable on the rods 7. The pressure plate 15 is attached to the lower end of the rod 16 of a piston 17 which is movable up and down in a cylinder 18 which is between the plates 6. and 15 is attached to the plate 6. The support plate 9 is connected to the upper end of the rod 19 of a piston 20, which is movable up and down in a cylinder 21, which is mounted between the plates 5 and 9 on the plate 5 .
Between the plates 9 and 15 the mold is provided with bushings 22, which are fixedly mounted on the rods 7 and are connected in pairs by a pair of rods 23. Between these rods 23 run a number of parallel transverse rods 24, which are fastened. to the top surfaces of parallel vertical walls 25 on which perpendicular walls 26 are placed intersecting the walls 25 and thereby enclose cells 27. Since the walls 25 'and 26 of the invention taper downwards, their lower edges are relatively sharp and facilitate the removal of soil 8 from the cells 27.
In each cell of the grid frame 25,26 a pressure plate 28 is vertically movable with respect to the walls 25 and 26. Each pressure plate 28 is, according to the invention, rigidly connected by rods 29 to the pressure plate 15. According to the invention, the transverse rods 24 run centrally over the cells 27 and carry truncated spherical pins 30, which protrude quite far into the cells and can fit. run through openings 31 in the pressure plates 28.
A pump 35 mounted on the base plate 5 is connected by a tube 37 to an oil reservoir 36. The drive shaft 38 of the pump is connected to a power source, for example an electric motor.
<Desc / Clms Page number 5>
The outlet of the pump is according to the invention through a tube 39 with the top end of the cylinder 18, and through a tube
40 is connected to the lower end of the cylinder 21 to move the pistons 17 and 20 up and down in the cylinders.
Tubes 39 and 40 are provided according to the invention with valves 41 and 42 for controlling the flow to cylinders 18 and 21 from pump 35. Valves 41 and 42 are controlled by means of a rod 43 with a handle 44.
The lower end of the cylinder 18 is connected to the tube 37 by a diverting tube 45. When the piston 20 is pushed upwardly into the cylinder 21 by the action of the pump, the piston 17 is free to move upward in the cylinder 21. cylinder 18, when the valve 42 is open and the valve 41 is not in direct communication with the pump. On the other hand, when the piston 17 is pushed down into the cylinder by the action of the pump
18, the piston 20 in the cylinder 21 can freely move downward when the valve 41 is open and the valve 42 is closed.
When the pump is not acting on the pistons, they will drop to their lowest position by gravity.
When the pump 35 is running and the pistons 17 and 20 are in their lowest position, a container 12 filled with soil 8 is placed inside the frame 11 on the support plate 9 (Fig. 3), after which the valve 42 is opened to remove the plate. 9 with the aid of the piston 20 upwards. As the plate 9 rises, the soil in the tray hits the pressure plates 28 and the lower edges of the walls 25 and 26 (Fig. 4), after which the walls 25 and 26 penetrate into the earth, while the rods 14 against the pressure plate 15 arrive and push it upwards together with the pressure plates 28 and the rods 29 (fig. 5).
When the pressure plates 28 are raised, the pins 30 protrude through the openings 31 and form recesses 49 in the earth. Then the valves 42 and 41 are closed and opened, respectively, after which the pressure plate 15 drops.
<Desc / Clms Page number 6>
due to the downward movement of the clean 17 and the
EMI6.1
pl2.8.t S (: [i - ::;. G) nf ['.:' ucnedell is moved. Continuing the downward movement of the plate 9, the walls 25 and 26 and the pins 30 are removed from the soil 8. The soil in the tray 12 is then divided into compacts 50.
The plates 23 not only cooperate with the walls 25 and 26 to compress the soil in the cells, but also remove soil from the walls 25 and 20 and the pins 30 as they are withdrawn from the tray, thereby maintain the structure and shape of the clods 50
EMI6.2
remains.
Sealing the earth through the plates 28 does not destroy the molecular structure of the earth and does not prevent or slow the penetration and growth of the roots of the plants. The rods 14 are long enough to allow compression of the soil by the plates 28 before the rods 14 come into contact with the underside of the plate 15 and push the plates 28 out of the cells 27.
When the walls 25 and 26 and the pins 30 have been removed from the earth, the press clods 50 are separated by slots formed by the walls 25 and 26, and each press clod has a recess 49 formed by a pin 30. The Press clods formed in the tray 12 are taken away from the carrier plate 9 and can be kept in the tray (fig. 8).
Figures 9-14 show a slightly different embodiment of the device. It is used when it is desired to surround the compacts of one container 12 together by a foil of flexible material, for example of aluminum. This means that not every soil clod is surrounded by a separate coating, but that the coating is, as it were, one. "liner" of the bin.
The advantage of such a package is that the compacts of one tray can be lifted together from the tray and can be sold and transported in this package. To make things as efficient as possible
<Desc / Clms Page number 7>
the device is of a slightly different design than shown in Figures 1 - 8, in the sense that in the first place the assembly consisting of the grid frame 25,26, the rods 24 and the pins 30, which is in the Figures 1 - 8 is vertically non-movable with respect to the pressure plates 28, can be made vertically slidable over the rods 7, with the aid of an extra cylinder and piston,
and secondly, the tray 12 is not pushed up in the direction of the grid frame, but remains in place and the grid frame comes down with the pins. The printing plates 28, which are connected to the printing plate 15, of course, remain vertically movable with the aid of their own cylinder and piston.
This embodiment then operates as follows:
The assembly of grid frame 25, 26 with pins 30 and the assembly of pressure plates 28, rods 29 and pressure plate 15 - each driven by associated cylinder and piston - descend (Fig. 9) and penetrate in the same mutual position in the soil in the tray, the soil being divided by the walls of the window 25,26 into clods, which are compressed by the pressure plates 28 and provided with a hole by the pins 30 each (fig. 10) . Then the walls 25,26, the pins 30 and the pressure plates 28, still in the same 'mutual' position, are moved upwards, whereby the compressed earth is taken up with it (fig. 11). The container is therefore now empty. .
Subsequently, an aluminum foil 51 is placed on the tray 12 (Fig. 12), after which the parts 25, 26, 30 and 28 with the clods of earth are moved down again and the foil 51 in the form of a lining of the tray 12 is pressed inwards (fig. 13). Thereafter, the clods 50 'are "streaked" by the pressure plates 28 of the pins 30 and walls 25, 26. If a container is used without a bottom, i.e. only a frame, then the package 51 filled with press lumps is pushed away from the bottom of this frame (fig. 14) and for example.
<Desc / Clms Page number 8>
image can be transported directly on a conveyor.