<Desc/Clms Page number 1>
ZINKSTUK (hebbende het voorwerp uitgemaakt ener octrooiaanvraag ingediend in Nederland op 26 April 1949 en op heden nog niet toegekend -verklaring van de deponenten @.
Zinkstukken worden tot nu toe gemaakt uit een vulling van rijs- hout, welke vulling aan boven- en onderzijde door kruiselings over elkaar aangebrachte wiepen wordt opgesloten,,
De uitvinding verlaat deze zeer oude constructiemethode en slaat een nieuwe weg in die vele voordelen biedto
Het zinkstuk volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de (rijshout) vulling daarvan aan boven- en onderzijde opgesloten is door draadgaas of netwerk van metaal of ander geschikt materiaal., zoals touw, dat zich bij voorkeur ook om de openstaande randen van het zinkstuk uitstrekt.
Teneinde de vervaardiging te vergemakkelijken verdient het aan- beveling, dat boven-en ondergaas bestaan uit banen, die elkaar bij voorkeur enigszins overlappen.,
Het verband in het zinkstuk wordt sterker, wanneer de banen van het bovenvlak loodrecht verlopen op de banen van het ondervlak,in het bij- zonder wanneer de banen van het ondervlak in de lengterichting van het stuk lopen en de banen van het bovenvlak in de breedterichting daarvan.
Zowel met het oog op de vervaardiging van het stuk als met het oog op de sterkte daarvan is het van voordeel, dat het gaas van het ondervlak zich uitstrekt tot om de opstaande zijkanten van het stuk en verder aan de bovenzijde een rondom lopende rand vormt, waarop het gaas van het boven-vlak eindigt.
De proppen en/of touwstroppen respo voor bevestiging van sleep- of zinklijnen worden doelmatig aangebracht op versterkingsbanen, die om het stuk zijn geslagen, waarbij de touwstroppen vastgezet zijn door twee dwars- houten aan de onderzijde en één dwarshout aan de bovenzijde van het stuk
<Desc/Clms Page number 2>
zulks met het oog op een extra beveiliging tegen losschieten door uitvallen van een der dwarshouten aan de onderzijde.
Na deze vermelding van de voornaamste kenmerken van het zinkstuk volgens de uitvinding volgt hieronder een nadere beschrijving daarvan onder verwijzing naar de tekening, waarbij de voordelen, die het nieuwe zinkstuk heeft, zullen worden 'belichte
In de tekening toont : fig. 1 schematisch het begin van de vervaardiging van het zink- stuk in bovenaanzicht, fig. 2 een daarmede overeenstemmend vooraanzicht, fig. 3 in vooraanzicht en fig. 4 in bovenaanzicht een verdere phase in de vervaardiging van het zinkstuk, waarbij de randen van het ondergaas reeds om de rijsvul- ling zijn geslagen, fig. 5 op grotere schaal een gedeeltelijke dwarsdoorsnede in een nog latere phase der vervaardiging,.waarbij het bovengaas is aangebracht en tuinstaken zijn geplaatst, fig.
6 een gedeeltelijk dwarsdoorsnede in dezelfde phase als vol- gens figo 5, welke de aanbrenging der stroptouwen toont ter plaatse van de vesterkingsbanen, fig. 7 een overzicht van de verschillende bewerkingsphasen van begin tot einde en fig. 8 een gedeeltelijke langsdoorsnede ter plaatse van een op een versterkingsbaan aangebrachte prop.
De opbouw van het zinkstuk is als volgto Op afstanden van
2000 m. vanaf de uiteinden van het zinkstuk gemeten vanuit het hart worden banen 1 van harmonicagaas.met een maaswijdte van 5 cm. uitgelegd en wel met een afstand hart op hart van 7.50 mo De banen hebben een breedte van 1.00 ma en een zodanige lengt,dat de einden daarvan elkaar met ongeveer 0050 m.
. overlappen wanneer deze banen om het zinkstuk zijn gevouwen.,
Deze banen dienen als versterking en voor het daaraan vastzetten van zinkstroppen en ankerplaatsen.
Over de gaasbanen 1 worden nu naaste elkaar banen 2 van dezelfde zwaarte gaas aangebracht en wel van 2 meter breedte en met een overlap van 1.50 rondom de rijshoutvulling 3.
De banen 2 liggen 0.10 m. over elkaar heen en worden met ijzer- draad van 2 mm aan elkaar verbonden.
Tijdens het leggen der lengtebanen worden vanaf 0050 m uit de kanten van het stuk, in rijen onderling op 1.50 m, op afstanden van 0.75 m in beide richtingen staakeindjes 7 (zie fig. 4 en 5) lang 0.25 m aan de on- derkant van het ondergaasnet bevestigd, waarn omheen het sjorringstouw 4,5 wordt gehaald, en dubbel door het gaasnet naar boven aan een tijdelijke staak bevestigde
De eerste rijslaag wordt nu als aftreklaag in dwarsrichting, de tweede als aftreklaag in de lengterichting van het stuk aangebracht (zie fig.
7). Over een breedte van 3.00m worden nu de tijdelijke staken, waaraan het sjorringstouw is bevestigd opgeruimd, en het sjorringstouw op het rijsbed gelegd, om de overlengten van het gaasnet op te slaan op het rijsbed (zie
<Desc/Clms Page number 3>
fig. 4). Na het overslaan van de gaaslengten worden deze op afstanden van 1.50 m in beide richtingen van het stuk met elkaar verbonden door ijzerdraad dik 2 mm. waaraan de sjorringstouwtjes voorlopig worden bevestigd, zodat bij komende vloed geen bezwaar meer bestaat voor uit elkaar gaan van het stuk, en tijdens de vlotligging van het stuk regelmatig kan worden doorge- werkt (zie fig. 7).
Er dient op te worden gelet, dat de ijzerdraden juist in de richting van de sjorringstouwen worden gespannen, waardoor ook de rich- ting voor het staken zetten in beide richtingen is vastgelegd en buitenge- woon aangenaam werkt voor ongeschoold personeel bij het staken zetteno
Het bovennet wordt nu aangebracht met de banen 6 in dwarse rich- ting van het stuk met het zelfde materiaal als voor het ondernet, doch zon- der overlengten, waarbij elke baan 0010 m overlap krijgt om een goede ver- binding tussen de banen onderling te verzekeren. De banen worden stevig met ijzerdraad aan elkaar gevlochten en de versterkingsbanen worden omgevouwen tot in de stand afgebeeld in het ondergedeelte van fig. 7.
Tijdens het aanbrengen van het bovennet worden regelmatig de sjorringstouwen van het ij- zerdraad afgenomen en dubbel door het bovennet gehaald, waarbij op alle sjor- ringspunten de blijvende staken 8 worden ingezet waaraan de sjorring wordt bevestigde De nodige tusenstaken kunne nu gemakkelijk tussen de hoofdpun- ten worden verdeeldo Om deze staken worden later de tuinen gebreid.
De dwars- en lengetuinen welke een vierkant vormen van 1.5 x 1.5m worden nu aangebracht, waarbij op de stroomrichting moet worden' gelet.
Komt het stuk met zijn lengteas haaks op de stroom te liggen, dan moeten de dwarse tuinen eerst worden aangebracht en delengtetuinen er overheen, .om op de stroomrichting de hoogste betuining te krijgen.
Komt het stuk in tegenovergestelde richting, dan wordt ook de be- tuining omgekeerd uitgevoerde
Na het aanbrengen der betuining wordt deze sterk op het rijsbed aangedreven en de sjorringstouwen op de kruispunten sterk aangehaald en vast- gemaakt, waarbij betuining en rijsbed één sterk geheel wordt Na de verbin- ding van de hoofdpunten worden de tussenpunten geknoopt.
In fig. 4 betekenen de kleine cirkels de hoekpunten van lengte- en dwarstuinen met sjorringstouw en hondje en geven de kruisjes de tussen- verbindingen met sjorringstouw en hondje aano
De zinkstroppen 13 worden op los m uit de kanten van het stuk van de bovenzijde door het ter plaatse dubbele gaasnet gevoerd, en 2m onderdoor (12) in dwarsrichting doorgetrokken wederom door het net naar boven gevoerd, tot 0.30m boven het gaasnet.
alwaar deze aan een tijdelijke staak wordt vastgezet
Bij de eerste stroppendoorgang wordt aan de .onderzijde van het net een perkoenpaal 9 lang 1.20m bevestigd., waarom het stroppentouw wordt ge- slagen en de kous tussen beide parten wordt doorgevoerde De tweede per- koenpaal 10 wordt bij de tweede doorgang aan de onderzijde door het stroppen- touw geschoven, terwijl de derde perkoenpaal 11 aan het bovengaasnet is be- vestigd, waardoor bij optredende trekkracht in het stroppentouw het onder- en bovennet met versterkingsband zo gelijkmatig mogelijk worden belast.
Door de kousen van de reeds aangebrachte zinkstroppen wordt een tijdelijke staak gestoken om het naar benedenschieten tijdens het vlotliggen te voorkomen., De ankerplaatsen worden nu uitgezet en aangebracht, zodat het zinkstuk nu geheel gereed is
Door het nieuwe zinkstuk worden de volgende, belangrijke voor- delen verkregen. Het zinkstuk heeft een volkomen vlakke onderzijde, zodat het, het te bezinken oevervak radicaal afsluit. Dit betekent, dat in tegen-
<Desc/Clms Page number 4>
stelling met de bekende zinkstukken elke kans op ontgronding onder het stuk bijv door neren langs .eventueel niet bestortte randgedeelten geheel uitge- sloten wordt.
Verder is het zinkstuk soepeler dan de bekende uitvoering, zodat het zich beter naar het bodem verloop voegto Zelfs bodemgaten volgt het zon- der bezwaar.
Doordat het zinkstuk geheel draagt, is beschadigen ervan door het bestorten onmogelijk Bij onregelmatig grote, plaatselijke verzwaringen wordt het rijsbed alleen samengedrukt, doch de belasting kan niet door het zinkstuk heen zakken.
Daar het rijsbed geheel door gaas is ingesloten, zulsteenafschui- vingen aanmerkelijk minder gevaar opleveren voor opstropen van de rijsvul- ling. -
Aangezien het zinkstuk in tegenstelling met de bekende construc- tie over zijn gehele oppervlak tegen de oever ligt en niet plaatselijk (door wiepen) daarin grijpt, wordt de kans op afschuiven van oever of zinkstuk sterk verkleind. De gelijkmatig verdeelde weerstand toch is zeer groot zonder plaatselijk ontoelaatbaar hoge waarden te krijgen.
De betuining vormt één, onlosmaakbaar geheel met het zinkstuk, doordat deze met sjorringstouw op hechte wijze met boven- en ondergaasnet kan worden verbonden, terwijl ook de proppen, muurvast staan. Het drijfver- mogen van het zinkstuk is verder belangrijk geringer, zodat de steenbestor- ting per m2 kan worden verminderd, respe wordt met eenzelfde hoeveelheid be- storting een grotere;. aanligdruk van het stuk verkregen. De vulling kan dun- ner zijn daar zij strak tussen het dichte gaas wordt ingesloten.
Het nieuwe zinkstuk kan met een minimale materiaalhoeveelheid en ongeschoolde arbeidskrachten worden gemaakt, terwijl het aanmerkelijk goedko- per is, dan de gebruikelijke constructie.
<Desc / Clms Page number 1>
ZINC PIECE (having been the subject of a patent application filed in the Netherlands on April 26, 1949 and as yet not yet granted - declaration of the depositors @.
Zinc pieces have hitherto been made from a filling of proof wood, which filling is enclosed at the top and bottom by means of wedges arranged crosswise over each other.
The invention abandons this very old construction method and takes a new path which offers many advantages
The zinc piece according to the invention is characterized in that its (brushwood) filling is enclosed at the top and bottom by wire mesh or mesh of metal or other suitable material, such as rope, which preferably also extends around the open edges of the zinc piece.
In order to facilitate manufacture, it is recommended that the top and bottom gauze consist of webs, which preferably overlap slightly.
The bond in the sinker becomes stronger when the traces of the top surface run perpendicular to the trajectories of the bottom surface, especially when the trajectories of the bottom surface run in the longitudinal direction of the piece and the trajectories of the top surface in the width direction. thereof.
Both in view of the manufacture of the piece and in view of its strength, it is advantageous that the mesh from the bottom surface extends around the upright sides of the piece and further forms a circumferential edge at the top, on which the mesh of the top face ends.
The plugs and / or rope slings respectively for the attachment of towing or sinking lines are expediently applied to reinforcement webs that are wrapped around the piece, the rope slings being secured by two transverse timber at the bottom and one transverse timber at the top of the piece.
<Desc / Clms Page number 2>
This with a view to an extra security against slipping off due to the failure of one of the transverse timber at the bottom.
After this statement of the main features of the zinc ingot according to the invention, a more detailed description thereof follows with reference to the drawing, whereby the advantages of the new zinc ingot will be highlighted.
In the drawing: Fig. 1 schematically shows the start of the production of the zinc piece in top view, Fig. 2 a corresponding front view, Fig. 3 in front view and Fig. 4 in top view, a further phase in the production of the zinc piece Fig. 5, on a larger scale, a partial cross-section in a still later stage of manufacture, wherein the top gauze has been applied and garden posts have been placed, fig. 5, the edges of the bottom mesh having already been wrapped around the proofing filling.
6 is a partial cross-section in the same phase as according to FIG. 5, showing the arrangement of the strap ropes at the location of the reinforcement tracks, FIG. 7 an overview of the different processing phases from start to finish and FIG. 8 a partial longitudinal section at the location of a plug applied to a reinforcing web.
The build-up of the sinker is as follows: At distances from
2000 m. From the ends of the zinc piece, measured from the heart, lanes 1 of harmonica mesh with a mesh width of 5 cm are formed. laid out with a center-to-center distance of 7.50 mo. The tracks have a width of 1.00 ma and such a length that their ends meet by approximately 0050 m.
. overlap when these webs are folded around the sinker.
These tracks serve as reinforcement and for securing zinc slings and anchorages to them.
Over the mesh strips 1, strips 2 of the same thickness of mesh are now placed next to each other, namely 2 meters wide and with an overlap of 1.50 around the brushwood filling 3.
The strips 2 overlap each other by 0.10 m and are connected to each other with 2 mm iron wire.
During the laying of the longitudinal tracks from 0050 m from the sides of the piece, in rows mutually at 1.50 m, at distances of 0.75 m in both directions, stake ends 7 (see fig. 4 and 5) long 0.25 m at the bottom of the attached the bottom gauze net, around which the lashing rope 4,5 is passed, and double fastened through the gauze net upwards to a temporary stake
The first proofing layer is now applied as a pull-off layer in the transverse direction, the second as a pull-off layer in the longitudinal direction of the part (see fig.
7). Over a width of 3.00m, the temporary stakes, to which the lashing rope is attached, are now removed and the lashing rope placed on the proofing bed, to store the excess lengths of the mesh net on the proofing bed (see
<Desc / Clms Page number 3>
fig. 4). After skipping the mesh lengths, these are connected to each other at distances of 1.50 m in both directions of the piece by 2 mm thick iron wire. to which the lashing ropes are temporarily attached, so that during the coming tide there is no longer any objection to the part being separated, and that work can be continued regularly during the raft position of the part (see fig. 7).
Care should be taken to ensure that the iron wires are correctly tensioned in the direction of the lashing ropes, so that the staking direction is also fixed in both directions and is extremely pleasant for unskilled personnel when staking.
The top net is now applied with the webs 6 in the transverse direction of the piece with the same material as for the bottom net, but without over-lengths, each web being overlapped by 0010 m to ensure a good connection between the webs. to ensure. The webs are firmly braided together with iron wire and the reinforcing webs are folded back into the position shown in the lower portion of Fig. 7.
During the fitting of the top net, the lashing ropes are regularly removed from the iron wire and passed twice through the top net, whereby the permanent stakes 8 are used at all lashing points to which the lashing is attached. The necessary intermediate stakes can now easily be placed between the main points. These stakes are used to knit the gardens later.
The transverse and longitudinal gardens, which form a square of 1.5 x 1.5 m, are now being laid, taking into account the direction of flow.
If the piece with its longitudinal axis is at right angles to the flow, then the transverse gardens must first be arranged and parts of the garden over it, in order to obtain the highest groove in the flow direction.
If the piece comes in the opposite direction, the garden is also carried out in reverse
After arranging the embankment, it is strongly driven on the proofing bed and the lashing ropes strongly tightened and fastened at the intersections, whereby the embossing and proofing bed become one strong whole. After the connection of the main points, the intermediate points are knotted.
In fig. 4 the small circles indicate the angular points of longitudinal and cross gardens with lashing rope and dog and the crosses indicate the intermediate connections with lashing rope and dog.
The zinc slings 13 are fed loosely from the edges of the piece from the top through the on-site double mesh net, and 2m underneath (12) are passed through the net again upwards, to 0.30m above the mesh net.
where it is attached to a temporary stake
At the first sling passage, a cotton pile 9 long 1.20 m is attached to the bottom of the net, around which the noose twine is laid and the stocking is passed between the two parts. The second pear pile 10 is placed at the bottom at the second passage. slid through the sling twine, while the third percussion pile 11 is attached to the top netting, whereby when the pulling force occurs in the sling twine, the bottom and top netting with reinforcing tape are loaded as evenly as possible.
A temporary stake is inserted through the stockings of the zinc slings that have already been applied to prevent shooting down during the raft. The anchorages are now expanded and installed, so that the zinc piece is now completely ready.
The new zinc piece provides the following important advantages. The sinker has a completely flat underside, so that it radically closes off the bank section to be settled. This means that contrary to
<Desc / Clms Page number 4>
position with the known sinkers, any chance of scouring under the piece, for example by plunging along any non-poured edge parts, is completely excluded.
Furthermore, the sinker is more flexible than the known embodiment, so that it conforms better to the bottom course. Even bottom holes follow without objection.
Because the zinc piece is fully bearing, it is impossible to damage it by pouring. With irregularly large, local weightings, the proofing bed is only compressed, but the load cannot sink through the zinc piece.
Since the proofing bed is completely enclosed by gauze, rock shearing will present considerably less risk of the proofing filling being piled up. -
Since, in contrast to the known construction, the sinker lies against the bank over its entire surface and does not locally (by who grasp) grasp it, the risk of the bank or sinker sliding off is greatly reduced. The evenly distributed resistance is nevertheless very great without obtaining locally impermissibly high values.
The edging forms one, inseparable whole with the zinc piece, because it can be tightly connected to the top and bottom mesh net with lashing rope, while the plugs are also firmly fixed. The buoyancy of the zinc piece is furthermore significantly lower, so that the rock filling per m2 can be reduced, or becomes a greater with the same amount of deposit. contact pressure of the piece obtained. The filling may be thinner as it is tightly enclosed between the dense mesh.
The new zinc piece can be made with a minimal amount of material and unskilled labor, and it is considerably cheaper than conventional construction.