<Desc/Clms Page number 1>
BESCHRIJVING behorende bij de Octrooiaanvragen van Theo.dorus KORTENBACH wonende te VOORBURG, Nederland betreffende:
Rolschaats met reminrichting...
De uitvinding heeft betrekking op een rolschaats, waarvan een of ieder der achterwielen is -voorzien van een remtrommel, die samenwerkt met een remorgaan bevestigd aan een hefboom, waarvan het van een rol voorziene vrije einde in de onwerkzame stand op enige afstand boven en achter de onderkant der rolschaatswielen ligt.
Bij dergelijke, bekende uitvoeringen vormt het remorgaan een onderdeel van de hefboom, welke daartoe gedeeltelijk als remschoen is uitgevoerd.
Hierdoor wordt het noodzakelijk gebruik te maken van delen voor de reminrichting, die lastig te maken zijn, terwijl de remwerking weinig kra.chtig is.
<Desc/Clms Page number 2>
Volgens de uitvinding wordt het rera-orgaan gevormd door een am de remtrommel geslagen remband, welke enerzijds bevestigd is aan een vast punt van de rolschaats en anderzijds met de hefboom is verbonden.
Een dergelijke constructie kan met minder en eenvoudiger delen worden gemaakt en heeft een aanzienlijk krachtiger remwerking. Bovendien neemt een remband minder plaats in dan een remschoen, waardoor een grotere remtrommel kan worden toegepast, hetgeen weer versterking van de remwerking betekent.
Opgemerkt wordt, dat een rolschaats met afzonderlijke, remschoen bekend is uit het Duitse Octrooi schrift No. 386.288.
Ook deze uitvoering vraagt echter speciaal gevormde en bewerkte onderdelen, in tegenstelling met de nieuwe rembandconstructie, waarbij gebruik kan worden gemaakt van een eenvoudig gevormde bedieningshefboom en van een - in niet gemonteerde toestand rechte - strip rembandmateriaal.
De tekening verduidelijkt de uitvinding met een schematisch afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld.
Fig.l is hiervan een ten dele weggebroken zijaanzicht, fig.2 toont een bijbehorend bovenaanzicht en fig.3 is een achteraanzicht, onder weglating van de remhefboom met rol.
Door 1 is het gebruikelijke voetdraagvlak met hielsteun 2 van een rolschaats aangeduid. Aangenomen is, dat de afgebeelde rolschaats voorzien is van een paar voorwielen (niet-weergegeven) en een paar achterwielen 3,3. Met 4 (zie fig.3) is een draaggestel voor de ondersteuning van het draagvlak 1 op de achterwielas weergegeven. Elk der achterwielen 3 is aan de binnenzijde voorzien van een remtrommel 5 voor een remband 6, die enerzijds bi j 7, onder aan het draagvlak 1 en anderzijds, bij 8, aan een remhefboom 9 is be vestigd. Deze hefboom is aan zijn vooreinde vorkvormig uitgevoerd (zie fig.2) en met elk der benen bij 8 het ene einde van een remband verbonden.
Het vrije einde van elk dier benen iss bi j
<Desc/Clms Page number 3>
10 in een verticaal vlak draaibaar met het voetdraagvlak verbonden. Het vrije einde van de hefboom 9 draagt een of meer rollen 12. Tussen dit einde en de bevestigingspunten 8 is de remhefboom 9 door middel van een veer 11 met het achtereinde van het draagvlak verbonden.
In de stand volgens fig.l moet de spanning van de veer 11 ten opzichte van het gewicht van hefboom 9 met rol 12 zodanig zijn, dat de rembanden 6,6 zoveel mogelijk vrij liggen van de remvlakken der remtrommels 5.
Het is duidelijk, dat wanneer door het opheffen van de voorvoet, dat wil zeggen, door het schuin naar achteren stellen van het draagvlak 1, de rol 12 met de weg in aanraking is gebracht en dus de hefboom 9 niet verder omlaag kan gaan, door verdere opheffing van de voorvoet de rembanden 6 om hun remtrommels 5 zullen worden aangetrokken en zodoende de achterwielen 3,3 krachtig zullen worden afgeremd.
Het belang van de uitvinding is vooral gelegen in het kunnen gebruiken van eenvoudige en gemakkelijk te vervaardigen onderdelen.
C O N C L U S I E. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.