BE1030900B1 - Werkwijze voor het bevestigen van een paneel op een douchebak - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het plaatsen van een paneel (2) op een douchebak (1), die hoofdzakelijk bestaat uit de volgende stappen a) het vormen van een groef (7) in de bovenzijde van een douchebak waarbij de groef voorzien is van een minstens gedeeltelijk vlakke bodem (9), een eerste substantieel verticale wand (8), en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte (10) en een daaraan aansluitend schuin gedeelte (11); en b) het verbinden van een paneel (2), dat aan een onderzijde minstens een vlak gedeelte (5) en een afgeschuind gedeelte (6) bevat, met de douchebak door het paneel met de onderzijde in de groef aan te brengen zodat het afgeschuinde gedeelte (6) minstens gedeeltelijk in contact is met het schuine gedeelte (11) van de groef.

Description

Werkwijze voor het bevestigen van een paneel op een douchebak.

De huidige uitvinding heeft betrekking op douchesystemen, meer bepaald op het bevestigen van douchewandpanelen op een douchebak.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het siliconenvrij installeren van douchesystemen.

Het is bekend om doucheruimtes te creëren door eerst een douchebak, voorzien van een afvoer, waterpas in een kamer te plaatsen op de vloer ter hoogte van een afvoer. De douchebak wordt gewoonlijk geplaatst aangrenzend aan een bestaande wand of muur of aangrenzend aan meerdere wanden, zoals bijvoorbeeld in een hoek. Op de bovenzijde van de douchebak worden aan de buitenranden douchewandpanelen geplaatst tegen de bestaande muren.

De douchewandpanelen worden met de douchebak, en ook onderling, verbonden door verlijmen. Hierna worden de verbindingen gekit met siliconen om insijpelen van water te voorkomen. De douchewandpanelen worden aan de achterzijde tevens verlijmd met de bestaande wand.

Hoewel de hierboven beschreven werkwijze zeker zijn verdiensten heeft, is een nadeel dat het waterpas installeren van de panelen op de douchebak de nodige vaardigheid en routine vereist waardoor het aanbevolen is gebruik te maken van vakkundige installateurs en deze werkwijze als dusdanig minder geschikt is voor doe-het- zelvers.

Een ander nadeel is dat de verbindingen waarin de siliconenlaag is aangebracht, in de praktijk vaak niet helemaal lekvrij zijn. Bovendien dient volgens de fabrikanten van de siliconen de siliconenlaag periodiek, typisch om de drie tot vijf jaar, te worden vernieuwd. Dit is bewerkelijk omdat de oude siliconenlagen moeten verwijderd worden en door een vakman opnieuw dienen aangebracht te worden. Dit brengt extra kosten mee en geeft telkens weer een vernieuwd risico op lekken door een eventueel slecht gekitte verbinding.

De huidige uitvinding heeft tot doel een alternatief te voorzien dat voor minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing biedt.

Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting om te douchen en een werkwijze voor het plaatsen van panelen op een douchebak.

De werkwijze volgens de uitvinding bevat een aantal stappen. Een stap a) is het vormen van een groef in de bovenzijde van een douchebak, in de nabijheid van een rand van de douchebak, waarbij de lengterichting van de groef evenwijdig is met de nabije rand en waarbij de groef voorzien is van een minstens gedeeltelijk vlakke bodem, een eerste substantieel verticale wand in de lengterichting en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand,

bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte en een daaraan aansluitend schuin gedeelte.

De douchebak is bij voorkeur gemaakt uit een gietmateriaal en voorzien van een opening voor de afvoer. De douchebak kan reeds voorzien zijn van een ingebouwde sifon. De uitvinding is niet beperkt tot een douchebak maar kan toegepast worden op elke alternatieve bak of kuip waarin men kan douchen, zoals bijvoorbeeld een badkuip.

Een verdere stap b) is het verbinden van een paneel, dat aan een onderzijde minstens een vlak gedeelte en een afgeschuind gedeelte bevat, met de douchebak door het paneel met de onderzijde in de groef aan te brengen zodanig dat het afgeschuind gedeelte minstens gedeeltelijk in contact is met het schuin gedeelte van de groef.

Typisch zijn de panelen vlakke panelen met aan de onderkant een rechthoekige vorm. De bovenkant kan rechthoekig zijn, maar alternatief kan de bovenrand ook gebogen zijn. Bij voorkeur zijn de panelen gemaakt uit een gietmateriaal.

Omdat de verbinding eenvoudig tot stand wordt gebracht door het plaatsen van het paneel met het afgeschuind gedeelte op het schuine deel van de groef, kan de installatie gebeuren zonder tussenkomst van een professionele installateur.

Door de vorm van de verbinding wordt de binnenzijde van het paneel aan de onderkant tegen de eerste verticale wand van de groef gedrukt. Hierdoor wordt het insijpelen van water of vocht onder het paneel tegengegaan.

In een uitvoeringsvorm wordt voor het aanbrengen van het paneel in de groef een klevend materiaal aangebracht op de bodem van de groef zodanig dat na het aanbrengen van het paneel in de groef, het klevend materiaal een laag vormt tussen het vlak gedeelte aan de onderzijde van het paneel en het vlakke gedeelte van de bodem van de groef. Bij voorkeur is het klevend materiaal een polymeerlijm die na uitharding nagenoeg ondoordringbaar is voor water, zoals bijvoorbeeld een polymeerlijm op basis van methyl methacrylate bevat. De lijmlaag belet het verder insijpelen van water of vocht dat eventueel toch zou indringen aan de onderkant van het paneel tussen de binnenzijde van het paneel en de wand van de groef.

Een voordeel van de verbinding tussen paneel en douchebak, zoals hierboven beschreven, is dat deze oplossing een lekvrije verbinding voorziet zodat kitten met siliconen overbodig is.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het afgeschuinde deel van het paneel een hellingshoek die substantieel overeenkomt met een hellingshoek van het schuin gedeelte van de tweede wand van de groef. Typisch is deze hellingshoek een hoek in het bereik van 30° tot en met 70°, of bij voorkeur van 40° tot en met 60°.

Om de plaatsing van het paneel te vergemakkelijken en voor een hogere stabiliteit na plaatsing, kan men ervoor opteren het afgeschuinde deel van het paneel breder te maken dan het schuin gedeelte van de tweede wand van de groef.

In een praktische uitvoeringvorm kan het vormen van de groef in de bovenzijde van een douchebak minstens bestaan uit deelstappen van het frezen van een driehoekige gleuf in 5 de bovenzijde van de douchebak evenwijdig met de rand; het frezen van een rechthoekige gleuf evenwijdig met de rand zodanig dat de rechthoekige gleuf de driehoekige gleuf gedeeltelijk overlapt.

In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding worden, voordat het paneel wordt verbonden met de overeenstemmende groef, op de achterliggende bestaande wand afstandshouders aangebracht die dusdanig ingesteld worden dat bij het aanbrengen van het paneel in de groef, substantieel loodrecht op de bovenzijde van de douchebak, het paneel aan zijn achterzijde de afstandshouders contacteert. Bij voorkeur bevatten de afstandshouders een eerste en een tweede deel die schroefbaar met elkaar verbindbaar zijn.

Indien meerdere panelen worden aangebracht op een douchebak is het mogelijk aangrenzende panelen onderling met elkaar te verbinden. Hiertoe wordt in een eerste paneel een paneelgroef gevormd in een opgaande zijkant of, in het geval van een hoekverbinding, in de binnenzijde in de nabijheid van een opgaande rand. De paneelgroef is voorzien van een minstens gedeeltelijk vlakke bodem, een eerste substantieel verticale wand in de lengterichting en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte en een daaraan aansluitend schuin gedeelte. Een aansluitende paneel, dat aan de aansluitende opgaande zijkant minstens een vlak gedeelte en een afgeschuind gedeelte bevat, wordt met het eerste paneel verbonden door het paneel met de opgaande zijkant in de paneelgroef aan te brengen zodanig dat het afgeschuind gedeelte van het aansluitende paneel minstens gedeeltelijk in contact is met het schuin gedeelte van de paneelgroef van het eerste paneel.

De uitvinding betreft ook een inrichting voor het douchen die de werkwijze, volgens één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen of een combinatie daarvan toepast. De inrichting bevat een douchebak voorzien van minstens één groef gevormd in de bovenzijde van de douchebak in de nabijheid van een rand van de douchebak waarbij de lengterichting van de groef evenwijdig is met de nabije rand en waarbij de groef voorzien is van een minstens gedeeltelijk vlakke bodem, een eerste substantieel verticale wand in de lengterichting en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand, bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte en een daaraan aansluitend schuin gedeelte en minstens één paneel dat aan een onderzijde minstens een vlak gedeelte en een afgeschuind gedeelte bevat.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van de inrichting en toegepaste werkwijze volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:

figuur 1 schematisch en in doorsnede een gedeelte van een douchebak waarop een douchewandpaneel is geplaatst volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2a en 2b freesstappen volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding weergeeft voor het vormen van een groef in een douchebak; figuur 2c schematisch en in doorsnede de douchebak met groef weergeeft, gevormd volgens de stappen van figuren 2a en 2b. figuur 3a een freesstap volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding weergeeft voor het vormen van de onderkant van een douchewandpaneel; figuur 3b schematisch en in doorsnede het douchewandpaneel weergeeft met aan de onderkant een afgeschuind gedeelte, gevormd volgens de stap van figuur 3a; figuur 4a en 4b verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding weergeven voor het onderling verbinden van twee aangrenzende douchewandpanelen in een hoek.

Figuur 1 toont schematisch een gedeelte van een douchebak 1 waarop aan de bovenzijde, nabij een buitenrand, een paneel 2 is geplaatst. De douchebak is gemaakt uit een gietmateriaal en voorzien van een opening voor de afvoer.

Het paneel is een douchewandpaneel gemaakt uit hetzelfde materiaal als de douchebak.

Het douchewandpaneel 2, zoals ook getoond in Figuur 3b, heeft aan de onderzijde een vlak gedeelte 5 en een afgeschuind gedeelte 6 aangrenzend aan de achterzijde 4 van het paneel. De douchebak 1 is aan de bovenzijde nabij een buitenrand voorzien van een groef 7, zoals ook getoond in

Figuur 2c. De groef 7 is in zijn lengterichting evenwijdig met de nabije rand. De groef 7 heeft een vlakke bodem 9, een eerste substantieel verticale wand 8 en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de buitenrand van de douchebak, bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte 10 en een daaraan aansluitend schuin gedeelte 11.

Het douchewandpaneel 2 is met de douchebak verbonden door het douchewandpaneel met de onderzijde in de groef 7 te plaatsen zodat het afgeschuinde gedeelte 6 van het douchewandpaneel in contact is met het schuine gedeelte 11 van de groef. Het afgeschuinde gedeelte 6 van het douchewandpaneel en het schuine gedeelte 11 van de groef 7 hebben een hellingshoek van 45°. Het afgeschuinde gedeelte 6 van het douchewandpaneel is breder dan het schuine gedeelte 11 van de groef 7, terwijl het vlakke gedeelte 5 van het douchewandpaneel smaller is dan de bodem 9 van de groef 7. Deze configuratie vergemakkelijkt de plaatsing van het douchewandpaneel in de groef en zorgt tevens voor een verbinding die het kantelen van het in de groef geplaatste douchewand paneel tegenwerkt.

De werkwijze voor het plaatsen van douchewandpanelen 2 op een douchebak 1 is zeer eenvoudig. Als voorbeeld wordt in wat volgt de plaatsing van een inrichting om te douchen beschreven voorzien van twee douchewandpanelen in een hoekopstelling.

Eerst worden aan de bovenzijde van de douchebak nabij twee aangrenzende buitenranden twee groeven gevormd die loodrecht op elkaar staan. Zoals getoond in Figuur 2a, wordt ter vorming van een groef 7, eerst met een driehoekige 45° frees 12 een driehoekige gleuf gefreesd in de bovenzijde van de douchebak, evenwijdig met de buitenrand van de douchebak. Vervolgens wordt, zoals getoond in Figuur 2b, evenwijdig en gedeeltelijk overlappend met de reeds gevormde driehoekige gleuf, een rechthoekige gleuf gefreesd met behulp van een rechthoekige frees 13. De plaatsing van de rechthoekig frees 13 is dusdanig dat een rand van de {frees dichter bij de buitenrand is dan het midden van de driehoekige sleuf. De aldus gevormde groef 7 heeft een vlakke bodem 9, een eerste substantieel verticale wand 8 en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand, bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte 10 en een daaraan aansluitend schuin gedeelte 11.

De douchebak 1 voorzien van de groeven 7 wordt waterpas geplaatst in een daarvoor bestemde hoek met inachtneming van een uitzettingsvoeg en met de groeven aangrenzend aan de bestaande wanden in de betreffende hoek. Om de douchewandpanelen 2 waterpas te plaatsen op de douchebak worden op de bestaande wanden per douchewandpaneel zes tot twaalf afstandshouders aangebracht. De afstandshouders bestaan uit twee delen die schroefbaar met elkaar verbonden zijn. De lengte van de afstandshouders, zijnde de dimensie loodrecht op de bestaande wand, wordt geregeld door het indraaien of uitdraaien van het tweede deel ten opzichte van het eerste deel dat met de bestaande wand is verbonden.

Deze verbinding met de bestaande wand kan door verlijmen, bijvoorbeeld met behulp van een dubbelzijdige plaktape, maar kan uiteraard ook op een andere gekende manier zoals bijvoorbeeld met een plug en schroefverbinding. Met behulp van een waterpas wordt de lengte van elke afstandshouder dusdanig individueel geregeld dat de vrije uiteinden van (het tweede deel) van de afstandshouders, voorzien voor één paneel, elk een contactoppervlak hebben in eenzelfde vlak, substantieel loodrecht op de bovenzijde van de douchebak.

Op deze contactoppervlakken van de afstandshouders of op de achterzijde van het paneel (2) ter hoogte van de afstandshouders wordt een klevende materie aangebracht, zoals bijvoorbeeld een lijmlaag of een dubbelzijdige plaktape.

Zoals getoond in Figuur 3a, wordt de onderzijde van de wanddouchepanelen 2 afgeschuind met behulp van een driehoekige 45° frees die geplaatst wordt op de achterzijde 4 van het douchewandpaneel 2. Als dusdanig hebben de douchewandpanelen 2 aan de onderzijde een vlak gedeelte 5 en een afgeschuind gedeelte 6 dat aansluit op de achterzijde 4 van het paneel.

Om de twee panelen in de hoek onderling met elkaar te kunnen verbinden wordt in één van de panelen een paneelgroef gevormd in de binnenzijde/voorzijde 3 in de nabijheid van een opgaande buitenrand. De paneelgroef is voorzien van een vlakke bodem, een eerste substantieel verticale wand in de lengterichting evenwijdig met de opgaande rand en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand, bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte en een daaraan aansluitend schuin gedeelte. Het andere paneel, wordt aan de aansluitende opgaande zijkant afgeschuind zodat de zijkant een vlak gedeelte en een afgeschuind gedeelte aansluitend aan de achterzijde van het paneel bevat.

Alternatieven voor het onderling verbinden van twee aangrenzende panelen (2) in een hoek worden getoond in

Figuur 4a en Figuur 4b. Hierbij wordt telkens gebruik gemaakt van een L-vormige profiel (14) dat op de achterzijde (4) van één van beide panelen, in dit geval het linker paneel, wordt geplaatst. De plaatsing van het L- profiel op het paneel kan vooraf in de fabriek of tijdens de plaatsing. De bevestiging gebeurt met een klevend materiaal zoals bijvoorbeeld een dubbelzijdige plaktape of een lijm, bijvoorbeeld een polymeerlijm. Voor de bevestiging van het L-profiel kan al dan niet een gedeelte van de achterwand waarop het L-profiel zal worden geplaatst worden uitgefreesd. Indien voor uitfrezen van de achterwand wordt geopteerd kan dit zodanig uitgevoerd worden dat na bevestiging van het L-profiel (14) op het paneel de achterzijde (4) van het paneel en de achterzijde van het L- profiel in hetzelfde vlak liggen zoals getoond voor het linkerpaneel van Figuur 4a. Het L-profiel steekt dusdanig uit voorbij de zijkant van het linkerpaneel dat een opening wordt gevormd waarin het rechterpaneel passend kan worden aangebracht.

Optioneel, zoals getoond in Figuur 4b, kan het L-profiel aan de binnenzijde voorzien zijn van een uitstulping (15) die bij bevestiging van het profiel (14) tegen de zijkant van het linker profiel wordt geplaatst zodat de correcte installatie van het profiel (14) op het paneel wordt vergemakkelijkt.

Op de bodem 9 van de groeven in de douchebak, in de paneelgroef, of alternatief op de wanden van de opening in het L-profiel wordt een polymeerlijm aangebracht.

Vervolgens worden de panelen 2 met hun onderzijde in de overeenstemmende groeven 7 in de douchebak 1 aangebracht en worden onderling in de hoek verbonden door het aanbrengen van het ene paneel, met de zijkant met het afgeschuinde gedeelte, in de paneelgroef van het andere paneel en met de achterzijden 4 tegen de afstandshouders geplaatst.

Als resultaat staan de panelen 2 na de plaatsing substantieel loodrecht op de douchebak 1 en zijn ze aan de achterzijde 4 klevend verbonden met de afstandshouders bevestigd op de bestaande wanden. Een bijkomend voordeel van het gebruik van de afstandshouders is dat tijdens de plaatsing van de panelen 2 in de groeven 7, de panelen niet naar achter (naar de bestaande wand) kunnen kantelen en dus ook niet na eventuele kanteling teruggetrokken dienen te worden. Het terugtrekken zou immers een nefaste invloed op de kwaliteit van de lijmverbinding tussen het paneel 2 en de groef 7 hebben.

Na plaatsing zijn de panelen 2 klevend en lekvrij met elkaar en met de douchebak 1, en alternatief ook met het L- profiel verbonden via de polymeerlijmlaag die respectievelijk is aangebracht in de paneelgroef en de groeven 7 en alternatief op de wanden van de opening in het

L-profiel (14). De verbindingen zijn niet of nauwelijks zichtbaar. Ook de polymeerlijm, aangebracht op de bodem 9 van de groeven, is na plaatsing van de panelen niet of nauwelijks zichtbaar. De gebruikte polymeerlijm is een twee componenten lijm op basis van Methyl Metacrylate zoals b.v.

Solmmate 10:1 Activator van Bondloc UK Ltd. Een bijkomend voordeel is dat de inrichting voor het douchen op éénzelfde dag volledig kan gemonteerd worden.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding kunnen in allerlei vormen en afmetingen en volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

Conclusies.

1.- Werkwijze voor het plaatsen van een paneel (2) op een douchebak (1), die hoofdzakelijk bestaat uit de volgende stappen a) het vormen van een groef (7) in de bovenzijde van de douchebak, in de nabijheid van een rand van de douchebak waarbij de lengterichting van de groef evenwijdig is met de nabije rand en waarbij de groef voorzien is van een minstens gedeeltelijk vlakke bodem (9), een eerste substantieel verticale wand (8) en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand, bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte (10) en een daaraan aansluitend schuin gedeelte (11); en b) het verbinden van een paneel (2), dat aan een onderzijde minstens een vlak gedeelte (5) en een afgeschuind gedeelte (6) bevat, met de douchebak door het paneel met de onderzijde in de groef aan te brengen zodat het afgeschuinde gedeelte (6) minstens gedeeltelijk in contact is met het schuine gedeelte van de groef (11).

2.- Werkwijze volgens conclusie 1, verder bestaande uit een stap van het aanbrengen van een klevend materiaal op de bodem (9) van de groef (7) zodat, na het aanbrengen van het paneel (2) in de groef, het klevend materiaal een laag vormt tussen het vlakke gedeelte (5) aan de onderzijde van het paneel en de bodem (9) van de groef.

3.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het klevend materiaal een polymeerlijm is die methyl methacrylate bevat.

4.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het afgeschuinde deel (6) van het paneel (2) breder is dan het schuine gedeelte (11) van de tweede wand van de groef (7).

5.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het afgeschuinde deel (6) van het paneel (2) een hellingshoek heeft die substantieel overeenkomt met een hellingshoek van het schuine gedeelte (11) van de tweede wand van de groef (7).

6.- Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de hellingshoek van het afgeschuinde deel (6) van het paneel (2) een hoek is in het bereik van 30° tot en met

70°.

7.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vlakke gedeelte (9) van de bodem van de groef (7) breder is dan het vlakke gedeelte (5) aan de onderzijde van het paneel (2).

8.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het vormen van de groef (7) in de bovenzijde van een douchebak (1) minstens bestaat uit de volgende deelstappen het {frezen van een driehoekige gleuf evenwijdig met de rand;

het frezen van een rechthoekige gleuf evenwijdig met de rand zodat de rechthoekige gleuf de driehoekige gleuf gedeeltelijk overlapt.

9.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, verder bestaande uit een stap van het aanbrengen van afstandshouders op een wand en het dusdanig instellen van de afstandshouders dat bij het aanbrengen van het paneel (2) in de groef (7), substantieel loodrecht op de buitenzijde van de douchebak (1), het paneel aan zijn achterzijde (4) de afstandshouders contacteert.

10.- Werkwijze volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de afstandshouders een eerste en een tweede deel bevatten die schroefbaar met elkaar verbonden zijn, waarbij het eerste deel op de wand is bevestigd.

11.- Werkwijze volgens conclusie 10, verder bestaande uit een stap van het aanbrengen van een klevende materiaal op het tweede deel van de afstandshouders of op het paneel (2) zodat na het aanbrengen van het paneel (2), het paneel en de afstandshouders klevend verbonden zijn.

12.- Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, verder bestaande uit de stappen van het vormen van een verdere groef (7) in de bovenzijde van de douchebak (1) aan een verdere rand van de douchebak aanliggend aan de vorige rand volgens stap a) van de werkwijze; het verbinden van een verder paneel (2) met de douchebak gebruik makend van de verdere groef volgens stap b), en en het verbinden van het verdere paneel, dat aan een opgaande zijkant minstens een vlak gedeelte en een afgeschuind gedeelte bevat, met het vorige paneel, door het paneel met de opgaande zijkant in een paneelgroef aan te brengen, gevormd in de binnenzijde van het vorige paneel nabij een opgaande rand waarbij de paneelgroef voorzien is van een minstens gedeeltelijk vlakke bodem, een eerste substantieel verticale wand in de lengterichting en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand, bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte en een daaraan aansluitend schuin gedeelte, zodat het afgeschuinde gedeelte van het verdere paneel minstens gedeeltelijk in contact is met het schuine gedeelte van de paneelgroef.

13.- Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot 11, verder bestaande uit de stappen van het vormen van een verdere groef (7) in de bovenzijde van de douchebak (1) aan een verdere rand van de douchebak aanliggend aan de vorige rand volgens stap a) van de werkwijze; het verbinden van een verder paneel (2) met de douchebak gebruik makend van de verdere groef volgens stap b), en en het verbinden van het verdere paneel met het vorige paneel door het verdere paneel met de opgaande zijkant aan te brengen in een L-profiel (14) verbonden met de achterzijde van het vorige paneel.

14.- Inrichting om te douchen die de werkwijze, volgens één van de voorgaande conclusies toepast, daardoor gekenmerkt dat zij minstens bestaat uit een douchebak (1) voorzien van minstens één groef (7) gevormd in de bovenzijde van de douchebak in de nabijheid van een rand van de douchebak waarbij de lengterichting van de groef evenwijdig is met de nabije rand en waarbij de groef voorzien is van een minstens gedeeltelijk vlakke bodem (9), een eerste substantieel verticale wand (8) in de lengterichting en een tweede tegenoverliggende wand dichter bij de rand bestaande uit een substantieel verticaal gedeelte (10) en een daaraan aansluitend schuin gedeelte (11); en minstens één paneel (2) dat aan een onderzijde minstens een vlak gedeelte (5) en een afgeschuind gedeelte (6) bevat.