BE1030577A1

BE1030577A1 - VENTILATION GRILLE

Info

Publication number: BE1030577A1
Application number: BE20225422A
Authority: BE
Inventors: Willemacker Lieven De; Neve Marnix Dominique Maurice Alberic De
Original assignee: Renson Ventilation Nv
Priority date: 2022-05-31
Filing date: 2022-05-31
Publication date: 2024-01-03
Also published as: EP4286642A1; BE1030577B1

Abstract

Deze uitvinding betreft een ventilatierooster (1), omvattende: - een basismodule (7), ter plaatsing op glas, met een basisluchtdoorstroomkanaal (8); - een akoestische aanzetmodule (10), die aan de basismodule (7) koppelbaar is; die een aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) omvat, om samen met het basisluchtdoorstroomkanaal (8) een luchtdoorstroomkanaal (2) te vormen, voor natuurlijke luchtdoorstroming en die voorzien is van een inzetblok (12) uit akoestisch isolerend materiaal, dat het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) onderaan begrenst; en - een zelfregelende klep (9), die in het basisluchtdoorstroomkanaal (8) is opgesteld.This invention concerns a ventilation grille (1), comprising: - a basic module (7), for placement on glass, with a basic air flow channel (8); - an acoustic starter module (10), which can be connected to the base module (7); which includes an inlet air flow duct (11) to form an air flow duct (2) together with the basic air flow duct (8) for natural air flow and which is provided with an insert block (12) made of acoustic insulating material that limits the inlet air flow duct (11) at the bottom ; and - a self-regulating valve (9), which is arranged in the basic air flow channel (8).

Description

VENTILATIEROOSTERVENTILATION GRILLE

Deze uitvinding betreft een ventilatierooster voor plaatsing op glas, omvattende: - een luchtdoorstroomkanaal voor natuurlijke luchtdoorstroming van een inlaatopening naar een uitlaatopening; - een basismodule, ter plaatsing op het glas, met een basisluchtdoorstroomkanaal, dat deel uitmaakt van het luchtdoorstroomkanaal; en - een zelfregelende klep, die verplaatsbaar in het basisluchtdoorstroomkanaal is opgesteld tussen een eerste uiterste stand en een tweede uiterste stand om in functie van het drukverschil over de zelfregelende klep het luchtdebiet doorheen het luchtdoorstroomkanaal te regelen.This invention concerns a ventilation grille for placement on glass, comprising: - an air flow channel for natural air flow from an inlet opening to an exhaust opening; - a basic module, for placement on the glass, with a basic air flow duct, which is part of the air flow duct; and - a self-regulating valve, which is arranged movably in the basic air flow duct between a first extreme position and a second extreme position in order to regulate the air flow through the air flow duct in function of the pressure difference across the self-regulating valve.

Dergelijke ventilatieroosters zijn voorzien voor natuurlijke luchttoevoer in een gebouw. Via een dergelijke ventilatierooster wordt normaal lucht uit een buitenomgeving doorheen het luchtdoorstroomkanaal naar de binnenomgeving van het gebouw gebracht.Such ventilation grilles are provided for natural air supply in a building. Air from an outdoor environment is normally brought through the air flow duct to the indoor environment of the building via such a ventilation grille.

Met de zelfregelende klep wordt de luchtdoorstroomopening in het luchtdoorstroomkanaal automatisch geregeld, doordat het kleplichaam van de zelfregelende klep automatisch beweegt in functie van het drukverschil over het luchtdoorstroomkanaal, zonder gebruik van een actuator of motor. Door de aanwezigheid van een dergelijke zelfregelende klep wordt een dergelijk ventilatierooster ook wel een zelfregelend ventilatierooster genoemd.With the self-regulating valve, the air flow opening in the air flow duct is automatically controlled, because the valve body of the self-regulating valve automatically moves depending on the pressure difference across the air flow duct, without the use of an actuator or motor. Due to the presence of such a self-regulating valve, such a ventilation grille is also called a self-regulating ventilation grille.

Voorbeelden van ventilatieroosters met zelfregelende kleppen zijn gekend uitExamples of ventilation grilles with self-regulating flaps are known from

EP 2 995 879 Al en EP 3 312 521 A1 van de huidige aanvrager.EP 2 995 879 A1 and EP 3 312 521 A1 from the current applicant.

De daar beschreven en afgebeelde ventilatieroosters zijn evenwel niet voorzien voor plaatsing op glas.However, the ventilation grilles described and illustrated there are not intended for installation on glass.

De ventilatieroosters waarop deze uitvinding betrekking heeft, zijn voorzien om rechtstreeks op beglazing in een wand geplaatst te worden. Deze worden dan niet bovenop een raam- of deurprofiel geplaatst, maar rechtstreeks op de beglazing, en eventueel mee met deze beglazing in een raam- of deurkader opgenomen tussen de beglazing en een raam- of deurprofiel.The ventilation grilles to which this invention relates are intended to be placed directly on glazing in a wall. These are then not placed on top of a window or door profile, but directly on the glazing, and possibly included with this glazing in a window or door frame between the glazing and a window or door profile.

Bij ventilatieroosters voor plaatsing op glas heeft men veel minder ruimte om alle gewenste technieken in een dergelijke ventilatierooster te integreren dan bij ventilatieroosters die bovenop een raam- of deurprofiel of in een wand zelf opgenomen worden.With ventilation grilles for placement on glass, there is much less space to integrate all the desired techniques into such a ventilation grille than with ventilation grilles that are installed on top of a window or door profile or in the wall itself.

Voorbeelden van ventilatieroosters voor plaatsing op glas zijn gekend uitExamples of ventilation grilles for placement on glass are known from

NL 9 302 185 A en EP 1 096 097 A1 (uitvoeringsvormen in figuren 1 en 2). De in deze octrooipublicaties beschreven en afgebeelde ventilatieroosters zijn voorzien van akoestisch isolerend materiaal. Dergelijk akoestisch isolerend materiaal is geluidsabsorberend. Met deze ventilatieroosters kunnen geen constante ventilatiedebieten gegarandeerd worden. Ventilatiedebieten die met deze ventilatieroosters gehaald kunnen worden zijn in de praktijk heel wat lager dan niet- akoestische versies van dergelijke ventilatieroosters. Hoewel in NL 9 302 185 A beweerd wordt dat de luchtstromingsweerstand niet negatief wordt beïnvloed, heeft de daarin beschreven en afgebeelde akoestische module een aanzienlijke effect op de ventilatiedebieten.NL 9 302 185 A and EP 1 096 097 A1 (embodiments in figures 1 and 2). The ventilation grilles described and depicted in these patent publications are provided with acoustic insulating material. Such acoustic insulating material is sound-absorbing. Constant ventilation flow rates cannot be guaranteed with these ventilation grilles. Ventilation flow rates that can be achieved with these ventilation grilles are in practice much lower than non-acoustic versions of such ventilation grilles. Although NL 9 302 185 A claims that the airflow resistance is not negatively affected, the acoustic module described and depicted therein has a significant effect on the ventilation flow rates.

Ook de huidige aanvrager werkte in het verleden een ventilatierooster uit voor plaatsing op glas, die voorzien werd van akoestisch isolerend materiaal, en die gecommercialiseerd werd onder de naam AK80GL. Ook hiermee bleken gewenste ventilatiedebieten niet haalbaar. Dit ventilatierooster is bovendien vrij omvangrijk, wat als weinig esthetisch wordt ervaren.The current applicant also developed a ventilation grille for installation on glass in the past, which was provided with acoustic insulating material and which was commercialized under the name AK80GL. The desired ventilation flow rates also proved to be unattainable. This ventilation grille is also quite bulky, which is not perceived as aesthetically pleasing.

In de praktijk worden akoestische ventilatieroosters voor plaatsing op glas nauwelijks toegepast, gezien de gewenste ventilatiedebieten hiermee typisch niet haalbaar blijken of het ventilatierooster zodanig uitgebreid dient te worden, dat dit als weinig esthetisch wordt ervaren.In practice, acoustic ventilation grilles for placement on glass are hardly used, as the desired ventilation flow rates typically prove to be unattainable or the ventilation grille needs to be expanded to such an extent that this is perceived as having little aesthetic appeal.

Het doel van deze uitvinding is te voorzien in een dergelijke ventilatierooster voor plaatsing op glas, dat akoestisch isolerend is uitgevoerd, waarbij het ventilatiedebiet niet noemenswaardig beperkt is ten opzichte van vergelijkbare uitvoeringsvormen die niet akoestisch dempend zijn uitgevoerd en dat toch als esthetisch wordt ervaren.The aim of this invention is to provide such a ventilation grille for placement on glass, which is acoustically insulating, whereby the ventilation flow is not significantly limited compared to comparable embodiments that are not acoustically dampening and which is still experienced as aesthetic.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een ventilatierooster voor plaatsing op glas, omvattende: - een luchtdoorstroomkanaal voor natuurlijke luchtdoorstroming van een inlaatopening naar een uitlaatopening; - een basismodule, ter plaatsing op het glas, met een basisluchtdoorstroomkanaal, dat deel uitmaakt van het luchtdoorstroomkanaal; - een zelfregelende klep, die verplaatsbaar in het basisluchtdoorstroomkanaal is opgesteld tussen een eerste uiterste stand en een tweede uiterste stand om in functie van het drukverschil over de zelfregelende klep het luchtdebiet doorheen het luchtdoorstroomkanaal te regelen; en - een akoestische aanzetmodule: o die aan de basismodule koppelbaar is; o die een aanzetluchtdoorstroomkanaal omvat, dat voorzien is om deel uit te maken van het luchtdoorstroomkanaal en dat voorzien is van de uitlaatopening; en o die voorzien is van een inzetblok, dat vervaardigd is uit akoestisch isolerend materiaal en dat het aanzetluchtdoorstroomkanaal onderaan begrenst.This object of the invention is achieved by providing a ventilation grille for placement on glass, comprising: - an air flow channel for natural air flow from an inlet opening to an exhaust opening; - a basic module, for placement on the glass, with a basic air flow duct, which is part of the air flow duct; - a self-regulating valve, which is arranged movably in the basic air flow duct between a first extreme position and a second extreme position in order to regulate the air flow through the air flow duct in function of the pressure difference across the self-regulating valve; and - an acoustic starter module: o that can be connected to the basic module; o which comprises a starting air flow duct, which is provided to form part of the air flow duct and which is provided with the exhaust opening; and o which is provided with an insert block, which is made of acoustically insulating material and which limits the starting air flow channel at the bottom.

De uitlaatopening kan daarbij rechtstreeks deel uitmaken van de aanzetmodule of bijvoorbeeld deel uitmaken van een rooster dat koppelbaar is met deze aanzetmodule.The exhaust opening can be directly part of the attachment module or, for example, form part of a grille that can be connected to this attachment module.

Het inzetblok kan daarbij ééndelig uitgevoerd zijn, of meerdelig. Het materiaal van dit inzetblok is verder bij voorkeur thermisch isolerend.The insert block can be made in one piece or in multiple parts. The material of this insert block is preferably thermally insulating.

Bij de stand van de techniek van akoestische ventilatieroosters voor plaatsing op glas werd akoestisch isolerend materiaal steeds op een locatie opgesteld waar nu de zelfregelende klep is opgesteld. Het akoestische materiaal dat in een inzetblok voorzien is op een locatie achter het basisluchtdoorstroomkanaal (met de zelfregelende klep) en onderaan het aanzetluchtdoorstroomkanaal zal op een voldoende manier aangestroomd worden bij doorstroming om een akoestische demping te verzekeren. Hiertoe dient het ventilatiedebiet niet te zeer beperkt te worden. Met behulp van de zelfregelende klep kunnen constante ventilatiedebieten verzekerd worden.In the state of the art of acoustic ventilation grilles for placement on glass, acoustic insulating material was always installed at a location where the self-regulating damper is now located. The acoustic material provided in an insert block at a location behind the basic air flow duct (with the self-regulating valve) and at the bottom of the starting air flow duct will be sufficiently supplied with flow to ensure acoustic damping. To this end, the ventilation flow rate should not be limited too much. Constant ventilation flow rates can be ensured with the help of the self-regulating valve.

De uitlaatopening is in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm voorzien om het luchtdoorstroomkanaal naar boven toe te openen.In a preferred embodiment, the exhaust opening is provided to open the air flow channel upwards.

Met een op deze manier opgestelde uitlaatopening wordt een zogenaamd coanda- effect bekomen. Het is gekend om dit coanda-effect in ventilatie-inrichtingen op te nemen om het risico op een gevoel van tocht te beperken en om een betere menging te bekomen van in een binnenruimte binnenkomende lucht met de reeds in deze binnenruimte aanwezige lucht. Dankzij deze specifieke plaatsing van de uitlaatopening ten opzichte van het inzetblok uit akoestisch isolerend materiaal wordt lucht bij luchtdoorstroming van het luchtdoorstroomkanaal naar boven toe afgebogen. Deze lucht komt hierdoor op dat moment ook in aanraking met het akoestische materiaal dat aan de onderzijde van het aanzetluchtdoorstroomkanaal is opgesteld. Op deze manier wordt ook de akoestische werking van dit inzetblok verhoogd.With an exhaust opening arranged in this way, a so-called Coanda effect is achieved. It is known to include this Coanda effect in ventilation devices to limit the risk of a feeling of draft and to obtain better mixing of air entering an interior space with the air already present in this interior space. Thanks to this specific positioning of the exhaust opening relative to the insert block made of acoustic insulating material, air is deflected upwards during air flow from the air flow channel. This air also comes into contact with the acoustic material that is positioned at the bottom of the starting air flow channel. In this way, the acoustic effect of this insert block is also increased.

Het bovenvlak van het inzetblok is bij voorkeur voorzien om het aanzetluchtdoorstroomkanaal onderaan te begrenzen.The top surface of the insert block is preferably provided to limit the starting air flow channel at the bottom.

Dit bovenvlak is bij voorkeur zo vloeiend mogelijk uitgevoerd. Dit kan vlak uitgevoerd zijn, maar is bij voorkeur gebogen uitgevoerd, om het mogelijke contactvlak tussen de lucht en het akoestische materiaal te vergroten. Door het contactvlak te vergroten wordt ook de akoestische werking vergroot. Dit bovenvlak omvat bij voorkeur wel zo weinig mogelijk bruuske overgangen. Een bovenvlak dat gebogen is uitgevoerd, omvat bij voorkeur maximum 2 bochten.This top surface is preferably designed as smoothly as possible. This can be flat, but is preferably curved to increase the possible contact surface between the air and the acoustic material. By increasing the contact surface, the acoustic effect is also increased. This top surface preferably includes as few abrupt transitions as possible. A top surface that is curved preferably includes a maximum of 2 bends.

Het bovenvlak van het inzetblok is verder bij voorkeur minstens in een zone, die grenst aan de uitlaatopening, naar deze uitlaatopening toe oplopend uitgevoerd om de dempende werking van het akoestische materiaal verder te verhogen.The top surface of the insert block is further preferably designed to rise towards this outlet opening at least in a zone adjacent to the outlet opening in order to further increase the damping effect of the acoustic material.

Voorkeurdragend is het bovenvlak daarbij in deze zone ten opzichte van een glasvlak 5 gezien, dat voorzien is om zich in gemonteerde toestand in het vlak van het glas uit te strekken, onder een hoek van 45° tot 89° opgesteld, nog meer voorkeurdragend tot 85° en nog meer bij voorkeur tot 60°.Preferably, the top surface in this zone, viewed in relation to a glass surface 5, which is provided to extend into the plane of the glass when mounted, is positioned at an angle of 45° to 89°, even more preferably up to 85°. ° and even more preferably up to 60°.

Ten opzichte van een onderste punt van het inzetblok gezien, wijkt de hoogte van elk punt van het bovenvlak bij voorkeur maximum 60 % af van de hoogte van het punt van het bovenvlak van het inzetblok dat voorzien is om het dichtst bij de basismodule opgesteld te staan, zodat lucht zo vloeiend mogelijk doorheen het luchtdoorstroomkanaal kan stromen en er voldoende volume aan akoestisch isolerend materiaal aanwezig is onderaan het luchtdoorstroomkanaal om de gewenste akoestische demping te bereiken. De hoogte van het hoogste punt van het bovenvlak wijkt daarbij bij voorkeur maximum 57,5% af van de hoogte van het punt van het bovenvlak van het eerste inzetblok dat voorzien is om het dichtst bij de basismodule opgesteld te staan. Het laagste punt van het bovenvlak wijkt daarbij bij voorkeur maximum 30% af van het punt van het bovenvlak van het eerste inzetblok dat voorzien is om het dichtst bij de basismodule opgesteld te staan en nog meer voorkeurdragend maximum 25%.Seen relative to a bottom point of the insert block, the height of each point of the top surface deviates preferably by a maximum of 60% from the height of the point of the top surface of the insert block that is intended to be installed closest to the basic module , so that air can flow as smoothly as possible through the air flow duct and there is sufficient volume of acoustic insulating material at the bottom of the air flow duct to achieve the desired acoustic damping. The height of the highest point of the top surface preferably deviates by a maximum of 57.5% from the height of the point of the top surface of the first insert block that is intended to be positioned closest to the basic module. The lowest point of the top surface deviates preferably by a maximum of 30% from the point of the top surface of the first insert block that is provided to be positioned closest to the basic module and even more preferably by a maximum of 25%.

Het aanzetluchtdoorstroomkanaal omvat een aanzetinlaatopening die voorzien is om in gekoppelde toestand aan te sluiten op een basisuitlaatopening van het basisluchtdoorstroomkanaal.The starting air flow duct comprises a starting inlet opening that is provided to connect, when coupled, to a basic outlet opening of the basic air flow duct.

Het bovenvlak van het inzetblok is bij voorkeur voorzien om onderaan op deze basisuitlaatopening aan te sluiten.The top surface of the insert block is preferably provided to connect to this basic outlet opening at the bottom.

Het bovenvlak van het inzetblok is verder bij voorkeur vast opgesteld in het ventilatierooster.The top surface of the insert block is furthermore preferably fixedly arranged in the ventilation grille.

In een specifieke uitvoeringsvorm kan het inzetblok een frontaal aanstroomvlak omvatten, dat bij luchtdoorstroming minstens gedeeltelijk frontaal aanstroombaar is.In a specific embodiment, the insert block can comprise a frontal approach surface, which can be at least partially approached frontally during air flow.

Met een dergelijk frontaal aanstroomvlak kunnen contactgeluiden gedempt worden.With such a frontal approach surface, contact noise can be dampened.

Wanneer het inzetblok een genoemd bovenvlak en een genoemd frontaal aanstroomvlak omvat, worden hiermee dus niet enkel scheergeluiden gedempt, maar ook contactgeluiden gedempt.When the insert block comprises a mentioned top surface and a mentioned frontal approach surface, it not only dampens shaving sounds, but also contact sounds.

Ter hoogte van de zelfregelende klep omvat het luchtdoorstroomkanaal een variabele klepluchtdoorstroomopening, die met de zelfregelende klep regelbaar is tussen een minimum klepluchtdoorstroomopening (in de tweede uiterste stand) en een maximum klepluchtdoorstroomopening (in de eerste uiterste stand). Het luchtdoorstroomkanaal is verder bij voorkeur opgebouwd uit luchtdoorstroomopeningen die maximum 30%, meer voorkeurdragend maximum 25% en nog meer voorkeurdragend maximum 20% afwijken van de maximum klepluchtdoorstroomopening, zodat het luchtdebiet zo weinig mogelijk beperkt wordt.At the level of the self-regulating valve, the air flow channel comprises a variable valve air flow opening, which can be adjusted with the self-regulating valve between a minimum valve air flow opening (in the second extreme position) and a maximum valve air flow opening (in the first extreme position). The air flow duct is further preferably constructed from air flow openings that deviate by a maximum of 30%, more preferably a maximum of 25% and even more preferably a maximum of 20% from the maximum valve air flow opening, so that the air flow rate is limited as little as possible.

Het akoestische materiaal is daarbij dan zodanig voorzien dat vernauwingen die hiermee gevormd worden, de luchtdoorstroomopening nooit met meer dan 30%, meer voorkeurdragend 25% en nog meer voorkeurdragend 20% vernauwen ten opzichte van deze maximale klepluchtdoorstroomopening.The acoustic material is then provided in such a way that constrictions formed with it never narrow the air flow opening by more than 30%, more preferably 25% and even more preferably 20%, compared to this maximum valve air flow opening.

Het luchtdoorstroomkanaal strekt zich tussen de inlaatopening en de uitlaatopening verder bij voorkeur hoofdzakelijk uit volgens een vloeiende lijn, die afwijkt van een rechte lijn.The air flow channel further preferably extends between the inlet opening and the outlet opening mainly along a flowing line that deviates from a straight line.

Bij voorkeur is het aanzetluchtdoorstroomkanaal verder zodanig uitgewerkt dat bij luchtdoorstroming van lucht doorheen het aanzetluchtdoorstroomkanaal, deze lucht zich hoofdzakelijk verplaatst met een snelheid waarvan de component loodrecht op een glasvlak, dat voorzien is om zich in gemonteerde toestand in het vlak van het glas uit te strekken, groter is dan de component evenwijdig aan dit glasvlak.Preferably, the starting air flow channel is further developed in such a way that when air flows through the starting air flow channel, this air mainly moves at a speed, the component of which is perpendicular to a glass surface, which is provided to extend in the plane of the glass when mounted. , is larger than the component parallel to this glass plane.

Voorkeurdragend is het aanzetluchtdoorstroomkanaal zodanig voorzien dat bij doorstroming ervan de luchtstroming hoofdzakelijk laminair is.Preferably, the starting air flow channel is provided in such a way that when it flows through, the air flow is essentially laminar.

De aanzetmodule is verder bij voorkeur voorzien van een tweede inzetblok, dat vervaardigd is uit akoestisch isolerend materiaal en het aanzetluchtdoorstroomkanaal bovenaan begrenst, dit om nog betere akoestische waarden te bekomen.The starter module is furthermore preferably provided with a second insert block, which is made of acoustically insulating material and limits the starter air flow channel at the top, in order to obtain even better acoustic values.

Het ondervlak van het tweede inzetblok is bij voorkeur voorzien om het aanzetluchtdoorstroomkanaal bovenaan te begrenzen.The bottom surface of the second insert block is preferably provided to limit the starting air flow channel at the top.

Ook dit ondervlak is bij voorkeur zo vloeiend mogelijk uitgevoerd. Dit kan vlak uitgevoerd zijn, maar is bij voorkeur gebogen uitgevoerd. Dit ondervlak omvat zo weinig mogelijk bruuske overgangen. Een ondervlak dat gebogen is uitgevoerd, omvat bij voorkeur maximum 2 bochten.This bottom surface is also preferably designed as smoothly as possible. This can be flat, but is preferably curved. This lower surface contains as few abrupt transitions as possible. A bottom surface that is curved preferably includes a maximum of 2 bends.

Het tweede inzetblok kan ééndelig uitgevoerd zijn, of meerdelig.The second insert block can be made in one piece or in multiple parts.

Het materiaal van het tweede inzetblok is verder bij voorkeur ook thermisch isolerend.The material of the second insert block is preferably also thermally insulating.

Het ondervlak van het tweede inzetblok is bij voorkeur corresponderend uitgevoerd met het bovenvlak van het eerstgenoemde inzetblok (hierna eerste inzetblok).The bottom surface of the second insert block is preferably designed to correspond with the top surface of the first-mentioned insert block (hereinafter first insert block).

Het eerste inzetblok is bij voorkeur zodanig voorzien dat wanneer de aanzetmodule gekoppeld is aan de basismodule, dit eerste inzetblok zich uitstrekt tot in de basismodule.The first insert block is preferably provided in such a way that when the attachment module is coupled to the base module, this first insert block extends into the base module.

Ook het tweede inzetblok is bij voorkeur zodanig voorzien dat dit zich in gekoppelde toestand van de aanzetmodule uitstrekt tot in de basismodule.The second insert block is also preferably provided in such a way that, in the coupled condition, it extends from the attachment module into the base module.

Het aanzetluchtdoorstroomkanaal is verder bij voorkeur vrij van tussenschotten, om hindernissen voor luchtdoorstroming te beperken en zo het ventilatiedebiet niet onnodig te beperken.The starting air flow duct is preferably free of partitions in order to limit obstacles to air flow and thus not unnecessarily restrict the ventilation flow.

De onderzijde en de bovenzijde van het aanzetluchtdoorstroomkanaal worden ter hoogte van het hierin aangebrachte akoestische materiaal niet onderling verbonden.The bottom and top of the starting air flow duct are not mutually connected at the level of the acoustic material applied therein.

Wanneer het aanzetluchtdoorstroomkanaal gevormd is door een genoemd eerste inzetblok en een genoemd tweede inzetblok, zijn deze inzetblokken dan uitgevoerd als afzonderlijke inzetblokken (die eventueel uit meerdere delen kunnen bestaan), die niet onderling verbonden zijn met behulp van tussenschotten.When the starting air flow channel is formed by a said first insert block and a said second insert block, these insert blocks are designed as separate insert blocks (which may possibly consist of several parts), which are not mutually connected by means of partitions.

Het ventilatierooster omvat verder bij voorkeur een buitenprofiel dat het ventilatierooster begrenst aan een zijde weg van de aanzetmodule, waarbij dit buitenprofiel grenzend aan het luchtdoorstroomkanaal voorzien is van een derde inzetblok, dat vervaardigd 1s uit akoestisch isolerend materiaal.The ventilation grille preferably further comprises an outer profile that bounds the ventilation grille on a side away from the attachment module, wherein this outer profile adjacent to the air flow duct is provided with a third insert block, which is made of acoustically insulating material.

Dit buitenprofiel kan daarbij deel uitmaken van de basismodule, of kan aan deze basismodule bevestigd zijn.This outer profile can be part of the basic module, or can be attached to this basic module.

Het derde inzetblok kan ééndelig uitgevoerd zijn, of meerdelig.The third insert block can be one-piece or multi-piece.

Wanneer het luchtdoorstroomkanaal zich tussen de inlaatopening en de uitlaatopening uitstrekt volgens een vloeiende lijn, die afwijkt van een rechte lijn en een dergelijk derde inzetblok voorzien is, kan er eenvoudig voor gezorgd worden dat geluidsgolven zich niet volgens een dergelijke rechte lijn doorheen het ventilatierooster kunnen voortplanten.When the air flow duct extends between the inlet opening and the exhaust opening along a smooth line that deviates from a straight line and such a third insert block is provided, it can easily be ensured that sound waves cannot propagate along such a straight line through the ventilation grille. .

Het materiaal van het derde inzetblok is verder bij voorkeur ook thermisch isolerend.The material of the third insert block is preferably also thermally insulating.

In een meer specifieke uitvoeringsvorm is de zelfregelende klep minstens gedeeltelijk bekleed met of vervaardigd uit akoestisch isolerend materiaal.In a more specific embodiment, the self-regulating valve is at least partially covered with or made of acoustic insulating material.

Het ventilatierooster is verder bij voorkeur voorzien van een vierde inzetblok, dat vervaardigd is uit akoestisch isolerend materiaal en dat het basisluchtdoorstroomkanaal onderaan begrenst om de akoestische werking nog verder te verhogen.The ventilation grille is furthermore preferably provided with a fourth insert block, which is made of acoustically insulating material and which limits the basic air flow channel at the bottom to further increase the acoustic effect.

Dit vierde inzetblok kan ééndelig uitgevoerd zijn, of meerdelig.This fourth insert block can be made in one piece or in multiple parts.

Het materiaal van het vierde inzetblok is verder bij voorkeur ook thermisch isolerend.The material of the fourth insert block is preferably also thermally insulating.

De doorgang in het luchtdoorstroomkanaal wordt bij voorkeur zo min mogelijk belemmerd.The passage in the air flow duct is preferably obstructed as little as possible.

Daarnaast is de uitlaatopening bij voorkeur vast opgesteld in de aanzetmodule. De aanzetmodule is bij voorkeur vrij van beweegbare onderdelen.In addition, the exhaust opening is preferably permanently installed in the attachment module. The attachment module is preferably free of movable parts.

Het luchtdebiet doorheen het luchtdoorstroomkanaal is daarbij bij voorkeur enkel regelbaar ter hoogte van de zelfregelende klep. Het luchtdebiet is hiertoe regelbaar met behulp van deze zelfregelende klep en kan eventueel bijkomend regelbaar zijn met behulp van een afsluitklep die ter hoogte van deze zelfregelende klep kan opgesteld zijn. Meer specifiek kan de zelfregelende klep hiertoe aan een dergelijke afsluitklep gemonteerd zijn.The air flow through the air flow channel is preferably only adjustable at the level of the self-regulating valve. The air flow can be adjusted for this purpose using this self-regulating valve and can possibly be additionally adjustable using a shut-off valve that can be positioned at the level of this self-regulating valve. More specifically, the self-regulating valve can be mounted to such a shut-off valve for this purpose.

In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het ventilatierooster een set van aanzetmodules, die inwisselbaar koppelbaar zijn aan de basismodule, waarbij deze set de genoemde akoestische aanzetmodule omvat. Naast de genoemde akoestische aanzetmodule omvat een dergelijke set van aanzetmodules bij voorkeur ook een coanda-module, die vrij is van akoestisch isolerend materiaal, en die een aanzetluchtdoorstroomkanaal omvat, dat voorzien is om deel uit te maken van het luchtdoorstroomkanaal en dat voorzien is van een uitlaatopening om het luchtdoorstroomkanaal naar boven toe te openen. Naargelang de vereisten en randomstandigheden kan een ventilatierooster voor plaatsing op glas die een genoemde basismodule omvat, dan na plaatsing na verloop van tijd aangepast worden door een bestaande aanzetmodule te verwijderen en te vervangen door een andere aanzetmodule uit de genoemde set met aanzetmodules.In a particularly preferred embodiment, the ventilation grille comprises a set of attachment modules, which can be interchangeably connected to the base module, wherein this set comprises the said acoustic attachment module. In addition to the aforementioned acoustic starter module, such a set of starter modules preferably also includes a Coanda module, which is free of acoustic insulating material, and which comprises a starter air flow duct, which is provided to form part of the air flow duct and which is provided with a exhaust opening to open the airflow channel upwards. Depending on the requirements and peripheral conditions, a ventilation grille for installation on glass that includes a mentioned basic module can then be adapted after installation over time by removing an existing attachment module and replacing it with another attachment module from the aforementioned set of attachment modules.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van ventilatieroosters volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.This invention will now be explained in more detail on the basis of the following detailed description of some preferred embodiments of ventilation grilles according to this invention. The purpose of this description is solely to provide illustrative examples and to point out further advantages and features of this invention and cannot therefore be interpreted as limiting the scope of the invention or the patent rights claimed in the claims.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in: - figuur 1 een basismodule van een ventilatierooster volgens deze uitvinding afzonderlijk in dwarsdoorsnede is afgebeeld, - figuur 2 een aanzetmodule van een ventilatierooster volgens deze uitvinding afzonderlijk in dwarsdoorsnede is afgebeeld; - figuur 3 een ventilatierooster uit een set volgens deze uitvinding, met een coanda-module gekoppeld aan de basismodule uit figuur 1 in dwarsdoorsnede is afgebeeld; - figuur 4 een eerste uitvoeringvorm van een ventilatierooster volgens deze uitvinding, met de aanzetmodule uit figuur 2 bevestigd aan de basismodule uit figuur 1 in dwarsdoorsnede is afgebeeld, - figuur 5 een tweede uitvoeringsvorm van een ventilatierooster volgens deze uitvinding in perspectief en in opengewerkte toestand is afgebeeld; - figuur 6 het ventilatierooster uit figuur 5 in dwarsdoorsnede is afgebeeld, - figuur 7 een derde uitvoeringsvorm van een ventilatierooster volgens deze uitvinding in dwarsdoorsnede is afgebeeld; - figuur 8 een vierde uitvoeringsvorm van een ventilatierooster volgens deze uitvinding in dwarsdoorsnede is afgebeeld.In this detailed description, reference numerals refer to the accompanying drawings, in which: - figure 1 shows a basic module of a ventilation grille according to this invention separately in cross-section, - figure 2 shows an attachment module of a ventilation grille according to this invention separately in cross-section is depicted; - figure 3 shows a ventilation grille from a set according to this invention, with a Coanda module coupled to the base module from figure 1 in cross-section; - figure 4 is a first embodiment of a ventilation grille according to this invention, with the attachment module from figure 2 attached to the base module from figure 1 in cross-section, - figure 5 is a second embodiment of a ventilation grille according to this invention in perspective and in an exploded position depicted; - figure 6 shows the ventilation grille from figure 5 in cross-section, - figure 7 shows a third embodiment of a ventilation grille according to this invention in cross-section; - figure 8 shows a fourth embodiment of a ventilation grille according to this invention in cross-section.

De in de figuren afgebeelde ventilatieroosters (1) zijn telkens voorzien voor plaatsing op glas.The ventilation grilles (1) shown in the figures are always intended for installation on glass.

Zoals gekend, omvatten deze hiertoe onderaan enkele flenzen (17) die een aanbrengopening (18) afbakenen voor het hierin aanbrengen van beglazing.As is known, these comprise several flanges (17) at the bottom that define an application opening (18) for installing glazing therein.

Bovenaan en zijdelings omvatten deze opstaande flenzen (19) om mee met de beglazing opgenomen te kunnen worden in een raam- of deurkader.These include upright flanges (19) at the top and sides so that they can be incorporated into a window or door frame along with the glazing.

Alternatief kunnen deze dan ook bevestigd worden op een traverse of koof.Alternatively, these can be attached to a crossbeam or cove.

De ventilatieroosters (1) omvatten telkens een luchtdoorstroomkanaal (2) voor natuurlijke luchtdoorstroming van een inlaatopening (3) naar een uitlaatopening (4).The ventilation grilles (1) each include an air flow channel (2) for natural air flow from an inlet opening (3) to an exhaust opening (4).

Op deze manier kan lucht uit een buitenomgeving (5) toegevoerd worden aan een binnenomgeving (6).In this way, air from an outdoor environment (5) can be supplied to an indoor environment (6).

In het luchtdoorstroomkanaal (2) is telkens een zelfregelende klep (9) opgesteld.A self-regulating valve (9) is arranged in each air flow channel (2).

Deze zelfregelende klep (9) is verplaatsbaar voorzien tussen een eerste uiterste stand en een tweede uiterste stand om in functie van het drukverschil over de zelfregelende klep (9) het luchtdebiet doorheen het luchtdoorstroomkanaal (2) te regelen. Het luchtdebiet doorheen het luchtdoorstroomkanaal (2) is daarbij telkens enkel met behulp van deze zelfregelende klep (9) regelbaar.This self-regulating valve (9) is provided to be movable between a first extreme position and a second extreme position in order to regulate the air flow through the air flow channel (2) in function of the pressure difference across the self-regulating valve (9). The air flow through the air flow duct (2) can only be adjusted using this self-regulating valve (9).

Elk van de afgebeelde ventilatieroosters (1) volgens de uitvinding omvat een basismodule (7) en een hieraan koppelbare akoestische aanzetmodule (10).Each of the illustrated ventilation grilles (1) according to the invention comprises a base module (7) and an acoustic attachment module (10) that can be connected to it.

Om de akoestische aanzetmodule (10) met de basismodule (7) te koppelen omvat de basismodule (7) in de afgebeelde uitvoeringsvormen op een gekende manier aanhaakbenen (34). De aanzetmodule (10) omvat corresponderende aanhaakbenen (35, 36). De aanzetmodule (10) kan hiermee aan de basismodule (7) bevestigd worden door de aanzetmodule (10) naar boven toe te kantelen ten opzichte van de basismodule (7), het bovenste aanhaakbeen (35) van de aanzetmodule (10) bovenaan het bovenste aanhaakbeen (34) van de basismodule (7) te haken en daarna de aanzetmodule (10) naar beneden toe terug te kantelen om het onderste aanhaakbeen (36) van de aanzetmodule (10) te haken achter het onderste aanhaakbeen (34) van de basismodule (7) en daarbij tegelijk een klikverbinding tussen beide te realiseren.In order to connect the acoustic attachment module (10) to the base module (7), the base module (7) in the embodiments shown comprises connecting legs (34) in a known manner. The attachment module (10) includes corresponding attachment legs (35, 36). The attachment module (10) can be attached to the base module (7) by tilting the attachment module (10) upwards relative to the base module (7), the upper connecting leg (35) of the attachment module (10) is at the top of the upper hook leg (34) of the base module (7) and then tilt the attachment module (10) back downwards to hook the bottom hook leg (36) of the attachment module (10) behind the bottom hook leg (34) of the base module (7) and at the same time realize a click connection between the two.

De ventilatieroosters (1) volgens de uitvinding kunnen deel uitmaken van een set, die bijkomend bijvoorbeeld een coanda-module (20) kan omvatten zoals afgebeeld in figuur 3. De akoestische aanzetmodule (10) en de coanda-module (20) zijn daarbij dan inwisselbaar bevestigbaar aan de basismodule (7). De coanda-module (20) is daarbij voorzien van corresponderende aanhaakbenen (35, 36) waarmee deze op een zelfde manier koppelbaar is aan de basismodule (7) als de aanzetmodule (10). De coanda-module (20) is verder voorzien van een aanzetluchtdoorstroomkanaal (22),The ventilation grilles (1) according to the invention can form part of a set, which can additionally comprise, for example, a Coanda module (20) as shown in Figure 3. The acoustic starter module (10) and the Coanda module (20) are then can be interchangeably attached to the basic module (7). The Coanda module (20) is provided with corresponding connecting legs (35, 36) with which it can be connected to the base module (7) in the same way as the attachment module (10). The Coanda module (20) is further provided with an inlet air flow duct (22),

dat voorzien is om deel uit te maken van het luchtdoorstroomkanaal (2) en van een uitlaatopening (23) om het luchtdoorstroomkanaal (2) naar boven toe te openen.which is provided to form part of the air flow channel (2) and with an outlet opening (23) to open the air flow channel (2) upwards.

Net als bij de stand van de techniek waar een afdekkap of aanzetmodule op heel wat verschillende manieren gekoppeld kan worden met een basismodule (zie bijvoorbeeld NL 9 302 185 A en EP 1 096 097 A1), kunnen ook hier de basismodule (7), aanzetmodule (10) en coanda-module (20) voorzien zijn van alternatieve bevestigingsmiddelen voor het onderling koppelen van deze modules (7, 10, 20).Just as with the state of the art where a cover cap or attachment module can be connected to a basic module in many different ways (see for example NL 9 302 185 A and EP 1 096 097 A1), here too the basic module (7), attachment module (10) and Coanda module (20) are provided with alternative mounting means for interconnecting these modules (7, 10, 20).

De basismodule (7) omvat telkens een basisluchtdoorstroomkanaal (8), dat deel uitmaakt van het luchtdoorstroomkanaal (2) van het ventilatierooster (1). Deze basismodule (7) is in de afgebeelde uitvoeringsvormen telkens opgebouwd uit een glasprofiel (15) en een hieraan bevestigd buitenprofiel (16). Het glasprofiel (15) en het buitenprofiel (16) strekken zich beide hoofdzakelijk in lengterichting uit en zijn aan hun uiteinde afgesloten met een afdekkap (37). In alternatieve uitvoeringsvormen kan deze basismodule (7) ook uit een enkel profiel of uit meerdere profielen opgebouwd worden.The basic module (7) each includes a basic air flow duct (8), which is part of the air flow duct (2) of the ventilation grille (1). In the embodiments shown, this basic module (7) is each composed of a glass profile (15) and an outer profile (16) attached to it. The glass profile (15) and the outer profile (16) both extend mainly in the longitudinal direction and are closed at their ends with a cover cap (37). In alternative embodiments, this basic module (7) can also be constructed from a single profile or from multiple profiles.

Het glasprofiel (15) is aan de zijde van de inlaatopening (3) voorzien van perforaties die samen een basisinlaatopening (21) tot het basisluchtdoorstroomkanaal (8) vormen. Aan de zijde van de koppelbenen (34) zijn eveneens perforaties voorzien, die samen een basisuitlaatopening (28) vormen, om lucht uit het basisluchtdoorstroomkanaal (8) richting de aanzetmodule (10) of de coanda-module (20) te laten stromen.The glass profile (15) is provided with perforations on the side of the inlet opening (3), which together form a basic inlet opening (21) to the basic air flow channel (8). Perforations are also provided on the side of the coupling legs (34), which together form a basic exhaust opening (28) to allow air to flow from the basic air flow channel (8) towards the starter module (10) or the Coanda module (20).

De zelfregelende klep (9) is scharnierbaar in het basisluchtdoorstroomkanaal (8) opgesteld om deze verplaatsbaar in het luchtdoorstroomkanaal (2) op te stellen.The self-regulating valve (9) is hinged in the basic air flow duct (8) so that it can be moved in the air flow duct (2).

De zelfregelende klep (9) is hiertoe in de afgebeelde uitvoeringsvormen opgehangen aan een afsluitklep (33), die met behulp van een hendel met overbrengingsmiddelen (40) verplaatsbaar is tussen de in de figuren afgebeelde eerste uiterste stand voor optimale ventilatiewerking van het ventilatierooster (1) en een tweede uiterste stand voor het afsluiten van het luchtdoorstroomkanaal (2). Net als bij de stand van de techniek (zie bijvoorbeeld EP 2 995 879 A1 en EP 3 312 521 A1), kan een dergelijke zelfregelende klep (9) echter ook op heel wat andere manieren verplaatsbaar opgesteld worden in het luchtdoorstroomkanaal (2), waarbij hiertoe niet noodzakelijk een dergelijke afsluitklep (33) voorzien wordt.In the embodiments shown, the self-regulating valve (9) is for this purpose suspended from a shut-off valve (33), which can be moved between the first extreme position shown in the figures for optimal ventilation of the ventilation grille (1) using a lever with transmission means (40). ) and a second extreme position for closing the air flow channel (2). However, as with the state of the art (see for example EP 2 995 879 A1 and EP 3 312 521 A1), such a self-regulating valve (9) can also be arranged movably in the air flow duct (2) in many other ways, whereby such a shut-off valve (33) is not necessarily provided for this purpose.

De aanzetmodule (10) omvat telkens een langgerekt profiel (39) dat aan zijn uiteinden afgeschermd is met een afdekkap (38). Elk van de afgebeelde akoestische aanzetmodules (10) omvat een aanzetluchtdoorstroomkanaal (11), dat voorzien is om samen met het basisluchtdoorstroomkanaal (8) het luchtdoorstroomkanaal (2) te vormen. Grenzend aan de basisuitlaatopening (28) omvat de aanzetmodule (10) hiertoe een aanzetinlaatopening (27) en naar de binnenomgeving (6) toe is de aanzetmodule (10) voorzien van perforaties (4) om de uitlaatopening (4) van het luchtdoorstroomkanaal (2) te vormen.The attachment module (10) each comprises an elongated profile (39) that is shielded at its ends with a cover cap (38). Each of the acoustic starter modules (10) shown comprises a starter air flow duct (11), which is provided to form the air flow duct (2) together with the basic air flow duct (8). Adjacent to the basic exhaust opening (28), the attachment module (10) includes an attachment inlet opening (27) for this purpose and towards the inner environment (6), the attachment module (10) is provided with perforations (4) to allow the outlet opening (4) of the air flow duct (2). ) to shape.

In alternatieve uitvoeringsvormen kan het luchtdoorstroomkanaal (2) ook uit meerdere delen opgebouwd worden.In alternative embodiments, the air flow channel (2) can also be constructed from several parts.

In de eerste, meest eenvoudige uitvoeringsvorm, zoals afgebeeld in figuur 4, is de aanzetmodule (4) enkel voorzien van een eerste inzetblok (12). Het bovenvlak (13) van dit eerste inzetblok (12) begrenst het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) onderaan, terwijl het profiel (39) van de aanzetmodule (4) het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) bovenaan begrenst.In the first, simplest embodiment, as shown in figure 4, the attachment module (4) is only provided with a first insert block (12). The top surface (13) of this first insert block (12) bounds the inlet air flow channel (11) at the bottom, while the profile (39) of the inlet module (4) bounds the inlet air flow channel (11) at the top.

In de andere afgebeelde uitvoeringsvormen, zoals afgebeeld in figuren 5-8, is de aanzetmodule (4) daarnaast ook voorzien van een tweede inzetblok (24), waarvan het ondervlak (30) het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) bovenaan begrenst.In the other embodiments shown, as shown in Figures 5-8, the starter module (4) is also provided with a second insert block (24), the bottom surface (30) of which limits the starter air flow channel (11) at the top.

Verder is het buitenprofiel (16) in deze uitvoeringsvormen voorzien van een derde inzetblok (25), waarvan het ondervlak (31) het basisluchtdoorstroomkanaal (8) bovenaan begrenst.Furthermore, the outer profile (16) in these embodiments is provided with a third insert block (25), the bottom surface (31) of which limits the basic air flow channel (8) at the top.

In de tweede uitvoeringsvorm (figuren 5 en 6) en in de vierde uitvoeringsvorm (figuur 8) is daarnaast ook nog een vierde inzetblok (29) voorzien in de basismoduleIn the second embodiment (figures 5 and 6) and in the fourth embodiment (figure 8), a fourth insert block (29) is also provided in the basic module

(7). Het bovenvlak (32) van dit vierde inzetblok (29) begrenst daarbij het basisluchtdoorstroomkanaal (8) onderaan.(7). The top surface (32) of this fourth insert block (29) limits the basic air flow channel (8) at the bottom.

De inzetblokken (12, 24, 25, 29) zijn telkens uit akoestisch isolerend materiaal vervaardigd. Deze inzetblokken (12, 24, 25, 29) zijn daarbij ook nog thermisch isolerend uitgevoerd. Deze inzetblokken (12, 24, 25, 29) kunnen hiertoe uit dezelfde of vergelijkbare geluidsabsorberende materialen vervaardigd worden als bij de stand van de techniek.The insert blocks (12, 24, 25, 29) are each made of acoustically insulating material. These insert blocks (12, 24, 25, 29) are also thermally insulating. These insert blocks (12, 24, 25, 29) can be manufactured from the same or comparable sound-absorbing materials as in the prior art.

De inzetblokken (12, 24, 25, 29) kunnen net als bij de stand van de techniek op verschillende manieren bevestigd worden in het ventilatierooster (1). Bij voorkeur gebeurt dit op een manier dat deze inzetblokken (12, 24, 25, 29) uitneembaar zijn naar onderhoud toe.The insert blocks (12, 24, 25, 29) can be attached to the ventilation grille (1) in various ways, just like the state of the art. This is preferably done in such a way that these insert blocks (12, 24, 25, 29) can be removed for maintenance.

In de afgebeelde uitvoeringsvormen zijn de inzetblokken (12, 24, 25, 29) voorzien van sleuven (42) om deze vast te haken rond en/of ten opzichte van uitstekende ribben (41) van profielen (15, 16, 39) van het ventilatierooster (1).In the embodiments shown, the insert blocks (12, 24, 25, 29) are provided with slots (42) for hooking them around and/or relative to protruding ribs (41) of profiles (15, 16, 39) of the ventilation grille (1).

In de derde uitvoeringsvormen maken het eerste inzetblok (12) en het tweede inzetblok (24) ook deel uit van een zelfde blok akoestisch isolerend materiaal, dat voorzien is van perforaties, zodat het eerste inzetblok (12) en het tweede inzetblok (24) onderling verbonden zijn met tussenschotten uit dit akoestische materiaal. In de tweede en de vierde uitvoeringsvorm zijn het eerste inzetblok (12) en het tweede inzetblok (24) niet op een dergelijke manier onderling verbonden en is het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) vrij van dergelijke tussenschotten, zodat het ventilatiedebiet vergroot kan worden.In the third embodiments, the first insert block (12) and the second insert block (24) are also part of the same block of acoustic insulating material, which is provided with perforations, so that the first insert block (12) and the second insert block (24) are mutually exclusive. are connected with partitions made of this acoustic material. In the second and fourth embodiments, the first insert block (12) and the second insert block (24) are not interconnected in such a way and the starting air flow channel (11) is free of such partitions, so that the ventilation flow can be increased.

Alternatief kunnen de inzetblokken (12, 24, 25, 29) bijvoorbeeld vastgelijmd worden aan dergelijke profielen.Alternatively, the insert blocks (12, 24, 25, 29) can be glued to such profiles.

De uitlaatopening (4) opent het luchtdoorstroomkanaal (2) telkens naar boven toe.The exhaust opening (4) opens the air flow channel (2) upwards.

Zo wordt niet alleen een coanda-effect bekomen, maar wordt de lucht in het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) ook afgebogen, zodat het goed in aanraking kan komen met het akoestisch isolerend materiaal. Het bovenvlak (13) van het eerste inzetblok (12) is hiertoe ook telkens in een zone aansluitend op deze uitlaatopening (4) oplopend naar deze uitlaatopening (4) toe uitgevoerd, zodat dit aansluitend op de uitlaatopening (4) opgesteld is onder een hoek (a) ten opzichte van het glasvlak (A) gezien, om maximaal contact met dit akoestisch isolerend materiaal te verzekeren. In de eerste uitvoeringsvorm is (a) hiertoe 75°, in tweede en de vierde uitvoeringsvorm is (a) 50° en in de derde uitvoeringsvorm is (a) 85°.In this way, not only is a Coanda effect achieved, but the air in the starting air flow channel (11) is also deflected so that it can come into good contact with the acoustic insulating material. For this purpose, the top surface (13) of the first insert block (12) is also designed in a zone adjacent to this outlet opening (4), rising towards this outlet opening (4), so that it is positioned at an angle adjacent to the outlet opening (4). (a) seen in relation to the glass surface (A), to ensure maximum contact with this acoustic insulating material. In the first embodiment (a) is 75°, in the second and fourth embodiments (a) is 50° and in the third embodiment (a) is 85°.

In de eerste en de derde uitvoeringsvorm is het bovenvlak (13) van het eerste inzetblok (12) vlak uitgevoerd. Om het contactvlak tussen lucht die het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) doorstroomt en het akoestische materiaal verder te vergroten, is het bovenvlak (13) van het eerste inzetblok (12) bij voorkeur gebogen uitgevoerd, zoals in de tweede en de vierde uitvoeringsvorm.In the first and third embodiments, the top surface (13) of the first insert block (12) is flat. In order to further increase the contact surface between air flowing through the starting air flow channel (11) and the acoustic material, the top surface (13) of the first insert block (12) is preferably curved, as in the second and fourth embodiments.

Bruuske overgangen in dit bovenvlak (13) worden bij voorkeur beperkt.Abrupt transitions in this top surface (13) are preferably limited.

Ten opzichte van een onderste punt (O) van het eerste inzetblok (12) gezien, wijkt de hoogte (Hr, Hu) van elk punt van het bovenvlak (13) van dit inzetblok (12) daarom telkens maximum 60% af van de hoogte (Hr) van het punt van het bovenvlak (13) van het eerste inzetblok (12) dat voorzien is om het dichtst bij de basismodule (7) opgesteld te staan. Het hoogste punt (Hu) van dit bovenvlak (13) wijkt daarbij bij voorkeur maximum 57,5% af van de hoogte (Hr) van het punt van het bovenvlak (13) van het eerste inzetblok (12) dat voorzien is om het dichtst bij de basismodule (7) opgesteld te staan. Het laagste punt (Hr) van het bovenvlak (13) wijkt daarbij bij voorkeur maximum 30% af van dit punt (Hy) en nog meer voorkeurdragend maximum 25%. Hierbij wordt dan ook een voldoende volume aan akoestisch isolerend materiaal onderaan het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) opgesteld om gewenste akoestische dempingen te kunnen bereiken.Seen relative to a bottom point (O) of the first insert block (12), the height (Hr, Hu) of each point of the top surface (13) of this insert block (12) therefore always deviates by a maximum of 60% from the height (Hr) from the point of the top surface (13) of the first insert block (12) which is intended to be positioned closest to the base module (7). The highest point (Hu) of this top surface (13) deviates preferably by a maximum of 57.5% from the height (Hr) of the point of the top surface (13) of the first insert block (12) that is provided for the closest placed near the basic module (7). The lowest point (Hr) of the top surface (13) deviates preferably by a maximum of 30% from this point (Hy) and even more preferably by a maximum of 25%. A sufficient volume of acoustic insulating material is therefore placed at the bottom of the starting air flow channel (11) to achieve the desired acoustic damping.

Verder is het aantal bochten in het bovenvlak (13) van het eerste inzetblok (12) telkens beperkt gehouden.Furthermore, the number of bends in the top surface (13) of the first insert block (12) is always kept limited.

Het luchtdoorstroomkanaal (2) strekt zich tussen de inlaatopening (3) en de uitlaatopening (4) telkens hoofdzakelijk uit volgens een vloeiende lijn, die afwijkt van een rechte lijn.The air flow channel (2) extends between the inlet opening (3) and the exhaust opening (4) mainly along a flowing line that deviates from a straight line.

Het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) is verder telkens zodanig uitgewerkt dat bij luchtdoorstroming, de lucht zich hoofdzakelijk verplaatst met een snelheid (v), waarvan de component (vx) loodrecht op een glasvlak (A), dat voorzien is om zich in gemonteerde toestand in het vlak van het glas uit te strekken, groter is dan de component (vv) evenwijdig aan dit glasvlak (A).The starting air flow channel (11) is further designed in such a way that when air flows through, the air mainly moves at a speed (v), the component (vx) of which is perpendicular to a glass surface (A), which is provided to be in the mounted position in the plane of the glass is larger than the component (vv) parallel to this plane of glass (A).

In de eerste, eenvoudigste afgebeelde uitvoeringsvorm (figuur 4) is het eerste inzetblok (12) voorzien van een frontaal aanstroomvlak (14) dat bij luchtdoorstroming minstens gedeeltelijk frontaal aanstroombaar is.In the first, simplest embodiment shown (figure 4), the first insert block (12) is provided with a frontal approach surface (14) that can be at least partially approached frontally during air flow.

In de andere uitvoeringsvormen strekt het eerste inzetblok (12) zich in gekoppelde toestand van de aanzetmodule (10) uit tot in de basismodule (7). In de afgebeelde uitvoeringsvormen sluit het bovenvlak (13) daarbij steeds onderaan aan op de basisuitlaatopening (28) om zo weinig mogelijk turbulentie voor dit eerste inzetblok (12) te genereren en stofophoping voor het inzetblok (12) te vermijden.In the other embodiments, the first insert block (12) extends from the attachment module (10) into the base module (7) in the coupled condition. In the embodiments shown, the top surface (13) always connects at the bottom to the base outlet opening (28) in order to generate as little turbulence as possible for this first insert block (12) and to avoid dust accumulation in front of the insert block (12).

In de derde uitvoeringsvorm strekt ook het tweede inzetblok (24) zich in gekoppelde toestand van de aanzetmodule (10) tot in de basismodule (7) uit.In the third embodiment, the second insert block (24) also extends from the attachment module (10) into the base module (7) in the coupled condition.

Om het ventilatiedebiet doorheen het aanzetluchtdoorstroomkanaal (11) niet onnodig te beperken, wordt dit zo weinig mogelijk ingesnoerd. In de tweede, derde en vierde afgebeelde uitvoeringsvorm is het ondervlak (30) van het tweede inzetblok (24) daarom corresponderend uitgevoerd met het bovenvlak (13) van het eerste inzetblok (12). Bijkomend is het luchtdoorstroomkanaal (2) telkens opgebouwd uit luchtdoorstroomopeningen die maximum 30%, voorkeurdragend maximum 25% en nog meer voorkeurdragend maximum 20% afwijken van de maximum klepluchtdoorstroomopening. Deze klepluchtdoorstroomopening is de doorstroomopening in het luchtdoorstroomkanaal ter hoogte van de zelfregelende klep, die regelbaar is tussen een minimum klepluchtdoorstroomopening (in de tweede uiterste stand) en een maximum klepluchtdoorstroomopening (in de eerste uiterste stand).In order not to unnecessarily restrict the ventilation flow through the inlet air flow duct (11), it is constricted as little as possible. In the second, third and fourth embodiments shown, the bottom surface (30) of the second insert block (24) is therefore designed to correspond with the top surface (13) of the first insert block (12). In addition, the air flow channel (2) is each made up of air flow openings that deviate by a maximum of 30%, preferably a maximum of 25% and an even more preferred maximum of 20% from the maximum valve air flow opening. This valve air flow opening is the flow opening in the air flow channel at the level of the self-regulating valve, which can be adjusted between a minimum valve air flow opening (in the second extreme position) and a maximum valve air flow opening (in the first extreme position).

Claims

CONCLUSIONS

1. Ventilation grille (1) for placement on glass, comprising: - an air flow duct (2) for natural air flow from an inlet opening (3) to an exhaust opening (4); - a basic module (7), for placement on the glass, with a basic air flow duct (8), which is part of the air flow duct (2); and - a self-regulating valve (9), which is arranged movably in the basic air flow duct (8) between a first extreme position and a second extreme position to regulate the air flow through the air flow duct (2) in function of the pressure difference across the self-regulating valve (9). to arrange; characterized in that the ventilation grille (1) comprises an acoustic starter module (10): - which can be connected to the base module (7); - which comprises a starting air flow duct (11), which is provided to form part of the air flow duct (2) and which is provided with the exhaust opening (4); and - which is provided with an insert block (12), which is made of acoustically insulating material and which limits the starting air flow channel (11) at the bottom.

Ventilation grille (1) according to claim 1, characterized in that the exhaust opening (4) is provided to open the air flow channel (2) upwards.

Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the insert block (12) has an upper surface (13) which limits the starting air flow channel (11) at the bottom, whereby relative to a lower point (O) of the seen in the insert block (12), the height (Hr, Hu) of each point of the top surface (13) deviates by a maximum of 60% from the height (Hr) of the point of the top surface (13) of the insert block (12) that is provided to be positioned closest to the base module (7).

Ventilation grille (1) according to claims 2 and 3, characterized in that the top surface (13) is designed to rise towards the exhaust opening (4), at least in a zone adjacent to the exhaust opening (4).

Ventilation grille (1) according to claim 3 or 4, characterized in that the starting air flow duct (11) comprises a starting inlet opening (27), which is provided to connect in a coupled state to a basic outlet opening (28) of the basic air flow duct (8). and that the top surface (13) is provided to connect at the bottom to the base outlet opening (28).

Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the insert block (12) has a frontal approach surface (14), which can be approached at least partially from the front during air flow.

Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the air flow duct (2) at the level of the self-regulating valve (9) comprises a variable flap air flow opening, which can be adjusted with the self-regulating flap (9) between a minimum flap air flow opening and a maximum valve air flow opening and that the air flow channel (2) is further constructed from air flow openings that deviate by a maximum of 30% from the maximum valve air flow opening.

Ventilation grille (1) according to any of the preceding claims, characterized in that the air flow channel (2) between the inlet opening (3) and the exhaust opening (4) extends mainly along a flowing line that deviates from a straight line.

9. Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the starting air flow channel (11) is designed in such a way that when air flows through the starting air flow channel (11), this air mainly moves at a speed (v) of which the component (vx) perpendicular to a glass surface (A), which is intended to extend into the plane of the glass when mounted, is larger than the component (vv) parallel to this glass surface (A).

Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the ventilation grille (1) is provided with a second insert block (24), which is made of acoustically insulating material and which limits the starting air flow channel (11) at the top.

Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that when the attachment module (10) is coupled to the base module (7), the first insert block (12) and/or the second insert block (24) extends to in the basic module (7).

Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the starting air flow channel (11) is free of partitions.

Ventilation grille (1) according to any of the preceding claims, characterized in that the ventilation grille (1) comprises an outer profile (16) that limits the ventilation grille (1) on a side away from the attachment module (10) and that this outer profile (1) 16) adjacent to the air flow channel (2) is provided with a third insert block (25) made of acoustically insulating material.

Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the ventilation grille (1) is provided with a fourth insert block (29), which is made of acoustically insulating material and which limits the basic air flow channel (11) at the bottom.

Ventilation grille (1) according to one of the preceding claims, characterized in that the air flow through the air flow channel (2) can only be adjusted at the level of the self-regulating valve (9).

Ventilation grille (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that the ventilation grille (1) comprises a set of attachment modules (10, 20), which can be interchangeably connected to the base module (7), wherein this set (10, 20) 20) comprises said acoustic trigger module (10).

Ventilation grille (1) according to claim 16, characterized in that the set of attachment modules (10, 20) comprises a Coanda module (20), which is free of acoustic insulating material, and which comprises an attachment air flow duct (22), which provided 1s to form part of the air flow duct (2) and which is provided with an outlet opening (23) to open the air flow duct (2) upwards.