BE1030571B1

BE1030571B1 - Inrichting voor het zuiveren van gas

Info

Publication number: BE1030571B1
Application number: BE20225417A
Authority: BE
Inventors: Danny Etienne A Vertriest
Original assignee: Atlas Copco Airpower Nv
Priority date: 2022-05-31
Filing date: 2022-05-31
Publication date: 2024-01-08
Also published as: BE1030571A1

Abstract

Inrichting voor het zuiveren van gas, waarbij de inrichting (1) hoofdzakelijk een vat (2) omvat met een inlaat (3) voor te zuiveren gas en een uitlaat (4) voor gezuiverd gas, waarbij in het vat (2) twee of meer blokken (6) van een zuiveringsmiddel zijn aangebracht welke op elkaar gestapeld zijn ter vorming van een stapel (7), daardoor gekenmerkt dat tussen de op elkaar gestapelde blokken (6) een afdichting (8) is aangebracht, waarbij de blokken (6) bijeengehouden worden door: - een element (29) dat zich doorheen de blokken (6) uitstrekt; en/of - een omhulsel (20) vervaardigd uit een niet elastisch of flexibel materiaal welke rondom de stapel (7) blokken (6) is aangebracht; en/of - het feit dat de afdichtingen (8) vastgelijmd zijn aan de blokken (6).

Description

, BE2022/5417

Inrichting voor het zuiveren van gas.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting 3 voor het zuiveren van gas.

Meer speciaal, hesft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het zuiveren van gas die een vat omvat met een inlaat voor te zuiveren gas en een uitlaat voor gezuiverd gas.

Met ‘zuiveren van gas’ wordt hier bedoeld dat het gas gezuiverd wordt van een ander gas, een vloeistof of sen andere stof die uit het te zuiveren gas wordt gehaald.

In het vat is een zuiveringsmiddel aangebracht,

Dit zuiveringsmiddel kan verschillende vormen aannemen, bijvoorbeeld korreis of bijvoorbeeld een gestructureerd materiaal onder de vorm van één of meer blokken. Deze zijn typisch op elkaar gestapeld.

Het zuiveringsmiddel kan bijvoorbeeld een droogmiddel zijn, ook wel desiccant genaamd, waarbij het te zuiveren gas gedroogd wordt, waarbij waterdamp uit het gas gescheiden zal worden dcor het droogmiddel, Dit gebeurt bijvoorbeeld klassiek bij samengeperst gas afkomstig van een compressor, waarbij het samengeperste gas vrij moet zijn van vocht alvorens het naar de gebruikers wordt afgevoerd.

Klassiek is dat de bickken van zuiveringsmiddel of droogmiddei een vorm vertonen welke complementair is aan de vorm van het val waarin ze gestapeld zijn. 3 De blokken bezitten noltes, kanalen en dergelijke waardoorheen het te zuiveren cas kan stromen,

In WO2017/035607 worden dergelijke blokken bij opstapeling op elkaar veranxerd gebruik makende van afdichtingen welke 19 rond de blokken worden aangebracht, ter plaatse van de locatie waar twee blokken op elkaar gestapeld zijn, waarbij de afdichting een naar binnen uitstekende lip bezit welke tussen de blokken reikt. is De afdichting zal twee opeenvolgende blokken op elkaar verankeren, waarbij de uitstekende lip de blokken op een afstand van elkaar zal houden,

Aangezien de geometrie en de locatie van de voorncemde hoìtes, kanalen en dergelijke van de verschillende blokken verschillend is, is het noodzakelijk de blokken op een afstand van elkaar te houden, zodat net ene blok de kanalen van het andere blok niet kan afsluiten.

Rond de blokken wordt een krimpkous aangebracht welke rondom rond de omtrekwand van de stapel blokken wordt aangebracht, om ervoor de zorgen det de blokken op elkaar gestapeld blijven,

3 BE2022/5417

Hierdoor wordt één module of een zogenaamde ‘cartrigde’ gevormd welke gemakkelijk in het vat geplaatst kan worden, en de montage en onderhoud sterk zal vereenvoudigen.

S De huidige uitvinding heeft tot doel om een alternatief te bieden aan de voornoemde methode om de blokken zuiveringsmiddel te stapelen en vast te maken,

De huidige uitvinding heeft een inrichting als voorwerp voor het zuiveren van Gas, waarbij Bde inrichting noofdzakelijk sen vat omvat met een inlaat voor te zuiveren gas en een uitlaat voor gezuiverd gas, waarbij in het vat twee of meer blokken van een zuiveringsmiddel zijn aangebracht welke op elkaar gestapeld zijn ter vorming van 25 een stapel, met als kenmerk dat tussen de op elkaar gestapelde blokken een afdichting is aangebracht, waarbij de blickken bijeengehouden worden door cen omhulsel vervaardigd uit een niet elastisch of

Flexibel materiaal welke rondom de stapel blokken is aangebracht,

Eveneens wordt een inrichting geopenbaard voor het zuiveren van gas, waarbij de inrichting hoofdzakelijk een vat omvat met een inlaat voor te zuiveren gas en sen uitlaat voor gezuiverd gas, waarbij in het vat twee of meer blokken van cen zuiveringsmiddel zijn aangebracht welke op elkaar gestapeld zijn ter vorming van sen stapel, waarbij dat tussen de cp elkaar vestapelde blokken een afdichting is aangebracht, waarbij de blokken bijeengehouden worden door: - een element dat zich doorheen de biokken uitstrekt; en/of

4 BE2022/5417 - een omhulsel vervaardigd uit een niet elastisch of flexibel materiaal welke rondom de stapel blokken is aangebracht; en/of = het feit dat de afdichtingen vastgelijmd zijn aan de & blokken.

De voornoemde optie, van een omhulsel vervaardigd uit een niet elastisch of flexibel materiaal welke rondom de stapel biokken is aangebracht en bij uitbreiding alle drie de voornoemde opties, bieden een alternatief aan de gekende oplossing bestaande uit een krimpkous en afdichtingen.

Een voordeel is dat de nadelen welke verbonden zijn aan het gebruik van een krimpkous, zoals bijvoorbeeld het slecht aansluiten van de krimokous na montage, vermeden worden.

Nog een ander voordeel is dat de voornoemde optie, van een omhulsel vervaardigd uit een miet elastisch of flexibel materiaal welke rondom de stapel blokken is aangebracht en bij uitbreiding alle drie de voornoemde opties, het mogelijk maken om in de stapel blckken, cf ‘cartrigde’ nog andere [unctionaliteiten te integreren.

De voornoemde optie, van sen omhulsel vervaardigd uit een niet elastisch of flexibel materiaal welke rondom de stapel biokken is aangebracht en bij uitbreiding alle drie de voornoemde opties, kunnen op verschillende manieren uitgevoerd worden, zoals later zal worden uitgelegd.

Een voorkeurdragend kenmerk van de uitvinding betreft dan oock dat de stapel blokken aan zijn uiteinden voorzien zijn

. BE2022/5417 van inlaatelement en een uitlaatelement, waarbij één of meer van de volgende onderdelen in het inlaatelement voorzien zijn: - iniaatfilter; { 5 - luchtverdeler:; - afdichting; - één of meer kleppen of ventielen; - geluidsdemper; - veer; - afstandshouder; - wateraïfscheider: en waarbij één of meer van de volgende onderdelen in het uitiaatelement voorzien zijn: - uitlaatfilter; - luchtverdeler; - afdichting; - één of meer kleppen of ventielen; - Geluidademper; - veer; “ afstandshouder.

Door deze ver doorgedreven integratie van allerhande functies en onderdelen in de stapel blokken zal de assemblage van de inrichting en in het bijzonder van het var veel eenvoudiger worden.

Cok zal het onderhoud en eventuele herstellingen veel viotten en efficiënter kunnen gebeuren.

In een voorkeurdragende uicvoeringsvorm strekt de voornoemde afdichting zich uit over de omtreksranden van de

- BE2022/5417 0 op eikaar gestapelde blokken, waarbij de afdichting opgebouwd is uit een ocilindermantel welke over de omtreksranden van de blokken is aangebracht en uit twee aan de binnenzijde van de ocilindermantel bevestigde en naar

S binnen gekeerde, Vrvormige geplaatste lippen die zich tussen de biokken uitstrekken, waarbij de vrije randen van de cilindermantel opengeplooid zijn weg van de blokken,

Een voordeel is dat de vrije opengeplooide randen contact

LO zulien kunnen maken met de binnenwanden van het vat of met de binnenwanden van het omhulsel, wat zal zorgen voor een afdichting ter voorkoming van lekken,

De V-vormige iippen zorgen er voor dat de blokken onderlina iS op een afstand van elkaar gehouden worden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting voor het zuiveren van gas volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur L schematisch een inrichting voor het zuiveren van gas volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 een doorsnede van het vat uit figuur 1 weergeeft volgens de lijn IT-IT in figuur 1; figuur 3 een doorsnede van het vat uit figuur 1 weergeeft voigens de iijn III-IIT in figuur 1; figuur 4 een detailweergave weergeeft van een aldichting uit figuur 2;

3 BE2022/5417 figuur 5 een detailweergave weergeeft van een eindafdichting uit figuur 2; figuren & tot & varianten van de stapel blokken uit figuur 2 weergeven; 9 5 figuren 9 tot 12 uitvoeringsvormen weergeven van een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting voor het zuiveren van gas, doch niet volgens de uitvinding; figuur 13 een variant weergeeft van de stapel blokken uit figuur 2,

In figuur 1 is schematisch een inrichting 1 volgens de uitvinding voor het zuiveren van ges omvat een vat 2 met een inlaat 3 voor te zuiveren gas en een uitlaat 4 voor gezuiverd gas,

Het vat 2 is in dit geval cilindrisch, maar dit is uiteraard niet noodzakelijk voor de uitvinding. Het vat kan ook balkvormig zijn, bijvoorbeeld, en een vierkante doorsnede hebben.

Het is ook mogelijk dat de inrichting 1 voorzien is van meerdere vaten 2, teneinde de capaciteit te vergroten of, indien het zuiveringsmniddel recenereerbaar is, de vaten 2 afwisselend Le kunnen laten zuiveren en regenereren.

In het weergeven voorbeeld is de inrichting 1 meer specifiek sen droger om samengeperst gas Le drogen, i.e, om vocht uit het te zuiveren samengeperst gas te halen, waarbij het gas afkomstig is van een compressor 5, doch de uitvinding is hiertoe niet beperkt,

Het moge duidelijk zijn dat de inrichting 1 ook gebruikt kan worden om een gas dat gecontamineerd is met een ander gas te zuiveren door het contaminerend gas eruit te zuiveren, { 5

Inderdaad, met ‘zuiveren van gas” wordt hier zeer alcemeen bedoeld dat het gas gezuiverd wordt van een ander gas, een viceistof of een andere stof die uit het te zuiveren gas wordt genaald. zoals te zien is in de doorsnede figuur 2, zijn een aantal blokken & van een zuiveringsmiddel in het vat 2 aangebracht,

In dit geval betreft het zuiveringsmiddel dus een droogmiddel, ook wel desiccant genaamd.

De blokken © hebben een cilindrische vorm, complementair aan de vorm van het vat 2, zoals te zien is in figuren 2 en 3.

In dit geval zijn er drie dergelijke blokken 6, doch dit kunnen er minder of meer dan drie zijn ook,

De bickken 6 zijn op elkaar gestapeld ter vormig van een stapel 7.

Volgens de uitvinding is tussen de op eikaar gestapelde blokken & een afdichting 8 aangebracht,

9 BE2022/5417

Tussen elke Lwee op elkaar gestapelde blokken 6 is met andere woorden een afdichting & aangebracht.

Tevens zijn aan beide uiterste blokken 6 van de stapel 7 { 5 een zogenaamde eindafdichting 9 aangebracht.

In figuren 4 en 5 wordt een voorbeeld van de afdichting 8 en de eindafdichting 2 weergegeven.

De voornoemde afdichting 8 zoals weergegeven in figuur 4, strekt zich uit over de omtreksranden 10 van de op elkaar gestapelde blokken 6.

De afdichting & opgebouwd is uit een cilindermantel 11 welke over de ocmtreksranden 10 van de blokken £& is aangebracht en uit twee aan de binnenzijde van de cilindermantel il bevestigde en naar binnen gekeerde, V- vormige geplaatste lippen 12 die zich tussen de blokken 6 uitstrekken,

Deze lippen 12 zuilen ervoor zorgen dat de blokken 6 elkaar niet raken, Dit is van belang om ervoor te zorgen dat de kanalen, openingen en dergelijke in de blokken & niet afgesloten worden doordat de blokken & contact maken met elkaar,

Bovendien zijn de vrije randen 13 van de cilindermantel 11 opengeplooid zijn weg van de biokken 6 en V-vormige lippen 12, i.e. naar buiten Loe.

De eindafdichting 5, welke aan de uiterste blokken 5 van de stapel 7 blokken 6 aan hun vrije omtreksrand 10 voorzien zijn, is uitgevoerd als een V-vormige afdichting die over de betreffende omtreksrand 10 is geschoven, één en ander zodanig dat een eerste been 14 van de eindafdichting 9

Legen het axiale bovenvlak 15 van het uiterste blok 6 drukt, terwijl het tweede been 16 van de eindafdichting 9 tegen de radiaie buitenwand 17 van het blok 6 drukt.

De eindafdichting 9 is voorzien van een uitstulping 18 waar de twee benen 14, 16 met elkaar verbonden zijn. Deze uitstulping 18 is in dit geval lobvormig.

Analcog als bij de voorncemde afdichtding 8, is het vrije uiteinde 19 van het tweede been 16 opengeplooid weg van het

Dick 6,

Volgens de uitvinding worden de blokken 6 bijeengehouden.

Met ‘bijeenhouden’ wordt hier bedoeld dat ze één geheel vormen en dus ais een geheel gemanipuleerd kunnen worden,

In het voorbeeld van figuur 2 en figuur 3 gebeurt dit door een omhulsel 20 vervaardigd uit een niet elastisch cf flexibel materiaal welke rondom de stapel 7 blokken 6 is aangebracht,

Het omhulsel 20 bevat in dit geval twee deelstukken 21a, 210 welke rond de blokken 6 aan elkaar bevestigd kunnen worden.

4 BE2022/5417

Het omhulsel 20 kan vervaardigd zijn uit metaal of kunststof, of het omhulsel 20 kan een roostervormig of meshvormig materiaal omvatten.

De deelstukken 21a, Zlib worden aan elkaar bevestigd door middel van een kilksysteem 22, zoals schematisch weergegeven in figuur 3,

Het is uiteraard mogelijk dat er meer dan twee deelstukken

Zia, 2lb zijn of dat het omhulsel ZO bestaat uit één stuk dat rond de biokken 6 kan worden geclaatst met slechts één kiiksysteem 22,

In plaats van een kliksysteem 22 kunnen ook bouten of schroeven gebruikt worden of andere bevesticgingsmiddelen om de decistuxken 21a, Zlib vast aan elkaar Le bevestigen.

De voornoemde opgepiooide randen 13, 19 van de afdichtingen 8 en de eindaïîdichting 3 zullen contact maken met het omhulsel 20.

Dit zal zorgen voor een afdichting voor het gas, zodat het niet kan ontsnappen en verplicht wordt om doorheen de volledige stapel 7 te stromen.

De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

De door de compressor 5 geconprimeerde lucht zal via de inlaat 3 van de inrichting 1 in het vat 2 terechtkomen, alwaar het doorheen de stapel blokken zal stromen,

45 BE2022/5417 12

De biokken 6 van droogmiddel zullen het aanwezige vocht onttrekken aan het samengeperst gas. & Be dichtingen 8 en eindafdichtingen % zullen verhinderen dat gas kan ontsnappen en de uitlaat 4 kan bereiken zonder volledig door de stapel 7 blokken & te stromen, wanneer het gas doorheen de stapel 7 blokken 6 is gestroomd, zal het vocht eruit gezuiverd zijn en kan het nu gedroogde gas het vat 2 en de inrichting 1 verlaten via de uitlaat 4.

Het in de figuren 1 tot 5 weergeven voorbeeld is slechts één mogelijkheid om de blokken & bijeen te houden.

In {figuur 6a en 6b is seen variante weergegeven volgens

Elguur 2, waarbij in dit geval het omhulsel 20 sen tube 23, koker of buis omvat welke rond de blokken & is aangebracht,

De blokken 5 kunnen hierin los of met behulp van lijm of sealing pasta aan de omtrek van het omhulsel 20 gemonteerd worden,

Aan beide open uiteinden 24 van de tube 23, koker of buis is een eindkap 25 of deksel aangebracht,

Deze eindkappen 25 zijn gemaakt van een gasdoorlaatbaar materiaal,

44 BE2022/5417 in figuur 7 is het omhulsel 20 uit verschillende delen 26 opgebouwd, waarbij elk deel 26 een klemsysteem omvat dat in twee opeenvolgende blokken 6 kan vastklikken,

Zoals weergegeven in figuur 7, is elk deel 26 een ring die rondom de blokken & is aangebracht,

Het klensysieem kan bijvoorbeeld pinnen omvatten die in de biokken & doordringen. 16

Alternatief kan het klemsysteem ock een ribvormige verdikking omvatten welke in een daartoe voorziene groef in de blokken past,

Het aantal delen 26 is gelijk aan het aantal blokken 6, verminderd met één.

Figuur 8 toont een variant waarbij het omhulsel 20 een coating 27 betreft welke rond de blokken & is aangebracht,

De coating 27 is hierbij zodanig dat een sterk omhulsel 20 wordt bekomen,

Een mogelijke coating 27 is bijvoorbeeld een PU coating.

Doch elke andere coating met vergelijkbare resistentie tegen druk, triilingen en schokken dan een PU coating en/of met vergelijkbare trekvaste verbindinga- er afdichtingseigenschappen dan sen PU coating, is geschikt,

Figuren 9, 10 en 1l tonen varianten waarbij de blokken bijeengehouden worden door een element 29 dat zich doorheen

+4 BE2022/5417 de blokken 6 uitstrekt, Deze varianten zijn niet volgens de uitvinding.

In figuur 9 is dit element 29 een draad 30 die doorheen de blokken 6 is aangebracht. in het Dijzonder zijn de twee uiteinden van de draag 30 doorheen de stapel 7 biokken 6 aangebracht en zijn de uiteinden vervolgens vastgeknoopt.

In figuren 10 en 11 daarentegen, is het element 29 een stang 31.

In figuur 10 is de stang 31 die doorheen de blokken 6 is aangebracht, aan beide uiteinden voorzien van een moer 3% of dergelijke voor het vastklemmen van de blokken 6 tussen deze twes moeren 32.

In figuur il is de stang 31 aan één uiteinde, in dit geval het onderste uiteinde, voorzien van een stop 33 of aanslag voor de blokken, welke stop 33 of aanslag gasdcorlaatbaar is.

Tevens is in dit geval het andere uiteinde van de stang 31 voorzien van een moer 32 of dergelijke,

Zoals te zien is in figuur li, is tussen de moer 32 en een blok & een veerslement 34 aangebracht.

Het veereiement 34 zal voor een spanning of druk zorgen op de bickken 6 zodanig dat zij tegen elkaar gedrukt worden en

15 BE2022/5417 niet kunnen bewegen ten gevolge van luchtsnelheid of andere invloeden.

Het veerelement 34 zal ook toelaten dat de blokken 6, als gevolg van adsorptie van vocht, kunnen uitzetten.

Figuur 12 tenslotte toont de variant, opnieuw niet volgens de uitvinding waarbij de afdichtingen 8 zijn vastgelijmd aan de blokken 6 teneinde de blokken & samen te houden,

Er is met andere woorden geen omhulsel 20 rondom de stapel 7 blokken 6 aangebracht, geen element 29 doorheen de stapel 7 blokken 6 aangebracht of geen krimpkous rondom de stapel 7 blokken 6 aangebracht,

Een andere alternatieve uitvoeringsvorm berreft het verbinden van de blokken & met elkaar met behulp van een kieefkrachtige en sterke tape in plaats van met een lijm, zoais bijvoorbeeld ducttape, die over de omtrek van de biokken 6 wordt gekleefd tussen twee opéénvolgende blokken en eventueel over de volledige omtrek van de blokken 6 wordt aangebracht als bescherming.

In figuur 13 is een laatste alternatief van figuur 2 29 voorgesteid, voigens een variant volgens de uitvinding.

De stapel 7 blokken 6 is aan zijn uiteinden voorzien van inlaatelement 35 nabij de inlaat 3 van het van 2 en een uitiaatelement 36 nabij de uitlaat 4 van het vat 2,

16 BE2022/5417

In het inlaatelement 35 zijn één of meer van de volgende onderdelen voorzien: - inlaatfilter: — luchtverdeler; { 5 - afdichting; - één of meer kleppen of ventielen; - geluidsdemper; - veer; - aËstandshouder; - waterafscheider.

Door ai deze onderdelen te groeperen in het inlaatelement 35 en vervolgens te integreren in de stapel 7 blokken 6, wordt de montage, installatie, onderhoud en herstelling van 13 de inrichting 1 sterk vereenvoudigd.

Analoog zijn in het uitiaatelement 36 één of meer van de volgende onderdelen voorzien: - uitlaatfiiter; - luchtverdeler; - afdichting; - Gen of meer kleppen of ventielen; - geluidsdemper:; - veer; - afstandshouder,

Zo zou bijvoorbeeld ook het voornoemde vserelement 34 geintegreerd kunnen worden in het inlaatelement 35 of in het uitlastelement 36,

17 BE2022/5417

Hat moge duidelijk zijn dat het inlaacelement 34 en uitlaarelement 35 cock Lcegepast kan worden in de uitvoeringsvormen van figuren 6 tot 12, { & De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een inrichting voor het zuiveren van Gas volgens de uitvinding kan in alleriei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van 18 de uitvinding te treden.

Claims

18 BE2022/5417 Conciusies,

i.- Inrichting voor het zuiveren van gas, waarbij de { 5 inrichting {1} hoofdzakelijk een vat (2) omvat met een iniaat (3} voor te zuiveren gas en een uitlaat {4} voor gezuiverd gas, waarbij in het vat {2} twee of meer blokken {6} van een zuiveringsmiddel zijn aangebracht welke op elkaar gestapeld zijn ter vorming van een stapel (75, 20 daardoor gekenmerkt dat tussen de cop elkaar gestapelde blokken {6} een afdichting {8} is aangebracht, waarbij de blokken {6} bijeengehouden worden door een omhulsel (20) vervaardigd uit een niet elastisch of flexibel materiaal welke rondom de stapel {7} blokken (6) is aangebracht.

2.- inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het omhuisel (20) éên of meer deelstukken (2la, 21b) omvat weike rond de blokken {6} aan elkaar bevestigd kunnen worden,

3.- Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de deelstukken (21a, 21b} aan elkaar bevestigd kunnen worden door middel van een kliksysteem {22} of bouten of dergelijke.

4.- Inrichting volgens conclusie I, daardoor gekenmerkt dat net omhulsel (20} een tube (23) of buis omvat welke rond de olokken {6} is aangebracht, waarbij aan beide uiteinden (24) van de tube {23} of buis een eindkap {25} of deksel is aangebracht,

19 BE2022/5417

5.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat het omhuisel {20} vervaardigd is uit metaal of kunststof, of dat het omhulsel {20} een roostervormig of meshvormig materiaal omvat. ; 5

&.- Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het omhulsel {20} uit verschiliende delen (26) is opcebouwd, waarbij elk deel (26) een klemsysteem omvat dat in twee opeenvolgende bliokken{6) kan vastklikken, 7, Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het omhulsel {20} een coating (27) betreft welks rondom de blokken (6) is aangebracht.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde afdichting (8} zich uitstrekt over de omtreksranden (10) van de op elkaar gestapelde blokken (5), waarbij de afdichting (2) opgebouwd is uit een cilindermantel (11) welke over de ontreksranden {191 van de blokken {6} is aancebracht en uit twee aan de binnenzijde van de cilindermantel (11) bevestigde en naar binnen gekeerde, V-vormige geplaatste lippen (17) die zich tussen de biokken (6) uitstrekken, waarbij de vrije randen{13} van de cilindermantel {11} opengeplooid zijn weg van de blokken {6}. 9,- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat aan de uiterste blokken (5) van de stapel {7} biokken {6} aan hun vrije omtreksrand {10} voorzien zijn van een eindafgichting (5) die is uitgevoerd ais een V-vormige afdichting die over de betreffende

59 BE2022/5417 omtreksrand (10) is geschoven, één en ander zodanig dat een eerste been (14) van de eindafdichting (9) tegen het axiale bovenvliax (15) van het uiterste blok (6) drukt, terwijl het tweede been (16) van de eindafdichting (98) tegen de radiale buitenwand {17} van het block {6} drukt, waarbij de eindafdichting (9) voorzien is van een uitstulping (18) waar de twee been (14, 16) met elkaar verbonden zijn, waarbij het vrije uiteinde (19; van het tweede been (16) opengeplcoid is weg van het blok, id

19.- Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de stapel (7) blokken (6) aan zijn uiteinden voorzien zijn van inlaatelement (35) en een uitlaatelement {36}, waarbij één of meer van de volgende onderdelen in het inlaatelement (35) voorzien zijn: - iniaatfilter:; = luchtverdeler:; - afdichting: - één of meer kleppen of ventielen: - geluidsdemper; - veer; - afstandshouder: - waterafscheider; en waarbij één of meer van de volgende onderdelen in het uitlastelement (36) voorzien zijn: - vitlaatfiiter: - luchtverdeler; - afdichting; - één of meer kleppen of ventielen; - geluidsdemper; - veer;

91 BE2022/5417 + afstandshouder.,