BE1030329B1

BE1030329B1 - Een samengesteld bevestigingsmiddel

Info

Publication number: BE1030329B1
Application number: BE20225161A
Authority: BE
Inventors: Ivan Peeters; Claire Decoene
Original assignee: C Dec Bv
Priority date: 2022-03-09
Filing date: 2022-03-09
Publication date: 2023-10-09
Also published as: BE1030329A1; US20230287916A1

Abstract

De uitvinding betreft een verbeterd verbindingsmiddel omvattende twee oppervlakken met daarop buigzame elementen die, wanneer de twee oppervlakken tegen elkaar aan gebracht worden, elkaar klemmend aangrijpen.

Description

EEN SAMENGESTELD BEVESTIGINGSMIDDEL

INLEIDING

De onderhavige uitvinding betreft een bevestigingsmiddel bestaande uit twee componenten die elkaar kunnen verbinden op een niet permanente wijze. De werking is gelijklopend als deze van een klittenband, maar met een duidelijk technisch verschil.

STAND VAN DE TECHNIEK

De meest gekende snel-sluitingen, die als opzet hebben om twee componenten aan elkaar te kunnen verbinden, zijn de zogenaamde klittenbandsluitingen.

Deze klittenbandsluitingen worden vaak aangeduid met het generieke handelsmerk

Velcro vanwege de bekendheid van het merk.

Klittenbandsluitingen bestaan uit twee componenten: typisch twee lineaire stoffen stroken (of, als alternatief, ronde "stippen" of vierkanten) die zijn bevestigd (genaaid of op een andere manier gehecht} aan de tegenover elkaar liggende te bevestigen oppervlakken. Het eerste onderdeel is voorzien van kleine haakjes; de tweede heeft kleinere lussen. Wanneer de twee tegen elkaar worden gedrukt, blijven de haken in de lussen steken en worden de twee klikelementen tijdelijk vastgemaakt of gebonden. Wanneer ze worden gescheiden, door de twee oppervlakken uit elkaar te trekken of af te pellen, maken de strips een kenmerkend scheurend geluid.

De oorspronkelijke techniek van klittenband is uitgevonden door dhr George De

Mestral. Door hem is er een octrooi CH295638A aangevraagd in 1951 met Velcro SA als aanvrager.

Deze haak-lus techniek heeft enkele specifieke voordelen en nadelen.

De voordelen zijn dat het vrij efficiënt is en het ondertussen een gekende techniek is. Het is bovendien wasbaar waardoor het relatief lang proper te houden is.

Er zijn echter ook een reeks nadelen aan verbonden. Het is duur om te maken, na verloop van tijd verliest het zijn werking, het heeft de neiging om haar, stof en vacht op te hopen in de haken na een paar maanden van regelmatig gebruik. De lussen kunnen na langdurig gebruik langwerpig of gebroken worden. De haken worden vaak vastgemaakt aan kledingstukken, vooral los geweven items zoals truien. Deze kleding kan beschadigd raken wanneer men probeert het klittenband te verwijderen, zelfs als de zijkanten langzaam worden gescheiden. Het absorbeert ook vocht en transpiratie wanneer het op de huid wordt gedragen, wat betekent dat het zal ruiken als het niet wordt gewassen.

Naast de oorspronkelijke klittenband van Velcro zijn er ook nog enkele variaties op de markt. De Slidingly Engaging Fastener is ontwikkeld om verschillende problemen met veelvoorkomende klittenbandsluitingen aan te pakken. Heavy-duty varianten hebben paddenstoelvormige stelen op elk vlak van de sluiting, die een hoorbare klik geven wanneer de twee vlakken in elkaar passen. Een sterke drukgevoelige lijm hecht elk onderdeel aan zijn ondergrond.

US 2015/327634 en US 5 657 516 geven ten slotte gelijkaardige producten weer, waar pinnen op een drager een verbrede kop hebben om in elkaar te grijpen, maar vertonen niet de gewenste karakteristieken op vlak van gemak van verankering, en sterkte van retentie bij verankering.

SAMENVATTING

De onderhavige uitvinding en uitvoeringen daarvan dienen om een oplossing te bieden voor één of meerdere van bovengenoemde nadelen. Hiertoe heeft de onderhavige uitvinding betrekking op samengestelde bevestigingsmiddelen en werkwijzen zoals beschreven in de conclusies en verder hieronder.

De onderhavige uitvinding heeft in een eerste aspect betrekking op samengestelde bevestigingsmiddelen bestaande uit tenminste een eerste klikelement of drager en een tweede klikelement of drager, ten minste waarbij het eerste klikelement pinnen omvat voorzien aan ten minste één zijde, het koppeloppervlak, en een tegenoverliggend tweede klikelement dat ten minste pinnen omvat voorzien aan ten minste één zijde, het koppeloppervlak, en waarbij de twee klikelementen in elkaar kunnen klikken. De klikelementen of dragers omvatten een koppeloppervlak waar een veelheid pinnen voorzien is, bij voorkeur in een regelmatig roosterpatroon, bij voorkeur met equidistante rijen en kolommen zodat deze in een regelmatig matrixpatroon voorzien zijn, typisch rechthoekig of vierkant. De pinnen omvatten minstens één verankeringssegment langsheen de longitudinale as, dat een grotere straal heeft dan een onderliggend segment (uitsparing), en optioneel een grotere straal dan een bovenliggend segment (uitsparing of top van de pin). De pinnen zijn bij voorkeur uit een buigzaam materiaal opgebouwd

Hierbij zijn de pinnen van de eerste drager in rust onderling gedistantieerd zodanig dat de verankeringssegmenten van de pinnen van de eerste drager een onderlinge afstand hebben dewelke een vrije ruimte tussen de verankeringssegmenten in definiëren in het vlak evenwijdig met de eerste drager waar een transversale doorsnede van de verankeringssegmenten van de pinnen van de tweede drager niet in passen. Daarnaast zijn ze onderling zodanig gedistantieerd dat de onderliggende

9 BE2022/5161 segmenten van de pinnen van de eerste drager in rust een ruimte tussen de onderliggende segmenten in definiëren in het vlak evenwijdig met de eerste drager waar een transversale doorsnede van de verankeringssegmenten van de pinnen van de tweede drager wel in past, zodanig dat bij samenbrengen van de eerste en de tweede drager met de koppeloppervlakken naar elkaar gericht, de pinnen elkaar klemmend vasthouden, waarbij de eerste en/of tweede drager buigzaam is.

Volgens een bepaalde voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de klikelementen minstens één koppeloppervlak met daarop een veelheid pinnen, bij voorkeur in een regelmatig roosterpatroon, bij voorkeur met equidistante rijen en kolommen zodat deze in een regelmatig matrixpatroon voorzien zijn, typisch rechthoekig of vierkant.

De pinnen omvatten minstens één verankeringssegment langsheen de longitudinale as, dat een grotere straal heeft dan een onderliggend segment (uitsparing), en optioneel een grotere straal dan een bovenliggend segment (uitsparing of top van de pin). De pinnen zijn bij voorkeur uit een buigzaam materiaal opgebouwd.

De pinnen zijn daarbij onderling gedistantieerd op de dragers (klikelementen) zodanig dat de verankeringssegmenten van de pinnen van de eerste drager een onderlinge afstand hebben gelijk of groter dan de pinnen aan de uitsparingen (onderliggende en optioneel bovenliggende segmenten) maar kleiner dan de straal van de verankeringssegmenten van de pinnen van de tweede drager, zodanig dat bij het samenbrengen van de twee dragers met de koppeloppervlakken naar elkaar gericht, de pinnen elkaar klemmend vasthouden, waarbij de eerste en/of tweede drager buigzaam is.

Hierbij moet rekening gehouden worden met de vorm van de pinnen. Zo zal bij vierkante transversale doorsneden, moeten gerekend worden op een andere interaxiale afstand dan bij schijfvormige transversale doorsneden van de pinnen.

Met “transversale doorsneden” wordt verwezen naar doorsneden van de pinnen in een vlak loodrecht op de lengteas of longitudinale as van de pinnen. Naargelang de specifieke vorm van de doorsnede kunnen de dimensies van de verankeringssegmenten en de uitsparingen daaronder aangepast worden om succesvolle verankering te garanderen. Bovendien kunnen de dimensies ook nog verder aangepast worden (groter verschil tussen straal van verankeringssegmenten en uitsparingen) om een sterkere of (kleiner verschil) om een zwakkere verbinding te bekomen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de klikelementen periodiek voorzien van een reeks pinnen die voorzien zijn van een set uitsteeksels of verankeringssegmenten (ook wel ribben genoemd) en uitsparingen daaronder aan de zijkant, waarbij de

‘ BE2022/5161 uitsteeksels van de pinnen van het eerste klikelement zijn aangepast om met de uitsparingen onder de verankeringssegmenten van de pinnen van het tweede klikelement te interageren en vice versa, en bij voorkeur zodat ze in de uitsparingen van de pinnen van het tweede klikelement passen en de uitsteeksels van het tweede klikelement in de uitsparingen van het eerste klikelement passen. In wat volgt, wordt ook naar deze uitsparingen verwezen als bovenliggende, onderliggende of tussenliggende segmenten, ten opzichte van de ribben (of protrusies of verankeringssegmenten).

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de eerste en de tweede drager buigzaam. Bij verdere voorkeur bestaan de dragers en de pinnen daarop uit één stuk, wat bijvoorbeeld vervaardiging via 3D-printen, spuitgieten of andere geautomatiseerde processen toelaat.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de pinnen meerdere verankeringssegmenten, met daartussen segmenten (uitsparingen) met een lagere straal. Bij voorkeur hebben alle verankeringssegmenten substantieel dezelfde vorm en dimensies, alsook de uitsparingen ten opzichte van elkaar.

Het algemene principe van de onderhavige uitvinding is een werkwijze waarbij de pinnen van twee verschillende klikelementen een klemmend effect op elkaar uitoefenen om een klemmend effect te bekomen tussen de vervangen klikelementen.

Volgens één aspect van de uitvinding wordt de snel-sluiting gevormd door twee identieke klikelementen in elkaar te klikken. Deze bevat een basis bestaande uit een kunststof plaat met langs één kant voorzien van pinnen waarbij de zijkanten van deze pinnen voorzien zijn van uitsparingen. Deze uitsparingen hebben de vorm van een weerhaak. De haken van deze weerhaken zijn gericht richting het oppervlak van de basis, waarbij de functie van de weerhaak actief is in de richting weg van het oppervlak en loodrecht ten opzichte van het oppervlak van de basisplaat. Bij voorkeur zijn weerhaken voorzien aan de hoeken van de verankeringssegmenten, zoals ook zichtbaar in Fig. 1. Bovendien kan door een geschikte positionering van de weerhaken bewerkstelligd worden dat de weerhaken van de pinnen van een eerste klikelement, bij twee verankerde klikelementen in rust, samenvallen met de weerhaken van de pinnen van het tweede klikelement, en zo in elkaar haken. Het aantal uitsparingen is ten minste één per kant maar bij voorkeur twee, drie of zelfs meer. De pinnen kunnen vierkant van vorm zijn waarbij de top is afgeschuind en/of afgerond. Deze pinnen staan via een geordend patroon op een bepaalde afstand van elkaar. Deze afstand is gelijk in de x- als y-richting. De as-afstand van de verschillende pinnen is bij voorkeur gelijk aan de afstand van de maximale zijde of diameter van de pinnen vermeerderd met 50%, waardoor het mogelijk is om twee klikelementen te koppelen met elkaar.

> BE2022/5161

De hoogte van de pinnen zijn bij voorkeur gelijk aan de as-afstand van de pinnen, maar kan langer of korter zijn naar gelang wens voor een stuggere of meer flexibele koppeling. De zijkanten van de aangrenzende pinnen zijn parellel opgesteld ten opzichte van elkaar. De opzet is om de klikelementen die identiek zijn aan elkaar te gaan toepassen als een snel-sluiting. Hierbij worden twee identieke klikelementen op elkaar gelegd met de kopse kanten van de pinnen naar elkaar gericht waarbij één klikelement 45° gedraaid is ten opzichte het andere klikelement zodanig dat de pinnen van het ene klikelement 45° gedraaid zijn rond hun longitudinale as ten opzichte van de pinnen van het tweede klikelement wanneer deze naar elkaar toe gebracht worden voor koppeling. Vervolgens worden de twee klikelementen op elkaar gedrukt. Daar het ene klikelement 45° gedraaid is ten opzichte van het andere klikelement komen de patronen van de twee klikelementen niet overeen. Dit heeft als gevolg dat sommige pinnen van het ene klikelement, de pinnen van het andere klikelement wegduwen tot onder een zekere hoek, dat andere pinnen in elkaar haken zonder of elkaar bijna niet wegduwen en er sommige pinnen niet actief in andere pinnen haken. Bij de (weer)haken of ribben op de zijkant van de pinnen zijn de uitsteeksels kleiner dan de uitsparingen van de corresponderende pinnen van de het ander klikelement waarin ze inhaken. Bij deze uitvoering kunnen de twee klikelementen op willekeurige plaatsen aan elkaar verbonden worden. Alsook kan er een verbinding worden gemaakt die een gebogen vorm heeft in basisrichting.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt de snel-sluiting gevormd door twee verschillende klikelementen in elkaar te klikken. Het eerste klikelement bevat een basis bestaande uit een kunststof plaat met langs één kant voorzien van pinnen waarbij de zijkanten van deze pinnen voorzien zijn van uitsparingen en ribben verankeringssegmenten. Deze uitsparingen zijn in conjunctie met de verankeringssegmenten voorzien van één of meerdere weerhaken. De haken van deze weerhaken zijn gericht richting het oppervlak van de basis, waarbij de functie van de weerhaak actief is bij beweging van het vastgehouden element in de richting weg van het oppervlak (en loodrecht ten opzichte van het oppervlak) van de basisplaat.

Het aantal uitsparingen is ten minste één per kant maar bij voorkeur twee, drie of zelfs meer. De pinnen kunnen vierkant van vorm zijn waarbij de top is afgeschuind en/of afgerond. Deze pinnen staan via een geordend patroon op een bepaalde afstand van elkaar. Deze afstand is bij voorkeur essentieel gelijk in de x- als y-richting. De interaxiale afstand tussen direct naburige pinnen (dichtst bij elkaar liggende pinnen) is bij voorkeur minstens 2.0 keer de minimale straal van de verankeringssegmenten, bij verdere voorkeur minstens 2.10 keer de minimale straal, en bij verdere voorkeur

© BE2022/5161 minstens 2.25 keer tot zelfs minstens 2.5 keer. Dit zorgt ervoor dat er een zekere weerstand ontstaat tussen de verankeringssegmenten wanneer de pinnen van klikelementen langs elkaar heen gebracht worden.

Bij voorkeur bedraagt deze interaxiale afstand maximaal 4.0 keer de minimale straal, maar bij voorkeur is dit lager, namelijk maximaal 3.5 keer, of (2+v2) keer de minimale straal. Bij hoogste voorkeur bedraagt het maximaal 3 of 2.5 keer de minimale straal. Door dit te beperken, wordt verzekerd dat eenmaal de pinnen van de klikelementen gekoppeld worden (met de verankeringssegmenten die langs elkaar bewogen zijn), deze niet zomaar kunnen losgekoppeld worden, door de laterale krachten die de pinnen op elkaar uitoefenen.

De interaxiale of as-afstand van de verschillende pinnen is bij voorkeur gelijk aan de afstand van de maximale zijde van de pinnen vermeerderd met 50%. De hoogte van de pinnen zijn bij voorkeur gelijk aan de as-afstand van de pinnen, maar kunnen variëren afhankelijk van verdere vereisten.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de pinnen voorzien van twee of meer ribben of verankeringssegmenten boven elkaar, waardoor het mogelijk is om de klikelementen op meerdere niveaus te verankeren aan elkaar, zodoende een sterkere en meer betrouwbare bevestiging bekomend.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de verankeringssegmenten een grotere minimale straal dan de maximale straal van de onderliggende segmenten.

Dit garandeert een stevige verankering onder elke relatieve oriëntatie.

De aangrenzende zijkanten van de pinnen zijn parellel opgesteld ten opzichte van elkaar. Het tweede klikelement is gelijklopend van uitvoering als het eerste klikelement waarbij de pinnen in eenzelfde patroon zijn voorzien, maar echter onder een hoek van 45° gedraaid zijn rond hun eigen as, hierdoor staan de aangrenzende pinnen met de hoekse kanten naar elkaar gericht (daar waar de pinnen van het eerste klikelementen met de zijden naar elkaar gericht zijn).

De opzet is om de twee verschillende delen te gaan toepassen als een snel-sluiting.

Hierbij worden twee verschillende klikelementen op elkaar gelegd met de kopse kanten van de pinnen naar elkaar gericht waarbij de pinnen van het ene klikelement tussen de pinnen van het andere klikelement passen. Vervolgens worden de twee klikelementen op elkaar gedrukt. Daar de pinnen van het tweede klikelement 45° gedraaid zijn ten opzichte het eerste klikelement, maar de patronen van de twee klikelementen wel overeenkomen, zullen de pinnen zich vastzetten in de vrije ruimten. Elke pin zal worden geklemd door een pin van het ander klikelement in het midden van elke zijde daarvan. Bij deze opstelling blijven quasi alle pinnen rechtop staan. Bij deze uitvoering kunnen enkel verbindingen gerealiseerd worden met een

7 BE2022/5161 interval die gelijk is aan de interaxiale afstand of as-afstand tussen de verschillende pinnen. Alsook kan er geen verbinding worden gemaakt die een uitgesproken gebogen vorm heeft.

De hechting tussen de verschillende klikelementen is optimaal als de uitsparingen de vorm en functie hebben van weerhaken. In de opstellingen zoals beschreven in de vorige uitvoeringen is het zeer complex en duur om de pinnen te vormen door deze rechtstreeks te vormen met spuitgietmallen of andere technieken die gebruik maken van mallen om de uitsparingen in de zijkanten van de pinnen te vormen.

Volgens een alternatieve techniek worden de uitsparingen gevormd na de pinnen zelf zijn gevormd nadat deze uit de mallen zijn verwijderd. De uitsparingen in de zijkant van de pinnen of zelfs de vorm van de pinnen zelf kunnen in een tweede fase gevormd worden door verspanend gereedschap te gebruiken die langs de zijkanten van de pinnen passeren en hierbij delen van de pinnen verspanen. Door het gebruik van bijvoorbeeld kleine beitelvormige gereedschappen waarbij in verschillende stappen een stukje van de pinnen kunnen worden verwijderd zodat deze de gewenste uitsparingen vormen zoals de weerhaakvormen. Dit Is mogelijk voor de verschillende vormen zoals beschreven in de vorige uitvoeringen.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kunnen de pinnen een andere vorm hebben dan vierkant qua transversale doorsnede. Deze kunnen rond, driehoekig of veelhoekig (bij voorkeur regelmatige veelhoeken, in het bijzonder zes- of achthoekig) in het algemeen zijn. In de hoogte kan de basisvorm van de pinnen recht zijn, conisch, omgekeerd conisch, of een andere willekeurige vorm zijn. Echter de voorkeursvorm is om deze licht conisch te maken met een minimale hoek van 0-10°, bij voorkeur 0.5°-5° of zelfs 1°-2°, om de vorm gemakkelijker uit de productiemal te halen na het spuitgieten.

Bij voorkeur is de breedte-hoogte verhouding van de pinnen een verhouding die zich tussen de één op twee en één op drie bevindt van de diameter of zijde in de basis van de pin ten opzichte van de hoogte.

De top van de pin is bij voorkeur afgerond of op zijn minst afgeschuind zodat de pinnen van de tegengestelde klikelementen elkaar kunnen wegduwen indien deze op de kopse kanten elkaar raken en bijgevolg gemakkelijker in elkaar kunnen grijpen.

Bij voorkeur geldt hetzelfde voor de bovenzijde van lager gelegen ribben of verankeringssegmenten voor eenzelfde reden.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kunnen de twee klikelementen identiek zijn qua patroon bij het inhaken bij elkaar. Hierbij staan de centerpunten van de pinnen even ver van elkaar volgens eenzelfde patroon. Bij het inhaken van de twee klikelementen worden de pinnen niet of nauwelijks van elkaar weggeduwd maar

9 BE2022/5161 haken de uitsteeksels van de pin van het ene klikelement in de uitsparingen van het andere klikelement en omgekeerd. In de uitvoering waarbij de pinnen een vierkante vorm hebben is de voorkeur dat de pinnen van het tegengesteld klikelement 45° gedraaid zijn rond hun as maar hetzelfde patroon wordt aangehouden. Dit heeft als effect dat bij het in elkaar klikken van de twee klikelementen de hoekse kanten van de pin van het ene klikelement in de zijdelingse kanten drukt van de andere pinnen.

Dit geeft een puntbelasting waardoor het mogelijk wordt dat de pinnen in elkaar worden gedrukt met een drukkracht, en terug uit elkaar worden getrokken met een trekkracht, die werkbaar is voor zijn toepassingen zoals nu wordt toegepast in huidige zogenaamde velcro-toepassingen. In het bijzonder is dit mogelijk door de buigzame aard van de klikelementen en de pinnen, waardoor het losmaken van buitengelegen pinnen mogelijk is mits de nodige (bewuste) manipulatie, en zo de meer naar de binnenzijde gelegen pinnen de nodige bewegingsvrijheid geeft om losgemaakt te worden. Bij deze uitvoering is het niet of nauwelijks mogelijk dat de klikelementen een gebogen vorm kunnen aannemen.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kunnen de twee klikelementen identiek zijn van patroon bij het inhaken bij elkaar. Hierbij staan de centerpunten van de pinnen even ver van elkaar volgens eenzelfde patroon en eenzelfde opstelling. Bij het inhaken van de twee klikelementen worden de twee klikelementen bij voorkeur 45° gedraaid ten opzichte van elkaar alvorens deze in elkaar te drukken. Hierbij worden sommige pinnen niet of nauwelijks van elkaar weggeduwd en andere pinnen duwen de tegengestelde pinnen in grote of mindere grote mate van elkaar weg. Bij deze uitvoering is het dat de klikelementen een gebogen vorm kunnen aannemen. Een bijkomende eigenschap is dat de klikelementen kunnen verbonden worden op een traploze wijze.

Bij voorkeur zijn de dimensies van de pinnen van de klikelementen substantieel gelijk (gelijkaardige breedte en lengte), hoewel dit kan verschillen. Zo kan geopteerd worden voor dikkere pinnen aan één klikelement en dunnere aan het andere, of zelfs een mix volgens een voorafbepaald patroon, hoewel dit laatste minder de voorkeur geniet gezien hierdoor de twee klikelementen nauwkeuriger moeten geplaatst worden ten opzichte van elkaar voor een goeie koppeling.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kunnen de materialen van de klikelementen uit een uniform materiaal zijn opgebouwd zoals een kunststof zoals

LDPE, PLA, PVC, EVA, Z-PVC, PU, TPE, TPV, zonder limitatief te werken. Deze kunnen hard, flexibele of sem i-flexibel zijn.

Maar ook andere materialen zijn mogelijk zoals carbon, staal, koper enz. Deze kunnen al dan niet flexibel zijn.

9 BE2022/5161

Ook kunnen de klikelementen die in elkaar kunnen worden geklikt verschillend zijn van materiaal.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kunnen de materialen van de klikelementen uit een samengesteld materiaal zijn opgebouwd zoals een kunststof basis gecombineerd met een staalband, een kunststof basis gecombineerd met stalen pinnen, een stalen basis met kunststofpinnen of andere mogelijke varianten.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kan de basis van de onderhavige uitvinding nog verder worden aangevuld met een haakverbinding. Deze haakverbinding heeft als functie om ten minste één kant van de verbinding te blokkeren. De haakverbinding kan zijn samengesteld uit een pin voorzien van een bol of een andere verbreding op het ene klikelement en een opening in de basisplaat.

De opening in het andere klikelement is voorzien dat de bol van de pin hier vlot door kan en ook van een uitlopers van de opening die smaller is dan de opening waar de bol door kan. Na de bol door de opening is aangebracht worden het ene klikelement ten opzichte van elkaar het andere klikelement verschoven waardoor de bol achter de smaller opening wordt gepositioneerd hierdoor zijn de twee klikelementen met elkaar vergrendeld. Daar deze verbinding relatief zwak is worden de twee klikelementen in elkaar aangebracht volgens de technieken beschreven in de onderhavige uitvinding. In een opstelling waarbij de pinnen van één van de klikelementen door een stof wordt geduwd worden alle pinnen van dit klikelement door de mazen van de stof geduwd, al dan niet inclusief de pinnen voorzien van de bollen. De openingen voorzien in het andere klikelement worden over de bollen aangebracht en door middel van een trek- of duwbeweging geblokkeerd. Vervolgens worden de twee klikelementen in elkaar gedrukt. Bij het aanspannen van de stoffen in een tegengestelde beweging gaat er een buitenwaartse druk worden uitgeoefend op de pinnen van de klikelementen. De haakverbinding gaat deze druk opvangen waardoor de pinnen van de verschillende klikelementen in elkaar gehaakt blijven en hierdoor hoge zijdelings krachten kunnen opgevangen. In de hierboven haaktechniek kan vervangen worden door alternatieven die hetzelfde resultaat hebben binnen de beoogde doelstelling.

Volgens een ander aspect van de uitvinding zijn de afmetingen van de twee klikelementen verschillend van afmeting, zo kan de dikte van de verschillende basisplaten van elkaar afwijken waardoor je bijvoorbeeld een klikelement krijgt dat vrij stug waarin een meer soepel klikelement kan worden geklemd. Maar ook de lengte en/of breedte van het klikelement kan variëren. Zo kunnen er bijvoorbeeld verschillende kleinere klikelementen op een groter klikelement worden geplaats.

9 BE2022/5161

In een alternatief aspect zijn de afmetingen, of althans de dikte, substantieel gelijk voor beide klikelementen.

Ook de afmetingen van de pinnen zelf kunnen van verschillend zijn ten opzichte van elkaar. Dit kan in vergelijking met de verschillende klikelementen maar ook binnen hetzelfde klikelement kunnen verschillende grootte, vormen, aantallen en uitvoeringen van de pinnen mogelijk zijn. Ook de uitsparingen op de pinnen kunnen verschillend zijn bij de verschillende klikelementen maar ook binnen eenzelfde klikelement.

Bij een bepaalde uitvoering van de onderhavige uitvinding worden er bij de aanhechting tussen de verschillende klikelementen gebruik gemaakt van de een mix van aanhechtingsintensitieit waarbij de pinnen van de verschillende klikelementen op verschillende plaatsen op een andere wijze op elkaar ingrijpen. Door de pinnen op een niet geordende wijze te verdelen over de basisplaat kan er een configuratie ontstaan waarbij de klikelementen op een willekeurige plaats en/of onder een willekeurige hoek in elkaar worden geklikt waarbij er dan genoeg pinnen druk op elkaar uitoefenen om een voldoende sterke verbinding te verkrijgen.

Bij een bepaalde uitvoering van de onderhavige uitvinding worden er bij de aanhechting tussen de verschillende klikelementen gebruik gemaakt van de een mix van aanhechtingsintensitieit waarbij de pinnen van de verschillende klikelementen op verschillende plaatsen op een andere wijze op elkaar ingrijpen. Door de pinnen op een geordende maar niet symmetrische en/of lineaire wijze te verdelen over de basisplaat kan er een configuratie ontstaan waarbij de klikelementen op een willekeurige plaats en/of onder een willekeurige hoek in elkaar worden geklikt waarbij er dan genoeg pinnen druk op elkaar uitoefenen om een voldoende sterke verbinding te verkrijgen.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kunnen de klikelementen worden voorzien van pinnen aan de beide zijden van de basisplaten. Andere mogelijk uitvoering zijn dat de basisplaat wordt voorzien van pinnen aan de ene zijde en aan de andere zijde een inrichting om te connecteren met een ander materiaal waarbij een andere techniek nodig is zoals bijvoorbeeld weerhaakjes, lijmverbinding, schroefverbinding, klemverbinding en andere mogelijke gekende verbindingstechnieken.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kan de basis van het klikelement een deel uitmaken van een gereedschap of andere instrument. Zo kan de het klikelement geïntegreerd zijn in een klemtang of ander opspanmechanisme waarbij de bekken is uitgerust met de pinnen zoals beschreven in de onderhavige uitvinding. Maar ook

“U BE2022/5161 andere onderdelen zoals een profiel of een buis kunnen worden voorzien van de beschreven pinnen.

Volgens een ander aspect van de uitvinding hebben de pinnen de volgende mogelijke vormen qua transversale doorsnede; rechthoek, vierkant, rond, veelhoek of ander mogelijke meetkundige vormen. De vorm mag mogelijks willekeurig van vorm zijn.

Alle zijden van de pin worden bij voorkeur voorzien van uitsparingen om het ingrijpen in de tegengesteld pin zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.

De combinatie uitsparingen en uitsteeksels kunnen in de uitvoering komen van; weerhaken, vierkanten, driehoeken waarbij de platte kant bij voorkeur is opgesteld dat deze op de platte kant haakt van de tegengestelde pin, ribvormen waarbij de zijkant uit gelaagde uitsteeksels zijn opgebouwd, dit met gelijkaardig effect als bij het 3D printen, uitsparingen in willekeurige vorm, uitsteeksels in willekeurige vorm en andere mogelijke vormen die het inhaken van de twee tegengestelde pinnen mogelijk maken. Een andere mogelijk uitvoering is dat de pinnen een ruwoppervlak hebben waardoor de pinnen meer weerstand ondervinden als ze over elkaar glijden en aldus een groter klemeffect wordt bekomen.

Volgens een ander aspect van de uitvinding kunnen de pinnen van de tegengestelde klikelementen permanent aan elkaar worden verbonden door gebruik te maken van een liijmverbinding. Dit kan zijn door extern lijm toe te voegen of door de klikelementen te verwarmen waardoor de pinnen in elkaar versmelten. Een variant hierop is om een semipermanente lijmverbinding te bekomen door externe lijm te gebruiken met een beperkte kleefkracht of om het materiaal van de pinnen dusdanig te bepalen dat deze bepekte in elkaar kunnen smelten.

De werking:

Het principe van de uitvinding is het klemmen van de pinnen door het aanbrengen van twee klikelementen die voorzien zijn van pinnen, door deze langs tegengestelde richting naar elkaar toe te bewegen. Hierbij duwen de pinnen lateraal tegen elkaar waardoor een klemeffect ontstaat.

Hierbij zijn er twee technieken hoofdconfiguraties: 1) hierbij is een willekeurige gebogen opstelling mogelijk e Hierbij worden pinnen weggeduwd in alle richtingen e Bij voorkeur zijn de gebruikte klikelementen identiek maar kunnen ook variabel zijn 2) hierbij is een willekeurige gebogen opstelling niet mogelijk

De klikelementen zijn bij voorkeur identiek, naargelang de uitvoering (soms moeten de pinnen van het ene klikelement langer zijn dan de pinnen van het andere klikelement.

Enkel de gebogen vorm is mogelijk als de pinnen op een geordende en evenredige wijze verder uit elkaar staan dan de pinnen van het andere klikelement en dit enkel dan bijvoorbeeld in de x-richting en niet in de Y richting

Mogelijke toepassingen van de onderhavige uitvinding zonder hierbij limiterend te willen werken zijn:

Het verbinden van bandages of zwachtels waarbij volgens een voorkeursuitvoeringsvorm de pinnen van het ene klikelement langer zijn dan het andere. Het klikelement voorzien van de langere pinnen wordt door de bandage gedrukt. Voor deze specifieke uitvoering wordt bij voorkeur een bandage gebruikt die voorzien is van perforaties waarbij het centrale punt van de perforaties gelijk is aan de centrale punten van de pinnen die door de bandage worden aangebracht. Het tweede klikelement wordt aan de pinloze kant verbonden met bandage, dit bij voorkeur aan het einde van de bandage. Deze verbinding kan door een smeltverbinding waarbij de bandage in het klikelement wordt versmolten, maar kan ook via een lijmverbinding, een verbinding met weerhaakjes of andere verbinding.

Een andere mogelijke toepassing is een verbinding voor een looptoebehoren zoals een schoen. De velcrotechniek wordt nu al frequent toegepast bij schoenen ter vervanging en/of aanvulling op de gekende veters. Het nadeel van de velcrotechniek is dat deze na verloop van tijd minder efficiënt wordt in de kleefkracht alsook dat vuil de werking van de velcro drastisch kan verminderen. Door de bevestigingstechniek toe te passen van de onderhavige uitvinding kunnen de voorgenoemde nadelen worden weggewerkt. Voor deze toepassing wordt er bij voorkeur gebruik gemaakt van de uitvoering waarbij de bevestiging een gebogen vorm kan aannemen.

Andere mogelijke toepassingen zonder limitatief te willen werken zijn, riemverbindingen, tent-verbindingen en afsluitingen, klassieke muurverbinding ophangen van haken spiegels en aanverwanten, Bevestigen van horten, op zijn plaats houden van zetelbekleding, vastleggen van matten en dergelijke meer

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

De volgende beschrijving van de figuren van specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding is:

Louter exemplarisch van aard en is niet bedoeld om de huidige leringen, hun toepassing of gebruik. In de tekeningen, corresponderende referentienummers geven soortgelijke of corresponderende onderdelen en kenmerken aan.

Fig 1: is een aanzicht in perspectief van vijf mogelijke pinuitvoeringen

Fig 2: is een aanzicht in perspectief van twee mogelijke pin uitvoeringen in tegengestelde opstelling

19 BE2022/5161

Fig 3: is een aanzicht in perspectief van pinnen van tegengestelde klikelementen die in elkaar grijpen waarbij de pinnen van de verschillende klikelementen op eenzelfde hartafstand van elkaar staan gepositioneerd, maar de pinnen van het ene ingrijpklikelement 45° staan gedraaid ten opzichte van elkaar het andere ingrijpklikelement.

Fig 4: is een bovenaanzicht van een principiële opstelling van tegengestelde klikelementen naast elkaar gepositioneerd waarbij de pinnen van de verschillende klikelementen op eenzelfde hartafstand van elkaar staan gepositioneerd, maar de pinnen van het ene ingrijpklikelement 45° staan gedraaid ten opzichte van elkaar het andere ingrijpklikelement.

Fig 5: is een bovenaanzicht van een principiële opstelling van tegengestelde klikelementen die in elkaar grijpen waarbij de pinnen van de verschillende klikelementen op eenzelfde hartafstand van elkaar staan gepositioneerd, maar de pinnen van het ene ingrijpklikelement 45° staan gedraaid ten opzichte van elkaar het andere ingrijpklikelement.

Fig 6: is een aanzicht in perspectief van pinnen van tegengestelde klikelementen die identiek zijn van opbouw, maar waarbij de twee klikelementen 45° gedraaid zijn ten opzichte van elkaar.

Fig 7: is een bovenaanzicht van pinnen van tegengestelde klikelementen die identiek zijn van opbouw, maar waarbij de twee klikelementen 45° gedraaid zijn ten opzichte van elkaar.

Fig 8: is een bovenaanzicht van een principiële opstelling van tegengestelde klikelementen naast elkaar gepositioneerd waarbij de pinnen van de tegengestelde klikelementen identiek zijn van opbouw, maar waarbij de twee klikelementen 45° gedraaid zijn ten opzichte van elkaar.

Fig 9: is een bovenaanzicht van een principiële opstelling van tegengestelde klikelementen die in elkaar grijpen waarbij de pinnen van de tegengestelde klikelementen identiek zijn van opbouw, maar waarbij de twee klikelementen 45° gedraaid zijn ten opzichte van elkaar.

Fig 10: is een aanzicht in perspectief van een klikelement dat langs één kant van het klikelement bijkomend is voorzien van blokkeringspinnen in de vorm van pinnen met een bol en een ander klikelement dat bijkomend is voorzien van uitsparingen waarin de pinnen met bol kunnen worden vergrendeld.

Fig 11: is een aanzicht in perspectief van een klikelement dat langs twee kanten van het klikelement bijkomend is voorzien van blokkeringspinnen in de vorm van pinnen met een bol en een ander klikelement dat bijkomend is voorzien van uitsparingen waarin de pinnen met bol kunnen worden vergrendeld

16 BE2022/5161

Fig 12: is een aanzicht in perspectief van een klikelement dat langs één kant van het klikelement bijkomend is voorzien van blokkeringspinnen in de vorm van pinnen met een bol en een andere klikelement dat bijkomend is voorzien van uitsparingen waarin de pinnen met bol kunnen worden vergrendeld waarbij de pinnen van het klikelement, dat voorzien is van de blokkeringspinnen, door de openingen van een stof is gepositioneerd en het andere klikelement, dat voorzien is van de uitsparingen, is verbonden met een stof langs de zijde waar geen pinnen zijn voorzien.

Fig 13 is een aanzicht in perspectief van een uitvoering waarbij twee klikelementen zijn verbonden door een brugverbinding in open positie. De pinnen van de verschillende klikelementen staan op eenzelfde hartafstand van elkaar gepositioneerd, maar de pinnen van het ene ingrijpklikelement 45° staan gedraaid ten opzichte van elkaar het andere ingrijpklikelement. Het enkele klikelement is ook voorzien van een ooginrichting.

Fig 14: is een aanzicht in perspectief van een uitvoering waarbij twee klikelementen zijn verbonden door een brugverbinding in gesloten positie. De pinnen van de verschillende klikelementen staan op eenzelfde hartafstand van elkaar gepositioneerd, maar de pinnen van het ene ingrijpklikelement 45° staan gedraaid ten opzichte van elkaar het andere ingrijpklikelement. Het enkele klikelement is ook voorzien van een ooginrichting.

Fig 15: is een aanzicht in perspectief van een uitvoering waarbij het klikelement wordt gecombineerd met een folie.

Onderdelen 1. Pin met dubbele weerhaak: in de beschrijving wordt gerefereerd naar een pin die in de basis een vierkante vorm heeft, is uitgerust met 2 ribben waarbij de onderkant van de ribben de vorm heeft van een weerhaak. 2. Pin met enkele rib: in de beschrijving wordt gerefereerd naar een pin die in de basis een vierkante vorm heeft, is uitgerust met één rib waarbij de onderkant van de rib een vlakke onderkant heeft 3. Pin met dubbele rib: in de beschrijving wordt gerefereerd naar een pin die in de basis een vierkante vorm heeft, is uitgerust met twee ribben waarbij de onderkant van de ribben een vlakke onderkant heeft 4. Pin met drievoudige rib: in de beschrijving wordt gerefereerd naar een pin die in de basis een vierkante vorm heeft, is uitgerust met drie ribben waarbij de onderkant van de ribben een vlakke onderkant heeft

19 BE2022/5161 5. Rib: dit zijn de uitsteeksels op de pinnen die bij voorkeur inhaken op de ribben van de tegengestelde pinnen, dit naargelang de uitvoering van de ribben. 6. Klikelement één: dit is de combinatie van de basisplaat en pinnen 7. Klikelement twee: dit is de combinatie van de basisplaat en pinnen, waarbij de pinnen op dezelfde plaatst staan, maar 45° zijn gedraaid t.o.v. klikelement 1 8. Klikelement met blokkeringspinnen langs 1 kant: dit is een klikelement waarbij extra blokkeringspinnen zijn voorzien langs één kant met als functie om het tegengestelde klikelement te blokkeren 9. Klikelement met uitsparingen langs één kant: dit is een klikelement waarbij uitsparingen zijn voorzien langs één kant met als functie om het tegengestelde klikelement te blokkeren 10. Klikelement met blokkeringspinnen langs twee kanten: dit is een klikelement waarbij extra blokkeringspinnen zijn voorzien langs twee kanten met als functie om het tegengestelde klikelement te blokkeren 11. Klikelement met uitsparingen langs twee kanten: dit is een klikelement waarbij extra blokkeringspinnen zijn voorzien langs twee kanten met als functie om het tegengestelde klikelement te blokkeren 12. Stof met uitsparingen: dit is bij voorkeur geweven stof die voorzien is van openingen waar de pinnen van het klikelement door passen. Bij voorkeur staan de centerpunten van deze openingen even ver uit elkaar dan de centerpunten van de pinnen van het klikelement dat erdoor wordt geduwd.

Alsook zijn de openingen in de stof even groot of iets groter dan de grootste laterale afstand van de pin die erdoor moet komen 13. Klikelement met oog: dit is een combinatie van twee tegengestelde klikelementen die verbonden worden door middel van een beugel en waarbij een extra uitsteeksel is voorzien met een extra opening 14. Blokkeringspinnen: deze wordt gevorm door de combinatie van een pin met een bol 15. Uitsparing pin: dit zijn de uitsparingen in de pin waarin de ribben van de tegengestelde pin passen. 16. Blokkeringsuitsparing: dit is de uitsparing in de basisplaat waardoor de bol van de blokkeringspinnen passen. 17. Pin algemeen: dit is de pin van het klikelement die in de tegengestelde pin klemt. Deze kan elke vorm hebben zoals beschreven in het onderhavige document.

19 BE2022/5161 18. Stof zonder uitsparingen: dit is een stof waarbij bij voorkeur geen pinnen worden doorgeduwd en wordt aangebracht op de zijde van het klikelement die geen pinnen bevat. 19. Oog: dit is een extra opening in de basis van een van de klikelementen 20. Top: dit is de bovenkant van de pin die bij voorkeur schuin en/of afgerond is van vorm 21. Basisplaat: dit is de plaat van de klikelementen waar de pinnen worden op voorzien. 22. Beugel: dit vormt de brug tussen 2 klikelementen die een onderdeel vormen van de uitvoering van een klikelement voorzien van een oog. Deze is bij voorkeur flexibel uitgevoerd. 23. Extensie: dit is een verlenging van één van de elementen waarin tevens een opening is voorzien waardoor een ophanginrichting wordt gevormd 24. Bol: dit is de uitstulping met als doel de blokkeringspin achter de basis van het tegengestelde element te blokkeren. 25. Folie: dit is een combinatie met de basisplaat waardoor het element kan bevestigd worden via een zuignapfunctie

Voordelen

De onderhavige uitvinding is vooral een concurrent voor de haak-oog verbinding en dan meer bepaald voor de uitvoering die bekent staat onder de merknaam Velcro.

Deze heeft volgende voordelen e Minimaal geluid: bij de traditionele haak-oog verbinding veroorzaakt het losmaken van de verbinding een aanzienlijk geluid te wijten aan het lostrekken van de haakjes uit de lussen. Dit is niet zo met de onderhavige uitvinding. e Afwasbaar en hygiëne: bij de bij de traditionele haak-oog verbinding blijft er vuil aan de haakjes vasthangen en kruipt er vuil in de ogen. Bij de uitvoering van de onderhavige uitvinding blijft er geen vuil plakken en is deze ook zeer gemakkelijk te reinigen, zowel handmatig als machinaal. Alsook kunnen de klikelementen zeer gemakkelijk ontsmet worden wat het zeer geschikt maakt voor gebruik voor de voedingsindustrie en medische sector. Maar ook voor zwembaden, speeltuinen, ziekenhuizen, enz. e Milieuvriendelijk: de klikelementen kunnen worden opgebouwd uit één materiaal en dit materiaal kan een milieuvriendelijk materiaal zijn zoals bio kunststof. Dit maakt het niet enkel milieuvriendelijk maar ook relatief goedkoop om te produceren.

e „Aanpasbaar: bij de meeste uitvoeringen in kunststof is het ook mogelijk om de klikelementen op maat te knippen en/of te snijden. e Hoge krachten: de specifieke opbouw van de klikelementen maakt dat de zijdelingse krachten die kunnen worden opgevangen veel hoger zijn dan de traditionele haak-oog verbinding. Dit maakt de onderhavige uitvinding ook geschikt voor zwaarder transport en voertuigen en ook voor extremere toepassingen e Verljmbaar: daar de klikelementen in de meeste gevallen geen geweven stof bevat kunnen de klikelementen ook aan elkaar worden gelijmd. e Goedkopere productie: de specifieke eenvoudige opbouw van de klikelementen maakt dat de productiekost veel lager ligt dan bij de traditionele haak-oog verbinding. Zeker bij de uitvoeringen waarbij de tegengestelde klikelementen identiek of bijna identiek zijn aan elkaar. e Betrouwbaarheid: bij de traditionele haak-oog verbinding breken er regelmatig haken af na veelvoudig gebruik, dit speelt niet bij de onderhavige uitvinding e Bijkomende voordelen is dat de meeste uitvoeringen volgens de onderhavige uitvinding niet onmiddellijk plakken, het geen pijn doen als je de pinnen vastneemt of erover loopt en blijft ook niet aan de kleren haken als je deze bijvoorbeeld samen wast.

GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samengesteld bevestigingsmiddel, de samenstelling bestaande uit klikelementen. De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op klikelementen voor genoemde samenstellingen en methoden voor het construeren van een samengesteld bevestigingsmiddel.

Tenzij anders gedefinieerd, zijn alle termen die worden gebruikt bij het onthullen van de uitvinding, inclusief technische en welenschappelijke termen, hebben de betekenis zoals algemeen begrepen door een van de gewone vaardigheid in het vakgebied waartoe deze uilvinding behoort. Door middel van verdere begeleiding, term definities zijn opgenomen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te kunnen waarderen.

Zoals hierin gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenis: “Over” zoals hierin gebruikt, verwijzend naar een meetbare waarde zoals een parameter, een bedrag, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties van +/-

18 BE2022/5161 20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, liever +/-5% of minder, zelfs meer bij voorkeur +/-1% of minder, en met nog meer voorkeur +/-0,1% of minder van en van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om te presteren In de onthulde uitvinding. Het moet echter duidelijk zijn dal de waarde waartoe de modifier “ongeveer” verwijst, wordt zelf ook specifiek vermeld. “Voorzien”, “bestaande uit” en "omvat" en "bestaande uit” zoals hierin gebruikt, zijn synoniem met “omvatten”, “inclusief”, "omvat" of “bevatten”, "bevattend", "bevat" en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat voigt bijvoorbeeld sen component en sluit de aanwezigheid van aanvullende, niet- gereciteerde componenten, kenmerken, klikelementen, leden, stappen, bekend in de techniek of daarin geopenbaard.

Verder zijn de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de claims, worden gebruikt om onderscheid te maken {tussen gelijkaardige klikelementen en niet noodzakelijk voor: een sequentiële of chronologische volgorde beschrijven, tenzij anders aangegeven. Het is te begrijpen dat de aldus gebruikte termen onderling uitwisselbaar zijn onder de [uiste omstandigheden en dat: de hierin beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere seduenties dan hierin beschreven of geïllustreerd.

Het reciteren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken ondergebracht binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.

Terwijl de termen "een of meer” of “ten minste één", zoals een of meer of ten minste één lid{en) van een groep leden, is per se duidelijk, door middel van verdere voorbeeld, de term omvat onder meer sen verwijzing naar een van de genoemde leden, of aan iwes of meer van de genoemde leden, zoals bijvoorbeeld z3, 24, 25, 26 of 27 enz, van genoernde leden, en tot aan alle genoemde leden.

Alle referenties die in de onderhavige specificatie worden geciteerd, zijn hierbij door verwijzing opgenomen in hun geheel. In het bijzonder wordt de leer van alle referenties waarnaar hierin specifiek wordt verwezen te worden opgenomen door middel van verwijzing.

Tenzij anders gedefinieerd, zijn alle termen die worden gebruikt bij het onthullen van de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, hebben de betekenis zoals algemeen begrepen door een van de gewone vaardigheid in het vakgebied

19 BE2022/5161 waartoe deze uitvinding behoort. Door midde! van verdere begeleiding, definities voor de termen die in de beschrijving worden gebruikt, zijn opgenomen om de leer van de onderhavige uitvinding. De termen of definities die hierin worden gebruikt, worden gegeven Uilsluilend om te heipen bij het begrijpen van de uitvinding.

Verwijzing in deze specificatie naar “één uitvoeringsvorm” of "een uitvoeringsvorm” betekent dat een bepaald kenmerk, structuur of kenmerk beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Dus de verschijningen van de uitdrukkingen "in één samenstelling” of "in een samenstelling” In verschillende plaaisen in deze spocificatio verwijzen niel noodzakelijk allemaal naar de dezelide uitvoering, maar kan. Bovendien kunnen de bizondere kenmerken, structuren of kenmerken kunnen op elke geschikie manier worden gecombineerd, zoals duidelijk zou zijn voor een vakman uit deze beschrijving, in één of meer uitvoeringsvormen.

Bovendien, hoewel sommige hierin beschreven uiivoeringsvormen sommige omvattien, maar niet andere kenmerken opgenomen in andere uitvoeringen, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringen zijn bedoeld om binnen het bereik van de uitvinding te vallen, en vormen anders uitvoeringen, zoals door de vakman zal worden begrepen.

Bijvoorbeeld in de volgende conclusies kan elk van de geclaimde uitvoeringsvormen in elke combinatie worden gebruikt.

De termen “eerste klikelement”" en “tweede klikelement" verwijzen naar twee soorten klikelementen, die toch van heizelfde type kunnen zijn.

Bij het gebruik van de x, y en z-as als indicatie wordt in het voorbeeld, waarbij het klikelement horizontaal is opgesteld, verwezen naar de x-richting als de horizontale lengterichting, dus de richting waar de krachten worden op uitgevoerd. De y-richting stelt de breedte in horizontale richting van het klikelement voor en de z-as de verticale richting waarbij de klikelementen naar of van elkaar worden bewogen.

Bij het definiëren van de onderdelen zoals de pinnen kunnen hellingsgraden worden gebruikt om de vorm van de pinnen volgens de z-richting te bepalen. Deze is bij voorkeur tussen de 0 en 1°, maar kan ook werken met hellingsgraden tussen 1 en 3°, met mogelijkheden tot 5° en naargelang de uitvoering van combinatie uitsparing en uitsteeksels van de pinnen kunnen, de vorm van de pinnen zelf of een combinatie van vormen en/of verschillende materialen van pinnen kan de hellingsgraad van de pinnen 25° zijn en kunnen de hellingsgraden zelfs negatief zijn.

0 BE2022/5161

Bij het definiëren van de samenstelling van de klikelementen waarbij de opstelling van de pinnen van het ene element ten opzichte van het andere slement wordt bepaald is deze bij voorkeur 45° maar kan ook groter zijn van 45°. Naargelang de uitvoering en/of samenstelling van de elementen, de vorm van de pinnen zelf of een combinatie van vormen en/of verschillende materialen van pinnen kan het onderlinge rotatieverschil lussen de 0 en 180° liggen.

De basis van de uitvinding is het principe waarbij de pinnen 17 van tegengestelde klikelementen zijn voorzien van uitsparingen waarbij de pinnen 17 een zekere druk uitoefenen op elkaar indien de klikelementen op elkaar worden gedrukt en de tegengestelde pinnen 17 elkaar raken. In Fig 1 worden enkele mogelijke uitvoeringen van pinnen 17 getoond die een efficiënte inklemming mogelijk maakt. De geprefereerde vorm is een vierkant als basisvorm die zeer licht conisch naar boven, in z-richting, toe loopt om de productie via spuitguiten mogelijk te maken. Bij voorkeur is de hoek van de conische vorm kleiner dan 1°. In Fig 1 worden vier mogelijke uitvoeringsvormen getoond. De meeste linkse pin 1 is voorzien van dubbele ribben 5 die de vorm hebben van een weerhaak aan de hoeken daarvan.

Deze soort pinnen 17 zijn het meest efficiënt maar zijn vrij moeilijker om te fabriceren. De tweede pin 2 voorzien van een enkele rib 5 voorzien van een platte onderkant, de derde pin 3 voorzien van dubbele ribben 5 voorzien van een platte onderkant 3 en een vierde pin 4 voorzien van een drievoudige ribben 5 voorzien van een platte onderkant. De uitvoeringen waarbij de ribben 5 zijn voorzien van een platte onderkant zijn gemakkelijker in productie dan de ribben 5 die de vorm hebben van een weerhaak. Bij het aanbrengen van de tegengestelde klikelementen haken de ribben 5 met hun platte kant in elkaar. Merk op dat de weerhaken ook voorzien kunnen worden in de versies van de tweede en vierde pin. Fig 2 toont enkele pinnen 4 voorzien van drievoudige ribben 5 met een platte onderkant die in tegengestelde richting zijn opgesteld.

In Fig 3 grijpen twee tegengestelde klikelementen in elkaar waarbij de pinnen 4 van de verschillende klikelementen op eenzelfde hartafstand van elkaar staan gepositioneerd, maar de pinnen 4 van het ene ingrijpklikelement 7 staan 45°gedraaid ten opzichte van het andere ingrijpelement 6. Hierbij zijn de pinnen 4 van beide klikelementen uitgerust met drie ribben 5. Bij het ingrijpen worden de uitsteeksels, die de ribben 5 vormen van de pinnen 4, in de uitsparingen 15 van de tegengestelde pinnen 4 gepositioneerd. In Fig 4 wordt een principiële voorstelling getoond van de twee klikelementen waarbij de pinnen van het ene klikelement 7 45 ° gedraaid staat ten opzichte van het andere klikelement 6 en dit naar elkaar gepositioneerd. Fig 5 toont de principiële samenstelling als de twee klikelementen in elkaar zijn geklikt

In Fig 6 en Fig 7 grijpen vervangen tegengestelde maar identieke klikelementen 6 in elkaar waarbij de twee klikelementen 45° zijn gedraaid ten opzichte van elkaar. De pinnen 4 van beide klikelementen uitgerust met drie ribben 5. Bij het ingrijpen worden de uitsteeksels, die de ribben 5 vormen van de pinnen 4, zoveel als mogelijk in de uitsparingen van de tegengestelde pinnen 4 gepositioneerd maar op een meer willekeurige wijze. In Fig 8 wordt een principiële voorstelling getoond van de twee klikelementen, waarbij het ene klikelement 6 45 ° gedraaid staat ten opzichte van het andere klikelement 6 en dit naar elkaar gepositioneerd. Fig 9 toont de principiële samenstelling indien de twee klikelementen 6 in elkaar zijn geklikt zoals getoond in

Fig 6 en 7. In deze uitvoering zijn de pinnen 4 vierkant van vorm maar de zijden en hoeken grijpen in elkaar op een willekeurige wijze. De afgeschuinde kanten top van de pinnen maakt dat de pinnen naast elkaar komen te liggen en in elkaar ingrijpen, maar dit gebeurt op een vrij willekeurige wijze die afhankelijk is van de gewenste afstand en de buiging van de basisplaten.

In sommige situaties kan het noodzakelijk zijn dat er een extra blokkering worden voorzien. Bijvoorbeeld als het bevestigingsmiddel wordt gebruikt om een bandage te bevestigen. Zoals getoond in Fig 12 is ligt op de basisplaat 21 van het element 8, dat voorzien is van blokkeringspinnen 14, een stof 12 voorzien van openingen. Door deze stof 12 zijn zowel de pinnen 17 als de blokkeringspinnen 14 geduwd waardoor de stof 12 de basisplaat 21 raakt. Het andere klikelement 9 dat voorzien is van de blokkeringsuitsparing 16 is de stof 18 aan de buitenzijde van het klikelement 9 aangebracht. De connectie tussen het klikelement 9 en de stof 18 van bijvoorbeeld de bandage kan gebeuren door middel van lijm, maar ook bijvoorbeeld door weerhaakjes te voorzien of een combinatie hiervan. Zoals getoond in Fig 10 worden de twee klikelementen 8 en 9 in elkaar geklikt waarbij de blokkeringspinnen 14 door de blokkeringsuitsparing 16 passen. Bij het in elkaar klikken van de twee klikelementen 8,9 worden onder een bepaalde hoek eerst de blokkeringspinnen 14 in de blokkeringsuitsparingen 16 aangebracht. De blokkeringsuitsparingen hebben een vorm die gedefinieerd is zodat de bol 24 van de blokkeringspinnen 14 erdoor past, met een uitloper die vernauwd zodat de bol 24 achter de basisplaat 21 van het klikelement 9 blijft. Van zodra de bol 24 de eindpositie van de vernauwing heeft bereikt kunnen de twee klikelementen 8, 9 in elkaar worden geklikt op een gelijkaardige wijze zoals hiervoor al beschreven. Een variant hierop wordt getoond in

Fig 11. Een twee klikelementen 10,11 die in elkaar passen zijn langs beiden kanten

8 BE2022/5161 voorzien van een blokkeringsinrichting bestaande uit de combinatie blokkeringspinnen 14 en blokkeringsuitsparingen 16 waarbij de werking gelijklopend is als deze zoals beschreven in Fig 10. Echter bij het aanbrengen van de blokkeringspinnen 14 in de blokkeringsuitsparingen 16 dient de basisplaat 21 van het ene klikelement 10 gebogen te kunnen worden om de blokkeringspinnen 14 door de openingen van de blokkeringsuitsparingen 16 te bewegen. Bij het in elkaar klikken van de pinnen 17 gaan de blokkeringspinnen 14 automatisch naar hun eindpunt bewegen in de blokkeringsuitsparingen 16.

Op het in elkaar klikken van de twee klikelementen als bevestigingsmiddel zijn er veel toepassingen en varianten mogelijk. In de Fig 13 en 14 worden een variant beschreven waarbij de basisplaten 21 van de verschillende klikelementen 13 worden verbonden door een flexibele beugel 22. Bij het dichtplooien van de twee tegengestelde klikelementen 13 grijpen de tegengesteld opgestelde pinnen 1 in elkaar waarbij de pinnen 1 van de verschillende klikelementen 13 op eenzelfde hartafstand van elkaar staan gepositioneerd, maar de pinnen van het ene deel van het ingrijpklikelement 13 45° staan gedraaid ten opzichte van het andere deel van het ingrijpelement 13. Hierbij zijn de pinnen 1 van de beide delen van het klikelement 13 uitgerust met twee ribben 5 van het weerhaakprincipe 1. Bij het ingrijpen worden de uitsteeksels, die de ribben 5 vormen van de pinnen 1, in de uitsparingen van de tegengestelde pinnen 1 gepositioneerd. Eén deel van het klikelement is voorzien van een extensie 23 waarin een oog 19 wordt voorzien waardoor een ophanginrichting wordt gevormd. Deze is bij voorkeur samengesteld uit hetzelfde materiaal als de basisplaats 21 van het klikelement 13.

Een bijkomende voorkeurdragende uitvoeringsvorm zoals getoond in FIG 14 bestaat uit een klikelement 6 dat wordt uitgebreid met een folie 25. Hierdoor kan het klikelement 6 aan een glad oppervlak zoals een tegel bevestigd worden. De lucht wordt vanonder de folie 25 geduwd waardoor een aanzuigeffect ontstaat en het klikelement tegen de wand blijft plakken. Een ander voorwerp dat is uitgerust met een tegengesteld klikplaat 7 kan worden bevestigd aan het eerste klikelement 6. Het voordeel van dergelijk uitvoering is dat het geheel, zijde het klikelement 6 en folie 25 mogelijk uit 1 materiaal kan worden opgebouwd wat de productie sterk vereenvoudigd.

Claims

65 BE2022/5161 CONCLUSI ES

1. Samengesteld bevestigingsmiddel omvattende een eerste drager en een tweede drager, waarbij de eerste en de tweede drager elk een koppeloppervlak omvatten en waarbij een veelheid aan pinnen voorzien zijn op het koppeloppervlak in een regelmatig roosterpatroon, bij voorkeur in equidistante rijen en kolommen gerangschikt; waarbij de pinnen minstens één verankeringssegment omvatten langsheen de longitudinale as met een grotere straal dan een straal van een onderliggend segment van de pinnen, en optioneel een grotere straal dan een straal van een bovenliggend segment van de pinnen; waarbij de pinnen uit een buigzaam materiaal zijn opgebouwd; waarbij in rust de pinnen van de eerste drager onderling gedistantieerd zijn zodanig dat de verankeringssegmenten van de pinnen van de eerste drager in rust een onderlinge afstand hebben dewelke een vrije ruimte tussen de verankeringssegmenten in definiëren in het vlak evenwijdig met de eerste drager waar een transversale doorsnede van de verankeringssegmenten van de pinnen van de tweede drager niet in passen, en waarbij de onderliggende segmenten van de pinnen van de eerste drager in rust een ruimte tussen de onderliggende segmenten in definiëren in het vlak evenwijdig met de eerste drager waar een transversale doorsnede van de verankeringssegmenten van de pinnen van de tweede drager wel in past, zodanig dat bij samenbrengen van de eerste en de tweede drager met de koppeloppervlakken naar elkaar gericht, de pinnen elkaar klemmend vasthouden, en waarbij de eerste en/of de tweede drager buigzaam is.

2. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens de voorgaande conclusie 1, waarbij de naburige pinnen een interaxiale afstand hebben gelegen van minstens 2.0 keer en minder dan (2+V2) keer de minimale straal van de verankeringssegmenten, bij voorkeur minstens 2.25 keer en minder dan 3.25 keer de minimale straal van de verankeringssegmenten.

3. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verankeringssegment een minimale straal heeft die lager is dan de maximale straal van het onderliggend segment, en optioneel van het bovenliggend segment.

4. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verankeringssegmenten een vierkante transversale doorsnede hebben langsheen de longitudinale as.

68 BE2022/5161

5. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de pinnen van de eerste drager gepositioneerd zijn in een eerste oriëntatie ten opzichte van de assen van het roosterpatroon van de eerste drager, en de pinnen van de tweede drager gepositioneerd zijn in een tweede oriëntatie ten opzichte van de assen van het roosterpatroon van de tweede drager, waarbij de eerste oriëntatie ongeveer 45° gedraaid is ten opzichte van de tweede oriëntatie.

6. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en de tweede drager buigzaam is.

7. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het materiaal van de pinnen, en bij voorkeur het materiaal van de eerste en/of de tweede drager, kunststof omvat en bij voorkeur betreft, en bij verdere voorkeur één of meerdere materialen omvat van: LDPE, PLA, PVC, EVA, Z-PVC, PU, TPE, TPV

8. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste drager en de pinnen van de eerste drager uit één stuk bestaan en/of de tweede drager en de pinnen van de tweede drager uit één stuk bestaan.

9. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en de tweede drager flexibel ten opzichte van elkaar verbonden zijn.

10. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de pinnen van de eerste en/of van de tweede drager twee of meer verankeringssegmenten omvatten met een grotere straal dan een straal van een tussen de twee verankeringssegmenten liggend segment van de pinnen, en met een grotere straal dan een straal van een segment liggend aan de andere zijde van het verankeringssegment dan het tussenliggend segment van de pinnen.

11. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de verankeringssegmenten een bovenflank omvatten, weg gericht van het koppelopperlvak, en waarbij de bovenflank een toenemende, bij voorkeur continu toenemende, diameter heeft naar het koppeloppervlak toe.

12. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens de voorgaande conclusie 11, waarbij de bovenflank een hoek maakt met de longitudinale as van de pin tussen 30° en 75°.

65 BE2022/5161

13. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de verankeringssegmenten en een direct opvolgend onderliggend segment een onderflank loopt, waarbij de onderflank een hoek maakt met de longitudinale as van de pin tussen 75° en 90°, bij voorkeur tussen 80° en 90°, bij verdere voorkeur tussen 85° en 90°.

14. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de pinnen een vierkante transversale doorsnede hebben langsheen de longitudinale as.

15. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de pinnen een structuur hebben vanaf het koppeloppervlak met opeenvolgend een onderliggend segment, een verankeringssegment, een tussenliggend segment en een tweede verankeringssegment, waarbij de onderliggende en tussenliggende segmenten substantieel eenzelfde transversale doorsnede hebben, en het eerste verankeringssegment en het tweede verankeringssegment substantieel eenzelfde transversale doorsnede hebben bij voorkeur waarbij tussen het tussenliggend segment en het tweede verankeringssegment een tweede tussenliggend segment en een derde verankeringssegment voorzien zijn, waarbij het tussenliggend, het tweede tussenliggend en het onderliggend segment substantieel eenzelfde transversale doorsnede hebben, en het eerste, het tweede en derde verankeringssegment substantieel eenzelfde transversale doorsnede hebben.

16. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verankeringssegmenten een straal hebben van minstens 10% groter dan de straal van de andere segmenten, bij voorkeur minstens 20%, bij verdere voorkeur minstens 25%, bij nog verdere voorkeur minstens 30%.

17. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de pinnen van de eerste en de tweede dragers substantieel identiek qua vorm en afmetingen zijn.

18. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de pinnen een maximale straal hebben van 2.5 mm, bij voorkeur 2.0 mm, bij verdere voorkeur 1.75 mm, bij nog verdere voorkeur 1.50 mm.

19. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de pinnen een minimale straal hebben van 0.25 mm, bij voorkeur

0.40 mm, bij verdere voorkeur 0.50 mm, bij nog verdere voorkeur 0.60 mm.

20. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de pinnen een vierkante transversale doorsnede hebben langsheen de

°6 BE2022/5161 longitudinale as, en waarbij de zijden van de vierkante transversale doorsnede ofwel evenwijdig zijn met de assen van het vierkant roosterpatroon voor beide dragers, ofwel voor één drager de zijden van de vierkante transversale doorsnede een hoek van ongeveer 45° maken met de assen van het vierkant.

21. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de interaxiale afstanden tussen naburige pinnen van de eerste drager en de interaxiale afstanden tussen naburige pinnen van de tweede drager substantieel gelijk zijn.

22. Samengesteld bevestigingsmiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de verankeringselementen aan de onderzijde minstens één, bij voorkeur 2, 3, 4 of meer, weerhaakvormige elementen omvatten.