BE1030113A1 - Werkwijze en sproeiwagen voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm - Google Patents

Abstract

Sproeiwagen voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm omvattende één of meerdere opslagruimten en een verwarmingsinrichting voor deze componenten, een menginrichting voor het mengen van de componenten en leidingen naar een sproeiromp voorzien aan de achterzijde van de sproeiwagen, waarbij de sproeiromp een varieerbare lengte heeft.

Description

1 BE2021/6072

WERKWIJZE EN SPROEI WAGEN VOOR HET AANBRENGEN VAN EEN

TWEECOMPONENTEN EPOXYLI JM

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft in een eerste aspect betrekking op een sproeiwagen voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm.

De uitvinding heeft in een tweede aspect eveneens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm.

De uitvinding heeft in een derde aspect betrekking op het gebruik van de sproeiwagen volgens het eerste aspect of de werkwijze volgens het tweede aspect voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm.

STAND DER TECHNIEK

Om slippen te voorkomen, kan op een wegdek een granulaat aangebracht worden.

Bij het aanleggen hiervan wordt het wegdek vaak voorzien van een epoxylaag omvattende een epoxylijm. Hierbij wordt doormiddel van een sproeiwagen de epoxylijm via meerdere spuitmonden. Dit voorziet het wegdek van een eerste laag lijm welke hierna wordt voorzien met een tweede laag granulaat. Het granulaat zakt weg in de epoxylijm. Eenmaal de epoxylijm uitgehard is wordt het overschot aan granulaat verwijderd. Hierbij is het onderliggende wegdek verbeterd door het voorzien van een epoxylaag.

Met dergelijke sproeiwagens kan slechts één enkele breedte bestreken worden met een epoxylijm. Men moet een andere sproeiwagen met andere breedte voorzien.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen. Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze welke deze nadelen opheft.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een sproeiwagen volgens conclusie 1. Desbetreffende sproeiwagen heeft het voordeel om een epoxylaag aan te brengen

2 BE2021/6072 op een wegdek waarbij de sproeiromp met de gekoppelde spuitmonden ingesteld kan worden met een breedte minstens gelijk aan de breedte van het wegdek. Hierdoor kan de sproeiwagen ingezet worden op meerdere wegen, bedoeld voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm, zonder het aanbrengen te moeten onderbreken.

Voorkeursvormen van de sproeiwagen worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 9.

In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens conclusie 10. Deze werkwijze heeft onder meer als voordeel wegmarkeringen aan te brengen op wegen met een verschillende breedte. Door het aanpassen van de sproeiromp kan deze eenvoudig worden aangepast aan de breedte van de weg. Hiernaast kan tijdens het aanbrengen de breedte aangepast worden indien nodig, zonder te stoppen.

Voorkeursvormen van de werkwijze worden beschreven in de volgconclusies 11 tot en met 14.

Een specifieke voorkeursvorm betreft de uitvinding een werkwijze volgens de conclusie 11. Het is namelijk voordelig daar de tweecomponenten epoxylijm net na het mengen kan worden aangebracht. Hierdoor kan de tweecomponenten epoxylijm het best openvloeien en egaliseren op het wegdek.

In een derde aspect betreft de huidige uitvinding een gebruik volgens conclusie 15.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

3 BE2021/6072 “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

Een “sproeiromp” omvat een dragend systeem en verschillende spuitmonden. Een spuitmond omvat een tuitvormige opening, geschikt voor het vrijstellen van epoxy- lijm. De lengte van de sproeiromp wordt bepaald volgens de as lopend door de spuitmonden. De as lopend door de spuitmonden staat loodrecht op de rijrichting van de sproeiwagen. De breedte van de weg en de lengte van de sproeiromp worden loodrecht ten opzichte van de rijrichting van de sproeiwagen bepaald.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een sproeiwagen voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm.

Bij het aanleggen van fietspaden of in scherpe bochten dient het wegoppervlak niet te glad te zijn. Om te vermijden dat ongevallen kunnen gebeuren wegens het uitglijden van voertuigen, wordt een epoxylaag met granulaten aangebracht. Het aanbrengen van een epoxylaag met granulaten vormt hierbij een oplossing voor veel van de hiervoor beschreven problemen.

4 BE2021/6072

Voor het aanbrengen van tweecomponenten epoxylijm is het gewenst deze zo vers mogelijk aan te brengen, bij voorkeur net na het mengen van de deelcomponenten van de tweecomponenten epoxylijm. Dit resulteert in een nog goed vloeibare vorm van de tweecomponenten epoxylijm die kan worden aangebracht op het wegdek.

Hierna kan de vloeibare tweecomponenten epoxylijm een granulaat vasthechten.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt gecalcineerd bauxiet gebruikt als granulaat, bij voorkeur met een korrelgrootte van 1-3 mm. Dit granulaat is geschikt voor gebruik op de rijbaan wegens zijn scherpere vorm en heeft een hardheid > 8 volgens de schaal van Mohs. Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt kwarts gebruikt als granulaat, bij voorkeur met een korrelgrootte van 1,6-2 mm. Dit granulaat is geschikt voor fietspaden door zijn ronde vorm. Volgens een uitvoeringsvorm wordt een laag granulaat en/of epoxylijm van 1,5-2,5 kg/m2 aangebracht op een asfalt-ondergrond, bij voorkeur 1,8-2,2 kg/m2, meer bi] voorkeur ongeveer 2 kg/m2. Volgens een uitvoeringsvorm wordt een laag granulaat en/of epoxylijm van 1,3-2,3 kg/m? aangebracht op een beton-ondergrond, bij voorkeur 1,6-2,0 kg/m2, meer bij voorkeur ongeveer 1,8 kg/m2. Volgens een uitvoeringsvorm wordt een laag parels aangebracht op een epoxy-lijm. Bij voorkeur zijn de parels glasparels met reflecterende eigenschappen die geschikt zijn om aan een verflaag van een wegmarkering te worden aangebracht, teneinde deze wegmarkering reflecterend te maken. Bij voorkeur omvatten deze glasparels reflecterende glasparels of keramische elementen bestaande uit keramische parels vastgezet aan een keramische kern met een refractie-index tussen 2,4 en 1,9 bedoeld. De glasparels zijn preferentieel conform de eisen en certificeringsnormen voor glasparels voor wegmarkeringen is (bv. goedkeurings- en certificatieleidraad nr.

G0020).

Volgens een uitvoeringsvorm, omvat de sproeiwagen 6-10 spuitmonden gekoppeld aan de sproeiromp, waarbij de spuitmonden op gelijke afstand van elkaar gepositioneerd staan. Doordat de sproeiwagen 6-10 spuitmonden gekoppeld aan de sproeiromp omvat, waarbij de spuitmonden op gelijke afstand van elkaar gepositioneerd staan, kunnen de spuitmonden het wegoppervlak over de gewenste breedte evenredig besproeien.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm, kan elk van de 6-10 spuitmonden afzonderlijk automatisch uitgeschakeld worden. Doordat elk van de 6-10 spuitmonden afzonderlijk automatisch uitgeschakeld kan worden, kan de sproeiwagen eenvoudig een constante hoeveelheid epoxylijm per m2 spuiten. De sproeiwagen past het debiet per spuitmond aan afhankelijk van het te bespuiten oppervlak. Indien de sproeiwagen met een breedte van 2-4,5 m werkt, kunnen alle spuitmonden open staan. Mochten alle spuitmonden openstaan bij een breedte van minder dan 2 meter zou de druk in 5 de pompen te groot worden voor het gewenste debiet. Er moet echter een goede verneveling gebeuren. Hierdoor is het gewenst om enkele spuitmonden uit te schakelen door de toevoerleiding te stoppen. Belangrijk is om hierbij geen stolling van de epoxy-lijm te bekomen en af te sluiten voor het mengen. Indien de gewenste besproeide breedte 0.5 m is, werken 2-3 spuitmonden. De gewenste besproeide breedte is de breedte van de rijweg die met epoxy-lijm dient te worden besproeid.

Een uitvoeringvorm van de sproeiwagen volgens het eerste aspect van de uitvinding omvat één of meerdere opslagruimten en een verwarmingsinrichting voor deze componenten, een menginrichting voor het mengen van de componenten en leidingen naar een sproeiromp voorzien aan de achterzijde van de sproeiwagen, waarbij de sproeiromp een varieerbare lengte heeft. De sproeiromp is echter zeer voordelig voor de mogelijkheid van variëren in lengte, zodat een groter of kleiner wegdek kan bestreken worden. Hierdoor kan dezelfde sproeiwagen in verschillende situatie gebruikt worden en dienen er op een werf minder sproeiwagen aanwezig te zijn indien er een tweecomponenten epoxylijm aangebracht moet worden over verschillende breedtes.

Volgens een uitvoeringvorm van de sproeiwagen van onderhavige uitvinding is de lengte van de sproeiromp varieerbaar tussen 0.5 m — 4.5 m, bij voorkeur is de lengte varieerbaar tussen 0.8 m — 3.5 m, bij meer voorkeur is de lengte varieerbaar tussen 0.65 m — 4 m. Desbetreffende ranges zijn ideaal daar het mogelijk is een wegdek met een breedte tweemaal de breedte van de sproeiwagen te voorzien van een tweecomponenten epoxy-lijm.

Volgens een Uitvoeringsvorm van een sproeiwagen van onderhavige uitvinding ligt de sproeiromp verschuifbaar gelagerd aan de achterzijde van de sproeiwagen. Hierbij kan de sproeiromp over achterzijde van de sproeiwagen verschoven worden. Dit is namelijk zeer voordelig doordat hierdoor de sproeiwagen zowel vooruit als in zijn achteruit een tweecomponenten epoxylijm kan aanbrengen op gelijk welke rijstrook van een wegdek. Hierdoor kan de sproeiwagen worden gebruikt voor een groot deel van de wegdekken.

6 BE2021/6072

Volgens een uitvoeringsvorm van de sproeiwagen van onderhavige uitvinding, verder omvattende meerdere spuitmonden gekoppeld aan de sproeiromp voor het vernevelen van de van de epoxylijm.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de sproeiromp een schaararm waarbij aan elke evenwijdige koppeling een spuitmond gekoppeld is. Hierbij wordt de afstand tussen tweede naburige spuitmonden evenredig vergroot of verkleind ten opzichte van het uit- of samenvouwen van de schaararm.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringvorm van een sproeiwagen van onderhavige uitvinding hebben de spuitmonden gekoppeld aan de sproeiromp telkens een gelijke afstand ten opzichte van een naburig spuitmond. Hierdoor kan de epoxylijm gelijkmatig worden verdeeld op het te bestrijken wegdek. Dit zorgt namelijk ervoor dat de epoxylijm het best kan openvloeien en het snelst kan egaliseren over het wegdek. Hierdoor kan er sneller gevolgd worden met een tweede laag of een andere laag met bijvoorbeeld stroefmakende middelen zoals granulaten.

Volgens een geprefereerde uitvoeringvorm van een sproeiwagen van onderhavige uitvinding omvat de sproeiromp verder een motor voor het verschuiven van de sproeiromp over de achterzijde van de sproeiwagen. Dit is namelijk zeer voordelig doordat hier gebruikt gemaakt kan worden van een sturing voor het automatisch aanpassen van de positie van de sproeiromp. Hiernaast kan het voorkomen dat de sproeiromp moeilijk te verschuiven is door gedroogde epoxylijm tussen de beweegbare delen. De motor kan hiermee deze kracht overwinnen en het verschuiven van de sproeiromp mogelijk maken.

Het verschuiven van de sproeiromp kan gebeuren doormiddel van een tandwielverbinding. Naast een tandwiel verbinding kan een riem of ketting verbinding gebruikt worden voor het verschuiven van de sproeiromp.

Volgens een verder uitvoeringsvorm van een sproeiwagen van onderhavige uitvinding kan de sproeiromp automatisch open- en dichtgevouwen worden door middel van een motor. Door het dicht- en openvouwen van de schaararm door middel van een motor kan de sproeiromp met veel meer nauwkeurigheid worden afgeregeld op de gewenste breedte. Hiernaast kan het gebeuren dat na enkele keren gebruik te maken van de sproeiwagen wat verneveling terechtkomt op de sproeiromp waardoor het dicht- en openvouwen van de schaararm stroever kan verlopen door uitgeharde

7 BE2021/6072 epoxylijm. Hierbij kan de motor helpen de stroefheid te overkomen. Volgens een andere uitvoeringsvorm, omvat de sproeiwagen een piston, geschikt om de lengte van sproeiromp te veranderen met behulp van luchtdruk.

Volgens een specifieke uitvoeringvorm van een sproeiwagen van onderhavige uitvinding, verder omvattende een compressor voor het aanvoeren van epoxylijm onder een druk van 0,2-3 bar aan de spuitmonden. De compressor is in staat om een grote druk te voorzien en is hierbij voordelig ten opzichte van een pomp. Doordat een compressor werkt met het venturi-effect worden er minder beweegbare onderdelen gebruikt voor het verplaatsen van de epoxy-lijm dit ten opzichte van het gebruik van een pomp. Het is namelijk eenvoudiger en goedkoper een leiding te vervangen dan een pomp.

Vernevelen heeft het voordeel waarbij de epoxy-laag op een efficiënte manier en gelijkmatig verdeelt kan worden op een wegdek. Hiernaast is de vers gemengde epoxylijm nog vloeibaar. Hierdoor dient de vloeibare-epoxy-laag onder een grote druk worden aangevoerd aan de spuitmonden om de verneveling van de vloeibare epoxy-laag mogelijk te maken. Door middel van de compressor kan er genoeg druk worden voorzien om de epoxy-laag te vernevelen door de openingen van de spuitmonden. Met vernevelen wordt bedoeld dat minstens 5 volumeprocent van de epoxy-lijm uit de spuitmonden komt met een druppelgrootte van maximaal 0,5 ml, bij voorkeur maximaal 0,1 ml en meer bij voorkeur maximaal 0,05 ml.

Volgens een uitvoeringsvorm van een sproeiwagen van onderhavige uitvinding omvat de sproeiwagen verder een sturing. De sturing is hierbij geschikt voor het aansturen van de pompen, verwarmingselementen, compressor en motor. Het gebruik van een sturing voor het aansturen van de verschillende onderdelen heeft als voordeel de sproeiwagen voor het grootste deel te automatiseren. De sturing zorgt hierbij voor een correcte dosering van de te mengen componenten. De sturing is bijkomend voordelig doordat alle onderdelen worden aangestuurd waarbij de gebruiker de processen kan starten zonder de opslagruimte van het voertuig te betreden.

Volgens een uitvoeringvorm van een sproeiwagen van onderhavige uitvinding, verder omvattende een opvangelement, verschuifbaar gekoppeld onder de sproeiromp voor het opvangen van overtollig epoxylijm. Het opvangelement kan hierbij onder de sproeiromp worden geplaatst en bij gebruik kan het opvangelement worden opzijgeschoven zodat de spuitmonden van de sproeiromp zicht krijgen op het

8 BE2021/6072 wegdek. Het opvangelement kan gebruikt worden tijdens het spoelen. Bij het spoelen zal een solvent gebruikt worden om de leidingen te reinigen. Het stuk leiding tussen de spuitmond en het samenkomen van de twee componenten dient goed gereinigd te worden, na gebruik.

Een opvangelement heeft als voordeel geplaatst te kunnen worden onder de spuitmonden van de sproeiromp nadat het wegdek met een epoxylijm aangebracht is. Hierdoor worden het mogelijk wegdruppen van resterend epoxylijm in de leidingen op de het wegdek voorkomen. Het opvangelement heeft een bijkomend voordeel om de sproeiromp met de gekoppelde spuitmonden te beschermen tegen mogelijk inrijdingen of botsingen, dewelke de sproeiromp buiten werking kan stellen.

Volgens een uitvoeringsvorm van een sproeiwagen van onderhavige uitvinding is het verwarmingselement geconfigureerd om de inhoud van een opslagmedium gelijkmatig op te warmen. Bij grote volumes epoxy komt het vaak voor dat de temperaturen in de epoxy massa niet dezelfde is wat tot gevolg kan hebben dat er in de vloeibare epoxy massa viskeuzere delen ontstaan. Dit zou echter in het geval voor het gebruik in de uitvinding niet gewenst zijn, doordat dit verstoppingen kan opleveren en hiernaast ook de verneveling kan belemmeren. Het is dus belangrijk om de gemengde componenten, resulterend in de tweecomponenten epoxylijm, aan te voeren in een voorverwarmd opslagmedium waarbij de epoxylijm verder gelijkmatig opgewarmd blijft. Hierdoor bezit het volume epoxylijm een gelijke temperatuur wat zorgt voor een gelijkmatige uitharding na het aanbrengen. Door de componenten te verwarmen zijn ze viskeus genoeg om verpompt te worden.

Voor de technische effecten en voordelen en/of geprefereerde uitvoeringen van de kenmerken van de sproeiwagen volgens het tweede aspect van de uitvinding wordt verwezen naar de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de sproeiwagen volgens het eerste aspect van de uitvinding waarin overeenkomstige kenmerken zijn beschreven en die ook toepasbaar zijn op de werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm. Een werkwijze volgens het tweede aspect van onderhavige uitvinding omvattende; het voorzien van een tweecomponenten epoxylijm, het verwarmen van de twee componenten, het mengen van de twee componenten tot een epoxylijm, het activeren van de compressor waarbij de

9 BE2021/6072 epoxylijm wordt aangevoerd onder een hoge druk naar een sproeiromp, waarbij de sproeiromp wordt gepositioneerd en uitgevouwen over het te besproeien oppervlak.

Het namelijk zeer voordelig doordat met één enkele sproeiwagen meer verschillende dimensie wegdekken kan behandelen. Zo is het mogelijk de sproeiwagen voor meer taken te gebruiken en hoeven er niet voor verschillende soorten wegdekken een andere sproeiwagen voorzien worden. Dit bespaart dit zorgt voor een flexibelere inzet van de sproeiwagen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect worden de twee componenten voorzien in opslagmediums. Vervolgens worden de twee componenten gemengd middels een menginrichting. De componenten kunnen worden geladen in de opslagmediums om de werken voor te bereiden. Hierbij kan voor de aanvang van het aanbrengen van een nieuw wegdek, de twee componenten gemengd worden voor het voorzien van een voorraad epoxylijm. Hierdoor kan de epoxylijm direct worden aangebracht op het wegdek bij het aankomen op de locatie. Tijdens het uitvoeren van de werken kunnen de componenten ter plaatste worden gemengd tijdens het verpompen in de leidingen.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect worden de componenten geladen in de respectievelijke opslagmediums, gebruik makend van pompen. Dit is namelijk zeer voordelig doordat de pompen het bevoorraden van de opslagmediums vereenvoudigd maar hiernaast kunnen de componenten eenvoudig bevoorraad worden tijdens het aanbrengen van de epoxylijm. Hierdoor kan er langer operatief gebleven worden en kan de aangebrachte epoxylijm al een continue lijn wordt aanzien zonder overlapping.

Afhankelijk van de gebruikte epoxy voor het aanbrengen van het wegdek kunnen de temengen componenten afwijken. Het is echter mogelijk door gebruik te maken van pompen om naast de opslagmediums te vullen met de gewenste componenten, de opslagmediums te ledigen. Indien er moet worden gewisseld van componenten kunnen die opslagmediums geledigd worden gebruik makend van de pompen, gevolgd door het laden van de opslagmediums met de correcte en nieuwe componenten.

10 BE2021/6072

Volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect worden de componenten voorverwarmd voor het mengen, waarbij de componenten en de gemengde epoxylijm vervolgens op een constante temperatuur worden gehouden. Het verwarmen houdt één of beide componenten vloeibaar en zorgt voor een betere menging. Dit zet na het mengen van de componenten in een epoxylijm het uithardingsproces in gang en de warmte zorgt er namelijk voor dat het uithardingsproces sneller verloopt.

Verder is het voordelig om de epoxylijm in het opslagmedium te voorzien van constante temperatuur over het volledige volume van het desbetreffende opslagmedium. Dit doordat hierdoor de uitharding van de epoxylijm over het volledige volume gelijkloopt. Hierdoor worden er geen plaatsen voorzien waar de epoxylijm uithardt aan een andere snelheid, wat gevolg kan hebben tot vormen van harde delen wat verstopping tot gevolg kan hebben.

In een volgende stap kan de vloeibare epoxylijm op het wegdek aangebracht worden.

Hierbij wordt de vloeibare epoxylijm aangevoerd naar de spuitelementen, waarmee de epoxylijm wordt aangebracht op het wegdek.

Volgens een uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect kan de snelheid van de sproeiwagen worden aangepast afhankelijk van de lengte van de sproeiromp. Door het aanpassen van de snelheid van het voertuig kan de uniforme verdeling van de epoxylijm op het wegdek verzekerd worden. Hiernaast kan dit ook de vooraf bepaalde dikte van de epoxylijm verzekeren voor alle mogelijke lengte van de sproeiromp.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding in een werkwijze volgens het tweede aspect wordt de epoxylijm verneveld op de epoxylijm voorziene oppervlakte. De epoxylijm wordt onder een grote druk aangevoerd naar de spuitmonden door middel van een compressor. Het gebruik van een compressor beperkt de hoeveelheid aan beweegbare onderdelen in het transport van de epoxy- laag naar de spuitmonden. Het gebruik van een pomp zou in combinatie kunnen vastlopen door de uitharding van de epoxy-laag na verloopt van tijd in de pomp, een probleem die zich echter niet vormt bij het gebruik van de druk gemaakt door de compressor. Het vernevelen is verder voordelig doordat er met verneveling een gelijkmatig verdeelde uniforme laag epoxylijm kan aangebracht worden dat mooi een eenvoudig egaliseert tot een vlakke epoxylijm laag.

11 BE2021/6072

Veder wordt er over de epoxylijm laag stroefmakende middelen gestrooid die uiteindelijk na uitharding van de epoxy-laag vast komen te zitten in desbetreffende epoxy-laag. De epoxylijm wordt hierbij volledig overgoten met de stroefmakende middelen zodat er geen zicht meer is op de epoxy-laag, de stroefmakende middelen kunnen indien nodig zelf voor een tweede maal aangebracht worden.

Eenmaal de epoxy-laag met de stroefmakende middelen is uitgahard is dit nieuwe wegdek klaar voor ingebruikname. Hierbij heeft het nieuwe wegdek enkele voordelen. De epoxy-laag met stroefmakende middelen heeft als voordeel dat een anti-slip-laag wordt gevormd omdat de stroefheid (SRT waarde) verhoogt. Gemeten volgens ASTM E2340/E2340M-11 stijgt de SRT-waarde na aanbrengen van de epoxy- lijm met stroefmakende middelen van ongeveer 45 naar minstens 55, bij voorkeur naar 80-90. Hiernaast voorkomt desbetreffende epoxy-laag opspattend water wat zeer gunstig is voor fietsers

In een derde aspect betreft de uitvinding het gebruik van de sproeiwagen volgens het eerste aspect of de werkwijze volgens het tweede aspect.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

FIGUURBESCHRIJVING

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van het volgende figuren, zonder hiertoe overigens te worden beperkt.

Figuur 1 betreft een sproeiwagen voor het aanbrengen van een epoxy-laag. De sproeiwagen heeft drie opslagruimten (1, 2, 4) en een verwarmingsinrichting voor deze opslagruimten (1, 2, 4), een menginrichting (9) voor het mengen van de componenten en leidingen (16) naar een sproeiromp (11) voorzien aan de achterzijde van de sproeiwagen. De sproeiromp (11) voorzien aan de achterzijde van de sproeiwagen heeft een varieerbare lengte.

De sproeiromp (11) heeft hierbij de mogelijkheid verschoven te worden over de achterzijde van de sproeiwagen. Naast het verschuiven van de sproeiromp (11) is het mogelijk de sproeiromp (11) te verlengen of in te korten.

12 BE2021/6072

Verder is de sproeiromp (11) voorzien van meerdere spuitmonden (10). De spuitmonden (10) zijn hierbij gekoppeld aan de sproeiromp (11) waarbij de sproeimondopeningen gericht zijn naar het wegdek. De spuitmonden (10) schuiven mee uit met de sproeiromp (11). Hierbij is de afstand tussen naburige spuitmonden (10) ten alle tijden gelijk aan de afstand tussen twee andere naburige spuitmonden (10). De afstand tussen de twee naburige spuitmonden (10) variëren dus evenredig mee met de varieerbare lengte van de sproeiromp (11).

De sproeiwagen heeft verder een compressor (7) met luchtdruktank (8), waarbij de compressor de epoxylijm onder een hoge druk kan aanvoeren door leidingen (16) naar de spuitmonden (10) van de sproeiromp (11). Door de hoge druk geleverd door de compressor (7) kan de epoxylijm worden verneveld over het wegdek. Door middel van bedieningselementen (15, 16, 17) is het mogelijk de compressor aan of af te koppelen van het opslagmedium (4) en de spuitmonden (10).

Verder heeft de sproeiwagen een opvangelement (niet getoond op de figuur) verschuifbaar gekoppeld onder de sproeiromp (11) voor het opvangen van overtollig epoxylijm. Hierdoor kunnen druppels epoxylijm worden opgevangen zonder dat deze op het wegdek terecht komen.

Door middel van twee pompen (5, 6), welke gekoppeld zijn onder de sproeiwagen kunnen de opslagruimtes (1, 2) worden gevuld of geledigd met de nodige componenten van een bepaalde epoxylijm. Hierbij hebben de pompen (5, 6) de mogelijkheid via slangen verbonden te worden met externe opslagruimtes.

Verder zijn de opslagruimtes (1, 2, 4) voorzien van elke een verwarmingselement, welke de inhoud van de opslagruimte (1, 2, 4) gelijkmatig kan verwarmen. Dit het namelijk het voordeel dat de epoxylijm doorheen zijn volledige volume overal gelijkmatig uithardt. Hierdoor worden klonters vermeden, welke voor verstoppingen kunnen zorgen. De opslagruimtes voor de twee componenten van de epoxylijm (1,2) worden verwarmd om de viscositeit te verlagen. De opslagruimte voor het solvent om de leidingen te spoelen na gebruik wordt enkel verwarmd indien de omgevingstemperatuur onder het vriespunt zakt.

De sproeiwagen heeft verder een sturing welke zorgt voor een juiste verhouding tijdens het mengen van de componenten voor het verkrijgen van een. Hiernaast zorgt de sturing ervoor dat de componenten en de gemengde warme en vloeibare

13 BE2021/6072 epoxylijm worden verplaatst naar hun correcte bestemmingen op een volledig automatische wijze.

De verschillende opslagruimtes (1, 2, 4) zijn door middel van een leidingsysteem (16) verbonden met de respectievelijke pompen (5, 6) en mengelement (9). Het mengelement (9) is op zijn beurt gekoppeld met de spuitmonden (10) voorzien op de sproeiromp (11). Door middel van bedieningselementen (12, 13) kunnen de opslagmediums (1, 2) worden aan of afgekoppeld van de sproeiwagen.

VOORBEELDEN

Voorbeeld 1:

Voorbeeld 1 betreft het aanleggen van een strook wegdek met epoxy-laag.

Het wegdek dient allereerste volledig vrij te zijn van onzuiverheden, vet of vocht.

Hierbij wordt het te behandelen wegdek schoongemaakt door middel van een borstelwagen.

Vervolgens worden de twee componenten verwarmd en gemengd tot aan vloeibare epoxylijm. De epoxylijm wordt vervolgens opgeslagen in een opslagmedium waar het verder opgewarmd wordt en/of de warmte constant wordt gehouden. Hierbij is de warme epoxylijm klaar om verdere gebruikt te worden.

De warme vloeibare epoxylijm wordt als een eerste laag op het wegdek vernevelt gevolgd door een laag stroefmakende middelen. Waarbij de stroefmakende middelen verlijmd worden in de vloeibare epoxylijm. Kort nadat de componenten gemengd zijn tot de warme en vloeibare epoxylijm komt de chemische reactie tussen de componenten tot stand die het uithardingsproces in gang zet waardoor de vloeibare epoxylijm hard wordt. Desbetreffende warme en vloeibare epoxylijm dient hierbij snel aangebracht te worden op het wegdek. Eenmaal de warme en vloeibare epoxylijm is aangebracht op het wegdek begint deze af te koelen waardoor het droogproces vertraagd wordt. Verder wordt op de vloeibare epoxylijm de stroefmakende middelen aangebracht minstens over de volledige oppervlakte van de vloeibare epoxylijm laag.

Nadat de stroefmakende middelen zijn aangebracht worden deze extra aangedrukt in de nog vloeibare epoxylijm laag om een goede inbedding te garanderen. De overmaat aan stroefmakende middelen worden tot slot verwijdert door middel van

14 BE2021/6072 een zuigsysteem die de overmaat aan stroefmakende middelen, die niet is blijven kleven in de epoxy-laag, opzuigt. Hierbij kan de overmaat hergebruikt worden in latere projecten waardoor er zo weinig mogelijk aan verbruiksmiddelen verloren gaat.

De uitgeharde epoxylijm met de ingebedde stroefmakende middelen, biedt een betere weerstand aan het voertuig die gebruik maken van het wegdek. Verder voorkomt de epoxylijm opspattend water wat vooral ten voordeel is voor fiets gebruikers. Een ander bijkomend voordeel is de slijtvastheid en de hardheid van de epoxylijm, waardoor de epoxylijm in vloeibare toestand de scheuren in het onderliggend wegdek kan opvullen en hierbij repareert na uitharding. Hiernaast zorgt dit in kombinatie met de waterbestendigheid voor een bescherming van de het onderliggend wegdek. Het is hierbij niet mogelijk voor water om in de opening in het wegdek terecht te komen, waardoor het verder scheuren van het wegdek voorkomen wordt.

Claims (15)

15 BE2021/6072 CONCLUSIES

1. Sproeiwagen voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm omvattende één of meerdere opslagruimten en een verwarmingsinrichting voor deze componenten, een menginrichting voor het mengen van de componenten en leidingen naar een sproeiromp voorzien aan de achterzijde van de sproeiwagen, met het kenmerk, dat de sproeiromp een varieerbare lengte heeft.

2. Sproeiwagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lengte van de sproeiromp varieerbaar is tussen 0.5 m — 4.5 m, bij voorkeur is de lengte varieerbaar tussen 0.8 m — 3.5 m, bij meer voorkeur is de lengte varieerbaar tussen 0.65 m —4m.

3. Sproeiwagen volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de sproeiromp verschuifbaar gelagerd ligt aan de achterzijde van de sproeiwagen.

4. Sproeiwagen volgens één der voorgaande conclusies 1-3, verder omvattende meerdere spuitmonden gekoppeld aan de sproeiromp voor het vernevelen van de van de epoxylijm.

5. Sproeiwagen volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de sproeiwagen 6-10 spuitmonden gekoppeld aan de sproeiromp omvat, waarbij de spuitmonden op gelijke afstand van elkaar gepositioneerd staan.

6. Sproeiwagen volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elk van de 6-10 spuitmonden afzonderlijk automatisch uitgeschakeld kan worden.

7. Sproeiwagen volgens één der voorgaande conclusies 1-6, verder omvattende een compressor, voor het aanvoeren van de epoxylijm onder een druk van 0,2-3 bar naar de spuitmonden.

8. Sproeiwagen volgens één der voorgaande conclusies 1-7, verder omvattende een opvangelement verschuifbaar gekoppeld onder de sproeiromp voor het opvangen van overtollig epoxylijm.

9. Sproeiwagen volgens één der voorgaande conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het verwarmingselement geconfigureerd is om de inhoud van een opslagmedium gelijkmatig op te warmen.

16 BE2021/6072

10. Werkwijze voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm, omvattende; het voorzien van een tweecomponenten epoxylijm, het verwarmen van de twee componenten, het mengen van de twee componenten tot een epoxylijm, het activeren van de compressor waarbij de epoxylijm wordt aangevoerd onder een druk van 0,2-3 bar naar een sproeiromp, met het kenmerk, dat de sproeiromp wordt gepositioneerd en uitgevouwen over het te besproeien oppervlak.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de twee componenten voorzien worden in opslagmediums waarbij de twee componenten vervolgens worden gemengd middels een menginrichting.

12. Werkwijze volgens conclusies 10 of 11, met het kenmerk, dat de componenten worden voorverwarmd voor het mengen, waarbij de componenten en de gemengde epoxylijm vervolgens op een constante temperatuur worden gehouden.

13. Werkwijze volgens conclusies 10 of 11, met het kenmerk, dat de snelheid van de sproeiwagen kan worden aangepast afhankelijk van de lengte van de sproeiromp.

14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 10-13, met het kenmerk, dat de epoxylijm verneveld wordt op de voorziene oppervlakte.

15. Gebruik van de sproeiwagen volgens één van de conclusies 1-9 of de werkwijze volgens één van de conclusies 10-14 voor het aanbrengen van een tweecomponenten epoxylijm.