BE1030089B1 - Bekabeling van een ANPR-camera - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera omvattende: het voorzien van een elektriciteits-en aardingskabel; het plaatsen van een betonblok met een gewicht van 1,0-1,5 ton; het bevestigen van een paal van 4,7 tot 5,3 m hoog via een voetplaat aan het betonblok; het vastmaken van de ANPR-camera aan de paal; het verbinden van de ANPR-camera met een eerste kast; het verbinden van de eerste kast met een tweede kast langs de binnenkant van de paal; het verbinden van de elektriciteits- en aardingskabel met de tweede kast, door het betonblok en via ten minste twee pakkingbussen. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting en gebruik voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera.

Description

1 BE2021/6048

BEKABELING VAN EEN ANPR-CAMERA

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het ondersteunen van een ANPR-camera.

In een ander aspect heeft de uitvinding eveneens betrekking op een gebruik van de inrichting of de werkwijze volgens de vorige aspecten voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera.

STAND DER TECHNIEK

Verkeersongevallen nemen dramatisch toe in gebieden waar de verkeersregels niet worden nageleefd. In de meeste landen is te hard rijden de belangrijkste oorzaak van verkeersongevallen. Andere soorten verkeersovertredingen zijn te nauw volgen, door rood rijden, het niet dragen van veiligheidsgordels, het veranderen van rijstroken, enz. Verkeersregulering is een belangrijk punt van zorg voor veiligere wegen.

Op camera's gebaseerde verkeerssystemen worden steeds vaker ingezet door wetshandhavingsinstanties en gemeenten om verkeerswetten te handhaven en onveilig rijgedrag aan te passen, zoals te hard, door rood licht of in een lage emissiezone rijden. De meest effectieve programma's gebruiken consistent gebruik van verkeerscamera's die worden ondersteund door geautomatiseerde verwerkingsoplossingen die zorgen voor snelle bekeuring van verkeersovertreders.

Veel huidige verkeershandhavingssystemen die gebruik maken van fotografische technieken hebben echter nadelen waardoor geen efficiënte automatisering en validatie van de foto's, geschikt als wettelijk bewijs, vergemakkelijken.

Dergelijke vereenvoudiging is onder meer gekend uit EP 1 486 928 (EP ‘928). EP ‘928 combineert stilstaande digitale beelden met een hoge resolutie en video met een lage resolutie tot een enkele set informatie die kan worden gebruikt om verkeersovertredingen vast te leggen. De camera’s nemen constant beelden van de

2 BE2021/6048 omgeving. De data nodig voor de gegevensoverdracht en opslag is aldus significant hoger dan wanneer een goed genomen foto volstaat.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen. Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze welke deze nadelen opheft.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect betreft de huidige uitvinding een werkwijze volgens conclusie 1.

De nieuwe ondersteuning voor het installeren van ANPR-camera's heeft het voordeel dat ze eenvoudig te installeren, gemakkelijk te bedienen, laag in onderhoudskosten en hoog in betrouwbaarheid zijn. Door de stevige ondersteuning, biedt de ondersteuning langdurig betrouwbare resultaten. Door de optimale hoogte van de camerapaal kan een goed genomen foto genomen worden.

Voorkeursvormen van de inrichting worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 5.

In een tweede aspect betreft de huidige uitvinding een inrichting volgens conclusie 6. Deze inrichting heeft onder meer als voordeel dat de ANPR-camera stevig opgesteld staat.

Voorkeursvormen van de werkwijze worden beschreven in de volgconclusies 7 tot en met 14.

In een derde aspect betreft de huidige uitvinding een gebruik volgens conclusie 15.

Dit gebruik resulteert in een nauwkeuriger en betrouwbaarder meetresultaat.

3 BE2021/6048

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een schematische voorstelling van een inrichting voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera, omvattend een camerapaal van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

DEFINITIES

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera omvattende: het voorzien van een elektriciteits- en aardingskabel; het plaatsen van een betonblok met een gewicht van 1,0-1,5 ton; het bevestigen van een paal van 4,7 tot 5,3 m hoog via een voetplaat aan het betonblok; het vastmaken van de ANPR-camera aan de paal; het verbinden van de

ANPR-camera met een eerste kast; het verbinden van de eerste kast met een tweede kast langs de binnenkant van de paal; het verbinden van de elektriciteits- en aardingskabel met de tweede kast, door het betonblok en via ten minste twee pakkingbussen.

4 BE2021/6048

Een ANPR-camera is een camera geschikt voor het registreren van de nummerplaat van voertuigen. ANPR staat voor automatic number plate recognition. Deze ANPR- camera’s worden niet enkel ingezet om te flitsen wanneer je te snel rijdt, maar ook bij trajectcontroles of om nummerplaten te scannen waar er mogelijk schulden aan verbonden zijn. Bij voorkeur is de ANPR-camera geschikt om te gebruiken bij een traject-controle.

Een aardingskabel wordt vanuit de tweede kast naar een diepte van minstens 1 meter getrokken. Deze aardingskabel kan ook deels een minder flexibel deel omvatten.

Volgens een uitvoeringsvorm, gebeurt het verbinden van de ANPR-camera met een eerste kast via een elektriciteitskabel. Volgens een uitvoeringsvorm, gebeurt het verbinden van de eerste kast met een tweede kast langs de binnenkant van de paal via een elektriciteitskabel.

Doordat de elektriciteits- en aardingskabel wordt verbonden met de tweede kast, door het betonblok en via ten minste twee pakkingbussen, kan deze niet beschadigd worden. Dit verhoogt de veiligheid van het systeem en zorgt dat een langdurig, goedwerkend meetsysteem bekomen wordt.

Het betonblok heeft een gewicht van 1,0-1,5 ton. Dit verhindert dat derden of natuurkrachten ongewenst de ANPR-camera en inrichting verplaatsen. Een kleine verplaatsing heeft grote gevolgen voor de nauwkeurigheid van de snelheidsbepaling.

Doordat de ANPR-camera wordt bevestigd aan een paal van 4,7 tot 5,3 m hoog, kan de snelheid gemeten worden onder een goeie hoek waarbij de nummerplaat niet dermate is vervormd. Deze hoogte is ook voldoende om zichtbaarheid op de nummerplaat door het voertuig rijdend voor het gemeten voertuig te vermijden.

Een voetplaat, bij voorkeur uit roestvrij staal, wordt aan het betonblok bevestigd.

Deze voetplaat dient ook voor de bevestiging van de paal aan het betonblok, bij voorkeur wordt de voetplaat aan de paal gelast.

De ANPR-camera wordt vastgemaakt aan de paal, bij voorkeur gebeurt dit met een beugel. Bij voorkeur wordt een aardings-, elektriciteit en/of datakabel van de ANPR- camera verbonden met eerste en tweede kast. Om de kabels te beschermen, lopen ze tussen de eerste en de tweede kas binnenin de paal. Vanuit de tweede kast loopt de elektriciteits- en aardingskabel verder onder de grond. De elektriciteits- en aardingskabel komt de tweede kast binnen via ten minste twee pakkingbussen, bij voorkeur vervaardig uit een halogeenvrij polyamide, voorzien van rubberen afdichting. De pakkingbussen voorzien een goed klembereik, optimale trekontlasting en voorkomen doordraaien.

Volgens een uitvoeringsvorm, wordt een verzegeling aangebracht aan de betonblok, 5 ANPR-camera en eerste kast.

Doordat een verzegeling wordt aangebracht aan de betonblok, ANPR-camera en eerste kast, wordt kenbaar gemaakt dat de ANPR-camera goed geïnstalleerd werd.

Verschuivingen door natuurkrachten of derden zullen de verzegeling verbreken waardoor deze opgemerkt worden. Een nieuwe kalibratie zal dan uitgevoerd worden.

Volgens een uitvoeringsvorm, worden elektriciteitskabels voor een afstand van minstens 3,8 meter, door de paal omsloten.

Doordat elektriciteitskabels voor een afstand van minstens 3,8 meter, door de paal worden omsloten, zitten ze beschermd van natuurkrachten en derden. Wind en regen kan de kabels niet beschadigen.

Volgens een uitvoeringsvorm, wordt de voetplaat aan het betonblok vastgemaakt via metalen pinnen met een lengte van 10-100 cm.

Doordat de voetplaat aan het betonblok wordt vastgemaakt via metalen pinnen met een lengte van 10-100 cm, bij voorkeur van 50-100 cm, meer bij voorkeur van 70- 100 cm. Volgens een verdere uitvoeringsvorm, is de pin in de onderste helft geplooid, weg van het midden van het betonblok. Deze verankering zorgt voor een stevige bevestiging van de voetplaat aan het betonblok.

Volgens een andere uitvoeringsvorm, wordt het betonblok geplaatst door een put te graven, een anker in de put te plaatsen en beton te storten in de put met anker.

Doordat het betonblok volledig ondergronds zit, zit het beter beschermd. De put heeft een volume van 0.5-3 m3 en het anker is een metalen draad met een diameter van 1-10 cm en een lengte van 20-400 cm.

Volgens een uitvoeringsvorm, wordt de elektriciteitskabel 70-150 cm onder het maaioppervlak wordt gelegd; in het betonblok omhoog gebracht; door een opening in de voetplaat binnenin de paal wordt gestoken.

6 BE2021/6048

Doordat de elektriciteitskabel 70-150 cm onder het maaioppervlak wordt gelegd; in het betonblok omhoog wordt gebracht; en door een opening in de voetplaat binnenin de paal wordt gestoken, zit deze goed beveiligd. Natuurkrachten en derden kunnen geen schade aanbrengen aan de elektriciteitskabel.

In een tweede aspect betreft de uitvinding, een inrichting voor het ondersteunen van een ANPR-camera, omvattend: een elektriciteits- en aardingskabel; een betonblok met een gewicht van 1,0-1,5 ton; een paal van 4,7 tot 5,3 m hoog met een buitendiameter van 0,10 tot 0,20 m; een voetplaat, geschikt om aan een uiteinde van de camerapaal te bevestigen; een eerste en een tweede kast voor het verbinden van de elektriciteits- en aardingskabel met de ANPR-camera

Bij voorkeur is de buitendiameter van de paal 0.10-0.15 m. Een dikkere paal zal meer wegen waardoor dit problemen tijdens installatie met zich meebrengt. Een te dunne paal, is minder sterk en voorziet te weinig plaats voor de kabels binnenin.

Volgens een uitvoeringsvorm, omvat de camerapaal een kabelgat op een hoogte van 3,7 tot 4,7 meter, geschikt om de kabels van de ANPR-camera door te laten.

Doordat de camerapaal een kabelgat omvat op een hoogte van 3,7 tot 4,7 meter, kunnen de kabels verbonden met de ANPR-camera, veilig in de binnenkant van de paal gebracht worden. Het kabelgat is geschikt om een elektriciteits- en datakabel door te laten.

Volgens een uitvoeringsvorm, omvat de camerapaal een deurtje op een hoogte van 0,3 tot 0,8 meter.

Doordat de camerapaal een deurtje omvat op een hoogte van 0,3 tot 0,8 meter, kan eenvoudig naar de binnenkant van de paal gekeken worden. Omdat een deel van de kabels zich hier bevindt, kan het nodig zijn dit te openen tijdens installatie, (re- )kalibratie of bij defecten. Bij voorkeur bevindt dit deurtje zich op dezelfde hoogte dan de tweede kast.

Volgens een uitvoeringsvorm, heeft de aardingsdraad een doorsnede van minstens 10 mm2, bij voorkeur van 12 mm? tot 20 mm2.

Doordat de aardingsdraad een doorsnede van minstens 10 mm2 heeft, bij voorkeur van 12 mm? tot 20 mm°, kan bij storingen de elektriciteit ondergronds worden

7 BE2021/6048 afgeleid. Hierdoor wordt de elektronica, aanwezig in de kasten en de ANPR-camera, niet beschadigd. Bovendien wordt verlies via de paal op deze manier vermeden.

Volgens een uitvoeringsvorm, omvat de eerste kast een draadloze router. Volgens een uitvoeringsvorm, is de draadloze router verbonden met een antenne in de eerste kast en een antenne erbuiten.

Doordat de eerste kast een draadloze router omvat, verbonden met een antenne in de eerste kast en een antenne erbuiten, kan de gemeten data doorgestuurd worden.

Bovendien kan de status van de inrichting beter gemonitord worden en er automatisch een signaal verstuurd worden indien er problemen optreden. De camera en verwerkingssystemen zijn onderling verbonden met behulp van lokale netwerktypologieën. Het camerasysteem kan ook worden geconfigureerd om beveiligde (versleutelde) incidentgegevens en beeldinformatie naar het gegevensverwerkingssysteem te verzenden via een computernetwerklijn, zoals een modem en een telefoonlijn.

Volgens een uitvoeringsvorm, bedraagt de elektriciteitskabel een EXVB kabel van 4x10mm2 of 4x25mm2.

Volgens een uitvoeringsvorm, de paal een opening omvat op een hoogte van minstens 4 meter, gemeten vanaf de voetplaat.

Doordat de paal een opening omvat op een hoogte van minstens 4 meter, gemeten vanaf de voetplaat, kan de druk binnen de paal weg. Temperatuurschommelingen kunnen voor een drukverschil zorgen binnenin de paal. Een ontluchtingsgat kan dit probleem verhelpen. Bij voorkeur bevindt deze opening zich op maximaal 10 cm van een uiteinde van de paal, meer bij voorkeur op maximaal 3 cm van de bovenkant van de paal. Bij voorkeur is de straal van de opening 0.2-0.8 cm. Het ontluchtingsgat zit bij voorkeur minder dan 1 cm onder de top van paal. Aan het andere uiteinde van de paal dan het uiteinde waar de voetplaat aan bevestigd is, is een topplaat aangebracht. Deze verhindert dat regen de paal binnenkomt via het ontluchtingsgat.

Volgens een uitvoeringsvorm, omvat de voetplaat een aardingslip, geschikt om de aarding tussen de betonblok en de paal te leiden.

Doordat de voetplaat een aardingslip omvat, geschikt om de aarding tussen de betonblok en de paal te leiden, kan geen contact ontstaan tussen de aardings- en

8 BE2021/6048 elektriciteitskabels. Dit verhoogt de veiligheid van het systeem. De aardingslip geeft duidelijk aan hoe de aarding in de inrichting verbonden moet worden, waardoor er minder fouten worden gemaakt.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat de eerste kast onderaan ten minste 5 pakkingsbussen. Door deze pakkingsbussen onderaan de kast, kan de ANPR-camera zijn signalen sturen naar de elektronica aanwezig in de kast. Deze elektronica is geschikt om deze signalen door te sturen naar de router. Via deze pakkingsbussen staat de eerste kast ook in verbinding met de tweede kast. Elektriciteit wordt vanuit de tweede kast aangeleverd in de vorm van 12 V DC.

In een volgend aspect betreft de uitvinding het gebruik van de werkwijze volgens het eerste aspect of de inrichting volgens het tweede aspect voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera.

Het gebruik van deze werkwijze en inrichting zorgt voor betrouwbare en nauwkeurige snelheidsbepalingen. De paalhoogte van 4,7 tot 5,3 m is uitermate geschikt voor het nemen van een goede foto of video van de voorbijrijdende voertuigen.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden of figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

FIGUURBESCHRIJVING

Figuur 1 toont een schematische voorstelling van een inrichting voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera, omvattend een camerapaal van een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding.

Aan de camerapaal 1 is een ANPR-camera 2 bevestigd. De ANPR-camera 2 is bevestigd op een hoogte van minstens 4 meter. De camerapaal 1heeft een lengte van 5015 mm en een buitendiameter van 168 mm. Kabels verbinden de ANPR- camera 2 met de eerste kast 3. Deze kabels zijn twee UTP kabels. De eerste kast heeft afmetingen van 300x300x200 mm. Een M2M Wireless Cellular Router bevindt zich in deze kast. De router is verbonden met een intern een externe antenne. De eerste kast 3 wordt verbonden met de tweede kast via een kabel 4. Deze kabel gaat boven de eerste kast 3, via een kabelgat, in de paal 1. De kabel is een XVB 3G kabel van 2,5mm2. Langs de binnenkant van de paal gaat deze kabel naar de tweede kast.

9 BE2021/6048

Deze kast is bereikbaar voor onderhoudswerken via een deurtje 5. Vanuit deze kast vertrekt een aarding 6 van 16 mm? naar de aardingspen 7. De kabelbuis 8 heeft een diameter van 50 mm met daarin een elektriciteitskabel. Deze kabel brengt elektriciteit naar de tweede kast. Deze kabel zit op een diepte 9 van 80 cm in de grond, beveiligd tegen vorst. De camerapaal 1 is bevestigd op een betonblok 10 via een voetplaat (niet getekend) onderaan de camerapaal 1. De voetplaat wordt aan het betonblok vastgemaakt via metalen pinnen.

Lijst van aangegeven elementen 1 paal 2 ANPR-camera 3 eerste kast 4 kabel 5 deurtje tweede kast 6 aarding 7 aardingspen 8 kabelbuis 9 diepte kabelbuis 10 betonblok

VOORBEELDEN

De uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van het volgende voorbeeld, zonder hiertoe overigens te worden beperkt.

VOORBEELD 1

Voorbeeld 1 betreft het plaatsen van een bovengronds betonblok volgens een uitvoeringvorm van deze uitvinding. Installatie op een betonblok is mogelijk en dient te gebeuren volgens de instructies. Mogelijks is deze betonblok op voorhand gemaakt.

Er dient voor gezorgd te worden dat het betonblok op een vlakke en stabiele ondergrond geplaatst wordt. Het vlak waarop het betonblok dient geplaatst te worden, dient waterpas te liggen.

10 BE2021/6048

De grondafmeting van het betonblok is 1,2 m X 1,2 m. De hoogte van het betonblok is 37 cm. Daardoor heeft het betonblok een gewicht van ongeveer 1,2 ton.

De installatieprocedure is afhankelijk van de ondergrond (zachte of verharde ondergrond) waar het betonblok op dient geplaatst te worden. Installatie op een harde ondergrond is van toepassing wanneer de ondergrond bestaat uit asfalt of een betegeld grondoppervlak. Installatie op een zachte ondergrond is van toepassing wanneer de ondergrond bestaat uit een natuurlijke en stabiele ondergrond (gras of zand).

Na de plaatsing van het betonblok kan de paal en nadien de camera bevestigd worden.

In het geval van een verharde ondergrond dienen de volgende installatie instructies gevolgd: - Teken de maten van het betongrondoppervlak uit op de grond. - Zet de hoekprofielen uit op de 4 hoekpunten van het getekende vierkant. Het hoekprofiel ziet er als volgt uit:

Maak met een potlood een markering op de grond ter hoogte van het voorgeboorde gat voor elk van de 4 hoekprofielen. - Neem de hoekprofielen terug weg en boor een gat in de verharde ondergrond voor de plaatsing van de slagpinnen (diameter M8 en lengte 50 mm) op elk van de gemarkeerde punten. De slagpinnen zien er als volgt uit:

Plaats de slagpinnen, hoekprofielen en betonblok. - Schroef de moeren vast op de draadstang van de slagpinnen. - Plaats de trekband en verzegel zoals in het blauw afgebeeld in de figuur.

In het geval van een zachte ondergrond dienen de volgende installatie instructies gevolgd: - Teken de maten van het betongrondoppervlak uit op de grond. - Plaats het betonblok met een kraan precies op de plaats van uitgetekende vierkant - Klop 4 L-profiel staven (5cm X 5cm) met een lengte van 75 cm met een hamer in de grond op de hoekpunten van het betonnen blok.

11 BE2021/6048 - Plaats de trekband en verzegel.

VOORBEELD 2

Voorbeeld 2 betreft het plaatsen van een ondergronds betonblok volgens een uitvoeringvorm van deze uitvinding. Installatie op een betonblok is mogelijk en dient te gebeuren volgens de instructies.

Om een optimale fundering te bekomen dient de betonblok als volgt geïnstalleerd te worden: - Graaf een put met een oppervlak van 1,3 m X 1,3 m en diepte van 40 cm; - Plaats het anker. Het anker bestaat uit een geplooide en gelaste metaaldraad met diameter 1 cm omvattend: een vierkant gedeelte met zijde van 65 cm; aan elke van de hoekpunten van het vierkant gedeelte is een pin van 35 cm gelast, waarbij de pin zich loodrecht op het vlak van het vierkant uitstrekt; - Plaats een behuizing rond de kabels die uit de grond komen en trek ze door het midden van het anker; - Plaats een behuizing rond de put, geschikt om beton in de put te houden; - Stort ongeveer ongeveer 1,2 ton beton in de put met ankers. - Plaats de trekband en verzegel.

VOORBEELD 3

Dit voorbeeld betreft het afregelen van de camera volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Dit voorbeeld toont de correcte instelling van het gezichtsveld van de camera bij installatie op een paal.

Om optimale leesprestaties te bereiken en voor de correcte instelling van het gezichtsveld van de camera bij installatie op een paal, moet de camera zodanig geïnstalleerd worden dat: - Haar "Gezichtsveld" de volledige rijstro(o)k(en) (of het grootste gedeelte ervan) beslaat; - De verticale gezichtshoek (t.o.v. een vlak parallel met het wegoppervlak) niet te diep is om de vervorming van de karakters tot een minimum te beperken.

Het gezichtsveld moet ook ingesteld worden om het maskerend effect van andere voertuigen tot een minimum te beperken en voldoende beeldopnames toe te laten, zelfs voor voertuigen die aan hoge snelheid voorbijrijden;

12 BE2021/6048 - De zijdelingse gezichtshoek moet ook tot een minimum beperkt worden, omdat dit ook leidt tot vervorming van de karakters.

Claims (15)

13 BE2021/6048 CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera omvattende: het voorzien van een elektriciteits- en aardingskabel; het plaatsen van een betonblok met een gewicht van 1,0-1,5 ton; het bevestigen van een paal van 4,7 tot 5,3 m hoog via een voetplaat aan het betonblok; het vastmaken van de ANPR-camera aan de paal; het verbinden van de ANPR- camera met een eerste kast; het verbinden van de eerste kast met een tweede kast langs de binnenkant van de paal; het verbinden van de elektriciteits- en aardingskabel met de tweede kast, door het betonblok en via ten minste twee pakkingbussen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een verzegeling wordt aangebracht aan de betonblok, ANPR-camera en eerste kast.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de elektriciteitskabels voor een afstand van minstens 3,8 meter, door de paal worden omsloten.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de voetplaat aan het betonblok wordt vastgemaakt via metalen pinnen met een lengte van 10-100 cm.

5. Werkwijze volgens één van de conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de elektriciteitskabel 70-150 cm onder het maaioppervlak wordt gelegd; in het betonblok omhoog wordt gebracht; en door een opening in de voetplaat binnenin de paal wordt gestoken.

6. Inrichting voor het ondersteunen van een ANPR-camera, omvattend: een elektriciteits- en aardingskabel; een betonblok met een gewicht van 1,0-1,5 ton; een paal van 4,7 tot 5,3 m hoog met een buitendiameter van 0,10 tot 0,20 m; een voetplaat, geschikt om aan een uiteinde van de camerapaal te bevestigen; een eerste en een tweede kast voor het verbinden van de elektriciteits- en aardingskabel met de ANPR-camera.

14 BE2021/6048

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de camerapaal een kabelgat omvat op een hoogte van 3,7 tot 4,7 meter, geschikt om de kabels van de ANPR-camera door te laten.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de camerapaal een deurtje omvat op een hoogte van 0,3 tot 0,8 meter.

9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de aardingsdraad een doorsnede van minstens 10 mm? heeft, bij voorkeur van 12 mm? tot 20 mm°.

10.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de eerste kast een draadloze router omvat.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de draadloze router verbonden is met een antenne in de eerste kast en een antenne erbuiten.

12.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 6-11, met het kenmerk, dat de elektriciteitskabel een EXVB kabel van 4x10mm2 of 4x25mm2 bedraagt.

13.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 6-12, met het kenmerk, dat de paal een opening omvat op een hoogte van minstens 4 meter, gemeten vanaf de voetplaat.

14.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 6-13, met het kenmerk, dat de voetplaat een aardingslip omvat, geschikt om de aarding tussen de betonblok en de paal te leiden.

15. Gebruik van de werkwijze volgens één van de conclusies 1-5 of de inrichting volgens één van de conclusies 6-14 voor het bevestigen en ondersteunen van een ANPR-camera.