BE1030088B1 - Methode voor identificeren van een flexoplaat - Google Patents
Methode voor identificeren van een flexoplaat Download PDFInfo
- Publication number
- BE1030088B1 BE1030088B1 BE20216052A BE202106052A BE1030088B1 BE 1030088 B1 BE1030088 B1 BE 1030088B1 BE 20216052 A BE20216052 A BE 20216052A BE 202106052 A BE202106052 A BE 202106052A BE 1030088 B1 BE1030088 B1 BE 1030088B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- plate
- flexo
- code
- printing
- flexo plate
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 67
- 238000007639 printing Methods 0.000 claims abstract description 119
- 238000007641 inkjet printing Methods 0.000 claims abstract description 36
- 238000012545 processing Methods 0.000 claims abstract description 12
- 238000005520 cutting process Methods 0.000 claims description 56
- 238000005406 washing Methods 0.000 claims description 16
- 238000004049 embossing Methods 0.000 claims description 11
- 229920000728 polyester Polymers 0.000 claims description 7
- 230000003287 optical effect Effects 0.000 claims description 4
- 239000011248 coating agent Substances 0.000 claims description 3
- 238000000576 coating method Methods 0.000 claims description 3
- 230000001678 irradiating effect Effects 0.000 claims description 3
- 239000000976 ink Substances 0.000 description 36
- 230000008569 process Effects 0.000 description 18
- 239000000463 material Substances 0.000 description 16
- 239000000758 substrate Substances 0.000 description 12
- VAYOSLLFUXYJDT-RDTXWAMCSA-N Lysergic acid diethylamide Chemical compound C1=CC(C=2[C@H](N(C)C[C@@H](C=2)C(=O)N(CC)CC)C2)=C3C2=CNC3=C1 VAYOSLLFUXYJDT-RDTXWAMCSA-N 0.000 description 10
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 10
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 8
- 239000002904 solvent Substances 0.000 description 7
- 239000003599 detergent Substances 0.000 description 5
- 238000001035 drying Methods 0.000 description 5
- 239000011888 foil Substances 0.000 description 5
- 238000004806 packaging method and process Methods 0.000 description 5
- 229920000642 polymer Polymers 0.000 description 5
- 238000005516 engineering process Methods 0.000 description 4
- 229920001821 foam rubber Polymers 0.000 description 4
- 230000010354 integration Effects 0.000 description 4
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 4
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 4
- 230000001681 protective effect Effects 0.000 description 4
- 239000000126 substance Substances 0.000 description 4
- OKTJSMMVPCPJKN-UHFFFAOYSA-N Carbon Chemical compound [C] OKTJSMMVPCPJKN-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 3
- 239000000853 adhesive Substances 0.000 description 3
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 description 3
- 229910052799 carbon Inorganic materials 0.000 description 3
- 239000003795 chemical substances by application Substances 0.000 description 3
- 238000010894 electron beam technology Methods 0.000 description 3
- 239000002861 polymer material Substances 0.000 description 3
- 230000003068 static effect Effects 0.000 description 3
- 238000003860 storage Methods 0.000 description 3
- 230000009471 action Effects 0.000 description 2
- 238000009776 industrial production Methods 0.000 description 2
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 2
- 238000000608 laser ablation Methods 0.000 description 2
- 239000011347 resin Substances 0.000 description 2
- 229920005989 resin Polymers 0.000 description 2
- 230000004044 response Effects 0.000 description 2
- 238000005507 spraying Methods 0.000 description 2
- 238000012360 testing method Methods 0.000 description 2
- 239000000654 additive Substances 0.000 description 1
- 230000009286 beneficial effect Effects 0.000 description 1
- 230000008859 change Effects 0.000 description 1
- 230000001427 coherent effect Effects 0.000 description 1
- 239000003086 colorant Substances 0.000 description 1
- 239000002131 composite material Substances 0.000 description 1
- 239000013039 cover film Substances 0.000 description 1
- 230000001627 detrimental effect Effects 0.000 description 1
- 238000004851 dishwashing Methods 0.000 description 1
- 239000001041 dye based ink Substances 0.000 description 1
- 239000013013 elastic material Substances 0.000 description 1
- 229920001971 elastomer Polymers 0.000 description 1
- 238000001704 evaporation Methods 0.000 description 1
- 230000008020 evaporation Effects 0.000 description 1
- 238000005562 fading Methods 0.000 description 1
- 238000007647 flexography Methods 0.000 description 1
- 238000011010 flushing procedure Methods 0.000 description 1
- 239000006261 foam material Substances 0.000 description 1
- 239000003292 glue Substances 0.000 description 1
- 230000000670 limiting effect Effects 0.000 description 1
- 239000007788 liquid Substances 0.000 description 1
- 239000011159 matrix material Substances 0.000 description 1
- 239000000203 mixture Substances 0.000 description 1
- 239000000843 powder Substances 0.000 description 1
- 230000002829 reductive effect Effects 0.000 description 1
- 230000002441 reversible effect Effects 0.000 description 1
- 239000002689 soil Substances 0.000 description 1
- 239000007921 spray Substances 0.000 description 1
- 125000000391 vinyl group Chemical group [H]C([*])=C([H])[H] 0.000 description 1
- 229920002554 vinyl polymer Polymers 0.000 description 1
- 230000000007 visual effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41N—PRINTING PLATES OR FOILS; MATERIALS FOR SURFACES USED IN PRINTING MACHINES FOR PRINTING, INKING, DAMPING, OR THE LIKE; PREPARING SUCH SURFACES FOR USE AND CONSERVING THEM
- B41N1/00—Printing plates or foils; Materials therefor
- B41N1/12—Printing plates or foils; Materials therefor non-metallic other than stone, e.g. printing plates or foils comprising inorganic materials in an organic matrix
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41M—PRINTING, DUPLICATING, MARKING, OR COPYING PROCESSES; COLOUR PRINTING
- B41M5/00—Duplicating or marking methods; Sheet materials for use therein
- B41M5/0041—Digital printing on surfaces other than ordinary paper
- B41M5/0047—Digital printing on surfaces other than ordinary paper by ink-jet printing
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41M—PRINTING, DUPLICATING, MARKING, OR COPYING PROCESSES; COLOUR PRINTING
- B41M1/00—Inking and printing with a printer's forme
- B41M1/02—Letterpress printing, e.g. book printing
- B41M1/04—Flexographic printing
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B41—PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
- B41M—PRINTING, DUPLICATING, MARKING, OR COPYING PROCESSES; COLOUR PRINTING
- B41M5/00—Duplicating or marking methods; Sheet materials for use therein
- B41M5/0041—Digital printing on surfaces other than ordinary paper
- B41M5/0064—Digital printing on surfaces other than ordinary paper on plastics, horn, rubber, or other organic polymers
-
- G—PHYSICS
- G03—PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
- G03F—PHOTOMECHANICAL PRODUCTION OF TEXTURED OR PATTERNED SURFACES, e.g. FOR PRINTING, FOR PROCESSING OF SEMICONDUCTOR DEVICES; MATERIALS THEREFOR; ORIGINALS THEREFOR; APPARATUS SPECIALLY ADAPTED THEREFOR
- G03F7/00—Photomechanical, e.g. photolithographic, production of textured or patterned surfaces, e.g. printing surfaces; Materials therefor, e.g. comprising photoresists; Apparatus specially adapted therefor
- G03F7/0012—Processes making use of the tackiness of the photolithographic materials, e.g. for mounting; Packaging for photolithographic material; Packages obtained by processing photolithographic materials
Landscapes
- Manufacture Or Reproduction Of Printing Formes (AREA)
Abstract
Een methode voor het bewerken van een flexoplaat (100, 200) aangepast voor flexodrukken, waarbij de methode omvat: - het voorzien van een flexoplaat (100, 200) omvattende een voorzijde (101), minstens gedeeltelijk voorzien van een reliëf (103) aangepast voor het maken van een afdruk via flexodrukken, en een achterzijde (102) tegenoverliggend aan de voorzijde (101), - het vervolgens aanbrengen van een code (300) op de achterzijde (102) van de flexoplaat (100, 200) aan de hand van inkjet printen, waarbij de code (300) optisch machine-leesbaar is en data encodeert omvattende informatie over de flexoplaat (100) en/of een verwijzing naar informatie over de flexoplaat (100).
Description
METHODE VOOR IDENTIFICEREN VAN EEN FLEXOPLAAT PEGOE 10056
Technisch Gebied
[01] De onderhavige uitvinding heeft algemeen betrekking op flexoplaten aangepast voor flexodrukken, meer bepaald op het identificeren van dergelijke flexoplaten en het voorzien van informatie op dergelijke flexoplaten. De uitvinding levert in het bijzonder een oplossing voor het aanbrengen van een code op een flexoplaat, welke eenvoudig te integreren is in een industrieel productieproces, en welke resulteert in een code die voldoende duurzaam is, eenvoudig machinaal kan gelezen worden, en geen enkele impact heeft op de afdrukkwaliteit.
Achtergrond van de uitvinding
[02] Flexodrukken is een druktechniek waarbij aan de hand van een flexoplaat, een flexibele plaat waarop zich een reliëf bevindt, wordt gestempeld op een substraat. De flexoplaat, ook ‘cliché’ genoemd, wordt hierbij op een plaatcilinder bevestigd, en aan de hand van inkt in een welbepaalde kleur wordt een patroon van puntjes afgedrukt op het substraat. Door achtereenvolgens verschillende cilinders te voorzien, telkens met een andere flexoplaat en een andere kleur inkt, wordt uit de samengestelde puntenpatronen een veelkleurige afbeelding bekomen. Bijvoorbeeld wordt op die manier een verpakking bedrukt, zoals dozen bedoeld voor verpakking van consumentengoederen. De kwaliteitseisen met betrekking tot de gemaakte afdruk zijn zeer hoog: de minste kleurverandering of afwijking in de afbeelding wordt ontoelaatbaar geacht.
[03] Bij het maken van de flexoplaat wordt er vertrokken van een fotopolymeerplaat, typisch bestaande uit een polyester basis met hierop een fotosensitieve hars laag of fotosensitief polymeer materiaal. In een eerste stap wordt er een masker gecreëerd boven op de fotopolymeerplaat. Bijvoorbeeld heeft de plaat een carbon toplaag en wordt hierin het gewenste drukpatroon weggebrand aan de hand van een laser. Naar het masker wordt ook gerefereerd als ‘Laser Ablation Mask’ of LAM laag. In een tweede stap wordt de onderkant van de plaat belicht aan de hand van UV licht, om de bodem uit te harden.
Daarna wordt de plaat van bovenuit met UV belicht, doorheen het masker, zodat de belichte polymeerdelen uitharden en verhoogde delen vormen. De niet- belichte, niet-uitgeharde, polymeerdelen worden verwijderd van de plaat met een uitspoelmiddel. Hierdoor wordt aan de voorzijde van de flexoplaat een reliëf bekomen, waarvan de verhoogde delen de afdruk zullen maken tijdens het eigenlijke flexodrukken. Als laatste stap in het productieproces wordt de plaat gedroogd en krijgt ze een nabelichting.
[04] Typisch wordt het proces van belichten en uitharden uitgevoerd op een moederplaat, waarbij het reliëf overeenkomend met meerdere clichés wordt aangebracht op een grote fotopolymeerplaat. Na drogen en nabelichten wordt de moederplaat gesneden op een snijtafel, zodat ze wordt opgedeeld in meerdere clichés. Een cliché heeft een grootte aangepast om op een plaatcilinder van een flexodrukmachine bevestigd te worden, en is bedoeld om één bepaalde afbeelding af te drukken. Na het gebruik van de flexoplaat voor het maken van een serie afdrukken, wordt de plaat afgewassen om de drukinkt te verwijderen. Typisch wordt de flexoplaat gestockeerd door de drukker; wanneer op een later tijdstip eenzelfde verpakking moet worden bedrukt, wordt dezelfde flexoplaat opnieuw ingezet.
[05] Gedurende het verwerken en gebruik van flexoplaten, is er de nood om deze platen te kunnen identificeren (bijvoorbeeld: voor welke afbeelding en kleur is de plaat bedoeld), en gegevens over de plaat te kunnen bijhouden (bijvoorbeeld: wanneer wordt de plaat verzonden naar de drukker, hoe vaak werd de plaat al ingezet om te drukken, enz. ). Dergelijke informatie kan los van de plaat bewaard worden, bijvoorbeeld door de plaat telkens in een specifieke map onder te brengen. Dit is echter een omslachtige en foutgevoelige manier van werken, met weinig flexibiliteit en veel manuele handelingen.
[06] Een alternatief is om de informatie op de plaat zelf aan te brengen. Dit is niet voor de hand liggend, gezien de functie van de plaat en het intensieve gebruik ervan: de plaat wordt op een cilinder gekleefd, er wordt een hoge kwaliteit-afdruk mee gemaakt, en na het drukken wordt ze afgewassen met chemische producten. Het is dus bijvoorbeeld niet mogelijk om eenvoudigweg een etiket met gegevens aan te brengen op de plaat. Ook het schrijven van gegevens op de plaat, bijvoorbeeld wanneer de plaat op de snijtafel ligt, is onvoldoende duurzaam: door het gebruik en afwassen van de plaat, verdwijnt de geschreven informatie onmiddellijk. Bovendien is dergelijk schrijfproces traag en omslachtig, en dus nadelig voor de doorlooptijd. Tenslotte is een geschreven letter- of cijfercode niet machinaal leesbaar, zodat automatische verwerking belemmerd wordt.
[07] Vanuit de nood om gegevens aan te brengen op een flexoplaat, en rekening houdend met het intensieve proces waarin de plaat zal worden gebruikt, werden in de stand der techniek oplossingen gezocht om informatie op een permanente manier aan te brengen op een flexoplaat. In
US2019/0351688A1 worden verschillende van dergelijke permanente technieken voorgesteld: graveren, laseren, en het gebruik van zogenaamde ‘microdots’. Telkens wordt een code, bijvoorbeeld een QR-code, permanent aangebracht op de plaat. De code encodeert gegevens over de plaat, of ze stelt een verwijzing voor naar een database met gegevens over de flexoplaat. De gegevens betreffen in US2019/0351688A1 voornamelijk procesparameters, waarmee diverse machines in het productieproces van de plaat kunnen worden aangestuurd.
[08] Een eerste techniek vermeld in US2019/0351688A1 betreft het graveren.
Hierbij wordt de code gegraveerd, of tot op zekere hoogte uitgesneden, in de achterzijde van de flexoplaat. Dit verzekert een permanente aanbrenging van de code. Een nadeel van graveren is echter dat hiermee quasi geen kleurcontrasten bekomen worden. Een QR-code die op deze manier is aangebracht, kan bijgevolg niet met een courante QR-code scanner worden gelezen. Een ander nadeel van graveren is dat, indien de code wordt gegraveerd in de achterzijde van de plaat, ter hoogte van het reliëf op de voorkant, er een substantieel risico is op kwaliteitsverlies bij het drukken: het graveren neemt materiaal van de plaat weg, zodat het risico ontstaat dat de gravering doordrukt, en dus zichtbaar wordt in de afdruk. Het is ook mogelijk om de code te graveren op een zijrand van de plaat, naast het reliëf. Echter, in dat geval dient er op de flexoplaat plaats te worden voorzien louter voor het aanbrengen van de code. Dit is ongewenst, gezien men liefst de oppervlakte van de plaat maximaal inzet voor het eigenlijke drukken en dus liefst zo veel mogelijk clichés uit één moederplaat haalt. Tenslotte kan het graveren de sterkte van een flexoplaat aantasten, voornamelijk bij dunne flexoplaten.
Hierdoor ontstaat een risico op scheuren, wanneer de plaat onder spanning staat na het bevestigen op een drukrol.
[09] Een tweede techniek vermeld in US2019/0351688A1 betreft het laseren.
Hierbij wordt een laser gebruikt om de code te branden in de achterkant van de plaat. Het branden resulteert in zekere grijswaarden. Echter, het contrast dat hiermee gepaard gaat is onvoldoende om machinale leesbaarheid te garanderen. Bovendien veroorzaakt ook een gelaserde code verlies aan kwaliteit bij het drukken: de warmtetoevoer die gepaard gaat met het laseren laat het materiaal van de plaat lokaal uitzetten, en beïnvloedt op die manier het reliëf aan de voorzijde. Dergelijke wijzigingen in het reliëf, hoe klein ook, zijn zichtbaar in het drukresultaat, en dus ontoelaatbaar. Ook hier is een alternatief om de code te laseren op een zone naast het reliëf, wat opnieuw het nadeel heeft dat minder oppervlak beschikbaar is voor het eigenlijke drukken.
[10] De derde techniek in US2019/0351688A1, waarop de eigenlijke focus ligt, betreft het gebruik van zogenaamde microdots. Hiermee wordt de code geïntegreerd of ingebed in het reliëf op de voorkant van de flexoplaat. De microdots zijn clusters van zeer kleine openingen welke in het masker op de fotopolymeerplaat (LAM laag) worden aangebracht. Hierdoor worden tijdens het vormen van het eigenlijke reliëf, ook de delen onder de microdots belicht, zodat deze tevens tot een verhoogde structuur uitharden. Echter, gezien de kleine openingen van de microdots, en de bijgevolg lagere intensiteit aan UV- belichting, worden de gevormde structuren onder de microdots minder hoog dan het eigenlijke reliëf dat voor afdrukken zal worden gebruikt. Op die manier wordt, aan de hand van (licht) verhoogde structuren, een watermerk op de plaat aangebracht, ingebed tussen de verhogingen van het eigenlijke reliëf. Het watermerk laat toe om een QR-code op de plaat voor te stellen, maar wordt ter 021005 gevolge van de beperkte hoogte niet mee afgedrukt.
[11] Met deze techniek wordt een permanent aangebrachte code bekomen, die zelfs in staat is om het uitwassen van niet-uitgeharde delen polymeer te overleven. Echter, ook al is het opzet om ‘non-printing structures’ te maken aan de hand van de microdots, er blijft een risico bestaan dat dit een zichtbare afwijking geeft in de afdruk, zeker bij dunne flexoplaten. Er wordt dan ook aangeraden in US2019/0351688A1 om overlap tussen de non-printing structures en bepaalde details in het af te drukken beeld te vermijden. Tevens wordt de optie voorgesteld om de code te vormen op een teststrip, i.e. een zone naast het eigenlijke reliëf. De teststrip wordt verwijderd alvorens er met de plaat wordt gedrukt, wat een substantieel verlies aan materiaal betekent dat niet voor het eigenlijke drukken kan worden ingezet.
[12] Daarnaast dient het watermerk dat via de microdots wordt bekomen machinaal leesbaar te zijn. Echter, gezien het gebrek aan kleurcontrasten in het watermerk, zal dit niet mogelijk zijn met een standaard QR-code scanner en dus specifieke technologie vereisen. US2019/0351688A1 vermeldt zelf dat aangepaste condities dienen te worden gekozen om de leesbaarheid te verbeteren, bijvoorbeeld de keuze voor gereflecteerd licht onder een bepaalde hoek.
[13] Tenslotte betreft het werken met microdots een complexe techniek.
Inderdaad wordt in US2019/0351688A1 aangegeven dat het creëren van licht verhoogde structuren aan de hand van microdots uitdagingen meebrengt wat betreft het genereren van de beeldbestanden, het maken van het masker, en het uitharden van de plaat. Specifieke kennis en technologie zijn dus vereist om deze techniek succesvol toe te passen. Dit belet de algemene inzetbaarheid van de techniek en een eenvoudige integratie ervan in een bestaand industrieel proces. Ook het additionele werk dat nodig is om bij het maken van de te drukken beeldbestanden geschikte posities te vinden voor het watermerk dat met de non-printing structures wordt aangebracht, maakt de methode omslachtiger en dus minder eenvoudig industrieel toepasbaar.
[14] Samengevat voorzien de oplossingen in de stand der techniek manieren om een code aan te brengen op een flexoplaat op een permanente, blijvende manier, maar brengt dit nadelen met zich mee op vlak van afdrukkwaliteit, machinale leesbaarheid, en industriële toepasbaarheid.
[15] Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een oplossing te beschrijven die één of meerdere van de beschreven nadelen van oplossingen uit de stand der techniek overwint. Meer specifiek is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een oplossing voor te stellen voor het aanbrengen van een code op een flexoplaat, welke eenvoudig te integreren is in een industrieel productieproces, en welke resulteert in een code die voldoende duurzaam is, eenvoudig machinaal kan gelezen worden, en geen enkele impact heeft op de afdrukkwaliteit.
Samenvatting van de Uitvinding
[16] Volgens een eerste aspect van onderhavige uitvinding worden de hierboven geïdentificeerde doelstellingen verwezenlijkt door een methode voor het bewerken van een flexoplaat aangepast voor flexodrukken, zoals gedefinieerd door conclusie 1, waarbij deze methode omvat: - het voorzien van een flexoplaat omvattende een voorzijde, minstens gedeeltelijk voorzien van een reliëf aangepast voor het maken van een afdruk via flexodrukken, en een achterzijde tegenoverliggend aan de voorzijde, - het vervolgens aanbrengen van een code op de achterzijde van de flexoplaat aan de hand van inkjet printen, waarbij de code optisch machine- leesbaar is en data encodeert omvattende informatie over de flexoplaat en/of een verwijzing naar informatie over de flexoplaat.
[17] Met andere woorden heeft de uitvinding betrekking op een methode voor het bewerken van een flexoplaat. Een flexoplaat verwijst naar een drukplaat gemaakt uit een flexibel of elastisch materiaal. Typisch betreft het een flexibele fotopolymeer plaat, al zijn ook andere materialen mogelijk zoals bijvoorbeeld rubber. De flexoplaat heeft een voorzijde en een achterzijde. De voorzijde verwijst naar de kant van de plaat waarop zich een reliëf bevindt, namelijk een patroon van verhoogde delen waarmee een afdruk kan worden gemaakt. De plaat is op die manier aangepast voor flexodrukken, flexodruk of flexografie: na bevestiging op een plaatcilinder, en aanbrengen van inkt op het reliëf van de flexoplaat, kan een afdruk worden gestempeld op een substraat aan de hand van de verhoogde delen voorzien in het reliëf.
[18] Het creëren van het reliëf op de voorzijde van de flexoplaat gebeurt door te vertrekken van een fotopolymeer moederplaat. Typisch bestaat deze uit een een polyester basis met hierop een fotosensitieve hars laag of fotosensitief polymeer materiaal. Op de fotopolymeer moederplaat wordt vooreerst een masker gecreëerd. Bijvoorbeeld wordt een carbon toplaag aangebracht en wordt het gewenste patroon weggebrand in de carbon toplaag aan de hand van een laser. Vervolgens wordt de onderkant van de plaat belicht aan de hand van
UV licht, om de bodem uit te harden. Daarna wordt de plaat van bovenuit met
UV belicht, doorheen het masker, zodat de belichte polymeerdelen uitharden.
Hierdoor wordt een reliëf bekomen waarvan de verhoogde delen de afdruk zullen maken. De niet-belichte delen worden verwijderd met een uitspoelmiddel.
Tenslotte wordt de plaat gedroogd en krijgt ze een nabelichting. De methode volgens het eerste aspect van de uitvinding omvat als eerste stap het voorzien van een flexoplaat, waarbij de flexoplaat aan haar voorzijde reeds een reliëf omvat. Het proces voor het creëren van de flexoplaat met reliëf is dus uitgevoerd voorafgaand aan deze methode.
[19] Typisch wordt het proces voor het creëren van een reliëf uitgevoerd op een moederplaat, en wordt daarna de moederplaat gesneden in meerdere afzonderlijke delen, ook clichés genoemd. Een cliché is aangepast om op een cilinder van een flexodrukmachine te worden bevestigd, en hiermee één welbepaalde afbeelding af te drukken. In de context van deze aanvraag kan flexoplaat enerzijds verwijzen naar een moederplaat, voorafgaand aan het snijden, die aan haar voorzijde meerdere van elkaar gescheiden zones met een reliëf, telkens overeenkomend met een andere afbeelding, bevat. Anderzijds kan flexoplaat tevens verwijzen naar een afzonderlijk cliché, met aan de voorzijde één aaneensluitende zone met reliëf overeenkomend met één afbeelding, en bekomen uit de moederplaat na snijden.
[20] De methode omvat het aanbrengen van een code op de flexoplaat, nadat het proces voor het creëren van het reliëf werd beëindigd. Hierbij wordt de code aangebracht op de achterzijde van de flexoplaat, dus de zijde waarop zich geen reliëf bevindt. De code is optisch machine-leesbaar, wat betekent dat ze via een scanning techniek machinaal gelezen kan worden. Naar de code kan tevens worden verwezen als een machine-leesbaar optisch label, of een scanbare code, beeld of kenteken. Bijvoorbeeld is het een ééndimensionale of lineaire barcode waarbij data is geëncodeerd via variaties in de breedte van en ruimte tussen parallelle lijnen. In een andere uitvoeringsvorm is de code een tweedimensionale code, 2D-code, 2D-barcode, matrix code of digimarc.
Variaties in het tweedimensionale patroon laten toe om data te encoderen, en de extra dimensie zorgt voor een grotere variatie in data die kan worden voorgesteld dan het geval is bij een ééndimensionale code. In een uitvoeringsvorm is de code een QR-code of Quick Response code.
[21] Aan de hand van de code wordt data voorgesteld in een visuele, machine-leesbare vorm. Het machinaal lezen van de code gebeurt typisch aan de hand van een lezer of scanner, waarvoor verschillende types technologie mogelijk zijn. Bijvoorbeeld is de lezer een laser scanner, waarbij de lichtintensiteit van terugkaatsende lichtstralen wordt gemeten. In een ander voorbeeld gebeurt het machinaal lezen aan de hand van een camera en beeldverwerkingssoftware. Hierbij wordt eerst een beeld of foto gemaakt van de code, waarna aan de hand van een beeldverwerkingsalgoritme het patroon in het beeld wordt geanalyseerd en geïnterpreteerd. De scanner kan een apparaat zijn specifiek bedoeld voor het lezen van codes, of het kan geïntegreerd zijn in een ander toestel, bijvoorbeeld in een smartphone, tablet of camera. Het optisch machine-leesbaar zijn van de code verwijst dus naar een code die aan de hand van een scanner kan worden gelezen en gedecodeerd, om de data die erin vervat zit af te leiden.
[22] In een uitvoeringsvorm omvat de in de code geëncodeerde data rechtstreeks informatie over de flexoplaat. In een andere uitvoeringsvorm omvat de in de code geëncodeerde data een verwijzing, bijvoorbeeld een link of koppeling naar een database of gegevensbestand waarin informatie over flexoplaten wordt opgeslagen. Informatie over de flexoplaat kan diverse types van informatie betreffen. Bijvoorbeeld zijn in de informatie identificatiegegevens aanwezig, die aangeven welke afbeelding er met deze plaat wordt afgedrukt en voor welke kleur de plaat bedoeld is. In een ander voorbeeld zijn in de informatie gegevens vervat over de status van de plaat, bijvoorbeeld hoe vaak de plaat reeds werd gebruikt voor flexodrukken. In nog een ander voorbeeld zijn logistieke gegevens opgenomen in de informatie, bijvoorbeeld wanneer de flexoplaat naar de drukker zal worden verzonden, of op welke plaats in het magazijn de plaat ligt opgeslagen.
[23] Binnen de methode volgens het eerste aspect van de uitvinding gebeurt het aanbrengen van de code op de achterzijde van de flexoplaat aan de hand van inkjet printen. Inkjet printen verwijst naar het spuiten of projecteren van druppels vloeibare inkt op een substraat, in dit geval de flexoplaat. Met andere woorden wordt bij inkjet printen een straal of sproeistraal van inkt gecreëerd, waarbij de druppels inkt die op het substraat worden geschoten de geprinte afbeelding of tekst vormen. Binnen verschillende uitvoeringsvormen zijn diverse technieken mogelijk om het inkjet printen tot stand te brengen. In een eerste voorbeeld wordt gebruik gemaakt van een continu inkjet proces, waarbij een continue stroom van kleine inktdruppels wordt gecreëerd, en overbodige druppels worden afgeleid en verzameld. In een tweede voorbeeld wordt gebruik gemaakt van een drop-on-demand of druppel-op-vraag proces, waarbij een druppel pas wordt gecreëerd wanneer deze vereist is voor de afdruk. Het creëren van een druppel kan hierbij op verschillende manieren gebeuren, zoals op mechanische wijze, op elektrische wijze, met gebruik van piëzo-elektrisch materiaal, of op thermische wijze, door gebruik te maken van uitzetting of verdamping onder invloed van warmte. Het creëren van de ink jet kan gebeuren aan de hand van een statische printkop, waarbij het substraat beweegt. In een andere uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van een verplaatsbare printkop, waarvan de beweging bijvoorbeeld automatisch wordt gestuurd. In dat geval blijft het substraat, in dit geval de flexoplaat waarop de code wordt geprint, statisch tijdens het inkjet printen.
[24] De code kan worden geprint in eender welke kleur, zolang er voldoende contrast kan worden waargenomen tussen de kleur van de code en de kleur van de flexoplaat. Typisch wordt de code aan de hand van zwarte of donkere inkt geprint. Qua type inkt zijn bijvoorbeeld een kleurstof-gebaseerde inkt of een gepigmenteerde inkt mogelijk. In het bijzonder kan worden gekozen voor een resistent type inkt, om de hechting van de inkt aan de flexoplaat te optimaliseren.
[25] Het printen van de code op de plaat kan bijvoorbeeld gebeuren in de omgeving waar de flexoplaat wordt gemaakt, na het proces voor het creëren van het reliëf. Dit kan in een apart processtap gebeuren, bijvoorbeeld een stap onmiddellijk na het drogen en nabelichten van de moederplaat, of een stap volgend op het snijden van de moederplaat in afzonderlijke clichés. Het printen kan ook in combinatie gebeuren met een andere processtap. Bijvoorbeeld kan de plaat worden gepositioneerd op de snijtafel waarna de plaat wordt gesneden en de code wordt geprint of vice versa. Het is tevens mogelijk dat de code pas wordt aangebracht in de omgeving waar het drukken gebeurt. Bijvoorbeeld wordt de code op de plaat geprint na aankomst bij de drukker, vooraleer de plaat de eerste keer wordt gebruikt voor flexodrukken.
[26] De uitvinding gaat gepaard met diverse voordelen. Vooreerst laat het inkjet printen toe om eender welke vorm te printen. Het is dus mogelijk om een code met complex patroon te printen, waarin veel verschillende gegevens kunnen worden geëncodeerd, en waarin tevens een link of koppeling naar een database kan worden weergegeven. Dit laatste maakt het mogelijk om allerlei metadata te koppelen met de plaat, waarbij deze data flexibel aanpasbaar is.
[27] Vervolgens laat het printen toe een code aan te brengen met voldoende contrast tussen het patroon van de code en de achtergrond van de plaat. Dit laat een eenvoudige en robuuste machinale lezing toe, zelfs met de reflecterende achtergrond van de plaat. Het machinaal lezen kan hierbij met een standaard scanner of lezer gebeuren, bijvoorbeeld een standaard QR-code lezer aanwezig in een smartphone; er is geen bijzondere technologie vereist op dit vlak.
[28] Bovendien betreft het inkjet printen puur het projecteren of sproeien van druppels op de flexoplaat, waarbij de druppels zich hechten aan de plaat en een dunne laag inkt ontstaat op de achterzijde van de flexoplaat. Dit gaat niet gepaard met thermische of fysische veranderingen in het materiaal van de plaat.
Bijgevolg is er geen enkele impact op het reliëf aan de voorzijde van de flexoplaat. De code kan dus worden aangebracht op de achterzijde van de plaat, ter hoogte van het reliëf aan de voorzijde, zonder dat er enige impact is op de afdrukkwaliteit. De kwaliteit van het flexodrukken, waarvoor de strengste vereisten gelden, blijft dus optimaal gegarandeerd. Bovendien dient er op de plaat geen plaats te worden voorbehouden voor de code; het beschikbare plaatmateriaal kan dus maximaal worden ingezet voor het eigenlijke drukken.
Het feit dat het plaatmateriaal geen fysische veranderingen ondergaat door het printen van de code, maakt tevens dat haar sterkte niet verminderd wordt, wat gunstig is voor de levensduur van de plaat.
[29] Daarnaast wordt de code door het inkjet proces aan de plaat gehecht, op een niet-permanente, maar toch voldoend duurzame manier. Inderdaad, de geprinte code kan terug worden afgewassen, bijvoorbeeld door er rechtsreeks op te wrijven met een chemisch afwas- of spoelmiddel. De geprinte code is dus niet permanent of blijvend zoals dat bij een gegraveerde, gelaserde of in het reliëf ingebedde code het geval is. Echter, de code is voldoende duurzaam, in de zin dat ze een courant aantal wasbeurten, telkens uitgevoerd na het drukken met de plaat, kan overleven. Ook kunnen extra maatregelen worden genomen om de duurzaamheid van de aanhechting verder te verbeteren. Bijvoorbeeld wordt de aanhechting bevorderd door de code te bestralen met UV licht na afloop van het inkjet printen. Ook kan het afwassen van de plaat gebeuren wanneer de flexoplaat nog op de plaatcilinder zit, zodat enkel de voorzijde van de plaat wordt afgewassen. Een andere mogelijke maatregel is om alvorens de plaat wordt afgewassen, een folie aan te brengen over de code.
[30] Tenslotte is de inkjet techniek ook voordelig wat betreft de integratie in het productieproces. Er is namelijk geen complexe installatie of gespecialiseerde kennis vereist om het inkjet printen uit te voeren, en alle andere stappen in het productieproces kunnen worden uitgevoerd zoals normaal. Het printen kan ook eenvoudig gecombineerd worden met andere stappen in het productieproces, zoals het snijden, wat de efficiëntie ten goede komt. Printen van een code aan de hand van inkjet verloopt ook snel, substantieel sneller dan bijvoorbeeld geautomatiseerd schrijven of laseren van een code. Dit draagt bij tot een korte doorlooptijd.
[31] Samengevat resulteert het inkjet printen van een code op een flexoplaat weliswaar in een code die niet blijvend is zoals bij gebruik van bestaande permanente technieken, maar worden substantiële voordelen bekomen op vlak van leesbaarheid van de code, kwaliteit van het flexodrukken, en industriële toepasbaarheid. Op verrassende wijze werd gevonden dat dergelijk eenvoudige inkjet print-techniek een betere invulling geeft van de geldende vereisten met betrekking tot flexoplaten, gezien de bekomen voordelen zwaarder doorwegen dan het feit dat de code niet permanent is. Met andere woorden: waar bestaande oplossingen steeds uitgaan van de meer voor de hand liggende keuze voor een permanente techniek, maar vervolgens met belangrijke nadelen worden geconfronteerd, werd binnen de uitvinding op verrassende wijze gevonden dat door enigszins in te leveren op vlak van duurzaamheid, substantiële voordelen bekomen worden die van cruciaal belang zijn in de context van flexodrukken.
[32] Optioneel, volgens conclusie 2, wordt de code aangebracht op de achterzijde van het drukgedeelte van de flexoplaat. De flexoplaat bestaat uit twee gedeeltes: een drukgedeelte en een randgedeelte. Het drukgedeelte is het gedeelte van de plaat waarop zich aan de voorzijde het reliëf voor afdrukken bevindt. Het randgedeelte is het gedeelte van de plaat waarop zich aan de voorzijde geen reliëf voor afdrukken bevindt. Is de flexoplaat onder de vorm van een afzonderlijk cliché, dan vormt het drukgedeelte één samenhangend geheel, met een reliëf aan de voorzijde bedoeld voor één afbeelding. Is de flexoplaat onder de vorm van een moederplaat, dan bestaat het drukgedeelte uit meerdere van elkaar gescheiden zones, waarbij elke zone aan de voorzijde een reliëf heeft bedoeld voor één afbeelding. De code wordt geprint met inkjet printen, op de achterzijde van het drukgedeelte. De code bevindt zich na printen dus ‘achter’ het reliëf. In geval er geprint wordt op een moederplaat, kunnen meerdere codes worden geprint op de achterzijde, telkens achter een overeenkomstig reliëf. Met andere woorden: de code wordt aangebracht op de achterzijde van de flexoplaat, ter hoogte van het reliëf aan de voorzijde. Dit heeft als voordeel dat het oppervlak van de flexoplaat maximaal kan worden ingezet voor het aanbrengen van een reliëf. Typisch loopt op een flexoplaat het reliëf door aan de boven- en onderzijde, en is er enkel aan de zijkanten nog een smalle rand zonder reliëf, bijvoorbeeld bedoeld als steunbanden. De breedte van deze randen kan dus klein worden gehouden, gezien er geen rekening moet worden gehouden met plaats nodig voor de code. Omgekeerd kan de code ook voldoende groot worden afgeprint; in principe is de volledige oppervlakte van de achterzijde van het cliché beschikbaar.
[33] Optioneel, volgens conclusie 3, omvat de methode verder: - het positioneren van de flexoplaat op een snijtafel; - het snijden van de flexoplaat terwijl de flexoplaat op de snijtafel ligt, waarbij de flexoplaat wordt verdeeld in meerdere afzonderlijke delen; - het aanbrengen van de code aan de hand van inkjet printen terwijl de flexoplaat op de snijtafel ligt, voorafgaand aan of volgend op het snijden.
Een snijtafel is een tafel met vlak oppervlak waarop de flexoplaat, typisch een moederplaat waarop meerdere van elkaar gescheiden reliëfs werden aangebracht, nauwkeurig kan worden gepositioneerd alvorens deze te snijden.
Bij het snijden wordt de moederplaat opgedeeld in meerdere afzonderlijke clichés, elk met een reliëf op de voorzijde bedoeld voor één af te drukken afbeelding. Typisch gebeurt het snijden aan de hand van een verplaatsbare snijkop, welke automatisch wordt aangestuurd na inlezen van informatie over de te snijden delen. Het inkjet printen gebeurt terwijl de snijplaat gepositioneerd ligt op de snijtafel, na afloop van het snijden of voorafgaand aan het snijden. Dit heeft als voordeel dat, in functie van zowel het snijden als het printen, de flexoplaat slechts één keer nauwkeurig moet gepositioneerd worden, wat bijdraagt tot een verhoogde efficiëntie van het proces.
[34] Optioneel, volgens conclusie 4, gebeurt het aanbrengen van de code aan de hand van een verplaatsbare printkop aangepast voor inkjet printen. Dit betekent dat de flexoplaat statisch blijft gedurende het printen, terwijl de printkop bewogen wordt naar de positie waar er moet geprint worden. De aansturing van de printkop verloopt typisch geautomatiseerd, waarbij de printpositie(s) worden berekend uit informatie over de positie van clichés op de moederplaat, en één of meerdere actuatoren de beweging tot stand brengen. Bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van een robot met meerdere assen, of van een systeem waarmee de printkop volgens een X- en Y-as kan verplaatst worden. In een uitvoeringsvorm wordt voor de verplaatsing van de printkop gebruik gemaakt van dezelfde robot of hetzelfde systeem als voor de verplaatsing van de snijkop, zodat de print- en snijkop kunnen worden aangestuurd met dezelfde actuatoren en volgens dezelfde assen. Dit draagt bij tot een kostefficiënte installatie.
[35] Optioneel, volgens conclusie 5 wordt de code aangebracht met een resistent type inkt, aangepast voor hechting op polyester. Dit betekent dat voor het inkjet printen gebruik wordt gemaakt van een type inkt dat specifiek is aangepast voor een goede hechting op polyester, zijnde het materiaal waaruit de drager van de flexoplaat, en dus de achterkant van de flexoplaat, is opgebouwd. Bijvoorbeeld heeft de inkt een aangepaste samenstelling, met specifieke additieven of solventen die de aanhechting verbeteren. Bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van een sneldrogende solvent-gebaseerde inkt voor industrieel inkjet printing, of een PVC inkt of vinyl inkt. Ook kan worden gebruik gemaakt van een UV inkt (Engels: ‘UV-curable ink’), LED inkt of EB inkt, welke zijn aangepast om aan de hand van ultraviolet of zichtbaar licht, of een elektronenstraal (electron beam, EB), een uitharding tot stand te brengen en zo de hechting aan het substraat te verbeteren.
[36] Optioneel, volgens conclusie 6, omvat de methode verder het bestralen van de code met UV licht na afloop van het inkjet printen. Bijvoorbeeld gebeurt het inkjet printen met een UV inkt of LED inkt, en wordt de code nadien bestraald met UV (Ultraviolet) licht, waarbij een uitharding plaatsvindt. Er treedt bijgevolg een reactie op, die ervoor zorgt dat de aanhechting van de inkt op het substraat, in dit geval de flexoplaat, verbetert.
[37] Volgens een tweede aspect van onderhavige uitvinding worden de hierboven geïdentificeerde doelstellingen verwezenlijkt door een flexoplaat aangepast voor flexodrukken, zoals gedefinieerd door conclusie 7, waarbij de flexoplaat omvat: - een voorzijde, minstens gedeeltelijk voorzien van een reliëf aangepast voor het maken van een afdruk via flexodrukken, en een achterzijde tegenoverliggend aan de voorzijde, - een optisch machine-leesbare code aangebracht op de achterzijde aan de hand van inkjet printen, waarbij de code data encodeert omvattende informatie over de flexoplaat en/of een verwijzing naar informatie over de flexoplaat.
[38] De flexoplaat volgens het tweede aspect van de uitvinding, is dus een flexoplaat waarop een code werd geprint met inkjet printen, volgens een methode gedefinieerd met betrekking tot het eerste aspect van de uitvinding.
Een flexoplaat met inkjet geprinte code heeft als voordeel dat gegevens op een flexibele manier met de plaat kunnen worden gekoppeld, de code voldoende duurzaam is, de code machine-leesbaar is op robuuste wijze met een standaard lezer, en de aangebrachte code geen impact heeft op de kwaliteit van het flexodrukken.
[39] Optioneel, volgens conclusie 8, bestaat de flexoplaat uit een drukgedeelte en een randgedeelte, waarbij het reliëf zich bevindt op de voorzijde van het drukgedeelte en de voorzijde van het randgedeelte geen reliëf bevat, en bevindt de code zich op de achterzijde van het drukgedeelte. Dit heeft als voordeel dat quasi het volledige oppervlak van de plaat beschikbaar is voor het aanbrengen van reliëf aan de voorzijde, en de code ook voldoende groot kan worden aangebracht.
[40] Optioneel, volgens conclusie 9, is de code een tweedimensionale code. 0006
Een tweedimensionale code verwijst naar een patroon met variaties in twee dimensies. De variaties in twee dimensies laten toe om een groot aantal verschillende gegevens voor te stellen, waarbij tevens de mogelijkheid bestaat om een link of koppeling voor te stellen.
[41] Optioneel, volgens conclusie 10, is de code een QR-code. Een QR-code of Quick Response code is een gestandaardiseerd formaat van een tweedimensionale code. Het QR-formaat laat een snelle lezing en decodering toe, en door het wijdverspreid gebruik ervan, zijn QR-code lezers en bijhorende software standaard beschikbaar.
[42] Optioneel, volgens conclusie 11, omvat de informatie over de flexoplaat een identificatiegegeven dat aangeeft welke afdruk bekomen wordt bij flexodrukken met de flexoplaat. Het identificatiegegeven geeft bijvoorbeeld aan voor welke kleur en soort verpakking de plaat is bedoeld; bijvoorbeeld geeft het identificatiegegeven aan dat met een specifieke flexoplaat de blauwe puntjes van waspoederverpakking X worden afgedrukt. De code laat bijgevolg toe om op elk moment in het productie- of drukproces de plaat correct te identificeren, op een eenvoudige en flexibele manier.
[43] Volgens een derde aspect van onderhavige uitvinding worden de hierboven geïdentificeerde doelstellingen verwezenlijkt door een gebruik van een flexoplaat, zoals gedefinieerd door conclusie 12, waarbij het gebruik omvat: - het voorzien van een flexoplaat volgens het tweede aspect van de uitvinding; - het verzamelen van informatie over de flexoplaat door optisch machinaal lezen en decoderen van de code.
Het optisch machinaal lezen verwijst naar het lezen van de code aan de hand van een lezer of scanner, bijvoorbeeld een laser scanner of camera. Het decoderen verwijst naar het afleiden van de data voorgesteld in de code, bijvoorbeeld aan de hand van een beeldverwerkingsalgoritme dat het patroon analyseert en interpreteert. De scanner kan een apparaat zijn specifiek bedoeld voor het lezen van codes, of het kan geïntegreerd zijn in een ander toestel,
bijvoorbeeld in een smartphone, tablet of camera. Het lezen van de code kan gebeuren bij de partij die de flexoplaat maakt.
[44] Het gebruik van de flexoplaat volgens het derde aspect van de uitvinding kan gecombineerd worden met de methode volgens het eerste aspect van de uitvinding. Bijvoorbeeld wordt de code aan de hand van inkjet printen aangebracht op de plaat door de partij die de flexoplaat maakt, i.e. na het creëren van het reliëf op de plaat, en gebruikt deze partij vervolgens de code om informatie over de plaat te verzamelen, bijvoorbeeld af te lezen naar welke drukker de plaat dient verzonden te worden. In een ander voorbeeld wordt de code door de drukker op de plaat geprint aan de hand van inkjet printen, en gebruikt de drukker de code vervolgens om informatie over de plaat te verzamelen, bijvoorbeeld af te lezen hoe vaak de plaat reeds werd gebruikt voor flexodrukken. In nog een ander voorbeeld wordt de code geprint op de plaat door de partij die de flexoplaat maakt, i.e. het reliëf creëert, en wordt nadien door de partij die met de flexoplaat drukt, de code gebruikt om informatie te verzamelen.
[45] Optioneel, volgens conclusie 13, omvat het gebruik van de flexoplaat verder: - het decoderen van de code, resulterend in een verwijzing naar een databank; - het aanpassen van informatie over de flexoplaat in de databank.
Dit betekent dat met de code een verwijzing wordt voorgesteld, eventueel aangevuld met andere data. Een verwijzing is een link of koppeling, bijvoorbeeld naar een databank, database of gegevensbestand waarin informatie over flexoplaten wordt opgeslagen. Het encoderen van een verwijzing laat toe om de informatie die met de plaat wordt meegegeven variabel te maken, en dus flexibel aanpasbaar.
[46] Optioneel, volgens conclusie 14, omvat het gebruik van de flexoplaat verder:
- het flexodrukken na bevestiging van de flexoplaat op een plaatcilinder, waarbij een afdruk wordt gemaakt aan de hand van het reliëf op de voorzijde van de flexoplaat; - het afwassen van de voorzijde van de flexoplaat na het flexodrukken, waarbij de flexoplaat bevestigd blijft op de plaatcilinder tijdens het afwassen.
Een plaatcilinder verwijst naar de rol waarop de flexoplaat wordt gemonteerd alvorens er mee af te drukken. Hierbij wordt de achterzijde van de flexoplaat typisch gelijmd of gekleefd op de plaatcilinder. Het reliëf van de flexoplaat, aan de voorzijde, wordt vervolgens van inkt voorzien om ermee af te drukken. Na het drukken wordt de flexoplaat afgewassen, typisch met een chemisch afwasmiddel of spoelmiddel dat solventen bevat. Wanneer het afwassen plaats vindt terwijl de flexoplaat nog op de plaatcilinder gemonteerd is, dan wordt enkel de voorzijde van de flexoplaat afgewassen. Hierdoor komt de achterzijde van de flexoplaat, en dus de hierop geprinte code, niet in contact met het afwasmiddel. Dit draagt bij tot een verbeterde duurzaamheid, waarbij de code lange tijd zichtbaar blijft op de plaat.
[47] Optioneel, volgens conclusie 15, omvat het gebruik van de flexoplaat verder: - het flexodrukken na bevestiging van de flexoplaat op een plaatcilinder, waarbij een afdruk wordt gemaakt aan de hand van het reliëf op de voorzijde van de flexoplaat; - het afnemen van de flexoplaat van de plaatcilinder na het flexodrukken; - het aanbrengen van een bedekking over de code na het afnemen; - het afwassen van de flexoplaat na het aanbrengen van de bedekking.
Deze methode vormt een alternatief voor het afwassen van de flexoplaat terwijl de plaat op de plaatcilinder gemonteerd is. Binnen dit alternatief wordt de flexoplaat, na afloop van het drukken, van de plaatcilinder afgenomen.
Vervolgens wordt een bedekking aangebracht over de code op de achterzijde van de plaat. Bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van een herbruikbare folie met een zelfklevende rand, waarbij deze rand omheen de code wordt gekleefd en de rest van de folie de code bedekt zonder eraan te kleven. Eens de code is afgedekt, wordt de flexoplaat afgewassen, om de drukinkt te verwijderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld in een bad met een chemisch afwasmiddel of spoelmiddel,
typisch voorzien van solventen. Hierbij komt zowel de voor- als achterzijde van de plaat in contact met het afwasmiddel. Echter, gezien de aangebrachte bedekking is er geen rechtstreeks contact met de geprinte code. Dit draagt bij tot een verbeterde duurzaamheid, waarbij de code lange tijd zichtbaar blijft op de plaat.
Korte Beschrijving van de Tekeningen
[48] Fig. 1 illustreert een flexoplaat of cliché, in vooraanzicht en in zijaanzicht.
[49] Fig. 2 illustreert een flexoplaat of moederplaat, aangepast om op te delen in meerdere clichés.
[50] Fig. 3 toont een optisch machine-leesbare code aangebracht op de achterzijde van een flexoplaat aan de hand van inkjet printen, volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
[51] Fig. 4 illustreert de verschillende stappen voor het creëren, bewerken, verwerken en gebruik van een flexoplaat, en hoe een methode volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kadert in dit geheel.
[52] Fig. 5 illustreert een snijtafel met verplaatsbare snij- en printkop, aangepast voor het uitvoeren van een methode volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
[53] Fig. 6 illustreert het gebruik van een flexoplaat of cliché voor het flexodrukken op een substraat.
Gedetailleerde Beschrijving van de Uitvoeringsvormen
[54] Fig. 1 toont een flexoplaat 100 onder de vorm van een cliché. Fig. 1(a) toont een vooraanzicht, en Fig. 1(b) een zijaanzicht. De flexoplaat 100 heeft een voorzijde 101 en een achterzijde 102. Aan de voorzijde bevindt zich een reliëf 103, bestaande uit verhoogde delen. De vorm van het reliëf bepaalt het uitzicht van de afbeelding die met de flexoplaat 100 wordt afgedrukt. In de figuur wordt het reliëf louter illustratief weergegeven. De flexoplaat bestaat uit een drukgedeelte 104 en een randgedeelte 105. Op het drukgedeelte 105 bevindt zich aan de voorzijde het reliëf 103. Het randgedeelte 105 heeft aan de voorzijde geen reliëf. Het randgedeelte 105 is bijvoorbeeld uitgevoerd als steunbalken.
De flexoplaat 100 is uitgevoerd in een flexibel materiaal, typisch met een basis of achterkant 102 in polyester. Het reliëf 103 is gevormd via het uitharden van fotosensitief polymeer materiaal. Typisch is het materiaal van de plaat in zekere mate reflecterend. Verschillende diktes zijn mogelijk afhankelijk van de toepassing, bijvoorbeeld een dunne flexoplaat van 1.14 mm of een dikkere flexoplaat van 3.5 mm of meer.
[55] Fig. 2 illustreert een flexoplaat 200 onder de vorm van een moederplaat.
Typisch gebeurt het uithardingsproces, met vorming van een reliëf, op een grote moederplaat, bijvoorbeeld met een oppervlakte van 2.5 vierkante meter. Op de moederplaat 200 zijn dan meerdere van elkaar gescheiden zones met reliëf 103 aanwezig. In een snijproces wordt vervolgens de moederplaat 200 opgedeeld in meerdere clichés 100, waarbij met elk cliché telkens een andere afbeelding kan worden afgedrukt. De moederplaat 200, voorafgaand aan het snijden, bestaat uit een drukgedeelte 204 en een randgedeelte 205. Het drukgedeelte 204 omvat meerdere van elkaar gescheiden delen, telkens met een reliëf 103 aan de voorzijde. Het randgedeelte 205 is het gedeelte van de moederplaat 200 zonder reliëf aan de voorzijde. De voorstelling op Fig. 2 is louter illustratief; in de praktijk wordt vaak een groter aantal clichés 100 uit een moederplaat 200 gehaald dan voorgesteld op de figuur, soms tot 30 of 40 clichés uit één moederplaat 200.
[56] Fig. 3 illustreert een flexoplaat 100 waarop aan de achterzijde 102 een code 300 is aangebracht, volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Fig. 3(a) toont een vooraanzicht, Fig. 3(b) toont een achteraanzicht. De code 300 is een tweedimensionale code, met name een QR-code. Ze is aangebracht op de achterzijde 102 van de flexoplaat 100 aan de hand van inkjet printen. In de getoonde uitvoeringsvorm is de code 300 geprint aan de hand van zwarte inkt, al zijn in andere uitvoeringsvormen ook andere kleuren inkt mogelijk, zolang er voldoende contrast is met de kleur van de flexoplaat 100. Door de aanwezigheid van voldoende contrast, is de code optisch machine-leesbaar. In het bijzonder kan de QR-code met een standaard QR-code lezer, bijvoorbeeld aanwezig in een smartphone of tablet, worden gelezen en gedecodeerd.
[57] In de getoonde uitvoeringsvorm bevindt de code 300 zich op de achterzijde van het drukgedeelte 104. De code 300 bevindt zich dus op de achterzijde 102 van de plaat 100, ter hoogte van het reliëf 103 aan de voorzijde 101. Hierdoor kan quasi de volledige oppervlakte van de voorzijde 101 van reliëf worden voorzien, terwijl op de achterzijde 102 de code 300 voldoende groot kan worden voorgesteld. Er dient met andere woorden geen plaatmateriaal te worden voorbehouden specifiek voor het plaatsen van de code 300. Dit is mogelijk omdat het aanbrengen van de code 300 aan de hand van inkjet printen, geen enkele invloed heeft op het reliëf 103 aan de voorzijde, en dus geen enkele impact op de kwaliteit van het flexodrukken.
[58] De code 300 kan worden geprint op een individueel cliché 100, na het snijden van de moederplaat 200. Het is ook mogelijk dat de code 300 wordt geprint op de achterzijde van de moederplaat 200, voorafgaand aan het snijden.
In dat geval zullen typisch meerdere codes 300, telkens overeenkomend met één cliché 100, op de achterzijde van de moederplaat 200 worden geprint.
[59] Fig. 4 illustreert hoe de methode voor het aanbrengen van de code 300 kan worden ingepast in het gehele proces van het creëren, bewerken, verwerken en gebruik van een flexoplaat.
[60] In een eerste stap 401 wordt er vertrokken van een fotopolymeerplaat 400, waarop een reliëf wordt gecreëerd. Het proces 401 omvat achtereenvolgens: - het creëren van een masker, bijvoorbeeld een Laser Ablation Mask, op de fotopolymeerplaat 400, - het belichten van de onderkant van de plaat 400, - het belichten van de bovenkant van de plaat 400, doorheen het masker, met vorming van verhoogde delen, - het verwijderen van niet-belichte polymeerdelen, aan de hand van een spoelmiddel,
- het drogen van de plaat, en - het nabelichten van de plaat.
Dit resulteert in een moederplaat 200 zoals voorgesteld in Fig. 2, waarop zich aan de voorzijde een reliëf bevindt, verdeeld over meerdere van elkaar gescheiden zones.
[61] In een volgende stap 402 wordt de moederplaat 200 nauwkeurig gepositioneerd op een snijtafel, waarna er wordt geprint en gesneden in stap 403. De moederplaat 200 ligt hierbij met haar polyester achterzijde naar boven gericht. Fig. 5 illustreert een mogelijke uitvoeringsvorm van een snijtafel 500 waarop een snijkop 501 en printkop 502 zijn geïntegreerd. De snijkop 501 is aangepast om te snijden, i.e. een moederplaat 200 die op de snijtafel ligt op te delen in meerdere clichés 100. De printkop 502 is aangepast voor inkjet printen, ie. het genereren van een straal inktdruppels die op de achterzijde van de plaat worden geprojecteerd. Eventueel wordt er een kalibratieproces uitgevoerd na het positioneren van de plaat, zodat er bij het snijden wordt gecorrigeerd voor onnauwkeurigheden in de positionering van de plaat, bijvoorbeeld wanneer de plaat enigszins schuin op de tafel ligt. Het snijden dient zeer nauwkeurig te gebeuren, typisch tot op 0,5 mm nauwkeurig, zodat er zeker niet doorheen een zone met reliëf wordt gesneden.
[62] In de uitvoeringsvorm van Fig. 5, is de printkop 502 geïntegreerd op de snijtafel 500. Dit heeft als voordeel dat het printen en snijden in één processtap kunnen worden uitgevoerd, en de moederplaat 200 slechts één keer nauwkeurig moet gepositioneerd worden. In een uitvoeringsvorm worden eerst codes 300 geprint op de moederplaat, waarna ze wordt gesneden tot afzonderlijke clichés 100. In een andere uitvoeringsvorm vindt eerst het snijden plaats, en wordt vervolgens op elk cliché 100, terwijl deze nog gepositioneerd liggen op de snijtafel, een code 300 geprint. Op deze manier wordt het aanbrengen van de code 300 op de flexoplaten op zeer eenvoudige wijze geïntegreerd in het productieproces, zonder extra processtappen of extra complexiteit met zich mee te brengen.
[63] In de uitvoeringsvorm van Fig. 5 zijn de print- en snijkop 501, 502 verplaatsbaar in X-richting 504 en in Y-richting 506. Hiertoe beschikt de snijtafel 500 over actuatoren, en geleidingen 503 en 505. De sturing van de snijkop 501 en printkop 502 verloopt geautomatiseerd, op basis van ingelezen informatie over de te printen/snijden moederplaat 200. Het berekenen van de snijlijnen en de printposities gebeurt op basis van de schikking van de individuele clichés 100 op de moederplaat 200. Tevens wordt voor elk cliché de te encoderen informatie opgehaald uit ERP-gegevens, en wordt voor elk cliché de overeenkomstige QR-code gegenereerd. Dit alles resulteert in een pdf-bestand met twee lagen, waarin in een eerste laag de snij-informatie vervat is, en in een tweede laag de printinformatie. Op basis van dit pdf-bestand worden de print- en snijkop automatisch aangestuurd.
[64] Het printen gebeurt met een dynamische printkop 502, zodat geen manuele handeling vereist is om de moederplaat 200 te verplaatsen gedurende het printen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een inkt aangepast voor industrieel inkjet printen, kleurstof-gebaseerd of gepigmenteerd, zoals bijvoorbeeld aangeboden door Leibinger, In het bijzonder wordt gebruik gemaakt van een type inkt die qua samenstelling specifiek is aangepast om een goede hechting op polyester, zijnde het materiaal van de achterzijde 102 van de plaat, te verzekeren. Bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van sneldrogende solvent-gebaseerde inkt. Deze kan tevens ‘UV-curable’ zijn, i.e. uit te harden aan de hand van UV licht. In dit laatste geval kunnen de geprinte codes 300 na het printen worden bestraald met UV licht om een goede hechting aan de plaat te verzekeren.
[65] Typisch wordt voor elk cliché 100 tevens een beschermhoes gemaakt, zijnde één of meerdere stukken schuimrubber waartussen het cliché 100 kan worden bewaard tijdens transport of stockage. Dergelijke beschermhoes dient afmetingen te hebben aangepast aan het specifieke cliché, en het snijden van het schuimrubber materiaal kan op dezelfde snijtafel 500 gebeuren als deze waarop het snijden van de moederplaat 200 gebeurt. Tevens kan de printkop 502 worden gebruikt om de QR-code ook op het schuimrubber materiaal te printen. Op die manier is de QR-code tevens beschikbaar op de beschermhoes van de flexoplaat 100, wat toelaat naar deze code terug te grijpen mocht de code 300 op de flexoplaat 100 onleesbaar zijn geworden. Merk op dat het inkjet printen toelaat om op een materiaal als schuimrubber te printen, en het dus mogelijk is om dezelfde printtechniek te gebruiken voor het aanbrengen van de code op de flexoplaat als voor het aanbrengen van de code op de beschermhoes. Bij bestaande oplossingen, zoals laseren van een code in een flexoplaat, is het niet mogelijk om het laseren tevens te gebruiken op een schuimrubber materiaal. Tenslotte is het, als een bijkomende reserve, tevens mogelijk om de QR-code ook af te drukken op één of meerdere etiketten, aan de hand van een andere, courante printer. Een etiket kan bijvoorbeeld op de bewaarmap van een flexoplaat worden gekleefd.
[66] In Fig. 4 resulteert de print- en snijstap 403 in individuele clichés 100, waarop zich telkens een code 300 bevindt. De clichés 100 worden in stap 404 verzonden naar één of meerdere drukkers, waar ze worden gebruikt in een flexo-drukproces. Bij het flexodrukken wordt vooreerst, in stap 405, de flexoplaat 100 gemonteerd op een plaatcilinder 601, zoals voorgesteld in Fig. 6. Hierbij wordt de flexoplaat 100 met haar achterzijde 102 op de plaatcilinder 601 bevestigd, aan de hand van lijm of tape. Het is ook mogelijk dat de plaatcilinder 601 zelfklevend is. Aan de hand van de verhoogde delen van het reliëf 103 kan vervolgens een afdruk worden gemaakt op een substraat 600, tevens in stap 405. Het inkten van de flexoplaat 100 gebeurt typisch via een combinatie van rollen, waaronder 602, die door een inktbak draaien en waarmee een gelijkmatige laag inkt op het reliëf 103 wordt aangebracht. Een tegendrukcilinder 603 zorgt voor een goed contact tussen de flexoplaat 100 en het substraat 600.
[67] Na het maken van een reeks afdrukken aan de hand van een cliché 100, wordt het cliché 100 afgewassen, in stap 406. Na het afwassen wordt het cliché 100 gestockeerd, in stap 407, waarna er op een later moment opnieuw mee kan worden gedrukt, in stap 405. Het afwassen van een cliché 100 kan gebeuren terwijl het cliché 100 nog op de plaatcilinder 601 gemonteerd is, of na verwijderen van het cliché 100 van de plaatcilinder 601. De eerste manier heeft als voordeel dat de code 300, op de achterzijde 102 van de flexoplaat 100, niet in contact komt met de solventen die voor het afwassen worden gebruikt. Bij de tweede manier wordt de flexoplaat 100 typisch in een bad met solvent gedompeld. Hierbij ontstaat het risico dat de code 300 vervaagt, zeker wanneer de flexoplaat 100 meerdere keren voor flexodrukken wordt ingezet, en ze dus herhaaldelijk wordt afgewassen. Daarom is het voordelig om, na het afnemen van de flexoplaat 100 en voorafgaand aan het afwassen, de code 300 af te dekken. Bijvoorbeeld gebeurt dit door het kleven van een label of folie over de code 300. Bijvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van een stuk folie, waarvan de rand zelfklevend is, en waarbij de rand rondom de code 300 wordt gekleefd. Na het afwassen van de flexoplaat 100, wordt de afdekfolie opnieuw verwijderd.
[68] Tenslotte illustreert Fig. 4 dat na het voorzien van een flexoplaat 100 met geprinte code 300, deze code kan worden gelezen en gedecodeerd op elk moment gedurende het verdere verwerken, bewerken en gebruik van de flexoplaat 100, zie 408 in Fig. 4. Door het lezen en decoderen van de code 300, wordt informatie over de flexoplaat 100 verzameld. Bijvoorbeeld stelt de QR- code 300 een link voor naar een databank waarin informatie over de flexoplaat 100 wordt bijgehouden. Allerlei types van informatie kunnen hierin aanwezig zijn: voor welke afbeelding en kleur de plaat bedoeld is, verzendingsgegevens, stockagegegevens, informatie over hoe vaak de plaat reeds werd gebruikt voor flexodrukken, enz. Deze informatie kan worden gelezen door zowel de maker van de flexoplaat als de drukker, en beide partijen kunnen de informatie ook aanpassen in de databank. Bovendien wordt het mogelijk om integraties te voorzien, die toelaten om de gegevens over de flexoplaat te koppelen met andere software paketten bij de plaatproducent of drukker, bijvoorbeeld een bestaand ERP-pakket. Bijvoorbeeld wordt het mogelijk dat een drukker, door scannen van de QR-code, automatisch een order plaatst bij de producent om een duplicaat van de betreffende plaat te bestellen, bij slijtage van de bestaande flexoplaat. In een ander voorbeeld gebeurt een integratie met een meetsoftware-oplossing, en laat het scannen van de code toe om meetsoftware meteen op de juiste print job te laten openen.
[69] Hoewel de onderhavige uitvinding werd geïllustreerd aan de hand van specifieke uitvoeringsvormen, zal het voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de details van de voorgaande illustratieve uitvoeringsvormen, en dat de onderhavige uitvinding kan worden uitgevoerd met verschillende wijzigingen en aanpassingen zonder daarbij het toepassingsgebied van de uitvinding te verlaten.
De onderhavige uitvoeringsvormen moeten daarom op alle vlakken worden beschouwd als illustratief en niet restrictief, waarbij het toepassingsgebied van de uitvinding wordt beschreven door de bijgevoegde conclusies en niet door de voorgaande beschrijving, en alle wijzigingen die binnen de betekenis en de reikwijdte van de conclusies vallen, zijn hier derhalve mee opgenomen.
Er wordt met andere woorden van uitgegaan dat hieronder alle wijzigingen, variaties of equivalenten vallen die binnen het toepassingsgebied van de onderliggende basisprincipes vallen en waarvan de essentiële attributen worden geclaimd in deze octrooiaanvraag.
Bovendien zal de lezer van deze octrooiaanvraag begrijpen dat de woorden "omvattende" of "omvatten" andere elementen of stappen niet uitsluiten, dat het woord "een" geen meervoud uitsluit.
Eventuele verwijzingen in de conclusies mogen niet worden opgevat als een beperking van de conclusies in kwestie.
De termen "eerste", "tweede", "derde", "a", "b", "c" en dergelijke, wanneer gebruikt in de beschrijving of in de conclusies, worden gebruikt om het onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen of stappen en beschrijven niet noodzakelijk een opeenvolgende of chronologische volgorde.
Op dezelfde manier worden de termen "bovenkant", "onderkant", "over", "onder" en dergelijke gebruikt ten behoeve van de beschrijving en verwijzen ze niet noodzakelijk naar relatieve posities.
Het moet worden begrepen dat die termen onderling verwisselbaar zijn onder de juiste omstandigheden en dat uitvoeringsvormen van de uitvinding in staat zijn om te functioneren volgens de onderhavige uitvinding in andere volgordes of oriëntaties dan die beschreven of geïllustreerd in het bovenstaande.
Claims (15)
1. Een methode voor het bewerken van een flexoplaat (100, 200) aangepast voor flexodrukken, waarbij de methode omvat: - het voorzien van een flexoplaat (100, 200) omvattende een voorzijde (101), minstens gedeeltelijk voorzien van een reliëf (103) aangepast voor het maken van een afdruk via flexodrukken, en een achterzijde (102) tegenoverliggend aan de voorzijde (101), - het vervolgens aanbrengen van een code (300) op de achterzijde (102) van de flexoplaat (100, 200) aan de hand van inkjet printen, waarbij de code (300) optisch machine-leesbaar is en data encodeert omvattende informatie over de flexoplaat (100) en/of een verwijzing naar informatie over de flexoplaat (100).
2. Een methode volgens Conclusie 1, waarbij de flexoplaat (100) bestaat uit een drukgedeelte (104) en een randgedeelte (105), waarbij het reliëf (103) zich bevindt op de voorzijde van het drukgedeelte (104) en de voorzijde van het randgedeelte (105) geen reliëf bevat, en waarbij de code (300) wordt aangebracht op de achterzijde van het drukgedeelte (104).
3. Een methode volgens één van voorgaande conclusies, waarbij de methode verder omvat: - het positioneren van de flexoplaat (200) op een snijtafel (500): - het snijden van de flexoplaat (200) terwijl de flexoplaat (200) op de snijtafel (500) ligt, waarbij de flexoplaat (200) wordt verdeeld in meerdere afzonderlijke delen; - het aanbrengen van de code (300) aan de hand van inkjet printen terwijl de flexoplaat (200) op de snijtafel (500) ligt, voorafgaand aan of volgend op het snijden.
4. Een methode volgens één van voorgaande conclusies,
waarbij het aanbrengen van de code (300) gebeurt aan de hand van een verplaatsbare printkop (502) aangepast voor inkjet printen.
5. Een methode volgens één van voorgaande conclusies, waarbij de code (300) wordt aangebracht met een resistent type inkt, aangepast voor hechting op polyester.
6. Een methode volgens één van voorgaande conclusies, waarbij de methode verder omvat: - het bestralen van de code (300) met UV licht na afloop van het inkjet printen.
7. Een flexoplaat (100) aangepast voor flexodrukken, waarbij de flexoplaat (100) omvat: - een voorzijde (101) , minstens gedeeltelijk voorzien van een reliëf (103) aangepast voor het maken van een afdruk via flexodrukken, en een achterzijde (102) tegenoverliggend aan de voorzijde (101), - een optisch machine-leesbare code (300) aangebracht op de achterzijde (102) aan de hand van inkjet printen, waarbij de code (300) data encodeert omvattende informatie over de flexoplaat (100) en/of een verwijzing naar informatie over de flexoplaat (100).
8. Een flexoplaat (100) volgens Conclusie 7, waarbij de flexoplaat (100) bestaat uit een drukgedeelte (104) en een randgedeelte (105), waarbij het reliëf (103) zich bevindt op de voorzijde van het drukgedeelte (104) en de voorzijde van het randgedeelte (105) geen reliëf bevat, en waarbij de code (300) zich bevindt op de achterzijde van het drukgedeelte (104).
9. Een flexoplaat (100) volgens Conclusie 7 tot 8, waarbij de code (300) een tweedimensionale code is.
10. Een flexoplaat (100) volgens Conclusie 9,
waarbij de code (300) een QR-code is. 3E 16052
11. Een flexoplaat (100) volgens Conclusie 7 tot 10, waarbij de informatie over de flexoplaat (100) een identificatiegegeven omvat dat aangeeft welke afdruk bekomen wordt bij flexodrukken met de flexoplaat (100).
12. Het gebruik van een flexoplaat (100), omvattende: - het voorzien van een flexoplaat (100) volgens Conclusie 7 tot 11; - het verzamelen van informatie over de flexoplaat (100) door optisch machinaal lezen en decoderen van de code (300).
13. Het gebruik van een flexoplaat (100) volgens Conclusie 12, omvattende: - het decoderen van de code (300), resulterend in een verwijzing naar een databank; - het aanpassen van informatie over de flexoplaat (100) in de databank.
14 Het gebruik van een flexoplaat (100) volgens Conclusie 12 tot 13, omvattende: - het flexodrukken na bevestiging van de flexoplaat (100) op een plaatcilinder (601), waarbij een afdruk wordt gemaakt aan de hand van het reliëf (103) op de voorzijde (101) van de flexoplaat (100); - het afwassen van de voorzijde (101) van de flexoplaat (100) na het flexodrukken, waarbij de flexoplaat (100) bevestigd blijft op de plaatcilinder (601) tijdens het afwassen.
15.Het gebruik van een flexoplaat (100) volgens Conclusie 12 tot 13, omvattende het: - het flexodrukken na bevestiging van de flexoplaat (100) op een plaatcilinder (601), waarbij een afdruk wordt gemaakt aan de hand van het reliëf (103) op de voorzijde (101) van de flexoplaat (100); - het afnemen van de flexoplaat (100) van de plaatcilinder (601) na het flexodrukken;
- het aanbrengen van een bedekking over de code (300) na het afnemen; - het afwassen van de flexoplaat (100) na het aanbrengen van de bedekking.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20216052A BE1030088B1 (nl) | 2021-12-23 | 2021-12-23 | Methode voor identificeren van een flexoplaat |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE20216052A BE1030088B1 (nl) | 2021-12-23 | 2021-12-23 | Methode voor identificeren van een flexoplaat |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1030088A1 BE1030088A1 (nl) | 2023-07-17 |
BE1030088B1 true BE1030088B1 (nl) | 2023-07-26 |
Family
ID=79425445
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE20216052A BE1030088B1 (nl) | 2021-12-23 | 2021-12-23 | Methode voor identificeren van een flexoplaat |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1030088B1 (nl) |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP2008137209A (ja) * | 2006-11-30 | 2008-06-19 | Komuratekku:Kk | 樹脂凸版 |
US20210174042A1 (en) * | 2018-04-06 | 2021-06-10 | Esko-Graphics Imaging Gmbh | Method for persistent marking of flexo plates with workflow information and plates marked therewith |
WO2022026847A1 (en) * | 2020-07-31 | 2022-02-03 | Digimarc Corporation | Encoding signals on flexographic printing plates to enable tracking and management |
-
2021
- 2021-12-23 BE BE20216052A patent/BE1030088B1/nl active IP Right Grant
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP2008137209A (ja) * | 2006-11-30 | 2008-06-19 | Komuratekku:Kk | 樹脂凸版 |
US20210174042A1 (en) * | 2018-04-06 | 2021-06-10 | Esko-Graphics Imaging Gmbh | Method for persistent marking of flexo plates with workflow information and plates marked therewith |
WO2022026847A1 (en) * | 2020-07-31 | 2022-02-03 | Digimarc Corporation | Encoding signals on flexographic printing plates to enable tracking and management |
US20220036025A1 (en) * | 2020-07-31 | 2022-02-03 | Digimarc Corporation | Encoding Signals on Flexographic Printing Plates to Enable Tracking and Management |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1030088A1 (nl) | 2023-07-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US11724533B2 (en) | System and process for persistent marking of flexo plates and plates marked therewith | |
EP3877810B1 (en) | System and process for persistent marking of flexo plates and plates marked therewith | |
EP0604819B1 (en) | Apparatus and method for marking a rubber article with a message readable by a light scanning device | |
RU2384884C2 (ru) | Носитель данных с элементом защиты и способ его изготовления | |
US4879457A (en) | Method for etching a bar code on metal | |
CZ200353A3 (cs) | Optická struktura | |
US7036431B2 (en) | Identification devices and methods for producing the identification devices | |
JP2007530312A (ja) | 有価証券に識別マークを設けるための方法と装置 | |
US11878503B2 (en) | System and process for persistent marking of flexo plates and plates marked therewith | |
US20060192840A1 (en) | Thermal transfer media and method of making and using same | |
US8388095B2 (en) | Customization of curable ink prints by molding | |
US6732649B1 (en) | Methods for providing custom rubber stamps | |
JP4428738B2 (ja) | 表示ラベル | |
WO2022112342A1 (en) | Printing plates with printing structures having multiple elevations and, systems and process for manufacture, and methods for use of the same | |
BE1030088B1 (nl) | Methode voor identificeren van een flexoplaat | |
US20020158963A1 (en) | Information transfer device and method of exposing printable photosensitive films/papers in a printing machine for electronically readable information storage | |
JP2007196605A (ja) | レーザ印刷方法と印刷物 | |
CN107000266B (zh) | 具有聚合物层的凸压印模具 | |
EP3665016B1 (en) | Enhanced method for product marking | |
RU13440U1 (ru) | Идентификационная защитная марка | |
JP3046927U (ja) | 感熱記録シート | |
IL298715A (en) | A system for managing, controlling and verifying the printing operations performed by a printing board | |
JP2020536770A (ja) | 追跡用二次元コードを有する印刷版原版及び印刷版、並びにその使用システム | |
GB2407798A (en) | Production of two sided microdots | |
JP2004177900A (ja) | セキュリティラベル |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20230726 |