BE1030035B1 - Inbouwarmatuur met geïntegreerde aanwezigheidsdetector - Google Patents

Inbouwarmatuur met geïntegreerde aanwezigheidsdetector Download PDF

Info

Publication number
BE1030035B1
BE1030035B1 BE20225456A BE202205456A BE1030035B1 BE 1030035 B1 BE1030035 B1 BE 1030035B1 BE 20225456 A BE20225456 A BE 20225456A BE 202205456 A BE202205456 A BE 202205456A BE 1030035 B1 BE1030035 B1 BE 1030035B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cylindrical body
cavity
leds
mounting surface
diffuser
Prior art date
Application number
BE20225456A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030035A1 (nl
Inventor
Thibault Louis Renson
Original Assignee
Prado Europe Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Prado Europe Bv filed Critical Prado Europe Bv
Priority to PCT/EP2023/050170 priority Critical patent/WO2023131643A1/en
Priority to PCT/EP2023/050169 priority patent/WO2023131642A1/en
Publication of BE1030035A1 publication Critical patent/BE1030035A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030035B1 publication Critical patent/BE1030035B1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B47/00Circuit arrangements for operating light sources in general, i.e. where the type of light source is not relevant
    • H05B47/10Controlling the light source
    • H05B47/105Controlling the light source in response to determined parameters
    • H05B47/115Controlling the light source in response to determined parameters by determining the presence or movement of objects or living beings
    • H05B47/13Controlling the light source in response to determined parameters by determining the presence or movement of objects or living beings by using passive infrared detectors
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21SNON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S8/00Lighting devices intended for fixed installation
    • F21S8/02Lighting devices intended for fixed installation of recess-mounted type, e.g. downlighters
    • F21S8/026Lighting devices intended for fixed installation of recess-mounted type, e.g. downlighters intended to be recessed in a ceiling or like overhead structure, e.g. suspended ceiling
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V23/00Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices
    • F21V23/04Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being switches
    • F21V23/0442Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being switches activated by means of a sensor, e.g. motion or photodetectors
    • F21V23/0471Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being switches activated by means of a sensor, e.g. motion or photodetectors the sensor detecting the proximity, the presence or the movement of an object or a person
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V29/00Protecting lighting devices from thermal damage; Cooling or heating arrangements specially adapted for lighting devices or systems
    • F21V29/50Cooling arrangements
    • F21V29/70Cooling arrangements characterised by passive heat-dissipating elements, e.g. heat-sinks
    • F21V29/74Cooling arrangements characterised by passive heat-dissipating elements, e.g. heat-sinks with fins or blades
    • F21V29/77Cooling arrangements characterised by passive heat-dissipating elements, e.g. heat-sinks with fins or blades with essentially identical diverging planar fins or blades, e.g. with fan-like or star-like cross-section
    • F21V29/773Cooling arrangements characterised by passive heat-dissipating elements, e.g. heat-sinks with fins or blades with essentially identical diverging planar fins or blades, e.g. with fan-like or star-like cross-section the planes containing the fins or blades having the direction of the light emitting axis
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V29/00Protecting lighting devices from thermal damage; Cooling or heating arrangements specially adapted for lighting devices or systems
    • F21V29/50Cooling arrangements
    • F21V29/70Cooling arrangements characterised by passive heat-dissipating elements, e.g. heat-sinks
    • F21V29/83Cooling arrangements characterised by passive heat-dissipating elements, e.g. heat-sinks the elements having apertures, ducts or channels, e.g. heat radiation holes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
    • F21Y2103/00Elongate light sources, e.g. fluorescent tubes
    • F21Y2103/30Elongate light sources, e.g. fluorescent tubes curved
    • F21Y2103/33Elongate light sources, e.g. fluorescent tubes curved annular
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
    • F21Y2115/00Light-generating elements of semiconductor light sources
    • F21Y2115/10Light-emitting diodes [LED]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)
  • Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inbouwarmatuur voor het detecteren van aanwezigheid in een ruimte, omvattende een behuizing, een op een montageoppervlak geplaatste lichtbron en een aanwezigheidsdetector, waarbij de behuizing een cilindrisch lichaam omvat, omvattende een eerste holte aan een eerste uiteinde, waarbij het montageoppervlak een oppervlak is van het cilindrische lichaam binnen de eerste holte en evenwijdig aan een grondvlak van het cilindrische lichaam, waarbij het montageoppervlak een uitsparing omvat, waarbij de aanwezigheidsdetector in de uitsparing is geïnstalleerd, waarbij de aanwezigheidssensor een Passieve InfraRoodsensor is, waarbij de Passieve InfraRoodsensor maximaal 4 mm uit het montageoppervlak steekt en waarbij de behuizing een semi-transparante diffusor omvat, waarbij de diffusor van infrarood doorlatend materiaal is.

Description

1 BE2022/5456
INBOUWARMATUUR MET GEINTEGREERDE AANWEZIGHEIDSDETECTOR
GEBIED VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inbouwarmatuur met geintegreerde aanwezigheidsdetector, meer in het bijzonder een inbouwarmatuur met een verborgen geintegreerde aanwezigheidsdetector.
ACHTERGROND
Armaturen met een geintegreerde aanwezigheidsdetector zijn bekend uit de stand van de techniek. Een dergelijk apparaat is beschreven in US 10 502 899 (US '899).
US ‘899 beschrijft een armatuur voor gebruik in het verlichten van een grote open ruimte zoals een parkeerterrein of dek van een parkeergarage. Het armatuur omvat een aantal optische golfgeleiders die naast elkaar zijn geplaatst en die samen een gesloten pad definiëren en ten minste één LED die bij elke optische golfgeleider hoort en die aan een eerste uiteinde van de bijbehorende optische golfgeleider is geplaatst.
De armatuur omvat een centrale behuizing. Een infraroodsensor kan worden ondersteund in een lagere opening van de centrale behuizing.
Ook bekend is het apparaat uit US 9 441 634 (US 634). US '634 openbaart een geïntegreerde plafondinrichting, met inbegrip van een elektronica-eenheid en een mechanische opstelling. De mechanische opstelling omvat een behuizing, een warmteafvoerende structuur en draagarmen. De behuizing is geconfigureerd om de elektronica-eenheid vast te houden. De warmteafvoerende structuur omvat een lampstoel voor het ontvangen van een lichtbron en een centrale opening omgeven door vinnen. De draagarmen strekken zich uit tussen en verbinden de behuizing met de warmteafvoerende structuur. De behuizing bevindt zich in de centrale opening en is gescheiden van de vinnen van de warmteafvoerende structuur om een vrije luchtstroom mogelijk te maken in een luchtspleet tussen de behuizing en de warmteafvoerende structuur. De elektronica-eenheid kan een veelheid van elementen omvatten die in de behuizing worden vastgehouden die van de warmteafvoerende structuur gescheiden zijn. Een dergelijk element kan een aanwezigheidssensor zijn. De aanwezigheidssensor wordt centraal in de bodem van de behuizing geplaatst.
De infraroodsensor of de aanwezigheidssensor in de in US ‘899 en US ‘634 vermelde apparaten is centraal geplaatst en is ruimtelijk gescheiden van de lichtbronnen,
2 BE2022/5456 zowel in horizontale als verticale richting, om een negatieve invloed van de lichtbronnen, door warmte of door lichtstraling, op de correcte werking van de sensor te voorkomen. De sensor wordt lager geplaatst dan de lichtbronnen om te voorkomen dat het licht van de lichtbronnen rechtstreeks op de sensor invalt en om een grote kijkhoek voor de sensor te verkrijgen.
Daarom is het niet mogelijk om de sensor te verbergen en een robuuste en betrouwbare aanwezigheidsdetectie te behouden. De sensor is altijd zichtbaar of de aanwezigheid ervan wordt ten minste aangegeven door de aanwezigheid van een centraal deel dat uit het apparaat steekt. Een armatuur met een verborgen sensor is om esthetische en/of veiligheidsredenen gewenst. Een ander nadeel van de apparaten beschreven in US ‘899 en US ‘634 is de grote omvang, vanwege de ruimtelijke scheiding, waardoor deze apparaten ongeschikt zijn voor verzonken installatie in bijvoorbeeld een vloer, wand of plafond. Alleen al de omvang geeft een aanwijzing dat de apparaten meer zouden kunnen omvatten dan alleen lichtbronnen, wat weer ongewenst is wanneer een verborgen aanwezigheidssensor nodig is.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor minstens enkele van bovenvermelde problemen en nadelen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
In een eerste aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een inbouwarmatuur volgens conclusie 1.
Het voordeel van zo’n armatuur is dat rondom de aanwezigheidsdetector, een
Passieve InfraRroodsensor, LED's worden geplaatst en dat de aanwezigheidsdetector in de uitsparing in de eerste holte wordt geplaatst. De aanwezigheid van de aanwezigheidsdetector wordt dus niet verraden door een centraal deel dat uit de inbouwarmatuur steekt. De inbouwarmatuur is bovendien voordelig omdat wanneer de LED's licht uitstralen, de aanwezigheidsdetector door het uitgestraalde licht volledig onzichtbaar is. Een negatieve invloed door warmte op een goede werking van de aanwezigheidsdetector wordt vermeden doordat de LED's op het montageoppervlak in de eerste holte worden geplaatst. De door de LED's geproduceerde warmte wordt direct in het cilindrische lichaam afgevoerd. De diffusor is handig om de aanwezigheidsdetector te verbergen wanneer de LED's zijn uitgeschakeld. Een diffusor van infrarood doorlatend materiaal is gunstig omdat het de goede werking van de aanwezigheidsdetector niet belemmert.
Voorkeursuitvoeringsvormen van de inrichting worden getoond in een der conclusies 2-17.
Een specifieke voorkeursuitvoeringsvorm heeft betrekking op een uitvoeringsvorm volgens conclusie 3. Deze uitvoeringsvorm is vooral voordelig omdat het ten minste ene luchtkanaal op het eerste niveau en het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau een luchtstroom langs de LED's op het montageoppervlak creëren, waardoor de LED's extra worden gekoeld en de temperatuur in de eerste holte, de uitsparing en het cilindrische lichaam wordt verlaagd. Door het cilindrische lichaam met het montageoppervlak in de eerste holte en het ten minste ene luchtkanaal op het eerste niveau en het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau, is een robuuste en betrouwbare aanwezigheidsdetectie mogelijk met een verborgen aanwezigheidsdetector, met behoud van beperkte afmetingen voor de inbouwarmatuur.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 toont een doorsnedeaanzicht van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 3 toont een doorsnedeaanzicht van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij de inbouwarmatuur in een buisvormige behuizing is geïnstalleerd.
Figuur 4 toont een doorsnedeaanzicht van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, die de luchtstroom door het minstens één luchtkanaal op het eerste niveau en het minstens één luchtkanaal op het tweede niveau toont.
Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van een cilindrisch lichaam van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, die de luchtstroom door het minstens één luchtkanaal op het eerste niveau en het minstens één luchtkanaal op het tweede niveau toont.
4 BE2022/5456
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die worden gebruikt in de beschrijving van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een deskundige in het gebied waarop deze uitvinding betrekking heeft. Bij wijze van verdere begeleiding, zijn term definities inbegrepen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te waarderen.
Zoals hierin gebruikt, hebben de volgende termen de volgende betekenissen: ‘Een’, ‘de’ en ‘het’, zoals ze hierin worden gebruikt, omvatten zowel enkelvoudige als meervoudige referenten, tenzij de context duidelijk anders aangeeft. ‘Omvatten’, ‘omvattende’ en ‘omvat’ en ‘bestaande uit’ zoals hier gebruikt, zijn synoniem met ‘bevatten’, ‘bevattende’ of ‘bevat’ en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid specificeren van wat volgt (bijv. een component) en sluiten de aanwezigheid van aanvullende, niet-genoemde componenten, kenmerken, elementen, delen, stappen, die welbekend zijn in de stand der techniek of daarin beschreven zijn, niet uit.
Verder worden de termen ‘eerste’, ‘tweede’, ‘derde’ en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor het onderscheiden van gelijkaardige elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, noch in de tijd, noch spatiaal, tenzij anders aangegeven. Het dient te worden begrepen dat de termen op die manier gebruikt onder geschikte omstandigheden verwisselbaar zijn en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding hierin beschreven geschikt zijn om in andere volgorde te werken dan hierin beschreven of weergegeven.
Het citeren van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die zijn opgenomen binnen dat bereik, evenals de genoemde eindpunten.
Terwijl de termen ‘één of meer’ of ‘ten minste één’, zoals één of meer of ten minste één lid (leden) van een groep leden, op zich duidelijk is, omvat de term door middel van verdere toelichting onder meer een verwijzing naar een van de leden, of naar twee of meer van de leden, zoals bijvoorbeeld elke >3, 24, 25, 26 of 27 enz. van de leden, en tot alle genoemde leden.
Verwijzing doorheen deze specificatie naar ‘één uitvoeringsvorm’ of ‘een uitvoeringsvorm’ betekent dat een specifiek kenmerk, structuur of karakteristiek
> BE2022/5456 beschreven in verband met de uitvoeringsvorm is opgenomen in tenminste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Dus, voorkomen van de uitdrukkingen ‘in één uitvoeringsvorm’ of ‘in een uitvoeringsvorm’ op diverse plaatsen doorheen deze specificatie hoeven niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm te refereren, maar kunnen dit wel doen. Voorts, de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken kunnen gecombineerd worden op eender welke geschikte manier, zoals duidelijk zou zijn voor de vakman op basis van deze bekendmaking, in één of meerdere uitvoeringsvormen. Voorts, terwijl sommige hierin beschreven uitvoeringsvormen sommige, maar niet andere, in andere uitvoeringsvormen inbegrepen kenmerken bevatten, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld als gelegen binnen de reikwijdte van de uitvinding, en vormen deze verschillende uitvoeringsvormen, zoals zou begrepen worden door de vakman. In de volgende conclusies kan bijvoorbeeld elk van de geclaimde uitvoeringsvormen in elke combinatie worden gebruikt.
In de context van dit document betekent LED Light Emitting Diode.
Voor de rest van dit document betekent de afkorting PIR Passive Infra-Red.
In de context van dit document betekent ‘PCB’ printplaat [in het Engels: Printed
Circuit Board].
In de context van dit document betekent HDPE High Density Poly-Ethylene. Het heeft een dichtheid van minstens 940 kg/m3.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een inbouwarmatuur voor detectie van aanwezigheid in een ruimte.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het inbouwarmatuur een behuizing, een lichtbron en een aanwezigheidsdetector.
De behuizing is bij voorkeur cilindrisch. De behuizing omvat twee cirkelvormige uiteinden, loodrecht op een lengteas van de behuizing. Een cilindrische behuizing is voordelig voor inbouw, omdat de behuizing installeerbaar is in een gat dat in een muur, plafond of vloeroppervlak wordt geboord.
De behuizing omvat een cilindrisch lichaam. Het cilindrische lichaam is bij voorkeur een metalen cilindrisch lichaam. Het cilindrische lichaam omvat een eerste uiteinde
6 BE2022/5456 en een tweede uiteinde. Het eerste en het tweede uiteinde zijn cirkelvormig. Het eerste en het tweede uiteinde zijn tegenovergesteld. Het eerste uiteinde en het tweede uiteinde staan loodrecht op een lengteas van het cilindrische lichaam. De lengteas is de as van de cilinder. Het eerste uiteinde en het tweede uiteinde zijn grondvlakken van het cilindrische lichaam. De lengteas van het cilindrische lichaam is evenwijdig aan de lengteas van de behuizing. Bij voorkeur valt de lengteas van het cilindrische lichaam samen met de lengteas van de behuizing.
Het cilindrische lichaam omvat aan het eerste uiteinde een eerste holte. De eerste holte heeft bij voorkeur een cilindrische of conische vorm. De eerste holte heeft een lengteas die evenwijdig is aan de lengteas van het cilindrische lichaam. Bij voorkeur valt de lengteas van de eerste holte samen met de lengteas van het cilindrische lichaam.
Het cilindrische lichaam omvat een eerste opening aan het eerste uiteinde naar de eerste holte. De eerste opening is een open uiteinde van de cilindrische of conische vorm van de eerste holte. Bij een conische vorm van de eerste holte heeft het open uiteinde van de eerste holte bij voorkeur een groter oppervlak dan een tegenoverliggend uiteinde van de eerste holte. Dit is gunstig voor een gemakkelijke fabricage en voor de installatie van componenten in de eerste holte. Bij een conische vorm van de eerste holte maken zijwanden van de eerste holte een hoek van ten minste 1° en ten hoogste 5° met het open uiteinde van de eerste holte. Het tegenoverliggende einde van de eerste holte is bij voorkeur evenwijdig aan het open einde van de eerste holte.
De lichtbron omvat meerdere LED's. De LED's worden op een montageoppervlak geplaatst. Bij voorkeur worden de LED's in een regelmatig patroon op het montageoppervlak geplaatst, bijvoorbeeld in een raster, in een vierkant, in een cirkel of een ander geschikt patroon. Het montageoppervlak is een oppervlak van het cilindrische lichaam binnen de eerste holte. Het montageoppervlak is evenwijdig aan een grondvlak van het cilindrische lichaam. Bij voorkeur is het montageoppervlak het tegenoverliggende einde van de eerste holte. De eerste opening is een lichtuitgangspoort voor het licht dat door de LED's wordt uitgestraald. De eerste opening is ook voordelig voor het installeren van de LED's in de eerste holte. De
LED's worden bij voorkeur gemonteerd op één of meerdere PCB's die op het montageoppervlak worden geschroefd of gelijmd. Optioneel wordt tussen de printplaten en het montageoppervlak een koelpasta aangebracht. Het direct op een oppervlak van het cilindrische lichaam plaatsen van de LED's is gunstig om warmte direct van de LED's naar het cilindrische lichaam over te brengen, wat resulteert in
7 BE2022/5456 een lagere omgevingstemperatuur voor de LED's, waardoor de betrouwbaarheid en daarmee de levensduur van de LED's toeneemt. Dit is vooral voordelig om te voorkomen dat de warmte die wordt geproduceerd door de LED's de omgevingstemperatuur voor de aanwezigheidsdetector of de temperatuur van de aanwezigheidsdetector zelf verhoogt. Dit is gunstig voor een robuuste en betrouwbare detectie van aanwezigheid.
Het montageoppervlak omvat een uitsparing. De uitsparing heeft bij voorkeur een cilindrische vorm. Dit is gunstig voor eenvoudige productie. De uitsparing kan worden gemaakt door een gat in het cilindrische lichaam te boren. Een lengteas van de uitsparing is evenwijdig aan de lengteas van het cilindrische lichaam. Bij voorkeur valt de lengteas van de uitsparing samen met de lengteas van het cilindrische lichaam.
De LED's worden rond de aanwezigheidsdetector geplaatst. De aanwezigheidsmelder wordt bij voorkeur centraal tussen de LED's geplaatst. Dit is voordelig om de aanwezigheid van de aanwezigheidsdetector te verbergen, vooral wanneer de LED's branden. De aanwezigheidsdetector wordt in de uitsparing geïnstalleerd. De aanwezigheidsdetector heeft bij voorkeur een cirkelvormige dwarsdoorsnede. De aanwezigheidsdetector omvat een uitgangsklem. Een outputsignaal op de uitgangsklem is indicatief voor detectie van aanwezigheid. Het outputsignaal is bijvoorbeeld een digitaal signaal. Het digitale signaal is laag wanneer er geen aanwezigheid wordt gedetecteerd en hoog wanneer er wel aanwezigheid wordt gedetecteerd of vice versa. Het outputsignaal is bijvoorbeeld een analoog signaal.
De amplitude en/of frequentie van het analoge signaal wordt gemoduleerd in functie van de detectie van aanwezigheid. Het is voor de vakman duidelijk dat andere coderingen of modulaties van het outputsignaal mogelijk zijn.
De aanwezigheidssensor is een PIR-sensor. Een PIR-sensor is voordelig voor het verkrijgen van een voldoende kijkhoek met de aanwezigheidsdetector terwijl de aanwezigheidsdetector in de uitsparing is geïnstalleerd. De kijkhoek van de PIR- sensor, indien geïnstalleerd in de uitsparing, is ten minste 20°, bij voorkeur ten minste 25°, met meer voorkeur ten minste 30°, met nog meer voorkeur ten minste 35° en met de meeste voorkeur ten minste 40°. Deze kijkhoeken zijn voordelig omdat deze overeenkomen met typische hoeken voor een lichtbundel van een typisch inbouwarmatuur. Dit betekent dat aanwezigheid in ieder geval wordt gedetecteerd wanneer een persoon zich in de lichtbundel van een inbouwarmatuur bevindt. Een PIR-sensor is bijkomend voordelig in vergelijking met een
8 BE2022/5456 aanwezigheidsdetector op basis van bijvoorbeeld radar, omdat infraroodstralen worden geblokkeerd door obstakels, waardoor valse detecties van aanwezigheid worden vermeden omdat een persoon in een naburige ruimte langskomt.
De PIR-sensor steekt maximaal 4 mm uit het montageoppervlak. De PIR-sensor steekt bij voorkeur maximaal 3 mm uit het montageoppervlak, met meer voorkeur maximaal 2 mm en met nog meer voorkeur maximaal 1 mm. Omdat de PIR-sensor maximaal 4 mm van het montageoppervlak uitsteekt, zal het door de LED's uitgestraalde licht de PIR-sensor niet direct raken. Dit voorkomt verstoring van de juiste werking van de PIR-sensor en resulteert in een robuuste en betrouwbare detectie van aanwezigheid. Dit is bovendien voordelig omdat de PIR-sensor het door de LED's uitgestraalde licht niet blokkeert, waardoor schaduwen ontstaan. Dergelijke schaduwen verraden dat een aanwezigheidsdetector in de inbouwarmatuur is geïntegreerd.
De behuizing omvat een semi-transparante diffusor. De diffusor wordt bij voorkeur bij de eerste opening van de eerste holte geplaatst. De diffusor is bij voorkeur een cirkelvormige schijf. De lengteas van het cilindrische lichaam staat bij voorkeur loodrecht op de diffusor. Een semi-transparante diffusor is gunstig voor het verspreiden van het licht dat door de afzonderlijke LED's wordt uitgestraald. Omdat het licht diffuus is, lijkt het licht afkomstig te zijn van een bron die de hele eerste opening bedekt. Dit voorkomt dat er een donkere vlek ontstaat in het midden van de eerste opening, tegenover de aanwezigheidsdetector. Zo’n donkere plek zou verraden dat er een aanwezigheidsdetector in de inbouwarmatuur is geïntegreerd.
Een semi-transparante diffusor is bovendien gunstig omdat deze de aanwezigheidsdetector verbergt wanneer de lichtbron niet is ingeschakeld.
De diffusor is van infrarood doorlatend materiaal. Een infrarood doorlatend materiaal voor de diffusor is transparant voor infraroodstraling. Dit is vooral gunstig omdat de aanwezigheidsdetector een PIR-sensor is en de diffusor dus geen belemmering vormt voor de goede werking van de aanwezigheidsdetector.
Deze voorkeursuitvoeringsvorm is voordelig omdat de aanwezigheid van de aanwezigheidsdetector niet wordt verraden door een centraal deel dat uit de inbouwarmatuur steekt. De inbouwarmatuur is bovendien voordelig omdat wanneer de LED's licht uitstralen, de aanwezigheidsdetector door het uitgestraalde licht volledig onzichtbaar is. Een negatieve invloed door warmte op een goede werking van de aanwezigheidsdetector wordt vermeden doordat de LED's op het
3 BE2022/5456 montageoppervlak in de eerste holte worden geplaatst. De door de LED's geproduceerde warmte wordt direct in het cilindrische lichaam afgevoerd. De diffusor is handig om de aanwezigheidsdetector te verbergen wanneer de LED's zijn uitgeschakeld. Een diffusor van infrarood doorlatend materiaal is gunstig omdat het de goede werking van de aanwezigheidsdetector niet belemmert.
In een uitvoeringsvorm is de diffusor van hogedichtheidspolyethyleen. Traditioneel is polycarbonaat (PC) het voorkeursmateriaal voor de fabricage van een diffusor. PC is echter niet transparant voor infraroodstraling. PC is geen infrarood doorlatend materiaal. PC heeft normaal gesproken ook de voorkeur boven HDPE vanwege zijn superieure slagvastheid, mechanische sterkte en transparantie. Een diffusor in dun
HDPE met grote afmetingen zou gemakkelijk breken en een diffusor in dik HDPE is onvoldoende transparant, met grote verliezen in lichtopbrengst tot gevolg. Een inbouwarmatuur volgens de huidige uitvinding heeft voldoende kleine afmetingen om in een wand, plafond of vloer te kunnen worden geïnstalleerd, dat een kleine en dunne HDPE-diffusor kan worden gebruikt.
HDPE verkleurt onder invloed van UV-licht en warmte. LED's als lichtbron zijn gunstig vanwege de beperkte aanwezigheid van UV-licht in het spectrum. Bij voorkeur omvat de HDPE-diffusor een UV-stabilisator om de invloed van het beperkte UV-licht in het spectrum van de LED's teniet te doen. Verkleuring van de HDPE-diffusor door warmte wordt vermeden omdat warmte door het cilindrische lichaam wordt overgedragen weg van de HDPE-diffusor.
In een uitvoeringsvorm omvat het cilindrische lichaam ten minste één luchtinlaat naar de eerste holte en ten minste één luchtuitlaat buiten de eerste holte. De ten minste ene luchtuitlaat is gepositioneerd in de uitsparing of in een tweede holte zoals beschreven in verdere uitvoeringsvormen. De ten minste ene luchtinlaat naar de eerste holte en de ten minste ene luchtuitlaat buiten de eerste holte creëren een luchtstroom door de eerste holte. Dit is gunstig voor het koelen van de LED's op het montageoppervlak en het verlagen van de temperatuur in de eerste holte, de uitsparing en het cilindrische lichaam. De cirkelvormige dwarsdoorsnede van de aanwezigheidsdetector heeft een straal die bij voorkeur ten minste 0,5 mm kleiner is dan een straal van de uitsparing, met meer voorkeur ten minste 1,0 mm en met nog meer voorkeur ten minste 1,5 mm. Dit is voordelig voor het creëren van een schoorsteen voor de luchtstroom uit de eerste holte. Dit is bovendien voordelig om warmteoverdracht van het cilindrische lichaam, verwarmd door de LED's, naar de aanwezigheidsdetector te vermijden, wat resulteert in een stabiele en lage temperatuur van de aanwezigheidsdetector. Dit is gunstig voor een robuuste en betrouwbare detectie van aanwezigheid. De ten minste ene luchtinlaat bevindt zich bijvoorbeeld aan het eerste uiteinde van het cilindrische lichaam, meer in het bijzonder rond de diffusor bij de eerste opening. De ten minste ene luchtinlaat bevindt zich bijvoorbeeld in een zijwand van het cilindrische lichaam. De ten minste ene luchtuitlaat bevindt zich bijvoorbeeld in een zijwand van het cilindrische lichaam, bijvoorbeeld bij de uitsparing of bij genoemde tweede holte. De ten minste ene luchtuitlaat bevindt zich bijvoorbeeld aan het tweede uiteinde van het cilindrische lichaam.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het cilindrische lichaam ten minste één luchtkanaal op een eerste niveau en ten minste één luchtkanaal op een tweede niveau. Het ten minste één luchtkanaal op het eerste niveau strekt zich uit van een zijwand van het cilindrische lichaam tot in de eerste holte. De zijwand is de mantel van het cilindrische lichaam. Het ten minste ene luchtkanaal op het eerste niveau strekt zich bij voorkeur radiaal uit vanaf de zijwand van het cilindrische lichaam tot in de eerste holte. Bij voorkeur grenst het ten minste ene kanaal aan het montageoppervlak. Het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau strekt zich uit vanaf de zijwand van het cilindrische lichaam tot in de uitsparing. Het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau strekt zich bij voorkeur radiaal uit vanaf de zijwand van het cilindrische lichaam tot in de uitsparing. Het ten minste ene luchtkanaal op het eerste niveau en het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau zijn langs de lengteas van het cilindrische lichaam van elkaar gescheiden. Het ten minste ene luchtkanaal op het eerste niveau en het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau creëren een luchtstroom langs de LED's op het montageoppervlak, waardoor de LED's extra worden gekoeld en de temperatuur in de eerste holte, de uitsparing en het cilindrisch lichaam wordt verlaagd. De cirkelvormige dwarsdoorsnede van de aanwezigheidsdetector heeft een straal die bij voorkeur ten minste 0,5 mm kleiner is dan een straal van de uitsparing, met meer voorkeur ten minste 1,0 mm en met nog meer voorkeur ten minste 1,5 mm. Dit is voordelig voor het creëren van een schoorsteen voor de luchtstroom van het ten minste ene luchtkanaal op het eerste niveau naar het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau. Dit is bovendien voordelig om warmteoverdracht van het cilindrische lichaam, verwarmd door de LED's, naar de aanwezigheidsdetector te vermijden, wat resulteert in een stabiele en lage temperatuur van de aanwezigheidsdetector. Dit is gunstig voor een robuuste en betrouwbare detectie van aanwezigheid.
1 BE2022/5456
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het cilindrische lichaam ten minste twee luchtkanalen op het eerste niveau en ten minste twee luchtkanalen op het tweede niveau.
Bij voorkeur omvat het cilindrische lichaam op het eerste niveau ten minste drie luchtkanalen, met meer voorkeur ten minste vier luchtkanalen en met nog meer voorkeur ten minste vijf luchtkanalen.
Bij voorkeur omvat het cilindrische lichaam op het tweede niveau ten minste drie luchtkanalen, met meer voorkeur ten minste vier luchtkanalen en met nog meer voorkeur ten minste vijf luchtkanalen.
De luchtkanalen op het eerste niveau zijn bij voorkeur gelijkmatig verdeeld over de zijwand van het cilindrische lichaam. De luchtkanalen op het tweede niveau zijn bij voorkeur gelijkmatig verdeeld over de zijwand van het cilindrische lichaam. Ten minste twee luchtkanalen op het eerste niveau en ten minste twee luchtkanalen op het tweede niveau zijn gunstig voor het verkrijgen van een luchtstroom die zich gelijkmatig over het gehele montageoppervlak verspreidt, wat resulteert in een goede koeling van de LED's.
In een uitvoeringsvorm hebben de LED's een tussenafstand die kleiner is dan de afstand tussen het diffusor en het montageoppervlak. Deze afstand wordt loodrecht op het montageoppervlak gemeten. De tussenafstand wordt gemeten van hart tot hart tussen twee aangrenzende LED's op het patroon dat door de LED's wordt gevormd. De tussenafstand is bij voorkeur gelijk tussen elke twee aangrenzende
LED's. Een dergelijke tussenafstand is voordelig, omdat het licht van aangrenzende
LED's zo vermengd is dat individuele LED's bij het kijken in de inbouwarmatuur niet kunnen worden geïdentificeerd. Wanneer individuele LED's kunnen worden geïdentificeerd, zou een persoon kunnen opmerken dat er geen LED is geïnstalleerd binnen het patroon dat door de LED's wordt gevormd, wat verraadt dat er een aanwezigheidsdetector is geïntegreerd in de inbouwarmatuur.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de semi-transparante diffusor op een afstand van minimaal 5 mm en maximaal 50 mm van het montageoppervlak geplaatst. Bij voorkeur is de afstand maximaal 45 mm, met meer voorkeur maximaal mm, met nog meer voorkeur maximaal 35 mm en met de meeste voorkeur maximaal 30 mm. De afstand wordt loodrecht op het montageoppervlak gemeten.
Zoals eerder beschreven worden de LED's op het montageoppervlak gemonteerd.
Hoe dichter het montageoppervlak en bijgevolg de lichtbron zich bij de diffusor bevindt, hoe minder licht dat door de LED's wordt uitgestraald verloren gaat door interne reflecties op de zijwanden van de eerste holte en hoe meer licht er rechtstreeks op de diffusor wordt uitgestraald. Aan de andere kant, hoe dichter de
LED's van de lichtbron bij de diffusor zijn, hoe groter de kans dat individuele LED's kunnen worden geïdentificeerd. Een afstand van minimaal 5 mm en maximaal 50 mm tussen de diffusor en het montageoppervlak is gunstig om lichtverliezen te beperken en te voorkomen dat individuele LED's kunnen worden geïdentificeerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het cilindrische lichaam aan een tweede uiteinde een tweede holte. Het tweede uiteinde van het cilindrische lichaam ligt tegenover het eerste uiteinde. De tweede holte heeft bij voorkeur een cilindrische of conische vorm. De tweede holte heeft een lengteas die evenwijdig is aan de lengteas van het cilindrische lichaam. Bij voorkeur valt de lengteas van de tweede holte samen met de lengteas van het cilindrische lichaam.
Het cilindrische lichaam omvat een tweede opening aan het tweede uiteinde naar de tweede holte. De tweede opening is een open uiteinde van de cilindrische of conische vorm van de tweede holte. Bij een conische vorm van de tweede holte heeft het open uiteinde van de tweede holte bij voorkeur een groter oppervlak dan een tegenoverliggend uiteinde van de tweede holte. Dit is gunstig voor een gemakkelijke fabricage en voor de installatie van componenten in de tweede holte. Bij een conische vorm van de tweede holte maken zijwanden van de tweede holte een hoek van ten minste 1° en ten hoogste 5° met het open uiteinde van de tweede holte.
Het tegenoverliggende einde van de tweede holte is bij voorkeur evenwijdig aan het open einde van de tweede holte.
De inbouwarmatuur omvat minimaal één elektronische module.
De ten minste ene elektronische module wordt in de tweede holte geïnstalleerd. De ten minste ene elektronische module omvat een driver voor het aansturen van de
LED's. De ten minste één elektronische module omvat een stroomvoorziening voor het voeden van de aanwezigheidsdetector. De ten minste ene elektronische module omvat optioneel een schakelsysteem om het outputsignaal van de aanwezigheidsdetector te interpreteren of om genoemd outputsignaal over te dragen naar externe logica. Het is voor de vakman duidelijk dat één of meer functies op één of meer elektronische modules kunnen worden geïmplementeerd.
De ten minste ene elektronische module staat bij voorkeur loodrecht op de lengteas van de tweede holte. De ten minste ene elektronische module heeft bij voorkeur een cirkelvormige dwarsdoorsnede met een straal die bij voorkeur ten minste 1,5 mm kleiner is dan een straal van de tweede holte op de plaats waar de elektronische module in de tweede holte is geïnstalleerd, met meer voorkeur ten minste 2,0 mm met nog meer voorkeur ten minste 2,5 mm en met de meeste voorkeur ten minste 3,0 mm. Dit is voordelig om warmteoverdracht van het cilindrische lichaam naar de ten minste ene elektronische module te voorkomen, wat resulteert in een lagere omgevingstemperatuur voor de ten minste ene elektronische module, waardoor de betrouwbaarheid en bijgevolg de levensduur van de ten minste ene elektronische module wordt verbeterd en de betrouwbaarheid van de aanwezigheidsdetectie wordt verbeterd.
In het geval van meerdere elektronische modules worden de meerdere elektronische modules bij voorkeur gestapeld in een richting evenwijdig aan de lengteas van de tweede holte. Bij voorkeur zijn de meerdere elektronische modules gelijkmatig verdeeld in de tweede holte om hete plekken te vermijden.
Als alternatief is de ten minste ene elektronische module evenwijdig aan de lengteas van de tweede holte. De ten minste ene elektronische module is bij voorkeur ten minste 1,5 mm gescheiden van de zijwanden van de tweede holte, met meer voorkeur ten minste 2,0 mm, met nog meer voorkeur ten minste 2,5 mm en met de meeste voorkeur ten minste 3,0 mm. Dit heeft hetzelfde voordeel als een ten minste ene elektronische module met een straal die ten minste 1,5 mm kleiner is dan de straal van de tweede holte op de plaats waar de elektronische module in de tweede holte is geïnstalleerd.
Het is voor de vakman duidelijk dat een combinatie van elektronische modules loodrecht op de lengteas van de tweede holte en elektronische modules evenwijdig aan de lengteas van de tweede holte mogelijk is. Meerdere elektronische modules zijn bijvoorbeeld gestapeld in een richting evenwijdig aan de lengteas van de tweede holte en verbonden door ten minste één elektronische module evenwijdig aan de lengteas van de tweede holte.
De ten minste ene elektronische module is door een metalen schijf van de LED's gescheiden. De metalen schijf wordt bij voorkeur gevormd door een deel van het cilindrische lichaam tussen de eerste holte en de tweede holte, waarbij het cilindrische lichaam een metalen cilindrisch lichaam is. De metalen schijf is een hitteschild om de warmte die wordt geproduceerd door de ten minste ene elektronische module en de warmte die wordt geproduceerd door de LED's van elkaar af te schermen. Dit is voordelig om twee gescheiden warmtebronnen te creëren die gemakkelijker te regelen zijn dan één enkele geaccumuleerde warmtebron. Dit is bovendien gunstig om te voorkomen dat de LED's de ten minste ene elektronische module opwarmen, waardoor de betrouwbaarheid en bijgevolg de levensduur van de ten minste ene elektronische module wordt verbeterd en de betrouwbaarheid van de aanwezigheidsdetectie wordt verbeterd
Het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm is bovendien gunstig om te voorkomen dat warmte van de
LED's de ten minste ene elektronische module opwarmt, omdat de luchtstroom die wordt gecreëerd tussen het ten minste ene luchtkanaal aan de eerste niveau en het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau is weggericht van de tweede holte, waardoor de betrouwbaarheid en bijgevolg de levensduur van de ten minste ene elektronische module wordt vergroot en de betrouwbaarheid van de detectie van bezetting wordt verbeterd.
De uitsparing in het montageoppervlak van de eerste holte is een doorgang tussen de eerste holte en de tweede holte. Dit is gunstig omdat de aanwezigheidsdetector direct kan worden aangesloten op de ten minste ene elektronische module in de tweede holte. Dit is bovendien gunstig omdat de uitsparing de aanwezigheidsdetector afschermt tegen directe warmtestraling van de LED's en van de ten minste ene elektronische module, waardoor de betrouwbaarheid van de aanwezigheidsdetectie wordt vergroot.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het cilindrische lichaam metalen vinnen die zich uitstrekken vanaf een tussenvlak van het cilindrische lichaam langs de tweede holte tot aan het tweede uiteinde van het cilindrische lichaam. De metalen vinnen zijn bij voorkeur opgenomen in een metalen cilindrisch lichaam. Het tussenvlak is bij voorkeur een dwarsdoorsnede van het cilindrische lichaam loodrecht op de lengteas van het cilindrische lichaam.
Het tussenvlak is tenminste voorbij de eerste holte gepositioneerd, gezien vanaf het eerste uiteinde van het cilindrische lichaam in de richting van het tweede uiteinde van het cilindrische lichaam. Dit is gunstig om esthetische redenen omdat de metalen vinnen onzichtbaar zijn vanaf het eerste uiteinde van het cilindrische lichaam. Dit is bijkomend gunstig om veiligheidsredenen, omdat onzichtbare metalen vinnen niet aangeven dat de inbouwarmatuur meer zou kunnen zijn dan alleen een lichtbron. De metalen vinnen zijn voordelig om warmte weg te leiden van de LED's, de aanwezigheidsdetector en, in het geval van een cilindrisch lichaam met een tweede holte zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm, de ten minste ene elektronische module naar het tweede uiteinde van het cilindrische lichaam en naar een omliggende omgeving aan het tweede uiteinde.
In het geval van een cilindrisch lichaam met een tweede holte zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm, is het tussenvlak bijvoorbeeld een cirkelvormig oppervlak van de metalen schijf tussen de eerste en de tweede holte.
De metalen vinnen zijn staafvormige vinnen, plaatvormige vinnen, radiale vinnen of hebben een andere geschikte vorm.
De door de LED's geproduceerde warmte wordt afgevoerd van het montageoppervlak naar het tweede uiteinde van het cilindrische lichaam via de metalen vinnen, waardoor de omgevingstemperatuur van de aanwezigheidsdetector wordt verlaagd en, in het geval van een cilindrisch lichaam met een tweede holte zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm, van de ten minste ene elektronische module, waardoor de robuustheid en betrouwbaarheid van de aanwezigheidsdetectie wordt verbeterd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het tussenvlak evenwijdig aan het montageoppervlak. Het tussenvlak bevindt zich op een afstand van minimaal 2 mm van het montageoppervlak, bij voorkeur minimaal 3 mm. Deze afstand wordt loodrecht op het montageoppervlak gemeten. Een metalen warmtegeleider wordt gevormd door een deel van het cilindrische lichaam tussen het montageoppervlak en het tussenvlak. Het cilindrische lichaam is een metalen cilindrisch lichaam. Deze metalen warmtegeleider heeft een cilindrische vorm. Deze metalen warmtegeleider is gunstig voor het absorberen van de door de LED's geproduceerde warmte en voor het overdragen van de warmte aan de metalen vinnen. Deze metalen warmtegeleider kan, maar is niet noodzakelijk gelijk aan de metalen schijf zoals beschreven in een eerdere uitvoeringsvorm. De metalen schijf maakt tenminste gedeeltelijk deel uit van de warmtegeleider.
Het tussenvlak bevindt zich bij voorkeur op een afstand van maximaal 7 mm van het montageoppervlak, met meer voorkeur maximaal 6 mm en met nog meer voorkeur maximaal 5 mm.
Een dikte van minimaal 2 mm en maximaal 7 mm van de metalen warmtegeleider is voordelig omdat de metalen warmtegeleider voldoende thermische massa heeft om de door de LED's geproduceerde warmte op te nemen en voldoende dun is om de warmte snel via de metalen vinnen af te geven aan het tweede uiteinde van het cilindrische lichaam.
In een uitvoering bestaat de PIR-sensor uit een pinhole lensgaatje. Een pinhole lens is voordelig voor het verminderen van invallend licht afkomstig van de LED's. Dit is gunstig voor een robuuste en betrouwbare detectie van aanwezigheid.
In een uitvoeringsvorm omvat het inbouwarmatuur een extra externe lens voor de
PIR-sensor. Een extra externe lens is gunstig voor het vormen en aanpassen van de kijkhoek van de PIR-sensor. De PIR-sensor en de extra externe lens steken samen maximaal 2 mm uit het montageoppervlak, bij voorkeur maximaal 1,5 mm en met nog meer voorkeur maximaal 1 mm. De voordelen zijn zoals eerder beschreven.
In een uitvoeringsvorm omvat de diffusor een geïntegreerde lens voor de PIR- sensor. Een geïntegreerde lens is gunstig voor het vormen en aanpassen van de kijkhoek van de PIR-sensor. Een geïntegreerde lens is bovendien gunstig omdat er geen extra lens nodig is. Een geïntegreerde lens is niet zichtbaar als de LED's branden. Een nadeel van een geïntegreerde lens is dat de geïntegreerde lens enigszins zichtbaar is als de LED's uit zijn, wat een hint geeft dat er een aanwezigheidsdetector in de inbouwarmatuur is geïntegreerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de behuizing een eerste conische reflector.
De eerste reflector is geïnstalleerd aan het eerste uiteinde van het cilindrische lichaam. De eerste reflector is bij voorkeur losneembaar bevestigd aan het cilindrische lichaam. De eerste reflector heeft een tophoek van minimaal 15° en maximaal 70°.
De tophoek is bij voorkeur ten minste 20°, met meer voorkeur ten minste 30° en met nog meer voorkeur ten minste 40°.
De tophoek is bij voorkeur maximaal 65° en met meer voorkeur maximaal 60°.
De eerste conische reflector en het cilindrische lichaam zijn voorzien van schroefdraad om de eerste conische reflector op het cilindrische lichaam te
17 BE2022/5456 schroeven. De schroefdraad kan zijwanden van de eerste holte vormen. Als alternatief wordt de eerste conische reflector aan het cilindrische lichaam bevestigd door middel van schroeven, haken of een ander geschikt middel.
De eerste conische reflector is gunstig voor het reflecteren en richten van het door de LED's uitgestraalde licht in een lichtstraal om een hogere verlichting binnen de lichtstraal te verkrijgen.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de behuizing een tweede conische reflector.
De tweede conische reflector wordt in de eerste holte geïnstalleerd. De tweede conische reflector wordt bij voorkeur tussen het cilindrische lichaam en de eerste conische reflector geklemd. De tweede conische reflector heeft bij voorkeur een tophoek die gelijk is aan de tophoek van de eerste conische reflector + 1°. De tweede conische reflector heeft een oppervlak dat wit is of dat een reflecterend metaal is.
De tweede kegelvormige reflector reflecteert en richt op voordelige wijze licht dat wordt uitgezonden door de LED's in de eerste holte in een lichtstraal naar de eerste opening om een hogere verlichting binnen de lichtstraal te verkrijgen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm hebben de metalen vinnen een lengte van ten minste 30 mm, bij voorkeur ten minste 35 mm en met meer voorkeur ten minste 40 mm. De lengte wordt gemeten evenwijdig aan de lengteas van het cilindrische lichaam.
De metalen vinnen hebben een lengte van maximaal 45 mm.
Om een maximale warmteoverdracht van het cilindrische lichaam naar de omliggende omgeving te verkrijgen, dienen de metalen vinnen een zo lang mogelijke lengte te hebben. Langere metalen vinnen resulteren echter in een langere lengte van het cilindrische lichaam en een hogere vereiste installatiehoogte voor de inbouwarmatuur. Een hoogte van minimaal 30 mm is voldoende om de warmte voldoende af te geven aan de omliggende omgeving.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de behuizing een bevestigingsmiddel voor het installeren van de behuizing in een buis. Het bevestigingsmiddel omvat een ringvormige groef en een ringvormige spiraalveer. De ringvormige spiraalveer wordt in de ringvormige groef geïnstalleerd. De ringvormige groef is aanwezig op een buitenomtrek van het cilindrische lichaam en/of de reflector van een eerder beschreven uitvoeringsvorm. Het is voor de vakman duidelijk dat de behuizing meerdere evenwijdige ringvormige groeven en ringvormige spiraalveren kan omvatten.
Deze uitvoeringsvorm is voordelig voor losneembare montage van de behuizing in een buis van bijvoorbeeld een ventilatiekanaal of bijvoorbeeld in een buisvormige behuizing van een hanglamp of een plafondlamp. Een complementaire groef wordt voorzien aan een binnenomtrek van het ventilatiekanaal of de buisvormige behuizing van de hanglamp of plafondlamp.
In een uitvoeringsvorm is de ten minste ene elektronische module in een plastic container geplaatst. De kunststof van de plastic container is een brandvertragende kunststof. De plastic container wordt in de tweede holte geïnstalleerd. De plastic container is bij voorkeur cilindrisch of conisch. De plastic container heeft bij voorkeur maximaal vier contactpunten met zijwanden van de tweede holte, meer bij voorkeur maximaal drie contactpunten. Bij voorkeur is maximaal 50% van een oppervlak gevormd door zijwanden van de plastic container in contact met zijwanden van de tweede holte, bij voorkeur maximaal 40%, met nog meer voorkeur maximaal 35%.
Een rest van het oppervlak gevormd door zijwanden van de plastic container is bij voorkeur ten minste 1,5 mm gescheiden van zijwanden van de tweede holte, met meer voorkeur ten minste 2,0 mm, met nog meer voorkeur ten minste 2,5 mm en met de meeste voorkeur ten minste 3,0 mm. Bij voorkeur wordt de plastic container op een opstaande rand rond de uitsparing geplaatst, om het contactoppervlak tussen de plastic container en het cilindrische lichaam te verkleinen. Dit is voordelig om warmteoverdracht van het cilindrische lichaam naar de plastic container en de ten minste ene elektronische module te voorkomen, wat resulteert in een lagere omgevingstemperatuur voor de ten minste ene elektronische module, waardoor de betrouwbaarheid en bijgevolg de levensduur van de ten minste ene elektronische module wordt verbeterd en de betrouwbaarheid van de aanwezigheidsdetectie wordt verbeterd. De plastic container is bovendien gunstig om te voorkomen dat de luchtstroom de tweede holte binnenkomt en de ten minste ene elektronische module opwarmt. De plastic container is gunstig voor het isoleren van de ten minste ene elektronische module van een metalen cilindrisch lichaam. Een vakman zal appreciëren dat de ten minste ene elektronische module meerdere elektronische modules kan omvatten en dat bij voorkeur alle elektronische modules in de container zijn geïnstalleerd. De elektronische modules zijn bij voorkeur gelijkmatig verdeeld in de plastic container.
In een uitvoeringsvorm zijn de LED's verdeeld in meerdere parallelle stroomkringen.
De LED's zijn verdeeld in minimaal twee parallelle stroomkringen. Dit is gunstig om een totale spanningsval over een stroomkring van LED's te verminderen. Een grote spanningsval vereist een hoge voedingsspanning, waardoor meer voedingscircuits nodig zijn, waardoor grootte toeneemt en warmteafvoer in de eerste holte toeneemt.
Meerdere parallelle stroomkringen zijn bovendien gunstig voor het dimmen van de inbouwarmatuur zonder een dimcircuit. Er loopt bijvoorbeeld elektrische stroom door een deel van de stroomkringen als er geen aanwezigheid wordt gedetecteerd en door alle stroomkringen als er wel aanwezigheid wordt gedetecteerd.
In een uitvoeringsvorm heeft de lichtbron een aftelbaar witpunt. De LED's zijn
RGBW- of RGB-LED's. Door een mengfactor van respectievelijk het Rode, Groene,
Blauwe en optioneel Witte kanaal aan te passen, kan het witpunt van de LED's worden aangepast. Als alternatief zijn de LED's verdeeld in meerdere parallelle stroomkringen zoals eerder beschreven. LED's in een ander stroomkring hebben een ander witpunt. Evenzo kan door het aanpassen van elektrische stromen naar de verschillende stroomkringen het witpunt van de lichtbron worden aangepast. Zo kan het witpunt worden aangepast wanneer er aanwezigheid wordt gedetecteerd.
In een uitvoeringsvorm omvat het inbouwarmatuur een temperatuursensor. Een temperatuursensor wordt gebruikt om de temperatuur binnen een holte van het cilindrische lichaam te meten, bijvoorbeeld binnen de tweede holte. Dit is gunstig om een stijgende temperatuur in de holte van het cilindrische lichaam te signaleren en om tegenmaatregelen te nemen om de temperatuur te verlagen, zoals bijvoorbeeld het verminderen van de lichtintensiteit van de LED's. Een verhoging van de temperatuur zou de robuustheid en betrouwbaarheid van de aanwezigheidsdetectie met de aanwezigheidsdetector en de levensduur van de aanwezigheidsdetector en, indien aanwezig, de ten minste ene elektronische module verminderen. Bij voorkeur is de temperatuursensor een sensor die is geïntegreerd in de verwerkingseenheid van een eerder beschreven uitvoeringsvorm.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het inbouwarmatuur een lichtsensor. De lichtsensor wordt gebruikt voor het meten van de lichtintensiteit buiten de inbouwarmatuur. De lichtsensor wordt bij voorkeur in de eerste holte geïnstalleerd.
De lichtsensor is geschikt om de lichtintensiteit te meten in een ruimte van een gebouw waarin de inbouwarmatuur is geïnstalleerd. De lichtsensor meet bij voorkeur de lichtintensiteit door de diffusor. Dit is handig om de lichtsensor te verbergen. De lichtsensor is gunstig om onnodige activering van de lichtbron van de inbouwarmatuur te voorkomen wanneer er voldoende licht in de ruimte is.
In een voorkeursuitvoering zijn de LED's geplaatst in een cirkel met een straal Rs.
De diffusor heeft een straal R2. De verhouding van Ra tot Rı is minimaal 1,5:1 en maximaal 3:1.
Bij voorkeur is de verhouding van Ra tot R: minimaal 2,0:1, meer bij voorkeur minimaal 2,2:1 en nog meer bij voorkeur minimaal 2,4:1.
Bij voorkeur is de verhouding van Ra tot R: maximaal 2,8:1, met meer voorkeur maximaal 2,6:1 en met nog meer voorkeur maximaal 2,5:1.
Deze verhouding is voordelig om een lichtstraal met een voldoende hoek uit de inbouwarmatuur te verkrijgen, met een gelijkmatige verlichting van de diffusor en minimale interne verliezen. Een lagere verhouding zou resulteren in overvloedige reflecties van het licht dat wordt uitgestraald door de lichtbron aan de binnenkant van de eerste holte, terwijl het ook resulteert in een smalle bundel uit de inbouwarmatuur. Een hogere verhouding zou resulteren in een onvoldoende verlichting van de diffusor aan zijn rand.
In een voorkeursuitvoering zijn de LED's geplaatst op een cirkel met een straal Rs.
De aanwezigheidsdetector heeft een ronde of vierkante doorsnede. De doorsnede van de aanwezigheidsdetector heeft een afmeting D3. De afmeting D3 komt overeen met een straal van de dwarsdoorsnede van de aanwezigheidsdetector of met de helft van een lengte van een zijde van de dwarsdoorsnede van de aanwezigheidsdetector.
De verhouding van R: tot D3 is minimaal 1,2:1 en maximaal 5:1.
Bij voorkeur is de verhouding van Rı tot D3 minimaal 1,3:1, meer bij voorkeur minimaal 1,4:1 en nog meer bij voorkeur minimaal 1,5:1.
Bij voorkeur is de verhouding van R: tot D3 maximaal 4:1, met meer voorkeur maximaal 3:1 en met nog meer voorkeur maximaal 2,5:1.
De verhouding is voordelig voor het verbergen van de aanwezigheidsdetector door de LED's, zonder de werking van de aanwezigheidsdetector te beïnvloeden. Een lagere verhouding zou de aanwezigheidsdetector volledig verbergen, maar zou ertoe leiden dat het door de LED's uitgestraalde licht rechtstreeks op de aanwezigheidsdetector valt. Een hogere verhouding zou resulteren in een donkere vlek in het midden van de LED's, wat wijst op de aanwezigheid van een aanwezigheidsdetector.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de LED's geplaatst op een PCB met een centraal rond gat. Het cirkelvormige gat heeft een straal R4. Het centrale cirkelvormige gat vormt een kanaal naar de uitsparing. De aanwezigheidsdetector heeft een ronde of vierkante doorsnede. De doorsnede van de aanwezigheidsdetector heeft een afmeting D3. De afmeting D3 komt overeen met een straal van de dwarsdoorsnede van de aanwezigheidsdetector of met de helft van een lengte van een zijde van de dwarsdoorsnede van de aanwezigheidsdetector. De verhouding van R4 tot D3 is minimaal 1,1:1 en maximaal 2,4:1.
Bij voorkeur is de verhouding van Ra tot D3 minimaal 1,2:1, meer bij voorkeur minimaal 1,3:1 en nog meer bij voorkeur minimaal 1,4:1.
Bij voorkeur is de verhouding van Ra tot D3 maximaal 2,4:1, met meer voorkeur maximaal 2,3:1 en met nog meer voorkeur maximaal 2,2:1.
Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder gunstig in combinatie met een voorheen beschreven uitvoeringsvorm, waarbij het cilindrische lichaam ten minste één luchtkanaal op een eerste niveau en ten minste één luchtkanaal op een tweede niveau omvat. Deze uitvoeringsvorm is in het bijzonder gunstig in combinatie met een voorheen beschreven uitvoeringsvorm waarbij het cilindrische lichaam aan een tweede uiteinde een tweede holte omvat. De verhouding is voordelig voor het creëren van een schoorsteen voor de luchtstroom van het ten minste ene luchtkanaal op het eerste niveau naar het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau. Een lagere verhouding zou resulteren in onvoldoende vrije ruimte rond de aanwezigheidsdetector om een substantiële luchtstroom te hebben. Een hogere verhouding zou resulteren in een te grote doorgang tussen de eerste holte en de tweede holte, waardoor het afschermende effect van de metalen schijf wordt verminderd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een montageoppervlak geplaatst op een afstand Ds, gemeten in een richting evenwijdig aan de lengteas, vanaf de diffusor.
De tweede holte bevindt zich op een afstand Ds, gemeten in een richting evenwijdig aan de lengteas, vanaf het montageoppervlak. De verhouding van De tot Ds is minimaal 1,2:1 en maximaal 2,0:1.
Bij voorkeur is de verhouding van De tot Ds minimaal 1,3:1, meer bij voorkeur minimaal 1,4:1 en nog meer bij voorkeur minimaal 1,5:1.
Bij voorkeur is de verhouding van Ds tot Ds maximaal 1,9:1, met meer voorkeur maximaal 1,8:1 en met nog meer voorkeur maximaal 1,7:1.
De verhouding is voordelig om een armatuur te verkrijgen met een gelijkmatige verlichting van de diffusor en een goede kijkhoek van de aanwezigheidsdetector. Bij een lagere verhouding bevindt het montageoppervlak zich op een te grote afstand van de diffusor, wat resulteert in een onvoldoende verlichting van de diffusor aan de rand of in een aanwezigheidsdetector die te ver uit het montageoppervlak steekt, waardoor het uitgestraalde licht van de LED's direct op de aanwezigheidsdetector invalt of de aanwezigheidsdetector het door de LED's uitgestraalde licht blokkeert.
Bij een hogere verhouding is het montageoppervlak te dicht bij de diffusor, wat resulteert in een donkere vlek in het midden van de LED's, wat wijst op de aanwezigheid van een aanwezigheidsdetector of een aanwezigheidsdetector die te diep in de uitsparing is geïnstalleerd, wat resulteert in een smalle kijkhoek van de aanwezigheidsdetector.
In een voorkeursuitvoeringsvorm strekt de aanwezigheidsdetector zich vanaf de tweede holte in de richting van de eerste holte uit over een lengte L7, gemeten in een richting evenwijdig aan de lengteas. De tweede holte bevindt zich op een afstand
Ds, gemeten in een richting evenwijdig aan de lengteas, vanaf het montageoppervlak. De verhouding van L; tot Ds is minimaal 0,4:1 en maximaal 1,6:1.
Bij voorkeur is de verhouding van L; tot Ds minimaal 0,5:1, meer bij voorkeur minimaal 0,6:1 en nog meer bij voorkeur minimaal 0,7:1.
Bij voorkeur is de verhouding van L; tot De maximaal 1,5:1, met meer voorkeur maximaal 1,4:1 en met nog meer voorkeur maximaal 1,3:1.
De verhouding is voordelig voor het verkrijgen van een voldoende kijkhoek voor de aanwezigheidsdetector, terwijl wordt vermeden dat de aanwezigheidsdetector zichtbaar is of dat de aanwezigheidsdetector wordt gehinderd door licht dat wordt uitgestraald door de LED's. Een lagere verhouding zou resulteren in een aanwezigheidsdetector die te diep in de uitsparing wordt geïnstalleerd, wat resulteert in een smalle kijkhoek van de aanwezigheidsdetector. Een hogere verhouding zou ertoe leiden dat het uitgestraalde licht van de LED's rechtstreeks op de aanwezigheidsdetector valt of dat de aanwezigheidsdetector het door de LED's uitgestraalde licht blokkeert.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de diffusor een dikte van ten minste 0,2 mm en ten hoogste 2,0 mm.
Bij voorkeur heeft de diffusor een dikte van ten minste 0,3 mm, met meer voorkeur ten minste 0,4 mm en met nog meer voorkeur ten minste 0,5 mm.
Bij voorkeur heeft de diffusor een dikte van maximaal 1,8 mm, met meer voorkeur maximaal 1,6 mm, met nog meer voorkeur maximaal 1,4 mm en met de meeste voorkeur maximaal 1,2 mm.
Een diffusor met een dikte van minimaal 0,2 mm is voldoende sterk voor toepassing in een armatuur volgens de huidige uitvinding om breuk van de diffusor te voorkomen. Een diffuser met een dikte van maximaal 2,0 mm is niet te dik om veel licht binnen te laten dat door de diffuser wordt tegengehouden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de diffusor een opaciteit van minimaal 55% en maximaal 85%. De opaciteit van de diffusor wordt gedefinieerd als een verhouding tussen een lichtstroom die door de diffusor wordt doorgelaten tot een invallende lichtstroom op de diffusor. De invallende lichtstroom is voor een armatuur in gebruik de lichtstroom die wordt uitgestraald door de LED's die op de diffusor vallen. De lichtstroom die door de diffusor wordt doorgelaten is de lichtstroom die door het armatuur wordt uitgestraald. Een opaciteit van minimaal 55% en maximaal 85% is gunstig om een voldoende energetisch rendement te verkrijgen, omdat niet te veel licht wordt tegengehouden door de diffusor, terwijl een uniform lichtpatroon wordt gecreëerd dat de armatuur verlaat en de aanwezigheidsdetector verbergt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het cilindrische lichaam een warmtegeleidingsvermogen van ten minste 85 W/m.K, bij voorkeur ten minste 90
W/m.K. Voor een snelle warmteafvoer door het cilindrische lichaam is een warmtegeleidingsvermogen van minimaal 85 W/m.K voordelig.
De uitvinding wordt verder beschreven door de volgende niet-beperkende figuren die de uitvinding verder illustreren, en niet zijn bedoeld, noch mogen worden geïnterpreteerd, om het bereik van de uitvinding te beperken.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuur 1 toont een doorsnedeaanzicht van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
De inbouwarmatuur (1) omvat een behuizing, een lichtbron, een aanwezigheidsdetector (3), een eerste elektronische module (4), een tweede elektronische module (5) een derde elektronische module (27) en een vierde elektronische module (28). De behuizing omvat een metalen cilindrisch lichaam (6) en een eerste conische reflector (20). Het metalen cilindrische lichaam (6) en de eerste conische reflector (20) omvatten een schroefdraad (19) voor het schroeven van de eerste conische reflector (20) op het cilindrische lichaam (6). Een tweede conische reflector (29) wordt ingeklemd tussen het cilindrische lichaam (6) en de eerste conische reflector (20). Het cilindrisch lichaam (6) omvat een eerste holte (9) aan een eerste uiteinde (11) van het cilindrisch lichaam (6) en een tweede holte (8) aan een tweede uiteinde (10), tegenover het eerste uiteinde (11). De eerste holte (9) en de tweede holte (8) hebben een conische vorm. Het cilindrische lichaam (6) omvat een eerste opening (13) aan het eerste einde (11) naar de eerste holte (9) en een tweede opening (12) aan het tweede einde (10) naar de tweede holte (8).
Het cilindrisch lichaam (6) omvat een uitsparing (14). De uitsparing (14) is een doorgang tussen de eerste holte (9) en de tweede holte (8). De uitsparing (14) heeft een cilindrische vorm. Het cilindrisch lichaam (6), de eerste holte (9), de tweede holte (8) en de uitsparing (14) hebben een gemeenschappelijke lengteas (21). De eerste opening (13) en de tweede opening (12) zijn rond en loodrecht op de lengteas (21). Het cilindrisch lichaam (6) omvat radiale metalen vinnen (16), die zich uitstrekken van een tussenvlak (17) van het cilindrisch lichaam (6) langs de tweede holte (8) tot het tweede uiteinde (10) van het cilindrisch lichaam (6). Het cilindrisch lichaam (6) omvat ten minste één luchtkanaal (30) op een eerste niveau. Het ten minste één luchtkanaal (30) op het eerste niveau strekt zich uit van een zijwand van het cilindrische lichaam tot in de eerste holte (9). Het cilindrisch lichaam (6) omvat ten minste één luchtkanaal (31) op een tweede niveau. Het ten minste één luchtkanaal (31) op het tweede niveau strekt zich uit van een zijwand van het cilindrische lichaam tot in de uitsparing (14). De behuizing omvat een semi- transparante diffusor (18) aan het eerste uiteinde (11) van het cilindrisch lichaam (6). De behuizing omvat een ringvormige groef (22) op een buitenomtrek van de reflector (20) voor het installeren van de behuizing in een buis. De ringvormige spiraalveer (24) ontbreekt. De lichtbron omvat meerdere LED's (2), in een cirkel op een printplaat (7) op een montageoppervlak (15) geplaatst. Het montageoppervlak
(15) is een cirkelvormig oppervlak van het cilindrisch lichaam (6) binnen de eerste holte (9). Het montageoppervlak (15) is evenwijdig aan en tegenover de eerste opening (13). De eerste opening (13) is een grondvlak van het cilindrisch lichaam (6). De aanwezigheidsdetector (3) is een PIR-sensor. De aanwezigheidsdetector (3) is geïnstalleerd in de uitsparing (14). De aanwezigheidsdetector(3) wordt op de eerste elektronische module (4) geplaatst. De eerste elektronische module (4), de tweede elektronische module (5), de derde elektronische module (27) en de vierde elektronische module (28) zijn geïnstalleerd in een plastic container (23) in de tweede holte (8). De eerste elektronische module (4) en de tweede elektronische module (5) worden gestapeld in een richting evenwijdig aan de lengteas (21) binnen de tweede holte (8). De eerste elektronische module (4) en de tweede module (5) zijn met elkaar verbonden door de derde elektronische module (27) en de vierde elektronische module (28). De eerste elektronische module (4) en de tweede elektronische module (5) zijn gelijkmatig verspreid binnen de plastic container (23).
De tweede elektronische module (5) omvat een verwerkingseenheid en een geheugen.
Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
De inbouwarmatuur (1) is gelijk aan de inbouwarmatuur (1) in figuur 1. Het tussenvlak (17) is duidelijk zichtbaar op figuur 2. Het tussenvlak (17) is een cirkelvormige dwarsdoorsnede van het cilindrische lichaam (6) loodrecht op de lengteas (21). Het tussenvlak (17) is ten minste gepositioneerd voorbij de eerste holte (9), gezien vanaf het eerste uiteinde (11) in de richting van het tweede uiteinde (10). Ook zichtbaar op figuur 2 zijn contactpunten (32) op zijwanden van het cilindrische lichaam (6) voor de plastic container (23).
Figuur 3 toont een doorsnedeaanzicht van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij de inbouwarmatuur in een buisvormige behuizing is geïnstalleerd.
De inbouwarmatuur (1) is gelijk aan de inbouwarmatuur (1) in figuur 1. De inbouwarmatuur (1) wordt geïnstalleerd in een buisvormige behuizing (25) van een hanglamp of een plafondlamp. De buisvormige behuizing omvat aan een binnenomtrek een complementaire ringvormige groef (26). De inbouwarmatuur (1) is met een ringvormige spiraalveer (24) aan de buisvormige behuizing (25) bevestigd.
Een complementaire groef wordt voorzien aan een binnenomtrek van het ventilatiekanaal of de buisvormige behuizing van de hanglamp of plafondlamp.
Figuur 4 toont een doorsnedeaanzicht van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, die de luchtstroom door het minstens één luchtkanaal op het eerste niveau en het minstens één luchtkanaal op het tweede niveau toont.
De inbouwarmatuur (1) is gelijk aan de inbouwarmatuur (1) in figuur 1. Pijlen op figuur 4 geven een luchtstroom aan die binnenkomt door het ten minste één luchtkanaal (30) op het eerste niveau, over het montageoppervlak (15), door de uitsparing (14) en die uitgaat door het ten minste één luchtkanaal (31) op het tweede niveau. De luchtstroom gaat verder naar zijwanden van het cilindrisch lichaam (6) en langs de metalen vinnen (16) naar het tweede uiteinde (10) van het cilindrisch lichaam (6).
Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van een cilindrisch lichaam van een inbouwarmatuur volgens een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding, die de luchtstroom door het minstens één luchtkanaal op het eerste niveau en het minstens één luchtkanaal op het tweede niveau toont.
Het cilindrische lichaam (6) is gelijk aan het cilindrische lichaam (6) van de inbouwarmatuur (1) in figuur 1. Figuur 5 toont hoe het ten minste één luchtkanaal (30) op het eerste niveau wordt gevormd door een uitsparing in de schroefdraad (19) van het cilindrisch lichaam (6). Pijlen op figuur 5 geven een luchtstroom aan die binnenkomt door het ten minste één luchtkanaal (30) op het eerste niveau, over het montageoppervlak (15), door de uitsparing (14) en die uitgaat door het ten minste één luchtkanaal (31) op het tweede niveau.
27 BE2022/5456
De genummerde elementen op de figuren zijn: 1. Inbouwarmatuur 2. LED 3. Aanwezigheidsdetector 4. Eerste elektronische module 5. Tweede elektronische module 6. Metalen cilindrisch lichaam 7. Printplaat 8. Tweede holte 9. Eerste holte 10. Tweede uiteinde 11. Eerste uiteinde 12. Tweede opening 13. Eerste opening 14. Uitsparing 15. Montageoppervlak 16. Radiale metalen vinnen 17. Tussenvlak 18. Diffusor 19. Schroefdraad 20. Eerste conische reflector 21.Lengteas 22.Ringvormige groef 23. Plastic container 24. Ringvormige spiraalveer 25. Buisvormige behuizing 26. Complementaire ringvormige groef 27. Derde elektronische module 28. Vierde elektronische module 29. Tweede conische reflector 30. Luchtkanaal op eerste niveau 31. Luchtkanaal op tweede niveau 32. Contactpunten

Claims (17)

CONCLUSIES
1. Inbouwarmatuur voor detectie van aanwezigheid in een ruimte omvattende een behuizing, een lichtbron en een aanwezigheidsdetector, waarbij de lichtbron meerdere LED's omvat, waarbij de LED's op een montageoppervlak worden geplaatst, en waarbij de LED's rondom de aanwezigheidsdetector zijn geplaatst, met het kenmerk dat de behuizing een cilindrisch lichaam omvat, waarbij het cilindrische lichaam aan een eerste uiteinde een eerste holte omvat, waarbij het cilindrische lichaam een eerste opening aan het eerste uiteinde naar de eerste holte omvat, waarbij het montageoppervlak een oppervlak is van het cilindrische lichaam binnen de eerste holte en evenwijdig aan een grondvlak van het cilindrische lichaam, waarbij het montageoppervlak een uitsparing omvat, waarbij de aanwezigheidsdetector in de uitsparing is geïnstalleerd, waarbij de aanwezigheidssensor een Passieve InfraRoodsensor is, waarbij de Passieve InfraRoodsensor maximaal 4 mm uit het montageoppervlak steekt en waarbij de behuizing een semi- transparante diffusor omvat, waarbij de diffusor van infrarood doorlatend materiaal is, waarbij de semi-transparante diffusor de aanwezigheidsdetector verbergt wanneer de lichtbron niet is ingeschakeld.
2. Inbouwarmatuur volgens conclusie 1, waarbij het cilindrische lichaam ten minste één luchtinlaat naar de eerste holte en ten minste één luchtuitlaat buiten de eerste holte omvat.
3. Inbouwarmatuur volgens conclusie 2, waarbij het cilindrische lichaam ten minste één luchtkanaal op een eerste niveau en ten minste één luchtkanaal op een tweede niveau omvat, waarbij het ten minste ene luchtkanaal op het eerste niveau zich uitstrekt vanaf een zijwand van het cilindrische lichaam tot in de eerste holte en waarbij het ten minste ene luchtkanaal op het tweede niveau zich vanaf de zijwand van het cilindrische lichaam tot in de uitsparing uitstrekt.
4. Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-3, waarbij de LED's een tussenafstand hebben kleiner dan een afstand tussen de diffusor en het montageoppervlak, waarbij genoemde afstand loodrecht op het montageoppervlak wordt gemeten.
5. Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-4, waarbij de semi-transparante diffusor op een afstand wordt geplaatst van minimaal 5 mm en maximaal 35 mm van het montageoppervlak, waarbij de afstand loodrecht op het montageoppervlak wordt gemeten.
6. Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-5, waarbij het cilindrische lichaam een tweede holte omvat aan een tweede uiteinde, tegenover het eerste uiteinde, waarbij het cilindrische lichaam een tweede opening aan het tweede uiteinde naar de tweede holte omvat, waarbij de uitsparing een doorgang is tussen de eerste holte en de tweede holte, waarbij de inbouwarmatuur ten minste één elektronische module omvat en waarbij de ten minste ene elektronische module binnen de tweede holte is geïnstalleerd.
7. Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-6, waarbij het cilindrische lichaam metalen vinnen omvat die zich uitstrekken vanaf een tussenvlak van het cilindrische lichaam langs de tweede holte tot aan het tweede uiteinde van het cilindrische lichaam.
8. Inbouwarmatuur volgens conclusie 7, waarbij het tussenvlak evenwijdig is aan het montageoppervlak, waarbij het tussenvlak zich op een afstand van minimaal 2 mm van het montageoppervlak bevindt, waarbij de afstand loodrecht op het montageoppervlak wordt gemeten.
9. Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-8, waarbij de behuizing een eerste conische reflector omvat, waarbij de reflector is geïnstalleerd aan het eerste uiteinde van het cilindrische lichaam en waarbij de reflector een tophoek B heeft van ten minste 15° en ten hoogste 70°.
10.Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-9, waarbij de LED's zijn verdeeld in meerdere parallelle stroomkringen.
11.Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-10, waarbij de inbouwarmatuur een temperatuursensor omvat voor het meten van de temperatuur in een holte van het cilindrische lichaam.
12.Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-11, waarbij de diffusor een dikte heeft van minimaal 0,2 mm en maximaal 2,0 mm.
13.Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-12, waarbij de diffusor een opaciteit heeft van minimaal 55% en maximaal 85%, waarbij opaciteit wordt gedefinieerd als een verhouding tussen een lichtstroom die door de diffusor wordt doorgelaten tot een invallende lichtstroom op de diffusor.
14.Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-13, waarbij het cilindrische lichaam een warmtegeleidingsvermogen heeft van ten minste 85
W/m.K.
15.Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-14, waarbij de LED's in een cirkel met straal R; zijn geplaatst, waarbij de diffusor een straal R2 heeft, en waarbij de verhouding van Ra tot R: minimaal 1,5:1 en maximaal 3:1 is.
16.Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-15, waarbij de LED's op een cirkel met een straal Rı zijn geplaatst, waarbij de aanwezigheidsdetector een ronde of vierkante doorsnede heeft, waarbij de doorsnede van de aanwezigheidsdetector een afmeting D3 heeft, waarbij de afmeting D3 overeenkomt met een straal van de dwarsdoorsnede van de aanwezigheidsdetector of met de helft van een lengte van een zijde van de dwarsdoorsnede van de aanwezigheidsdetector en waarbij de verhouding van R; tot D3 minimaal 1,2:1 en maximaal 5:1 is.
17.Inbouwarmatuur volgens een der voorgaande conclusies 1-16, waarbij de inbouwarmatuur een lichtsensor omvat voor het meten van de lichtintensiteit buiten de inbouwarmatuur.
BE20225456A 2022-01-05 2022-06-10 Inbouwarmatuur met geïntegreerde aanwezigheidsdetector BE1030035B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
PCT/EP2023/050170 WO2023131643A1 (en) 2022-01-05 2023-01-05 Method for robustly and reliably detecting occupancy
PCT/EP2023/050169 WO2023131642A1 (en) 2022-01-05 2023-01-05 Recessed luminaire with integrated occupancy detector

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE202205001 2022-01-05

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030035A1 BE1030035A1 (nl) 2023-07-10
BE1030035B1 true BE1030035B1 (nl) 2023-08-03

Family

ID=83049774

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225456A BE1030035B1 (nl) 2022-01-05 2022-06-10 Inbouwarmatuur met geïntegreerde aanwezigheidsdetector
BE20225457A BE1030163B1 (nl) 2022-01-05 2022-06-10 Werkwijze voor robuuste en betrouwbare aanwezigheidsdetectie

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225457A BE1030163B1 (nl) 2022-01-05 2022-06-10 Werkwijze voor robuuste en betrouwbare aanwezigheidsdetectie

Country Status (1)

Country Link
BE (2) BE1030035B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2280586A2 (en) * 2009-07-28 2011-02-02 Panasonic Electric Works Co., Ltd. Illumination fixture
JP2011034760A (ja) * 2009-07-31 2011-02-17 Toshiba Lighting & Technology Corp 照明器具
WO2019008940A1 (ja) * 2017-07-04 2019-01-10 ソニー株式会社 埋め込み型照明装置及び光源ユニット
EP3457026A1 (en) * 2016-05-12 2019-03-20 Kaipo Chen Modular lighting device for intelligent home care

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5747937A (en) * 1996-02-13 1998-05-05 Heath Company, Inc. Two-level security lighting system
US8558466B2 (en) * 2011-09-21 2013-10-15 Enlighted, Inc. Event detection and environmental control within a structure
EP3723457B1 (en) * 2011-11-03 2022-09-07 Digital Lumens Incorporated Methods, systems, and apparatus for intelligent lighting
US9441634B2 (en) 2013-01-11 2016-09-13 Daniel S. Spiro Integrated ceiling device with mechanical arrangement for a light source
US10502899B2 (en) 2013-03-15 2019-12-10 Ideal Industries Lighting Llc Outdoor and/or enclosed structure LED luminaire

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2280586A2 (en) * 2009-07-28 2011-02-02 Panasonic Electric Works Co., Ltd. Illumination fixture
JP2011034760A (ja) * 2009-07-31 2011-02-17 Toshiba Lighting & Technology Corp 照明器具
EP3457026A1 (en) * 2016-05-12 2019-03-20 Kaipo Chen Modular lighting device for intelligent home care
WO2019008940A1 (ja) * 2017-07-04 2019-01-10 ソニー株式会社 埋め込み型照明装置及び光源ユニット

Also Published As

Publication number Publication date
BE1030163B1 (nl) 2023-07-31
BE1030035A1 (nl) 2023-07-10
BE1030163A1 (nl) 2023-07-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10895365B2 (en) Lighting apparatus with reflector and outer lens
US8985809B2 (en) Diffusion globe LED lighting device
US8506121B2 (en) Flow-through LED lighting system
USRE48790E1 (en) Illuminating apparatus
JP5694364B2 (ja) 低グレアledベースの照明ユニット
KR100982727B1 (ko) Led 조명기구
JP2012523070A (ja) 照明手段及び同照明手段を有する照明器具
NL1038327C2 (nl) Led module en lamp bevattende een led module.
JP2012181992A (ja) 照明器具
JP2013513229A (ja) 発光モジュール
BE1030035B1 (nl) Inbouwarmatuur met geïntegreerde aanwezigheidsdetector
KR100808669B1 (ko) 발광다이오드의 빛을 측방향으로 집속시키기 위한 렌즈 및그것을 이용한 전구
KR101114301B1 (ko) 조명등기구 및 그를 포함하는 주차장 조명시스템
WO2012035841A1 (ja) Led照明装置
TW201113467A (en) Reduced size LED luminaire
JP2016538682A (ja) 照明装置及び照明器具
CA3038496C (en) Luminaire with adapter collar
WO2023131642A1 (en) Recessed luminaire with integrated occupancy detector
RU2706799C1 (ru) Плоский светодиодный осветитель с широким диапазоном мощностей света и внутренней подсветкой
WO2023066747A1 (en) An indirect luminaire
CN116472426A (zh) 具有光导装饰件的灯具

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230803