BE1029579B1 - Werkwijze en toestel voor het ter plaatse bereiden en doseren van een enzymhoudende detergentformulering - Google Patents

Werkwijze en toestel voor het ter plaatse bereiden en doseren van een enzymhoudende detergentformulering Download PDF

Info

Publication number
BE1029579B1
BE1029579B1 BE20225525A BE202205525A BE1029579B1 BE 1029579 B1 BE1029579 B1 BE 1029579B1 BE 20225525 A BE20225525 A BE 20225525A BE 202205525 A BE202205525 A BE 202205525A BE 1029579 B1 BE1029579 B1 BE 1029579B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
detergent formulation
weight
enzyme
formulation
detergent
Prior art date
Application number
BE20225525A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029579A1 (nl
Inventor
Simon Lambert
Meulemeester Franck De
Christian Vermote
Stefaan Baele
Olivier Mareau
Original Assignee
Christeyns Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Christeyns Nv filed Critical Christeyns Nv
Publication of BE1029579A1 publication Critical patent/BE1029579A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029579B1 publication Critical patent/BE1029579B1/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D3/00Other compounding ingredients of detergent compositions covered in group C11D1/00
    • C11D3/16Organic compounds
    • C11D3/38Products with no well-defined composition, e.g. natural products
    • C11D3/386Preparations containing enzymes, e.g. protease or amylase
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/80Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/84Mixing plants with mixing receptacles receiving material dispensed from several component receptacles, e.g. paint tins
    • B01F33/846Mixing plants with mixing receptacles receiving material dispensed from several component receptacles, e.g. paint tins using stored recipes for determining the composition of the mixture to be produced, i.e. for determining the amounts of the basic components to be dispensed from the component receptacles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F35/00Accessories for mixers; Auxiliary operations or auxiliary devices; Parts or details of general application
    • B01F35/20Measuring; Control or regulation
    • B01F35/22Control or regulation
    • B01F35/2201Control or regulation characterised by the type of control technique used
    • B01F35/2205Controlling the mixing process from a remote server, e.g. by sending commands using radio, telephone, internet, local network, GPS or other means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F35/00Accessories for mixers; Auxiliary operations or auxiliary devices; Parts or details of general application
    • B01F35/80Forming a predetermined ratio of the substances to be mixed
    • B01F35/88Forming a predetermined ratio of the substances to be mixed by feeding the materials batchwise
    • B01F35/881Forming a predetermined ratio of the substances to be mixed by feeding the materials batchwise by weighing, e.g. with automatic discharge
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/66Non-ionic compounds
    • C11D1/75Amino oxides
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D11/00Special methods for preparing compositions containing mixtures of detergents
    • C11D11/0094Process for making liquid detergent compositions, e.g. slurries, pastes or gels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F2101/00Mixing characterised by the nature of the mixed materials or by the application field
    • B01F2101/4505Mixing ingredients comprising detergents, soaps, for washing, e.g. washing machines

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Radar, Positioning & Navigation (AREA)
  • Detergent Compositions (AREA)

Abstract

Geopenbaard wordt een werkwijze voor het bereiden en toevoeren van een enzymhoudende detergentformulering, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: a het vanuit een veelheid aan toevoerbronnen (3a tot 3f) overbrengen van de nodige bestanddelen voor het vormen van een lading van de detergentformulering naar een mengvat (25), b het mengen van de bestanddelen om de lading te vormen, c het afvoeren van de lading uit het mengvat, d het door pompen toevoeren van ten minste een deel van de lading naar ten minste één behandelingsinrichting (42), waarbij ten minste één toevoerbron een enzymhoudend concentraat omvat, waarbij de bereiding ter plaatse wordt uitgevoerd bij de behandelingsinrichting, en waarbij de toegevoerde hoeveelheden van de lading en van het enzymconcentraat als deel van de lading worden bepaald aan de hand van gewicht. Tevens wordt een toestel (41) geopenbaard voor het ter plaatse bij de behandelingsinrichtingen (42) bereiden en toevoeren van de detergentformulering.

Description

,Ç BE2022/5525
Werkwijze en toestel voor het ter plaatse bereiden en doseren van een enzymhoudende detergentformulering
VAKGEBIED VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding betreft de bereiding ter plaatse en de toevoer van was- en/of reinigingsformuleringen naar een of meer inrichtingen die de formuleringen gebruiken in een stap van wassen of reinigen, waarbij de formulering in het bijzonder enzymen omvat. De uitvinding is voorts in staat om te voorzien in een veilige en accurate bereidingswerkwijze en een geschikt toestel voor het ter plaatse bereiden van de detergentformuleringen en voor het op accurate en veilige wijze toevoeren van de formuleringen naar de behandelingsinrichtingen waarmee het toestel bij voorkeur verbonden is. Dit doseersysteem stelt bovendien automatisch zijn doseertijden bij op basis van recente ervaring met doseren, en verschaft een betrouwbaar rapport over de levering van de gedoseerde bestanddelen. Het systeem biedt dus verbeterde veiligheid, zekerheid en betrouwbaarheid aan de eindgebruiker.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Het gebruik van enzymen in was- en reinigingsmiddelen is ingeburgerd in de bestaande techniek. Ze dienen om het performantiespectrum van de betreffende middelen uit te breiden in overeenstemming met hun specifieke werking.
Enzymen zijn driedimensionale eiwitstructuren die een werking vertonen als biokatalysatoren, d.w.z. stoffen die chemische reacties versnellen. De enzymen worden dus niet verbruikt in de chemische reactie, komen nadien weer vrij, beschikbaar om opnieuw deel te nemen aan een volgende reactie. Enzymen zijn doorgaans in het algemeen beperkt wat betreft het aantal reacties waarvoor ze door evolutie een katalyserende werking hebben ontwikkeld. De moleculen waarop enzymen kunnen inwerken, worden substraten genoemd, en het enzym zet de substraten om in verschillende moleculen die producten worden genoemd.
Enzymen zijn doorgaans zeer specifiek wat betreft het type substraat waarop ze actief zijn, en worden vaak vernoemd naar dat type substraat. Een protease is een enzym dat in staat is om eiwitten af te breken tot kleinere polypeptiden en/of afzonderlijke aminozuren. Er bestaan vele commerciële vormen van protease in de vorm van enzymconcentraten, zoals Savinase®, Liquanase®, Coronase® (verkrijgbaar bij Novozymes),
Optimase®, Preferenz® (verkrijgbaar bij DuPont), en Lavergy® (verkrijgbaar bij
BASF). Lipase bevordert als katalysator de afbraak van triglyceriden, die ook “lipiden” worden genoemd. a-Amylase bevordert als katalysator de hydrolyse van zetmeel tot di- en trisachariden. Andere vormen van amylase, die ook mannase of mannanase worden genoemd, bevorderen als katalysator de afbraak van oligosachariden tot suikers. Pectinase, bijvoorbeeld pectinelyase of pectolyase, breekt residueel vruchtenzetmeel af dat ook bekend is als pectine. Cellulasen zijn in staat om cellulose af te breken, bijvoorbeeld celwanden. Deze enzymen, met inbegrip van lipase, worden vaak gebruikt in was- en afwasdetergenten.
Het meest gangbaar zijn hydrolytische enzymen zoals proteasen, amylasen, lipasen, en cellulasen. De eerste drie daarvan hydrolyseren respectievelijk eiwitten, zetmeel en vetten, en dragen dus rechtstreeks bij tot de verwijdering van vlekken. Cellulasen worden in het bijzonder gebruikt vanwege hun effect op weefsels. Nog een andere groep enzymen als was- en reinigingsmiddel omvat de oxidatieve enzymen, in het bijzonder oxidasen die, alleen of door wisselwerking met andere bestanddelen een blekend effect hebben op oppervlakkige vlekken of in situ bleekmiddelen doen ontstaan. Naast de opgesomde enzymen, die nog steeds worden geoptimaliseerd, worden voortdurend andere enzymen beschikbaar gemaakt voor gebruik in was- en reinigingsmiddelen om specifieke vlekken aan te pakken. Tot die bijkomende enzymen behoren pectinasen, B-glucanasen, mannanasen, of bijkomende hemicellulasen voor de hydrolyse van specifieke plantaardige polymeren.
Een probleem met enzymen in detergentformuleringen is dus dat ze selectief zijn wat betreft het type vuil waarop ze in staat zijn in te werken. De mate waarin oppervlakteactieve stoffen kunnen worden vervangen in de formulering door enzymen toe te voegen in de was- of reinigingsvloeistof, hangt dus in grote mate af van de types van vuil die de was- of reinigingsdienst verwacht te moeten verwerken. Voor een bepaalde taak kan het dus vaak wenselijk zijn om een cocktail van enzymen te gebruiken, bijvoorbeeld om alles van eiwitvlekken (zoals bloedvlekken}, zetmeelvlekken en vetvlekken aan te vreten. Daarenboven kan ook een minimaal gehalte aan oppervlakteactieve in de formulering worden opgenomen, om ook de types vuil aan te vreten waarvoor geen geschikt enzym is voorzien, om een grotere zekerheid te bereiken over de te behalen resultaten.
Eén enzymtype dat van bijzonder belang is in de context van wassen en reinigen zijn de lipase-enzymen. Een lipase-enzym wordt in het vakgebied gedefinieerd als “ieder enzym dat als katalysator de hydrolyse van vet (lipiden) bevordert”. Het lipase-enzym is dus zeer wenselijk voor het aanvreten van “vetvlekken”, d.w.z. vlekken die een triglyceride bevatten. Het enzym zet in de regel de triglyceridemolecule om in één monoglyceride en twee vetzuren, d.w.z. reactieproducten die gemakkelijker oplossen in de wasvloeistof en daardoor uit het substraat kunnen worden verwijderd.
De lipase-enzymen kampen echter met een bijzonder hardnekkig probleem op het vlak van compatibiliteit en/of interferentie met vele van de oppervlakteactieve stoffen die kunnen worden gebruikt in detergentformuleringen. Ze zijn veel gevoeliger voor oppervlakteactieve stoffen dan de andere enzymen die vaak worden gebruikt bij wassen en afwassen.
De uitvinders hebben voorts vastgesteld dat de combinatie van lipase-enzymen met andere enzymen, bijvoorbeeld met protease, en/of met veel oppervlakteactieve stoffen, in een waterige omgeving vrij snel leidt tot de vorming van een neerslag, in het bijzonder wanneer alle bestanddelen zich nog in een concentraat bevinden dat bereid is als een tussenproduct bestemd is om te worden toegevoegd aan de behandelingsvloeistof. Een dergelijke formulering is daardoor gewoonlijk niet stabiel.
WO 2009/019075 A1 heeft betrekking op het probleem van incompatibiliteit van verschillende enzymen, in het bijzonder wanneer protease één van de hoofdbestanddelen van een enzymmengsel is, als gevolg van hydrolyse van de andere enzymbestanddelen. Het document suggereert een weefsel waswerkwijze waarin weefsel achtereenvolgens met twee verschillende enzymen wordt behandeld, proteasen in de eerste stap en in de tweede stap een tweede enzym van een andere familie dan de proteasen van de eerste stap. Tussen de stappen kan er een wachttijd of een andere werkwijzestap voorzien zijn, zoals een spoelstap. Deze werkwijze heeft het nadeel dat ze tijdrovender is, wat ze ongeschikt maakt voor een industriële setting, en is bijgevolg beperkt tot thuisgebruik en een huishoudelijke consumentomgeving.
Enzymen zijn producten van biochemische processen. Ze worden doorgaans geproduceerd door bacteriën. De industriële werkwijzen voor de productie ervan vereisen strakke controle en uiterst zuivere omstandigheden om de selectiviteit te verzekeren die nodig is om een concentraat te verkrijgen van doorgaans één bepaald enzym, of soms een combinatie van twee of meer. De industriële productie van enzymen wordt slechts door een beperkt aantal spelers bedreven, die fors hebben geïnvesteerd in de ontwikkeling van een aantal verschillende enzymconcentraatproducten en de bijbehorende productiewerkwijzen. Industrieel geproduceerde enzymen zijn dus enkel beschikbaar tegen een aanzienlijke meerprijs in verhouding tot de meeste oppervlakteactieve stoffen.
Het integreren van een of meer enzymen in een was- of reinigingsmiddel brengt dus aanzienlijke kosten met zich mee voor de samensteller van de formulering, ondanks de katalytische rol die het enzym vervult in de behandelingswerkwijze. Die laatste houdt in dat kleine hoeveelheden van het enzym in staat zijn om grote effecten te sorteren. In middelen die bestemd zijn voor de gemiddelde consument en voor huishoudelijk gebruik, waar lange behandelingstijden voor wassen en reinigen geen bezwaar zijn en waar performantie doorgaans niet het belangrijkste criterium is bij de selectie van het behandelingsmiddel, kan een zeer kleine aanwezigheid van een bepaald enzymconcentraat volstaan om een merkbaar resultaat te verkrijgen, waardoor de hoge kostprijs van het enzymconcentraat nog enigszins betaalbaar kan blijven.
Bij wassen en reinigen in een industriële context gelden echter totaal andere criteria. Industriële was- en reinigingswerkwijzen werken doorgaans met veel kortere behandelingstijden. Het wassen van wasgoed dient klaar te zijn in minuten, niet de typische duurtijd van een uur of meer die aanvaardbaar is in een huishoudelijke setting. De duurtijden van industriële afwaswerkwijzen worden vaak zelfs in seconden uitgedrukt. De performantie van het behandelingsmiddel is ook zeer belangrijk, als het al niet 5 de doorslaggevende factor is voor de keuze ervan. In een industriële context is de zuiverheid van het behandelde oppervlak of substraat in veel gevallen van het allerhoogste belang. Industrieën zoals de voedingsindustrie, de cosmetische of de farmaceutische industrie, of medische en/of hospitaalomgevingen, kunnen zich geen fouten veroorloven bij de levering van uitstekend gereinigd textiel en oppervlakken.
Een industriële verlener van was- of reinigingsdiensten hecht daarom enerzijds veel belang aan de doeltreffendheid van het gebruikte behandelingsmiddel. Hij wil er zeker van zijn dat het middel zonder enige twijfel vlekkeloze resultaten oplevert, ondanks de hoge verwerkingssnelheden en de korte behandelingstijden. Die bekommernis wijst in de richting van sterk geconcentreerde behandelingsmiddelen, ook wat betreft de enzymen. Anderzijds houdt hij ook rekening met de kosten van zijn diensten, en dus met de efficiëntie van his behandelingsmiddelen. Aangezien de enzymconcentraten de duurdere bestanddelen zijn, hecht hij zich dus terecht veel belang aan het aantal en de hoeveelheden van enzymconcentraten die worden gebruikt in elk van zijn behandelingsmiddelen. Hij wil dus vermijden van ieder enzym meer te gebruiken dan nodig. Even belangrijk is dat hij ook wil dat zijn behandelingsmiddel afgestemd is op het type vlek of vuil dat dient te worden verwijderd, en wil vermijden dat een enzym wordt gebruikt waaraan de behandeling geen echte behoefte heeft.
Een leverancier van was- of reinigingsmiddelen heeft dus een sterke wens om de was- of reinigingsvloeistof aan te passen aan zijn behandeling, en in het bijzonder om de cocktail van enzymen erin aan te passen aan het type vuil dat wordt verwacht op het textiel of oppervlak dat dient te worden gereinigd. De eigenschap die het type vuil in vuile was aangeeft, wordt vaak “de classificatie” genoemd, en wordt vaak gebruikt om te onderscheiden tussen wasgoedtypes, zo maakt ze het bijvoorbeeld mogelijk om te onderscheiden tussen hotellinnen en linnen uit de gezondheidszorg. De classificatie bepaalt ook de waswerkwijze die bij voorkeur dient te worden toegepast om het meest doeltreffend en ook het meest efficiënt te zijn. De grotere industriële verleners van textielreiniging kunnen zelfs over meerdere wastunnels beschikken en bepaalde wastunnels voorbehouden aan bepaalde wasgoedclassificaties.
Een ander probleem met enzymen in detergentformuleringen is dat de combinatie van enzymen met oppervlakteactieve stoffen vaak tot instabiliteit van de formuleringen leidt, waardoor bijvoorbeeld neerslag kan worden gevormd. Die formuleringen moeten vaak worden gestabiliseerd door toevoeging van zogenaamde “stabilisatoren”, vaak glycol of andere polyolen. Die stabilisatoren vormen een extra kost voor de samensteller van de formulering en vergroten ook de belasting op het milieu van de was- of reinigingswerkwijze waarin de formulering wordt gebruikt. De extra chemische zuurstofbehoefte (Engels: chemical oxygen demand, COD) of andere belasting van het milieu die door de stabilisatoren wordt bijgedragen aan het afvalwater van de werkwijze leidt tot extra druk op het milieu, en kan voor industriële verleners van was- en reinigingsdiensten leiden tot extra taksen die door hun overheid worden opgelegd.
Lipase blijkt ook een uiterst gevoelig enzym te zijn wat betreft het type oppervlakteactieve stoffen in de formulering, in het bijzonder de familie van lineaire alkylsulfaten (LAS), een type van oppervlakteactieve stof dat zeer populair is in wasformuleringen.
Het is verre van eenvoudig om de lipase en andere enzymen in de formule te stabiliseren, maar die stabilisatie is nodig gezien de tjd die kan verstrijken als deel van de toeleveringsketen van het conventionele toevoersysteem, waarbij de wasdetergentformulering wordt geproduceerd door een detergentleverancier in een locatie op afstand van de locatie van de waswerkwijze waarin de formulering wordt gebruikt. Om die reden is het gebruik van lipase-enzymen bij het industrieel wassen van textiel en bij andere was- en reinigingswerkzaamheden nog steeds zeer moeilijk.
Er blijft bijgevolg een nood bestaan aan een werkwijze de nood aan stabilisatoren in enzymhoudende was- of reinigingsmiddelen vermijdt of vermindert, in het bijzonder in de middelen die worden geleverd aan industriële was- en reinigingswerkwijzen en die enzymen omvatten.
Het octrooischrift WO 2017/211698 A1 heeft betrekking op de problemen van incompatibiliteit en afbraak van wasproductbestanddelen zoals enzymen, in het bijzonder het feit dat bepaalde enzymen niet in combinatie met elkaar kunnen worden bewaard. Het document suggereert een afgifte-eenheid, die zelfs integraal deel kan uitmaken van een wasmachine die bestemd is voor gebruik in een huishouden van een consument setting. De afgifte-eenheid omvat ten minste 5 reservoircassettes in een controleerbare fluïdumverbinding met ten minste één spuitmond waardoorheen de bestanddelen worden afgegeven in de wasvloeistof in de wasmachine, of in een doseereenheid wanneer het om een op zichzelf staande eenheid gaat, eventueel via een voormengkamer of -zone waarin twee of meer bestanddelen gedeeltelijk kunnen worden vermengd vóór de afgifte, en worden verdund om een wasvloeistof te vormen. Een eerste reservoir omvat een oppervlakteactieve basisstof, een tweede reservoir een eerste enzym, bijvoorbeeld protease, en voorts eventueel natriumlaurylethersulfaat (SLES) om de detergentwerking te versterken, een derde reservoir omvat een tweede enzym dat verschilt van het eerste enzym, een vierde reservoir een bleekmiddelbestanddeel en een vijfde reservoir een basisch bestanddeel. De inrichting verdeelt uit een of meer reservoirs of cassettes om een wasproduct te vormen of om een wasvloeistof te verkrijgen als resultaat van door een gebruiker ingevoerde waarden. Een stroming van het reservoir naar de spuitmond wordt geregeld door een doseerklep, waarbij het gedoseerde volume wordt geregeld door een computermodule. WO 2019/149707 A1 suggereert dat aan ieder bestanddeelreservoir van de afgifte-eenheid een bestanddeelreservoir-identificator wordt voorzien, zoals een RFID-apparaat of “tag”, en om een RFID-lezer te voorzien als deel van het besturingssysteem in de inrichting. De inrichtingen die door de octrooischriften WO 2017/211698 A1 en WO 2019/149707 A1 worden voorgesteld, werken op volumetrische basis.
Ze kunnen geschikt zijn voor een huishoudelijke consumentomgeving, maar zijn niet geschikt voor was- en/of reinigingsdiensten in een industriële setting, omdat die boekhoudkundige nauwkeurigheid en betrouwbaarheid vereisten.
Een ander probleem met enzymen is industriële hygiëne. Van aerosols van formuleringen die enzymen bevatten, is bekend dat ze tot reacties leiden in het menselijk lichaam, en de blootstelling van personeel en anderen dient te worden vermeden. De bereiding van een was- of reinigingsvloeistof, of een tussenstof daarvan, die enzymen bevat, dient dus te worden uitgevoerd in nauw gecontroleerde omstandigheden en omgevingen.
Het creëren van de omstandigheden waarin direct contact van de mens met enzymhoudende producten kan worden vermeden, in iedere industriële was- en/of reinigingsomgeving, is echter een zeer moeilijk opgave. Het volstaat dan ook niet om verpakkingen van hoge kwaliteit te voorzien voor de enzymhoudende bestanddelen, aangezien zulke verpakkingen dienen te worden geopend en gemanipuleerd om de was- en/of reinigingsvloeistof, of een tussenproduct daarvoor, te bereiden.
Er blijft bijgevolg een nood bestaan aan een verbetering van de veiligheid en de industriële hygiëne in de logistieke keten die leidt tot het verschaffen van een enzymhoudende was- en/of reinigingsvloeistof, in het bijzonder wat betreft de mogelijke blootstelling van mensen aan aerosols die enzymen bevatten.
In het octrooischrift EP 3137235 B1 wordt een werkwijze beschreven voor het reinigen van een hard oppervlak die de stap omvat van het besproeien van het oppervlak met een enzymhoudende (bijvoorbeeld lipasehoudende) samenstelling onder een druk van ten hoogste 7 bar om te voorkomen dat een aerosolmist van de samenstelling wordt gevormd. De aanvragers menen echter dat de maatregelen die in dat document worden voorgesteld, slechts een beperkt gunstig effect hebben op het vlak van de veiligheid van het personeel dat betrokken is bij de werkzaamheden.
Nog een ander probleem met enzymen is de correcte dosering ervan in de textielwaswerkwijze. Voor het wassen van een hoeveelheid van 50 kg linnen kan de optimale dosering van de enzymen, afhankelijk van de classificatie van het wasgoed, in het bereik liggen van 1,6 tot 80 gram (0,032 g/kg tot 1,6 g/kg) in totaal van alle enzymconcentraten samen.
Vanwege de hoge kostprijs van de enzymconcentraten zou een overdosering van de enzymen leiden tot buitensporige bedrijfskosten. Anderzijds zou een te lage dosering van de enzymen, ook wel een “short dosing” genoemd, het risico met zich meebrengen dat de gewenste reinigingsperformantie niet gehaald wordt.
Een correcte dosering met de correcte enzymtypes is daarom van het allerhoogste belang voor een betrouwbare en betaalbare was- en/of reinigingswerkzaamheid in een industriële setting.
In het octrooischrift WO 2008/078075 A2 wordt een toestel beschreven voor het toevoeren van een fluïdum naar een locatie, of een veelheid aan fluïda naar een veelheid aan locaties, met behulp van een verdringerpomp (peristaltische of “rol”-pomp), waarbij het toestel een correctere dosering verschaft dankzij een buigzaam tussenreservoir met een variabel volume dat geplet wordt tussen twee platen, waarvan er één met een nagenoeg constante kracht wordt aangedrukt, waardoor, zo wordt aangenomen, het reservoir onder een nagenoeg constante druk wordt geplaatst. Het reservoir dient een maximaal volume V-max en een minimaal volume V-min te hebben, waarbij de verhouding V-max tot V-min ten minste 100 kan bedragen. Het doel van het toestel is om door middel van de verdringerpomp een fluïdum en/of vloeibare kleurstof voor een kunststofmateriaal af te geven uit het tussenreservoir in een kunststofvormende werkwijze, bijvoorbeeld een spuitgietvormmachine of een extrusie-inrichting. Het beschreven toestel is niet in staat om een samenstelling te formuleren door verschillende bestanddelen met elkaar te vermengen om een vloeibare formulering te verkrijgen voor afgifte.
De afgifte van het fluïdum uit het toestel vindt plaats op volumetrische basis.
Er blijft verder een nood bestaan aan een werkwijze die de mogelijkheid biedt om de enzymcocktail in het was- of reinigingsmiddel aan te passen aan de behandelingsstap waarvoor ze bestemd is, aan het te behandelen type oppervlak of substraat en aan de types van vlekken en vuil die worden verwacht op het oppervlak of substraat, bijvoorbeeld aan de “classificatie” van het te behandelen linnen. De werkwijze dient bij voorkeur de mogelijkheid te bieden om de selectie van de enzymen te wijzigen die in het behandelingsmiddel dienen te worden opgenomen, en ook in staat te zijn om de dosering van bepaalde enzymen aan te passen in overeenstemming met het gehalte aan bepaalde types van vlekken en/of vuil.
Er blijft verder een nood bestaan aan een correct, veilig en betrouwbaar doseersysteem voor de enzymcocktail dat geschikt en aangepast is voor de gekozen was- of reinigingswerkwijze. Een bijkomend probleem is om de eigenschappen veiligheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid te kunnen blijven aanbieden gedurende een lange tijdspanne en met een minimum aan ondersteuning door de eindgebruiker. Een bijkomend probleem is het volledige automatiseren van de leveringswerkwijze, tot en met het uitreiken van een correcte en betrouwbare factuur voor de aan de eindgebruiker geleverde voorraden.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het hierboven beschreven probleem op te lossen of ten minste te verlichten en/of om in het algemeen verbeteringen aan te dragen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Volgens de uitvinding wordt voorzien in een toestel, het gebruik ervan, en een werkwijze zoals gedefinieerd in om het even welke van de bijgaande conclusies.
In een uitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een toestel voor het ter plaatse bereiden en afleveren van ten minste één enzymhoudende detergentformulering, dat omvat ° ten minste één mengvat voor het vormen van een lading van de detergentformulering, ° ten minste één toevoerinrichting, bij voorkeur een veelheid aan toevoerinrichtingen, waarbij iedere toevoerinrichting aan de aanvoerzijde verbonden is met een toevoerbron en aan de afgiftezijde met het ten minste ene mengvat voor het toevoeren van de bestanddelen voor de detergentformulering, ° ten minste één afvoervat dat verbonden is met het ten minste ene mengvat voor het opnemen en opslaan van de lading van de ten minste ene detergentformulering, ° ten minste één afvoerinrichting die voorzien is voor het onder druk afleveren van de ten minste ene detergentformulering die opgeslagen is in het ten minste ene afvoervat,
waarbij ten minste één van de toevoerbronnen ten minste één enzymconcentraat bevat, dat bij voorkeur ten minste één enzym omvat dat in staat is om detergentwerking te vertonen, waarbij de ten minste ene afvoerinrichting uitgerust is met een pomp en aan de afgiftezijde verbonden is met ten minste één behandelingsinrichting die geschikt is om de detergentformulering aan te wenden door het behandelen van ten minste één voorwerp, bij voorkeur een textiel of een voedselgerelateerd voorwerp, en de ten minste ene afvoerinrichting uitgerust is voor het aanvoeren van ten minste een deel van de gevormde lading van detergentformulering naar de behandelingsinrichting, met het kenmerk dat het ten minste ene mengvat uitgerust is voor het vormen van de lading van de detergentformulering met een vooraf bepaalde hoeveelheid in gewicht, die een vooraf bepaalde hoeveelheid in gewicht van het ten minste ene enzymconcentraat omvat, en het ten minste ene afvoervat is voorzien van een peilsensor voor het ten minste detecteren van een laag peil in het afvoervat.
In een andere uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in een werkwijze voor het bereiden en toevoeren van ten minste één enzymhoudende detergentformulering die als bestanddeel een hoeveelheid van ten minste één enzymconcentraat omvat, waarbij de werkwijze gebruikmaakt van het toestel volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: a. het vanuit een veelheid aan toevoerbronnen de nodige bestanddelen voor het vormen van een lading van de ten minste ene detergentformulering naar een mengvat, b. het mengen van de bestanddelen in het mengvat om de lading van de ten minste ene detergentformulering te vormen, c. het afvoeren van de lading van gevormde detergentformulering uit het mengvat, d. het door pompen toevoeren van ten minste een deel van de lading van de ten minste ene detergentformulering naar ten minste één behandelingsinrichting, met het kenmerk dat ten minste één toevoerbron een enzymconcentraat omvat, en bij voorkeur is, dat bij voorkeur ten minste één enzym omvat dat in staat is om detergentwerking te vertonen, dat de bereiding ter plaatse wordt uitgevoerd bij de behandelingsinrichting en dat de toegevoerde hoeveelheden van de ten minste ene detergentformulering en van het ten minste ene enzymconcentraat als deel van de ten minste ene detergentformulering bepaald worden in gewicht.
In een andere uitvoeringsvorm voorziet de onderhavige uitvinding in het gebruik van het toestel volgens de onderhavige uitvinding voor de bereiding van ten minste één enzymhoudende detergentformulering door het mengen van de bestanddelen van de formulering en voor het toevoeren van de ten minste ene detergentformulering naar ten minste één behandelingsinrichting.
De aanvragers hebben vastgesteld dat de onderhavige uitvinding een aantal aanzienlijke voordelen met zich meebrengt, in het bijzonder in een industriële en/of institutionele context waar was- en reinigingswerkzaamheden op grotere schaal en met grotere intensiteit plaatsvinden dan in een huishouden van een consument, en waar de prioriteiten en gevoeligheden ook heel anders zijn.
Een belangrijk voordeel van de onderhavige uitvinding is een verbetering in de veiligheid en de industriële hygiëne op de locatie waar de behandelingsinrichting zich bevindt, maar tezelfdertijd ook op de locatie op afstand daarvan waar in de conventionele toeleveringsketen de detergentformulering in de conventionele toeleveringsketen werd bereid en verpakt.
De aanvragers hebben vastgesteld dat het toestel volgens de onderhavige uitvinding zeer geschikt is om te worden geïnstalleerd in een industriële en/of institutionele omgeving ter plaatse bij het punt of de punten waar de detergentformulering wordt aangewend die het toestel dient te produceren. In een voorkeursuitvoeringsvorm staat/staan de afvoerinrichting of inrichtingen van het toestel in fluïdumverbinding met de behandelingsinrichting of de behandelingsinrichtingen waarnaar de detergentformulering dient te worden toegevoerd.
De aanvragers hebben vastgesteld dat een hardwarefluidumverbinding tussen het toestel volgens de onderhavige uitvinding en de behandelingsinrichting, of voor het toevoeren van de detergentformulering naar de ten minste ene behandelingsinrichting als deel van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, in de vorm van vaste of flexibele leidingen die de overdracht van vloeistoffen mogelijk maken, vermijdt dat personeel enzymhoudende producten dient te hanteren, zoals enzymconcentraten of een enzymhoudend additief als tussenproduct in de werkwijze, en daardoor de mogelijke blootstelling van personeel aan dergelijke producten, waaronder aerosols daarvan, vermijdt. De aanvragers hebben derhalve vastgesteld dat het toestel en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding een aanzienlijke verbetering met zich meebrengen op het vlak van industriële hygiëne voor de werkomgeving waar de was- of reinigingsdiensten worden verleend. Doordat de detergentformulering wordt bereid op de locatie van de consument, en niet meer op de locatie van de leverancier, d.w.z. op afstand van de behandelingslocatie, worden ook de veiligheid en de industriële hygiëne op de locatie van de leverancier van de detergentformulering verbeterd.
De onderhavige uitvinding is gericht op de bereiding van een enzymhoudende detergentformulering ter plaatse bij de werkzaamheden waarbij de formulering wordt gebruikt, bij voorkeur met behulp van het toestel dat via de afvoerinrichting verbonden is met de behandelingsinrichting die de formulering gebruikt. Tijdens de werkzaamheden is er dus geen contact mogelijk, en ook geen contact nodig, tussen mensen en om het even welke van de producten, te beginnen bij de bij voorkeur vele verpakkingen van de enzymconcentraten die ter plaatse worden gebracht, als toevoerbron verbonden worden met het toestel via de toevoerinrichting, en bij voorkeur binnen de behuizing van het toestel worden geplaatst, zodanig dat ze in een behuizing en achter vergrendelde deuren ontoegankelijk worden gemaakt, en tot het punt waar de detergentformulering in de behandelingsinrichting wordt geïnjecteerd.
Met het toestel volgens de onderhavige uitvinding, en met de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, kan de nood aan menselijke tussenkomst tijdens de werkzaamheden worden vermeden. Deze opstelling brengt het voordeel met zich mee dat het risico dat mensen worden blootgesteld aan aerosols van de enzymhoudende detergentformulering, of aan een van de enzymhoudende bestanddelen ervan, sterk wordt verlaagd en mogelijk zelfs vermeden.
Het risico op blootstelling kan nog meer worden gereduceerd door een stap te voorzien van het wassen van het toestel volgens de onderhavige uitvinding of van de apparatuur die wordt gebruikt in de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding vóór de apparatuur wordt vrijgegeven voor een menselijke interventie.
De toevoer van de detergentformulering op gewichtsbasis brengt het voordeel met zich mee van een zeer accurate toevoer van de gevraagde hoeveelheid enzymconcentraat over een zeer ruim bereik aan doseringshoeveelheden. De aanvragers hebben vastgesteld dat de onderhavige uitvinding de afgifte van de gevraagde enzymconcentraten mogelijk maakt met een nauwkeurigheid van +1%, over een bereik dat een lage dosering tot wel 0,02 gram per kilogram linnen omvat, maar ook een hoge dosering tot wel 1,4 gram per kilogram linnen. De aanvragers hebben verrassenderwijs vastgesteld dat de onderhavige uitvinding zo in staat is om een dosering met hoge nauwkeurigheid te leveren over een doseringsbereik dat bijna twee grootteorden bestrijkt.
Een bijkomend voordeel van de onderhavige uitvinding is dat het recept van de detergentformulering die dient te worden geleverd aan de behandelingsinrichting, op maat kan worden gemaakt en precies kan worden afgestemd op de noden en wensen van de cliënt. De bereiding ter plaatse van de detergentformulering brengt de mogelijkheid met zich mee om de individuele dosering van de verschillende enzymconcentraten aan te passen, onafhankelijk van de dosering van een oppervlakteactieve stof die eventueel deel uitmaakt van dezelfde detergentformulering. De nabijheid in tjd en plaats tussen de bereiding en de aanwending van de detergentformulering maakt het mogelijk om de dosering van elk van de beschikbare enzymconcentraten afzonderlijk te gebruiken als onafhankelijke parameters voor het optimaliseren van de kostprijs en de performantie van elk van de behandelingsinrichtingen die door het toestel worden bevoorraad, en door de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Die flexibiliteit op het vlak van dosering is niet beschikbaar in de conventionele setting, waarbij de detergentformulering elders dient te worden bereid en vervolgens getransporteerd naar de gebruikslocatie.
De aanwezigheid van de peilsensor op het afvoervat levert het voordeel op dat uit elk van het ten minste ene afvoervat meerdere hoeveelheden van de daarin aanwezige detergentformulering op accurate wijze op gewichtsbasis kunnen worden toegevoegd naar het ten minste ene punt van gebruik. Het toestel maakt het mogelijk om de detergentformuleringen die worden gebruikt toe te voeren naar meerdere behandelingsinrichtingen, die identiek of verschillend kunnen zijn, en die daarenboven verschillende noden kunnen hebben, afhankelijk van de geleverde diensten. Het toestel maakt het mogelijk om op accurate wijze op gewichtsbasis bij te houden hoeveel van de specifieke detergentformulering die opgeslagen is in een van de afvoervaten is verdeeld naar de behandelingsinrichtingen tussen twee opeenvolgende laagpeilalarmsignalen die op dat bepaalde afvoervat zijn getriggerd door de peilsensor, evenals hoeveel van een bepaald enzymconcentraat die formulering bevatte. Dat brengt het voordeel met zich mee dat de nauwkeurigheid die wordt verkregen tijdens het creëren van de samenstelling aan de hand van het gewicht van de detergentformulering, dat wordt verschaft door de weegcel op het mengvat, ook zonder meer geldt voor de hoeveelheden die vanuit het afvoervat worden overgebracht naar de mogelijk meerdere behandelingsinrichtingen. Dat maakt een accurate dosering mogelijk, op gewichtsbasis, van de detergentformulering en van de enzymconcentraten die daarin worden gebruikt, vanuit ieder afvoervat naar elk van de meerdere behandelingsinrichtingen waarmee het eventueel verbonden is. Het maakt in het bijzonder een accurate toevoer mogelijk van een of meer van de enzymconcentraten, op gewichtsbasis en over een ruim bereik van hoeveelheden die nodig kunnen zijn voor behandelingen van verschillende intensiteit. Bovendien maakt het een accurate boekhouding op gewichtsbasis mogelijk van de verbruikte hoeveelheden detergentformulering en van de waardevolle enzymconcentraten die ze bevatten. Het verschil van de onderhavige uitvinding met D1
(WO 2006/000237 A1) maakt ook correcties in de dosering nodig indien een afwijking van gewenste waarden is waargenomen, waarbij een herkalibratie mogelijk is die eventueel zelfs automatisch kan worden toegepast, zonder enige nood aan menselijke tussenkomst. Daardoor wordt het risico op onderdosering en op overdosering verlaagd, en wat een optimale doeltreffendheid en een optimale efficiëntie van de werkzame bestanddelen in de detergentformuleringen garandeert, in het bijzonder de waardevollere enzymconcentraten.
Een bijkomend voordeel van de onderhavige uitvinding is dat de nabijheid in tjd en plaats tussen de bereiding en de aanwending van de detergentformulering een verdere fijnafstemming van het recept van de detergentformulering mogelijk maakt, rekening houdend met parameters zoals viscositeit en densiteit, parameters die mogelijk afhankelijk zijn van plaatselijke omgevingsomstandigheden. De dosering van elk van de afzonderlijke beschikbare enzymconcentraten kan dus rekening houdend met zulke parameters worden bijgesteld, wat leidt tot een dosering met verhoogde nauwkeurigheid. Een bijkomend voordeel van de onderhavige uitvinding is dat eventuele variaties die mogelijk worden opgemerkt bij de overdracht van detergentformulering naar de behandelingsinrichtingen als feedback kunnen worden teruggevoerd naar de werking van het mengvat en kunnen worden gebruikt om correcties aan te brengen bij het creëren van de volgende lading van diezelfde detergentformulering. Die feedback kan automatisch worden ingesteld, wat het voordeel met zich meebrengt dat de dosering van de detergentformuleringen die in het mengvat worden gemaakt, kan worden gekoppeld aan een automatisch kalibratiesysteem dat elk van de dosissen zo dicht mogelijk bij de beoogde waarde houdt. Dat voordeel vermindert sterk het risico op onderdosering of overdosering, wat de voordelen met zich meebrengt dat een hoge mate van doeltreffendheid en efficiëntie wordt aangehouden op het vlak van het gebruik van de enzymconcentraten en/of van de oppervlakteactieve stoffen.
De nabijheid in tijd en plaats tussen de bereiding van de formulering en het gebruik daarvan, en de voorbehouden verbinding tussen het bereidingstoestel en de behandelingsinrichtingen, maakt ook een bijna ogenblikkelijke feedback mogelijk op de performantie van de formulering, en maakt bijgevolg een vlotte aanpassing mogelijk van de formulering aan de stoffen waarvoor de formulering is ontwikkeld.
Enzymen worden in was- en reinigings- werkzaamheden ingebracht vanwege hun hoge werkzaamheid. Slechts kleine hoeveelheden van de enzymconcentraten zijn nodig om dezelfde performantie te verschaffen als veel hogere hoeveelheden van oppervlakteactieve stoffen wanneer enkel oppervlakteactieve stoffen worden gebruikt. De aanwezigheid van de correcte enzymen in de formulering maakt dus een aanzienlijke verkleining mogelijk van de hoeveelheden van oppervlakteactieve stoffen die eventueel nog vereist zijn in de was- of reinigingswerkzaamheden. De vermindering van de nood aan oppervlakteactieve stof doet de kosten van de detergentformulering dalen, en aangezien de oppervlakteactieve stoffen terechtkomen in het afvalwater, waar het verminderde verbruik van oppervlakteactieve stof een aanzienlijke bijdrage levert tot de verlaging van de biochemische zuurstofbehoefte (Engels: biochemical oxygen demand, BOD) en/of de COD, daalt ook de milieutaks die door de overheid wordt geheven voor een vergunning om dat water te lozen.
Een belangrijk kenmerk van de onderhavige uitvinding is dat de detergentformulering ter plaatse wordt bereid en in ladinghoeveelheden die klein kunnen worden gehouden, zodanig dat ze niet lang moeten worden bewaard vóór gebruik in de behandelingsinrichting.
Dat brengt het bijkomende voordeel met zich mee dat de enzymhoudende detergentformulering kan worden bereid met weinig enzymstabiliserend systeem, bij voorkeur zelfs zonder. Ten eerste zijn die enzymstabilisatoren of stabiliserende systemen dure bestanddelen voor een detergentformulering. Ten tweede kunnen sommige stabilisatorsystemen nog steeds een zeker inactiverend effect hebben op de enzymen in de formulering, zelfs bij de verdunde concentraties in een wasvloeistof, wat tot gevolg heeft dat de formulering iets meer van de beoogde enzymconcentraten moet bevatten.
En enzymconcentraten zijn veruit het duurste bestanddeel van een detergentformulering. Ten derde komen de stabilisatoren in de detergentformulering uiteindelijk terecht in het afvalwater uit de was- of reinigingswerkzaamheden waarvoor de formulering wordt gebruikt, waar ze de
BOD en/of COD van het afvalwater verhogen, en daardoor ook de taksen die door overheden worden geheven voor de toestemming om dat afvalwater te lozen. De mogelijkheid om minder en bij voorkeur geen enzymstabiliserend systeem te gebruiken, draagt bijgevolg verder bij tot een verlaging van de BOD en/of COD in het afvalwater uit de behandelingsinrichting, en dus van de milieutaks die wordt geheven voor een vergunning om dat water te lozen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het toestel meerdere afvoervaten bevatten, die elk een andere detergentformulering kunnen bevatten of die elk kunnen voorbehouden worden om een specifiek type detergentformulering te bevatten. Voordeligerwijs kan het toestel dan verschillende detergentformuleringen hebben die onmiddellijk beschikbaar zijn voor selectie door een gebruiker. Een bijkomend voordeel is dat een spoelstap tussen de overdracht van een nieuwe lading van dezelfde detergentformulering naar een daarvoor voorbehouden afvoervat, kan worden weggelaten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm blijft het toestel volgens de onderhavige uitvinding de eigendom van de leverancier van de detergentformulering, en volledig onder diens controle, terwijl de behandelingsinrichtingen die de detergentformulering ontvangen en verbruiken, het eigendom zijn van en onder controle staan van de verlener van de was- of reinigingsdiensten, waarbij die twee verschillende partijen vormen en doorgaans ook verschillende juridische en economische entiteiten zijn.
Het octrooischrift EP 2857491 A1 heeft betrekking op het probleem dat de concentratie van een peroxyazijnzuur (ook bekend als perazijnzuur of PAA) in een bleekmiddel- en/of desinfecteermiddelformulering na de bereiding ervan mettertijd afneemt, als gevolg van afbraak tot azijnzuur.
In het document wordt een toestel beschreven voor de bereiding ter plaatse van perazijnzuur. De uiteindelijke concentratie van het product dat wordt gevormd in de reactor van het toestel hangt af van een groot aantal parameters: de gebruikte reagentia, de duur van de reactie en de reactieomstandigheden in het algemeen, zoals de metaalionen die aanwezig zijn in het gebruikte oplosmiddel, de temperatuur tijdens de reactie en de hoeveelheden reagentia die worden gebruikt tijdens de vorming van het bleekmiddel en/of desinfecteermiddel. Het toestel is uitgerust met een detectie-element dat chemische activiteit in de reactor detecteert, op basis waarvan de regelbare stroommeter wordt bestuurd die de afvoer van het product naar de behandelingsinrichting regelt. De hoeveelheid product die wordt afgevoerd naar de behandelingsinrichting wordt dan geregeld door het meten van het afgevoerde volume of door het meten van de afvoerduur. De afnemer van het bleekmiddel en/of desinfecteermiddel krijgt met het toestel ten minste de garantie dat telkens een volume aan PAA-product wordt geleverd dat vers is bereid, en bijgevolg optimale activiteit performantie zou moeten vertonen in vergelijking met hetzelfde product dat niet ter plaatse is bereid en is opgeslagen/getransporteerd voor het aan de behandelingsinrichting wordt geleverd.
Het octrooischrift EP 3321751 A1 betreft een doseersysteem voor chemicaliën en heeft betrekking op een verhoogde controle van productgebruik en een vermindering van menselijk contact met potentieel gevaarlijke chemicaliën. Het document openbaart een draadloze interfacemodule voor een doseersysteem voor chemicaliën die samenwerkt met een of meer wasmachines. Het document vermeldt niets over het soort chemicaliën dat wordt gedoseerd, noch over de aard van de bestanddelen erin.
De toevoeging van de chemicaliën wordt geregeld via een controle-element op de pompen in een pompstand, en functioneert dus op volumetrische basis. De recipiënten van grondstoffen kunnen voorzien zijn van sondes die de hoeveelheid product in de recipiënt aangeven, eveneens op volumetrische basis.
In het Amerikaanse octrooischrift
US 2017/0223921 A1 wordt een systeem voor het ter plaatse mengen en doseren van chemicaliën geopenbaard om speendipmengsels te bereiden in de context van het melken van vee. De gebruikte stroomregelende inrichtingen kunnen peristaltische pompen zijn en dus op volumetrische basis functioneren.
Het document verschaft geen verdere details over de mengkamer zelf waarin de speendipmengsels worden bereid.
Het octrooischrift WO 2006/000237 A1 betreft een werkwijze voor de meervoudige dosering van een of meer vloeibare producten,
zoals bestanddelen die worden gebruikt in werkwijzen voor het wassen van textiel, evenals een doseertoestel en een doseersysteem. De gedoseerde hoeveelheid van een vloeibaar product wordt in iedere doseringscyclus gemeten door een weegcel en kan worden overgedragen naar een toepassingsinrichting, waar het onmiddellijk wordt gebruikt, of naar een vat voor tussentijdse opslag. Het document verschaft geen verdere details over hoe de overgedragen producten, die mogelijk ook tijdelijk worden opgeslagen, worden gedoseerd naar een toepassingsinrichting. ledere overdracht of dosis van een bepaald vloeibaar product vereist een of meer werkingscycli in het toestel.
In het octrooischrift JP H10 142035 A wordt een werkwijze geopenbaard voor het accuraat doseren van de toevoer van grondstoffen. Detergentgrondstoffen worden vanuit respectieve grondstoftanks overgebracht in een mengtank, waarbij de toegevoerde hoeveelheid grondstof wordt geregeld. De hoeveelheid grondstoffen wordt geregeld met behulp van overdrachtspompen, regelkleppen en kamers voor tussentijdse opslag waarin de hoeveelheid grondstof wordt gemeten. Het document verschaft geen verdere details over hoe de resulterende detergentpap stroomafwaarts van een buffertank accuraat wordt gedoseerd naar een toepassing.
De bereiding, in de context van de onderhavige uitvinding, van de enzymhoudende detergentformulering ter plaatse bij de behandelingsinrichting, brengt het voordeel met zich mee dat de detergentformulering kort na de bereiding ervan wordt verbruikt. Er is dus minder behoefte aan een enzymstabilisatorsysteem in de formulering, en vaak kan het gebruik van een enzymstabilisatorsysteem in de formulering worden weggelaten. De geografische nabijheid van het toestel waarin de formulering wordt bereid tot de inrichting waarin de formulering wordt gebruikt, maakt een zeer beperkte tussentijdse opslag mogelijk van de formulering tussen bereiding en gebruik, en dus zeer korte verblijftiiden in die opslag. Daardoor wordt het risico sterk verlaagd op de vorming van neerslag of andere storende gevolgen van een mogelijke incompatibiliteit tussen verschillende bestanddelen in dezelfde formulering, zodanig dat slechts zeer lage hoeveelheden van enzymstabiliserende systemen dienen te worden geïntegreerd, waarbij er bij voorkeur zelfs helemaal geen nodig is. De samensteller en leverancier van de detergentformulering kan dus profiteren van het voordeel van een lagere kostprijs van de formulering. De afnemer van de formulering en de leverancier van de formulering profiteren beiden van het voordeel dat de enzymen hun werking als deel van de was- en/of reinigingswerkzaamheid kunnen uitoefenen met minder hinder, en bij voorkeur zonder hinder door de aanwezigheid van een enzymstabiliserend systeem. Een ander voordeel is de reductie en bij voorkeur het vermijden van de extra milieubelasting die de gebruikelijke enzymstabiliserende systemen veroorzaken. De aanbieder van de was- en/of reinigingstoepassing waarbij de formulering wordt gebruikt, kan dus ook profiteren van het bijkomende directe voordeel dat de extra taksen die gewoonlijk worden geheven, vanwege de hogere COD in het afvalwater of voor een eventuele andere bijkomende milieulast die wordt veroorzaakt door het enzym stabiliserende systeem, worden verlaagd en bij voorkeur vermeden.
De nabijheid van de bereiding tot het verbruik van de detergentformulering, en de korte verblijftiiden bij eventuele tussentijdse opslag, maakt het ook mogelijk om kleine ladingen te bereiden, en om telkens een op maat gemaakte formulering te bereiden. Dat maakt een zeer snelle feedback mogelijk op de performantie van een formulering na de bereiding ervan, en maakt dus verdere aanpassingen van het recept van de bereiding mogelijk tijdens volgende bereidingscycli van dezelfde formulering. De formulering kan zo volledig worden aangepast aan het beoogde gebruik en het recept kan worden aangepast op basis van de snelle feedback over performantie. De types enzymen in de formulering kunnen dienovereenkomstig worden gekozen, evenals hun respectieve dosering. Ook het type en het gehalte van elk van de oppervlakteactieve stoffen in de formulering kunnen worden afgestemd op het beoogde gebruik. Het toestel en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding maken derhalve een nauwkeurige afstemming mogelijk van de detergentformulering, in de mate van het praktisch mogelijke, aan de toepassing waarvoor de formulering is bedoeld. Het toestel en de werkwijze maken het daarom mogelijk om enzymen die niet nodig zijn, niet in de formulering op te nemen, en om een over- of onderdosering van de enzymen te vermijden in verhouding tot de performantie die ervan wordt verwacht. Het toestel en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding maken het daarom mogelijk om een verbeterd evenwicht te bereiken tussen de hoger in dit document besproken wensen inzake doeltreffendheid en efficiëntie van de enzymhoudende detergentformulering.
De eigenaar van het toestel en de leverancier van detergentformulering kunnen dus op overtuigende wijze aan de verlener van de was- en/of reinigingstoepassing garanderen dat, enerzijds, de detergentformuleringen die het toestel levert de verwachte werkzaamheid verschaffen voor de dienst waarvoor ze bestemd zijn, en anderzijds ook dat ze zo kostenefficiënt zijn als praktisch haalbaar is.
De enzymconcentraten zijn in de handel verkrijgbaar op gewichtsbasis. De aanvragers hebben vastgesteld dat, aangezien het toestel zijn ladingen van detergentformuleringen op gewichtsbasis produceert, en ook de enzymconcentraten op gewichtsbasis in de lading toevoegt, ook de detergentformuleringen die naar de behandelingsinrichtingen worden toegevoerd op gewichtsbasis in rekening kunnen worden gebracht, en dat de hoeveelheden enzymconcentraten die aan de behandelingsinrichtingen worden geleverd op gewichtsbasis in rekening kunnen worden gebracht. De leverancier van de detergentformuleringen kan dus zijn leveringen aan de behandelingsinrichtingen van zijn klant op gewichtsbasis, en dus op open en transparante wijze aanrekenen. Niet alleen is de klant zo verzekerd van de doeltreffendheid van de geleverde detergentformulering uit het toestel en de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, de klant kan ook overtuigend worden gerustgesteld dat enkel die enzymconcentraten zullen worden aangerekend die die daadwerkelijk aan de behandelingsinrichtingen van de klant zijn geleverd.
BONDIGE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 is een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van het toestel volgens de onderhavige uitvinding, en van één uitvoeringsvorm van hoe dat toestel kan worden verbonden met de behandelingsinrichtingen waaraan het toestel detergentformuleringen levert na de bereiding ervan.
Figuur 2 is een schematische weergave van hoe het toestel van Figuur 1 elektronisch, en bij voorkeur virtueel, kan worden verbonden met een server en hoe informatie heen en weer kan worden uitgewisseld tussen het toestel en de server.
Figuur 3 toont de resultaten van de inwerking van wasvloeistoffen die alle dezelfde concentratie van hetzelfde lipase- enzymconcentraat bevatten voor de totale hydrolyse van raapzaadolie in afwezigheid en in aanwezigheid van één bepaalde oppervlakteactieve stof die werd gekozen uit een ruim gamma aan verschillende oppervlakteactieve stoffen.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding zal hierna worden beschreven in specifieke uitvoeringsvormen, en eventueel aan de hand van specifieke tekeningen. De uitvinding is daartoe echter niet beperkt, maar wordt enkel beperkt door de conclusies. Eventuele beschreven tekeningen zijn slechts schematisch en zijn niet-inperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van sommige van de elementen uitvergroot zijn en niet op schaal zijn getekend, voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen in de tekeningen stemmen niet noodzakelijk overeen met feitelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Verscheidene documenten kunnen in de loop van de tekst van deze octrooibeschrijving worden aangehaald. Dat houdt echter geen toegeving in dat een aangehaald document daadwerkelijk behoort tot de stand van de techniek van de onderhavige uitvinding.
Voorts worden de termen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om te onderscheiden tussen soortgelijke elementen, en niet noodzakelijk om een sequentiële of chronologische volgorde te beschrijven. De termen zijn in gepaste omstandigheden uitwisseloaar en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen functioneren in andere volgorden dan hier beschreven en/of geïllustreerd.
Voorts worden de termen bovenste, onderste, boven, onder en dergelijke in de beschrijving en de conclusies gebruikt voor descriptieve doeleinden en niet noodzakelijk om relatieve posities te beschrijven. De aldus gebruikte termen zijn in gepaste omstandigheden uitwisselbaar en de hier beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen functioneren in andere oriëntaties dan hier wordt beschreven of geïllustreerd.
Het werkwoord “omvatten”, dat in zijn verschillende grammaticale vormen in de conclusies wordt gebruikt, dient niet te worden geïnterpreteerd als beperkt tot de elementen die in de context ervan worden opgesomd. Het sluit niet uit dat er nog andere elementen of stappen zijn. Het dient te worden beschouwd als indicatie dat de aanwezigheid van die eigenschappen, getallen, stappen of componenten nodig is, sluit de aanwezigheid of toevoeging van een of meer andere eigenschappen, getallen, stappen of componenten, of groepen daarvan, niet uit. Bijgevolg dient de draagwijdte van “een voorwerp dat middelen A en B omvat” niet te worden beperkt tot een voorwerp dat enkel is samengesteld uit middelen A en B. De uitdrukking betekent dat A en B de enige relevante elementen zijn voor het onderwerp in de context van de onderhavige uitvinding. In overeenstemming daarmee houden de termen “omvatten” of “insluiten” ook de meer beperkende termen “in wezen bestaan uit” en “bestaan uit” in. Wanneer “omvatten” of “inhouden” wordt vervangen door “bestaan uit”, vertegenwoordigen die termen bijgevolg de basis van geprefereerde, maar smallere uitvoeringsvormen, die eveneens worden verschaft als deel van de inhoud van dit document met betrekking tot de onderhavige uitvinding.
Wanneer in deze octrooibeschrijving wordt verwezen naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm”, wordt daarmee bedoeld dat een bepaalde eigenschap, structuur of hoedanigheid die wordt beschreven in verband met de uitvoeringsvorm, deel uitmaakt van ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Bijgevolg verwijst de uitdrukking “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm”, wanneer die op verschillende plaatsen in deze octrooibeschrijving voorkomt, niet noodzakelijk telkens naar dezelfde uitvoeringsvorm. Bovendien kunnen de specifieke eigenschappen, structuren of hoedanigheden op iedere geschikte manier worden gecombineerd, zoals voor een gemiddelde deskundige blijkt uit deze openbaarmaking, in een of meer uitvoeringsvormen.
Evenzo dient duidelijk te zijn dat in de beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding bij wijze van voorbeeld, diverse eigenschappen van de uitvinding soms bij elkaar worden gegroepeerd in één enkele Uitvoeringsvorm, figuur, of beschrijving daarvan teneinde de openbaarmaking te stroomlijnen en te helpen bij het begrijpen van een of meer van de diverse inventieve aspecten. Die manier van openbaarmaking mag echter niet worden geïnterpreteerd als uitdrukking van de intentie dat de geclaimde uitvinding meer elementen vereist dan uitdrukkelijk vermeld in iedere conclusie. Veeleer is het zo dat, zoals uit de conclusies blijkt, inventieve aspecten gelegen zijn in minder dan alle kenmerken van een enkele tevoren geopenbaarde uitvoeringsvorm. De conclusies die na de gedetailleerde beschrijving volgen, worden hierbij dus uitdrukkelijk in deze gedetailleerde beschrijving opgenomen, waarbij iedere conclusie op zichzelf staat als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.
Voorts dient opgemerkt dat, terwijl sommige hier beschreven uitvoeringsvormen bepaalde kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen voorkomen, en andere niet, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen geacht worden binnen de beschermingsomvang van de uitvinding te liggen en verschillende uitvoeringsvormen vormen, zoals door vaklieden zou worden begrepen.
In de hier verschafte beschrijving worden tal van specifieke details uiteengezet. Het dient echter duidelijk te zijn dat uitvoeringsvormen van de uitvinding zonder die specifieke details in de praktijk kunnen worden gebracht. In andere gevallen zijn algemeen bekende werkwijzen, structuren en technieken niet in detail weergegeven, teneinde het begrip van deze beschrijving niet te bemoeilijken.
Tenzij anderszins aangegeven omvatten alle hier vermelde bereiken de waarden tot en met de gegeven eindpunten, en zijn de waarden van de onderdelen of bestanddelen van de samenstellingen uitgedrukt in gewichtsprocent of % in gewicht van ieder bestanddeel in de samenstelling.
De hier gebruikte termen “gewichtsprocent,” “gew.-%,” “procent in gewicht,” “% in gewicht”, “ppm gew.”, “ppm in gewicht”, “gewichts-ppm” of “ppm” en variaties daarvan verwijzen naar de concentratie van een stof als het gewicht van die stof gedeeld door het totale gewicht van de samenstelling en vermenigvuldigd met 100 of 1000000 naargelang van toepassing, tenzij anderszins aangegeven. Merk op dat “procent” en “%”, zoals die hier worden gebruikt, worden geacht synoniem te zijn met “gewichtsprocent,” “gew.-%,” enz. tenzij anderszins aangegeven.
Merk op dat, in deze octrooibeschrijving en de bijgevoegde conclusies, de enkelvoudsvormen “een” en “de” ook referenten in het meervoud omvatten tenzij uit de inhoud duidelijk iets anders blijkt. Zo omvat bijvoorbeeld een verwijzing naar een samenstelling die “een verbinding” bevat, ook een samenstelling met twee of meer verbindingen. Merk op dat de term “of” doorgaans wordt gebruikt in de betekenis die “en/of” omvat, tenzij uit de inhoud duidelijk iets anders blijkt.
Bovendien kan iedere hier gebruikte verbinding uitwisselbaar worden besproken met betrekking tot haar chemische formule, chemische naam, afkorting, enz...
In de context van de onderhavige uitvinding wordt met een vloeistof voor wassen of reinigen een samenstelling bedoeld voor gebruik als het actieve bestanddeel in een was- of reinigingsbad. Onder een “was- of reinigingsbad” wordt een functionele oplossing verstaan die het middel voor wassen of reinigen bevat dat inwerkt of textiel of weefsel (wasbad) of harde oppervlakken (reinigingsbad), en die in contact komt met de vlekken die aanwezig zijn op textiel of op weefsels, of aanwezig zijn op harde oppervlakken.
Het was- of reinigingsbad wordt doorgaans bereid wanneer de was- of reinigingswerkzaamheden beginnen en het was- of reinigingsmiddel wordt opgelost met of verdund met water, bijvoorbeeld in een wasmachine of in een ander geschikt recipiënt.
De enzymen voor gebruik in waswerkwijzen zijn in de handel verkrijgbaar als concentraten van specifieke individuele enzymen en/of van een mengsel van een klein aantal specifieke enzymen. De concentratie van het enzym zelf in het aangeboden concentraat is vertrouwelijke informatie van de leverancier van het concentraat. Het concentraat bevat voorts gewoonlijk ten minste één stabilisator, zoals ethyleenglycol of andere glycolen of polyolen. Door die stabilisatoren zijn de enzymen in het concentraat niet actief, in zekere zin “latent”, maar stabiel. Pas wanneer het concentraat aanzienlijk wordt verdund, zoals wanneer het concentraat wordt toegevoegd in de waswerkwijze, wordt het remmende effect van de stabilisator sterk verminderd, of verdwijnt het mogelijk zelfs, en wordt het enzym actief en kan het zijn volle werking ontplooien.
Als gevolg van die vertrouwelijkheid over de eigenlijke enzymconcentratie in de in de handel verkrijgbare enzymconcentraten heeft de industrie de praktijk opgevat om de enzymgehaltes uit te drukken in termen van hoeveel van het specifieke enzymconcentraat is toegevoegd in de formulering. In dit document wordt diezelfde praktijk toegepast.
Enzymen zijn voor 100% samengesteld uit eiwitten. In vloeibare enzymconcentraten zijn doorgaans alle van de aanwezige eiwitten enzymen, maar er is nooit ondubbelzinnige zekerheid dat alle eiwitten in de enzymconcentraten per se aanwezig zijn als enzymen, laat staan als actieve enzymen. Een bovengrens op de totale eiwitconcentratie van een samenstelling verschaft derhalve een bovengrens op de totale aanwezigheid van enzymen in die samenstelling. Het totale eiwitgehalte van een enzymhoudend product, met inbegrip van een enzymconcentraat maar ook van om het even welke detergentformulering die een enzymconcentraat bevat, kan gemakkelijk worden bepaald door middel van de zogenaamde bicinchoninezuurtest (Engels: bicinchoninic acid assay, kortweg “BCA-test”, die ook bekendstaat als de “Smith assay” en welbekend is in het vakgebied. De eiwitconcentratie in een in de handel verkrijgbaar enzymconcentraat is dus vrij beschikbare informatie, en kan niet worden geclaimd als informatie die vertrouwelijk en eigen is aan de leverancier. De typische eiwitgehaltes van in de handel verkrijgbare enzymconcentraten liggen in het bereik van 5- 10 gew.-%. Enzymconcentraten met hogere totale enzymconcentraties zijn in de handel in de industrie zeer zeldzaam, tot zelfs onbestaand. Hun afwezigheid kan worden verklaard door technische beperkingen of commerciële overwegingen.
De eigenlijke concentratie van een bepaald actief enzym in een in de handel verkrijgbare enzymconcentraatproduct wordt door de meeste producenten als vertrouwelijke informatie beschouwd die eigen is aan de leverancier. Om de klant bepaalde productlabels te kunnen verschaffen dient die informatie echter mogelijk aan de uitvaardigende autoriteiten te worden verstrekt. De klant die het concentraat gebruikt, kan zo gedetailleerder worden geïnformeerd over de samenstelling van de enzymconcentraten die hij van de leverancier verkrijgt, maar het staat hem niet vrij om die informatie openbaar te maken.
Het oppervlakteactieve alkylpolyglycoside is het resultaat van een verethering van een (vet)alcohol met ten minste één alcoholfunctie van het op suiker gebaseerde hydrofiele deel van de verbinding.
Tijdens de veretheringsstap nemen de andere beschikbare alcoholgroepen op het glucosedeel ook deel aan veretheringsreacties, waardoor een “polymere” verbinding wordt gevormd, wat de reden is waarom het eindproduct een “polyglycoside” wordt genoemd. De verbinding is doorgaans een derivaat van vet voor het alcohol- en het lipofiele deel, en van zetmeel voor het hydrofiele deel van de verbinding. Wanneer het op suiker gebaseerde uitgangsmateriaal in wezen enkel glucose is, wordt de verbinding een alkylpolyglucoside genoemd.
OH
Hio 0
HO o- (CHa)nCH3
OH m
Moleculaire structuur van alkylpolyglucoside, waarbij m = de polymerisatiegraad.
De concentratie van de enzymconcentraten in de detergentformulering kan zeer breed zijn. In de uiteindelijke wasvloeistof kan de werking van een bepaald enzymconcentraatbestanddeel al worden waargenomen bij een gehalte van 1 ppm in gewicht. De uitvinders geven er de voorkeur aan om doorgaans een concentratie te gebruiken van tot ongeveer 250 ppm in gewicht per enzymconcentraat in de wasvloeistof. De uitvinders geven er voorts de voorkeur aan om de enzymcocktail in de additiefformulering en in de wasvloeistof aan te passen aan de verwachte hoeveelheid en types vuil in het te behandelen substraat.
Het amineoxide is bij voorkeur het oxide van een tertiair amine (RsN*-O"), met meer voorkeur een alkyldimethylamineoxide, met nog meer voorkeur lauryldimethylamineoxide (CAS 1643-20-5). Hoewel dat amineoxide bekendstaat als een sterk schuimende oppervlakteactieve stof, hebben de uitvinders vastgesteld dat de schuimvorming binnen aanvaardbare grenzen kan worden gehouden door correcte dosering van het amineoxide in functie van het type en de hoeveelheden vuil op het substraat. Grote hoeveelheden vuil, vooral vuiltypes in de vorm van deeltjes, kunnen ook de schuimvorming van een wasvloeistof onderdrukken.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het ten minste ene mengvat uitgerust voor het vormen van de lading van de detergentformulering volgens een vooraf bepaald recept dat uitgedrukt is in gewicht. Het toestel kan bijvoorbeeld voorzien zijn van een besturingsinrichting of besturingseenheid, doorgaans een programmeerbare logische besturingseenheid, Engels: programmable logic controller of “PLC”.
Een dergelijke besturingseenheid kan de toevoerinrichtingen geleiden bij het toevoeren van hoeveelheden uit respectieve toevoerbronnen in het mengvat in overeenstemming met een vooraf bepaald recept. Dat recept voor de bereiding kan bijvoorbeeld opgeslagen zijn in het geheugen van de besturingsinrichting.
Het recept kan bijvoorbeeld manueel worden ingevoerd door middel van een toetsenbord dat via een kabel of draadloos verbonden is met de besturingsinrichting, eventueel met behulp van een monitor of beeldscherm. Bij wijze van alternatief of bijkomend kan een dergelijk recept op afstand worden ingevoerd via een elektronische verbinding, via een kabel of draadloos, tussen de besturingsinrichting van het toestel en een server. Die server kan zich eventueel op een locatie op afstand bevinden, bijvoorbeeld op een locatie die het eigendom is van de leverancier van de detergentformulering, en de verbinding kan via het internet tot stand worden gebracht. Dezelfde verscheidene werkwijzen kunnen ook worden gebruikt voor het bijstellen of corrigeren van een recept dat reeds opgeslagen is in een elektronisch geheugen dat deel uitmaakt van de besturingseenheid of het toestel, of daarmee verbonden is.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het ten minste ene mengvat uitgerust met een weegcel of weegschaal die in staat is tot het monitoren en signaleren van het brutogewicht van het ten minste ene mengvat, d.w.z. met inbegrip van de inhoud ervan. De aanvragers hebben vastgesteld dat een geschikt mengvat en bijbehorende weegcel kunnen worden voorzien zodanig dat zelfs kleine gewichtshoeveelheden van een bestanddeel dat die daadwerkelijk in het mengvat zijn toegevoegd, met hoge nauwkeurigheid kunnen worden bepaald.
Het toestel kan zodanig worden ingericht dat het in staat is om ook het inbrengen van de bestanddelen in het mengvat met hoge nauwkeurigheid te bepalen, bij voorkeur het inbrengen van de enzymconcentraten. De aanvragers have bijvoorbeeld vastgesteld dat het mengvat gemaakt kan zijn van lichtgewicht materiaal. De aanvragers hebben tevens vastgesteld dat om het even welk mengmechanisme voor het mengvat kan worden voorzien, zonder dat dat mechanisme bijdraagt tot het brutogewicht van het mengvat. De aanvragers hebben vastgesteld dat een dergelijke opstelling en apparatuur uiterst geschikt is om een hoge nauwkeurigheid te bereiken bij de toevoer van de hoeveelheid detergentformulering, en in het bijzonder ook van de hoeveelheid van enzymconcentraat en van de andere bestanddelen die er deel van uitmaken, en wel over een zeer ruim bereik aan doseringshoeveelheden, in het bijzonder van het enzymconcentraat. De aanvragers hebben vastgesteld dat een besturingseenheid die geassocieerd is met de werkwijze en/of toestel volgens de onderhavige uitvinding gemakkelijk de hoeveelheden in gewicht kan bijnouden van de individuele bestanddelen die in het mengvat worden toegevoegd als deel van de bereiding, en bijgevolg in staat is om uit die informatie het recept af te leiden volgens hetwelke de lading van de detergentformulering feitelijk is bereid. Dat maakt een hoge nauwkeurigheid mogelijk bij de bereiding van de detergentformulering, evenals een gemakkelijke vergelijking van de daadwerkelijk gevormde detergentformulering en het recept dat bij de bereiding ervan gevolgd diende te worden, en dat op gewichtsbasis. Het maakt ook een zeer betrouwbare traceerbaarheid mogelijk van ieder bestanddeel van de detergentformulering dat wordt toegevoerd naar de behandelingsinrichting, in het bijzonder van enzymconcentraat dat eventueel wordt gebruikt bij de bereiding van de detergentformulering dat wordt toegevoerd naar de behandelingsinrichting. Een geschikte weegcel of weegschaal kan bijvoorbeeld worden gekozen uit het ruime gamma aan capaciteiten die worden aangeboden onder het label Single Point Aluminum
Load Cell Model 1022, verkrijgbaar bij de firma Vishay Precision Group (VPG,
Malvern, PA 19355, USA).
De aanvragers hebben vastgesteld dat het gebruik van een weegcel voor het monitoren van het gewicht van het mengvat en de inhoud ervan is, een hoge nauwkeurigheid kan verschaffen bij de bereiding van de detergentformulering, in het bijzonder wanneer enzymconcentraten als bestanddelen worden gebruikt.
De toevoerbronnen, met inbegrip van eventuele enzymconcentraten, zijn doorgaans alle vloeistoffen. Andere bestanddelen dan leidingwater kunnen dus worden verschaft in transporteerbare recipiënten die met de hand kunnen worden verbonden met de bijbehorende toevoerinrichting.
De aanvragers hebben vastgesteld dat de toevoer van de bestanddelen vanuit de veelheid aan toevoerbronnen naar het mengvat gemakkelijk kan worden verwezenlijkt door als toevoerinrichting voor iedere toevoerbron een pomp te voorzien die aan de aanzuigzijde verbonden is met de toevoerbron en die het bestanddeel via leidingen tot in het mengvat pompt. De pomp is bij voorkeur een verdringerpomp. Dat type pomp is gewoonlijk zelfaanzuigend, wat het mogelijk maakt om de pomp boven de toevoerbron te plaatsen, en, belangrijker, om de toevoerbron onder de pomp te bewaren, bijvoorbeeld onder het toestel als deel van dezelfde behuizing. De toevoer van het bestanddeel in kwestie kan dan worden geregeld door de tijdsduur te regelen gedurende dewelke de pomp in kwestie voor dat bestanddeel wordt geactiveerd, of de pomp kan, bij wijze van alternatief, worden geactiveerd tot de gewenste gewichtstoename voor het bestanddeel in kwestie wordt gemeten door de weegcel. Die laatste werkwijze brengt het voordeel met zich mee dat de toegevoegde hoeveelheid bestanddeel is niet wordt beïnvloed door een tijd die eventueel nodig is voor het aanzuigen van de pomp, of doordat de pomp lucht aanstuwt in plaats van het vloeibare bestanddeel. De aanvragers gebruiken bij voorkeur een membraanpomp. Om bij de bereiding van de formulering een grote nauwkeurigheid te verkrijgen, geven de aanvragers er de voorkeur aan niet af te gaan op de pomptijd voor het bepalen van de toegevoegde hoeveelheid bestanddeel, maar om af te gaan op het gewichtssignaal dat wordt uitgestuurd door de weegcel en om het gewicht te monitoren dat wordt gewonnen van vóór tot na de overdracht van het bestanddeel in kwestie.
Een alternatief voor de pompinrichting voor het overdragen van een bestanddeel van een toevoerbron naar het mengvat zou zijn om de toevoerbron boven het mengvat te plaatsen en om de vloeistof uit de toevoerbron in het mengvat te laten stromen onder invloed van de zwaartekracht, bij voorkeur gestuurd door een klep die voorzien is in de leiding tussen de toevoerbron en het mengvat. In deze opstelling dient de verbinding van de recipiënt als toevoerbron naar de leiding niet-lekkend te zijn, aangezien die verbinding blootgesteld is aan de statische hoogte van de vloeistof in de recipiënt.
De aanvragers geven de voorkeur aan het alternatief met de pomp, ten minste voor de andere vloeibare bestanddelen dan water. De verbinding naar de toevoerpomp kan dan zo eenvoudig zijn als een flexibele slang die van bovenaf in de recipiënt met het vloeibare bestanddeel wordt aangebracht, en bij voorkeur wordt de inlaat ervan tot zo dicht mogelijk bij de bodem van de recipiënt neergelaten, bij voorkeur zelfs in een bodemuitdieping die voorzien is als deel van de bodem van de recipiënt.
Water kan bij voorkeur naar het mengvat worden toegevoerd door middel van een aansluiting van het toestel op een watertoevoer onder druk, zoals een leidingwatertoevoer, waarvoor de stroming kan worden geregeld door het sturen van de opening van een klep die voorzien is in de leiding naar het mengvat.
Bij voorkeur is het mengvat bovenaan open naar de atmosfeer, zodanig dat eventuele damp of gas die of dat meekomt met de overdracht van een vloeibaar bestanddeel gemakkelijk kan ontsnappen en niet leidt tot drukopbouw in het mengvat, wat mogelijk een accurate meting door de weegcel zou kunnen hinderen. Een dergelijke damp in de vloeistoftoevoer kan zich bijvoorbeeld voordoen na een vervanging van een recipiënt voor een bepaald bestanddeel, of tijdens het zelfaanzuigen van een pomp.
Bij voorkeur is de leiding die afkomstig is van de pomp voor het pompen van de toevoerbron niet fysiek verbonden met de wand van het mengvat, maar hangt ze boven en bij voorkeur over een kleine afstand binnen de bovenste sectie van het mengvat. Zo wordt vermeden dat de leiding de uitlezing van het gewicht van het mengvat door de weegcel beïnvloedt, bijvoorbeeld door te wegen op de wand van het vat.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding het mengvat in het toestel is voorzien van een roermechanisme dat geschikt is voor het homogeniseren van de detergentformulering zodanig dat de detergentformulering het ten minste ene enzymconcentraat omvat in een vooraf bepaalde concentratie. Het roermechanisme dient ervoor te zorgen dat de hoeveelheid enzymconcentraat die wordt ingebracht in het mengvat gelijk wordt verdeeld over de hoeveelheid detergentformulering die in het mengvat wordt bereid. Dat brengt het voordeel met zich mee dat iedere levering van de formulering aan de behandelingsinrichting de gepaste hoeveelheid van het enzymconcentraat aanvoert, en dus de gepaste hoeveelheid van het enzym dat gekozen en gewenst is om met de detergentformulering te worden toegevoerd naar de behandelingsinrichting. Zoals hoger reeds vermeld is het roermechanisme bij voorkeur op zodanig wijze ingericht dat het roerorgaan en de aandrijving ervan fysiek vrijstaan van het mengvat zelf en niet bijdragen aan het brutogewicht van het mengvat dat wordt gemonitord door de weegcel. Een geschikte roerinrichting kan bijvoorbeeld een turbine zijn die wordt ondergedompeld in de vloeibare inhoud van het mengvat, op een as die wordt aangedreven door een motor die boven het mengvat is voorzien.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het toestel aangepast voor het ter plaatse bereiden en afleveren van ten minste twee enzymhoudende detergentformuleringen, waarbij het toestel daartoe ten minste twee afvoervaten omvat die elk verbonden zijn met hun eigen afvoerinrichting. Dat brengt het voordeel met zich mee dat het toestel in staat is om ten minste twee enzymhoudende detergentformuleringen te bereiden en te leveren die van elkaar verschillen. Een eerste formulering kan bijvoorbeeld ontwikkeld zijn voor het wassen van licht bevuild textiel, terwijl een tweede formulering ontwikkeld kan zijn voor het wassen van sterk vervuild textiel. Matig bevuild textiel kan dan worden gewassen met een mengsel van de eerste en van de tweede formulering, en de relatieve verhouding van de twee formuleringen in het mengsel kan telkens worden aangepast om perfect afgestemd te zijn op een ruim gamma aan matige bevuilingsgraden, of wasgoedclassificaties. Die veelzijdigheid kan nog worden verhoogd door het bereiden van drie verschillende detergentformuleringen: een eerste voor licht bevuild textiel, een tweede voor zwaar bevuild textiel met één specifiek type vlekken, en een derde voor zwaar bevuild textiel met een ander specifiek type vlekken. De beschikbaarheid van ten minste twee verschillende enzymhoudende detergentformuleringen vergroot dus in sterke mate het vermogen van het toestel om de toevoer van enzymen zeer nauw af te stemmen op het type van bevuild textiel dat dient te worden gewassen in een of meer behandelingsinrichtingen. Dat vermogen vergroot op zijn beurt sterk een van de belangrijkste technische effecten die door de onderhavige uitvinding worden geboden, nl. dat naar de behandelingsinrichtingen waaraan door het toestel wordt geleverd, telkens het correcte type enzymconcentraten wordt toegevoerd in een concentratie die correct is voor de behandelingsstap die de inrichting zal uitvoeren. Dat vermogen versterkt in grote mate het voordeel dat de onderhavige uitvinding biedt, dat de keuze de dosering van de enzymen bijkomende en onafhankelijke parameters worden in de behandelingswerkwijze stroomafwaarts van het toestel. Dat brengt ook het voordeel met zich mee dat de enzymconcentraten enkel worden gebruikt wanneer dat nodig is, en enkel in de vereiste concentraties. Dat vermogen verbetert dus ook de doeltreffendheid en de efficiëntie van de enzymen die worden gebruikt in de behandelingswerkwijze.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het toestel een veelheid aan afvoervaten, waarbij de verbinding tussen het ten minste ene mengvat en de veelheid aan afvoervaten is uitgerust met een selectie-inrichting die in staat om een één-op-één-relatie tot stand te brengen tussen de uitlaat van het ten minste ene mengvat en de inlaat van één element dat gekozen is uit de veelheid aan afvoervaten. Dat brengt het voordeel met zich mee dat het toestel kan worden gebruikt voor het bereiden en verdelen van meer dan één lading van detergentformuleringen, en dat die detergentformuleringen van elkaar kunnen verschillen. Die verschillende detergentformuleringen kunnen gericht zijn op verschillende was- en/of reinigingstoepassingen via verschillende afvoervaten. De verschillende detergentformuleringen kunnen ook in combinatie met elkaar worden gebruikt, bijvoorbeeld in verschillende mengverhoudingen, teneinde een beter aangepaste cocktail van bestanddelen te leveren aan elk van twee of meer verschillende toepassingen. Verschillende toepassingen kunnen bijvoorbeeld verschillende stappen zijn die deel uitmaken van dezelfde was- en/of reinigingswerkzaamheid, zoals een voorwas en een hoofdwas, waarbij de voorwas bijvoorbeeld kan voorafgaan aan de hoofdwas, hetzij in de tijd, in dezelfde batchbehandelingsinrichting, hetzij in de ruimte, in dezelfde continue behandelingsinrichting. Ofwel kunnen de verschillende toepassingen soortgelijke of verschillende was- en/of reinigingsstappen zijn die worden uitgevoerd door twee verschillende behandelingsinrichtingen, ofwel door dezelfde behandelingsinrichting op verschillende tijdstippen, waarbij de voorwerpen die worden behandeld een verschillende classificatie kunnen hebben. Dit kenmerk brengt dus het voordeel met zich mee dat het toestel volgens de onderhavige uitvinding tegelijk twee of meer verschillende behandelingsstappen of twee of meer verschillende behandelingsinrichtingen kan bedienen. De aanvragers hebben vastgesteld dat het toestel volgens de onderhavige uitvinding bij voorkeur voorzien is van twee, met meer voorkeur van ten minste drie en met nog meer voorkeur ten minste vier afvoervaten.
De één-op-één-relatie brengt het voordeel met zich mee van een laag risico op onderlinge contaminatie tussen twee verschillende ladingen van detergentformuleringen, bijvoorbeeld twee ladingen die zijn bereid in twee volgende bereidingscycli van het toestel.
De aanvragers hebben vastgesteld dat in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding een geschikte selectie-inrichting voor het tot stand brengen van de één-op-één-relatie kan worden verschaft door een carrousel van een aantal afvoervaten te voorzien onder de uitlaat van het mengvat, inclusief bijbehorende weegcel en een klep die de uitlaat van het mengvat afsluit. De uitlaat van het mengvat kan vastgezet zijn in een positie boven de carrousel, maar excentrisch ten opzichte van de as van de carrousel.
Elk van de afvoervaten kan dan afwisselend onder de uitlaat van het mengvat worden gebracht, bijvoorbeeld door de carrousel rond een verticale as te draaien tot het correcte afvoervat zich in positie bevindt onder de uitlaat van het mengvat. Wanneer de bereiding van de detergentformulering voltooid is, wanneer het gewicht van de inhoud van het mengvat kan worden geregistreerd en wanneer kan worden geverifieerd dat de bereiding heeft plaatsgevonden volgens het voorgeschreven recept, kan de klep in de uitlaat van het mengvat worden geopend en kan de inhoud van het mengvat worden uitgestort in het gekozen afvoervat dat zich onder de uitlaat van het mengvat bevindt. Bij voorkeur bevindt het mengvat zich hoger dan het afvoervat, en kan het uitstorten van de formulering uit het mengvat in het afvoervat plaatsvinden door ze te laten weglopen onder invloed van de zwaartekracht. Uit het verschil in gewicht, zoals geregistreerd door de weegcel, van het mengvat vóór en na het uitstorten van de inhoud van het mengvat, kan de besturingseenheid de hoeveelheid detergentformulering in gewicht afleiden die is afgeleverd in het specifieke afvoervat dat zich onder de uitlaat van het mengvat bevond, wat nuttig kan zijn voor een correcte dosering. De carrousel kan dan draaien en een ander afvoervat onder de uitlaat van het mengvat brengen, klaar om de volgende lading van detergentformulering op te nemen, die vervolgens in het mengvat kan worden bereid. Bij deze opstelling is het de carrousel die fungeert als de selectie-inrichting van deze uitvoeringsvorm. De afvoervaten kunnen ook bovenaan open zijn naar de atmosfeer. De opening in de klep die het ledigen van het mengvat regelt, kan beperkt zijn, zodanig dat het risico op spatten van de inhoud van het mengvat wanneer die in het afvoervat terechtkomt, tot een minimum wordt beperkt.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding waarbij het toestel de selectie-inrichting omvat, is de selectie- inrichting voorts in staat om een één-op-één-relatie tot stand te brengen tussen de uitlaat van het ten minste ene mengvat en de inlaat van een afvalverwijderingsvoorziening. Die voorziening brengt het voordeel met zich mee dat, indien een onaanvaardbare afwijking is waargenomen tussen de feitelijke bereidingsprocedure en het voorgeschreven recept, de inhoud van het mengvat als afval kan worden afgekeurd en in de afvalverwijderingsvoorziening kan worden afgevoerd. Het mengvat is dan weer klaar voor de bereiding van een nieuwe lading. Die voorziening brengt ook het voordeel met zich mee dat het toestel een wasstap kan uitvoeren, waarbij het mengvat wordt gewassen met een oplosmiddel of met water tussen twee opeenvolgende bereidingen van ladingen, en waarbij wordt verhinderd dat het verbruikte oplosmiddel of waswater in een van de afvoervaten terechtkomt. In de hierboven beschreven uitvoeringsvorm met de carrousel kan een van de carrouselposities die onder de uitlaat van het mengvat kunnen worden gebracht, de inlaat van de afvalverwijderingsvoorziening zijn.
De afvalverwijderingsvoorziening kan een opvangpot omvatten waarin alle afvoerstromen van vloeistoffen uit de diverse locaties in het toestel kunnen worden verzameld, met inbegrip van gespatte of gelekte vloeistoffen. Een dergelijke opvangpot kan voorzien zijn van een hoogpeilsignaal en een alarm. Een dergelijk peilsignaal kan ook de activering van een afvalafvoerpomp triggeren om de afvalvloeistof vanuit de opvangpot te pompen naar een geschikte afvalverwerkingsinstallatie van de locatie waar het toestel zich bevindt.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de ten minste ene afvoerinrichting een stroomregelmiddel. Dat stroomregelmiddel kan worden gebruikt voor het regelen van de toediening of dosering van de detergentformulering naar de ten minste ene behandelingsinrichting. Het stroomregelmiddel kan bij voorkeur de functionaliteit beiden van een regelbare stroommeter, en die functionaliteit kan bijvoorbeeld worden verschaft door een verdringerpomp waarvan het debiet vast is en de regeling wordt uitgevoerd door het regelen van de tijd gedurende dewelke de pomp pompt, zoals lager wordt toegelicht. Het stroomregelmiddel ontvangt bij voorkeur instructies, bijvoorbeeld via de besturingseenheid van het toestel, van een doseersysteem, om een ingestelde hoeveelheid van de detergentformulering uit het afvoervat toe te voeren naar één behandelingsinrichting die gekozen is uit de ten minste ene behandelingsinrichting waarmee het afvoervat verbonden is.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding dient de ten minste ene afvoerinrichting in staat te zijn om haar formulering toe te voeren naar een veelheid aan behandelingsinrichtingen. In die uitvoeringsvorm omvat de afvoerinrichting een selectie-inrichting voor het tot stand brengen van een één-op-één-relatie of -verbinding met één behandelingsinrichting die gekozen is uit die veelheid. Een dergelijke selectie- inrichting kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van een leidingwerkverdeelstuk en regelkleppen op de uitlaten van de verdeelstukken naar de individuele behandelingsinrichtingen, waarvan één van de uitlaatkleppen open kan worden gezet terwijl de andere uitlaatkleppen gesloten worden ingesteld.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de pomp van de ten minste ene afvoerinrichting voor het pompen van de detergentformulering van het afvoervat naar de ten minste ene behandelingsinrichting een verdringerpomp, waarbij de pomp bij voorkeur een membraanpomp is. De aanvragers hebben vastgesteld dat het uiterst praktisch is om een pomp zoals aangegeven te voorzien in claim 1 als deel van de ten minste ene afvoerinrichting, teneinde de toevoer van de detergentformulering naar de behandelingsinrichting uit te voeren. Een pomp brengt het voordeel met zich mee dat een stromingsweerstand in de leidingen die het afvoervat verbinden met de ten minste ene behandelingsinrichting, en de daaruit voortkomende drukval, gemakkelijk kan worden overwonnen. Een bijkomend voordeel is dat de toevoer van de detergentformulering uit het afvoervat kan worden geregeld door het regelen van de activering van de pomp. Een verdringerpomp brengt het bijkomende voordeel met zich mee dat de geleverde hoeveelheid detergentformulering kan worden geregeld door de tijdsduur te regelen gedurende dewelke de pomp wordt geactiveerd, en dat die hoeveelheid niet wordt beïnvloed door veranderingen in druk stroomafwaarts van de pomp.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de toevoerverbinding tussen de ten minste ene afvoerinrichting en de ten minste ene behandelingsinrichting voorzien van een tegendrukregelaar,
bij voorkeur stroomafwaarts van de pomp die is voorzien als deel van de afvoerinrichting. De obstructie die wordt gevormd door de tegendrukregelaar brengt het voordeel met zich mee dat stroomopwaarts van de tegendrukregelaar een druk boven de atmosferische druk kan worden aangehouden, en dat die druk onafhankelijk blijft van veranderingen in druk stroomafwaarts van de tegendrukregelaar. De vloeistof in het afvoervat is reeds in staat om een statische vloeistofdruk boven de atmosferische druk te leveren.
De pomp levert een nog hogere druk in de toevoerleidingen van het afvoervat naar de ten minste ene behandelingsinrichting. De druk boven de atmosferische druk brengt het voordeel met zich mee dat geen lucht uit de omgeving in de toevoerverbinding kan lekken. De druk boven de atmosferische druk in de pompuitlaat verlaagt ook het risico dat in de pomp cavitatie optreedt.
De aanvragers hebben vastgesteld dat de tegendrukregelaar het zeer gewaardeerde voordeel met zich meebrengt dat de pomptijd een uiterst precieze afspiegeling wordt van de hoeveelheid vloeistof die tijdens die tijdspanne wordt toegevoerd van het afvoervat naar de ten minste ene behandelingsinrichting.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de toevoerverbinding van de ten minste ene afvoerinrichting naar de ten minste ene behandelingsinrichting voorzien van een stroomsensor, bij voorkeur stroomafwaarts van de pomp die is voorzien als deel van de afvoerinrichting. De aanvragers geven er de voorkeur aan dat er een bijkomende sensor aanwezig is die in staat is om aan te geven of er op een bepaald tijdstip een vloeistofstroom aanwezig is door de leidingen die product toevoeren naar een bepaalde behandelingsinrichting. De sensor is in staat om te bevestigen of te weerleggen of een bepaalde dosis van de formulering in het afvoervat die wordt gepompt, daadwerkelijk naar de behandelingsinrichting wordt geleid waarvoor ze bestemd is. Wanneer er geen overeenstemming is, kan het sensorsignaal, of de afwezigheid van een signaal, worden gebruikt om een alarm in te stellen en/of zelfs om de toevoer stop te zetten die op dat moment actief is, maar kennelijk niet naar de beoogde bestemming stroomt.
Volgens de onderhavige uitvinding, is het ten minste ene afvoervat voorzien van een peilsensor voor het ten minste detecteren van een laag peil in het afvoervat. Dat maakt het mogelijk om een signaal te genereren wanneer de voorraad van de detergentformulering die in dat bepaalde afvoervat is opgeslagen, laag wordt. Een dergelijk signaal kan voor diverse doeleinden nuttig zijn, zoals om een waarschuwing af te geven over de naderende uitputting van het product dat in dat specifieke afvoervat is opgeslagen. De aanvragers geven er de voorkeur aan om die peilsensor in te stellen op een niveau waarop nog een beduidende hoeveelheid voorraad aanwezig is in het afvoervat, bij voorkeur voldoende voorraad om nog meerdere bijkomende dosishoeveelheden te leveren, zodanig dat de toevoer uit dat afvoervat nog langer kan aanhouden dan de tijd die het toestel nodig heeft voor het bereiden van een nieuwe lading van dezelfde detergentformulering en het afvoeren van die lading in het afvoervat waarvoor de peilsensor het laagpeilsignaal heeft afgegeven. De aanvragers geven er de voorkeur aan dat de laagpeilsensor wordt ingesteld op een niveau waarop zich nog voldoende voorraad in het afvoervat bevindt om de voorspelde toevoer nog ten minste 2 uur voort te zetten, en in een wasbedrijf, afhankelijk van de classificaties van het te behandelen textiel, zelfs tot een volledige dag verdere dienst.
In een uitvoeringsvorm van het toestel volgens de onderhavige uitvinding is het laagpeilsignaal van de peilsensor ingericht om in het ten minste ene mengvat de bereiding in gang te zetten van een nieuwe lading van de detergentformulering, en vervolgens de overbrenging van die nieuwe lading naar het ten minste ene afvoervat. Dat brengt het voordeel met zich mee dat de bereiding van een nieuwe lading van dezelfde of een soortgelijke formulering kan worden gepland of in gang gezet, zodanig dat die specifieke formulering beschikbaar blijft voor de behandelingsinrichting waarmee het afvoervat verbonden is. De nieuwe lading kan eventueel zelfs worden geproduceerd na een aanpassing van het recept van de formulering, bijvoorbeeld op basis van feedback die is verkregen over de performantie van de voorgaande lading die is toegevoerd van die detergentformulering.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de ten minste ene afvoerinrichting uitgerust voor het toevoeren van de detergentformulering door het, op verzoek, naar de behandelingsinrichting overbrengen van de detergentformulering gedurende een tijdspanne, bij voorkeur een tijdspanne in functie van de gevraagde hoeveelheid detergentformulering. Bij voorkeur ontvangt de besturingseenheid van het toestel als invoer een verzoek tot het toevoeren van een bepaalde hoeveelheid in gewicht van de bepaalde detergentformulering in een bepaald afvoervat naar een bepaalde behandelingsinrichting. De besturingseenheid kan als reactie op dat verzoek de één-op-éénverbinding tot stand brengen tussen het afvoervat en de behandelingsinrichting en de toevoerwerking activeren gedurende een tijdspanne die met de gevraagde hoeveelheid overeenkomt, met als conversiefactor een debiet dat beschikbaar is in het geheugen van de eenheid voor die specifieke toevoeropstelling. In afwezigheid van een later berekend debiet kan de besturingseenheid een standaarddebiet gebruiken dat in het geheugen is ingevoerd voor die toevoeropstelling bij de constructie van het toestel of bij de installatie van de opstelling. Indien de toevoer wordt uitgevoerd door het activeren van een pomp die geassocieerd is met het specifieke afvoervat, stemt het debiet voor die toevoeropstelling bij voorkeur overeen met het debiet van de pomp en kan het standaarddebiet overeenstemmen met het nominale debiet voor die pomp. Indien de pomp een verdringerpomp met een vaste slaglengte is, brengt dat type pomp het voordeel met zich mee dat bij iedere pompcyclus een vast volume vloeistof wordt verpompt. Het debiet van de pomp is dus recht evenredig met het aantal uitgevoerde pompcycli over een bepaalde tijdspanne. Indien de frequentie van de pompcyclus eveneens constant is, is ook het debiet van de pomp constant. In dat geval is de hoeveelheid detergentformulering die door de pomp wordt overgebracht recht evenredig met de tijdspanne gedurende dewelke de pomp wordt geactiveerd.
De aanvragers hebben vastgesteld dat de hoeveelheid detergentformulering die wordt toegevoerd tijdens een bepaalde overdrachtsperiode, en dus het debiet van de toevoerverbinding tussen het afvoervat en de ten minste ene behandelingsinrichting, gemakkelijk verkrijgbaar kan zijn in gewichtseenheden per tijdseenheid. De besturingseenheid van het toestel kent de hoeveelheid in gewicht van iedere lading detergentformulering die is bereid in het mengvat en die vanuit het mengvat in ieder afvoervat is ingevoerd. De besturingseenheid kent ook, dankzij de peilsensor in de afvoervaten, de tijd die nodig was om diezelfde lading formulering uit dat afvoervat toe te voeren, d.w.z. de som van alle overdrachtstijden gedurende dewelke vloeistof werd onttrokken aan dat afvoervat naar een behandelingsinrichting tussen twee opeenvolgende laagpeilsignalen van de peilsensor op dat afvoervat. Om een hoge nauwkeurigheid te verkrijgen geven de aanvragers er de voorkeur aan om de overdrachtstijden gedurende dewelke het laagpeilsignaal zich voordeed, te splitsen, en om de tijd vóór het moment van het signaal, en het daarmee geassocieerde volume, toe te wijzen aan de voorgaande lading, en de tijd na het moment van het signaal aan de volgende lading. Uit die gegevens kan de besturingseenheid een debiet afleiden voor de toevoeropstelling die uit dat bepaalde afvoervat toevoert wanneer die bepaalde detergentformulering wordt toegevoerd. De aanvragers hebben vastgesteld dat dit debiet vrij accuraat kan worden bepaald, in het bijzonder in het geval dat de overdracht wordt uitgevoerd door een verdringerpomp.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het toestel uitgerust voor het registreren van de tijdspannen van de overbrenging van de detergentformulering naar de behandelingsinrichting en voor het rapporteren van de aanvoer van de detergentformulering naar de behandelingsinrichting op gewichtsbasis. Het merendeel van dit mechanisme is reeds hoger in dit document toegelicht. Zoals hoger uiteengezet kan de besturingseenheid van het toestel vrij accuraat het debiet in gewicht kennen dat geassocieerd is met een bepaalde afvoerinrichting. Aangezien ze ook de tijden registreert gedurende dewelke de afvoerinrichting actief is naar een bepaalde gekozen behandelingsinrichting, is de besturingseenheid van het toestel in staat om de toevoer van de detergentformulering naar de behandelingsinrichting op gewichtsbasis te rapporteren.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het toestel uitgerust voor het berekenen van de aanvoertijden van de detergentformulering van het ten minste ene afvoervat naar de ten minste ene behandelingsinrichting op basis van de totale tijd van de aanvoeren van ten minste één voorgaande lading van de detergentformulering die is overgebracht naar de ten minste ene behandelingsinrichting tussen twee opeenvolgende laagpeilsignalen en het gewicht van die ten minste ene voorgaande lading van de detergentformulering die in het ten minste ene mengvat werd bereid. Bij voorkeur kan het feitelijke debiet voor de toevoeropstelling geassocieerd met het afvoervat worden berekend op basis van het gewicht van de ten minste ene voorgaande lading van de detergentformulering die is overgebracht in dat afvoervat en de totale tiid van de aanvoeren van die lading van de detergentformulering die is overgebracht tussen twee opeenvolgende laagpeilsignalen op dat afvoervat. Bij voorkeur gebruiken de aanvragers voor de aanvoeren van de volgende lading het gemiddelde van de debieten voor de laatste twee ladingen, met meer voorkeur de laatste drie ladingen, met nog meer voorkeur de laatste vier ladingen, en met zelfs nog meer voorkeur de laatste vijf ladingen. In het geval dat het aantal gewenste voorgaande ladingen nog niet is bereikt, kunnen de ontbrekende debieten bij de berekening worden vervangen door het standaarddebiet in geheugen voor die bepaalde toevoeropstelling. De aanvragers hebben vastgesteld dat een dergelijke berekening een hogere mate van nauwkeurigheid biedt bij de volgende toevoeren van het afvoervat naar de gekozen behandelingsinrichting, en dus een hogere betrouwbaarheid van de toevoeren, en bijgevolg een betere benadering van de gewenste optimale performantie van de behandelingsinrichting.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het toestel ondergebracht in een behuizing, bij voorkeur een behuizing die kan worden vergrendeld. Dat brengt het voordeel met zich mee dat eventuele vloeistofspatten of een eventuele aerosol die kan worden gevormd tijdens de werking van het toestel binnen de behuizing kunnen worden gehouden. Dat brengt het voordeel met zich mee dat contact van mensen met dergelijke spatten of aerosols kan worden vermeden. Een bijkomend voordeel, indien de behuizing kan worden vergrendeld, is dat het toestel fysiek volledig onder de controle kan blijven van degene die de toegang tot de behuizing controleert, bijvoorbeeld de leverancier van de detergentformulering.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding waarbij het toestel ondergebracht is in een behuizing, omvat de behuizing een ventilatiesysteem, waarbij de uitlaat van het ventilatiesysteem bij voorkeur een filter omvat, bij voorkeur een filter die in staat is om ook aerosols op te vangen, met meer voorkeur inclusief vloeibare aerosols van minder dan een micrometer. De aanvragers hebben vastgesteld dat het ventilatiesysteem het voordeel met zich meebrengt dat de atmosfeer binnen de behuizing kan worden vrijgemaakt van mogelijk schadelijke aerosols in de behuizing die het resultaat zijn van de werking van het toestel, bijvoorbeeld vóór de behuizing moet worden geopend om toegang te bieden aan een persoon, zoals voor het vervangen van een recipiënt van een bestanddeel, of voor onderhoud. Om de impact van het ventilatiesysteem van het toestel en de behuizing op de omgeving ervan te verminderen, geven de aanvragers er de voorkeur aan om een filter te voorzien op het uitlaatsysteem van de behuizing. Met meer voorkeur is de filter in staat om aerosols op te vangen, zodanig dat het risico dat een aerosol van een enzymhoudende vloeistof uit de behuizing ontsnapt, tot een minimum wordt beperkt. Bij voorkeur voorzien de aanvragers een filter van HEPA-klasse H14, volgens de industriële norm EN 1822, volgens dewelke een dergelijke filter 99,995% van de deeltjes met de meest doordringende deeltjesgrootte (Engels: most penetrating particle size, “MPPS”) moet tegenhouden.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt onder de afvoer en de mengvaten een lekbak voorzien. Die lekbak is in staat om eventuele vloeistofdruppels op te vangen en bij te houden die kunnen voortkomen uit de bewerkingen in het toestel. De lekbak is bij voorkeur voorzien van een bodem die afhelt naar een opvangbeker, die voorzien is van een peilsensor en een pomp voor het afvoeren van vloeistof die opgevangen is in de opvangbeker naar een installatie voor veilige afvoer. Bij voorkeur wordt de lekbak gecombineerd met de afvalverwijderingsvoorziening en opvangpot die hoger in dit document zijn beschreven.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het toestel geconfigureerd om te communiceren via een extern netwerk. Die uitwisseling van informatie kan bijvoorbeeld gebruik maken van het internet. De uitwisseling kan ook mogelijk worden gemaakt via een draadloze verbinding tussen het toestel en een smartphone, tablet of personal computer van een persoon die geassocieerd is met de eigenaar van het toestel.
De uitwisseling, d.w.z. het verzenden en/of ontvangen, van informatie is met name voordelig voor het op afstand monitoren van de performantie van het toestel en voor het uitvoeren van aanpassingen waar nodig. De uitwisseling kan ook mogelijkheden bieden voor de boekhouding van de diensten die door het toestel worden geleverd aan de behandelingsinrichtingen. Een extern netwerk omvat bij voorkeur een externe server die door middel van een draadloze verbinding gekoppeld is aan de verwerkingseenheid van de inrichting. Een dergelijke uitwisseling van informatie met een extern netwerk biedt ook de optie van het bepalen van de resterende hoeveelheden van bestanddelen op basis van de hoeveelheden van bestanddelen die zijn verbruikt. In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het toestel voorzien van een besturingspaneel waar de gebruiker van het toestel de mogelijkheid heeft om de recepten van de te bereiden en toe te voeren detergentformuleringen in te voeren. De resterende hoeveelheden van bestanddelen in de toevoerbronnen of recipiënten kunnen op basis van die gegevens worden berekend. Het is echter ook mogelijk om het toestel te voorzien van meetmiddelen die de hoeveelheid resterende bestanddelen in de toevoerrecipiënten monitoren.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding waarbij het toestel is voorzien van ten minste één watertoevoer, en waarbij de detergentformulering bij voorkeur een formulering op waterbasis is, is de watertoevoer bij voorkeur een toevoer van gemeentelijk leidingwater en/of onthard leidingwater. Een aansluiting van leidingwater op het toestel brengt ook de mogelijkheid met zich mee om spoelstappen te voorzien als deel van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Het mengvat kan bijvoorbeeld worden gespoeld met water tussen de bereiding van twee ladingen van verschillende formuleringen. Na een dergelijke spoelstap kan het mengvat worden geledigd naar de inlaat van de eventueel voorziene afvalverwijderingsvoorziening. De afvoervaten kunnen ook individueel voorzien zijn van een uitlaat naar de afvalverwijderingsvoorziening, zodanig dat ook de afvoervaten kunnen worden gereinigd door middel van een spoelstap met water. Het leegmaken van het toestel en het spoelen van de verschillende vaten kan bijvoorbeeld wenselijk zijn wanneer het toestel moet worden voorbereid om te worden getransporteerd naar een andere locatie of site. Om redenen van industriële hygiëne worden sommige, de meeste of alle van deze spoelstappen bij voorkeur uitgevoerd zonder tussenkomst van een mens.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt het gewicht van het mengvat, met inbegrip van de inhoud ervan, gemonitord tijdens het overbrengen van de bestanddelen naar het mengvat en de hoeveelheden in gewicht van ieder toegevoegd bestanddeel worden geregeld en geregistreerd. Bij voorkeur wordt de overdracht van de verschillende bestanddelen opeenvolgend uitgevoerd, zodanig dat de hoeveelheid in gewicht van een bestanddeel die is toegevoegd tijdens een bepaalde overdracht gemakkelijk te bepalen is als, en bij voorkeur ook te controleren is aan de hand van, de gewichtstoename die wordt geregistreerd voor het mengvat, met inbegrip van de inhoud ervan, tussen het eerste moment net vóór en het tweede moment net na de overdracht. Bij voorkeur wordt de overdracht van bestanddelen naar het mengvat uitgevoerd tijdens periodes waarin geen van de andere pompen in het toestel geactiveerd is, zoals de pompen voor de toevoer van het toestel naar een behandelingsinrichting of de pomp voor het afvoeren van afval dat is opgevangen uit het toestel. Dat brengt het voordeel met zich mee dat de meting van het gewicht van het mengvat niet kan worden verstoord door trillingen die worden veroorzaakt door de werking van een pomp.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze de stap van het vergelijken van de hoeveelheden in gewicht van alle toegevoegde bestanddelen met een vooraf bepaald recept voor de detergentformulering. Deze stap brengt het voordeel met zich mee dat wordt geverifieerd dat de daadwerkelijk geleverde detergentformulering conform is aan de gevraagde samenstelling.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding die de stap omvat van het vergelijken van de hoeveelheid in gewichten van alle toegevoegde bestanddelen met het vooraf bepaalde recept, omvat de werkwijze voorts, indien de bereide detergentformulering in te hoge mate afweek van het vooraf bepaalde recept, de stap van het afvoeren van de detergentformulering naar een afvaluitlaat. In het geval dat een ontoelaatbare afwijking van het recept wordt geregistreerd,
kan de werkwijze de stap omvatten van het afvoeren van de inhoud van het mengvat naar een afvalverwijderingscapaciteit die voorzien is aan het toestel.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt de detergentformulering afgevoerd uit het mengvat naar ten minste één afvoervat, en wordt de detergentformulering naar de ten minste ene behandelingsinrichting toegevoerd vanuit dat ten minste ene afvoervat. Het kan worden gebruikt als een zogenaamde “dagtank”, d.w.z. een tijdelijke voorraad van de detergentformulering waaruit de formulering kan worden toegevoerd of “gedoseerd” naar behandelingsinrichtingen van de consument terwijl het mengvat opnieuw beschikbaar wordt gemaakt voor het uitvoeren van andere stappen van de werkwijze.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding is een veelheid aan afvoervaten beschikbaar voor het opnemen van de detergentformulering die is afgevoerd uit het mengvat en omvat de werkwijze, vóór het afvoeren uit het mengvat, de stap van het tot stand brengen van een één-op-één-verbinding tussen de uitlaat van het mengvat en de inlaat van één element dat gekozen is uit de veelheid aan afvoervaten en de afvalverwijderingsvoorziening, indien aanwezig. Dat brengt het voordeel met zich mee dat het risico op onderlinge contaminatie tussen verschillende detergentformuleringen in de overdracht vanuit het mengvat en het afvoervat of “dagtank”, tot een minimum wordt herleid. Het voorzien van een spoelstap van het mengvat, tussen de bereidingen van twee opeenvolgende ladingen met een verschillende samenstelling in, kan het risico op onderlinge contaminatie, in dit geval in het mengvat zelf, nog meer verlagen. Beide maatregelen dragen bij tot de zekerheid dat de detergentformulering die wordt toegevoerd, wel degelijk overeenstemt met wat gevraagd en beoogd is. Andere maatregelen, zoals de verificatie van de samenstelling met het recept, dragen ook bij tot diezelfde doelstelling.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt de detergentformulering toegevoerd naar de ten minste ene behandelingsinrichting door het pompen van de detergentformulering, bij voorkeur door een verdringerpomp, met meer voorkeur door een membraanpomp. De aanvragers hebben vastgesteld dat pompen is een uiterst praktische manier is om de detergentformulering naar de behandelingsinrichting toe te voeren. Pompen maakt het mogelijk om eventuele stroomweerstanden in de toevoerleidingen te overwinnen, en biedt de mogelijkheid om extra apparatuur zoals kleppen en stroomsensoren te integreren, wat het op zijn beurt mogelijk maakt om een selectiemiddel te integreren dat één behandelingsinrichting kan selecteren om te worden bevoorraad uit een veelheid aan behandelingsinrichtingen die verbonden kunnen zijn met één pomp die product onttrekt aan één afvoervat. Pompen biedt ook een controlemechanisme voor het regelen van de hoeveelheid product die wordt toegevoerd tijdens één dosering of toevoeroverdracht, in het bijzonder met een verdringerpomp, en beter nog met een membraanpomp.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts de stap van het handhaven van een druk boven de atmosferische druk in de toevoerverbinding voor het toevoeren van de detergentformulering naar de ten minste ene behandelingsinrichting stroomafwaarts van de pomp. De aanvragers hebben vastgesteld dat dat kan worden verwezenlijkt door het voorzien van een tegendrukregelaar stroomafwaarts van de pomp. De aanvragers hebben vastgesteld dat het aanhouden van de druk boven de atmosferische druk aan de pompuitlaat er in het bijzonder tot bijdraagt dat de betrouwbaarheid van de toegevoerde hoeveelheden van het product naar de behandelingsinrichting wordt verbeterd.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt de toegevoerde hoeveelheid van de detergentformulering geregeld door het regelen van de tijdsduur van het pompen van het ten minste ene deel van de detergentformulering naar de ten minste ene behandelingsinrichting, met behulp van een vooraf bepaald pompdebiet in gewicht om de benodigde hoeveelheid detergentformulering om te zetten naar een pomptijdsduur die nodig is om de hoeveelheid in gewicht toe te voeren. De aanvragers hebben vastgesteld dat dit een zeer praktische, accurate en uiterst betrouwbare manier is om de hoeveelheid product te regelen die wordt toegevoerd per dosering of per toevoeroverdracht, zelfs indien de te doseren hoeveelheden klein zijn.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding waarbij de toegevoerde hoeveelheid wordt geregeld door het regelen van de tijdsduur van het pompen, wordt het vooraf bepaalde pompdebiet berekend met behulp van de totale pomptijdsduur die nodig was voor het toevoeren van de ten minste ene voorgaande lading van dezelfde detergentformulering en de totale hoeveelheid in gewicht van de overeenkomstige lading die is geregistreerd als deel van de bereiding van die lading, waarbij de berekening bij voorkeur gebruikmaakt van de overeenkomstige totale tijdsduur voor het pompen van, en de totale hoeveelheid van, de ten minste twee voorgaande ladingen van dezelfde detergentformulering, met meer voorkeur de ten minste drie voorgaande ladingen, met nog meer voorkeur de ten minste vier voorgaande ladingen, met zelfs nog meer voorkeur de ten minste vijf voorgaande ladingen van dezelfde detergentformulering. De aanvragers hebben vastgesteld dat de diverse elementen van het toestel voldoende informatie verzamelen over de bereiding en de toevoer van de formulering naar de afnemers om tot een betrouwbare en accurate waarde te komen voor het debiet, in gewicht, van de pomp die de toevoeroverdracht uitvoert.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze het rapporteren van de hoeveelheid in gewicht van de detergentformulering, bij voorkeur ook van de hoeveelheid van het ten minste ene enzymconcentraat, die gedurende een vooraf bepaalde tijdspanne is afgeleverd aan de ten minste ene behandelingsinrichting. De aanvragers hebben vastgesteld dat de werkwijze alle nodige informatie verschaft voor een accuraat rapport van alle uitgevoerde leveringen naar de ten minste ene behandelingsinrichting, en dat in gewichtseenheden en over een tijdspanne die kan beantwoorden aan de noden van de eigenaar van het toestel en ook die van de eigenaar van de ten minste ene behandelingsinrichting. Dat maakt mogelijk dat het toestel en de behandelingsinrichting het eigendom zijn van een verschillende juridische entiteit, en maakt een accurate en betrouwbare rapportering mogelijk van de toevoer van detergentformulering van de eerste entiteit naar de tweede.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding is het toestel gekoppeld met een server en omvat de werkwijze voorts de stap van het door de server ontvangen, analyseren en verzenden van gegevens die zijn gegenereerd door het toestel, met inbegrip van de hoeveelheden in gewicht van de detergentformulering volgens hetzelfde recept dat is afgeleverd aan de ten minste ene behandelingsinrichting, waarbij de koppeling eventueel tot stand wordt gebracht via het internet en/of met meer voorkeur met behulp van een draadloos netwerk. Dat brengt het voordeel met zich mee dat al het verzamelen van gegevens over het toestel en over de toevoer van detergentformulering naar de ten minste ene behandelingsinrichting op afstand en zonder tussenkomst van een mens kan worden uitgevoerd.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts het door het toestel ontvangen van signalen van de server. Dergelijke signalen kunnen bijvoorbeeld upgrades van recepten zijn die worden verschaft door de server. Een dergelijke wijziging van een recept kan echter ook worden ingevoerd via een besturingspaneel dat verbonden is met de besturingseenheid van het toestel.
De invoercapaciteit kan dus ook voorzien zijn voor manuele input ter plaatse op dat besturingspaneel, dat uitgerust kan zijn met een keyboard of een andere geschikte invoerinrichting, en/of tevens draadloze invoer mogelijk kan maken vanaf een smartphone, tablet of personal computer die wordt bediend door een operateur, waarbij in dat geval ook de mogelijkheid kan worden geboden om op afstand met het toestel te communiceren.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de server een beheerder die de hoeveelheden in gewicht en de kwaliteiten bijnoudt van detergentformulering die daadwerkelijk is afgeleverd aan de ten minste ene behandelingsinrichting. Dat brengt het voordeel met zich mee dat de boekhoudingsinformatie extern wordt verzameld en bewaard, en vlot beschikbaar kan zijn voor de eigenaar van het toestel.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding die de beheerder omvat, omvat de werkwijze voorts het berekenen van de bedrijfskosten van de leveringen aan de ten minste ene behandelingsinrichting. Ook dit deel van de boekhouding kan op afstand en zonder menselijke tussenkomst ter plaatse worden uitgevoerd op de locatie van het toestel.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts de stap van het uitreiken van een factuur voor de leveringen aan de exploitant of de ten minste ene behandelingsinrichting. Ook dit kan op afstand en zonder menselijke tussenkomst ter plaatse bij het toestel worden uitgevoerd. De partij die detergentformulering verbruikt, kan gefactureerd worden voor de hoeveelheden in gewicht van de daadwerkelijk geleverde detergentformulering, of voor de hoeveelheden in gewicht van de daadwerkelijk geleverde bestanddelen daarvan. In een andere uitvoeringsvorm kan de toevoer van de detergentformulering worden uitgevoerd in functie van de belading van de ten minste ene behandelingsinrichting. In dat geval kan de opstelling van het toestel op de locatie van de behandelingsinrichting een “doseersysteem” omvatten dat aan het begin van een bepaalde was- en/of reinigingsstap of -cyclus informatie ontvangt over de hoeveelheid voorwerp die zal worden behandeld door de ten minste ene behandelingsinrichting. Die hoeveelheid kan worden uitgedrukt in gewichtseenheden voor een wasgoedlading, maar ook in oppervlakte-eenheden voor een reinigen-ter-plaatse-project. Het doseersysteem kan ook informatie bevatten over hoeveel van welke detergentformulering dient te worden gedoseerd per eenheid van te behandelen voorwerp. Die informatie over dosis per eenheid van te behandelen voorwerp kan het resultaat zijn van een overeenkomst tussen leverancier en consument en kan verschillend zijn en worden ingesteld in functie van de classificatie van het te behandelen voorwerp.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt de factuur uitgereikt door de factuur over te dragen aan een beheerder voor de ten minste ene behandelingsinrichting. Dat brengt het voordeel met zich mee dat geen tussenkomst door een mens nodig is tot en met de afgifte van de factuur van de leverancier van de detergentformulering aan de consument ervan.
De concentratie van de enzymconcentraten in de detergentformulering kan in een zeer ruim bereik liggen. In de uiteindelijke wasvloeistof kan de werking van een bepaald enzymconcentraatbestanddeel al worden waargenomen bij een gehalte van 1 ppm in gewicht. De uitvinders geven er de voorkeur aan om doorgaans een concentratie te gebruiken van tot ongeveer 250 ppm in gewicht per enzymconcentraat in de wasvloeistof. De uitvinders geven er voorts de voorkeur aan om de enzymcocktail in de additiefformulering en in de wasvloeistof aan te passen aan de verwachte hoeveelheid en types vuil in het te behandelen substraat. De uiteindelijke wasvloeistof wordt mogelijk pas verkregen na injectie van de door het toestel toegevoerde detergentformulering in de behandelingsinrichting en/of na het verdunnen van de toegevoerde detergentformulering met water op weg van het afvoervat naar de ten minste ene behandelingsinrichting. De concentratie in de toegevoerde detergentformulering maakt deel uit van de werkwijze.
De concentratie van een bepaald enzymconcentraat als deel van het additief volgens de onderhavige uitvinding kan worden afgeleid uit het recept dat is gevolgd voor de productie van het additief. Een rechtstreekse meting van de hoeveelheid van een individueel enzym in het additief volgens de onderhavige uitvinding is minder evident, aangezien bij een activiteitstest (i) enkel de actieve enzymen deelnemen en (ii) het moeilijk is om het effect uit te sluiten van andere bestanddelen in het additief op de werking van het enzym waarop wordt getest.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding het ten minste ene enzym gekozen wordt uit protease, lipase, en combinaties daarvan. De aanvragers hebben vastgesteld dat deze twee enzymen in staat zijn om sterke detergentwerking te vertonen.
Protease kan worden gebruikt om vlekken van voedsel en/of bloed aan te vreten, terwijl lipase kan worden gebruikt om vetvlekken, vlekken die triglyceriden bevatten, aan te vreten.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat, en bij voorkeur is, ten minste één tweede toevoerbron een concentraat van ten minste één tweede enzym dat in staat is om detergentwerking te vertonen en dat verschilt van het eerste ten minste ene enzym. Dat brengt het voordeel met zich mee dat dezelfde detergentformulering verschillende types van enzymen kan bevatten, en bijgevolg zeer actief kan zijn tegen verschillende types van vuil of vlekken.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat het ten minste ene enzym lipase en is het lipaseconcentraat bij voorkeur aanwezig in de detergentformulering in een concentratie in het bereik van ten minste 0,2 gew.-%, bij voorkeur ten minste 0,5 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 1,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 2,5 gew.-%, bij voorkeur ten minste 5,0 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 7,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 8,0 gew.-%, bij voorkeur ten minste 9,0 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 10,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 11,0 gew.-%, bij voorkeur ten minste 12,0 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 15 gew.-% van het ten minste ene lipase-enzymconcentraat. Eventueel omvat het additief ten hoogste 50 gew.-% van het ten minste ene lipase-enzymconcentraat, bij voorkeur ten hoogste 45%, met meer voorkeur ten hoogste 40%, met nog meer voorkeur ten hoogste 35%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 30%, bij voorkeur ten hoogste 27,5%, met meer voorkeur ten hoogste 25%, met nog meer voorkeur ten hoogste 22,5%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 20,0 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 19,0%, met meer voorkeur ten hoogste 18,0%, met nog meer voorkeur ten hoogste 17,0%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 16,0 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 15,0%, met meer voorkeur ten hoogste 14,0%, met nog meer voorkeur ten hoogste 13,0%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 12,0 gew.-%. De aanvragers geven er de voorkeur aan tot een geschikt evenwicht te komen tussen de kostprijs van de hoeveelheid enzymconcentraat die wordt toegevoegd in de detergentformulering en de doeltreffendheid van de detergentformulering of het derivaat dat daarvan kan worden gemaakt door het toevoegen van water.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering totale eiwitten in een concentratie van ten minste 5 ppm in gewicht, bij voorkeur ten minste 10 ppm in gewicht, met meer voorkeur ten minste 20 ppm, met nog meer voorkeur ten minste 25 ppm, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 30 ppm, bij voorkeur ten minste 35 ppm, met meer voorkeur ten minste 40 ppm, met nog meer voorkeur ten minste 45 ppm, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 50 ppm in gewicht, bij voorkeur ten minste 55 ppm, met meer voorkeur ten minste 60 ppm, met nog meer voorkeur ten minste 65 ppm, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 70 ppm in gewicht, bij voorkeur ten minste 75 ppm, met meer voorkeur ten minste 80 ppm, met nog meer voorkeur ten minste 90 ppm, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 100 ppm in gewicht, bij voorkeur ten minste 150 ppm, met meer voorkeur ten minste 200 ppm, met nog meer voorkeur ten minste 250 ppm, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 300 ppm in gewicht, bij voorkeur ten minste 400 ppm, met meer voorkeur ten minste 500 ppm, met nog meer voorkeur ten minste 600 ppm, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 750 ppm in gewicht, bij voorkeur ten minste 1000 ppm, met meer voorkeur ten minste 1500 ppm, met nog meer voorkeur ten minste 2000 ppm, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 2500 ppm in gewicht. De totale eiwitconcentratie in de detergentformulering die bereid is in het toestel en als deel van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding kan hoger zijn indien de detergentformulering bestemd is om verder te worden verdund om een wasvloeistof te verkrijgen. Indien de detergentformulering bestemd is voor gebruik als een additief voor het bereiden van een was- en/of reinigingsvloeistof door het toevoegen van water, kan de formulering 0,1 gew.-% aan totale eiwitten bevatten, bij voorkeur ten minste 0,2 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 0,3 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 0,4 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 0,5 gew.-%, bij voorkeur ten minste 0,75 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 1,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 2,0 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 3,0 gew.-%.
Zonder aan deze theorie gebonden te willen zijn, menen de aanvragers dat de totale concentratie aan eiwitten in een samenstelling die enzymen bevat, overeenkomt met een bovengrens voor de totale aanwezigheid van enzymen in de samenstelling. Wanneer de samenstelling echter wordt bereid met vrij verse enzymconcentraten, kan het totale eiwitgehalte van de samenstelling worden beschouwd als een vrij goede weergave van de totale enzymconcentratie in de samenstelling. De aanvragers menen derhalve dat een hogere totale enzymconcentratie doorgaans overeenkomt met een hogere concentratie aan actieve enzymen in de samenstelling, en bijgevolg ook overeenkomt met een hogere enzymatische werking van de detergentformulering zelf of een derivaat dat ervan is gemaakt.
Eventueel bevat de detergentformulering ten hoogste 10 gew.-% aan totale eiwitten, bij voorkeur ten hoogste 9 gew.-%, met meer voorkeur ten hoogste 8 gew.-%, met nog meer voorkeur ten hoogste 7 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 6 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 5 gew.-%, met meer voorkeur ten hoogste 4,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten hoogste 3,0 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 2,0 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 1,5 gew.-%, met meer voorkeur ten hoogste 1,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten hoogste 800 ppm in gewicht, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 600 ppm in gewicht, bij voorkeur ten hoogste 500 ppm in gewicht, met meer voorkeur ten hoogste 400 ppm in gewicht, bij voorkeur ten hoogste 300 ppm in gewicht, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 250 ppm in gewicht, bij voorkeur ten hoogste 200 ppm in gewicht, met meer voorkeur ten hoogste 150 ppm in gewicht, bij voorkeur ten hoogste 100 ppm in gewicht, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 80 ppm in gewicht. De aanvragers geven er de voorkeur aan om de bovengrens te respecteren om het voordeel te verkrijgen van een verbeterde kostenefficiëntie van de detergentformulering, en dat zonder de doeltreffendheid daarvan in het gedrang te brengen. De aanvragers geven er de voorkeur aan tot een geschikt evenwicht te komen tussen de kostprijs van de hoeveelheden van enzymconcentraten die worden toegevoegd in de detergentformulering en de doeltreffendheid van de detergentformulering of van het derivaat dat daarvan kan worden gemaakt door het toevoegen van water.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat het ten minste ene enzym protease en is het proteaseconcentraat bij voorkeur aanwezig in de detergentformulering in een concentratie in het bereik van ten minste 0,2 gew.-%, bij voorkeur ten minste 0,5 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 1,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 2,5 gew.-%, bij voorkeur ten minste 5,0 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 7,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 8,0 gew.-%, bij voorkeur ten minste 9,0 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 10,0 gew.-%,
met nog meer voorkeur ten minste 11,0 gew.-%, bij voorkeur ten minste 12,0 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 15 gew.-% van het ten minste ene protease-enzymconcentraat. Eventueel omvat de detergentformulering ten hoogste 50 gew.-% van het ten minste ene protease-enzymconcentraat, bij voorkeur ten hoogste 45%, met meer voorkeur ten hoogste 40%, met nog meer voorkeur ten hoogste 35%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 30%, bij voorkeur ten hoogste 27,5%, met meer voorkeur ten hoogste 25%, met nog meer voorkeur ten hoogste 22,5%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 20,0 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 19,0%, met meer voorkeur ten hoogste 18,0%, met nog meer voorkeur ten hoogste 17,0%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 16,0 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 15,0%, met meer voorkeur ten hoogste 14,0%, met nog meer voorkeur ten hoogste 13,0%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 12,0 gew.-%. De aanvragers geven er de voorkeur aan tot een geschikt evenwicht te komen tussen de kostprijs van de hoeveelheid enzymconcentraat die wordt toegevoegd in de detergentformulering en de doeltreffendheid van de detergentformulering of het derivaat dat daarvan kan worden gemaakt door het toevoegen van water.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat het ten minste ene enzymconcentraat ten minste één amylaseconcentraat, waarbij het amylase-enzymconcentraat bij voorkeur aanwezig is in de detergentformulering in een concentratie die in een gewichtsverhouding staat tot de concentratie van het ten minste ene lipase- enzymconcentraat van ten minste 0,1 en ten hoogste 2,0. Bij voorkeur bedraagt de gewichtsverhouding van het amylase-enzymconcentraat tot het lipase- enzymconcentraat bij voorkeur ten minste 0,20, met meer voorkeur ten minste 0,25, met nog meer voorkeur ten minste 0,3, bij voorkeur ten minste 0,4, met meer voorkeur ten minste 0,5, met nog meer voorkeur ten minste 0,55, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 0,60, bij voorkeur ten minste 0,70. Eventueel bedraagt de gewichtsverhouding van het amylase-enzymconcentraat tot het lipase-enzymconcentraat ten hoogste 1,75, bij voorkeur ten hoogste 1,5, met meer voorkeur ten hoogste 1,25, met nog meer voorkeur ten hoogste 1,1, bij voorkeur ten hoogste 1,0, met meer voorkeur ten hoogste 0,90, met nog meer voorkeur ten hoogste 0,80, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 0,70, bij voorkeur ten hoogste 0,60, met meer voorkeur ten hoogste 0,55, met nog meer voorkeur ten hoogste 0,50, bij voorkeur ten hoogste 0,45, met meer voorkeur ten hoogste 0,40, met nog meer voorkeur ten hoogste 0,35. De aanwezigheid van het amylase-enzym levert het voordeel op dat de detergentformulering ook werkzaam is tegen vlekken van sachariden, zoals zetmeel. De aanvragers hebben voorts vastgesteld dat het respecteren van dit bereik aan gewichtsverhoudingen het voordeel oplevert van een verbeterde gecombineerde performantie van de twee soorten enzymen, en bijgevolg een verbeterde was- en/of reinigingsperformantie.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat het ten minste ene enzymconcentraat ten minste één cellulaseconcentraat en is het cellulase-enzymconcentraat bij voorkeur aanwezig in de detergentformulering in een concentratie die in een gewichtsverhouding staat tot de concentratie van het ten minste ene lipase- enzymconcentraat van ten minste 0,05 en ten hoogste 1,5. Bij voorkeur bedraagt de gewichtsverhouding van het cellulase-enzymconcentraat tot het lipase-enzymconcentraat bij voorkeur ten minste 0,10, met meer voorkeur ten minste 0,15, met nog meer voorkeur ten minste 0,20, bij voorkeur ten minste 0,25, met meer voorkeur ten minste 0,3, met nog meer voorkeur ten minste 0,35, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 0,40, bij voorkeur ten minste 0,50.
Eventueel bedraagt de gewichtsverhouding van het cellulase- enzymconcentraat tot het lipase-enzymconcentraat ten hoogste 1,45, bij voorkeur ten hoogste 1,25, met meer voorkeur ten hoogste 1,10, met nog meer voorkeur ten hoogste 1,00, bij voorkeur ten hoogste 0,90, met meer voorkeur ten hoogste 0,80, met nog meer voorkeur ten hoogste 0,70, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 0,60, bij voorkeur ten hoogste 0,50, met meer voorkeur ten hoogste 0,40, met nog meer voorkeur ten hoogste 0,30, bij voorkeur ten hoogste 0,25, met meer voorkeur ten hoogste 0,20, met nog meer voorkeur ten hoogste 0,15. De aanwezigheid van het cellulase-enzym levert het voordeel op dat de detergentformulering ook werkzaam is voor het afbreken van wanden van organische cellen, zoals de bouwelementen van de meeste biologische soorten, eencellig en meercellig, wat dus alle mogelijke levende wezens omvat, van bacteriën tot planten en vlees, en kan dus een sleutelrol spelen bij de afbraak van bacteriën, maar ook van resten van planten, schaaldieren, vis, vlees, tot zelfs resten van menselijk weefsel. De aanvragers hebben voorts vastgesteld dat het respecteren van dit bereik aan gewichtsverhoudingen het voordeel oplevert van een verbeterde gecombineerde performantie van de twee soorten enzymen, en bijgevolg een verbeterde was- en/of reinigingsperformantie.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering voorts ten minste één oppervlakteactieve stof. Dat brengt het voordeel met zich mee dat de detergentformulering of een daarvan afgeleid derivaat niet enkel werkzaam kan zijn tegen de substraten waarvoor de enzymen in de formulering werkzaam zijn, but ook tegen andere vlekken op het te behandelen voorwerp.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering ten minste één lipase- enzymconcentraat en omvat de detergentformulering voorts ten minste één amineoxide als een eerste oppervlakteactieve stof, bij voorkeur een oxide van een tertiair amine, waarbij het amineoxide met meer voorkeur een alkyldimethylamineoxide is, waarbij het amineoxide met nog meer voorkeur lauryldimethylamineoxide omvat en waarbij het amineoxide met zelfs nog meer voorkeur in hoofdzaak lauryldimethylamineoxide is.
Het amineoxide is bij voorkeur het oxide van een tertiair amine (RsN*-O"), met meer voorkeur een alkyldimethylamineoxide, met nog meer voorkeur lauryldimethylamineoxide (CAS 1643-20-5). Hoewel dat amineoxide bekendstaat als een sterk schuimende oppervlakteactieve stof, hebben de uitvinders vastgesteld dat de schuimvorming binnen aanvaardbare grenzen kan worden gehouden door correcte dosering van het amineoxide in functie van het type en de hoeveelheden vuil op het substraat. Grote hoeveelheden vuil, vooral vuiltypes in de vorm van deeltjes, kunnen de schuimvorming onderdrukken van een wasvloeistof die bereid is met de detergentformulering in de context van de onderhavige uitvinding die het amineoxide bevat.
In een uitvoeringsvorm omvat de detergentformulering het ten minste ene amineoxide in een concentratie in het bereik van ten minste 1 gew.-%. Bij voorkeur omvat de detergentformulering het ten minste ene amineoxide in een concentratie van ten minste 1,00 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 1,20 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 1,40 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 1,60 gew.-%, bij voorkeur ten minste 1,80 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 2,00 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 2,20 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 2,40 gew.-%, bij voorkeur ten minste 2,60 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 2,80 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 3,00 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 3,20 gew.-%, bij voorkeur ten minste 3,40 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 3,60 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 3,80 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten minste 4,00 gew.-%, bij voorkeur ten minste 4,20 gew.-%. Eventueel omvat de detergentformulering het ten minste ene amineoxide in een concentratie van ten hoogste 15,0 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 14,0 gew.-%, met meer voorkeur ten hoogste 13,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten hoogste 12,0 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 11,0 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 10,0 gew.-%, met meer voorkeur ten hoogste 9,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten hoogste 8,0 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 7,0 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 6,0 gew.-%, met meer voorkeur ten hoogste 5,0 gew.-%, met nog meer voorkeur ten hoogste 4,0 gew.-%, met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 3,0 gew.-%.
De aanvragers hebben vastgesteld dat de keuze van amineoxide zoals hierboven voorgeschreven uiterst geschikt is voor het teweegbrengen van de voordelige effecten op de stabiliteit en werking van het lipase-enzym in de formulering. De aanvragers hebben tevens vastgesteld dat de gekozen amineoxiden ook gemakkelijker verkrijgbaar zijn in de gewenste hoeveelheden en in een kwaliteit die het meest geschikt is voor gebruik in de context van de onderhavige uitvinding.
De concentratie van het ten minste ene amineoxide kan gemakkelijk worden bepaald door hoogperformante vloeistofchromatografie (HPLC). Ook de concentratie van andere oppervlakteactieve stoffen, zoals de niet-ionische oppervlakteactieve stof en/of het alkylpolyglycoside dat elders in dit document wordt besproken, kan gemakkelijk worden bepaald met behulp van deze analytische techniek.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering geen andere oppervlakteactieve stof dan het ten minste ene amineoxide, uitgezonderd oppervlakteactieve stoffen die mogelijk aanwezig waren in de niet- oppervlakteactieve bestanddelen voor het bereiden van de detergentformulering. De aanvragers hebben vastgesteld dat veel andere oppervlakteactieve stoffen dan het ten minste ene amineoxide de neiging kan hebben om de werking van het lipase-enzym te verminderen wanneer de detergentformulering wordt gebruikt in de context van een was- en/of reinigingswerkzaamheid. Zonder aan deze theorie gebonden te willen zijn, menen de aanvragers dat dit effect op de werking van een lipase-enzym te wijten kan zijn aan het feit dat de oppervlakteactieve stof ook een affiniteit heeft voor de vethoudende vlek en dus mogelijk concurreert met het lipase-enzym om tot de vlek door te dringen, waardoor er minder gelegenheid overblijft voor contact tussen het lipase-enzym en de vethoudende vlek.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering een totaal van andere oppervlakteactieve stoffen dan het ten minste ene amineoxide in een concentratie van ten hoogste 200% van de concentratie van het ten minste ene amineoxide, bij voorkeur ten hoogste 175%, met meer voorkeur ten hoogste 150%, met nog meer voorkeur ten hoogste 125% en met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 100%, bij voorkeur ten hoogste 75%, met meer voorkeur ten hoogste 50%, met nog meer voorkeur ten hoogste 25% en met zelfs nog meer voorkeur ten hoogste 10% van de concentratie van het ten minste ene amineoxide. De aanvragers geven er doorgaans de voorkeur aan dat er geen andere bewust toegevoegde oppervlakteactieve stoffen zijn in de detergentformulering, vanwege de mogelijke negatieve effecten die ze kunnen hebben op de werking van ten minste één van de enzymen. Ze hebben echter vastgesteld dat dergelijke andere oppervlakteactieve stoffen onbedoeld kunnen worden ingebracht als bestanddeel uit een van de componenten die zijn gebruikt voor de bereiding van de detergentformulering. De aanvragers hebben vastgesteld dat beperkte gehaltes van dergelijke andere oppervlakteactieve stoffen, zoals hier beschreven, nog toelaatbaar kunnen zijn en het teweegbrengen van de beoogde technische effecten met de aanwezigheid van het lipase-enzym en/of om het even welke van de andere enzymen niet in de weg staan. Bij voorkeur laten de aanvragers de aanwezigheid van ten minste één niet-ionische oppervlakteactieve stof toe in gehaltes hoger dan het in deze paragraaf en in dit kenmerk voorgeschreven gehalte, om redenen die hierna worden uiteengezet.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering voorts een niet- ionische oppervlakteactieve stof, bij voorkeur een geëthoxyleerde en/of gepropoxyleerde oppervlakteactieve stof, met meer voorkeur de geëthoxyleerde en/of gepropoxyleerde oppervlakteactieve stof met een gemiddelde ethoxylatiegraad van ten hoogste 9, met meer voorkeur ten hoogste 8, met nog meer voorkeur ten hoogste 7, bij voorkeur ten hoogste 6, met meer voorkeur ten hoogste 5, en met nog meer voorkeur ten hoogste 4. Eventueel bedraagt de gemiddelde alkoxylatiegraad ten minste 4. De aanvragers hebben vastgesteld dat de aanwezigheid van de gespecifieerde niet-ionische oppervlakteactieve stof aanvaardbaar kan zijn in de detergentformulering en dat het gewenste voordelige effect op de werking en de stabiliteit van het lipase- enzym in aanwezigheid ervan nog steeds te verwezenlijken is. De aanwezigheid van de tweede oppervlakteactieve stof brengt het voordeel met zich mee dat de oppervlakteactieve stof kan bijdragen tot de was- en/of reinigingsperformantie van de detergentformulering, in het bijzonder wanneer de detergentformulering wordt gebruikt als deel van een was- en/of reinigingsvloeistof. Wanneer de detergentformulering bestemd is om te worden toegevoegd aan een was- of reinigingsvloeistof, geven de aanvragers er de voorkeur aan de gespecifieerde niet-ionische oppervlakteactieve stof in de detergentformulering zodanig te doseren dat de concentratie ervan in de was- of reinigingsvloeistof ten hoogste 500 ppm in gewicht wordt, bij voorkeur ten hoogste 400 ppm in gewicht. Zulke hoge concentraties kunnen de voorkeur krijgen wanneer de vloeistof bestemd is voor zwaar gebruik, zoals voor het wassen van sterk vervuild textiel. De aanvragers hebben vastgesteld dat de detergentformulering in die omstandigheden nog steeds in staat is om het voordelige effect te vertonen op de werking van het lipase-enzym. Voor lichter gebruik van de vloeistof geven de aanvragers er de voorkeur aan naar een lagere concentratie van de gespecifieerde niet-ionische oppervlakteactieve stof te streven, zoals ten hoogste 350 ppm in gewicht, bij voorkeur ten hoogste 300 ppm in gewicht, met meer voorkeur ten hoogste 250 ppm in gewicht, met nog meer voorkeur ten hoogste 200 ppm in gewicht, bij voorkeur ten hoogste 150 ppm in gewicht, en met meer voorkeur ten hoogste 100 ppm in gewicht. De aanvragers hebben vastgesteld dat het voordelige effect in die omstandigheden, met een lagere aanwezigheid van de tweede oppervlakteactieve, zelfs nog meer uitgesproken kan zijn.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering voorst als een tweede oppervlakteactieve stof ten minste één alkylpolyglycoside, bij voorkeur een alkylpolyglucoside, bij voorkeur een C8-C10-alkylpolyglucoside. De aanvragers hebben vastgesteld dat het alkylpolyglycoside een veel lager effect vertoont op de werking van het lipase-enzym in vergelijking met andere oppervlakteactieve stoffen, of zelfs helemaal geen effect. De aanvragers hebben vastgesteld dat het voordelige effect op het lipase-enzym veel minder wordt gehinderd of gereduceerd door de aanwezigheid van het alkylpolyglycoside, en dat in veel omstandigheden mogelijk helemaal geen negatief effect wordt vastgesteld dat geassocieerd is met de aanwezigheid van het alkylpolyglycoside. De aanvragers hebben vastgesteld dat de dosering van het alkylpolyglycoside in de detergentformulering, en stroomafwaarts in de was- en/of reinigingsvloeistof, in een veel ruimer bereik aan concentraties mag worden uitgevoerd vergeleken met de geëthoxyleerde en/of gepropoxyleerde oppervlakteactieve stof die elders in dit document wordt besproken.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft het alkylpolyglycoside een gemiddelde polymerisatiegraad van ten hoogste 4, bij voorkeur ten hoogste 2,5, met meer voorkeur ten hoogste 1,5.
De aanvragers hebben vastgesteld dat het gespecifieerde alkylpolyglycoside het meest geschikt is voor gebruik in de context van de onderhavige uitvinding, omdat het het beste evenwicht verschaft tussen performantie als oppervlakteactieve stof in de was- en/of reinigingswerkzaamheid en de eventuele effecten ervan op de werking van de enzymen in de samenstellingen, in het bijzonder van het lipase-enzym.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het ten minste ene alkylpolyglycoside aanwezig als een tweede oppervlakteactieve stof in de detergentformulering in een concentratie van ten hoogste 25 gew.-%. Bij voorkeur omvat de detergentformulering de tweede oppervlakteactieve stof in een concentratie van ten minste 1,00 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 1,25 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 1,50 gew.-%, bij voorkeur ten minste 1,75 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 2,00 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 2,25 gew.-%, bij voorkeur ten minste 2,50 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 2,75 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 3,00 gew.-%. De aanvragers hebben vastgesteld dat een detergentformulering die de tweede oppervlakteactieve stof omvat in het zonet aangegeven bereik, zeer geschikt is voor het bereiden van een wasvloeistof die geschikt is voor het wassen van licht bevuild textiel. In een andere uitvoeringsvorm omvat de detergentformulering de tweede oppervlakteactieve stof in een concentratie van ten minste 5 gew.-%, bij voorkeur ten minste 7,50 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 10,00 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 12,50 gew.-%, bij voorkeur ten minste 15,00 gew.-%, met meer voorkeur ten minste 17,50 gew.-%, met nog meer voorkeur ten minste 20,00 gew.-%. De aanvragers hebben vastgesteld dat een detergentformulering die de tweede oppervlakteactieve stof in dat hogere gehalte omvat, zeer geschikt is voor het bereiden van een wasvloeistof die geschikt is voor het wassen van sterk vervuild textiel, zelfs met inbegrip van textiel dat in een slachthuis is gebruikt. Eventueel omvat de detergentformulering de tweede oppervlakteactieve stof in een concentratie van ten hoogste 24 gew.-%, bij voorkeur ten hoogste 23,00 gew.-%, met meer voorkeur ten hoogste 22,00 gew.-%, met nog meer voorkeur ten hoogste 21,00 gew.-%. Het respecteren van de aangegeven bovengrens brengt het voordeel met zich mee dat ieder mogelijk gedeeltelijk nadelig effect van de tweede oppervlakteactieve stof op de werking van het enzym beperkt blijft, zodanig dat het voordelige effect op het lipase-enzym kan worden geoptimaliseerd in evenwicht met het voordelige effect van de aanwezigheid van de tweede oppervlakteactieve stof in de detergentformulering, en in het stroomafwaartse vloeistofderivaat.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering voorts ten minste één verbinding die de waterhardheid verhoogt, bij voorkeur een verbinding die in staat is om calcium- en/of magnesiumkationen vrij te geven in een waterige omgeving, waarbij de verbinding die de waterhardheid verhoogt bij voorkeur gekozen is uit een calciumzout, een magnesiumzout, en combinaties daarvan.
Vrijwel alle zouten van calcium en/of magnesium zijn geschikt, met inbegrip van oxiden, hydroxiden, sulfaten, nitraten, carbonaten, bicarbonaten, chloriden, formiaten, acetaten, en dergelijke. Deze uitvoeringsvorm is contra-intuïtief omdat conventionele was- en/of reinigingswerkwijzen ernaar streven hard water te vermijden, en veel conventionele detergentformuleringen zogenaamde “builders” bevatten, die bestanddelen zijn die bij voorkeur binden aan de calcium- en/of magnesiumkationen zodanig dat die de werking van de oppervlakteactieve stoffen in de formulering niet hinderen. In de context van industrieel wassen en/of reinigen gebruiken de exploitanten om die reden bij voorkeur onthard water, d.w.z. water waaruit de meeste van de calcium- en/of magnesiumkationen zijn verwijderd door middel van om het even welke in het vakgebied bekende techniek, zoals ionenuitwisseling. De aanvragers hebben nu verrassenderwijs vastgesteld dat het lipase-enzym een nog hogere activiteit vertoont in een vloeistof die een verbinding bevat die de waterhardheid verhoogt, in vergelijking met een vloeistof op basis van water met een laag mineraalgehalte, ook bekend als “zacht water”. Om te garanderen dat het voordelige effect wordt gesorteerd met de vloeistof die bereid is met gebruik van de detergentformulering, geven de aanvragers er de voorkeur aan de verbinding die de waterhardheid verhoogt reeds toe te voegen in de detergentformulering.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de detergentformulering voorts water als bestanddeel, waarbij bij voorkeur ten minste een deel van het water in de detergentformulering afvoerwater van een spoelstap is. De aanvragers hebben vastgesteld dat een geschikte vloeistof voor wassen of reinigen, of ten minste een uiterst geschikt tussenproduct daarvoor, gemakkelijk kan worden verkregen door toevoeging van water aan de detergentformulering die is beschreven in de context van de onderhavige uitvinding. Bij voorkeur hergebruiken de aanvragers water dat al ten minste eenmaal is gebruikt in een spoelstap. De aanvragers hebben vastgesteld dat de kwaliteit van water dat al ten minste eenmaal is gebruikt in een spoelstap, doorgaans nog steeds aanvaardbaar is om te worden toegevoegd aan de detergentformulering. De aanvragers beseffen dat dergelijk spoelwater nog steeds oppervlakteactieve stoffen kan bevatten die zijn gebruikt in de stap van wassen of reinigen stroomopwaarts van de spoelstap, maar hebben tevens vastgesteld dat de gehaltes aan die oppervlakteactieve stoffen doorgaans voldoende laag zijn zodanig dat de werking van de enzymen die worden bijgedragen door de detergentformulering volgens de onderhavige uitvinding nog voldoende hoog blijft. Bij voorkeur gebruiken de aanvragers water dat verkregen is uit een spoelstap die deel uitmaakt van de was- of reinigingswerkwijze waarin een detergentformulering zoals beschreven in de context van de onderhavige uitvinding is gebruikt. Dat brengt het voordeel met zich mee dat het type oppervlakteactieve stoffen dat aanwezig kan zijn in het water uit de spoelstap hetzelfde is als de oppervlakteactieve stoffen waarmee de enzymen in aanraking zullen komen die in de was- of reinigingswerkwijze worden geïntroduceerd door de detergentformulering die geassocieerd is met de onderhavige uitvinding. Doorgaans zijn die oppervlakteactieve stoffen gekozen met kennis van welke enzymen aanwezig zijn in de detergentformulering. De aanvragers hebben vastgesteld dat daardoor het risico wordt verlaagd op een incompatibiliteitsprobleem tussen de keuze van de enzymen en de oppervlakteactieve stoffen die terugkomen met het water uit de spoelstap.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt de lading van detergentformulering toegevoerd naar ten minste één van een veelheid aan behandelingsinrichtingen, meer in het bijzonder naar ten minste twee behandelingsinrichtingen, bij voorkeur ten minste drie en met meer voorkeur ten minste vier behandelingsinrichtingen, waarbij de behandelingsinrichtingen van hetzelfde type of verschillend zijn.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts ten minste één stap van wassen of reinigen waarbij ten minste een deel van de detergentformulering wordt gebruikt in de stap van wassen of reinigen.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts een voorwasstap, waarbij de detergentformulering wordt gebruikt in de voorwasstap. De aanvragers hebben vastgesteld dat de detergentformulering en/of vloeistof die daaruit is afgeleid, uiterst geschikt is voor gebruik in de voorwasstap. Zonder aan deze theorie gebonden te willen zijn, menen de aanvragers dat de vloeistof in een voorwasstap een lager totaal gehalte aan oppervlakteactieve stoffen bevat, en met name oppervlakteactieve stoffen die niet bewust zijn toegevoegd in de vloeistof, en dat de enzymen in de vloeistof, in het bijzonder het lipase-enzym, daardoor minder concurrentie ondervinden van oppervlakteactieve stoffen om door te dringen tot het vuil en de vlekken die ze dienen aan te vreten en te verwijderen. De aanvragers menen derhalve dat de performantie van de enzymen, en in het bijzonder van het lipase-enzym, hoger kan zijn in een voorwasstap in vergelijking met een hoofdwasstap, waar mogelijk meer oppervlakteactieve stof aanwezig is in de vloeistof, waaronder mogelijk oppervlakteactieve stoffen die minder goed combineren met enzymen, in het bijzonder met een lipase-enzym.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts de stappen van het mengen van de detergentformulering met water om een vloeistof voor wassen of reinigen te vormen, en van het toevoeren van de vloeistof naar de ten minste ene behandelingsinrichting, waarbij bij voorkeur ten minste een deel van het gebruikte water afvoerwater van een spoelstap is, met meer voorkeur een spoelstap die wordt uitgevoerd als deel van een wassequentie die de ten minste ene behandelingsinrichting omvat. Dit hergebruik van spoelwater brengt het voordeel met zich mee dat de globale productie van afvoerwater uit de volledige was- of reinigingswerkwijze wordt verlaagd. Alle afvoerwater uit een stap van wassen of reinigen is gecontamineerd en draagt bij tot de chemische en/of biologische zuurstofbehoefte van de locatie waar de was- of reinigingswerkwijze wordt uitgevoerd, iets waarvoor de maatschappij en/of de autoriteiten een financiële compensatie kunnen vragen of opleggen. Het opnieuw gebruiken van ten minste een deel van het water uit een spoelstap bij de bereiding van de detergentformulering en/of voor een was- en/of reinigingsvloeistof die daarvan is afgeleid, kan daardoor een verlaging betekenen van de kostprijs van de was- of reinigingswerkzaamheden in hun geheel. Dit optionele kenmerk van de werkwijze kan dus gemakkelijk worden toegepast indien de detergentformulering en/of de vloeistof wordt bereid op de locatie waar een wasstap wordt uitgevoerd.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding voldoet de vloeistof aan ten minste één en bij voorkeur alle van de volgende voorwaarden: ° de vloeistof omvat ten minste één lipase-enzymconcentraat in een concentratie van ten minste 1 ppm en ten hoogste 500 ppm in gewicht, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm (natte basis), ° de vloeistof omvat ten minste één protease-enzymconcentraat in een concentratie van ten minste 1 ppm en ten hoogste 500 ppm in gewicht, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm (natte basis), ° de vloeistof omvat totale eiwitten in een concentratie van ten minste 10 ppm in gewicht en ten hoogste 600 ppm in gewicht, ° de vloeistof omvat ten minste één amylase-enzymconcentraat in een concentratie van ten minste 2 ppm en ten hoogste 250 ppm in gewicht, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm (natte basis) ° de vloeistof omvat ten minste één cellulase-enzymconcentraat in een concentratie van ten minste 2 ppm en ten hoogste 250 ppm in gewicht, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm (natte basis) ° de vloeistof omvat ten minste één amineoxide als een eerste oppervlakteactieve stof in een concentratie van ten minste 1 ppm in gewicht en ten hoogste 100 ppm in gewicht,
° de vloeistof omvat ten minste één niet-ionische oppervlakteactieve stof als een tweede oppervlakteactieve stof, bij voorkeur een gealkoxyleerde oppervlakteactieve stof of een alkylpolyglycoside, waarbij de ten minste ene niet-ionische oppervlakteactieve stof bij voorkeur aanwezig is in een concentratie van ten hoogste 500 ppm in gewicht, met meer voorkeur ten hoogste 400 ppm in gewicht, ° de vloeistof omvat een totaal van andere oppervlakteactieve stoffen dan het ten minste ene amineoxide en de ten minste ene niet-ionische oppervlakteactieve stof in een concentratie van ten hoogste 200% van de concentratie van het amineoxide, en ° de vloeistof omvat ten minste één verbinding die de waterhardheid verhoogt, bij voorkeur een verbinding die in staat is om calcium- en/of magnesiumkationen vrij te geven in een waterige omgeving, waarbij de verbinding die de waterhardheid verhoogt bij voorkeur gekozen is uit een calciumzout, een magnesiumzout, en combinaties daarvan.
De aanvragers geven er de voorkeur aan dat de wasvloeistof een hardheid heeft, uitgedrukt in Franse graden (°fH), van ten minste 2°fH en ten hoogste 36°fH. Bij voorkeur dient de wasvloeistof een hardheid te hebben van ten minste 3, 4, 5, 6 of 7°H. Eventueel dient de hardheid van de wasvloeistof ten hoogste 30, 25, 20, 15, 12, 10, of ten hoogste 8°fH te bedragen.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts de stap van het aan de vloeistof toevoegen van een extra bestanddeel dat gekozen is uit ten minste één extra oppervlakteactieve stof, zoals bijkomende niet-ionische oppervlakteactieve stoffen, biociden, zuren, builders, dispergeermiddelen, vuilafstotende polymeren, acrylaten, antistatische middelen, buffermiddelen, schuimregelende middelen, optische witmakers, kleurstoffen, oplosmiddelen, pH-instelmiddelen, zoals alkali, enzovoort.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat de vloeistof geen andere oppervlakteactieve stof dan het amineoxide, uitgezonderd oppervlakteactieve stoffen die mogelijk aanwezig waren als bestanddeel in de niet-oppervlakteactieve bestanddelen die zijn gebruikt voor het bereiden van de vloeistof. Andere bestanddelen dan het additief kunnen ook oppervlakteactieve stoffen bevatten. Zo kan het water dat kan worden gebruikt als basis voor de vloeistof bijvoorbeeld afvoerwater uit een spoelstap zijn, en kan dat water sommige van de oppervlakteactieve stoffen bevatten die zijn gebruikt in de stap van wassen of reinigen stroomopwaarts van de spoelstap, zij het doorgaans in een lagere concentratie dan in de vloeistof die werd gebruikt in de stroomopwaartse stap van wassen of reinigen.
Andere bestanddelen van de was- of reinigingsvloeistof kunnen ook oppervlakteactieve stoffen bevatten, bijvoorbeeld om een actief bestanddeel in emulsie of in suspensie te houten. Die extra oppervlakteactieve stoffen worden in deze uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding beschouwd als onvermijdelijke onzuiverheden, aangezien ze niet opzettelijk zijn toegevoegd aan de vloeistof, en hun aanwezigheid niet als voornaamste doel een bijdrage heeft aan de was- en/of reinigingsperformantie van de vloeistof. De aanvragers geven er in deze uitvoeringsvorm de voorkeur aan dat geen andere oppervlakteactieve stof dan het amineoxide aanwezig is in de vloeistof, omdat dat het voordeel met zich meebrengt dat het lipase-enzym veel minder, en bij voorkeur geen concurrentie ondervindt om door te dringen tot de vetvlekken die de vloeistof dient te verwijderen, waardoor het lipase-enzym zijn volledige werking kan ontplooien, die bovendien doorgaans nog wordt versterkt door de aanwezigheid van het amineoxide.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts ten minste één stap van wassen of reinigen die een behandeld voorwerp oplevert en waarbij ten minste een deel van de vloeistof wordt gebruikt in de stap van wassen of reinigen, waarbij de stap van wassen of reinigen bij voorkeur een voorwasstap is. De aanvragers hebben vastgesteld dat de onderhavige uitvinding uiterst geschikt is om ter plaatse bij een stap van wassen of reinigen te worden geïnstalleerd en uitgevoerd, waarbij de stap van wassen of reinigen gebruikmaakt van ten minste een deel van de vloeistof die is bereid met gebruik van de detergentformulering die bereid is in het toestel en met behulp van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. De enzymhoudende detergentformulering is met name geschikt om te worden gebruikt in een voorwasstap, waarbij bij voorkeur de moeilijkere vlekken, zoals bloed en/of vetvlekken, worden aangetast voordat de voorwerpen worden onderworpen aan een hoofdwasstap.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts een hoofdwasstap die een behandeld voorwerp oplevert, en wordt ten minste een deel van de vloeistof gebruikt in de hoofdwasstap, waarbij bij voorkeur extra oppervlakteactieve stof wordt toegevoegd aan de wasvloeistof die wordt toegevoerd naar de hoofdwasstap.
De vloeistof die kan worden afgeleid uit de detergentformulering die bereid is in het toestel en volgens de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, kan ook geschikt zijn om te worden gebruikt in een hoofdwasstap, op voorwaarde dat de temperatuur en de pH van de vloeistof in de hoofdwasstap binnen het bereik van aanvaardbare omstandigheden voor de enzymen in het additief zijn gebleven, bij voorkeur na toevoeging van extra oppervlakteactieve stof aan de vloeistof.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze voorts een spoelstap voor het produceren van een gereinigd voorwerp, waarbij afvoerwater uit de spoelstap wordt gebruikt bij de bereiding van de wasvloeistof en bij voorkeur ook bij de bereiding van de detergentformulering. Het voordeel van een dergelijk hergebruik van water is reeds elders in dit document uitgelegd.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding waarbij de werkwijze een stap van wassen of reinigen omvat, maakt de stap van wassen of reinigen deel uit van een industriële waswerkwijze, bij voorkeur een wasgoedwaswerkwijze, met meer voorkeur een wastunnel. De onderhavige uitvinding is uiterst geschikt voor om te worden gebruikt in de context van een industriële was- en/of reinigingswerkwijze, aangezien de verbeterde werkzaamheid en de verbeterde efficiëntie in die context de grootste voordelen kunnen opleveren, onder andere vanwege de gevoeligheden van deze industriële werkwijzen die elders in de achtergrondsectie van dit document zijn uiteengezet, en ook vanwege het ruime bereik van taken die kunnen worden verwacht van de was- en/of reinigingswerkwijze in een industriële setting.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt het toestel gebruikt als onderdeel van een toevoersysteem dat zich ter plaatse bevindt bij de ten minste ene behandelingsinrichting. Zoals elders besproken brengt de nabijheid van het toestel tot de behandelingsinrichting een aantal zeer gewaardeerde voordelen met zich mee.
In een uitvoeringsvorm wordt het toestel volgens de onderhavige uitvinding gebruikt in de textielwasindustrie, in de biowetenschappen of de farmaceutische industrie, in de voedingsindustrie, in de cosmetische industrie, in een ziekenhuis, en/of in de industrie die levert aan ziekenhuizen, de voedingsindustrie, de biowetenschappen of de farmaceutische industrie. De aanvragers hebben vastgesteld dat de onderhavige uitvinding uiterst geschikt is om te worden gebruikt en aangewend in ten minste één van de aangegeven industrieën, vanwege de voordelen die de uitvinding oplevert, die in de betreffende industrieën ten zeerste worden gewaardeerd.
De onderhavige uitvinding zal nu worden geïllustreerd met specifieke en gedetailleerde uitvoeringsvormen en aan de hand van de tekeningen.
Figuur 1 is een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van het toestel 41 volgens de onderhavige uitvinding, en hoe dat toestel kan worden verbonden met een reeks 42 behandelingsinrichtingen.
De aanvragers wijzen erop dat er tal van uiteenlopende mogelijkheden bestaan wat betreft het type en aantal behandelingsinrichtingen dat kan worden verbonden met toestel 41, en dat in Figuur 1 slechts één daarvan is afgebeeld.
Daarnaast kan het systeem in zijn geheel bovendien een veelheid aan soortgelijke toestellen 41 omvatten die hun detergentformuleringen toevoeren naar een reeks behandelingsinrichtingen, waarbij het mogelijk is dat sommige behandelingsinrichtingen uit de reeks slechts verbonden zijn met één van de toestellen, en andere behandelingsinrichtingen kunnen worden gevoed door meer dan één van de toestellen.
In de uitvoeringsvorm die is afgebeeld in Figuur 1 omvat het toestel 41 één mengvat 25, dat zich op een weegcel 11 bevindt en waarvan de uitlaat wordt aangestuurd door klep 12. In mengvat 25 komen zes toevoerinrichtingen 4a tot 4f uit, die membraanpompen zijn die elk aan de aanvoerzijde verbonden zijn met een bijbehorende toevoerbron of recipiënt 3a tot 3f. Het mengvat is uitgerust met een roermechanisme 20 dat een motor en een turbine omvat op een as die omlaag in het vat 25 steekt.
Een detergentformulering die bereid is in het mengvat 25 kan uit het vat worden afgevoerd door klep 12 te openen en door de vloeistof te laten stromen naar van de bestemmingen die door de selectie- inrichting 28 zijn geselecteerd uit de vijf afvoervaten 8a tot 8e en afvalverwijderingsvoorziening 10. De selectie-inrichting 28 is voorzien door alle afvoervaten en de inlaat van de afvalverwijderingsvoorziening te monteren op een carrousel die, door te draaien, de geselecteerde bestemming onder de uitlaat van klep 12 kan brengen. De afvalverwijderingsvoorziening omvat voorts een opvangpot 21 met peilsensor 6f en leegmaakpomp 22.
Elk van afvoervaten 8a tot 8e is voorzien van een peilsensor (6a tot 6e), en een membraanpomp (1a tot 1e) voor het toevoeren van product van het betreffende afvoervat naar ten minste één van de behandelingsinrichtingen.
In de reeks 42 zijn als behandelingsinrichtingen drie industriële wasextractors (WE) 101 afgebeeld die in batchmodus werken en een volledige wascyclus uitvoeren, die te vergelijken is met de cyclus die wordt uitgevoerd door een huishoudelijke was- of afwasmachine, en één industriële tunnelwasmachine of continu werkende bulkwasmachine (CBW) 100. Een dergelijke tunnelwasmachine 100 werkt in semi-continue modus. De tunnelwasmachine kan 15 of meer aangrenzende secties omvatten die tijdens een gegeven tijdspanne gelijktijdig één bewerking kunnen uitvoeren, waarna een transportstap de voorwerpen die de behandeling hebben ondergaan verplaatst van één sectie naar de volgende sectie. Een bewerking die wordt uitgevoerd in één van de stappen in de tunnelwasmachine kan een stap zijn die gekozen is uit de groep van een voorwasstap, een afvoerstap, een opwarmstap, een hoofdwasstap, een spoelstap, een extractiestap, en — minder gangbaar — ook een centrifugeerstap en een droogbewerking.
Pompen 1a tot 1e zijn elk voorzien van een tegendrukregelaar 2a tot 2e en stroomafwaarts daarvan stroomsensoren 5a tot
Se.
De drie afvoervaten 8c tot 8e hebben, zoals afgebeeld, elk een rechtstreekse toevoerverbinding naar één van drie toegangspunten in de wastunnel 100. De twee afvoervaten 8a en 8b hebben, zoals afgebeeld, elk een onrechtstreekse toevoerverbinding naar drie wasextractors 101. De twee pompen 2a en 2b kunnen vloeistof uit hun respectieve afvoervaten 8a en 8b in een opvangorgaan 23 stuwen dat ook in staat is om water te onttrekken aan een verdunningswatertoevoer 24. In het opvangorgaan 23 kunnen de toevoerstromen uit pompen 8a en 8b worden vermengd en verdund met water uit toevoer 24, waarna het verkregen verdunde mengsel via een verdeelstuk 27 en kleppen 26 naar een of meer van de wasextractors 101 kan worden gestuurd. Naast haar onrechtstreekse toevoer naar wasextractors 101 is pomp 1b ook in staat om product toe te voeren naar een vierde toevoerlocatie die deel uitmaakt van wastunnel 100 via stroomsensor 5f, indien de twee kleppen 29 in het verdeelstuk stroomopwaarts van stroomsensor 5f worden geopend en gesloten en een één-op- éénverbinding tot stand wordt gebracht tussen pomp 1b en stroomsensor 5f die naar tunnelwasmachine 100 leidt.
Toestel 41 omvat voorts een besturingseenheid 46. Besturingseenheid 46 is in staat om, naar behoeven, via verbindingen 200a tot 200f de volgende acties uit te voeren: het activeren van pompen 4a tot 4f, het activeren van het roermechanisme 20, het ontvangen van signalen van weegcel 11, het geven van instructies aan selectie-inrichting 28, het openen van klep 12, het ontvangen van signalen van peilsensoren 8a tot 8e, het activeren van pompen 1a tot 1e, het ontvangen van signalen van stroomsensoren 5a tot 5f, het geven van instructies aan kleppen 26 en 29, het ontvangen van signalen van een peilsensor en het activeren van pomp 22.
Het toestel 41 is voorzien in een behuizing (niet afgebeeld) die kan worden vergrendeld om onbedoelde toegang te voorkomen, en die een gesloten omgeving voor het toestel vormt. De behuizing is voorzien van een ventilatiesysteem voor het afvoeren van de inhoud van de gesloten omgeving dat een HEPA-filter omvat die de uitlaat van het ventilatiesysteem filtert voor die naar de omgevende atmosfeer wordt uitgestoten.
Figuur 2 is een schematische weergave van een systeem voor facturatie van een beheerder 14 van een behandelingsinrichting 42 door een beheerder 15 van inrichting 41. Figuur 2 toont een systeem waarin alle door de besturingseenheid 46 gedetecteerde informatie of een deel daarvan via een draadloos netwerk 16 kan worden verzonden naar een server 13 van de beheerder 15 van inrichting 41, die doorgaans gevormd wordt door de leverancier van de bulkmaterialen. De beheerder 15 van inrichting 41 is dan in staat om de feitelijke werkingskosten te berekenen door middel van server 13, en op basis van die informatie kunnen de kosten 17 worden aangerekend aan een beheerder 14 van behandelingsinrichting 42, die op regelmatige tijdstippen een factuur 18 zal ontvangen voor de diensten die zijn geleverd door toestel 41 tijdens de voorbije dienstperiode. Het gaat hier om een op uitvoer gebaseerde aanrekening van kosten, waarbij enkel wordt betaald voor het gedane verbruik. Het systeem dat is afgebeeld in figuur 2 omvat voor de beheerder 15 van inrichting 41 voorts de optie om diverse informatie te verschaffen aan de besturingseenheid 46 van inrichting 41, zoals software- updates, verbeteringen van een werkwijze enzovoort, door middel van een draadloze verbinding 60.
Het systeem dat is afgebeeld in figuur 2 en dat inrichting 41 omvat, verschaft de beheerder 15 van inrichting 41 derhalve de optie van om het verbruik van basismaterialen door iedere individuele klant te monitoren, zoals de beheerder 14 van behandelingsinrichting 42. De beheerder 15 van inrichting 41 heeft daarbij de optie om proactief basismaterialen te leveren aan de eindgebruiker wanneer de resterende hoeveelheid basismaterialen onder een vooraf bepaald niveau daalt.
VOORBEELD 1
Het toestel van het type van toestel 41 dat te zien is in Figuur 1, werd geïnstalleerd op de locatie van een industriële wasserijdienstverlener. Afvoervat 8b werd via de reeks van 2 kleppen 29 verbonden met twee tunnelwasmachines CBW1 en CBW2. Afvoervat 8a werd via een extra set kleppen 29a en bijbehorende stroomsensoren (bijkomend bij wat te zien is in Figuur 1) verbonden met dezelfde twee tunnelwasmachines
CBW1 en CBW2. Hoewel zich uitzonderingen konden voordoen, was CBW1 hoofdzakelijk voorbehouden voor het wassen van licht en gemiddeld zwaar bevuild wasgoed en was CBW2 hoofdzakelijk voorbehouden voor zwaar bevuild en gemiddeld zwaar bevuild wasgoed.
Vijf (5) toevoerbronnen werden ter beschikking gesteld als vloeibare toevoeren in recipiënten 3a tot 3e, volgens Tabel 1:
Tabel 1 3e Amineoxide als oppervlakteactieve
De
Het lipaseconcentraat werd verkregen bij de firma
Novozymes A/S (DK) onder de handelsnaam Lipex® 100 L. Het lipaseconcentraat was een vloeistof met een totale enzymconcentratie van ongeveer 7 gew.-%. Het proteaseconcentraat was een subtilisineconcentraat dat werd verkregen bij de firma Novozymes A/S (DK) onder de handelsnaam
Coronase® 48L. Het proteaseconcentraat was een vloeistof met een totale enzymconcentratie van ongeveer 8 gew.-%. Het cellulaseconcentraat werd verkregen bij de firma Novozymes A/S (DK) onder de handelsnaam
Celluclean® 5000 L. Het cellulaseconcentraat was een vloeistof met een totale enzymconcentratie van ongeveer 7 gew.-%. Het amylaseconcentraat was een alfa-amylaseconcentraat dat werd verkregen bij de firma Novozymes A/S (DK) onder de handelsnaam Stainzyme® 12,0L. Het amylaseconcentraat was een vloeistof met een totale enzymconcentratie van ongeveer 9 gew.-%. Het amineoxide was een lauramineoxide dat werd verkregen bij de firma Stepan onder de handelsnaam Ammonyx® LO.
Het toestel werd geprogrammeerd om uit die toevoervloeistoffen een reeks ladingen te bereiden van twee detergentformuleringen: Mengsel A en Mengsel B, volgens de recepten die aangegeven zijn in Tabel 2. Enkel de bestanddelen die zijn opgelijst in Tabel 1 werden gebruikt. Er werd geen extra water of oplosmiddel toegevoegd buiten het water en/of ander oplosmiddel dat als deel van die bestanddelen werd ingebracht.
Tabel 2
Mengsel Lipase Cellulase | Amylase Protease | Amineoxide oma (OR 1OU (EU PET
B [a [| (ose
De aanvragers hebben vastgesteld dat wanneer de tunnelwasmachines enzymen vereisen, een grote verscheidenheid aan wasgoedclassificaties met succes kan worden gewassen in een tunnelwasmachine door ten minste één van de twee mengsels Mengsel A en
Mengsel B te doseren, waarbij een hoeveelheid van beide mogelijk de voorkeur krijgt voor de veeleisendere wastaken.
Op basis van de classificatie van de verschillende ladingen wasgoed die in de tunnelwasmachine werden verwacht, heeft de aanvrager doseringsinstructies ontwikkeld in gram per kg behandeld wasgoed voor het doseren van Mengsel A en Mengsel B in de respectieve tunnelwasmachines, zoals weergegeven in Tabel 3. Voor de classificatie blauwe werkkledij waren geen enzymen nodig van de types die beschikbaar waren in het toestel, en ze werd gewassen zonder de twee in het toestel beschikbare detergentformuleringen.
Tabel 3
Tunnelwas | Classificatie Linnen men ren | nee am a | | "mr | - eee eeen een
De | 085 | 033
CBW2 Witte kledij om te werken 0,55 0,32 laa a | - [Blaue were | © | - ee] | 0m
Voor iedere lading linnen die in iedere tunnelwasmachine werd ingebracht, gaf het doseersysteem van de respectieve tunnelwasmachine het toestel de instructie om de voorgeschreven hoeveelheden van Mengsel A en/of Mengsel B te doseren in de voorwassectie van de tunnelwasmachine in overeenstemming met de bovenstaande doseringsinstructies en het aantal kg linnen in de lading die in die voorwassectie werd verwerkt.
Aan het einde van de overeengekomen tijdsperiode, bijvoorbeeld iedere maand, is de beheerder van het toestel in staat om de totale verbruikte hoeveelheden van Mengsel A en Mengsel B te berekenen. Met een tussen leverancier en consument overeengekomen eenheidsprijs is de leverancier van de detergentformuleringen in staat om de factuur voor die consument uit te reiken.
De aanvragers stelden vast dat het bovenstaande experiment, dat gedurende één volledige maand werd uitgevoerd op de locatie van tunnelwasmachines CBW1 en CBW2, in staat was om de gewenste wasperformantie vol te houden en tezelfdertijd de COD in het afvalwater uit de twee tunnelwasmachines met ongeveer 25% te verlagen, dankzij de verminderde behoefte aan oppervlakteactieve stoffen en de verminderde aanwezigheid van enzymstabilisatoren in de twee tunnelwasmachines in vergelijking met een maand vóór de ingebruikname van toestel 41, en dat dankzij de gepaste dosering van de meest geschikte enzymcocktail, en waarbij de werking van het lipase-enzym werd versterkt door de aanwezigheid van amineoxide als de enige oppervlakteactieve stof in de detergentformuleringen.
VOORBEELD 2 — EFFECT VAN OPPERVLAKTEACTIEVE STOFFEN OP
LIPASE-ENZYMACTIVITEIT
De totale hydrolyse van raapzaadolie in een waswerkwijze werd getest met wasvloeistoffen die altijd dezelfde concentratie van een lipase-enzymconcentraat bevatten. Een blanco test werd uitgevoerd zonder toegevoegde oppervlakteactieve stof. Die blanco test diende als de referentie waarmee de andere resultaten konden worden vergeleken die waren verkregen met dezelfde wasvloeistofmonsters waarin één van een aantal verschillende niet-ionische oppervlakteactieve stoffen was toegevoegd.
In de experimenten was het lipaseconcentraat altijd aanwezig in een concentratie van ongeveer 0,2 gram van het concentraat per liter totale vloeistof. Het gebruikte concentraat werd verkregen bij
Novozymes als LIPEX 100 L. Het concentraat had een totale enzymconcentratie van ongeveer 9 gew.-%, gemeten met behulp van de BCA- test.
De wasvloeistoffen hadden steeds een pH van ongeveer 9,6. De wastesten werden uitgevoerd bij een temperatuur van ongeveer 50°C. Het water in de formuleringen was gedemineraliseerd water dat verkregen was door omgekeerde osmose (RO).
Verschillende wasvloeistoffen werden bereid die ongeveer 100 ppm in gewicht bevatten van een gekozen oppervlakteactieve stof, om te worden vergeleken met een blanco vloeistof die enkel het lipase- enzymconcentraat en geen oppervlakteactieve stoffen bevatte.
De verschillende geteste oppervlakteactieve stoffen waren:
A Blanco referentie zonder bewust toegevoegde oppervlakteactieve stoffen
B Lineair alkylbenzeensulfonaat (LABS, of ook wel LAS)
C Laurylethersulfaat (LES of SLES)
D 3EO — isoC13: isotridecylalcohol geëthoxyleerd tot een gemiddelde ethoxyleringsgraad van ongeveer 3
E 5EO —isoC13
F 7EO —isoC13
G SEO —isoC13
H 10EO —isoC13
C8-C10-alkylpolyglucoside (APG) met een gemiddelde polymerisatiegraad (DP) van 1,5.
J C8-C16 APG — DP van 1,5.
K C8-C10 APG — DP van 1,7
L GEO — C13-C15: een mengsel van lineaire C13-C15-alcohol, geëthoxyleerd tot een gemiddelde graad van ongeveer 3
M 5EO -C13-C15
N 7EO -C13-15
O C9-C11 vetalcohol, gealkoxyleerd met een gemiddelde ethoxyleringsgraad van ongeveer 6 en een gemiddelde propoxyleringsgraad van ongeveer 4.
P C12-C14-amineoxide
De bovenstaande oppervlakteactieve stoffen werden verkregen zoals aangegeven in Tabel 3.
Tabel 3 stof in monster 8 [Maa 5 | | es eee
TOT BA Prec LEE eeen | aes
Voor iedere vloeistof werd de verschijning van vrij oliezuur getest dat werd gegenereerd door de hydrolyse van een standaardhoeveelheid raapzaadolie waarmee de vloeistof in contact werd gebracht. Door hoogperformante vloeistofchromatografie (HPLC) werd de kwantitatieve vrijgave van vrij oliezuur (C18:1-vetzuur) gemonitord in de wasvloeistof en/of aanwezig op het textiel, zoals toegelicht in de protocollen die in detail worden beschreven in onze samen met onderhavige aanvraag lopende patentaanvraag met als referentie van de octrooigemachtige
PAT2549761EP00, die op dezelfde dag als de onderhavige patentaanvraag is ingediend. Omdat oliezuur het belangrijkste vetzuur is in de triglyceriden van raapzaadolie, is het genereren van dat zuur als vrij vetzuur een uitstekende kwantitatieve indicator voor de hydrolyse van raapzaadolie, en in deze context dus ook voor de werking van het lipase-enzym.
Een reeks tests werd uitgevoerd met gebruik van wasvloeistoffen met een hardheid van 2°fH. De resultaten zijn verzameld en weergegeven in Figuur 3. Het staafdiagram toont de relatieve lipaseactiviteit van iedere vloeistof in verhouding tot de activiteit die werd gemeten voor de blanco vloeistof (A) die hetzelfde enzym bevatte in dezelfde concentratie, maar helemaal geen oppervlakteactieve stoffen, die werd ingesteld op 100%. Voor iedere gekozen oppervlakteactieve stof werden 2 monsterduplicaten getest, behalve voor Monster J (3 duplicaten) en Monster K (slechts 1 monster getest).
Voor het blanco monster werden 5 duplicaten getest. Het staafdiagram toont het gemiddelde dat werd verkregen voor het aantal geteste duplicaten, weergegeven door de lengte van de staaf en het getal boven de staaf. Voor iedere staaf met een oppervlakteactieve stof is ook een foutenstaaf weergegeven die het verschil toont tussen de hoogste en de laagste waarde van de duplicaten. Voor het blanco monster toont de foutenstaaf de standaardafwijking die werd berekend uit de resultaten voor de vijf duplicaten.
De resultaten in Figuur 1 maken ook een aantal belangrijke waarnemingen mogelijk. Het blanco monster, waarin enkel het lipaseconcentraat werd gebruikt, wist 103 mg oliezuur (C18:1) te produceren in de wastest.
Een eerste waarneming is dat de meeste oppervlakteactieve stoffen een reducerend effect hebben op de lipaseactiviteit in de wasvloeistof. De meest conventionele oppervlakteactieve stof die wordt gebruikt in de wasindustrie (LABS — Monster B) presteerde zeer slecht omdat ze de activiteit van het lipase-enzym lijkt te remmen tot een niveau van 12% in verhouding tot het blanco monster. Het remmende effect van de tweede conventionele oppervlakteactieve stof (LES — Monster C) is minder sterk: het komt uit bij een reductie van de lipaseactiviteit tot ongeveer 40% in vergelijking met het blanco monster.
De belangrijkste waarneming is de enige grote uitzondering op de regel van “het remmen van lipase-enzymactiviteit”, nl. dat het amineoxide als oppervlakteactieve stof (P) in staat is om een aanzienlijke verhoging teweeg te brengen van de activiteit van het lipase-enzym.
Van de andere oppervlakteactieve stoffen lijken de alkylpolyglucosiden (|, J, K) een veel kleiner onderdrukkend effect te hebben in vergelijking met de andere geteste oppervlakteactieve stoffen. Ook relatief onschadelijk zijn sommige van de ethoxylaten van de lineaire C13-C15-alcohol (L, M), d.w.z. die met een gemiddelde ethoxyleringsgraad van 3 of 5. Al deze oppervlakteactieve stoffen (| tot en met K) presteren nog steeds beter dan de conventionele oppervlakteactieve stoffen (LABS en LES, monsters B en C). De 7EO-versie van de lineaire C13-C15-alcohol (monster N) heeft dan weer een veel groter onderdrukkend effect. Het lijkt erop dat de ethoxyleringsgraad te hoog is geworden en het resultaat slechter wordt dan de LES-referentie (Monster C). Monster O (het C9-C11-alcohol-EO6/PO4-alkoxylaat) blijkt het ook slechter te doen dan de LES-referentie (Monster C).
Alle ethoxylaten van iso-C13-alcohol (monsters D,
E, F, G, H) presteren niet beter dan de conventionele LES oppervlakteactieve stof (Monster C). Een toenemende ethoxyleringsgraad lijkt het onderdrukkende effect op de lipaseactiviteit te versterken.
VOORBEELD 3 — EFFECT VAN CONCENTRATIE VAN OPPERVLAKTE-
ACTIEVE STOF
Extra experimenten werden uitgevoerd met 5EO — isoC13-oppervlakteactieve stof. Daaruit bleek dat de onderdrukkende werking al merkbaar wordt bij een concentratie van oppervlakteactieve stof van 10 ppm in gewicht, dat het effect verder toeneemt tot de concentratie van de oppervlakteactieve stof ongeveer 100 ppm in gewicht bereikt, maar ongeveer gelijk blijft bij een verdere toename van de aanwezigheid van oppervlakteactieve stof, en dat tot een concentratie van 250 ppm in gewicht.
Dit extra experiment toonde aan dat van de concentratie van 100 ppm in gewicht van oppervlakteactieve stof die in de test werd gebruikt, wordt verwacht dat ze een zinvolle vergelijking met de blanco vloeistof mogelijk maakt.
VOORBEELD 4 — EFFECT VAN WATERHARDHEID
Het effect van waterhardheid op de lipaseactiviteit werd getest in een reeks experimenten zonder oppervlakteactieve stoffen, met verschillende gradaties van aanwezigheid van het lipase-enzymconcentraat en met water met verschillende hardheden (uitgedrukt in Franse graden van hardheid (°fH), zoals hoger). Een reeks tests werd uitgevoerd bij gehaltes aan lipaseconcentraat in de wasvloeistof van 0,01 g/liter, 0,20 g/liter en 1,00 g/liter.
Deze reeks tests werd uitgevoerd met RO-water (0°fH), en herhaald met water met een hardheid van respectievelijk 2°fH, 7°fH en 20 fH.
In de tests waarbij zacht water (O°fH) werd gebruikt, was nauwelijks enige lipaseactiviteit waar te nemen bij alle geteste concentraties van het lipaseconcentraat. Slechts een kleine concentratieresponse van de lipaseactiviteit werd merkbaar met de vloeistof die gemaakt was met het 2°fH-water. De wasvloeistof die was gemaakt met 7°fH- water vertoonde een verrassend scherpe toename wanneer het gehalte aan lipaseconcentraat werd verhoogd van 0,01 tot 0,20 g/liter, en de activiteit bleef gelijk wanneer de aanwezigheid van het lipaseconcentraat werd verhoogd tot 1,00 g/liter. De wasvloeistof die was gemaakt met het 20°fH-water leidde tot activiteitswaarden die zeer dicht lagen bij de waarden die werden waargenomen bij 7°fH. Bij het water met hogere hardheid werd geen verder voordelig effect waargenomen, maar de resultaten leden er ook niet onder.
Nu deze uitvinding volledig is beschreven, zal door vaklieden worden ingezien dat de uitvinding ten uitvoer kan worden gebracht in een ruim bereik aan parameters binnen wat wordt geclaimd, zonder buiten de beschermingsomvang van de uitvinding te treden zoals bepaald door de conclusies.

Claims (65)

CONCLUSIES
1. Toestel (41) voor het ter plaatse bereiden en afleveren van ten minste één enzymhoudende detergentformulering, dat omvat ° ten minste één mengvat (25) voor het vormen van een lading van de detergentformulering, ° ten minste één toevoerinrichting (4a tot 4f), telkens aan de aanvoerzijde verbonden met een toevoerbron (3a tot 3f) en aan de afgiftezijde met het ten minste ene mengvat (25) voor het toevoeren van de bestanddelen voor de detergentformulering, ° ten minste één afvoervat (8a tot 8e) dat verbonden is met het ten minste ene mengvat (25) voor het opnemen en opslaan van de lading van de ten minste ene detergentformulering, ° ten minste één afvoerinrichting (1a tot 1e) die voorzien is voor het onder druk afleveren van de ten minste ene detergentformulering die opgeslagen is in het ten minste ene afvoervat (8a tot 8e), waarbij ten minste één van de toevoerbronnen ten minste één enzymconcentraat bevat, dat bij voorkeur ten minste één enzym omvat dat in staat is om detergentwerking te vertonen, waarbij de ten minste ene afvoerinrichting uitgerust is met een pomp en aan de afgiftezijde verbonden is met ten minste één behandelingsinrichting (42) die geschikt is om de detergentformulering aan te wenden door het behandelen van ten minste één voorwerp, en de ten minste ene afvoerinrichting uitgerust is voor het aanvoeren van ten minste een deel van de gevormde lading van detergentformulering naar de behandelingsinrichting, met het kenmerk dat het ten minste ene mengvat uitgerust is voor het vormen van de lading van de detergentformulering met een vooraf bepaalde hoeveelheid in gewicht, die een vooraf bepaalde hoeveelheid in gewicht van het ten minste ene enzymconcentraat omvat, en waarbij het ten minste ene afvoervat (8a-8e) is voorzien van een peilsensor (6a tot en met 6e) voor het ten minste detecteren van een laag peil in het afvoervat (8a-8e).
2. Het toestel volgens conclusie 1 waarbij het ten minste ene mengvat (25) uitgerust is voor het vormen van de lading van de detergentformulering volgens een vooraf bepaald recept dat uitgedrukt is in gewicht.
3. Het toestel volgens conclusie 1 of 2 waarbij het ten minste ene mengvat (25) uitgerust is met een weegcel (11) die in staat is tot het monitoren en signaleren van het gewicht van het ten minste ene mengvat, met inbegrip van de inhoud ervan.
4. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij het mengvat (25) is voorzien van een roermechanisme (20) dat geschikt is voor het homogeniseren van de detergentformulering zodanig dat de detergentformulering het ten minste ene enzymconcentraat omvat in een vooraf bepaalde concentratie.
5. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies voor het ter plaatse bereiden en afleveren van ten minste twee enzymhoudende detergentformuleringen, waarbij het toestel ten minste twee afvoervaten omvat, elk daarvan verbonden met zijn eigen afvoerinrichting.
6. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies dat een veelheid aan afvoervaten (8a tot 8e) omvat en waarbij de verbinding tussen het ten minste ene mengvat (25) en de veelheid aan afvoervaten is uitgerust met een selectie-inrichting (28) die in staat is om een één-op-één-relatie tot stand te brengen tussen de uitlaat van het ten minste ene mengvat (25) en de inlaat van één element dat gekozen is uit de veelheid aan afvoervaten.
7. Het toestel volgens de voorgaande conclusie waarbij de selectie-inrichting (28) voorts in staat is om een één-op- één-relatie tot stand te brengen tussen de uitlaat van het ten minste ene mengvat en de inlaat van een afvalverwijderingsvoorziening (10).
8. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij de ten minste ene afvoerinrichting (1a tot 1e) een stroomregelmiddel omvat.
9. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij de pomp van de ten minste ene afvoerinrichting voor het pompen van de ten minste ene detergentformulering van het afvoervat (8a tot 8e) naar de ten minste ene behandelingsinrichting (42) een verdringerpomp is.
10. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij de toevoerverbinding tussen de ten minste ene afvoerinrichting en de ten minste ene behandelingsinrichting voorzien is van een tegendrukregelaar (2a tot 2e), bij voorkeur stroomafwaarts van de pomp.
11. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij de toevoerverbinding van de ten minste ene afvoerinrichting naar de ten minste ene behandelingsinrichting voorzien is van een stroomsensor (5a tot 5f), bij voorkeur stroomafwaarts van de pomp.
12. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij het laagpeilsignaal van de peilsensor is uitgerust om in het ten minste ene mengvat de bereiding in gang te zetten van een nieuwe lading van de detergentformulering, en vervolgens de overbrenging van die nieuwe lading naar het ten minste ene afvoervat.
13. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij de ten minste ene afvoerinrichting uitgerust is voor het toevoeren van de detergentformulering door het, op verzoek, naar de behandelingsinrichting (42) overbrengen van de detergentformulering gedurende een tijdspanne, bij voorkeur een tijdspanne in functie van de gevraagde hoeveelheid detergentformulering.
14. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij het toestel (41) uitgerust is voor het registreren van de tijdspannen van de overbrenging van de detergentformulering naar de behandelingsinrichting (42) en voor het rapporteren van de aanvoer van de detergentformulering naar de behandelingsinrichting op gewichtsbasis.
15. Het toestel volgens conclusie 13 of 14 dat uitgerust is voor het berekenen van de aanvoertijden van de detergentformulering van het ten minste ene afvoervat naar de ten minste ene behandelingsinrichting op basis van de totale tijd van de aanvoeren van ten minste één voorgaande lading van de detergentformulering die is overgebracht naar de ten minste ene behandelingsinrichting tussen twee opeenvolgende laagpeilsignalen in het ten minste ene afvoervat en het gewicht van die ten minste ene voorgaande lading van de detergentformulering die in het ten minste ene mengvat werd bereid.
16. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies waarbij het toestel ondergebracht is in een behuizing, bij voorkeur een behuizing die kan worden vergrendeld.
17. Het toestel volgens de voorgaande conclusie waarbij de behuizing een ventilatiesysteem omvat, waarbij de uitlaat van het ventilatiesysteem bij voorkeur een filter omvat, bij voorkeur een filter die in staat is om ook aerosols op te vangen, met meer voorkeur inclusief vloeibare aerosols van minder dan een micrometer.
18. Het toestel volgens om het even welke van de voorgaande conclusies, dat voorzien is van een vermogen om te communiceren via een extern netwerk, bij voorkeur via een internetverbinding (16).
19. Werkwijze voor het bereiden en toevoeren van ten minste één enzymhoudende detergentformulering die als bestanddeel een hoeveelheid van ten minste één enzymconcentraat omvat, waarbij de werkwijze gebruikmaakt van het toestel (41) volgens om het even welke van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat:
a. het vanuit een veelheid aan toevoerbronnen (3a tot 3f) overbrengen van de nodige bestanddelen voor het vormen van een lading van de ten minste ene detergentformulering naar een mengvat (25),
b. het mengen van de bestanddelen in het mengvat om de lading van de ten minste ene detergentformulering te vormen,
c. het afvoeren van de lading van de gevormde detergentformulering uit het mengvat,
d. het door pompen toevoeren van ten minste een deel van de lading van de ten minste ene detergentformulering naar ten minste één behandelingsinrichting (42), met het kenmerk dat ten minste één toevoerbron een enzymconcentraat omvat, dat de bereiding ter plaatse wordt uitgevoerd bij de behandelingsinrichting (42), en dat de toegevoerde hoeveelheden van de ten minste ene detergentformulering en van het ten minste ene enzymconcentraat als deel van de ten minste ene detergentformulering bepaald worden in gewicht.
20. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie waarbij het toestel is voorzien van ten minste één watertoevoer, en waarbij de detergentformulering bij voorkeur een formulering op waterbasis is, waarbij de watertoevoer bij voorkeur een toevoer van gemeentelijk leidingwater is of van onthard gemeentelijk leidingwater.
21. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-20 waarbij het gewicht van het mengvat (25), met inbegrip van de inhoud ervan, wordt gemonitord (11) tijdens het overbrengen van de bestanddelen naar het mengvat en de hoeveelheden in gewicht van ieder toegevoegd bestanddeel worden geregeld en geregistreerd.
22. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie die de stap omvat van het vergelijken van de hoeveelheden in gewicht van alle toegevoegde bestanddelen met een vooraf bepaald recept voor de detergentformulering.
23. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie die voorts, indien de bereide detergentformulering afweek van het vooraf bepaalde recept, de stap omvat van het afvoeren van de detergentformulering naar een afvaluitlaat (10).
24. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-23 waarbij de detergentformulering vanuit het mengvat (25) wordt afgevoerd in ten minste één afvoervat (8a tot 8e) en de detergentformulering wordt toegevoerd vanuit het ten minste ene afvoervat naar de ten minste ene behandelingsinrichting (42).
25. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie waarbij een veelheid aan afvoervaten beschikbaar is voor het opnemen van de detergentformulering die is afgevoerd uit het mengvat en de werkwijze, vóór het afvoeren uit het mengvat, de stap omvat van het tot stand brengen van een één-op-één-verbinding tussen de uitlaat van het mengvat en de inlaat van één element dat gekozen is uit de veelheid aan afvoervaten en de afvalverwijderingsvoorziening, indien aanwezig.
26. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-25 waarbij de detergentformulering wordt toegevoerd naar de ten minste ene behandelingsinrichting door het pompen (1a tot 1e) van de detergentformulering.
27. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie die voorts de stap omvat van het handhaven van een druk boven de atmosferische druk in de toevoerverbinding voor het toevoeren van de detergentformulering naar de ten minste ene behandelingsinrichting stroomafwaarts van de pomp.
28. De werkwijze volgens conclusie 26 of 27 waarbij de toegevoerde hoeveelheid van de detergentformulering wordt geregeld door het regelen van de tijdsduur van het pompen van het ten minste ene deel van de detergentformulering naar de ten minste ene behandelingsinrichting, met behulp van een vooraf bepaald pompdebiet in gewicht om de benodigde hoeveelheid detergentformulering om te zetten naar een pomptijdsduur die nodig is om de hoeveelheid in gewicht toe te voeren.
29. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie waarbij het vooraf bepaalde pompdebiet berekend is met behulp van de totale pomptijdsduur die nodig was voor het toevoeren van de ten minste ene voorgaande lading van dezelfde detergentformulering en de totale hoeveelheid in gewicht van de overeenkomstige lading die is geregistreerd als deel van de bereiding van die lading, waarbij de berekening bij voorkeur gebruikmaakt van de overeenkomstige totale tijdsduur voor het pompen van, en de totale hoeveelheid van, de ten minste twee voorgaande ladingen van dezelfde detergentformulering, met meer voorkeur de ten minste drie voorgaande ladingen, met nog meer voorkeur de ten minste vier voorgaande ladingen, met zelfs nog meer voorkeur de ten minste vijf voorgaande ladingen van dezelfde detergentformulering.
30. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-29 die voorts het rapporteren omvat van de hoeveelheid in gewicht van de detergentformulering die gedurende een vooraf bepaalde tijdspanne is afgeleverd aan de ten minste ene behandelingsinrichting.
31. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-30 die het koppelen omvat van het toestel (41) met een server (13) en het door de server ontvangen, analyseren en verzenden van gegevens die zijn gegenereerd door het toestel, met inbegrip van de hoeveelheden in gewicht van de detergentformulering volgens hetzelfde recept dat is afgeleverd aan de ten minste ene behandelingsinrichting.
32. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie die voorts het door het toestel (41) ontvangen omvat van signalen van de server (13).
33. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 31-32 waarbij de server (13) een beheerder (15) omvat die de hoeveelheden in gewicht en de kwaliteiten bijhoudt van detergentformulering die daadwerkelijk is afgeleverd aan de ten minste ene behandelingsinrichting (42).
34. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie die voorts het berekenen omvat van de bedrijfskosten van de leveringen aan de ten minste ene behandelingsinrichting (42).
35. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie die voorts de stap omvat van het uitreiken van een factuur (18) voor de leveringen aan de exploitant of de ten minste ene behandelingsinrichting (42).
36. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie waarbij de factuur wordt uitgereikt door de factuur (18) over te dragen aan een beheerder (14) voor de ten minste ene behandelingsinrichting (42).
37. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-36 waarbij het ten minste ene enzym gekozen wordt uit protease, lipase, en combinaties daarvan.
38. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-37 waarbij ten minste één tweede toevoerbron een concentraat omvat, en bij voorkeur is, van ten minste één tweede enzym dat in staat is om detergentwerking te vertonen en dat verschilt van het eerste ten minste ene enzym.
39. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-38 waarbij het ten minste ene enzym lipase omvat en waarbij het lipaseconcentraat bij voorkeur aanwezig is in de detergentformulering in een concentratie in het bereik van ten minste 0,2 gew.-%, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm.
40. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-39 waarbij de detergentformulering totale eiwitten omvat in een concentratie van ten minste 5 ppm in gewicht.
41. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-40 waarbij het ten minste ene enzym protease omvat en waarbij het proteaseconcentraat bij voorkeur aanwezig is in de detergentformulering in een concentratie in het bereik van ten minste 0,2 gew.-%, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm.
42. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-41 waarbij het ten minste ene enzymconcentraat ten minste één amylaseconcentraat omvat en waarbij het amylase- enzymconcentraat bij voorkeur aanwezig is in de detergentformulering in een concentratie die in een gewichtsverhouding staat tot de concentratie van het ten minste ene lipase-enzymconcentraat van ten minste 0,1 en ten hoogste 2,0, berekend op de totale enzymconcentraten in hun vloeibare vorm.
43. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-42 waarbij het ten minste ene enzymconcentraat ten minste één cellulaseconcentraat omvat en waarbij het cellulase- enzymconcentraat bij voorkeur aanwezig is in de detergentformulering in een concentratie die in een gewichtsverhouding staat tot de concentratie van het ten minste ene lipase-enzymconcentraat van ten minste 0,05 en ten hoogste 1,5, berekend op de totale enzymconcentraten in hun vloeibare vorm.
44. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-43 waarbij de detergentformulering voorts ten minste één oppervlakteactieve stof omvat.
45. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-44 waarbij de detergentformulering ten minste één lipase- enzymconcentraat omvat en de detergentformulering voorts ten minste één amineoxide omvat als een eerste oppervlakteactieve stof, bij voorkeur een oxide van een tertiair amine, waarbij het amineoxide met meer voorkeur een alkyldimethylamineoxide is, waarbij het amineoxide met nog meer voorkeur lauryldimethylamineoxide omvat en waarbij het amineoxide met zelfs nog meer voorkeur in hoofdzaak lauryldimethylamineoxide is.
46. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie waarbij de detergentformulering geen andere oppervlakteactieve stof omvat dan het ten minste ene amineoxide, uitgezonderd oppervlakteactieve stoffen die mogelijk aanwezig waren in de niet-oppervlakteactieve bestanddelen voor het bereiden van de detergentformulering.
47. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 45-46 waarbij de detergentformulering een totaal van andere oppervlakteactieve stoffen dan het ten minste ene amineoxide omvat in een concentratie van ten hoogste 200% van de concentratie van het ten minste ene amineoxide.
48. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-47 waarbij de detergentformulering voorts een niet- ionische oppervlakteactieve stof omvat, bij voorkeur een geëthoxyleerde en/of gepropoxyleerde oppervlakteactieve stof, met meer voorkeur de geëthoxyleerde en/of gepropoxyleerde oppervlakteactieve stof met een gemiddelde ethoxylatiegraad van ten hoogste 9 en eventueel ten minste 4.
49. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-48 waarbij de detergentformulering voorts ten minste één alkylpolyglycoside omvat, bij voorkeur een alkylpolyglucoside, bij voorkeur een C8-C10-alkylpolyglucoside.
50. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-49 waarbij de detergentformulering voorts ten minste één verbinding omvat die de waterhardheid verhoogt, bij voorkeur een verbinding die in staat is om calcium- en/of magnesiumkationen vrij te geven in een waterige omgeving, waarbij de verbinding die de waterhardheid verhoogt bij voorkeur gekozen is uit een calciumzout, een magnesiumzout, en combinaties daarvan.
51. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-50 waarbij de detergentformulering voorts water als bestanddeel omvat, waarbij bij voorkeur ten minste een deel van het water in de detergentformulering afvoerwater van een spoelstap is.
52. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-51 waarbij de lading van detergentformulering wordt toegevoerd naar ten minste één van een veelheid aan behandelingsinrichtingen, meer in het bijzonder naar ten minste twee behandelingsinrichtingen, bij voorkeur ten minste drie en met meer voorkeur ten minste vier behandelingsinrichtingen, waarbij de behandelingsinrichtingen van hetzelfde type of verschillend zijn, waarbij eventueel ten minste twee behandelingsinrichtingen twee verschillende delen van dezelfde sequentie van opeenvolgende behandelingsstappen vertegenwoordigen.
53. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-52 die voorts ten minste één stap omvat van wassen of reinigen waarbij ten minste een deel van de detergentformulering wordt gebruikt in de stap van wassen of reinigen.
54. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-53 die voorts een voorwasstap omvat, waarbij de detergentformulering wordt gebruikt in de voorwasstap.
55. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 19-54 die voorts de stappen omvat van het mengen van de detergentformulering met water om een vloeistof voor wassen of reinigen te vormen, en van het toevoeren van de vloeistof naar de ten minste ene behandelingsinrichting, waarbij bij voorkeur ten minste een deel van het gebruikte water afvoerwater van een spoelstap is, met meer voorkeur een spoelstap die wordt uitgevoerd als deel van een wassequentie die de ten minste ene behandelingsinrichting omvat.
56. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie waarbij de vloeistof voldoet aan ten minste één en bij voorkeur alle van de volgende voorwaarden: ° de vloeistof omvat ten minste één lipase-enzymconcentraat in een concentratie van ten minste 5 ppm en ten hoogste 500 ppm in gewicht, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm,
° de vloeistof omvat ten minste één protease-enzymconcentraat in een concentratie van ten minste 5 ppm en ten hoogste 500 ppm in gewicht, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm, ° de vloeistof omvat totale eiwitten in een concentratie van ten minste ppm in gewicht en ten hoogste 600 ppm in gewicht, in typische gevallen ongeveer 50-60 ppm in gewicht, ° de vloeistof omvat ten minste één amylase-enzymconcentraat in een concentratie van ten minste 2 ppm en ten hoogste 250 ppm in gewicht, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm, 10 ° de vloeistof omvat ten minste één cellulase-enzymconcentraat in een concentratie van ten minste 2 ppm en ten hoogste 250 ppm in gewicht, berekend op het totale enzymconcentraat in zijn vloeibare vorm, ° de vloeistof omvat ten minste één amineoxide als een eerste oppervlakteactieve stof in een concentratie van ten minste 1 ppm in gewicht en ten hoogste 100 ppm in gewicht, in typische gevallen ongeveer 10-15 ppm in gewicht, ° de vloeistof omvat ten minste één niet-ionische oppervlakteactieve stof als een tweede oppervlakteactieve stof, bij voorkeur een gealkoxyleerde oppervlakteactieve stof of een alkylpolyglycoside, waarbij de ten minste ene niet-ionische oppervlakteactieve stof bij voorkeur aanwezig is in een concentratie van ten hoogste 500 ppm in gewicht, met meer voorkeur ten hoogste 400 ppm in gewicht, ° de vloeistof omvat een totaal van andere oppervlakteactieve stoffen dan het ten minste ene amineoxide en de ten minste ene niet-ionische oppervlakteactieve stof in een concentratie van ten hoogste 200% van de concentratie van het amineoxide, en ° de vloeistof omvat ten minste één verbinding die de waterhardheid verhoogt, bij voorkeur een verbinding die in staat is om calcium- en/of magnesiumkationen vrij te geven in een waterige omgeving, waarbij de verbinding die de waterhardheid verhoogt bij voorkeur gekozen is uit een calciumzout, een magnesiumzout, en combinaties daarvan.
57. De werkwijze volgens de voorgaande conclusie die voorts het aan de vloeistof toevoegen omvat van een extra bestanddeel dat gekozen is uit ten minste één extra oppervlakteactieve stof, een biocide, een zuur, een builder, een dispergeermiddel, een vuilafstotend polymeer, een acrylaat, een antistatisch middel, een buffermiddel, een schuimregelend middel, een optische witmaker, een kleurstof, een oplosmiddel, en een pH-instelmiddel.
58. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 56-57 waarbij de vloeistof geen andere oppervlakteactieve stof omvat dan het amineoxide, uitgezonderd oppervlakteactieve stoffen die mogelijk aanwezig waren als bestanddeel in de niet-oppervlakteactieve bestanddelen die zijn gebruikt voor het bereiden van de vloeistof.
59. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 55-58 die voorts ten minste één stap omvat van wassen of reinigen die een behandeld voorwerp oplevert en waarbij ten minste een deel van de vloeistof wordt gebruikt in de stap van wassen of reinigen, waarbij de stap van wassen of reinigen bij voorkeur een voorwasstap is.
60. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 55-59 die voorts een hoofdwasstap omvat die een behandeld voorwerp oplevert en waarbij ten minste een deel van de vloeistof gebruikt wordt in de hoofdwasstap, waarbij bij voorkeur extra oppervlakteactieve stof wordt toegevoegd aan de wasvloeistof die wordt toegevoerd naar de hoofdwasstap.
61. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 55-60 die voorts een spoelstap omvat, waarbij afvoerwater uit de spoelstap wordt gebruikt bij de bereiding van de wasvloeistof en bij voorkeur ook bij de bereiding van de detergentformulering.
62. De werkwijze volgens om het even welke van de conclusies 59-61 waarbij de stap van wassen of reinigen deel uitmaakt van een industriële waswerkwijze, bij voorkeur een wasgoedwaswerkwijze, met meer voorkeur een wastunnel.
63. Gebruik van het toestel volgens om het even welke van de conclusies 1-18 voor de bereiding van ten minste één enzymhoudende detergentformulering door het mengen van de bestanddelen van de formulering en voor het toevoeren van de ten minste ene detergentformulering naar ten minste één behandelingsinrichting.
64. Het gebruik volgens de voorgaande conclusie als onderdeel van een toevoersysteem dat zich ter plaatse bevindt bij de ten minste ene behandelingsinrichting.
65. Het gebruik volgens conclusie 63 of 64 in de textielwasindustrie, in de biowetenschappen of de farmaceutische industrie, in de voedingsindustrie, in de cosmetische industrie, in een ziekenhuis, en/of in de industrie die levert aan ziekenhuizen, de voedingsindustrie, de biowetenschappen of de farmaceutische industrie.
BE20225525A 2021-06-29 2022-06-29 Werkwijze en toestel voor het ter plaatse bereiden en doseren van een enzymhoudende detergentformulering BE1029579B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP21182317 2021-06-29

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029579A1 BE1029579A1 (nl) 2023-01-31
BE1029579B1 true BE1029579B1 (nl) 2023-02-06

Family

ID=76708020

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225525A BE1029579B1 (nl) 2021-06-29 2022-06-29 Werkwijze en toestel voor het ter plaatse bereiden en doseren van een enzymhoudende detergentformulering

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP4363092A1 (nl)
BE (1) BE1029579B1 (nl)
WO (1) WO2023275192A1 (nl)

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5340211A (en) * 1986-02-26 1994-08-23 Micro Chemical, Inc. Programmable apparatus and method for delivering microingredient feed additives by weight
CH676749A5 (nl) * 1988-07-29 1991-02-28 Cydec Eng
JPH10142035A (ja) 1996-11-12 1998-05-29 Lion Corp 計量供給方法および装置
WO2006000237A1 (en) 2004-06-23 2006-01-05 Ecolab Inc. Method for multiple dosage of liquid products, dosing appartus and dosing system
GB0625896D0 (en) 2006-12-23 2007-02-07 Colormatrix Holdings Inc Apparatus for delivering a fluid and methods relating thereto
WO2009019075A1 (en) 2007-08-03 2009-02-12 Unilever Plc Sequential enzyme delivery system
BE1024009B9 (nl) 2013-10-04 2017-11-30 Christeyns N V Inrichting voor het ter plaatse bereiden en toepassen van bleekmiddel en/of desinfectiemiddel
US10119101B2 (en) 2014-04-28 2018-11-06 Ecolab Usa Inc. Method of minimizing enzyme based aerosol mist using a pressure spray system
US10003653B2 (en) 2015-08-13 2018-06-19 Delaware Capital Formation, Inc. Wireless interface module for chemical dispensing system
US20170223921A1 (en) 2016-02-08 2017-08-10 Delaware Capital Formation, Inc. On-site chemical blending and dispensing system
ES2760469T3 (es) 2016-06-09 2020-05-14 Unilever Nv Dispositivo para el suministro de productos para lavandería
BR112020015198A2 (pt) 2018-02-02 2021-05-04 Unilever N.V. sistema de lavanderia para dispensar uma ou mais composições de ingrediente, sistema circular para usar reservatórios de auto dosagem reutilizáveis, aparato para dispensar uma ou mais composições de ingrediente, método para dispensar uma ou mais composições de ingrediente, método implementado por computador para dispensar uma ou mais composições de ingrediente e reservatório de ingrediente

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029579A1 (nl) 2023-01-31
EP4363092A1 (en) 2024-05-08
WO2023275192A1 (en) 2023-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1696782B1 (de) Geschirrspülmaschine mit einer dosiervorrichtung für zu schlagmittel und zugehöriges verfahren
EP3302210B1 (de) Vorrichtung und verfahren zur bestimmung der schmutzfracht in einer spül- oder waschflotte
AU2012260570B2 (en) Automated cleaning method and apparatus
EP2571609B1 (en) Solid chemical product dilution control
US20120028364A1 (en) Stop-Flow Analytical Systems and Methods
CN104159673A (zh) 用于工业应用的离子交换树脂的酸再生
CN101528683A (zh) 制备过氧羧酸的装置和方法
CN102380113A (zh) 对啤酒生产过程的相关设备进行清洗消毒的系统及方法
CN102858193A (zh) 用于消毒酸性浴中产品的系统和方法
US11643341B2 (en) Antimicrobial capture system with carbon container
BE1029579B1 (nl) Werkwijze en toestel voor het ter plaatse bereiden en doseren van een enzymhoudende detergentformulering
NZ251934A (en) Dishwashing machine with rinse aid solution formed outside machine and delivered to reservoir inside machine where holding time and temperature is sufficient to prevent biological contamination
CN102380116A (zh) 分布式清洗消毒系统
AU2004283557B2 (en) Tableware-washing process including a biocide
BE1029562B1 (nl) Verbeterd enzymhoudend additief en detergentvloeistofformuleringen
Holah Disinfection of food production areas
CN216073142U (zh) 一种用于水处理的粉末活性炭加药设备
Mrozek Detergency and disinfection

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230206