BE1029500B1

BE1029500B1 - Mobiele filterinrichting

Info

Publication number: BE1029500B1
Application number: BE20215466A
Authority: BE
Inventors: Jeroen CALLEWAERT; Rikie Seynaeve; Mathias Meersseman; Johan Craeye
Original assignee: Desotec
Priority date: 2021-06-15
Filing date: 2021-06-15
Publication date: 2023-01-25
Also published as: BE1029500A9; BE1029500A1

Abstract

De huidige aanvrage betreft een mobiele filterinrichting geconfigureerd voor het zuiveren van gas- en/of vloeistofstroom welke een koppelplatform omvat voorzien in het bovenvlak van een inlaat en uitlaat voor herhaalbare koppeling aan een overeenkomstige inlaat en uitlaat van de mobiele filterinrichting en voorzien in het zijvlak van een inlaat en uitlaat voor koppeling aan een overeenkomstige inlaat en uitlaat van een industriële installatie.

Description

MOBIELE FILTERINRICHTING

VAKGEBIED VAN DE UITVINDING De huidige aanvraag betreft een mobiele filterinrichting geconfigureerd voor het zuiveren van een gas- en/of voeistofstroom welke een koppelplatform omvat voorzien in het bovenvlak van een inlaat en uitlaat voor herhaalbare koppeling aan een overeenkomstige inlaat en uitlaat van de mobiele filterinrichting en voorzien in het zijvlak van een inlaat en uitlaat voor koppeling aan een overeenkomstige inlaat en uitlaat van een industriële installatie.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Bij veel industriële processen komen gassen vrij die de omgevingslucht vervuilen. Deze vervuiling kan bestaan uit sulfaten, nitraten, zware metalen, organische verontreinigingen en/of andere schadelijke, irriterende componenten en geuren. Deze vervuiling kan door middel van diverse technieken bestreden worden zoals bijvoorbeeld lucht- of gaswassing, biologische filtratie, actief kool filtratie en naverbranding. Vaak worden er op industriële bedrijven filters voorzien die vervuilende stoffen uit de lucht, het water en de grond opvangen. De filters bevatten actieve kool die als een spons werkt en verontreinigingen opzuigt. Het gebruik van actieve kool filters heeft als voordeel dat het actieve kool herbruikbaar wordt na reactivatie waardoor er niet steeds nieuwe actieve kool moet aangemaakt worden. Dergelijke circulaire filteroplossingen zijn bijgevolg duurzame oplossingen voor de ecologische problemen waar industriële bedrijven mee te maken krijgen. Echter, wanneer de het actief kool filter het einde van zijn standtijd bereikt, dient deze te worden vervangen door een nieuwe filterinrichting en wordt de verzadigde actief kool filter weggebracht naar een faciliteit waar deze geregenereerd kan worden. Op deze manier kan de actieve kool hergebruikt worden. Daarom zijn de filterinrichtingen vaak mobiele eenheden welke makkelijk getransporteerd kunnen worden van en naar industriële bedrijven. Echter, doordat de mobiele filterinrichtingen vaak aan- en afgekoppeld dienen te worden aan de industriële installaties, zorgt dit vaak voor lekken bij de koppelstullen welke telkens dienen te worden aangesloten tussen de mobiele filterinrichting en de vaste installatie van de gebruiker. De veelvuldige manipulatie, aankoppeling en afkoppeling zorgt ervoor dat de koppelstukken gevoelig zijn voor slijtage en bijgevolg een zwakke schakel vormen in het proces. Een lek in de koppelstukken wordt niet altijd tijdig opgemerkt en kan lijden tot ernstige milieuschade. De huidige uitvinding biedt een oplossing voor deze problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De huidige uitvinding betreft een koppelplatform welke vast verbonden is met een industriële installatie en waarop een mobiele filterinrichting kan aangekoppeld worden zonder dat er een manuele aankoppeling van de in- en uitlaat van de mobiele filterinrichting dient te gebeuren.

Dienovereenkomstig voorziet de onderhavige uitvinding in een koppelplatform voor een mobiele filterinrichting geconfigureerd voor het zuiveren van gas- en/of vloeistofstroom, omvattende: s een kader samengesteld uit buitenstel en een binnenstel; e waarbij het buitenste! een, minstens aan de hoeken van het buitenstel aangebrachte, veelvoud van grondsteunen bevat; s waarbij het binnenstel een filterkoppeling en een installatiekoppeling bevat die fluidisch met elkaar in verbinding staan; e de filterkoppeling bevattende minstens één inlaat en minstens éen uitlaat die geconfigureerd zijn voor herhaalbare koppeling aan een overeenkomstige inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting; s de installatiekoppeling bevattende minstens één inlaat en minstens één uitlaat die geconfigureerd zijn voor koppeling aan een overeenkomstige inlaat/uitlaat van een industriële installatie; e waarbij de filterkoppeling is aangebracht aan een bovenvlak van het binnenstel en de installatiekoppeling aan een zijvlak zodanig dat de inlaten/uitlaten in een nagenoeg rechte hoek ten opzichte van elkaar staan; en, e waarbij de filterkoppeling een beweegbaar ingerichte aansluitstuk bevat die geconfigureerd is voor aansluiting aan een inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting; en een spanmiddel die geconfigureerd is om het aansluitstuk tegen de genoemde inlaat/uitlaat te spannen.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform volgens de onderhavige uitvinding erin dat het aansluitstuk s minstens twee, boven elkaar geplaatste, flenzen; e een, in de lengte verstelbare, buis die de minstens twee flenzen met elkaar verbindt; en e een, tussen de minstens twee flenzen aangebrachte, drukveer die geconfigureerd is om de buis te verlengen; bevat.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform volgens de onderhavige uitvinding erin dat het aansluitstuk een trechter bevat met een bredere ingang, die geconfigureerd is om een aanvoer/afvoerbuis van de verwisseibare filterinrichting af te sluiten, en een smallere uitgang, die geconfigureerd is om een gas- en/of vloeistofstroom naar de filterkoppeling te leiden.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform volgens de onderhavige uitvinding erin dat de installatiekoppeling een flenskoppeling bevat die geconfigureerd is voor koppeling aan een aanvoer/afvoerbuis van de industriële installatie.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform volgens de onderhavige uitvinding erin dat de filterkoppeling, bij voorkeur het aansluitstuk, geconfigureerd is voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m°/h, bij voorkeur 4500 m?/h, meer bij voorkeur 4000 m°/h of een vloeistofstroom met een debiet van hoogstens 100 m°/h.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform volgens de onderhavige uitvinding erin dat het buitenstel een, minstens aan de hoeken van het buitenstel aangebrachte, veelvoud van aanslagen bevat die geconfigureerd zijn om, aan een grondvlak van de mobiele filterinrichting voorziene, voetsteunen vast te zetten.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform volgens de onderhavige uitvinding erin dat het buitenstel verdere grondsteunen bevat die zijn ingericht tussen de aan de hoeken van het buitenstel aangebrachte grondsteunen.

In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een mobiele filtersamenstel bevattende een mobiele filterinrichting geconfigureerd voor het zuiveren van een gas- en/of vloeistof stroom en het koppelplatform volgens de hierin beschreven uitvinding, waarbij de mobiele filterinrichting minstens één inlaat en minstens één uitlaat bevat die zijn aangebracht aan een grondvlak van de mobiele filterinrichting; en waarbij de mobiele filterinrichting met het grondvlak op het bovenvlak van het koppelplatform is geplaatst ter koppeling van de overeenkomstige inlaat/uitlaat met de filterkoppeling van het koppelplatform.

In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding erin dat de mobiele filterinrichting een veelvoud van voetsteunen bevat die geconfigureerd zijn voor plaatsing op het buitenstel van het koppelplatform; bij voorkeur plaatsing tegen de aanslagen voorzien op het buitenstel.

In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding erin dat de inlaat en uitlaat van de mobiele filterinrichting geconfigureerd zijn voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m?/h, bij voorkeur

4500 m°/h, meer bij voorkeur 4000 m°/h of een vloeistofstroom met een debiet van hoogstens 100 m°/h. In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding erin dat de mobiele filterinrichting is gevuld met actieve kool.

In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding erin dat de mobiele filterinrichting geconfigureerd is voor het filteren van een gasstroom bestaande uit lucht, een ander gas en/of combinatie van gassen; bij voorkeur stikstof, koolstofdioxide en/of methaan, waaruit organische en anorganische polluenten moet verwijderd worden zoals bij voorkeur alifatische koolwaterstoffen, aromatische koolwaterstoffen, zwavel en stikstof gebonden organische componenten, gehalogeneerde organische componenten, waterstofsulfide, ammoniak, en/of kwik.

In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel volgens de onderhavige uitvinding erin dat de mobiele filterinrichting geconfigureerd is voor het filteren van een vloeistofstroom bestaande uit afvalwater en/of een andere vloeistof zoals plantaardige of dierlijke oliën, pyrolyseoliën, en organische vloeistofstromen zoals (bio)ethanol, aminozuuroplossingen etc.

In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in het gebruik van een koppelplatform volgens de hierin beschreven uitvinding voor het koppelen van een mobiele filterinrichting aan een industriële installatie.

In het bijzonder voorziet het gebruik volgens de onderhavige uitvinding erin dat het koppelplatform gebruikt wordt voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m3/h, bij voorkeur 4500 m°/h, meer bij voorkeur 4000 m3/h of een vloeistofstroom met een debiet van hoogstens 100 m°/h.

In het bijzonder voorziet het gebruik volgens de onderhavige uitvinding erin dat het koppelplatform gebruikt wordt voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom bestaande uit lucht, een ander gas en/of combinatie van gassen; bij voorkeur stikstof, koolstofdioxide en/of methaan, waaruit organische en anorganische polluenten moet verwijderd worden zoals bij voorkeur alifatische koolwaterstoffen, aromatische koolwaterstoffen, zwavel en stikstof gebonden organische componenten, gehalogeneerde organische componenten, waterstofsulfide, ammoniak, en/of kwik.

In het bijzonder voorziet het gebruik volgens de onderhavige uitvinding erin dat het koppelplatform gebruikt wordt voor het aanvoeren/afvoeren van een vloeistofstroom bestaande uit afvalwater en/of een andere vloeistof zoals plantaardige of dierlijke oliën, pyrolyseoliën, en organische vloeistofstromen zoals (bio)ethanol, aminozuuroplossingen etc.

In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze voor de 5 koppeling van een mobiele filterinrichting aan een koppelplatform volgens de hierin beschreven uitvinding, omvattende de stappen: (a) het monteren van het genoemde koppelplatform met een gewenste oriëntatie van de filterkoppeling en installatiekoppeling; (b} het transporteren van een mobiele filterinrichting in een liggende positie met een transportmiddel tot tegen het koppelplatform; (c) het kantelen van de mobiele filterinrichting naar een opstaande positie op een manier dat de voetsteunen van de mobiele filterinrichting op het buitenstel van het koppelplatform geplaatst worden; (d} het koppelen van de inlaat/uitlaat van de filterkoppeling aan de overeenkomstige inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting.

In het bijzonder voorziet de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding erin dat in stap {a} een koppelen van de inlaat/uitlaat van de installatiekoppeling aan de overeenkomstige inlaat/uitlaat van de industriële installatie bevat.

In het bijzonder voorziet de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding erin dat in stap (c) een vastzetten van de voetsteunen van de mobiele filterinrichting door aanslagen voorzien op het buitenstel van het koppelplatform bevat.

In het bijzonder voorziet de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding erin dat in stap {d} een automatisch aansluiten van een aansluitstuk rond een aanvoer/afvoerbuis van de verwisselbare filterinrichting door een spanmiddel zoals een drukveer bevat.

FIGUREN Fig. 1: Illustratie van een voorbeeld van een koppelplatform voor een mobiele filterinrichting zoals in deze aanvraag beschreven.

Fig. 2: Zijaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een koppelplatform voor een mobiele — filterinrichting zoals in deze aanvraag beschreven vanuit de kijkhoek kijken op het zijvlak met de inlaat en uitlaat naar de industriële installatie.

Fig. 3: Zijaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een koppelplatform voor een mobiele filterinrichting zoals in deze aanvraag beschreven vanuit de kijkhoek dwars op het zijvlak met de inlaat en uitlaat naar de industriële installatie. Fig. 4: Bovenaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een koppelplatform voor een mobiele filterinrichting zoals in deze aanvraag beschreven. Fig. 5: Dwarsdoorsnede van een voorbeelduitvoeringsvorm van een koppelplatform voor een mobiele filterinrichting zoals in deze aanvraag beschreven langs lijn A-A (zie Fig. 4). Fig. 6: lllustratie van een voorbeelduitvoeringsvorm van een koppelplatform met mobiele filterinrichting zoals in deze aanvraag beschreven. Fig. 7: lliustratie van een voorbeelduitvoeringsvorm van een koppelplatform waarop een mobiele filterinrichting wordt geplaatst zoals in deze aanvraag beschreven. Nummering: koppelplatform {10}; buitenstel {11}; grondsteun (15); aanslag (16); binnenstel (21); drukveer (22); mobiele filterinrichting (30); filterkoppeling (31); filterinrichting-voetsteun (36); installatiekoppeling {41}; mobiele filtersamenstel (100).

BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING Voordat het onderhavige systeem en de onderhavige werkwijze van de uitvinding worden beschreven, dient duidelijk te zijn dat deze uitvinding niet beperkt is tot specifieke systemen en werkwijzen of combinaties die worden beschreven, aangezien dergelijke systemen en werkwijzen en combinaties uiteraard kunnen variëren. Het dient eveneens duidelijk te zijn dat de terminologie die in deze aanvraag wordt gebruikt niet bedoeld is als beperkend, aangezien de reikwijdte van de onderhavige uitvinding uitsluitend wordt beperkt door de aangehechte conclusies. Zoals in deze aanvraag gebruikt, omvatten de enkelvoudige vormen “de”, “het” en “een” zowel de enkelvoudige als meervoudige verwijzingen, tenzij de context duidelijk anders aangeeft. De termen “omvattende”, “omvat” en “samengesteld uit” zijn, zoals in deze aanvraag gebruikt, synoniem met “inclusief”, “met inbegrip van”, “bevattende” of “bevat” en zijn inclusief of met een open uiteinde en sluiten geen bijkomende, niet-vermelde leden, onderdelen of werkwijzestappen uit. Het zal duidelijk zijn dat de termen “omvattende”, “omvat” en “samengesteld uit” zoals in deze aanvraag gebruikt de termen “bestaand uit" en “bestaat uit” omvatten.

De vermelding van numerieke bereiken met eindpunten omvat alle getallen en fracties die binnen de bijbehorende bereiken vallen, evenals de vermelde eindpunten.

De term “ongeveer” of “bij benadering” is, zoals in deze aanvraag gebruikt wanneer wordt verwezen naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, bedoeld variaties van +/-10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, met meer voorkeur +/-1% of minder en met nog meer voorkeur +/-0,1% of minder van de gespecificeerde waarde te omvatten, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om in de beschreven uitvinding te worden uitgevoerd. Het dient duidelijk te zijn dat de waarde waarnaar de modificator “ongeveer” of “bij benadering” verwijst zelf ook specifiek is en bij voorkeur wordt beschreven.

Hoewel de termen “één of meer” of “ten minste één”, zoals één of meer leden of ten minste één lid van een groep leden, op zich duidelijk zijn, omvatten de termen bij wijze van verdere toelichting onder andere een verwijzing naar één van genoemde leden of naar elke willekeurige twee of meer van genoemde leden, zoals elke willekeurige > 3, 2 4,2 5, 2 6 of > 7, etc. van genoemde leden, en tot aan alle genoemde leden.

Alle verwijzingen die in de onderhavige beschrijving worden aangehaald, zijn hiermee door verwijzing in hun geheel opgenomen. In het bijzonder is de leer van alle verwijzingen waarnaar in deze aanvraag specifiek wordt verwezen door verwijzing opgenomen.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen die bij het beschrijven van de uitvinding worden gebruikt, met inbegrip van technische en wetenschappelijke termen, dezelfde betekenis als wordt begrepen door iemand met gemiddelde kennis van het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Bij wijze van verdere geleiding worden de definities van de termen opgenomen om de leer van de onderhavige uitvinding beter te begrijpen.

In de volgende passages worden verschillende aspecten van de uitvinding meer in detail gedefinieerd. Elk aspect dat als zodanig wordt gedefinieerd, kan met elk willekeurig ander aspect of alle willekeurige andere aspecten worden gecombineerd, tenzij het tegendeel duidelijk wordt aangegeven. In het bijzonder kan elk willekeurig kenmerk dat wordt aangeduid als de voorkeur genietend of voordelig worden gecombineerd met elk willekeurig ander kenmerk of alle willekeurige andere kenmerken waarvan is aangegeven dat ze de voorkeur genieten of voordelig zijn.

Verwijzing door deze beschrijving heen naar “één uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een specifiek kenmerk, specifieke structuur of eigenschap die wordt beschreven in verband met de uitvoeringsvorm in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is opgenomen. Zodoende verwijzen verschijningen van de frasen “in één uitvoeringsvorm” of “in een uitvoeringsvorm” op verschillende plaatsen in deze beschrijving niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar dat zou wel kunnen.

Voorts kunnen de specifieke kenmerken, structuren of eigenschappen op elke geschikte wijze gecombineerd worden in één of meer uitvoeringsvormen, zoals uit deze beschrijving duidelijk zou zijn aan een deskundige op het vakgebied.

Hoewel bepaalde uitvoeringsvormen die in deze aanvraag worden beschreven sommige kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen, maar andere niet, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen voorts bedoeld binnen de reikwijdte van de uitvinding te vallen, en afzonderlijke uitvoeringsvormen te vormen, zoals duidelijk zou zijn aan deskundigen op het vakgebied.

In de aangehechte conclusies kan bijvoorbeeld elk van de geclaimde uitvoeringsvormen in elke willekeurige combinatie worden gebruikt.

In de onderhavige beschrijving van de uitvinding wordt verwezen naar de bijbehorende tekeningen die daar deel van uitmaken, en waarin uitsluitend bij wijze van toelichting specifieke uitvoeringsvormen worden getoond waarin de uitvinding in de praktijk kan worden gebracht.

Referentienummers tussen haakjes of vetgedrukte referentienummers die zijn toegekend aan bijbehorende onderdelen lichten de onderdelen slechts toe bij wijze van voorbeeld, waarmee het niet de bedoeling is dat dit de bijbehorende onderdelen beperkt.

Het dient duidelijk te zijn dat andere uitvoeringsvormen gebruikt kunnen worden en dat structurele of logische veranderingen aangebracht kunnen worden zonder af te wijken van de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

De volgende gedetailleerde beschrijving dient derhalve niet als beperkend te worden opgevat, en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding wordt gedefinieerd door de aangehechte conclusies.

De huidige uitvinding betreft een koppelplatform welke vast verbonden is met een industriële installatie en waarop een mobiele filterinrichting kan aangekoppeld worden zonder dat er een manuele aankoppeling van de in- en uitlaat van de mobiele filterinrichting dient te gebeuren.

Dienovereenkomstig voorziet de onderhavige uitvinding in een koppelplatform 10 voor een mobiele filterinrichting 30 geconfigureerd voor het zuiveren van gas- en/of vloeistofstroom, omvattende: e een kader samengesteld uit buitenstel 11 en een binnenstel 21; s waarbij het buitenstel 11 een, minstens aan de hoeken van het buitenstel 11 aangebrachte, veelvoud van grondsteunen 15 bevat;

s waarbij het binnenstel 21 een filterkoppeling 31 en een installatiekoppeling 41 bevat die fluidisch met elkaar in verbinding staan; e de filterkoppeling 31 bevattende minstens één inlaat en minstens één uitlaat die geconfigureerd zijn voor herhaalbare koppeling aan een overeenkomstige inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting 30; ® de installatiekoppeling 41 bevattende minstens één inlaat en minstens één uitlaat die geconfigureerd zijn voor koppeling aan een overeenkomstige inlaat/uitlaat van een industriële installatie; e waarbij de filterkoppeling 31 is aangebracht aan een bovenvlak van het binnenstel 21 en de installatiekoppeling aan een zijvlak zodanig dat de inlaten/uitlaten in een nagenoeg rechte hoek ten opzichte van elkaar staan; en, e waarbij de filterkoppeling 31 een beweegbaar ingerichte aansluitstuk bevat die geconfigureerd is voor aansluiting aan een inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting 30; en een spanmiddel die geconfigureerd is om het aansluitstuk tegen de genoemde inlaat/uitlaat te spannen.

Zoals in deze aanvraag gebruikt, verwijst de term “filterinrichting” naar elke willekeurige poreuze inrichting voor het verwijderen van onzuiverheden of vaste deeltjes uit een vloeistof die of gas dat erdoorheen gaat. Voorbeelden van filterwerkwijzen zoals bekend in het vakgebied en zoals algemeen gebruikt door de branche kunnen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, biologisch filteren, koolstoffilteren, adsorptiebedden, zandfiltratie, tweelaagsfiltratie, harsionenwisseling en dergelijke. Bij voorkeur kan het filter een actieve-koolfilter zijn dat gebruikmaakt van een bed van actieve koolstof om contaminanten en onzuiverheden te verwijderen met gebruik van fysisch chemische adsorptie, waarbij vervuilende moleculen in het te behandelen fluïdum in de poriestructuur van het koolstofsubstraat worden gevangen. Op alternatieve wijze kunnen andere verwerkingswijzen worden gebruikt voor het verwerken van corrosieve of uiterst reactieve substanties, zoals nat reinigen, reinigen met gas of lucht, verbranding en dergelijke. Deze alternatieve verwerkingswijzen zijn in het bijzonder bruikbaar voor het verwerken van corrosieve of uiterst reactieve substanties die zeer moeilijk of onmogelijk te zuiveren zijn met gebruik van filterwerkwijzen.

Zoals in deze aanvraag gebruikt, verwijst de term “mobiele filterinrichting” of “verwisselbare filterinrichting” naar een filterinrichting die is ontworpen om als lading getransporteerd te worden, bij voorkeur door middel van een gemotoriseerd voertuig dat algemeen wordt gebruikt voor het transporteren van tankcontainers. Met meer voorkeur is het gemotoriseerd voertuig uitgerust met een hefinrichting die in staat is tot het plaatsen van de mobiele filterinrichting op een locatie of het verwijderen daarvan van een locatie.

Met de meeste voorkeur is deze in staat de mobiele filterinrichting in een rechtopstaande positie te plaatsen en de mobiele filterinrichting in een vlakke positie te transporteren.

Voorbeelden van een transportinrichting zijn in het vakgebied bekend en tot de inrichtingen die algemeen gebruikt worden door de branche kunnen behoren, zonder daartoe beperkt te zijn, een vrachtwagen, vorkheftruck, boot,

trein, etc.

Het koppelplatform 10 zoals voorzien in de huidige uitvinding voorziet in een installatie welke de koppeling vormt tussen de mobiele filterinrichting 30 en de industriële installatie.

Het koppeiplatform zorgt ervoor dat de gas- en/of vloeistofstromen welke dienen gefilterd te worden vanuit de industriële installatie naar de mobiele filterinrichting kunnen stromen en dat de gefilterde gas- en/of vloeistofstromen vanuit de mobiele filterinrichting naar de industriële installatie terugstromen.

Het koppelplatform bevat een buitenstel 11 welke zorgt voor de stabiliteit van de installatie.

Dit is nodig aangezien de mobiele filterinrichting bij voorkeur in een rechtopstaande positie geplaatst wordt op het koppelplatform.

Het buitenstel bevat een veelvoud van grondsteunen 15 aan de hoeken van het buitenstel.

Het koppelplatform bevat eveneens een binnenstel 21 welke zorgt voor de fluidische koppeling van de gas- en/of vloeistofstomen tussen de mobiele filterinrichting en de industriële installatie.

Daarvoor bevat het binnenstel een filterkoppeling 31 en een installatiekoppeling 41 welke fluidisch met elkaar in verbinding staan.

De installatiekoppeling 41 bevat minstens één inlaat en minstens één uitlaat welke zorgen voor de koppeling aan de overeenkomstige inlaat/uitlaat van de industriële installatie.

De installatiekoppeling is geplaatst aan een zijvlak van het binnenstel/koppelplatform.

Bij de installatie van het koppelplatform dient de aansluiting van de installatiekoppeling aan de industriële installatie eenmalig te gebeuren.

Eens de aansluiting is gemaakt hoeft deze niet meer losgekoppeld worden wat voordelig is voor de slijtage en de veiligheid van de installatie.

De koppeling kan bij voorkeur ook permanent gemaakt worden.

De filterkoppeling 31 bevat minstens één inlaat en minstens één uitlaat welke zorgen voor de koppeling aan de overeenkomstige inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting.

De filterkoppeling is geplaatst aan het bovenvlak van het binnenstel/koppelplatform.

Dit laat toe om de mobiele/verwisselbare filterinrichting verticaal te positioneren op het koppelplatform.

De filterkoppeling bevat eveneens een beweegbaar ingerichte aansluitstuk welke zorgt voor de aansluiting aan de inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting en een spanmiddel die geconfigureerd is om het aansluitstuk tegen de genoemde inlaat/uitlaat te spannen.

Door gebruik te maken van een beweegbaar ingerichte aansluitstuk in combinatie met een spanmidde! worden de inlaat en uitlaat van de mobiele filterinrichting bij plaatsing op het koppelplatform, automatisch vastgemaakt en fluidische gekoppeld aan de gas- en/of vloeistofstomen van de industriële installatie zonder dat daar manuele koppelingen dienen te worden gemaakt. Dit draagt bij tot de veiligheid, flexibiliteit en duurzaamheid van de installatie.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform 10 volgens de onderhavige uitvinding erin dat het aansluitstuk e minstens twee, boven elkaar geplaatste, flenzen; s een, in de lengte verstelbare, buis die de minstens twee flenzen met elkaar verbindt; en s een, tussen de minstens twee flenzen aangebrachte, drukveer 22 die geconfigureerd is om de buis te verlengen; bevat. Deze structuur van het aansluitstuk zorgt voor een automatische koppeling van de inlaat en uitlaat van de mobiele filterinrichting aan de gas- en/of vloeistofstomen van de industriële installatie bij plaatsing op het koppelplatform. Aangezien de mobiele filterinrichting bij voorkeur verticaal geplaatst wordt op het koppelplatform zorgt het gewicht van de mobiele filterinrichting voor voldoende druk op het aansluitstuk om er voor te zorgen dat de fluidische verbinding lekvrij is.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform 10 volgens de onderhavige uitvinding erin dat het aansluitstuk een trechter bevat met een bredere ingang, die geconfigureerd is om een aanvoer/afvoerbuis van de verwisselbare filterinrichting 20 af te sluiten, en een smallere uitgang, die geconfigureerd is om een gas- en/of vloeistofstroom naar de filterkoppeling 31 te leiden. De trechtervorm zorgt er voor dat kleine positionele afwijkingen van de inlaat/uitlaat van de mobiele filterinrichting ten opzichte van de inlaat/uitlaat van de filterkoppeling gecorrigeerd worden wanneer de mobiele filterinrichting op het koppelplatform wordt gepositioneerd.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform 10 volgens de onderhavige uitvinding erin dat de installatiekoppeling 41 een flenskoppeling bevat die geconfigureerd is voor koppeling aan een aanvoer/afvoerbuis van de industriële installatie.

Bij voorkeur wordt het binnenstel vast gepositioneerd en/of vast gelast in het koppelplatform zodat deze niet van positie kan veranderen. In een andere voorkeursuitvoering wordt het binnenstel beweegbaar (translatie, rotatie, kanteling} vastgemaakt wordt in het koppelplatform, wat voor meer flexibiliteit kan zorgen bij installatie van het koppelplatform en koppeling van het platform met de industriële installatie.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform 10 volgens de onderhavige uitvinding erin dat de filterkoppeling 31, bij voorkeur het aansluitstuk, geconfigureerd is voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m?/h, bij voorkeur 4500 m?/h, meer bij voorkeur 4000 m°/h of een vloeistofstroom met een debiet van hoogstens 100 m°/h.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform 10 volgens de onderhavige uitvinding erin dat het buitenstel 11 een, minstens aan de hoeken van het buitenstel 11 aangebrachte, veelvoud van aanslagen 16 bevat die geconfigureerd zijn om, aan een grondvlak van de mobiele filterinrichting 30 voorziene, voetsteunen 36 vast te zetten.

In het bijzonder voorziet het koppelplatform 10 volgens de onderhavige uitvinding erin dat het buitenstel 11 verdere grondsteunen 15 bevat die zijn ingericht tussen de aan de hoeken van het buitenstel 11 aangebrachte grondsteunen 15. In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een mobiele filtersamenstel 100 bevattende een mobiele filterinrichting 30 geconfigureerd voor het zuiveren van een gas- en/of vloeistof stroom en het koppelplatform 10 volgens de hierin beschreven uitvinding, waarbij de mobiele filterinrichting 30 minstens één inlaat en minstens één uitlaat bevat die zijn aangebracht aan een grondvlak van de mobiele filterinrichting 30; en waarbij de mobiele filterinrichting 30 met het grondvlak op het bovenvlak van het koppelplatform 10 is geplaatst ter koppeling van de overeenkomstige inlaat/uitlaat met de filterkoppeling van het koppelplatform 10. De installatie zoals hierin beschreven heeft als voordeel dat een deel van de installatie (het koppelplatform} vast kan geïnstalleerd worden bij de industriële installatie. Tijdens de eenmalige installatie worden alle verbindingen aangekoppeld. De eenmalige aankoppeling vermijdt stress en slijtage veroorzaakt door het veelvuldig aan- en afkoppelen en maakt het ook mogelijk om de koppelstukken op een efficiënte maar ook permanente manier aan te sluiten. Daarnaast maakt het koppelplatform het mogelijk om de mobiele filterinrichting veelvuldig aan en af te koppelen op het koppelplatform zonder dat daar ook al te veel slijtage en manuele handelingen bij komen te kijken. In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel 100 volgens de onderhavige uitvinding erin dat de mobiele filterinrichting 30 een veelvoud van voetsteunen 36 bevat die geconfigureerd zijn voor plaatsing op het buitenstel 11 van het koppelplatform 10; bij voorkeur plaatsing tegen de aanslagen 16 voorzien op het buitenstel 11.

In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel 100 volgens de onderhavige uitvinding erin dat de inlaat en uitlaat van de mobiele filterinrichting 30 geconfigureerd zijn voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m°/h, bij voorkeur 4500 m?/h, meer bij voorkeur 4000 m°/h of een vloeistofstroom met een debiet van hoogstens 100m//h.

In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel 100 volgens de onderhavige uitvinding erin dat de mobiele filterinrichting 30 is gevuld met actieve kool.

In het bijzonder voorziet het mobiele filtersamenstel 100 volgens de onderhavige uitvinding erin dat de mobiele filterinrichting 30 geconfigureerd is voor het filteren van een gasstroom bestaande uit lucht, een ander gas en/of combinatie van gassen; bij voorkeur stikstof, koolstofdioxide en/of methaan, waaruit organische en anorganische polluenten moet verwijderd worden zoals bij voorkeur alifatische koolwaterstoffen, aromatische koolwaterstoffen, zwavel en stikstof gebonden organische componenten, gehalogeneerde organische componenten, waterstofsulfide, ammoniak, en/of kwik.

In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in het gebruik van een koppelplatform 10 volgens de hierin beschreven uitvinding voor het koppelen van een mobiele filterinrichting 30 aan een industriële installatie.

In het bijzonder voorziet het gebruik volgens de onderhavige uitvinding erin dat het koppelplatform 10 gebruikt wordt voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m°/h, bij voorkeur 4500 m3/h, meer bij voorkeur 4000 m°/h of een vloeistofstroom met een debiet van hoogstens 100 m°/h.

In het bijzonder voorziet het gebruik volgens de onderhavige uitvinding erin dat het koppelplatform 10 gebruikt wordt voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom bestaande uit lucht, een ander gas en/of combinatie van gassen; bij voorkeur stikstof, koolstofdioxide en/of methaan, waaruit organische en anorganische polluenten moet verwijderd worden zoals bij voorkeur alifatische koolwaterstoffen, aromatische koolwaterstoffen, zwavel en stikstof gebonden organische componenten, gehalogeneerde organische componenten, waterstofsulfide, ammoniak, en/of kwik.

In het bijzonder voorziet het gebruik volgens de onderhavige uitvinding erin dat het koppeiplatform gebruikt wordt voor het aanvoeren/afvoeren van een vloeistofstroom bestaande uit afvalwater en/of een andere vloeistof zoals plantaardige of dierlijke oliën, pyrolyseoliën, en organische vloeistofstromen zoals (bio)ethanol, aminozuuroplossingen etc.

In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de huidige uitvinding in een werkwijze voor de koppeling van een mobiele filterinrichting 30 aan een koppelplatform 10 volgens de hierin beschreven uitvinding, omvattende de stappen: (a) het monteren van het genoemde koppelplatform 10 met een gewenste oriëntatie van de filterkoppeling 31 en installatiekoppeling 41; (b} het transporteren van een mobiele filterinrichting 30 in een liggende positie met een transportmiddel tot tegen het koppelplatform 10; {c} het kantelen van de mobiele filterinrichting 30 naar een opstaande positie op een manier dat de voetsteunen 36 van de mobiele filterinrichting 30 op het buitenstel 11 van het koppelplatform 10 geplaatst worden; (d} het koppelen van de inlaat/uitlaat van de filterkoppeling 31 aan de overeenkomstige inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting 30. In het bijzonder voorziet de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding erin dat in stap {a} een koppelen van de inlaat/uitlaat van de installatiekoppeling 41 aan de overeenkomstige inlaat/uitlaat van de industriële installatie bevat. In het bijzonder voorziet de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding erin dat in stap (c) een vastzetten van de voetsteunen 36 van de mobiele filterinrichting 30 door aanslagen 16 voorzien op het buitenstel 11 van het koppelplatform 10 bevat. In het bijzonder voorziet de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding erin dat in stap {d} een automatisch aansluiten van een aansluitstuk rond een aanvoer/afvoerbuis van de verwisselbare filterinrichting 30 door een spanmiddel zoals een drukveer bevat.

VOORBEELDEN Figuur 1, 2, 3, 4 en 5 illustreren een voorbeeld van een koppelplatform voor een mobiele — filterinrichting zoals hierin beschreven vanuit verschillende aanzichten. Het koppelplatform 10 omvat een kader samengesteld uit buitenstel 11 en een binnenstel 21, waarbij het buitenstel 11 een, minstens aan de hoeken van het buitenstel 11 aangebrachte, veelvoud van grondsteunen 15 bevat; waarbij het binnenstel 21 een filterkoppeling 31 en een installatiekoppeling 41 bevat die fluidisch met elkaar in verbinding staan; de filterkoppeling 31 bevat minstens één inlaat en minstens één uitlaat die geconfigureerd zijn voor herhaalbare koppeling aan een overeenkomstige inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting 30; de installatiekoppeling 41 bevattende minstens één inlaat en minstens één uitlaat die geconfigureerd zijn voor koppeling aan een overeenkomstige inlaat/uitlaat van een industriële installatie; waarbij de filterkoppeling 31 is aangebracht aan een bovenvlak van het binnenstel 21 en de installatiekoppeling aan een zijvlak zodanig dat de inlaten/uitlaten in een nagenoeg rechte hoek ten opzichte van elkaar staan; en, waarbij de filterkoppeling 31 een beweegbaar ingerichte aansluitstuk bevat die geconfigureerd is voor aansluiting aan een inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting 30; en een spanmiddel die geconfigureerd is om het aansluitstuk tegen de genoemde inlaat/uitlaat te spannen.

Figuur 6 en 7 illustreren een voorbeelduitvoeringsvorm van een koppelplatform met mobiele filterinrichting zoals in deze aanvraag beschreven en de manier waarop de mobiele filterinrichting 30 gekoppeld wordt aan het koppelplatform.

Claims

CONCLUSIES

1. Een koppelplatform 10 voor een mobiele filterinrichting 30 geconfigureerd voor het zuiveren van gas- en/of vloeistofstroom, omvattende: e een kader samengesteld uit buitenstel 11 en een binnenstel 21; e waarbij het buitenstel 11 een, minstens aan de hoeken van het buitenstel 11 aangebrachte, veelvoud van grondsteunen 15 bevat; e waarbij het binnenstel 21 een filterkoppeling 31 en een installatiekoppeling 41 bevat die fluidisch met elkaar in verbinding staan; ® de filterkoppeling 31 bevattende minstens één inlaat en minstens één uitlaat die geconfigureerd zijn voor herhaalbare koppeling aan een overeenkomstige inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting 30; ® deinstallatiekoppeling 41 bevattende minstens één inlaat en minstens één uitlaat die geconfigureerd zijn voor koppeling aan een overeenkomstige inlaat/uitlaat van een industriële installatie; e waarbij de filterkoppeling 31 is aangebracht aan een bovenvlak van het binnenstel 21 en de installatiekoppeling aan een zijvlak zodanig dat de inlaten/uitlaten in een nagenoeg rechte hoek ten opzichte van elkaar staan; en, e waarbij de filterkoppeling 31 een beweegbaar ingerichte aansluitstuk bevat die geconfigureerd is voor aansluiting aan een inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting 30; en een spanmiddel die geconfigureerd is om het aansluitstuk tegen de genoemde inlaat/uitlaat te spannen gekenmerkt doordat het aansluitstuk e minstens twee, boven elkaar geplaatste, flenzen; s een, in de lengte verstelbare, buis die de minstens twee flenzen met elkaar verbindt; en e een, tussen de minstens twee flenzen aangebrachte, drukveer 22 die geconfigureerd is om de buis te verlengen; bevat.

2. Het koppelplatform 10 volgens één der voorgaande conclusies waarbij het aansluitstuk een trechter bevat met een bredere ingang, die geconfigureerd is om een aanvoer/afvoerbuis van de verwisselbare filterinrichting 30 af te sluiten, en een smallere uitgang, die geconfigureerd is om een gas- en-of vloeistofstroom naar de filterkoppeling 31 te leiden.

3. Het koppelplatform 10 volgens één der voorgaande conclusies waarbij de installatiekoppeling 41 een flenskoppeling bevat die geconfigureerd is voor koppeling aan een aanvoer/afvoerbuis van de industriële installatie.

4. Het koppelplatform 10 volgens één der voorgaande conclusies waarbij de filterkoppeling 31, bij voorkeur het aansluitstuk, geconfigureerd is voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m°/h, bij voorkeur 4500 m?/h, meer bij voorkeur 4000 m°/h of een vloeistofstroom met een debiet van hoogstens 100 m°/h.

5. Het koppelplatform 10 volgens één der voorgaande conclusies waarbij het buitenstel 11 een, minstens aan de hoeken van het buitenstel 11 aangebrachte, veelvoud van aanslagen 16 bevat die geconfigureerd zijn om, aan een grondvlak van de mobiele filterinrichting 30 voorziene, voetsteunen 36 vast te zetten.

6. Het koppelplatform 10 volgens één der voorgaande conclusies waarbij het buitenstel 11 verdere grondsteunen 15 bevat die zijn ingericht tussen de aan de hoeken van het buitenstel 11 aangebrachte grondsteunen 15.

7. Een mobiele filtersamenstel 100 bevattende een mobiele filterinrichting 30 geconfigureerd voor het zuiveren van een gas- en/of vloeistofstroom en het koppelplatform 10 volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de mobiele filterinrichting 30 minstens één inlaat en minstens één uitlaat bevat die zijn aangebracht aan een grondvlak van de mobiele filterinrichting 30; en waarbij de mobiele filterinrichting 30 met het grondvlak op het bovenvlak van het koppelplatform 10 is geplaatst ter koppeling van de overeenkomstige inlaat/uitlaat met de filterkoppeling van het koppelplatform 10.

8. Het mobiele filtersamenstel 100 volgens voorgaande conclusie 7 waarbij de mobiele filterinrichting 30 een veelvoud van voetsteunen 36 bevat die geconfigureerd zijn voor plaatsing op het buitenstel 11 van het koppelplatform 10; bij voorkeur plaatsing tegen de aanslagen 16 voorzien op het buitenstel 11.

9. Het mobiele filtersamenstel 100 volgens één der voorgaande conclusies 7 tot 8, waarbij de inlaat en uitlaat van de mobiele filterinrichting 30 geconfigureerd zijn voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m°/h, bij voorkeur 4500 m°/h, meer bij voorkeur 4000 m°/h.

10. Het mobiele filtersamenstel 100 volgens één der voorgaande conclusies 7 tot 9 waarbij de mobiele filterinrichting 30 is gevuld met actieve kool.

11. Het mobiele filtersamenstel 100 volgens één der voorgaande conclusies 7 tot 10 waarbij de mobiele filterinrichting 30 geconfigureerd is voor het filteren van een gasstroom bestaande uit lucht, een ander gas en/of combinatie van gassen; bij voorkeur stikstof, koolstofdioxide en/of methaan, waaruit organische en anorganische polluenten moet verwijderd worden zoals bij voorkeur alifatische koolwaterstoffen, aromatische koolwaterstoffen, zwavel en stikstof gebonden organische componenten, gehalogeneerde organische componenten, waterstofsulfide, ammoniak, en/of kwik.

12 Een gebruik van een koppelplatform 10 volgens één der conclusies 1 tot 6 voor het koppelen van een mobiele filterinrichting 30 aan een industriële installatie.

13. Het gebruik volgens voorgaande conclusie 12 waarbij het koppelplatform gebruikt wordt voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom met een debiet van hoogstens 5000 m°/h, bij voorkeur 4500 m?/h, meer bij voorkeur 4000 m°/h of een vloeistofstroom met een debiet van hoogstens 100 m*/h.

14. Het gebruik volgens één der voorgaande conclusies 12 tot 13 waarbij de koppelplatform gebruikt wordt voor het aanvoeren/afvoeren van een gasstroom bestaande uit lucht, een ander gas en/of combinatie van gassen; bij voorkeur stikstof, koolstofdioxide en/of methaan, waaruit organische en anorganische polluenten moet verwijderd worden zoals bij voorkeur alifatische koolwaterstoffen, aromatische koolwaterstoffen, zwavel en stikstof gebonden organische componenten, gehalogeneerde organische componenten, waterstofsulfide, ammoniak, en/of kwik.

15. Een werkwijze voor de koppeling van een mobiele filterinrichting 30 aan een koppelplatform 10 volgens één der conclusies 1 tot 6, omvattende de stappen: (a) het monteren van het genoemde koppelplatform 10 met een gewenste oriëntatie van de filterkoppeling 31 en installatiekoppeling 41; (b) het transporteren van een mobiele filterinrichting 30 in een liggende positie met een transportmiddel tot tegen het koppelplatform 10; {c} het kantelen van de mobiele filterinrichting 30 naar een opstaande positie op een manier dat de voetsteunen 36 van de mobiele filterinrichting 30 op het buitenstel 11 van het koppelplatform 10 geplaatst worden; {d) het koppelen van de inlaat/uitlaat van de filterkoppeling 31 aan de overeenkomstige inlaat/uitlaat van de verwisselbare filterinrichting 30.

16. De werkwijze volgens voorgaande conclusie 15 waarin stap (a) een koppelen van de inlaat/uitlaat van de installatiekoppeling 41 aan de overeenkomstige inlaat/uitlaat van de industriële installatie bevat.

17. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 15 tot 16, waarin stap (c) een vastzetten van de voetsteunen 36 van de mobiele filterinrichting 30 door aanslagen 16 voorzien op het buitenstel 11 van het koppelplatform 10 bevat.

18. De werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 15 tot 17, waarin stap (d) een automatisch aansluiten van een aansluitstuk rond een aanvoer/afvoerbuis van de verwisselbare filterinrichting 30 door een spanmiddel zoals een drukveer bevat.