BE1029226B1 - Roof element and/or curb with seal - Google Patents

Roof element and/or curb with seal Download PDF

Info

Publication number
BE1029226B1
BE1029226B1 BE20215215A BE202105215A BE1029226B1 BE 1029226 B1 BE1029226 B1 BE 1029226B1 BE 20215215 A BE20215215 A BE 20215215A BE 202105215 A BE202105215 A BE 202105215A BE 1029226 B1 BE1029226 B1 BE 1029226B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
outer shell
roof element
core
circumferential
upstand
Prior art date
Application number
BE20215215A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1029226A1 (en
Inventor
Jean Marc Gilles Glorieux
Original Assignee
Skylux N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Skylux N V filed Critical Skylux N V
Priority to BE20215215A priority Critical patent/BE1029226B1/en
Publication of BE1029226A1 publication Critical patent/BE1029226A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1029226B1 publication Critical patent/BE1029226B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/03Sky-lights; Domes; Ventilating sky-lights
    • E04D13/0305Supports or connecting means for sky-lights of flat or domed shape
    • E04D13/0315Supports or connecting means for sky-lights of flat or domed shape characterised by a curb frame
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C41/00Shaping by coating a mould, core or other substrate, i.e. by depositing material and stripping-off the shaped article; Apparatus therefor
    • B29C41/02Shaping by coating a mould, core or other substrate, i.e. by depositing material and stripping-off the shaped article; Apparatus therefor for making articles of definite length, i.e. discrete articles
    • B29C41/08Coating a former, core or other substrate by spraying or fluidisation, e.g. spraying powder
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C41/00Shaping by coating a mould, core or other substrate, i.e. by depositing material and stripping-off the shaped article; Apparatus therefor
    • B29C41/34Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C41/38Moulds, cores or other substrates
    • B29C41/40Cores
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16JPISTONS; CYLINDERS; SEALINGS
    • F16J15/00Sealings
    • F16J15/02Sealings between relatively-stationary surfaces
    • F16J15/14Sealings between relatively-stationary surfaces by means of granular or plastic material, or fluid
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C41/00Shaping by coating a mould, core or other substrate, i.e. by depositing material and stripping-off the shaped article; Apparatus therefor
    • B29C41/34Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C41/42Removing articles from moulds, cores or other substrates

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het voorzien van een dakelement (100) en/of een opstand (200) met een dichting, omvattende het voorzien van een dakelement en/of een opstand met een omtreksdeel (110, 210); het aanbrengen van een kern (300) in een omtreksrichting van het dakelement en/of de opstand, tegen het omtreksdeel; het in vloeibare toestand aanbrengen van een dichtingsmateriaal ingericht om na uitharden een elastisch vervormbare buitenschil (400) te vormen, waarbij het dichtingsmateriaal wordt aangebracht langs de omtreksrichting, zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel, langs ten minste een gedeelte van de kern, uitstrekt; en zodanig dat de elastisch vervormbare buitenschil hecht aan het omtreksdeel; waarbij de kern ofwel fungeert als een mal die verwijderd wordt na het aanbrengen van de buitenschil, ofwel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel.Method for providing a roof element (100) and/or a curb (200) with a seal, comprising providing a roof element and/or a curb with a peripheral part (110, 210); arranging a core (300) in a circumferential direction of the roof element and/or the upstand, against the circumferential part; applying a sealing material in liquid state adapted to form an elastically deformable outer shell (400) after curing, wherein the sealing material is applied along the circumferential direction such that the outer shell extends at least from the circumferential part along at least a portion of the core , extends; and such that the elastically deformable outer shell adheres to the peripheral portion; wherein the core either acts as a mold which is removed after application of the outer shell, or is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the peripheral portion.

Description

Dakelement en/of opstand met dichting Vakgebied De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het voorzien van een dakelement, zoals een raam of koepel, en/of een opstand met een dichting. Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een dakelement met een dichting en op een opstand met een dichting. Het dakelement is in het bijzonder een meerwandig dakelement. Achtergrond Dakinrichtingen waarin één of meerdere vlakke en/of koepelvormige kunststof- of glaselementen gecombineerd worden, zijn bekend. Zo zijn bijvoorbeeld meerwandige kunststofkoepels bekend waarin een aantal koepelschalen op een afstand van elkaar aangebracht worden. Ook zijn koepelinrichtingen bekend waarin een vlakke transparante kunststofplaat gecombineerd wordt met cen koepelschaal. Voorbeelden hiervan worden beschreven in de volgende octrooipublicaties op naam van Aanvraagster: Belgische octrooiaanvrage nr. 2016/5645, Belgisch octrooi nr. 1020769 en Belgisch octrooi nr. 1019311. De tekst van deze octrooipublicaties is hier opgenomen door verwijzing. Dergelijke dakinrichtingen worden typisch voorzien van een frame of omtrekskader voor montage op een opstand of op een andere geschikte steunstructuur. Europese octrooiaanvraag EP 3 460 160 A1 op naam van Aanvraagster beschrijft een dakelement met ten minste een eerste wandelement en cen tweede wandelement, die langs hun omtrek met elkaar zijn verbonden door middel van een omtrekskader uit kunststof, bij voorkeur een uitgehard dichtingsmateriaal, zoals een polyurethaanmateriaal.Roof element and/or upstand with sealing Field The present invention relates to a method for providing a roof element, such as a window or dome, and/or an upstand with a seal. In addition, the invention relates to a roof element with a seal and to an upstand with a seal. The roof element is in particular a multi-walled roof element. Background Roof devices in which one or more flat and/or domed plastic or glass elements are combined are known. For instance, multi-walled plastic domes are known in which a number of dome shells are arranged at a distance from each other. Dome devices are also known in which a flat transparent plastic sheet is combined with a dome shell. Examples thereof are described in the following patent publications in the name of Applicant: Belgian Patent Application No. 2016/5645, Belgian Patent No. 1020769 and Belgian Patent No. 1019311. The text of these patent publications is incorporated herein by reference. Such roofing devices are typically provided with a frame or perimeter frame for mounting on a curb or other suitable support structure. European patent application EP 3 460 160 A1 in the name of the Applicant describes a roof element having at least a first wall element and a second wall element, which are connected to each other along their periphery by means of a perimeter frame made of plastic material, preferably a cured sealing material, such as a polyurethane material. .

Verder zijn werkwijzen bekend voor het voorzien van een dichting rond een paneel, bijvoorbeeld een glaspaneel voor voertuigen. Zo beschrijft EP 2 799 201 een werkwijze voor het vervaardigen van een paneelsamenstel met een paneel en een dichting waarbij de dichting gehecht is aan een omtreksdeel van het paneel. Een dergelijke techniek is bijvoorbeeld nuttig voor glaspanelen die op dichte wijze in voertuigen gemonteerd worden of voor zonnepanelen die op dichte wijze aangebracht worden in een frame. Samenvatting van de uitvinding Uitvoeringsvormen van de uitvinding hebben als doel een werkwijze te verschaffen waarmee een dakelement en/of een opstand op een eenvoudig wijze voorzien kunnen worden van een luchtdichte, water- en UV bestendige dichting die bedoeld is om zich uit te strekken tussen een dakelement en een opstand of tussen twee boven elkaar gelegen dakelementen. Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het voorzien van een dakelement met een dichting. De werkwijze omvat de volgende stappen: - het voorzien van een dakelement , bijvoorbeeld een meerwandig raam- en/of koepelsamenstel, welk dakelement aan de onderzijde ervan voorzien is van een omtreksdeel dat bedoeld is om aangebracht te worden op een daaronder gelegen opstand of ander dakelement en/of aan een bovenzijde ervan voorzien is van een omtreksdeel dat bedoeld is om aangebracht te worden onder een daarboven gelegen volgend dakelement; - het aanbrengen van een kern in een omtreksrichting van het dakelement, tegen het omtreksdeel; - het in vloeibare toestand aanbrengen van een dichtingsmateriaal ingericht om na uitharden cen elastisch vervormbare buitenschil te vormen, waarbij het dichtingsmateriaal wordt aangebracht langs de omtreksrichting van het dakelement, zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel van het dakelement, langs ten minste een gedeelte van de kern, uitstrekt; en zodanig dat de elastisch vervormbare buitenschil hecht aan het omtreksdeel van het dakelement; - Waarbij de kern ofwel fungeert als een mal die verwijderd wordt na het aanbrengen van de buitenschil, ofwel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel.Furthermore, methods are known for providing a seal around a panel, for example a glass panel for vehicles. Thus EP 2 799 201 discloses a method of manufacturing a panel assembly having a panel and a seal wherein the seal is bonded to a peripheral portion of the panel. Such a technique is useful, for example, for glass panels that are tightly mounted in vehicles or for solar panels that are tightly mounted in a frame. Summary of the invention Embodiments of the invention have as object to provide a method with which a roof element and/or an upstand can be provided in a simple manner with an airtight, water- and UV-resistant seal which is intended to extend between a roof element and a curb or between two roof elements located one above the other. According to a first aspect of the invention, a method is provided for providing a roof element with a seal. The method comprises the following steps: - providing a roof element, for instance a multi-walled window and/or dome assembly, which roof element is provided on the underside thereof with a circumferential part which is intended to be arranged on an upstand or other roof element located underneath and/or is provided on a top side thereof with a circumferential part which is intended to be arranged under a subsequent roof element situated above it; - arranging a core in a circumferential direction of the roof element, against the circumferential part; - applying a sealing material in liquid state, designed to form an elastically deformable outer shell after curing, wherein the sealing material is applied along the circumferential direction of the roof element, such that the outer shell extends at least from the circumferential part of the roof element, along at least one portion of the core, extending; and such that the elastically deformable outer shell adheres to the peripheral portion of the roof element; Where the core either acts as a mold which is removed after application of the outer shell or is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the circumferential part.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor het voorzien van cen opstand met een dichting, omvattende: - het voorzien van een opstand ingericht voor het ondersteunen van een dakelement, welke opstand aan de bovenzijde ervan voorzien is van een omtreksdeel dat bedoeld is om het dakelement te ondersteunen; - het aanbrengen van een kern in een omtreksrichting van de opstand, tegen het omtreksdeel van de opstand; - het in vloeibare toestand aanbrengen van een dichtingsmateriaal ingericht om na uitharden cen elastisch vervormbare buitenschil te vormen, waarbij het dichtingsmateriaal wordt aangebracht in de omtreksrichting van de opstand, zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel van de opstand, langs een gedeelte van de kern, uitstrekt; en zodanig dat de elastisch vervormbare buitenschil hecht aan het omtreksdeel van de opstand;According to a second aspect of the invention, a method is provided for providing a curb with a seal, comprising: providing a curb adapted to support a roof element, which curb is provided on its top side with a circumferential part intended is to support the roof element; - arranging a core in a circumferential direction of the upstand, against the circumferential part of the upstand; - applying a sealing material in a liquid state designed to form an elastically deformable outer shell after curing, wherein the sealing material is applied in the circumferential direction of the curb, such that the outer shell extends at least from the peripheral part of the curb along a part of the core, extends; and such that the elastically deformable outer shell adheres to the peripheral portion of the curb;

- Waarbij de kern ofwel fungeert als een mal die verwijderd wordt na het aanbrengen van de buitenschil, ofwel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel.Where the core either acts as a mold which is removed after application of the outer shell or is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the circumferential part.

Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kan dus een buitenschil worden voorzien op het omtreksdeel van een dakelement en/of van een opstand. Door deze buitenschil over een kern aan te brengen kan deze een vorm hebben die gemakkelijk elastisch vervormt, en ook in de hoeken ononderbroken kan doorlopen. Op die manier kan een goede dichting tussen de opstand en het dakelement worden gerealiseerd. Ook kan voor de buitenschil een materiaal worden gekozen dat water-en UV bestendig is. Het dakelement kan verschillende vormen aannemen en omvat typisch ten minste één plaat en/of ten minste één koepel. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het dakelement een geïntegreerd meerwandig dakelement waarin ten minste twee platen of ten minste twee koepels of ten minste één plaat en één koepel, gegroepeerd zijn in de vorm van een dichte module die aanbracht wordt op een opstand. De buitenschil wordt dan voorzien op het omtreksdeel van het dakelement en/of op de opstand. Het is echter ook mogelijk om verschillende dakelementen boven elkaar aan te brengen op een opstand. Zo kan bijvoorbeeld een eerste dakelement aangebracht zijn op een opstand, waarbij boven het eerste dakelement een tweede dakelement is voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een hitte-werende plaat. In een dergelijke uitvoering kan de buitenschil ook voorzien zijn aan een bovenzijde van het eerste dakelement en/of aan de onderzijde van het tweede dakelement. Bij voorkeur is de kern in hoofdzaak kadervormig, bij voorkeur met een in hoofdzaak constante hoogte, en is de buitenschil in hoofdzaak kadervormig is. Met name de buitenschil strekt zich bij voorkeur uit langs een gesloten omtrek, over een hoogte die in hoofdzaak dezelfde is langs de volledige omtrek. De buitenschil wordt bij voorkeur zodanig aangebracht dat deze een minimale dikte (tmin) heeft, bij voorkeur ter hoogte van een top van de buitenschil, die kleiner is dan 1,5 mm. Wanneer de kern vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, kan de wanddikte bij de top nog kleiner zijn, bij voorkeur kleiner dan 1 mm, meer bij voorkeur kleiner dan 0,5 mm De kern is bij voorkeur gevormd om vanaf het omtreksdeel geleidelijk, bij voorkeur boogvormig, omhoog te lopen naar een top van de kern. De kern kan bijvoorbeeld gevormd zijn als een D- profiel, waarbij de platte zijde van de D tegen het omtreksdeel is aangebracht.Thus, according to embodiments of the invention, an outer shell can be provided on the circumferential part of a roof element and/or with a curb. By applying this outer shell over a core, it can have a shape that easily deforms elastically, and can also continue uninterrupted in the corners. In this way a good seal can be achieved between the curb and the roof element. A material can also be chosen for the outer shell that is water and UV resistant. The roof element can take various forms and typically comprises at least one slab and/or at least one dome. In a preferred embodiment, the roof element is an integrated multi-wall roof element in which at least two plates or at least two domes or at least one plate and one dome are grouped in the form of a closed module which is arranged on a curb. The outer shell is then provided on the circumferential part of the roof element and/or on the curb. However, it is also possible to install different roof elements one above the other on a curb. For instance, a first roof element can be arranged on a curb, wherein a second roof element is provided above the first roof element, for instance in the form of a heat-resistant plate. In such an embodiment, the outer shell can also be provided on a top side of the first roof element and/or on the bottom side of the second roof element. Preferably, the core is substantially frame-shaped, preferably of a substantially constant height, and the outer shell is substantially frame-shaped. In particular, the outer shell preferably extends along a closed circumference, over a height which is substantially the same along the entire circumference. The outer shell is preferably applied such that it has a minimum thickness (tmin), preferably at a apex of the outer shell, which is less than 1.5 mm. When the core is made of a compressible material, the wall thickness at the apex can be even smaller, preferably less than 1 mm, more preferably less than 0.5 mm. The core is preferably formed to gradually, preferably arcuate, ascending to a apex of the core. For example, the core may be formed as a D-profile, with the flat side of the D abutting the circumferential portion.

Wanneer de kern vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, kan de kern vervaardigd zijn uit een schuimmateriaal, bijvoorbeeld een polyurethaanschuim, een polyvinylchloride (PVC) schuim of cen polyethyleen (PE) schuim. De kern is bij voorkeur een relatief zacht materiaal, bij voorkeur met een Shore 00 hardheid gelegen tussen 40 en 80, bij voorkeur tussen 50 en 70. De kern kan bijvoorbeeld worden aangebracht door een schuimmateriaal langs een gesloten omtrek op het omtreksdeel te spuiten. Volgens een alternatief, kan een dichtingsband of een dichtingsprofiel, bijvoorbeeld een D-profiel op het omtreksdeel worden gekleefd, ter vorming van een kern die zich uitstrekt langs cen gesloten omtrek.When the core is made of a compressible material, the core may be made of a foam material, for example a polyurethane foam, a polyvinyl chloride (PVC) foam or a polyethylene (PE) foam. The core is preferably a relatively soft material, preferably with a Shore 00 hardness of between 40 and 80, preferably between 50 and 70. The core can for instance be applied by spraying a foam material along a closed circumference onto the circumferential part. According to an alternative, a sealing tape or a sealing profile, e.g. a D-profile, can be adhered to the circumferential part, to form a core which extends along a closed circumference.

Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm wordt het dichtingsmateriaal voor de buitenschil drukloos aangebracht, bijvoorbeeld door gieten. Het dichtingsmateriaal wordt dan volledig of gedeeltelijk over de kern gegoten, zodanig dat het dichtingsmateriaal langs de kern naar het omtreksdeel vloeit en dan uithardt. Op die manier kan een buitenschil worden verkregen met een basis die contact maakt met het omtreksdeel en een bovendeel op een afstand van het omtreksdeel, waarbij de basis dikker is dan het bovendeel. Het dichtingsmateriaal heeft bij het aanbrengen bij voorkeur een dynamische viscositeit die gelegen is tussen 100 mPa.s en 1500 mPa.s bij 25°C, bijvoorbeeld gemeten volgens de G 133-07 methode van BASF. Een dergelijke viscositeitswaarde zorgt voor cen voldoende vloei zodat het dichtingsmateriaal tot aan het omtreksdeel kan stromen alvorens uit te harden.According to a possible embodiment, the sealing material for the outer shell is applied without pressure, for example by casting. The sealing material is then wholly or partially poured over the core such that the sealing material flows along the core to the peripheral portion and then hardens. In this way, an outer shell can be obtained having a base contacting the peripheral portion and an upper portion spaced from the peripheral portion, the base being thicker than the upper portion. When applied, the sealing material preferably has a dynamic viscosity of between 100 mPa.s and 1500 mPa.s at 25°C, measured, for example, according to BASF's G 133-07 method. Such a viscosity value provides sufficient flow to allow the sealing material to flow to the peripheral portion before curing.

Het dichtingsmateriaal is bij voorkeur een uithardbare polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een twee-componenten mengsel omvattende een polyol-component en isocyanaat-component. Bij voorkeur wordt het dichtingsmateriaal zodanig gekozen dat de buitenschil na uitharding een dichtheid heeft tussen 800 en 1300 kg/m3.The sealing material is preferably a curable polymer composition, for example a two-component mixture comprising a polyol component and isocyanate component. Preferably, the sealing material is chosen such that the outer shell after curing has a density between 800 and 1300 kg/m 3 .

Bij voorkeur wordt de buitenschil zodanig aangebracht dat de wanddikte van de buitenschil geleidelijk afneemt naarmate de afstand van het omtreksdeel groter is. Dit kan enerzijds gerealiseerd worden door een geschikte vorm van de kern en door het dichtingsmateriaal op gecontroleerde wijze over de kern aan te brengen, of door te werken met extra mallen.Preferably, the outer shell is arranged in such a way that the wall thickness of the outer shell gradually decreases as the distance from the circumferential part is greater. This can be achieved on the one hand by a suitable shape of the core and by applying the sealing material over the core in a controlled manner, or by working with additional moulds.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de buitenschil volledig over de kern aangebracht, zodanig dat de buitenschil en het omtreksdeel de kern volledig omsluiten, waarbij de kern vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal.According to a preferred embodiment, the outer shell is fitted completely over the core such that the outer shell and peripheral portion completely enclose the core, the core being made of a compressible material.

Het dichtingsmateriaal wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat dit na uitharden een shore A hardheid heeft gelegen tussen 50 en 100, bij voorkeur tussen 60 en 100, meer bij voorkeur tussen 70 en 95.The sealing material is preferably chosen such that, after curing, it has a shore A hardness of between 50 and 100, preferably between 60 and 100, more preferably between 70 and 95.

5 Optioneel kan een hechtingslaag aangebracht worden op het omtreksdeel voorafgaand aan het aanbrengen van het dichtingsmateriaal, welke hechtingslaag ingericht is voor het verbeteren van de hechting van het dichtingsmateriaal aan het omtreksdeel. De hechtingslaag kan bijvoorbeeld een silaan-gebaseerde primer omvatten.Optionally, an adhesive layer can be applied to the peripheral part prior to application of the sealing material, which adhesive layer is adapted to improve the adhesion of the sealing material to the peripheral part. For example, the adhesive layer may comprise a silane-based primer.

Optioneel kan het omtreksdeel, voorafgaand aan het aanbrengen van het dichtingsmateriaal, onderworpen worden aan een corona of plasma behandeling, optioneel met toevoeging van een vloeibare activator. De corona of plasma behandeling zorgt ervoor dat de moleculaire structuur van het omtreksdeel wordt opengezet en dat zo de hechting kan worden verbeterd. Door toevoeging van een vloeibare activator kan ervoor gezorgd worden dat de moleculaire structuur voor een langere periode “open” blijft. Op die manier dient het aanbrengen van het dichtingsmateriaal niet onmiddellijk na de plasmabehandeling te gebeuren en kunnen de dakelementen behandeld en gestockeerd worden, zonder dat onmiddellijk daarna de buitenschil wordt aangebracht.Optionally, prior to application of the sealing material, the peripheral portion may be subjected to a corona or plasma treatment, optionally with the addition of a liquid activator. The corona or plasma treatment ensures that the molecular structure of the circumferential part is opened and that the adhesion can thus be improved. By adding a liquid activator, it can be ensured that the molecular structure remains "open" for a longer period of time. In this way, the application of the sealing material does not have to take place immediately after the plasma treatment and the roof elements can be treated and stored without the outer shell being applied immediately afterwards.

Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm wordt een bijkomende mal voorzien die samen met de kern een begrensde ruimte vormt, waarbij het dichtingsmateriaal wordt aangebracht tussen de bijkomende mal en de kern. Op die manier kan de vorm van de buitenschil nog verder worden gecontroleerd.According to a possible embodiment, an additional mold is provided which, together with the core, forms a defined space, the sealing material being applied between the additional mold and the core. In this way, the shape of the outer shell can be checked even further.

Bij voorkeur omvat het dakelement één of meer van de volgende: een glasplaat, een glaskoepel, een kunststofplaat zoals een polycarbonaatplaat, een kunststofkoepel zoals een polycarbonaatkoepel.Preferably, the roof element comprises one or more of the following: a glass sheet, a glass dome, a plastic sheet such as a polycarbonate sheet, a plastic dome such as a polycarbonate dome.

Bij voorkeur omvat het dakelement ten minste een eerste wandelement en een tweede wandelement, die langs hun omtrek met elkaar zijn verbonden door middel van een omtrekskader uit kunststof, bij voorkeur een uitgehard dichtingsmateriaal, optioneel met tussenvoeging van een afstandhouder. Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is het eerste wandelement een plaat en het tweede wandelement een koepelelement. Volgens een andere mogelijke uitvoeringsvorm zijn beide wandelementen koepelelementen. Volgens nog een andere uitvoeringsvorm zijn beide wandelementen platen. Verder begrijpt de vakman dat het ook mogelijk is om meer dan twee wandelementen te voorzien in het dakelement. Zo kunnen ook meerwandige dakelementen gevormd worden met drie of meer wandelementen. Verder kunnen ook één of meer bijkomende folies voorzien worden tussen aangrenzende wandelementen. Volgens een voordelige uitvoeringsvorm stemt de omtrek van het eerste wandelement in hoofdzaak overeen met een omtrek van het tweede wandelement. In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een gas geïnjecteerd tussen het eerste en het tweede wandelement. Op die manier kan de isolatiewaarde van de meerwandige inrichting verhoogd worden. Dit gas kan bijvoorbeeld geïnjecteerd worden tijdens het injecteren van het dichtingsmateriaal voor het vormen van het omtrekskader. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de kern aangebracht op het omtrekskader.Preferably, the roof element comprises at least a first wall element and a second wall element, which are connected to each other along their periphery by means of a circumferential frame made of plastic, preferably a cured sealing material, optionally with the insertion of a spacer. According to an advantageous embodiment, the first wall element is a plate and the second wall element is a dome element. According to another possible embodiment, both wall elements are dome elements. According to yet another embodiment, both wall elements are plates. The skilled person further understands that it is also possible to provide more than two wall elements in the roof element. Multi-walled roof elements can thus also be formed with three or more wall elements. Furthermore, one or more additional foils can also be provided between adjacent wall elements. According to an advantageous embodiment, the circumference of the first wall element substantially corresponds to a circumference of the second wall element. In an advantageous embodiment, a gas is injected between the first and the second wall element. In this way, the insulation value of the multi-walled device can be increased. For example, this gas may be injected during the injection of the sealing material to form the perimeter frame. According to a preferred embodiment, the core is applied to the circumferential frame.

Ineen voordelige uitvoeringsvorm zijn in het omtrekskader één of meer inzetstukken opgenomen, bij voorkeur één of meer van de volgende inzetstukken: een bevestigingsprofiel, een sensor zoals cen regendetector, een ventilatie-onderdeel, een verlichtingselement, een beugel, een scharnier, een inschroefinzetstuk, één of meer kabels of draden. Op die manier kunnen één of meer inzetstukken geïntegreerd worden in het omtrekskader rondom het eerste en tweede wandelement. Deze één of meer inzetstukken kunnen dus op een zeer eenvoudige wijze opgenomen worden in het dakelement. Het voorzien van een bevestigingsprofiel heeft het voordeel dat achteraf verschillende onderdelen, zoals scharnieren of een beugel bevestigd kunnen worden aan het bevestigingsprofiel dat ingericht is om op eenvoudige wijze verbindbaar te zijn met verschillende onderdelen.In an advantageous embodiment one or more inserts are included in the circumferential frame, preferably one or more of the following inserts: a mounting profile, a sensor such as a rain detector, a ventilation part, a lighting element, a bracket, a hinge, a screw-in insert, one or more cables or wires. In this way, one or more inserts can be integrated into the circumferential frame around the first and second wall elements. These one or more inserts can therefore be incorporated in the roof element in a very simple manner. The provision of a fastening profile has the advantage that different parts, such as hinges or a bracket, can be attached afterwards to the fastening profile, which is designed to be connected in a simple manner to different parts.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een dakelement, zoals een raam of koepelsamenstel, verschaft. Het dakelement heeft aan een onderzijde een omtreksdeel dat bedoeld is om aangebracht te worden tegen een daaronder gelegen opstand of ander dakelement, en/of heeft aan cen bovenzijde een omtreksdeel dat bedoeld is om aangebracht te worden tegen een daarboven gelegen volgend dakelement. Het dakelement omvat een optioneel kerndeel dat zich uitstrekt in een omtreksrichting van het dakelement, tegen het omtreksdeel van het dakelement; een elastisch vervormbare buitenschil die zich uitstrekt in de omtreksrichting van het dakelement, en die gehecht is aan het omtreksdeel van het dakelement; zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel van het dakelement, langs cen gedeelte van het optioneel kerndeel, uitstrekt; waarbij het optioneel kerndeel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel.According to another aspect of the invention, a roof element, such as a window or dome assembly, is provided. The roof element has on a lower side a circumferential part which is intended to be arranged against an upstand or other roof element situated thereunder, and/or has on a top side a circumferential part which is intended to be arranged against a subsequent roof element situated above it. The roof element comprises an optional core portion extending in a circumferential direction of the roof element, against the circumferential portion of the roof element; an elastically deformable outer shell extending in the circumferential direction of the roof element, and which is bonded to the circumferential portion of the roof element; such that the outer shell extends at least from the peripheral portion of the roof element along a portion of the optional core portion; wherein the optional core portion is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the peripheral portion.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een opstand verschaft. De opstand heeft een omtreksdeel dat ingericht om een dakelement te ondersteunen. De opstand omvat een optioneel kerndeel dat zich uitstrekt in een omtreksrichting van de opstand, tegen het omtreksdeel van de opstand; een elastisch vervormbare buitenschil die zich uitstrekt in de omtreksrichting van de opstand, en die gehecht is aan het omtreksdeel van de opstand; zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel van de opstand, langs een gedeelte van het optioneel kerndeel, uitstrekt; waarbij het optioneel kerndeel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel. De voorkeurskenmerken en voordelen die hierboven werden uiteengezet voor de werkwijze gelden mutatis mutandis voor het dakelement en de opstand. Verdere voordelige uitvoeringsvormen worden beschreven in de conclusies in bijlage.According to another aspect of the invention, a curb is provided. The curb has a peripheral portion adapted to support a roof element. The upstand includes an optional core portion extending in a circumferential direction of the upstand against the circumferential portion of the upstand; an elastically deformable outer shell extending in the circumferential direction of the curb and bonded to the peripheral portion of the curb; such that the outer shell extends at least from the peripheral portion of the curb along a portion of the optional core portion; wherein the optional core portion is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the peripheral portion. The preferred features and advantages set forth above for the method apply mutatis mutandis to the roof element and the curb. Further advantageous embodiments are described in the appended claims.

Korte figuurbeschrijving Bovenstaande en andere voordelige eigenschappen en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter begrepen worden aan de hand van de volgende gedetailleerde beschrijving wanneer deze wordt gelezen in combinatie met de tekeningen in bijlage, waarin Figuren 1A-1D schematische doorsneden tonen tijdens opeenvolgende stappen van een uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een dakelement met een dichting; Figuur 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een dakelement illustreert, kijkend naar een onderzijde van het dakelement; Figuur 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een opstand illustreert, kijkend naar een bovenzijde van de opstand; Figuur 4 een doorsnede van een voorbeelduitvoeringsvorm van een kerndeel met buitenschil illustreren; Figuren 5A en 5B in doorsnede een voorbeelduitvoeringsvorm van een werkwijze illustreren waarbij de kern als mal fungeert in de stap die getoond is in figuur 5A en de mal verwijderd is in figuur SB; Figuur 6 een doorsnede van een voorkeursuitvoeringsvorm van kerndeel met buitenschil illustreert; Figuren 7A en 7B in doorsnede een voorbeelduitvoeringsvorm van een werkwijze illustreren waarbij de kern als mal fungeert en een bijkomende mal is voorzien in de stap die getoond is in figuur 5A en de mallen verwijderd zijn in figuur 5B; Figuren 8, 9, 10, 11 schematische doorsnedes van verschillende uitvoeringsvormen van een meerwandig dakelement illustreren; en Figuur 12 een schematisch onderaanzicht van een dakelement illustreert. Gedetailleerde uitvoeringsvormen Figuren 1A-1D illustreren schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een werkwijze voor het vervaardigen van een dakelement met een dichting.Brief Description of the Figures The above and other advantageous features and objects of the invention will become more apparent and the invention will be better understood from the following detailed description when read in conjunction with the accompanying drawings, in which Figures 1A-1D show schematic cross-sections during successive steps of an embodiment of a method for manufacturing a roof element with a seal; Figure 2 illustrates a schematic perspective view of an embodiment of a roof element, looking at an underside of the roof element; Figure 3 illustrates a schematic perspective view of an embodiment of a curb looking at a top of the curb; Figure 4 illustrates a cross-section of an exemplary embodiment of an outer shell core member; Figures 5A and 5B illustrate in section an exemplary embodiment of a method in which the core acts as a mold in the step shown in Figure 5A and the mold is removed in Figure SB; Figure 6 illustrates a cross-section of a preferred embodiment of outer shell core member; Figures 7A and 7B illustrate in cross section an exemplary embodiment of a method in which the core acts as a mold and an additional mold is provided in the step shown in Fig. 5A and the molds are removed in Fig. 5B; Figures 8, 9, 10, 11 illustrate schematic cross-sections of different embodiments of a multi-walled roof element; and Figure 12 illustrates a schematic bottom view of a roof element. Detailed Embodiments Figures 1A-1D schematically illustrate a first embodiment of a method for manufacturing a roof element with a seal.

In figuur 1A is een bekend dakelement 100 getoond, bijvoorbeeld een dakelement zoals beschreven in Europese octrooiaanvraag EP 3 460 160 A1 op naam van Aanvraagster. Het dakelement 100 is in figuur 1A getoond met de onderzijde 101 naar boven gericht. Het dakelement 100 omvat ten minste een eerste wandelement 151 en een tweede wandelement 152, die langs hun omtrek met elkaar zijn verbonden door middel van een omtrekskader 160 uit kunststof, bij voorkeur een uitgehard dichtingsmateriaal, bijvoorbeeld zoals beschreven in EP 3 460 160 A1. Tussen het eerste en het tweede wandelement 151, 152 is een afstandhouder 181 voorzien. De eerste en tweede wandelementen 151, 152 zijn hier twee lichtdoorlatende platen 151, 152, bijvoorbeeld glasplaten of kunststofplaten. De vakman begrijpt dat het eerste en tweede wandelement 151, 152 ook een combinatie kan zijn van een plaat en een koepel of van twee koepels, en dat optioneel één of meer extra platen en/of koepels toegevoegd kunnen worden aan het dakelement 100. In het dakelement 100, en in het bijzonder in het omtrekskader 160, kunnen één of meer inzetstukken zijn opgenomen, bij voorkeur één of meer van de volgende inzetstukken: cen sensor, zoals een regendetector, een ventilatie-onderdeel, een verlichtingselement, een bevestigingsprofiel, een beugel, een scharnier, een inschroef-inzetstuk, één of meer kabels of draden. In figuren 1A-1D is enkel een bevestigingselement 171 getoond voor bevestiging van het dakelement 100 op de opstand 200, maar de vakman begrijpt dat één of meer van de hierboven opgesomde inzetstukken op gelijkaardige wijze gedeeltelijk geïntegreerd kunnen zijn in het omtrekskader 160.Figure 1A shows a known roof element 100, for instance a roof element as described in European patent application EP 3 460 160 A1 in the name of Applicant. The roof element 100 is shown in figure 1A with the underside 101 directed upwards. The roof element 100 comprises at least a first wall element 151 and a second wall element 152, which are connected to each other along their periphery by means of a circumferential frame 160 of plastic, preferably a cured sealing material, for example as described in EP 3 460 160 A1. A spacer 181 is provided between the first and second wall elements 151, 152. The first and second wall elements 151, 152 are here two light-transmitting plates 151, 152, for example glass plates or plastic plates. Those skilled in the art understand that the first and second wall elements 151, 152 can also be a combination of a plate and a dome or of two domes, and that optionally one or more additional plates and/or domes can be added to the roof element 100. roof element 100, and in particular in the circumferential frame 160, one or more inserts can be included, preferably one or more of the following inserts: a sensor, such as a rain detector, a ventilation element, a lighting element, a mounting profile, a bracket , a hinge, a screw-in insert, one or more cables or wires. In Figures 1A-1D only a fixing element 171 is shown for fixing the roof element 100 to the upstand 200, but the skilled person will understand that one or more of the inserts listed above may be similarly partially integrated in the perimeter frame 160.

Het dakelement 100 is bedoeld om met een omtreksdeel 110 aangebracht te worden tegen een daartegenover gelegen opstand 200, zie ook figuur 1D. Volgens een eerste stap van de werkwijze die geïllustreerd is in figuur 1B wordt de kern 300 zodanig aangebracht dat de kern 300 zich uitstrekt in een omtreksrichting Dp van het dakelement 100, zie ook figuur 2 waarin een perspectivisch aanzicht van een dakelement 100 is getoond kijkend naar de onderzijde daarvan. De kern 300 wordt aangebracht tegen het omtreksdeel 110 van het dakelement 100. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt het omtreksdeel 110 gevormd door een deel van het omtrekskader 160, maar in andere uitvoeringsvormen zou het omtreksdeel 110 ook gevormd kunnen zijn door een deel van het wandelement 151 dat gelegen is aan de onderzijde. Zo kan de kern 300 en de buitenschil 400 ook rechtsreeks op een glas- of kunststofplaat of koepel zijn aangebracht.The roof element 100 is intended to be arranged with a circumferential part 110 against an opposite upright 200, see also figure 1D. According to a first step of the method illustrated in Fig. 1B, the core 300 is arranged such that the core 300 extends in a circumferential direction Dp of the roof element 100, see also Fig. 2 in which a perspective view of a roof element 100 is shown looking at the underside thereof. The core 300 is fitted against the peripheral portion 110 of the roof element 100. In the illustrated embodiment, the peripheral portion 110 is formed by a portion of the peripheral frame 160, but in other embodiments, the peripheral portion 110 could also be formed by a portion of the wall element 151. which is located at the bottom. For example, the core 300 and the outer shell 400 can also be mounted directly on a glass or plastic sheet or dome.

In een tweede werkwijzestap die geïllustreerd is in figuur 1C wordt een dichtingsmateriaal in vloeibare toestand aangebracht over de kern 300 ter vorming van een buitenschil 400. Het dichtingsmateriaal is ingericht om na uitharden een elastisch vervormbare buitenschil 400 te vormen, waarbij het dichtingsmateriaal wordt aangebracht in de omtreksrichting Dp van het dakelement, zie ook figuur 2, zodanig dat de buitenschil 400 zich ten minste vanaf het omtreksdeel 110 van het dakelement, langs ten minste een gedeelte 310 van de kern 300, uitstrekt. Het dichtingsmateriaal wordt verder zodanig aangebracht dat de elastisch vervormbare buitenschil 400 hecht aan het omtreksdeel 110 van het dakelement 100. Dit kan bijvoorbeeld bewerkstelligd worden door een geschikte keuze van het materiaal van het omtrekskader 160 en/of van het dichtingsmateriaal voor het vormen van de buitenschil 400. Optioneel kan een hechtingslaag aangebracht worden op het omtreksdeel 110 voorafgaand aan het aanbrengen van het dichtingsmateriaal voor de buitenschil 400, waarbij de hechtingslaag gekozen is voor het verbeteren van de hechting van het dichtingsmateriaal aan het omtreksdeel 110. De hechtingslaag kan bijvoorbeeld een silaan-gebaseerde primer omvatten. In de uitvoeringsvorm van figuren 1A-1D strekt de buitenschil 400 zich volledig uit over de kern 300, en is de kern 300 vervaardigd uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil 400 elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel 110.In a second process step illustrated in Figure 1C, a sealing material in a liquid state is applied over the core 300 to form an outer shell 400. The sealing material is arranged to form an elastically deformable outer shell 400 after curing, wherein the sealing material is applied in the circumferential direction Dp of the roof element, see also figure 2, such that the outer shell 400 extends at least from the circumferential part 110 of the roof element, along at least a portion 310 of the core 300. The sealing material is further applied such that the elastically deformable outer shell 400 adheres to the peripheral portion 110 of the roof element 100. This can be accomplished, for example, by appropriate selection of the material of the peripheral frame 160 and/or the sealing material for forming the outer shell. 400. Optionally, an adhesive layer may be applied to the peripheral portion 110 prior to application of the sealing material for the outer shell 400, the adhesive layer being selected to improve the adhesion of the sealing material to the peripheral portion 110. For example, the adhesive layer may comprise a silane-coated adhesive. based primer. In the embodiment of Figures 1A-1D, the outer shell 400 extends completely over the core 300, and the core 300 is made of a compressible material such that the outer shell 400 is elastically compressible in a direction perpendicular to the peripheral portion 110.

De kern 300 is bij voorkeur in hoofdzaak kadervormig in de zin dat de kern 300 bij voorkeur aangebracht is langs een gesloten omtrek. De kadervorm kan rechthoekig, vierkant, rond, etc. zijn, en komt typisch overeen met de vorm van het dakelement 100. Ook de buitenschil 400 is bij voorkeur in hoofdzaak kadervormig is. Op die manier kan de buitenschil een goede dichting vormen tussen het dakelement 100 en de opstand 200, waarbij een dergelijke dichting het voordeel is dat deze gehecht is aan het dakelement en dus steeds goed gepositioneerd is. Verder is de buitenschil elastisch vervormbaar en is de kern samendrukbaar, bij voorkeur elastisch samendrukbaar, zodanig dat de buitenschil enigszins kan worden gecomprimeerd tussen het dakelement en de opstand om zo een goede dichting te vormen die luchtdicht en waterdicht is.The core 300 is preferably substantially frame-shaped in the sense that the core 300 is preferably disposed along a closed perimeter. The frame shape can be rectangular, square, round, etc., and typically corresponds to the shape of the roof element 100. The outer shell 400 is also preferably substantially frame-shaped. In this way the outer shell can form a good seal between the roof element 100 and the curb 200, such a seal having the advantage that it is adhered to the roof element and is thus always well positioned. Furthermore, the outer shell is elastically deformable and the core is compressible, preferably elastically compressible, such that the outer shell can be compressed somewhat between the roof element and the curb so as to form a good seal which is airtight and watertight.

Het dichtingsmateriaal is bij voorkeur een gietbare uithardbare polymeersamenstelling, bijvoorbeeld een twee-componenten mengsel omvattende een polyol-component en isocyanaat- component. De gietbare uithardbare polymeersamenstelling heeft bij voorkeur een dynamische viscositeit die gelegen is tussen 100 mPa.s en 1500 mPa.s bij 25°C, bijvoorbeeld gemeten volgens de G 133-07 methode van BASF. De polyol-component is bij voorkeur ten minste 5 keer viskeuzer dan de isocyanaat-component, en heeft bijvoorbeeld een dynamische viscositeit die gelegen is tussen 1000 mPa.s en 1500 mPa.s bij 25°C, bijvoorbeeld gemeten volgens de G 133-07 methode. De iso-cyaancomponent omvat bij voorkeur een di-isocyanaat-component. Bij voorkeur wordt een UV-stabiele 1s0-cyanaatcomponent gekozen. De iso-cyaancomponent kan ook een alyfatisch isocyanaat zijn. Het dichtingsmateriaal wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat het na uitharden een shore A hardheid heeft gelegen tussen 50 en 100, bij voorkeur tussen 60 en 100,The sealing material is preferably a pourable curable polymer composition, for example a two-component mixture comprising a polyol component and isocyanate component. The pourable curable polymer composition preferably has a dynamic viscosity comprised between 100 mPa.s and 1500 mPa.s at 25°C, for example measured according to the G 133-07 method of BASF. The polyol component is preferably at least 5 times more viscous than the isocyanate component, and has, for example, a dynamic viscosity between 1000 mPa.s and 1500 mPa.s at 25°C, measured, for example, according to G 133-07 method. The isocyanate component preferably comprises a diisocyanate component. Preferably, a UV-stable 110-cyanate component is selected. The isocyanate component may also be an aliphatic isocyanate. The sealing material is preferably chosen such that after curing it has a shore A hardness of between 50 and 100, preferably between 60 and 100,

meer bij voorkeur tussen 70 en 95. Een dergelijk dichtingsmateriaal voor de buitenschil resulteert in een UV bestendige en waterbestendige dichting. Een geschikte gietbare uithardbare polymeersamenstelling is bijvoorbeeld Elastolit* R 8929/110/WST van BASF.more preferably between 70 and 95. Such outer shell sealing material results in a UV resistant and water resistant seal. A suitable pourable curable polymer composition is, for example, Elastolit* R 8929/110/WST from BASF.

Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm kan het dichtingsmateriaal eenvoudig over de kern worden gegoten of gespoten, waarbij een giet-/spuitmond langs de kern 300 beweegt in de omtreksrichting Dp. Op die manier wordt een buitenschil 400 verkregen met een relatief dun bovendeel 401 en een dikkere basis 402, zoals geïllustreerd is in figuur 6. Het dunner bovendeel 401 draagt bij aan de vervormbaarheid van de buitenschil 400 onder invloed van een kracht loodrecht op het omtreksdeel 110.According to a possible embodiment, the sealing material can be simply poured or sprayed over the core, with a casting/spray nozzle moving along the core 300 in the circumferential direction Dp. In this way, an outer shell 400 is obtained having a relatively thin upper portion 401 and a thicker base 402, as illustrated in Figure 6. The thinner upper portion 401 contributes to the deformability of the outer shell 400 under the influence of a force perpendicular to the peripheral portion 110. .

Bij voorkeur wordt de buitenschil 400 zodanig aangebracht dat de buitenschil een basis 402 heeft die contact maakt met het omtreksdeel 110 en een bovendeel 401 op een afstand van het omtreksdeel, waarbij de basis 402 dikker is dan het bovendeel 401. Nog meer bij voorkeur, wordt de buitenschil 400 zodanig aangebracht dat de wanddikte van de buitenschil geleidelijk afneemt naarmate de afstand van het omtreksdeel groter is. Dit kan verwezenlijkt worden door het dichtingsmateriaal te gieten zonder gebruik van een bijkomende mal, zoals hierboven werd beschreven, maar het is ook mogelijk om een extra mal te voorzien.Preferably, the outer shell 400 is arranged such that the outer shell has a base 402 contacting the peripheral portion 110 and an upper portion 401 spaced from the peripheral portion, the base 402 being thicker than the upper portion 401. Even more preferably, the outer shell 400 is arranged such that the wall thickness of the outer shell gradually decreases as the distance from the circumferential part is greater. This can be accomplished by casting the sealing material without using an additional mold as described above, but it is also possible to provide an additional mold.

Bij voorkeur wordt de buitenschil 400 zodanig aangebracht dat deze een minimale dikte tmin heeft, bij voorkeur ter hoogte van een top 405 van de buitenschil 400, die kleiner is dan 1,5 mm, bij voorkeur kleiner dan 1 mm, nog meer bij voorkeur kleiner dan 0.5 mm. Verder heeft de buitenschil 400 bij voorkeur een minimale hoogte h, bij voorkeur ten minste 3 mm, bijvoorbeeld ten minste 5 mm om een passende dichting te kunnen verwezenlijken. Anderzijds is de hoogte bij voorkeur niet te groot, om te vermijden dat het uitharden begint alvorens voldoende materiaal aanwezig is op het omtreksdeel 110 ter vorming van de basis 402 die hecht aan het omtreksdeel 110. Bij voorkeur strekt de buitenschil 400 zich ter hoogte van het omtreksdeel 110 uit over een contactafstand dc van ten minste 3 mm, bij voorkeur ten minste 5 mm , gezien in een doorsnede loodrecht op de omtreksrichting, ten einde een voldoende groot hechtingsoppervlak te creëren.Preferably, the outer shell 400 is arranged such that it has a minimum thickness tmin, preferably at a apex 405 of the outer shell 400, which is less than 1.5 mm, preferably less than 1 mm, even more preferably less than 0.5mm. Furthermore, the outer shell 400 preferably has a minimum height h, preferably at least 3 mm, for example at least 5 mm, in order to be able to realize a suitable seal. On the other hand, the height is preferably not too great to avoid curing starting before sufficient material is present on the peripheral portion 110 to form the base 402 which adheres to the peripheral portion 110. Preferably, the outer shell 400 extends at the level of the circumferential part 110 over a contact distance dc of at least 3 mm, preferably at least 5 mm, viewed in a section perpendicular to the circumferential direction, in order to create a sufficiently large bonding surface.

Bij voorkeur is de kern 300 gevormd om vanaf het omtreksdeel 110 geleidelijk, bij voorkeur boogvormig, omhoog te lopen naar een top 305 van de kern 300. De kern 300 kan bijvoorbeeld in doorsnede in hoofdzaak de vorm hebben van een gekantelde D, waarbij de platte kant van de D- vormige doorsnede contact maakt met het omtreksdeel 110.Preferably, the core 300 is shaped to ascend gradually, preferably arcuately, from the peripheral portion 110 to a apex 305 of the core 300. For example, the core 300 may be substantially in cross-section in the shape of a canted D, with the flat side of the D-shaped section contacts the peripheral portion 110.

De kern 300 is bij voorkeur vervaardigd uit een schuimmateriaal, bijvoorbeeld een polyurethaanschuim, een PVC schuim of een PE schuim, bij voorkeur met een Shore 00 hardheid gelegen tussen 40 en 80, bij voorkeur tussen 50 en 70. De kern 300 kan rechtstreeks op het dakelement worden gespoten. Volgens een alternatief wordt een geprefabriceerde dichtingsband of een dichtingsprofiel gebruikt als kerndeel 300. Dit kan een vol of een hol dichtingsprofiel zijn, bijvoorbeeld een D-profiel. Deze kunnen uit elk geschikt materiaal zijn vervaardigd, bijvoorbeeld een rubber zoals een celrubber. De kern 300 kan dan bijvoorbeeld gekleefd worden op het omtreksdeel 110.The core 300 is preferably manufactured from a foam material, for instance a polyurethane foam, a PVC foam or a PE foam, preferably with a Shore 00 hardness of between 40 and 80, preferably between 50 and 70. The core 300 can be placed directly on the roof element is sprayed. According to an alternative, a prefabricated sealing tape or a sealing profile is used as core part 300. This can be a solid or a hollow sealing profile, for example a D-profile. These can be manufactured from any suitable material, for instance a rubber such as a cellular rubber. The core 300 can then be glued to the circumferential part 110, for example.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een dakelement 100 dat een koepelschaal 151 omvat, kijkend naar een onderzijde van het dakelement 100. De vakman begrijpt dat het dakelement ook één of meer lichtdoorlatende platen en/of één of meer koelschalen kan omvatten. Het dakelement 100 is hier in hoofdzaak rechthoekig, en de kern 300 en de buitenschil 400 strekken zich uit langs een rechthoekig omtreksdeel 110 in een omtreksrichting Dp. De kern 300 en de buitenschil 400 kunnen uitgevoerd zijn volgens eender welk van de hierboven en hieronder beschreven varianten.Figure 2 shows a perspective view of a roof element 100 comprising a dome shell 151, looking at an underside of the roof element 100. Those skilled in the art understand that the roof element may also comprise one or more translucent sheets and/or one or more cooling shells. The roof element 100 is here substantially rectangular, and the core 300 and the outer shell 400 extend along a rectangular circumferential part 110 in a circumferential direction Dp. The core 300 and the outer shell 400 may be configured according to any of the variants described above and below.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht van een opstand 200 die bijvoorbeeld vervaardigd kan zijn uit PVC. De opstand 200 is aan de bovenzijde 201 voorzien van een omtreksdeel 210 in een omtreksrichting Dp. De opstand 200 is hier in hoofdzaak rechthoekig, en de kern 300 en de buitenschil 400 strekken zich uit langs een rechthoekig omtreksdeel 110. De kern 300 en de buitenschil 400 kunnen uitgevoerd zijn volgens eender welk van de hierboven en hieronder beschreven varianten.Figure 3 shows a perspective view of a stand 200 which can be made, for example, of PVC. Upstand 200 is provided at the top 201 with a circumferential part 210 in a circumferential direction Dp. The upstand 200 is here substantially rectangular, and the core 300 and the outer shell 400 extend along a rectangular circumferential portion 110. The core 300 and the outer shell 400 may be constructed according to any of the variants described above and below.

De kern 300 en de buitenschil 400 kunnen dus ofwel op het dakelement 100, ofwel op de opstand 200 zijn aangebracht. Typisch zal het voldoende zijn om de buitenschil 400 op één van beide te voorzien, maar het is ook een optie om zowel op het dakelement 100 als op de opstand 200 een buitenschil te voorzien. Op die manier kan een dubbele dichting worden verkregen.The core 300 and the outer shell 400 can thus be arranged either on the roof element 100 or on the upstand 200 . Typically it will be sufficient to provide the outer shell 400 on one of the two, but it is also an option to provide an outer shell on both the roof element 100 and the curb 200. In this way a double seal can be obtained.

Figuur 4 illustreert een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een kernelement 300 met een buitenschil 400. Het kernelement 300 kan op dezelfde manier uitgevoerd en aangebracht zijn als hierboven beschreven voor figuren 1A-1D. De buitenschil 400 is hier slechts aan één zijde van het kernelement 300 voorzien, bij voorkeur aan de buitenzijde van het kernelement 300. De buitenschil 400 strekt zich bij voorkeur uit tot aan een top 305 van de kern 300. De buitenschil 400 kan verder op dezelfde manier uitgevoerd en aangebracht zijn zoals hierboven beschreven voor figuren 1A- 1D, met dit verschil dat het dichtingsmateriaal slechts aan één zijde van de kern 300 wordt aangebracht. Ook hier zal de buitenschil 400 zich kunnen uitstrekken vanaf een opstand 200 tot een dakelement 100, waarbij de buitenschil 400 ofwel gehecht is aan het omtreksdeel 110 van het dakelement 100, ofwel aan het omtreksdeel 210 van de opstand 200. Ook in een dergelijke uitvoering zal de buitenschil 400 dus een luchtdichte, waterdichte en UV bestendige dichting kunnen vormen.Figure 4 illustrates another possible embodiment of a core element 300 with an outer shell 400. The core element 300 may be constructed and arranged in the same manner as described above for Figures 1A-1D. The outer shell 400 is here provided only on one side of the core element 300, preferably on the outer side of the core element 300. The outer shell 400 preferably extends up to a apex 305 of the core 300. designed and applied as described above for Figures 1A-1D, except that the sealing material is applied to one side of the core 300 only. Here too, the outer shell 400 will be able to extend from a curb 200 to a roof element 100, wherein the outer shell 400 is either bonded to the peripheral part 110 of the roof element 100, or to the peripheral part 210 of the curb 200. the outer shell 400 can thus form an airtight, watertight and UV resistant seal.

Figuren SA en 5B illustreren nog een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een kernelement 300 met een buitenschil 400. De kern 300 fungeert hier als een mal die wordt verwijderd na het aanbrengen van de buitenschil 400. Het kernelement 300 kan hier dus een willekeurige stijve of flexibele mal zijn. De mal kan gevormd zijn uit meerdere delen, bijvoorbeeld vier delen die als een kader aangebracht zijn op het omtreksdeel 110, 210, net zoals de kern 300 getoond in figuren 2 enFigures SA and 5B illustrate yet another possible embodiment of a core element 300 with an outer shell 400. The core 300 here functions as a mold which is removed after application of the outer shell 400. The core element 300 can thus here be any rigid or flexible mold. to be. The mold may be formed from multiple parts, e.g. four parts framed on the peripheral portion 110, 210, much like the core 300 shown in Figures 2 and

3. Figuur SA toont de buitenschil 400 in dwarsdoorsnede zoals deze aangebracht is op de mal 300, en figuur 5B toont de buitenschil 400 nadat de mal 300 is verwijderd. De buitenschil 400 is hier slechts aan één zijde van het kernelement 300 voorzien, bij voorkeur aan de buitenzijde van het kernelement 300. De buitenschil 400 kan verder op dezelfde manier uitgevoerd en aangebracht zijn zoals hierboven werd beschreven voor figuren 1A-1D, met dit verschil dat het dichtingsmateriaal slechts aan één zijde van de kern 300 wordt aangebracht. Ook hier zal de buitenschil 400 zich kunnen uitstrekken vanaf een opstand 200 tot een dakelement 100, waarbij de buitenschil 400 ofwel gehecht is aan het omtreksdeel 110 van het dakelement 100, ofwel aan het omtreksdeel 210 van de opstand 200. Ook in een dergelijke uitvoering zal de buitenschil 400 dus een luchtdichte, waterdichte en UV bestendige dichting kunnen vormen. Figuren 7A en 7B illustreren nog een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een kernelement 300 met een buitenschil 400. De kern 300 fungeert hier ook als een mal die wordt verwijderd na het aanbrengen van de buitenschil 400. Daarnaast is nog een tweede buitenmal 300’ voorzien, zodanig dat de buitenschil 400 gevormd kan worden tussen de buitenmal 300’ en de mal 300. De mallen 300, 300’ vormen hier geen gesloten ruimte, en het dichtingsmateriaal voor de buitenschil 400 kan dus drukloos worden aangebracht. In nog een andere niet getoonde variant kunnen de mallen 300, 300’ een gesloten ruimte begrenzen en kan het dichtingsmateriaal onder druk worden geïnjecteerd.3. Figure SA shows the outer shell 400 in cross-section as applied to the mold 300, and Figure 5B shows the outer shell 400 after the mold 300 has been removed. The outer shell 400 is here provided only on one side of the core element 300, preferably on the outer side of the core element 300. The outer shell 400 can furthermore be designed and arranged in the same way as was described above for figures 1A-1D, with this difference in that the sealing material is applied to only one side of the core 300 . Here too, the outer shell 400 will be able to extend from a curb 200 to a roof element 100, wherein the outer shell 400 is either bonded to the peripheral part 110 of the roof element 100, or to the peripheral part 210 of the curb 200. the outer shell 400 can thus form an airtight, watertight and UV resistant seal. Figures 7A and 7B illustrate yet another possible embodiment of a core element 300 with an outer shell 400. The core 300 here also functions as a mold which is removed after the application of the outer shell 400. In addition, a second outer mold 300' is also provided, such that that the outer shell 400 can be formed between the outer mold 300' and the mold 300. The molds 300, 300' do not form a closed space here, and the sealing material for the outer shell 400 can thus be applied without pressure. In yet another variant not shown, the molds 300, 300' can define a closed space and the sealing material can be injected under pressure.

Het kernelement 300 kan hier dus een willekeurige stijve of flexibele mal zijn. De mal kan gevormd zijn uit meerdere delen, bijvoorbeeld vier delen die als een kader aangebracht zijn op het omtreksdeel 110, 210, net zoals de kern 300 getoond in figuren 2 en 3. Figuur 7A toont de buitenschil 400 in dwarsdoorsnede zoals deze aangebracht is tussen de mallen 300, 300’, en figuur SB toont de buitenschil 400 nadat de mallen 300, 300’ zijn verwijderd. Het dichtingsmateriaal voor de buitenschil 400 kan hetzelfde zijn als het dichtingsmateriaal dat hierboven met verwijzing naar figuren 1A-1D werd beschreven. Opnieuw kan de buitenschil 400 zich uitstrekken vanaf een opstand 200 tot een dakelement 100, waarbij de buitenschil 400 ofwel gehecht is aan het omtreksdeel 110 van het dakelement 100, ofwel aan het omtreksdeel 210 van de opstand 200. Ook in een dergelijke uitvoering zal de buitenschil 400 dus een luchtdichte, waterdichte en UV bestendige dichting kunnen vormen.The core element 300 can thus be any rigid or flexible mould. The mold may be formed from multiple parts, e.g. four parts framed on the peripheral portion 110, 210, much like the core 300 shown in Figures 2 and 3. Figure 7A shows the outer shell 400 in cross-section as it is disposed between the molds 300, 300', and Fig. SB shows the outer shell 400 after the molds 300, 300' have been removed. The sealing material for the outer shell 400 may be the same as the sealing material described above with reference to Figures 1A-1D. Again, the outer shell 400 may extend from a curb 200 to a roof element 100, the outer shell 400 being bonded either to the peripheral portion 110 of the roof element 100 or to the peripheral portion 210 of the curb 200. Also in such an embodiment, the outer shell 400 can thus form an airtight, watertight and UV resistant seal.

Voor de varianten van figuren 5A-5B en 7A-7B zijn de mallen 300, 300’ bij voorkeur zodanig vorm gegeven dat een buitenschil 400 wordt gevormd met een wandikte die geleidelijk afneemt weg van het omtreksdeel zodanig dat de buitenschil 400 een “dikke” basis 402 heeft en een “dun” bovenste gedeelte 401. Op die manier kan het bovenste gedeelte 401 vlot elastisch vervormen en een goede dichting verwezenlijken. Figuren 8-11 illustreren verder ontwikkelde voorbeelduitvoeringen van dakelementen volgens de uitvinding. Figuur 8 toont een uitvoering van een dakelement 100 met drie wandelementen 151, 152, 153, bijvoorbeeld glasplaten of kunststofplaten, die op een afstand van elkaar zijn aangebracht in een omtrekskader 160 met tussenvoeding van afstandhouders 181, 182. Optioneel kan tussen de wandelementen 151, 152, 153 een gas, zoals argon, zijn aangebracht. Het omtrekskader 160 kan bijvoorbeeld voorzien worden gebruik makend van de werkwijze beschreven in de Europese octrooiaanvraag EP 3 460 160 A1 op naam van Aanvraagster, welke hier door verwijzing is opgenomen. Het omtrekskader 160 strekt zich uit tot tegen een onderzijde van het onderste wandelement 151. Optioneel kunnen in het omtrekskader één of meer inzetstukken zijn voorzien, zoals een bevestigingselement 171, bijvoorbeeld vervaardigd uit metaal. Het deel van het omtrekskader 160 dat tegen de onderzijde van het onderste wandelement 151 is gelegen vormt een omtreksdeel 110 van het dakelement 100, en dit omtreksdeel 110 is voorzien van een kerndeel 300 en buitenschil 400. Het kerndeel 300 en de buitenschil 400 kunnen op eender welk van de hierboven beschreven uitvoeringen zijn uitgevoerd. Figuur 8 illustreert een uitvoering die analoog is aan deze van figuren 1A-1D en figuur 6, maar de vakman begrijpt dat de uitvoeringen van figuren 4, 5A-5B, 7A-7B ook mogelijk zijn. Het dakelement 100 is aangebracht op een omtreksdeel 210 van de opstand 200 die bijvoorbeeld vervaardigd is uit PVC. Optioneel kan een kern 220 voorzien zijn in de opstand, bijvoorbeeld vervaardigd uit EPS.For the variants of Figures 5A-5B and 7A-7B, the molds 300, 300' are preferably shaped to form an outer shell 400 with a wall thickness that gradually decreases away from the peripheral portion such that the outer shell 400 has a "thick" base. 402 and a "thin" upper part 401. In this way the upper part 401 can easily elastically deform and achieve a good seal. Figures 8-11 illustrate further developed exemplary embodiments of roof elements according to the invention. Figure 8 shows an embodiment of a roof element 100 with three wall elements 151, 152, 153, for instance glass plates or plastic plates, which are arranged at a distance from each other in a circumferential frame 160 with intermediate supply of spacers 181, 182. Optionally, between the wall elements 151, 152, 153 a gas such as argon are provided. For example, the outline 160 can be provided using the method described in the European Patent Application EP 3 460 160 A1 in the name of Applicant, which is incorporated herein by reference. The circumferential frame 160 extends against an underside of the lower wall element 151. Optionally, one or more inserts can be provided in the circumferential frame, such as a fastening element 171, for instance made of metal. The portion of the circumferential frame 160 which bears against the underside of the lower wall element 151 forms a circumferential portion 110 of the roof element 100, and this circumferential portion 110 is provided with a core portion 300 and outer shell 400. The core portion 300 and the outer shell 400 can be mounted on either which of the above-described embodiments are performed. Figure 8 illustrates an embodiment analogous to that of Figures 1A-1D and Figure 6, but those skilled in the art understand that the embodiments of Figures 4, 5A-5B, 7A-7B are also possible. The roof element 100 is arranged on a circumferential part 210 of the upstand 200, which is for instance manufactured from PVC. Optionally, a core 220 can be provided in the curb, for instance made of EPS.

Figuur 9 toont een uitvoering die gelijkaardig is aan deze van figuur 8, met dit verschil dat de eerste, tweede en derde wandelementen 151, 152, 153 hier koepelschalen zijn. Verder zijn de afstandhouders 181, 182 hier op dezelfde manier uitgevoerd als de kerndelen 300 maar dan zonder de buitenschil 400. Deze kunnen dus ook uit een schuimmateriaal zijn vervaardigd. Tussen de eerste, tweede en derde wandelementen 151, 152, 153 kan hier bijvoorbeeld lucht zijn voorzien.Figure 9 shows an embodiment similar to that of Figure 8, with the difference that the first, second and third wall elements 151, 152, 153 here are dome shells. Furthermore, the spacers 181, 182 are designed here in the same way as the core parts 300, but without the outer shell 400. They can therefore also be manufactured from a foam material. Air can for instance be provided here between the first, second and third wall elements 151, 152, 153.

Figuur 10 toont een uitvoering die gelijkaardig is aan deze van figuur 8, met dit verschil dat twee bevestigingsprofielen 175 gedeeltelijk zijn geïntegreerd in het omtrekskader 160 en dat het kerndeel 300 en de buitenschil 400 in hoofdzaak tussen de twee bevestigingsprofielen 175 zijn voorzien. De bevestigingsprofielen 175 strekken zich typisch uit langs één of meerdere zijden van het dakelement 100, en zijn bedoeld om een eenvoudige bevestiging van andere bevestigingselementen zoals scharnieren of beugels toe te laten, zie ook figuur 12. Figuur 11 toont een uitvoering die gelijkaardig is aan deze van figuur 9, met dit verschil dat een bevestigingsprofiel 175 gedeeltelijk is geïntegreerd in het omtrekskader 160 en dat twee kerndelen 300 en buitenschillen 400 aan weerszijden van het bevestigingsprofiel 175 zijn voorzien. De bevestigingsprofielen 175 strekken zich typisch uit langs één of meerdere zijden van het dakelement 100, zoals geïllustreerd is in het bovenaanzicht van figuur 12. De bevestigingsprofielen 175 zijn bedoeld om een eenvoudige bevestiging van andere bevestigingselementen zoals scharnieren 173 of een beugel 172 toe te laten. De beugel 172 is bijvoorbeeld bedoeld voor het monteren van een opbouwmotor voor het openen/sluiten van de dakinrichting. Figuren 12 en 10 tonen verder dat het buitenste en het binnenste kerndeel 300 elk in hoofdzaak kadervormig zijn, en dat zich over elk kerndeel 300 een buitenschil 400 uitstrekt. Het bevestigingsprofiel 175 kan enerzijds vastgehouden worden door hechting aan het kunststofmateriaal van het omtrekskader 160, en anderzijds door aan het bevestigingsprofiel 175 een gepaste vorm te geven die zorgt voor een verankering van het bevestigingsprofiel 175 in het kunststofmateriaal van het omtrekskaderFigure 10 shows an embodiment similar to that of Figure 8, with the difference that two fastening profiles 175 are partially integrated in the circumferential frame 160 and that the core part 300 and the outer shell 400 are provided substantially between the two fastening profiles 175 . The attachment profiles 175 typically extend along one or more sides of the roof element 100, and are intended to allow easy attachment of other attachment elements such as hinges or brackets, see also figure 12. Figure 11 shows an embodiment similar to this of figure 9, with the difference that a fastening profile 175 is partially integrated into the circumferential frame 160 and that two core parts 300 and outer shells 400 are provided on either side of the fastening profile 175 . The attachment profiles 175 typically extend along one or more sides of the roof element 100, as illustrated in the top view of Figure 12. The attachment profiles 175 are intended to allow easy attachment of other attachment elements such as hinges 173 or a bracket 172. The bracket 172 is, for example, intended for mounting a surface-mounted motor for opening/closing the roof device. Figures 12 and 10 further show that the outer and inner core portions 300 are each substantially frame-shaped, and that an outer shell 400 extends over each core portion 300 . The fastening profile 175 can be held on the one hand by bonding to the plastic material of the circumferential frame 160, and on the other hand by giving the fastening profile 175 a suitable shape which ensures anchoring of the fastening profile 175 in the plastic material of the circumferential frame.

160. De geïllustreerde uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat accessoires eenvoudig bevestigd kunnen worden aan de meerwandige inrichting. In de variant van figuren 8-11 zijn de kerndelen 300 en de buitenschillen 400 aangebracht op het _ omtrekskader 160 of op een bevestigingselement 171, maar de vakman begrijpt dat de kerndelen 300 en de buitenschillen 400 ook rechtstreeks aangebracht kunnen zijn op het wandelement 151, waarbij het materiaal van het omtrekskader 160 zich dan optioneel kan uitstrekken tot tegen de buitenschil 400. In de variant van figuur 11 kan zich dus kunststofmateriaal van het omtrekskader 160 uitstrekken tussen een binnenste en buitenste buitenschil 400 en rondom de buitenste buitenschil 400, waarbij de buitenschillen 400 uitsteken ten opzichte van het kunststofmateriaal, aan weerszijden van bevestigingsprofiel 175. De buitenschillen 400 kunnen dus fungeren als een stop bij het aanbrengen van het kunststofmateriaal voor het omtrekskader 160, waarbij optioneel het omtrekskader 160 onderbroken kan zijn ter hoogte van de buitenste buitenschil 400.160. The illustrated embodiment has the advantage that accessories can be easily attached to the multi-wall device. In the variant of Figures 8-11, the core parts 300 and the outer shells 400 are mounted on the circumferential frame 160 or on a fastening element 171, but the skilled person understands that the core parts 300 and the outer shells 400 can also be mounted directly on the wall element 151, wherein the material of the circumferential frame 160 can then optionally extend against the outer shell 400. Thus, in the variant of Figure 11, plastic material of the circumferential frame 160 can extend between an inner and outer outer shell 400 and around the outer outer shell 400, wherein the outer shells 400 protrude relative to the plastic material on either side of attachment profile 175. The outer shells 400 can thus function as a stop when applying the plastic material for the circumferential frame 160, optionally the circumferential frame 160 can be interrupted at the level of the outer outer shell 400.

De vakman begrijpt dat vele varianten denkbaar zijn binnen het kader van de uitvinding, dat enkel bepaald wordt door de hiernavolgende conclusies.The skilled person understands that many variants are conceivable within the scope of the invention, which is determined solely by the following claims.

Claims (36)

ConclusiesConclusions 1. Werkwijze voor het voorzien van een dakelement (100) met een dichting, omvattende: — het voorzien van cen dakelement (100), zoals een meerwandig raam- en/of koepelsamenstel, welk dakelement aan de onderzijde ervan voorzien is van een omtreksdeel (110) dat bedoeld is om aangebracht te worden op een opstand (200) of op een ander dakelement en/of aan een bovenzijde ervan voorzien is van een omtreksdeel dat bedoeld is om aangebracht onder een ander dakelement; — het aanbrengen van een kern (300) in cen omtreksrichting (Dp) van het dakelement (100), tegen het omtreksdeel (110) van het dakelement (100); — het in vloeibare toestand aanbrengen van een dichtingsmateriaal ingericht om na uitharden een elastisch vervormbare buitenschil (400) te vormen, waarbij het dichtingsmateriaal wordt aangebracht langs de omtreksrichting van het dakelement, zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel van het dakelement, langs ten minste een gedeelte (310) van de kern (300), uitstrekt; en zodanig dat de elastisch vervormbare buitenschil hecht aan het omtreksdeel van het dakelement; — waarbij de kern (300) ofwel fungeert als een mal die verwijderd wordt na het aanbrengen van de buitenschil, ofwel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel.A method for providing a roof element (100) with a seal, comprising: - providing a roof element (100), such as a multi-walled window and/or dome assembly, which roof element is provided on the underside thereof with a circumferential part ( 110) which is intended to be mounted on a curb (200) or on another roof element and/or is provided on a top thereof with a peripheral part which is intended to be mounted under another roof element; - arranging a core (300) in a circumferential direction (Dp) of the roof element (100), against the circumferential part (110) of the roof element (100); - applying a sealing material in liquid state, designed to form an elastically deformable outer shell (400) after curing, wherein the sealing material is applied along the circumferential direction of the roof element, such that the outer shell extends from at least the circumferential part of the roof element, along at least a portion (310) of the core (300) extends; and such that the elastically deformable outer shell adheres to the peripheral portion of the roof element; - wherein the core (300) either acts as a mold which is removed after application of the outer shell, or is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the circumferential portion. 2. Werkwijze voor het voorzien van een opstand (200) met een dichting, omvattende: — het voorzien van een opstand (200) ingericht voor het ondersteunen van een dakelement (100), zoals een raam of koepelsamenstel, welke opstand aan de bovenzijde ervan voorzien is van een omtreksdeel (210) dat bedoeld is om het dakelement te ondersteunen; — het aanbrengen van een kern (300) in een omtreksrichting (Dp) van de opstand, tegen het omtreksdeel (210) van de opstand; — het in vloeibare toestand aanbrengen van een dichtingsmateriaal ingericht om na uitharden een elastisch vervormbare buitenschil (400) te vormen, waarbij het dichtingsmateriaal wordt aangebracht in de omtreksrichting van de opstand, zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel van de opstand, langs een gedeelte (310) van de kern (300), uitstrekt; en zodanig dat de elastisch vervormbare buitenschil (400) hecht aan het omtreksdeel van de opstand;A method of providing an upstand (200) with a seal, comprising: - providing an upstand (200) adapted to support a roof element (100), such as a window or dome assembly, said upstand at the top thereof includes a peripheral portion (210) for supporting the roof element; - arranging a core (300) in a circumferential direction (Dp) of the curb against the peripheral part (210) of the curb; - applying a sealing material in liquid state, designed to form an elastically deformable outer shell (400) after curing, wherein the sealing material is applied in the circumferential direction of the curb, such that the outer shell extends from at least the peripheral part of the curb along a portion (310) of the core (300) extending; and such that the elastically deformable outer shell (400) adheres to the peripheral portion of the curb; — waarbij de kern ofwel fungeert als een mal die verwijderd wordt na het aanbrengen van de buitenschil, ofwel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel.- wherein the core either acts as a mold which is removed after application of the outer shell, or is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the circumferential part. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de kern (300) in hoofdzaak kadervormig is, en de buitenschil (400) in hoofdzaak kadervormig is.The method of claim 1 or 2, wherein the core (300) is substantially frame-shaped, and the outer shell (400) is substantially frame-shaped. 4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitenschil zodanig wordt aangebracht dat deze een minimale dikte (tmin) heeft, bij voorkeur ter hoogte van een top (405) van de buitenschil, die kleiner is dan 1,5 mm.A method according to any one of the preceding claims, wherein the outer shell is applied such that it has a minimum thickness (tmin), preferably at a apex (405) of the outer shell, which is less than 1.5 mm. 5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kern (300) gevormd is om vanaf het omtreksdeel (110, 210) geleidelijk, bij voorkeur boogvormig, omhoog te lopen naar een top (305) van de kern.A method according to any one of the preceding claims, wherein the core (300) is shaped to ascend gradually, preferably arcuately, from the peripheral portion (110, 210) to a apex (305) of the core. 6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kern (300) vervaardigd is uit een schuimmateriaal, bijvoorbeeld een polyurethaanschuim, een PVC schuim of een PE schuim, bij voorkeur met een Shore 00 hardheid gelegen tussen 40 en 80, bij voorkeur tussen 50 en 70.A method according to any one of the preceding claims, wherein the core (300) is made of a foam material, for instance a polyurethane foam, a PVC foam or a PE foam, preferably with a Shore 00 hardness between 40 and 80, preferably between 50 and 70. 7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitenschil (400) zodanig wordt aangebracht dat de buitenschil een basis (402) heeft die contact maakt met het omtreksdeel (110) en een bovendeel (401) op een afstand van het omtreksdeel, waarbij de basis dikker is dan het bovendeel.The method of any preceding claim, wherein the outer shell (400) is arranged such that the outer shell has a base (402) contacting the peripheral portion (110) and an upper portion (401) spaced from the peripheral portion, wherein the base is thicker than the top. 8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitenschil (400) zodanig wordt aangebracht dat de wanddikte van de buitenschil geleidelijk afneemt naarmate de afstand van het omtreksdeel groter is.A method according to any one of the preceding claims, wherein the outer shell (400) is arranged such that the wall thickness of the outer shell gradually decreases as the distance from the circumferential portion increases. 9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitenschil volledig over de kern wordt aangebracht, zodanig dat de buitenschil (400) en het omtreksdeel (110, 210) de kern (300) volledig omsluiten.The method of any preceding claim, wherein the outer shell is applied completely over the core such that the outer shell (400) and peripheral portion (110, 210) completely enclose the core (300). 10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het dichtingsmateriaal na uitharden een shore A hardheid heeft gelegen tussen 50 en 100, bij voorkeur tussen 60 en 100, meer bij voorkeur tussen 70 en 95.A method according to any one of the preceding claims, wherein the sealing material, after curing, has a shore A hardness of between 50 and 100, preferably between 60 and 100, more preferably between 70 and 95. 11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het dichtingsmateriaal drukloos wordt aangebracht, bijvoorbeeld door gieten.A method according to any one of the preceding claims, wherein the sealing material is applied without pressure, for instance by pouring. 12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het dichtingsmateriaal bij het aanbrengen een dynamische viscositeit heeft die gelegen is tussen 100 mPa.s en 1500 mPa.s gemeten bij 25°C.A method according to any one of the preceding claims, wherein the sealing material has a dynamic viscosity upon application of between 100 mPa.s and 1500 mPa.s measured at 25°C. 13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het dichtingsmateriaal een uithardbare polymeersamenstelling is, bijvoorbeeld een twee-componenten mengsel omvattende een polyol-component en isocyanaat-component.A method according to any one of the preceding claims, wherein the sealing material is a curable polymer composition, for example a two-component mixture comprising a polyol component and isocyanate component. 14. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende het aanbrengen van een hechtingslaag op het omtreksdeel voorafgaand aan het aanbrengen van het dichtingsmateriaal, welke hechtingslaag ingericht is voor het verbeteren van de hechting van het dichtingsmateriaal aan het omtreksdeel, en bijvoorbeeld een silaan-gebaseerde primer omvat.A method according to any one of the preceding claims, further comprising applying an adhesive layer to the peripheral part prior to applying the sealing material, which adhesive layer is adapted to improve the adhesion of the sealing material to the peripheral part, and for instance a silane-based primer. 15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een buitenmal (300”) wordt voorzien die samen met de kern (300) een begrensde ruimte vormt, waarbij het dichtingsmateriaal wordt aangebracht tussen de buitenmal en de kern.A method according to any one of the preceding claims, wherein an outer mold (300") is provided which, together with the core (300), forms a defined space, the sealing material being applied between the outer mold and the core. 16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitenschil na uitharding een dichtheid heeft tussen 800 en 1300 kg/m3.A method according to any one of the preceding claims, wherein the outer shell after curing has a density between 800 and 1300 kg/m 3 . 17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kern wordt aangebracht door een schuimmateriaal langs een gesloten omtrek op het omtreksdeel te spuiten.A method according to any one of the preceding claims, wherein the core is applied by spraying a foam material along a closed circumference onto the circumferential part. 18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het dakelement één of meer van de volgende omvat: een glasplaat, een glaskoepel, een kunststofplaat zoals een polycarbonaatplaat, cen kunststofkoepel zoals een polycarbonaatkoepel.A method according to any one of the preceding claims, wherein the roof element comprises one or more of the following: a glass sheet, a glass dome, a plastic sheet such as a polycarbonate sheet, a plastic dome such as a polycarbonate dome. 19. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het dakelement ten minste een eerste wandelement (151) en een tweede wandelement (152) omvat, die langs hun omtrek met elkaar zijn verbonden door middel van een omtrekskader (160) uit kunststof, bij voorkeur een uitgehard dichtingsmateriaal, optioneel met tussenvoeging van een afstandhouder (181).A method according to any one of the preceding claims, wherein the roof element comprises at least a first wall element (151) and a second wall element (152), which are connected to each other along their periphery by means of a circumferential frame (160) made of plastic, preferably a cured sealing material, optionally with the insertion of a spacer (181). 20. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij de kern (300) aangebracht wordt op het omtrekskader (160).The method of the preceding claim, wherein the core (300) is applied to the circumferential frame (160). 21. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij één of meer inzetstukken zijn opgenomen in het omtrekskader (160), bij voorkeur één of meer van de volgende inzetstukken: cen sensor, zoals een regendetector, een ventilatie-onderdeel, een verlichtingselement, een bevestigingsprofiel (175), een beugel (171, 172), een scharnier (173), een inschroef-inzetstuk, één of meer kabels of draden.A method according to any one of the preceding claims, wherein one or more inserts are included in the circumferential frame (160), preferably one or more of the following inserts: a sensor, such as a rain detector, a ventilation part, a lighting element, a mounting profile (175), a bracket (171, 172), a hinge (173), a screw-in insert, one or more cables or wires. 22. Dakelement (100), zoals een raam- of koepelsamenstel, welk dakelement ingericht is om met cen omtreksdeel aangebracht te worden op een daaronder gelegen opstand of op of onder een ander dakelement, waarbij het dakelement omvat: — een optioneel kerndeel (300) dat zich uitstrekt in een omtreksrichting van het dakelement, tegen het omtreksdeel van het dakelement; — een elastisch vervormbare buitenschil (400) die zich uitstrekt in de omtreksrichting (Dp) van het dakelement, en die gehecht is aan het omtreksdeel van het dakelement; zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel van het dakelement, langs een gedeelte van het optioneel kerndeel, uitstrekt; — waarbij het optioneel kerndeel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel.A roof element (100), such as a window or dome assembly, which roof element is adapted to be mounted with a circumferential part on an underlying upstand or on or under another roof element, the roof element comprising: - an optional core part (300) extending in a circumferential direction of the roof element, against the circumferential portion of the roof element; - an elastically deformable outer shell (400) extending in the circumferential direction (Dp) of the roof element, and which is bonded to the circumferential portion of the roof element; such that the outer shell extends at least from the peripheral portion of the roof element along a portion of the optional core portion; - wherein the optional core part is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the circumferential part. 23. Opstand (200) met een omtreksdeel ingericht om een dakelement te ondersteunen, waarbij de opstand omvat: — een optioneel kerndeel dat zich uitstrekt in een omtreksrichting (Dp) van de opstand, tegen het omtreksdeel van de opstand; — een elastisch vervormbare buitenschil (400) die zich uitstrekt in de omtreksrichting van de opstand, en die gehecht is aan het omtreksdeel van de opstand; zodanig dat de buitenschil zich ten minste vanaf het omtreksdeel van de opstand, langs een gedeelte van het optioneel kerndeel, uitstrekt; — waarbij het optioneel kerndeel vervaardigd is uit een samendrukbaar materiaal, zodanig dat de buitenschil elastisch samendrukbaar is in een richting loodrecht op het omtreksdeel.23. Upstand (200) having a circumferential part adapted to support a roof element, the stand comprising: - an optional core part extending in a circumferential direction (Dp) of the upstand, against the circumferential part of the upstand; - an elastically deformable outer shell (400) extending in the circumferential direction of the curb and bonded to the peripheral portion of the curb; such that the outer shell extends at least from the peripheral portion of the curb along a portion of the optional core portion; - wherein the optional core part is made of a compressible material such that the outer shell is elastically compressible in a direction perpendicular to the circumferential part. 24. Dakelement of opstand volgens conclusie 22 of 23, waarbij het kerndeel (300) in hoofdzaak kadervormig is, en de buitenschil (400) in hoofdzaak kadervormig is.A roof element or upstand according to claim 22 or 23, wherein the core part (300) is substantially frame-shaped, and the outer shell (400) is substantially frame-shaped. 25. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-24, waarbij de buitenschil een minimale dikte (tmin) heeft, bij voorkeur ter hoogte van een top (405) van de buitenschil, die kleiner is dan 1,5 mm.A roof element or upstand according to any one of the preceding claims 22-24, wherein the outer shell has a minimum thickness (tmin), preferably at the height of a top (405) of the outer shell, which is smaller than 1.5 mm. 26. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-25, waarbij het kerndeel (300) vervaardigd is uit een schuimmateriaal, bijvoorbeeld een polyurethaanschuim, een PVC schuim of een PE schuim, bij voorkeur met een Shore 00 hardheid gelegen tussen 40 en 80, bij voorkeur tussen 50 en 70.A roof element or upstand according to any one of the preceding claims 22-25, wherein the core part (300) is made of a foam material, for instance a polyurethane foam, a PVC foam or a PE foam, preferably with a Shore 00 hardness between 40 and 80 , preferably between 50 and 70. 27. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-26, waarbij de buitenschil (400) een basis (402) heeft die contact maakt met het omtreksdeel (110) en een bovendeel (401) op een afstand van het omtreksdeel, waarbij de basis dikker is dan het bovendeel.A roof element or curb according to any one of the preceding claims 22-26, wherein the outer shell (400) has a base (402) contacting the peripheral portion (110) and an upper portion (401) spaced from the peripheral portion, the base is thicker than the top. 28. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-27, waarbij de buitenschil (400) een wanddikte heeft die geleidelijk afneemt naarmate de afstand van het omtreksdeel groter is.A roof element or upstand according to any one of the preceding claims 22-27, wherein the outer shell (400) has a wall thickness that gradually decreases as the distance from the circumferential part is greater. 29. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-28, waarbij de buitenschil volledig over het kerndeel is aangebracht, zodanig dat de buitenschil (400) en het omtreksdeel (110, 210) het kerndeel (300) volledig omsluiten.A roof element or curb according to any one of the preceding claims 22-28, wherein the outer shell is arranged completely over the core part, such that the outer shell (400) and the peripheral part (110, 210) completely enclose the core part (300). 30. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-29, waarbij de buitenschil (400) een shore A hardheid heeft gelegen tussen 50 en 100, bij voorkeur tussen 60 en 100, meer bij voorkeur tussen 70 en 95.A roof element or upstand according to any one of the preceding claims 22-29, wherein the outer shell (400) has a shore A hardness of between 50 and 100, preferably between 60 and 100, more preferably between 70 and 95. 31. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-30, waarbij de buitenschil vervaardigd is uit een uitgeharde polymeersamenstelling omvattende een twee-componenten mengsel omvattende een polyol-component en isocyanaat-component.31. Roof element or curb according to any one of the preceding claims 22-30, wherein the outer shell is made of a cured polymer composition comprising a two-component mixture comprising a polyol component and an isocyanate component. 32. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-31, waarbij de buitenschil een dichtheid heeft tussen 800 en 1300 kg/m3.A roof element or upstand according to any one of the preceding claims 22-31, wherein the outer shell has a density between 800 and 1300 kg/m3. 33. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-32, waarbij het dakelement één of meer van de volgende omvat: cen glasplaat, een glaskoepel, een kunststofplaat zoals een polycarbonaatplaat, een kunststofkoepel zoals een polycarbonaatkoepel.A roof element or upstand according to any one of the preceding claims 22-32, wherein the roof element comprises one or more of the following: a glass sheet, a glass dome, a plastic sheet such as a polycarbonate sheet, a plastic dome such as a polycarbonate dome. 34. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 22-33, waarbij het dakelement ten minste een eerste wandelement (151) en een tweede wandelement (152) omvat, die langs hun omtrek met elkaar zijn verbonden door middel van een omtrekskader (160) uit kunststof,A roof element or upstand according to any one of the preceding claims 22-33, wherein the roof element comprises at least a first wall element (151) and a second wall element (152), which are connected to each other along their periphery by means of a circumferential frame (160) made of plastic, bij voorkeur een uitgehard dichtingsmateriaal, optioneel met tussenvoeging van een afstandhouder (181).preferably a cured sealing material, optionally with the insertion of a spacer (181). 35. Dakelement of opstand volgens de voorgaande conclusie, waarbij de buitenschil (400) aangebracht is op het omtrekskader (160).A roof element or upstand according to the preceding claim, wherein the outer shell (400) is arranged on the circumferential frame (160). 36. Dakelement of opstand volgens één der voorgaande conclusies 34-35, waarbij één of meer inzetstukken zijn opgenomen in het omtrekskader (160), bij voorkeur één of meer van de volgende inzetstukken: een sensor, zoals een regendetector, een ventilatie-onderdeel, een verlichtingselement, een bevestigingsstructuur (175), een beugel (171, 172), een scharnier (173), een inschroef-inzetstuk, één of meer kabels of draden.A roof element or upstand according to any one of the preceding claims 34-35, wherein one or more inserts are received in the circumferential frame (160), preferably one or more of the following inserts: a sensor, such as a rain detector, a ventilation part, a lighting element, a mounting structure (175), a bracket (171, 172), a hinge (173), a screw-in insert, one or more cables or wires.
BE20215215A 2021-03-22 2021-03-22 Roof element and/or curb with seal BE1029226B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215215A BE1029226B1 (en) 2021-03-22 2021-03-22 Roof element and/or curb with seal

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215215A BE1029226B1 (en) 2021-03-22 2021-03-22 Roof element and/or curb with seal

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029226A1 BE1029226A1 (en) 2022-10-14
BE1029226B1 true BE1029226B1 (en) 2022-10-17

Family

ID=75277760

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215215A BE1029226B1 (en) 2021-03-22 2021-03-22 Roof element and/or curb with seal

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1029226B1 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3340860A1 (en) * 1983-11-11 1985-05-23 Colt International Gmbh, 4190 Kleve Fitting for roof openings of buildings
JPH01197114A (en) * 1988-02-01 1989-08-08 Nippon Sheet Glass Co Ltd Molding method for window molding
JPH04107029U (en) * 1991-02-27 1992-09-16 東海興業株式会社 Fixed window material for automobiles with molding
EP2672033A1 (en) * 2012-06-04 2013-12-11 Koscon Industrial SA Set of honeycomb panels for covers and walls
WO2018121830A1 (en) * 2016-12-29 2018-07-05 Vkr Holding A/S A pane module adapted to be installed on a window frame and a method for making a pane module

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2799201B1 (en) 2013-04-30 2015-11-18 Webasto SE Method and mould for producing a panel assembly
EP3453810B1 (en) 2017-05-24 2023-03-22 Skylux N.V. Dome device and method for manufacturing thereof

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3340860A1 (en) * 1983-11-11 1985-05-23 Colt International Gmbh, 4190 Kleve Fitting for roof openings of buildings
JPH01197114A (en) * 1988-02-01 1989-08-08 Nippon Sheet Glass Co Ltd Molding method for window molding
JPH04107029U (en) * 1991-02-27 1992-09-16 東海興業株式会社 Fixed window material for automobiles with molding
EP2672033A1 (en) * 2012-06-04 2013-12-11 Koscon Industrial SA Set of honeycomb panels for covers and walls
WO2018121830A1 (en) * 2016-12-29 2018-07-05 Vkr Holding A/S A pane module adapted to be installed on a window frame and a method for making a pane module

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029226A1 (en) 2022-10-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8449701B2 (en) Acoustic baffle members and methods for applying acoustic baffles in cavities
KR101704806B1 (en) Bonding with adhesive beads or plots
EP3460160B1 (en) Method for manufacturing a multiwalled device, in particular a multiwalled roof device
AU595977B2 (en) Encapsulated window assembly
JPH0268217A (en) Previously manufactured window glass or windshield for vehicle
US7922846B2 (en) Methods of making an insulated, impact resistant glass product
KR850002559A (en) Window assembly and manufacturing method thereof
CZ291252B6 (en) Glazing part and process for producing thereof
CN104040088A (en) Decorative insulative products for construction
BE1029226B1 (en) Roof element and/or curb with seal
US7900682B2 (en) Garage sectional door insulation system
KR960003829A (en) Foam product
JPH10141408A (en) Buffer body
BE1026789B1 (en) Method for manufacturing a multi-walled device, in particular a multi-walled roof device
BE1027925B1 (en) Method for manufacturing a multi-wall module
BE1026397B1 (en) Improved method for manufacturing a multi-walled module, in particular a multi-walled roof device
BE1025566B1 (en) Method for manufacturing a multi-walled device, in particular a multi-walled roof device
BE1029229B1 (en) ROOF OR WINDOW ASSEMBLY WITH INSERT
BE1025315B1 (en) Dome device and method for manufacturing thereof
BE1027927B1 (en) VACUUM DOME DEVICE AND PROCEDURE FOR THEIR MANUFACTURE
JP3876800B2 (en) Sealing method for still water
JP2536943Y2 (en) Skylight
GB2332206A (en) Filler
ITTO960589A1 (en) PIEZOELECTRIC ACTUATOR-TRANSDUCER FOR SOUNDPROOFING SYSTEMS.
JPH0723186U (en) Multi-layer

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20221017