BE1028965B1 - Gekleurd impregneermiddel en werkwijze voor het vloeistofdicht maken van beton - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een impregneermiddel voor het vloeistofdicht maken van beton, omvattende één of meerdere silicaatoplossingen en water, waarbij het impregneermiddel verder één of meerdere kleurstoffen omvat. De uitvinding heeft eveneens betrekking een werkwijze voor het vloeistofdicht maken van beton, op een kit en op gebruiken van de werkwijze en de inrichting.

Description

GEKLEURD I MPREGNEERMI DDEL EN WERKWIJZE VOOR HET VLOEISTOFDICHT MAKEN VAN BETON

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een gekleurd impregneermiddel en een werkwijze voor het vloeistofdicht maken van beton.

STAND DER TECHNIEK Betonnen structuren zoals tunnels en bruggen zijn erg kwetsbaar voor vochtindringing doordat ze voortdurend aan de elementen worden blootgesteld. Het aanbrengen van een impregneermiddel op de oppervlakten van betonnen structuren kan hierbij soelaas bieden: het impregneermiddel dringt in de poriën van het beton n zorgt ervoor dat het beton waterdicht wordt gemaakt. Bovendien wordt het beton zo ook bijvoorbeeld beschermd tegen vloeistoffen omvattende agressieve wateroplosbare zouten, zoals chloriden en sulfaten, zodat ook gezegd kan worden dat door het impregneermiddel het beton vloeistofdicht gemaakt wordt.

Zo beschrijft WO 03/104159 een waterig mengsel voor toepassing op betonverhardingen ter bescherming tegen watergerelateerde problemen, omvattende multi-verbindingen gemengd tot een stabiele waterige mengselvorm, de verbindingen omvattende alkalim et aalsilicaat, kaliummethylsilicaat, een oppervlakteactieve stof, een emulgator en ten minste 50 gew.% water; en waarbij het mengsel wordt verzegeld in een container zodat een ongeopende container die boven 10 ° C wordt gehouden een houdbaarheid heeft van ten minste zes maanden. WO 03/104159 vertoont het probleem dat het waterig mengsel niet zichtbaar is nadat het is aangebracht, waardoor het moeilijk vast te stellen is of een dergelijk waterig mengsel al dan niet ter bescherming werd aangebracht.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste een van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect betreft de uitvinding een impregneermiddel voor het vloeistofdicht maken van beton, volgens conclusie 1. Voorkeursvormen van het impregneermiddel worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 10.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vloeistofdicht maken van beton, volgens conclusie 11. Voorkeursvormen van de werkwijze worden weergegeven in de conclusies 12 en 13.

In een derde aspect betreft de uitvinding een kit voor het bereiden van een gekleurd impregneermiddel omvattende een eerste component A en een tweede component B welke ruimtelijk gescheiden zijn van elkaar, waarbij de eerste component A een mengsel van water en één of meerdere silicaatoplossingen omvat en de tweede component B één of meerdere kleurstoffen omvat, volgens conclusie 14.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een impregneermiddel volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het vloeistofdicht maken van betonstructuren van tunnels en bruggen, volgens conclusie 15.

In een vijfde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding voor het vloeistofdicht maken van betonstructuren van tunnels en bruggen, volgens conclusie 16.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De term “impregneermiddel”, zoals gebruikt in deze tekst, verwijst naar een chemisch middel dat bij aanbrengen op een oppervlak van een betonnen materiaal in de poriën van het materiaal dringt, de poriën sluit en hierbij één geheel vormt met het materiaal. Hierdoor wordt het beton van binnenuit vloeistofdicht gemaakt.

Doordat het impregneermiddel diep in het beton trekt, kan het impregneermiddel niet meer slijten. Het slijt alleen als het beton zelf slijt. Naast het afschermen tegen water, schermt een impregneermiddel beton ook af tegen vloeistoffen omvattende agressieve wateroplosbare zouten, zoals chloriden en sulfaten. Een voorbeeld van een impregneermiddel is een silicaat-gebaseerd impregneermiddel. Een silicaat- gebaseerd impregneermiddel is een op een betonoppervlak aanbrengbaar beschermingssysteem, dat op zeer effectieve wijze de duurzaamheid van beton verhoogt.

Vanwege de minuscule afmetingen van een verkregen mono-moleculaire laag, is er weinig tot geen verandering in de esthetische uitstraling.

Vergeleken met verven die een film leggen, zal een silicaat-gebaseerd impregneermiddel welke op het oppervlak is aangebracht, diep in het beton — door de poriën en haarvaten — doordringen.

Een silicaat-gebaseerd impregneermiddel verandert de oppervlaktespanning van minerale ondergronden tot een vloeistofdicht oppervlak om water en agressieve wateroplosbare zouten, zoals chloriden en sulfaten, buiten te houden.

Dit komt doordat het silicaat-gebaseerd impregneermiddel reageert met calciumhydroxide aanwezig in beton, met als gevolg dat het calciumhydroxide zal hydrateren (uithardingsproces). Het resultaat van deze chemische reactie is calciumsilicaathydraat, dat de kleine poriën en haarscheurtjes vult om het beton inwendig permanent af te dichten tegen vloeistoffen.

Dit resulteert in een kristallijne structuur die het transport van vloeistoffen stopt maar toch toelaat dat dampen passeren (diffusie). Omdat de bescherming diepgeworteld is, is deze ongevoelig voor externe invloeden zoals slijtage en schokken Tezelfdertijd wordt het betonoppervlak niet waterafstotend (hydrofoob) en kan het betonoppervlak verder bekleed worden.

De term “silicaatoplossing”, zoals gebruikt in deze tekst, verwijst naar een vloeistoffase die polymere (inclusief oligomere) silicaatsoorten bevat, hoewel men zich moet realiseren dat een deel van het silicaat ook aanwezig kan zijn als opgeloste niet-polymere soorten.

De silicaatsoorten kunnen één of alkalimetaalsilicaten of één of meerdere quaternair ammoniumsilicaten zijn.

In alkalimetaal (Me) silicaatoplossingen zijn de belangrijkste variabelen de geselecteerde (aard)alkalimetalen, welke in het algemeen lithium (Li), natrium (Na), magnesium (Mg) en/of kalium (K) zijn.

Een alkalimetaal (Me) silicaatoplossing is dus een oplossing omvattende zowel silicaat-ionen als colloïdale polymere (inclusief oligomere) silicaatsoorten, gevormd door polymerisatie van de monomere SO4* eenheid om siloxaan (Si-O-Si) bindingen te vormen.

De polymere soorten, die lineair of cyclisch kunnen zijn, hebben geen uniforme grootte.

De polymerisatiegraad neemt in het algemeen toe met toenemende SiO2/Me2O-verhouding en met toenemende concentratie van het silicaat.

Een silicaatoplossing kan bijvoorbeeld natriumsilicaat omvatten met een SiO2/Na2O0 molaire verhouding oftewel mol-ratio van 6:1 tot 2:1, bij een drogestofgehalte tussen 2% en 40%. Een silicaatoplossing kan bijvoorbeeld magnesiumsilicaat omvatten met een SiO2/Mg2O molaire verhouding oftewel mol- ratio van 6:1 tot 2:1, bij een drogestofgehalte tussen 2% en 40% gebaseerd op het totaal gewicht van de silicaatoplossing.

Een silicaatoplossing kan bijvoorbeeld kaliumsilicaat omvatten met een SiO2/K2O0 mol-ratio van 2:1 tot 25:1 bij een drogestofgehalte tussen 2% en 40%. Een silicaatoplossing kan bijvoorbeeld lithiumsilicaat omvatten met een SiO2/Li2O mol-ratio van 2:1 tot ongeveer 25:1 bij een drogestofgehalte tussen 2% en 40%. Een silicaatoplossing kan ook meer dan één type silicaat omvatten, bijvoorbeeld meer dan één type quaternair ammoniumsilicaat, of meer dan één type alkalimetaalsilicaat, of een mengsel daarvan. Bijvoorbeeld omvat een silicaatoplossing lithiumsilicaat en ten minste één ander type silicaat, gekozen uit natriumsilicaat en kaliumsilicaat. Volgens een ander voorbeeld omvat een silicaatoplossing natriumsilicaat en ten minste één ander type silicaat, gekozen uit lithiumsilicaat en kaliumsilicaat. Volgens nog een ander voorbeeld omvat een silicaatoplossing kaliumsilicaat en ten minste één ander type silicaat, gekozen uit lithiumsilicaat en natriumsilicaat. De term “kleurstoffen”, zoals gebruikt in deze tekst, verwijst naar stoffen die kleur verlenen aan een substraat door selectieve absorptie van licht. Kleurstoffen zijn oplosbaar en/of ondergaan een applicatieproces dat, althans tijdelijk, elke kristalstructuur van de kleurstoffen vernietigt. Kleurstoffen worden in het substraat vastgehouden door absorptie, oplossing en mechanische retentie, of door ionische of covalente chemische bindingen. Niet-limiterende voorbeelden van kleurstoffen zijn Alcian blauw, Alcian geel GXS, Alizarine, Alizarine rood S., Alizarine geel GG, Alizarine geel R, Azofloxine, Bismarck bruin R, Bismarck bruin Y, Briljant cresylblauw, Chrysoidine R, Chrysoidine Y, Kongorood, kristalviolet, ethylgroen, fuchsinezuur, Gentiaan violet, Janus groen, Lissamine snel geel, malachietgroen, Martius geel, Meldola blauw, Metanil geel, methyloranje, methylrood, methyleenblauw, Naftaleen zwart 12B, Naftolgroen B, Naftolgeel S, Oranje G, Purpurin, Rose Bengalen, Soedan Il, titangeel, Tropaeolin O, Tropaeolin OO, Tropaeolin OOO, Victoria blauw 4R, Victoria blauw B, Victoria blauw R, en Xyleencyanol FF. De uitdrukking “gewichtsprocent”, hier en in de hele tekst, verwijst naar het relatieve gewicht van een respectievelijke component ten opzichte van het totale gewicht van een samenstelling. In een eerste aspect betreft de uitvinding een impregneermiddel voor het vloeistofdicht maken van beton, volgens conclusie 1.

Door de aanwezigheid van kleurstoffen in het impregneermiddel wordt aan beton dat behandeld is met het impregneermiddel een gekleurd uiterlijk gegeven. Door deze kleur is het voor een persoon eenvoudig en duidelijk waar te nemen of er effectief een impregneermiddel op het beton is aangebracht zonder dat hiervoor apparatuur of testmethodes vereist zijn, en kan ook worden ingeschat of het impregneermiddel in een voldoende hoeveelheid aanwezig is. Zo kan dus visueel worden waargenomen 5 of beton middels het impregneermiddel behandeld is ter afscherming van het beton tegen vloeistoffen, waaronder water maar ook vloeistoffen omvattende agressieve wateroplosbare zouten, zoals chloriden en sulfaten.

Voorkeursvormen van het impregneermiddel worden weergegeven in de conclusies 2toten met 10. De geprefereerde uitvoeringsvorm van het impregneermiddel zoals beschreven in conclusie 2 heeft het effect dat genoemde hoeveelheden van de silicaatoplossingen optimaal geschikt zijn om voldoende te kunnen binnendringen in poriën en haarscheurtjes van het beton, waardoor er voldoende hydratie kan optreden van het van nature in beton aanwezige calciumhydroxide, waardoor het aldus in de poriën en haarscheurtjes gevormd calciumsilicaathydraat een zeer goede vloeistofdichting van beton biedt. In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het impregneermiddel zoals beschreven in conclusie 2, omvat het impregneermiddel 10 tot 60 gewichtsprocent van één of meerdere silicaatoplossingen en nog meer bij voorkeur 15 tot 55 gewichtsprocent van één of meerdere silicaatoplossingen, uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van het impregneermiddel.

In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het impregneermiddel zoals beschreven in conclusie 3, omvat het impregneermiddel 40 tot 87 gewichtsprocent water en nog meer bij voorkeur 45 tot 85 gewichtsprocent water, uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van het impregneermiddel.

In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het impregneermiddel zoals beschreven in conclusie 4, omvat het impregneermiddel 0,003 tot 1 gewichtsprocent van één of meerdere kleurstoffen en nog meer bij voorkeur 0,005 tot 0,02 gewichtsprocent van één of meerdere kleurstoffen, uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van het impregneermiddel.

In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het impregneermiddel zoals beschreven in conclusie 5, omvat het impregneermiddel: — 10 tot 60 gewichtsprocent en nog meer bij voorkeur 15 tot 55 gewichtsprocent van één of meerdere silicaatoplossingen; — 40 tot 87 gewichtsprocent en nog meer bij voorkeur 45 tot 85 gewichtsprocent water; en — 0,003 tot 1 gewichtsprocent en nog meer bij voorkeur 0,005 tot 0,02 gewichtsprocent van één of meerdere kleurstoffen, waarbij de gewichtspercentages uitgedrukt zijn ten opzichte van het totale gewicht van de samenstelling.

De relatieve hoeveelheden van de één of meerdere silicaatoplossingen, water, en de één of meerdere kleurstoffen, volgens de conclusies 1-5 en de hierboven beschreven meer voorkeur dragende uitvoeringsvormen, zorgen voor een impregneermiddel dat optimaal aangewend kan worden voor het vloeistofdicht maken van beton terwijl tegelijk het betonoppervlak van een duidelijk zichtbare kleur voorzien wordt. Door de kleur waar te nemen, wordt een persoon verzekerd dat het beton effectief behandeld is met het impregneermiddel.

De geprefereerde uitvoeringsvorm van het impregneermiddel zoals beschreven in conclusie 6 heeft het effect dat genoemde kleurstoffen bijzonder geschikt zijn om bij behandeling van beton met het impregneermiddel, het betonoppervlak van een duidelijk zichtbare kleur te voorzien.

De geprefereerde uitvoeringsvorm van het impregneermiddel zoals beschreven in conclusie 7 biedt het voordeel dat methyleenblauw zeer goed geadsorbeerd wordt door beton, en daarom zeer geschikt is om beton, middels het impregneermiddel, te kleuren.

In een meer voorkeur dragende uitvoeringsvorm van het impregneermiddel zoals beschreven in conclusie 9, verhouden gewichten van de natriumsilicaatoplossing en de kaliumsilicaatoplossing zich onderling volgens een verhouding van 1:2 tot 10:1 en meer bij voorkeur volgens een verhouding van 1:1,5 tot 8:1.

De selecties van silicaatoplossingen en de onderlinge verhoudingen tussen verschillende silicaatoplossingen zoals beschreven in conclusies 8-10 zijn omwille van hun samenstelling optimaal geschikt om beton vloeistofdicht te maken.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het vloeistofdicht maken van beton, volgens conclusie 11. Voorkeursvormen van de werkwijze worden weergegeven in de conclusies 12 en 13.

Voor de voordelen en technische effecten van de werkwijze volgens conclusies 11 tot en met 13 wordt verwezen naar bovenstaande beschrijving van een impregneermiddel volgens het eerste aspect van de uitvinding. De werkwijze volgens conclusie 12 biedt daarnaast het verdere voordeel dat kleurstoffen pas kort voor toepassing van het impregneermiddel kunnen worden toegevoegd aan de andere componenten van de samenstelling, wat voordelen kan bieden op vlak van bewaarbaarheid en efficiënt materialengebruik.

In een derde aspect betreft de uitvinding een kit voor het bereiden van een gekleurd impregneermiddel omvattende een eerste component A en een tweede component B welke ruimtelijk gescheiden zijn van elkaar, waarbij de eerste component A een mengsel van water en één of meerdere silicaatoplossingen omvat en de tweede component B één of meerdere kleurstoffen omvat, volgens conclusie 14.

De kit heeft het voordeel dat de eerste component A en de tweede component B net voor gebruik met elkaar gecombineerd kunnen worden, wat voordelen biedt in termen van bewaarbaarheid en efficiënt materialengebruik.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een impregneermiddel volgens het eerste aspect van de uitvinding voor het vloeistofdicht maken van betonstructuren van tunnels en bruggen, volgens conclusie 15.

In een vijfde aspect betreft de uitvinding een gebruik van een werkwijze volgens het tweede aspect van de uitvinding voor het vloeistofdicht maken van betonstructuren van tunnels en bruggen, volgens conclusie 16.

Volgens het toepassen van de vierde en/of vijfde aspecten van de uitvinding kunnen genoemde betonstructuren vloeistofdicht gemaakt worden, en tegelijk van een gekleurd uiterlijk voorzien worden dat erop duidt dat het impregneermiddel effectief enin een voldoende mate aangebracht is.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven aan de hand van niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN Voor voordelen en technische effecten van elementen hieronder beschreven in de Voorbeelden wordt verwezen naar de voordelen en technische effecten van overeenkomende elementen hierboven beschreven in de gedetailleerde beschrijving.

Voorbeeld 1: Samenstelling van een gekleurd impregneermiddel voor het vloeistofdicht maken van beton Een samenstelling van een gekleurd impregneermiddel voor het vloeistofdicht maken van beton, volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de uitvinding, wordt getoond in Tabel 1. Tabel 1 Samenstelling van een gekleurd impregneermiddel volgens geprefereerde uitvoeringsvormen van het eerste aspect van de uitvinding natriumsilicaatoplossing met een SiO2/Na2O mol-ratio groter | 10-40 av ne a | kaliumsilicaatoplossing met een SiO2/K2O mol-ratio groter dan | 5-15 2 nr gr Kane aa 8 * Gewichtspercentages zijn uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van de samenstelling. Voorbeeld 2: Werkwijze voor het vloeistofdicht maken van beton, door het aanbrengen van een gekleurd impregneermiddel op één of meerdere oppervlakken van het beton De werkwijze volgens Voorbeeld 2 wordt uitgevoerd middels voorkeur dragende uitvoeringsvormen van het tweede aspect van de uitvinding. Het beton kan bijvoorbeeld een betonnen structuur zijn, zoals een betonnen brug of tunnel. Om een gekleurd impregneermiddel te bereiden, wordt in de werkwijze volgens Voorbeeld 2 gebruik gemaakt van een kit volgens voorkeur dragende uitvoeringsvormen van het derde aspect van de uitvinding. De samenstelling van deze kit, omvattende een eerste component A en een tweede component B, wordt getoond in Tabel 2.

Tabel 2 Samenstelling van een kit voor het bereiden van een gekleurd impregneermiddel volgens geprefereerde uitvoeringsvormen van het derde aspect van de uitvinding, omvattende een eerste component A en een tweede component B eee Gea natriumsilicaatoplossing met een SiO2/Na2O mol-ratio groter | 10-40" av an rs Kanar aan 0% kaliumsilicaatoplossing met een SiO2/K2O mol-ratio groter dan | 5-15" 2 nr rar Kane ar

CI * Gewichtspercentages zijn uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van component A. ** Gewichtspercentage is uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van component B. 1000 liter component À wordt gemengd met 100 g component B. Het resulterend mengsel is een gekleurd impregneermiddel. Het gekleurd impregneermiddel wordt vervolgens op één of meerdere betonoppervlakken van een te behandelen betonnen structuur aangebracht, bij voorkeur via verspuiten of vernevelen van het gekleurd impregneermiddel. Bij voorkeur wordt 0,5 liter van het gekleurd impregneermiddel per vierkante meter betonoppervlak aangebracht en wordt deze behandeling 3 keer herhaald. Door de behandeling dringt het impregneermiddel in de poriën van het betonmateriaal en sluit zo de poriën en vormt hierbij één geheel met het betonmateriaal. Hierdoor wordt het beton van binnenuit vloeistofdicht gemaakt. Naast het afschermen tegen water, welke eigenschap al na 6 uur na aanbrengen van het impregneermiddel kan worden verkregen, schermt een impregneermiddel beton ook af tegen vloeistoffen omvattende agressieve wateroplosbare zouten, zoals chloriden en sulfaten. Door de kleurstof methyleenblauw is op de behandelde betonoppervlakken een blauwe kleur zichtbaar. Door deze blauwe kleur is het voor een persoon eenvoudig en duidelijk waar te nemen of er een impregneermiddel op het beton is aangebracht, en kan ook worden ingeschat of het impregneermiddel in een voldoende hoeveelheid aanwezig is.

Claims (13)

CONCLUSIES

1. Impregneermiddel voor het vloeistofdicht maken van beton, omvattende één of meerdere silicaatoplossingen en water, waarbij het impregneermiddel verder één of meerdere kleurstoffen omvat en waarbij de één of meerdere silicaatoplossingen geselecteerd zijn uit de lijst bestaande uit een natriumsilicaatoplossing en een kaliumsilicaatoplossing, en de gewichten van de natriumsilicaatoplossing en de kaliumsilicaatoplossing zich onderling verhouden volgens een verhouding van 1:4 tot 15:1 met het kenmerk, dat de natriumsilicaatoplossing een SiO2/Na2O mol-ratio groter dan 3,2 heeft en een droge-stof-gehalte kleiner dan 40% heeft, en de kaliumsilicaatoplossing een SiO2/K2O mol-ratio groter dan 3,2 en een droge-stof-gehalte kleiner dan 40% heeft.

2. Impregneermiddel volgens conclusie 1, omvattende 5 tot 65 gewichtsprocent van één of meerdere silicaatoplossingen, uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van het impregneermiddel.

3. Impregneermiddel volgens conclusie 1 of 2, omvattende 35 tot 90 gewichtsprocent water, uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van het impregneermiddel.

4. Impregneermiddel volgens één der conclusies 1 tot en met 3, omvattende 0,001 tot 5 gewichtsprocent van één of meerdere kleurstoffen, uitgedrukt ten opzichte van het totale gewicht van het impregneermiddel.

5. Impregneermiddel volgens één der conclusies 1 tot en met 4, omvattende: — 5 tot 65 gewichtsprocent van één of meerdere silicaatoplossingen; — 35 tot 90 gewichtsprocent water; en — 0,001 tot 5 gewichtsprocent van één of meerdere kleurstoffen, waarbij de gewichtspercentages uitgedrukt zijn ten opzichte van het totale gewicht van de samenstelling.

6. Impregneermiddel volgens één der conclusies 1 tot en met 5, waarbij de één of meerdere kleurstoffen geselecteerd zijn uit de lijst bestaande uit methyleenblauw, malachietgroen, methyloranje en titaangeel.

7. Impregneermiddel volgens conclusie 6, waarbij methyleenblauw geselecteerd is als kleurstof.

8. Werkwijze voor het vloeistofdicht maken van beton, waarin op één of meerdere betonoppervlakken een impregneermiddel omvattende één of meerdere silicaatoplossingen en water wordt aangebracht, waarbij het impregneermiddel verder één of meerdere kleurstoffen omvat en waarbij de één of meerdere silicaatoplossingen geselecteerd zijn uit de lijst bestaande uit een natriumsilicaatoplossing en een kaliumsilicaatoplossing, en de gewichten van de natriumsilicaatoplossing en de kaliumsilicaatoplossing zich onderling verhouden volgens een verhouding van 1:4 tot 15:1, met het kenmerk, dat de natriumsilicaatoplossing een SiO2/Na20 mol-ratio groter dan 3,2 heeft en een droge-stof-gehalte kleiner dan 40% heeft, en de kaliumsilicaatoplossing een SiO2/K2O mol-ratio groter dan 3,2 en een droge-stof-gehalte kleiner dan 40% heeft.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij het impregneermiddel alvorens het aanbrengen op één of meerdere betonoppervlakken bereid wordt door één of meerdere kleurstoffen toe te voegen aan en te mengen met een mengsel van water en één of meerdere silicaatoplossingen.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij het impregneermiddel een impregneermiddel is volgens één der conclusies 1 tot en met 6.

11.Kit voor het bereiden van een gekleurd impregneermiddel omvattende een eerste component A en een tweede component B welke ruimtelijk gescheiden zijn van elkaar, waarbij de eerste component A een mengsel van water en één of meerdere silicaatoplossingen omvat en de tweede component B één of meerdere kleurstoffen omvat, waarbij de één of meerdere silicaatoplossingen geselecteerd zijn uit de lijst bestaande uit een natriumsilicaatoplossing en een kaliumsilicaatoplossing, en de gewichten van de natriumsilicaatoplossing en de kaliumsilicaatoplossing zich onderling verhouden volgens een verhouding van 1:4 tot 15:1, met het kenmerk, dat de natriumsilicaatoplossing een SiO2/Na2O mol-ratio groter dan 3,2 heeft en een droge-stof-gehalte kleiner dan 40% heeft, en de kaliumsilicaatoplossing een SiO2/K2O mol-ratio groter dan 3,2 en een droge-stof-gehalte kleiner dan 40% heeft.

12. Gebruik van een impregneermiddel volgens één der conclusies 1 tot en met 7 voor het vloeistofdicht maken van betonstructuren van tunnels en bruggen.

13. Gebruik van een werkwijze volgens één der conclusies 8 tot en met 10 voor het vloeistofdicht maken van betonstructuren van tunnels en bruggen.