BE1028579B1 - Uitpompinrichting voor een watertank - Google Patents

Uitpompinrichting voor een watertank Download PDF

Info

Publication number
BE1028579B1
BE1028579B1 BE20200098A BE202000098A BE1028579B1 BE 1028579 B1 BE1028579 B1 BE 1028579B1 BE 20200098 A BE20200098 A BE 20200098A BE 202000098 A BE202000098 A BE 202000098A BE 1028579 B1 BE1028579 B1 BE 1028579B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
water
elbow
opening
sealing system
filter element
Prior art date
Application number
BE20200098A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1028579A1 (nl
Inventor
Luc Vandebeek
Original Assignee
Ecobeton Water Tech Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ecobeton Water Tech Nv filed Critical Ecobeton Water Tech Nv
Priority to BE20200098A priority Critical patent/BE1028579B1/nl
Publication of BE1028579A1 publication Critical patent/BE1028579A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1028579B1 publication Critical patent/BE1028579B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C13/00Adaptations of machines or pumps for special use, e.g. for extremely high pressures
    • F04C13/008Pumps for submersible use, i.e. down-hole pumping
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/01Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with flat filtering elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/62Regenerating the filter material in the filter
    • B01D29/70Regenerating the filter material in the filter by forces created by movement of the filter element
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/96Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor in which the filtering elements are moved between filtering operations; Particular measures for removing or replacing the filtering elements; Transport systems for filters
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D35/00Filtering devices having features not specifically covered by groups B01D24/00 - B01D33/00, or for applications not specifically covered by groups B01D24/00 - B01D33/00; Auxiliary devices for filtration; Filter housing constructions
    • B01D35/14Safety devices specially adapted for filtration; Devices for indicating clogging
    • B01D35/147Bypass or safety valves
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D13/00Pumping installations or systems
    • F04D13/02Units comprising pumps and their driving means
    • F04D13/06Units comprising pumps and their driving means the pump being electrically driven
    • F04D13/08Units comprising pumps and their driving means the pump being electrically driven for submerged use
    • F04D13/086Units comprising pumps and their driving means the pump being electrically driven for submerged use the pump and drive motor are both submerged
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D15/00Control, e.g. regulation, of pumps, pumping installations or systems
    • F04D15/02Stopping of pumps, or operating valves, on occurrence of unwanted conditions
    • F04D15/0209Stopping of pumps, or operating valves, on occurrence of unwanted conditions responsive to a condition of the working fluid
    • F04D15/0218Stopping of pumps, or operating valves, on occurrence of unwanted conditions responsive to a condition of the working fluid the condition being a liquid level or a lack of liquid supply
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2201/00Details relating to filtering apparatus
    • B01D2201/64Filters having floating elements
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04CROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; ROTARY-PISTON, OR OSCILLATING-PISTON, POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04C2210/00Fluid
    • F04C2210/20Fluid liquid, i.e. incompressible
    • F04C2210/208Water
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D29/00Details, component parts, or accessories
    • F04D29/70Suction grids; Strainers; Dust separation; Cleaning
    • F04D29/708Suction grids; Strainers; Dust separation; Cleaning specially for liquid pumps

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)

Abstract

Inrichting (1) voor het uitpompen van water van een watertank (WT) of deel ervan buiten die watertank of deel ervan, zodra het waterpeil in de watertank of deel ervan een bepaald waterpeil bereikt, waarbij die inrichting (1) bevat ten minste een water dompelpomp (2) met een afvoerpijp (3); een omhulsel (4), en een inlaatsysteem (9) met een elleboogvormige buis (90) om water te laten uitlopen in het omhulsel (4), waarbij ten minste een deel van de elleboogvormige buis (90) draaibaar gemonteerd is op ten minste 90° rond een draaias (12, 90C), om zijn positie ten opzichte van het omhulsel (4) te laten veranderen.

Description

Uitpompinrichting voor een watertank
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting (1) voor het uitpompen van water van een watertank (WT) of deel ervan buiten die watertank of deel ervan, zodra het waterpeil in de watertank of deel ervan een bepaald waterpeil bereikt,
waarbij die inrichting geschikt is om in de watertank of deel ervan geplaatst of gemonteerd te worden, waarbij die inrichting (1) bevat ten minste: - een water dompelpomp (2) met een afvoerpijp (3);
- een omhulsel (4) dat een langwerpige kamer (5) met een centrale as (6) definieert, waarbij die langwerpige kamer (5) zich uitstrekt tussen een vrijwel gesloten onderkant (7) en een bovenkant (8), waarbij de bovenkant (8) een opening (8A) bezit voor de afvoerpijp (3), waarbij de water dompelpomp (2) in de omgeving van de onderkant (7) van het omhulsel (4) gelegen is,
- een inlaatsysteem (9) om water van de watertank of deel ervan te laten uitlopen in het omhulsel (4) via een bovendeel (40) van het omhulsel (4) in de omgeving van de bovenkant (8) van het omhulsel, waarbij het inlaatsysteem (9) de vorm bezit van een elleboogvormige buis (90) met een eerste opening (91) die gekoppeld is aan het bovendeel (40) van het omhulsel (4), en een tweede opening (92) die bestemd is in het water van de watertank of deel ervan te kunnen onderdompelen als het waterpeil in de watertank of deel ervan boven een minimaal tankwaterpeil is;
- een schakelaarsysteem (10A,10B) om de werking van de water dompelpomp (2) te controleren, waarbij de dompelpomp (2) in werking kan gesteld worden zodra het waterpeil in de kamer (5) van het omhulsel (2) boven een maximaal peil ligt, terwijl de werking van de dompelpomp (2) gestopt kan worden zodra het waterpeil in de kamer (5) van het omhulsel (4) onder een minimaal peil ligt; en - een uitneembaar filterelement (11) dat geplaatst wordt in het inlaatsysteem (9) of dat geassocieerd kan worden met het inlaatsysteem (9).
Watertanks zijn normaal voorzien van een vrije wateruitloop, waardoor zodra het waterpeil een maximaal peil bereikt, water kan uitlopen buiten de tank naar een beek, een gracht, enz.
In geval dat een vrije wateruitloop niet voldoende is voor een watertank, dient een pompinrichting gebruikt te worden, om water uit te pompen, bijvoorbeeld zodra het waterpeil boven een maximale toegelaten waterpeil.
Een probleem van die pompinrichting is dat de pomp vaste stoffen kan opzuigen, wat dan ook een verstopping van de pomp kan veroorzaken, waardoor het waterpeil in de watertank of regenwatertank het maximale waterpeil kan overschrijden. Dit kan dan leiden tot overstromingsproblemen of niet correcte waterafvoer.
Om het probleem van het aanzuigen van vaste stoffen door de afvoerpomp, is de pomp geplaatst in een apart omhulsel, die geassocieerd wordt met een water inlaatsysteem. Dit inlaatsysteem is dan voorzien met een filterelement om te vermijden dat vaste stoffen door de dompelpomp opgezogen worden.
Het filterelement dient af en toe gereinigd te worden of vervangen te worden. Het reinigen en vervangen van een filterelement is niet eenvoudig. Tot nu toe, neemt de vakman de gehele pompinrichting buiten de tank, om het filterelement te reinigen en/of te vervangen. Dit neemt veel tijd in beslag.
Bovendien, in geval dat het filterelement verstopt geraakt, kan het waterpeil in de regenwater tank ook het maximale toegelaten waterpeil overschrijden, met de eventuele overstromingsproblemen. De uitvinding heeft dus betrekking op een inrichting om het reinigen en/of vervangen van een filterelement te vergemakkelijken, zonder dat de inrichting buiten de tank verwijderd dient te worden, en/of om de problemen van een verstopt filterelement en overstroming te verhelpen. De inrichting volgens de uitvinding bevat ten minste: - een water dompelpomp (2) met een afvoerpijp (3); - een omhulsel (4) dat een langwerpige kamer (5) met een centrale as (6) definieert, waarbij die langwerpige kamer (5) zich uitstrekt tussen een vrijwel gesloten onderkant (7) en een bovenkant (8), waarbij de bovenkant (8) een opening (8A) bezit voor de afvoerpijp (3), waarbij de water dompelpomp (2) in de omgeving van de onderkant (7) van het omhulsel (4) gelegen is, - een inlaatsysteem (9) om water van de watertank of deel ervan te laten uitlopen in het omhulsel (4) via een bovendeel (40) van het omhulsel (4) in de omgeving van de bovenkant (8) van het omhulsel, waarbij het inlaatsysteem (9) de vorm bezit van een elleboogvormige buis (90) met een eerste opening (91) die gekoppeld is aan het bovendeel (40) van het omhulsel (4), en een tweede opening (92) die bestemd is in het water van de watertank of deel ervan te kunnen onderdompelen als het waterpeil in de watertank of deel ervan boven een minimaal tankwaterpeil is; - een schakelaarsysteem (10A,10B) om de werking van de water dompelpomp (2) te controleren, waarbij de dompelpomp (2) in werking kan gesteld worden zodra het waterpeil in de kamer (5) van het omhulsel (2) boven een maximaal peil ligt, terwijl de werking van de dompelpomp (2) gestopt kan worden zodra het waterpeil in de kamer (5) van het omhulsel (4) onder een minimaal peil ligt; en
- een uitneembaar filterelement (11) dat geplaatst wordt in het inlaatsysteem (9) of dat geassocieerd kan worden met het inlaatsysteem (9), waarbij ten minste een deel van de elleboogvormige buis (90) draaibaar gemonteerd is op ten minste 90° rond een draaias (12, 90C), waarbij de positie van dit deel van de elleboogvormige buis (90) ten opzichte van het omhulsel (4) veranderd kan worden. Door het laten draaien van de elleboogvormige buis (90) kan de vakman het filterelement (11) eenvoudig bereiken via een mangat van de watertank, waardoor het reinigen en/of vervangen van het filterelement vergemakkelijkt wordt.
Volgens uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding, bezit de inrichting één of meerdere van de volgende kenmerken: * Ten opzichte van de langwerpige kamer (5) in een positie waarin de centrale as (6) ervan vrijwel verticaal is, is de draaias (12,90C) van het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) vrijwel horizontaal is of loodrecht is ten opzichte van die centrale as (6) van de langwerpige kamer (5). Door het draaien van het deel (90,93), kan dit deel in een horizontaal vlak (bijvoorbeeld onder de opening van een mangat) gebracht worden, of zelf naar de opening van het mangat gericht worden. De vakman kan dan gemakkelijk het filterelement manipuleren om het filterelement te reinigen of te vervangen. * het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) bezit een naast de tweede opening (92) gelegen ondergedeelte (90A) en een bovengedeelte (90B) dat zich tussen de eerste opening (91) en het ondergedeelte (90A) ligt, waarbij het uitneembare filterelement (11) gemonteerd wordt in het ondergedeelte (90A) of geassocieerd wordt met het ondergedeelte (90A). Het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) is van een inlaatmiddel (15) voorzien met een afdichtingsysteem (16) dat beweegbaar is tussen een open positie waardoor water direct kan uitlopen in het bovengedeelte (90B) zonder door het filterelement (11) van het ondergedeelte (11) te vloeien, en een gesloten positie waardoor geen water direct kan vloeien in het bovengedeelte (90B) zonder door het filterelement (11) te vloeien.
Dit is voordelig om te vermijden dat in geval van 5 verstopping van het filterelement, het waterpeil in de regentank een maximaal waterpeil overschrijdt. * de inrichting (1) is van een controlemechanisme (17) voorzien voor het afdichtingsysteem (16), waardoor het afdichtingsysteem (16) bewogen kan worden ten minste van de gesloten positie naar een open positie van het afdichtingsysteem (16) in functie van een bepaald waterpeil in de watertank of deel ervan.
* de inrichting (1) is van een controlemechanisme (17) voorzien voor het afdichtingsysteem (16), waardoor het afdichtingsysteem (16) bewogen kan worden ten minste van de gesloten positie naar een open positie van het afdichtingsysteem (16) in functie van een water stroomweerstand door het filterelement (11).
* het filterelement (11) is beweegbaar gemonteerd in een cilinder (18) met ten minste een zijkanaal (19) dat zich uitstrekt tussen de cilinder (18) en het bovengedeelte (90B) van de elleboogvormige buis (90), waarbij het filterelement (11) bewogen kan worden in functie van een water stroomweerstand tussen een gesloten positie of onderpositie waarbij water niet door het zijkanaal (19) kan vloeien en een open positie of bovenpositie waarbij water door het zijkanaal (19) kan vloeien.
* het controlemechanisme (17) van het afdichtingsysteem (16) bevat ten minste een vlotter (20). Door gebruik van een vlotter, zodra het waterpeil in de watertank een maximaal waterpeil overschrijdt, beweegt de vlotter naar boven in de tank, waardoor een draaikracht uitgeoefend wordt op het afdichtingsysteem om dit afdichtingsysteem in een open positie te brengen. Water kan dan direct in het bovengedeelte 90B van de buis uitlopen.
* het controlemechanisme (17) van het afdichtingsysteem stuurt een werkingsignaal naar de dompelpomp (2) als het afdichtingsysteem (16) in open positie is.
* het bovengedeelte (90B) van de elleboogvormige buis (90) bezit een zijwand (93) met ten minste een opening (94), waarbij het afdichtingsysteem (16) beweegbaar gemonteerd wordt ten opzichte van die zijwand (93) tussen een eerste positie waardoor de opening (94) in open positie is, en een tweede positie waardoor de opening (94) gesloten wordt door het afdichtingsysteem (16). * het afdichtingsysteem (16) wordt met ten minste een vlotter (20) geassocieerd.
* het omhulsel (4) definieert een vrijwel cilindrische kamer (5) met een centrale verticale as (6), waarbij de vrijwel cilindrische kamer (5) zich uitstrekt tussen een bodem (7) die afgedicht wordt door een deksel (70), bij voorkeur een uitneembaar deksel, en een bovenuiteinde (8) die voorzien is van een opening (8A) ten minste voor de afvoerpijp (3) van de dompelpomp (2). Het omhulsel (4) is van een zijopening (42) voorzien in de omgeving van zijn bovenuiteinde (8) in zijn wand (41). De zijopening is met een buisvormig stuk (95) gekoppeld met een centrale as (96) die vrijwel loodrecht is ten opzichte van de centrale verticale as (6) van de vrijwel cilindrische kamer (5). De elleboogvormige buis (90) bevat een eerste vrijwel recht buisstuk (97) met een eerste as (97A), een tweede vrijwel recht buisstuk (98) met een tweede as (98A) die vrijwel loodrecht is ten opzichte van de eerste as (97A), en een derde gebogen buisstuk (99) dat zich uitstrekt tussen het eerste vrijwel rechte buisstuk (97) en het tweede vrijwel rechte buisstuk (98); terwijl het eerste vrijwel rechte buisstuk (97) gekoppeld is aan het buisvormige stuk (95) van het omhulsel (4) door een draaimiddel (100), waardoor het eerste vrijwel rechte buisstuk (95) ten minste 90°, bij voorkeur ten minste 180°, kan draaien ten opzichte van de centrale as (96) van het buisvormige stuk (95) van het omhulsel (4).
* een combinatie van deze kenmerken.
De uitvinding heeft ook betrekking op een watertank die voorzien is van een inrichting (1) volgens de uitvinding, om water naar buiten die watertank te pompen of een deel ervan.
De uitvinding heeft nog betrekking op een filtergedeelte dat draaibaar gemonteerd kan worden op het vrije uiteinde van een elleboogvormige buis van een inrichting voor het uitpompen van water buiten een water tank, waarbij dit filtergedeelte geassocieerd wordt met een vlotter. (zie figuur 7, stuk 93, draaias 90C, vlotter 17 en stang 17A) Details en kenmerken van uitvoeringsvormen zullen voortvloeien van de volgende beschrijving, waarin verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen.
In die tekeningen, tonen - Fig. 1 een aanzicht in doorsnede van een tank die voorzien is van een pompinrichting volgens de uitvinding; - Fig. 2 een aanzicht in doorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van pompinrichting van de tank van Fig. 1; - Fig. 3 een zijaanzicht van de pompinrichting van Fig. 2; - Fig. 4 een zijaanzicht van de pompinrichting van Fig. 3, na draaiing van 90°; - Fig. SA t/m 5C werkingsstappen voor het uitpompen van regenwater buiten de tank; - Fig. 6 een reinigingsstap van het filterelement; - Fig. 7 een aanzicht in doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een pompinrichting volgens de uitvinding; - Fig. 8A t/m 8C werkingsstappen van de pompinrichting van Fig. 7; -Fig. 9 een aanzicht in doorsnede van een detail van een derde uitvoeringsvorm van een pompinrichting volgens de uitvinding, en - Fig. 10A en 10B werkingsstappen van het filterelement van Fig. 9. Fig. 1 toont een watertank om regenwater op te vangen.
Die tank WT bevat een binnenwand 62 om de tank te verdelen in een buffer bezinkingzone BBZ, en een tweede bufferzone BZ. Regenwater vloeit via een inlaatbuis 60 van de deksel 61. Water van de bezinkingzone vloeit door een elleboogvormige buis 63 naar de tweede bufferzone BZ. De bufferzone BZ is van een pompinrichting 1 volgens de uitvinding voorzien. Die pompinrichting 1 is onder het mangat 64 van de deksel 61 gelegen. De pompinrichting 1 is bestemd om water af te voeren via een afvoerpijp 65 naar een riolering, een beek of gracht, zodra het waterpeil in de bufferzone hoger is dan een maximaal toegelaten waterpeil MW.
Fig. 2 toont een eerste uitvoeringsvorm van een pompinrichting volgens de uitvinding. De inrichting 1 bevat ten minste: - een water dompelpomp (2) met een afvoerpijp (3); - een omhulsel (4) dat een langwerpige kamer (5) met een centrale as (6) definieert, waarbij die langwerpige kamer (5) zich uitstrekt tussen een vrijwel gesloten onderkant (7) en een bovenkant (8), waarbij de bovenkant (8) een opening (8A) bezit voor de afvoerpijp (3), waarbij de water dompelpomp (2) in de omgeving van de onderkant (7) van het omhulsel (4) gelegen is, - een inlaatsysteem (9) om water van de watertank of deel ervan te laten uitlopen in het omhulsel (4) via een bovendeel (40) van het omhulsel (4) in de omgeving van de bovenkant (8) van het omhulsel, waarbij het inlaatsysteem (9) de vorm bezit van een elleboogvormige buis (90) met een eerste opening (91) die gekoppeld is aan het bovendeel (40) van het omhulsel (4), en een tweede opening (92) die bestemd is in het water van de watertank of deel ervan te kunnen onderdompelen als het waterpeil in de watertank of deel ervan boven een minimaal tankwaterpeil is; - een schakelaarsysteem (10A,10B) om de werking van de water dompelpomp (2) te controleren, waarbij de dompelpomp (2) in werking kan gesteld worden zodra het waterpeil in de kamer (5) van het omhulsel (2) boven een maximaal peil ligt, terwijl de werking van de dompelpomp (2) gestopt kan worden zodra het waterpeil in de kamer (5) van het omhulsel (4) onder een minimaal peil ligt; en - een uitneembaar filterelement (11) dat geplaatst wordt in het inlaatsysteem (9) of dat geassocieerd kan worden met het inlaatsysteem (9), waarbij ten minste een deel van de elleboogvormige buis (90) draaibaar gemonteerd is op ten minste 90° rond een draaias (12, 90C), waarbij de positie van dit deel van de elleboogvormige buis (90) ten opzichte van het omhulsel (4) veranderd kan worden. Door het laten draaien van de elleboogvormige buis (90) kan de vakman het filterelement (11) eenvoudig bereiken via een mangat van de watertank, waardoor het reinigen en/of vervangen van het filterelement vergemakkelijkt wordt.
Volgens uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding, bezit de inrichting één of meerdere van de volgende kenmerken: Ten opzichte van de langwerpige kamer (5) in een positie waarin de centrale as (6) ervan vrijwel verticaal is, is de draaias (12) van het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) vrijwel horizontaal is of loodrecht is ten opzichte van die centrale as (6) van de langwerpige kamer (5). Door het draaien van het deel (90,93), kan dit deel in een horizontaal vlak (bijvoorbeeld onder de opening van een mangat) gebracht worden, of zelf naar de opening van het mangat gericht worden. De vakman kan dan gemakkelijk het filterelement manipuleren om het filterelement te reinigen of te vervangen.
Het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) bezit een naast de tweede opening (92) gelegen ondergedeelte (90A) en een bovengedeelte (90B) dat zich tussen de eerste opening (91) en het ondergedeelte (90A) ligt, waarbij het uitneembare filterelement (11) gemonteerd wordt in het ondergedeelte (90A) of geassocieerd wordt met het ondergedeelte (90A). Het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) is van een inlaatmiddel (15) voorzien met een afdichtingsysteem (16) dat beweegbaar is tussen een open positie waardoor water direct kan uitlopen in het bovengedeelte (90B) zonder door het filterelement (11) van het ondergedeelte (11) te vloeien, en een gesloten positie waardoor geen water direct kan vloeien in het bovengedeelte (90B) zonder door het filterelement (11) te vloeien.
Dit is voordelig om te vermijden dat in geval van verstopping van het filterelement, het waterpeil in de regentank een maximaal waterpeil overschrijdt.
De inrichting (1) is van een controlemechanisme (17) voorzien voor het afdichtingsysteem (16), waardoor het afdichtingsysteem (klep 16) bewogen kan worden ten minste van de gesloten positie naar een open positie van het afdichtingsysteem (16) in functie van een bepaald waterpeil in de watertank of deel ervan.
De inrichting (1) is van een controlemechanisme (17) voorzien voor het afdichtingsysteem (16), waardoor het afdichtingsysteem (16) bewogen kan worden ten minste van de gesloten positie naar een open positie van het afdichtingsysteem (16) in functie van een water stroomweerstand door het filterelement (11).
Het controlemechanisme (17) van het afdichtingsysteem (16) bevat ten minste een vlotter (20). Door gebruik van een vlotter, zodra het waterpeil in de watertank een maximaal waterpeil overschrijdt, beweegt de vlotter naar boven in de tank, waardoor een draaikracht uitgeoefend wordt op het afdichtingsysteem om dit afdichtingsysteem in een open positie te brengen. Water kan dan direct in het bovengedeelte 90B van de buis uitlopen.
Het controlemechanisme (17) van het afdichtingsysteem stuurt een werkingsignaal naar de dompelpomp (2) als het afdichtingsysteem (16) in open positie is, alsook bij voorkeur een alarmsignaal naar een bestuurder (voor onderhoudswerken of reinigingswerken).
Het bovengedeelte (90B) van de elleboogvormige buis (90) bezit een zijwand (93) met ten minste een opening (94), waarbij het afdichtingsysteem (16) beweegbaar gemonteerd wordt ten opzichte van die zijwand (93) tussen een eerste positie waardoor de opening (94) in open positie is, en een tweede positie waardoor de opening (94) gesloten wordt door het afdichtingsysteem (16).
Het afdichtingsysteem (16) wordt met ten minste een vlotter (20) geassocieerd. De klep 16 is draaibaar gemonteerd op de wand 93 langs een draaias 16A. Het gewicht van de vlotter duwt de klep 16 naar zijn gesloten positie (zolang dat het waterpeil Jager is dan het maximale toegelaten waterpeil MW), terwijl als het waterpeil in de tank een maximaal toegelaten waterpeil MW overschrijdt, oefent de vlotter 17 (via een stang 17A) een hefkracht op de klep 16, waardoor die klep 16 rond zijn draaias 16A draait in een open positie. Water kan dan direct door de opening 94 uitlopen in het bovengedeelte 90B. Het omhulsel (4) definieert een vrijwel cilindrische kamer (5) met een centrale verticale as (6), waarbij de vrijwel cilindrische kamer (5) zich uitstrekt tussen een bodem (7) die afgedicht wordt door een deksel (70), bij voorkeur een uitneembaar deksel, en een bovenuiteinde (8) die voorzien is van een opening (8A) ten minste voor de afvoerpijp (3) van de dompelpomp (2). Het omhulsel (4) is van een zijopening (42) voorzien in de omgeving van zijn bovenuiteinde (8) in zijn wand (41). De zijopening is met een buisvormig stuk (95) gekoppeld met een centrale as (96) die vrijwel loodrecht is ten opzichte van de centrale verticale as (6) van de vrijwel cilindrische kamer (5). De elleboogvormige buis (90) bevat een eerste vrijwel recht buisstuk (97) met een eerste as (97A), een tweede vrijwel recht buisstuk (98) met een tweede as (98A) die vrijwel loodrecht is ten opzichte van de eerste as (97A), en een derde gebogen buisstuk (99) dat zich uitstrekt tussen het eerste vrijwel rechte buisstuk (97) en het tweede vrijwel rechte buisstuk (98); terwijl het eerste vrijwel rechte buisstuk (97) gekoppeld is aan het buisvormige stuk (95) van het omhulsel (4) door een draaimiddel (100), waardoor het eerste vrijwel rechte buisstuk (95) ten minste 90°, bij voorkeur ten minste 180°, kan draaien ten opzichte van de centrale as (96) van het buisvormige stuk (95) van het omhulsel (4).
Fig.3 is een zijaanzicht van de pompinrichting van Fig. 2.
Fig. 4 is een zijaanzicht van de pompinvrichting na draaiing van 90°. Na die draaiing, kan een werknemer het filterelement gemakkelijk bereiken, via het mangat 64. Hij kan dus het filterelement 11 gemakkelijk vervangen door een nieuwe. Daar de opening 94 niet meer door de klep 16 gesloten is, kan een werknemer een spuitinrichting in het bovengedeelte 90B van de elleboogvormige buis 90 steken. Water kan dan naar het filterelement gespoten worden (via een leiding 200 en een sproeikop 201), om het filterelement 11 te reinigen. Vaste deeltjes kunnen op die manier verwijderd worden door het open uiteinde 92. (zie Fig. 6) In de uitvoeringsvorm van Fig. 2, is het filterelement 11 in het ondergedeelte 90A gestoken.
Fig. 5A t/m 5C tonen werkingsstappen van de inrichting van Fig. 2. In Fig. 5A, is het waterpeil in de tank (WI) te laag, waardoor geen water van de tank door de elleboogvormige buis 90 vloeit. Het waterpeil in het omhulsel 4 is vrijwel op het peil van het middel 10B om de werking van de dompelpomp uit te schakelen.
In Fig. 5B stijgt het waterpeil W2 in de tank. Water kan door het filterelement 11 vloeien naar het omhulsel 4. De opening 94 is door de klep 16 gesloten. Zodra het waterpeil in het omhulsel 4 het peil van de werkingschakelaar 10A, wordt er een werkingsignaal gestuurd naar de dompelpomp 2 om water via de afvoerbuis af te voeren.
In geval dat het filterelement door vaste deeltjes afgedicht wordt, vloeit minder of geen water door het filterelement 11. Het waterpeil (W3) in de tank kan dus tot boven het maximale toegelaten peil MW. De vlotter 17 wordt naar boven bewogen. Die vlotter oefent dan een trekkracht op de klep 16, die in open positie draait. Water kan dan direct in de elleboogvormige buis uitlopen.
Fig. 7 is een aanzicht van een inrichting 1 die gelijkaardig is met de inrichting van Fig. 2.
In die uitvoeringsvorm is het ondergedeelte 90A met het filterelement 11 draaibaar gemonteerd op het bovengedeelte 90B van de elleboogvormige buis 90 (daaias 90C). Het ondergedeelte 90A/ 93 is met een vlotter 17 geassocieerd, waardoor zodra het waterpeil in de tank een maximaal waterpeil overschrijdt, de vlotter 17 naar boven bewogen wordt. Door die beweging, draait het bovengedeelte 90A rond de draaias 90C, zodat een opening gevormd wordt voor het directe uitlopen van water in het bovengedeelte 90B.
In Fig 8A, ligt het waterpeil onder het maximale toegelaten waterpeil MW. Water vloeit door het filterelement 11, dan in het bovengedeelte 90B, en daarna in de kamer 5. De dompelpomp 2 kan water van de kamer 5 uitpompen via de afvoerbuis 3.
In Fig. 8B, ligt het waterpeil boven het maximale toegelaten waterpeil MW. De vlotter 17 oefent een kracht op het ondergedeelte 90A, dat rond de draaias 90C draait. Een opening 90D wordt dan gevormd tussen het ondergedeelte 90A en het bovengedeelte 90B. Water van de tank kan direct in het bovengedeelte 90B uitlopen, alvorens in de kamer 5 te vloeien. Water wordt dan door de dompelpomp 2 afgevoerd. Als het ondergedeelte 90A ten opzichte van het bovengedeelte 90B draait, wordt er een werkingsignaal gestuurd naar de dompelpomp 2 (voor het uitpompen van water).
In Fig. 8C, is het ondergedeelte 90A vrijwel 180° gedraaid wordt ten opzichte van het bovengedeelte 90A. Bijvoorbeeld, kan een werknemer aan de stang 17A trekken, waardoor het ondergedeelte 90A gedraaid kan worden. Na die draaiing van +/- 180° ligt het filterelement 11 in de nabijheid van een mangat, waardoor het reinigen van het filterelement 11 of het vervangen ervan vergemakkelijkt wordt.
Fig. 9 toont een cilinder 18 met een filterelement 11 dat uitneembaar gemonteerd wordt op het vrije uiteinde van de elleboogvormige buis 90. De cilinder 110 kan bijvoorbeeld geschroefd worden op het onderuiteinde van de elleboogvormige buis 90.
Het filterelement (11) is beweegbaar gemonteerd in een cilinder (18) met ten minste een zijkanaal (19) dat zich uitstrekt tussen de cilinder (18) en het bovengedeelte (90B) van de elleboogvormige buis (90). De cilinder 18 is met een buitenomhulsel 110 omringd. Het kanaal 19 wordt tussen de cilinder 18 en het buitenomhulsel 110 gedefinieerd. De cilinder is van één of meerdere openingen 180 voorzien, zodat water van de cilinder 18 naar het kanaal 19 gevoerd kan worden.
Het filterelement (11) kan bewogen worden in functie van een water stroomweerstand door het filterelement 11 tussen een gesloten positie of onderpositie waarbij water niet door het zijkanaal (19) kan vloeien en een open positie of bovenpositie waarbij water door het zijkanaal (19) kan vloeien.
In Fig. 10A, is het filterelement 11 niet door vaste deeltjes afgedicht. Water vloeit dus door het filterelement 11 en wordt afgevoerd door de boven opening 181 van de cilinder 18. Het filterelement heeft een bodem 11B die zich steunt op de randen van de onderopening 182 van de cilinder 18.
Als het filterelement afgedicht wordt door vaste deeltjes, kan minder water door het filterelement vloeien.
Door het uitpompen van water door de dompelpomp 2, wordt het filterelement 11 naar boven gezogen (Fig. 10B). De zijopening 180 zijn dan open, waardoor water in het kanaal 19 kan opgepompt worden.

Claims (13)

CONCLUSIES
1. Inrichting (1) voor het uitpompen van water van een watertank (WT) of deel ervan buiten die watertank of deel ervan, zodra het waterpeil in de watertank of deel ervan een bepaald waterpeil bereikt, waarbij die inrichting geschikt is om in de watertank of deel ervan geplaatst of gemonteerd te worden, waarbij die inrichting (1) bevat ten minste: - een water dompelpomp (2) met een afvoerpijp (3); - een omhulsel (4) dat een langwerpige kamer (5) met een centrale as (6) definieert, waarbij die langwerpige kamer (5) zich uitstrekt tussen een vrijwel gesloten onderkant (7) en een bovenkant (8), waarbij de bovenkant (8) een opening (8A) bezit voor de afvoerpijp (3), waarbij de water dompelpomp (2) in de omgeving van de onderkant (7) van het omhulsel (4) gelegen is, - een inlaatsysteem (9) om water van de watertank of deel ervan te laten uitlopen in het omhulsel (4) via een bovendeel (40) van het omhulsel (4) in de omgeving van de bovenkant (8) van het omhulsel, waarbij het inlaatsysteem (9) de vorm bezit van een elleboogvormige buis (90) met een eerste opening (91) die gekoppeld is aan het bovendeel (40) van het omhulsel (4) en een tweede opening (92) die bestemd is in het water van de watertank of deel ervan te kunnen onderdompelen als het waterpeil in de watertank of deel ervan boven een minimaal tankwaterpeil is; - een schakelaarsysteem (10A,10B) om de werking van de water dompelpomp (2) te controleren, waarbij de dompelpomp (2) in werking kan gesteld worden zodra het waterpeil in de kamer (5) van het omhulsel (2) boven een maximaal peil ligt, terwijl de werking van de dompelpomp (2) gestopt kan worden zodra het waterpeil in de kamer (5) van het omhulsel (4) onder een minimaal peil ligt; en - een uitneembaar filterelement (11) dat geplaatst wordt in het inlaatsysteem (9) of dat geassocieerd kan worden met het inlaatsysteem (9), met het kenmerk dat ten minste een deel van de elleboogvormige buis (90) draaibaar gemonteerd is op ten minste 90° rond een draaias (12,
90C), waarbij de positie van dit deel van de elieboogvormige buis (90) ten opzichte van het omhulsel (4) veranderd kan worden.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat ten opzichte van de langwerpige kamer (5) in een positie waarin de centrale as (6) ervan vrijwel verticaal is, de draaias (12,90C) van het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) vrijwel horizontaal is of loodrecht is ten opzichte van die centrale as (6) van de langwerpige kamer (5).
3. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) bezit een naast de tweede opening (92) gelegen ondergedeelte (90A) en een bovengedeelte (90B) dat zich tussen de eerste opening (91) en het ondergedeelte (90A) ligt, waarbij het uitneembare filterelement (11) gemonteerd wordt in het ondergedeelte (90A) of geassocieerd wordt met het ondergedeelte (90A), waarbij het draaibare deel (90,93) van de elleboogvormige buis (90) voorzien is van een inlaatmiddel (15) met een afdichtingsysteem (16) dat beweegbaar is tussen een open positie waardoor water direct kan uitlopen in het bovengedeelte (90B) zonder door het filterelement (11) van het ondergedeelte (11) te vloeien, en een gesloten positie waardoor geen water direct kan vloeien in het bovengedeelte (90B) zonder door het filterelement (11) te vloeien.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de inrichting (1) voorzien is van een controlemechanisme (17) voor het afdichtingsysteem (16), waardoor het afdichtingsysteem (16) bewogen kan worden ten minste van de gesloten positie naar een open positie van het afdichtingsysteem (16) in functie van een bepaald waterpeil in de watertank of deel ervan.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de inrichting (1) voorzien is van een controlemechanisme (17) voor het afdichtingsysteem (16), waardoor het afdichtingsysteem (16)
bewogen kan worden ten minste van de gesloten positie naar een open positie van het afdichtingsysteem (16) in functie van een water stroomweerstand door het filterelement (11).
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het filterelement (11) beweegbaar gemonteerd is in een cilinder (18) met ten minste een zijkanaal (19) dat zich uitstrekt tussen de cilinder (18) en het bovengedeelte (90B) van de elleboogvormige buis (90), waarbij het filterelement (11) bewogen kan worden in functie van een water stroomweerstand tussen een gesloten positie of onderpositie waarbij water niet door het zijkanaal (19) kan vloeien en een open positie of bovenpositie waarbij water door het zijkanaal (19) kan vloeien.
7. Inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 6, met het kenmerk dat het controlemechanisme (17) van het afdichtingsysteem (16) ten minste een vlotter (20) bevat.
8. Inrichting volgens één der conciusies 4 t/m 7, met het kenmerk dat het controlemechanisme (17) van het afdichtingsysteem een werkingsignaal stuurt naar de dompelpomp (2) als het afdichtingsysteem (16) in open positie is.
9. Inrichting volgens één der conclusies 4 t/m 8, met het kenmerk dat het bovengedeelte (90B) van de elleboogvormige buis (90) een zijwand (93) bezit met ten minste een opening (94), waarbij het afdichtingsysteem (16) beweegbaar gemonteerd wordt ten opzichte van die zijwand (93) tussen een eerste positie waardoor de opening (94) in open positie is, en een tweede positie waardoor de opening (94) gesloten wordt door het afdichtingsysteem (16).
10. Inrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat het afdichtingsysteem (16) geassocieerd wordt met ten minste een vlotter (20).
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het omhulsel (4) een vrijwel cilindrische kamer (5)
definieert met een centrale verticale as (6), waarbij de vrijwel cilindrische kamer (5) zich uitstrekt tussen een bodem (7) die afgedicht wordt door een deksel (70), bij voorkeur een uitneembaar deksel, en een bovenuiteinde (8) die voorzien is van een opening (8A) ten minste voor de afvoerpijp (3) van de dompelpomp (2), waarbij het omhulsel (4) in de omgeving van zijn bovenuiteinde (8) voorzien is in zijn wand (41) van een zijopening (42) die gekoppeld is met een buisvormig stuk (95) met een centrale as (96) die vrijwel loodrecht is ten opzichte van de centrale verticale as (6) van de vrijwel cilindrische kamer (5), waarbij de elleboogvormige buis (90) bevat een eerste vrijwel recht buisstuk (97) met een eerste as (97A), een tweede vrijwel recht buisstuk (98) met een tweede as (98A) die vrijwel loodrecht is ten opzichte van de eerste as (97A), en een derde gebogen buisstuk (99) dat zich uitstrekt tussen het eerste vrijwel rechte buisstuk (97) en het tweede vrijwel rechte buisstuk (98); waarbij het eerste vrijwel rechte buisstuk (97) gekoppeld is aan het buisvormige stuk (95) van het omhulsel (4) door een draaimiddel (100), waardoor het eerste vrijwel rechte buisstuk (95) ten minste 90°, bij voorkeur ten minste 180°, kan draaien ten opzichte van de centrale as (96) van het buisvormige stuk (95) van het omhulsel (4).
12. Watertank die voorzien is van een inrichting (1) volgens één der voorgaande conclusies, om water naar buiten die watertank te pompen of deel ervan.
13. Filtergedeelte dat draaibaar gemonteerd kan worden op het vrije uiteinde van een elleboogvormige buis van een inrichting volgens één der conclusies 1 t/m 11, waarbij dit filtergedeelte geassocieerd wordt met een vlotter.
BE20200098A 2020-09-04 2020-09-04 Uitpompinrichting voor een watertank BE1028579B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20200098A BE1028579B1 (nl) 2020-09-04 2020-09-04 Uitpompinrichting voor een watertank

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20200098A BE1028579B1 (nl) 2020-09-04 2020-09-04 Uitpompinrichting voor een watertank

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028579A1 BE1028579A1 (nl) 2022-03-28
BE1028579B1 true BE1028579B1 (nl) 2022-04-04

Family

ID=72422006

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20200098A BE1028579B1 (nl) 2020-09-04 2020-09-04 Uitpompinrichting voor een watertank

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1028579B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0733806A1 (en) * 1995-02-24 1996-09-25 SICCE S.p.A. Self-priming pumping device for hydraulic circuits
US6231762B1 (en) * 2000-01-31 2001-05-15 Bowco Industries Inc. Filtration system for septic system
US20140199178A1 (en) * 2010-04-30 2014-07-17 Antonio Perez Site Drainer
DE102017209039A1 (de) * 2017-05-30 2018-12-06 Robert Bosch Gmbh Flüssigkeitsfilter
US10550845B2 (en) * 2015-07-22 2020-02-04 S. J. Electro Systems, Inc. Liquid level sensing system

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0733806A1 (en) * 1995-02-24 1996-09-25 SICCE S.p.A. Self-priming pumping device for hydraulic circuits
US6231762B1 (en) * 2000-01-31 2001-05-15 Bowco Industries Inc. Filtration system for septic system
US20140199178A1 (en) * 2010-04-30 2014-07-17 Antonio Perez Site Drainer
US10550845B2 (en) * 2015-07-22 2020-02-04 S. J. Electro Systems, Inc. Liquid level sensing system
DE102017209039A1 (de) * 2017-05-30 2018-12-06 Robert Bosch Gmbh Flüssigkeitsfilter

Also Published As

Publication number Publication date
BE1028579A1 (nl) 2022-03-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
DK144921B (da) Tilbageloebs- og lugtforhindrende lukke for vaesker
US7670482B2 (en) Self-cleaning screen with check valve for use in shallow water pumping
JP3257599B2 (ja) 水槽フィルタ組立体
US7001506B2 (en) Self-cleaning circulatin system and method
CN111424801B (zh) 一种用于市政污水收集的排水装置
KR102431585B1 (ko) 스트레이너챔버에 의해 막힘을 방지한 오배수패키지 시스템
BE1028579B1 (nl) Uitpompinrichting voor een watertank
US661609A (en) Dredging-machine.
US5836116A (en) Tank system
NO148057B (no) Anlegg for aa fjerne sedimenterte faststoffer fra bunnen av et rundt klarebasseng
KR100902260B1 (ko) 수문 내부의 부식을 방지하고 수질을 개선하는 집수조를 구비하는 전도식수문
US7846259B2 (en) Parts washing apparatus with centrifugal filter
CN111594452B (zh) 工况自适应回流自堵式无控自吸泵
JP4578283B2 (ja) 排水システム
US10167648B1 (en) Pool skimmer
CN220432592U (zh) 一种河道淤泥处理装置
KR102211016B1 (ko) 수평형 배수펌프
CN108797776A (zh) 一种单向阀及具有自动调节阀口大小的排泥阀装置
JP4458823B2 (ja) 逆止弁
CN219863254U (zh) 一种水利工程排水装置
KR102444811B1 (ko) 집수조 내 이물질 처리가 가능한 수중펌프
RU57629U1 (ru) Фильтровальная установка
JPH1015306A (ja) 沈殿物排出装置
CN220768328U (zh) 一种建筑给排水用密封同层排水地漏
CN221033360U (zh) 一种轴流泵用过滤结构

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220404