BE1028414B1 - TUBE CAP AND TUBE ASSEMBLY - Google Patents

TUBE CAP AND TUBE ASSEMBLY Download PDF

Info

Publication number
BE1028414B1
BE1028414B1 BE20215475A BE202105475A BE1028414B1 BE 1028414 B1 BE1028414 B1 BE 1028414B1 BE 20215475 A BE20215475 A BE 20215475A BE 202105475 A BE202105475 A BE 202105475A BE 1028414 B1 BE1028414 B1 BE 1028414B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cap
sleeve
rods
tubular body
piston
Prior art date
Application number
BE20215475A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1028414A1 (en
Inventor
Jasper Aelvoet
Anneleen Monsieur
Luc Thys
Brecht Vandevenne
Jens Milonton
Peter Geboes
Clercq Sander De
Original Assignee
Soudal
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=71527712&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1028414(B1) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Soudal filed Critical Soudal
Publication of BE1028414A1 publication Critical patent/BE1028414A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1028414B1 publication Critical patent/BE1028414B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D83/00Containers or packages with special means for dispensing contents
    • B65D83/0055Containers or packages provided with a flexible bag or a deformable membrane or diaphragm for expelling the contents
    • B65D83/0072Containers or packages provided with a flexible bag or a deformable membrane or diaphragm for expelling the contents the contents of a flexible bag being expelled by a piston or a movable bottom or partition provided in the container or the package
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05CAPPARATUS FOR APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05C17/00Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces
    • B05C17/005Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces for discharging material from a reservoir or container located in or on the hand tool through an outlet orifice by pressure without using surface contacting members like pads or brushes
    • B05C17/00586Means, generally located near the nozzle, for piercing or perforating the front part of a cartridge
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D47/00Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
    • B65D47/04Closures with discharging devices other than pumps
    • B65D47/06Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05CAPPARATUS FOR APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05C17/00Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces
    • B05C17/005Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces for discharging material from a reservoir or container located in or on the hand tool through an outlet orifice by pressure without using surface contacting members like pads or brushes
    • B05C17/00583Hand tools or apparatus using hand held tools, for applying liquids or other fluent materials to, for spreading applied liquids or other fluent materials on, or for partially removing applied liquids or other fluent materials from, surfaces for discharging material from a reservoir or container located in or on the hand tool through an outlet orifice by pressure without using surface contacting members like pads or brushes the container for the material to be dispensed being deformable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)
  • Packages (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kokerdop die op een distaal uiteinde van een kokerlichaam kan worden gemonteerd voor gebruik met een extrusiepistool. De dop omvat een afgifteopening die zich in de lengterichting rond een lengteas van de uitgang uitstrekt. De dop bestaat verder uit een doplichaam dat zich radiaal naar buiten uitstrekt vanaf de opening. Bovendien strekt zich in de lengterichting een veelvoud van staven uit vanaf een binnenoppervlak van het doplichaam. Ten minste één staaf van de veelheid van staven is aangepast om een flexibele zak te doorboren wanneer de flexibele zak tegen de ten minste ene staaf wordt gedrukt. Bovendien hebben de uiteinden van ten minste twee van de veelheid van staven een verschillende scherpte. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een kokersamenstel dat een dergelijke kokerdop omvat.The present invention relates to a barrel cap which can be mounted on a distal end of a barrel body for use with an extrusion gun. The cap includes a dispensing opening extending longitudinally about a longitudinal axis of the exit. The cap further comprises a cap body extending radially outwardly from the opening. In addition, a plurality of rods extend longitudinally from an inner surface of the cap body. At least one rod of the plurality of rods is adapted to pierce a flexible bag when the flexible bag is pressed against the at least one rod. In addition, the ends of at least two of the plurality of rods have different sharpness. The present invention further relates to a sleeve assembly comprising such a sleeve cap.

Description

' BE2021/5475' BE2021/5475

KOKERDOP EN KOKERSAMENSTEL Gebied van de uitvinding De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een wegwerpbare koker voor gebruik met een extrusiepistool omvattend een hol, buisvormig lichaam en een zuiger die verplaatsbaar is verschaft in het buisvormige lichaam langs een kokerwand. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een kokersamenstel omvattend een koker zoals hierboven beschreven en een flexibele zak verschaft in het buisvormige lichaam met inhoud om uit de koker te worden gedreven met behulp van het extrusiepistool.Field of the Invention The present invention relates to a disposable cartridge for use with an extrusion gun comprising a hollow tubular body and a piston movably provided in the tubular body along a sleeve wall. The present invention further relates to a sleeve assembly comprising a sleeve as described above and a flexible bag provided in the tubular body with contents to be expelled from the sleeve using the extrusion gun.

Achtergrondtechniek Elke beschrijving van de stand der techniek in deze beschrijving dient op geen enkele wijze te worden beschouwd als een erkenning dat die stand van de techniek algemeen bekend is of deel uitmaakt van de algemene kennis op het gebied.Background Art Any description of the prior art herein should in no way be construed as an admission that such prior art is well known or forms part of the general knowledge in the art.

Bouwmaterialen zoals kit, afdichtmiddel, voegspecie of hechtmiddel, worden vaak geleverd in kokers met een plastic lichaam. Kenmerkend is een dop van de koker aan de koker bevestigd en moet deze handmatig worden opengesneden om de inhoud van de flexibele zak door en uit de dop te kunnen drijven.Building materials such as putty, sealant, grout or adhesive are often supplied in tubes with a plastic body. Typically, a cap of the tube is attached to the tube and must be manually cut open to allow the contents of the flexible bag to be forced through and out of the cap.

In een professionele omgeving is het echter bekend om kokerzakken afzonderlijk te leveren. De praktijk van het handmatig openen en/of installeren van de kokerzakken in het interieur van een buisvormig lichaam van de koker is niet wijdverspreid vanwege de vele uitdagingen bij het veilig en effectief gebruiken van de kokerzakken, ook bekend als folieverpakkingen, buisvormige zakken, foliezakken of filmbuiszakken, vooral in een thuisomgeving of door niet-professionele gebruikers en/of doe-het-zelvers. Zo kan het te ver opensnijden van de kokerzakken risico's van lekkage en vervuiling van de koker opleveren. Als de zakken te krap worden opengesneden, bestaat het risico dat het product inefficiënt en ondoeltreffend is en dat het extrusieproces (bijv. de stroming) van het product te traag verloopt of dat er te veel kracht voor nodig is.However, in a professional environment it is known to supply tube bags separately. The practice of manually opening and/or installing the sleeve bags into the interior of a tubular body of the sleeve is not widespread because of the many challenges in using the sleeve bags safely and effectively, also known as foil wrappers, tubular bags, foil bags or film tube bags, especially in a home environment or by non-professional users and/or do-it-yourselfers. For example, cutting the tube bags open too far can lead to risks of leakage and contamination of the tube. If the bags are cut too tight, there is a risk that the product will be inefficient and ineffective and that the extrusion process (eg the flow) of the product will be too slow or that too much force will be required.

Verder zijn er kokerdoppen bekend die zijn voorzien van middelen om de kokerzak te openen. EP 1065153 A1 bijvoorbeeld beschrijft een afdekdeel dat in een positie kan worden gebracht, waarin de doorn door de buisvormige foliezak dringt. Het gebruik van een dergelijk dekseldeel levert echter verschillende problemen op. Zo kan het een uitdagingFurthermore, tube caps are known which are provided with means for opening the tube bag. EP 1065153 A1 for example describes a cover member which can be placed in a position where the mandrel penetrates the tubular foil bag. However, the use of such a cover part presents several problems. So it can be a challenge

° BE2021/5475 zijn om het afdekdeel in de juiste positie te brengen, vooral voor niet-professionele gebruikers in een thuisomgeving. Bovendien past het beschreven afdekdeel niet op conventionele of universele extrusiepistolen. Verder zorgt het afdekdeel niet voor een doeltreffende opening van de kokerzak.° BE2021/5475 to position the cover part, especially for non-professional users in a home environment. In addition, the cover part described does not fit conventional or universal extrusion guns. Furthermore, the cover portion does not provide an effective opening of the tube bag.

Andere problemen kunnen zich voordoen bij de verwijdering en recycling van deze kokers wanneer zij (bijna) leeg of over de datum zijn. De kokers komen terecht in het huisvuil/kantoorafval van plastic verpakkingen, en dit staat een recyclingproces dat duurzaam is voor de toekomst in de weg. De overgebleven inhoud van de weggegooide koker is één probleem in het recyclingproces. De meeste weggegooide kokers bevatten nog stukjes bevestigingsmateriaal, welke de machines in het recyclingproces kunnen hinderen. De onderhavige uitvinders hebben veel van de problemen kunnen oplossen die gepaard gaan met conventionele constructiebevestigingsproducten en hebben een buisvormige zak kunnen ontwikkelen voor gebruik met een extrusiepistool (of een ander mechanisme) dat veel van de bovengenoemde problemen kan ondervangen. Het Amerikaanse octrooi nr.Other problems can arise with the disposal and recycling of these cartridges when they are (almost) empty or past their expiry date. The tubes end up in household/office waste from plastic packaging, and this stands in the way of a recycling process that is sustainable for the future. The leftover contents of the discarded tube is one problem in the recycling process. Most discarded tubes still contain bits of fasteners, which can hinder the machines in the recycling process. The present inventors have been able to solve many of the problems associated with conventional construction fastener products and have been able to develop a tubular bag for use with an extrusion gun (or other mechanism) that can overcome many of the above problems. The United States Patent No.

6.234.348 beschrijft een extrusiemechanisme voor een buisvormige zak en een werkwijze om de inhoud van een buisvormige zak te extruderen, waarbij een afdichtingsmateriaal of iets dergelijks uit de buisvormige zak wordt geëxtrudeerd en uitgedreven met een extrusiepistool.No. 6,234,348 discloses a tubular bag extrusion mechanism and a method for extruding the contents of a tubular bag, wherein a sealing material or the like is extruded from the tubular bag and expelled with an extrusion gun.

Een doel van de onderhavige uitvinding kan zijn om een kokerdop voor gebruik met een cardridge voor gebruik met een extrusiepistool te verstrekken, dat de bovengenoemde nadelen overwint die met huidige producten worden geassocieerd.An object of the present invention may be to provide a cartridge cap for use with a cartridge for use with an extrusion gun, which overcomes the above drawbacks associated with current products.

Het kan een ander doel van de uitvinding zijn om een kokerdop te verstrekken waarmee de gebruiker een efficiënte en effectieve opening van een kokerzak in een bijbehorende koker kan bereiken zonder extra hulpmiddelen, b.v. een mes of een schaar, en zonder de koker te openen.It may be another object of the invention to provide a sleeve cap with which the user can achieve an efficient and effective opening of a sleeve bag in an associated sleeve without additional aids, e.g. a knife or scissors, and without opening the tube.

Het kan een ander doel van de uitvinding zijn om een kokerdop te verstrekken die het belemmeren van de stroomdoorgang door de dop voorkomt.It may be another object of the invention to provide a sleeve cap which prevents obstruction of the flow passage through the cap.

Het kan nog een ander doel van de uitvinding zijn om een kokersamenstel voor gebruik met een extrusiepistool te verstrekken, omvattend een kokerdop en een bijbehorende koker die een veilige en betrouwbare uitdrijving mogelijk maakt van een bevestigingsmateriaal voor de bouw uit een kokerzak die is omvat in een buisvormig lichaam van de koker.It may be yet another object of the invention to provide a barrel assembly for use with an extrusion gun, comprising a barrel cap and associated barrel which permits safe and reliable expulsion of a construction fastener from a barrel bag contained in a tubular body of the sleeve.

> BE2021/5475 Deze en andere doelen kunnen worden verwezenlijkt door de uitvinding die in de volgende tekst en figuren wordt beschreven.> BE2021/5475 These and other objects can be achieved by the invention described in the following text and figures.

Samenvatting van de uitvinding In een eerste aspect dat kan voorkomen in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een kokerdop die kan worden gemonteerd op een distaal uiteinde van een kokerlichaam voor gebruik met een extrusiepistoolapparaat, b.v. een standaard extrusiepistool voor kokers.Summary of the Invention In a first aspect which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, the present invention relates to a sleeve cap mountable to a distal end of a sleeve body for use with a extrusion gun device, e.g. a standard cartridge extrusion gun.

De dop omvat een doseeropening, bijvoorbeeld een holle cilindrische buis, die zich in de lengterichting rond een lengteas van de opening uitstrekt.The cap includes a metering opening, for example a hollow cylindrical tube, extending longitudinally about a longitudinal axis of the opening.

De dop omvat verder een doplichaam dat zich radiaal naar buiten uitstrekt vanaf die uitlaat.The cap further includes a cap body extending radially outwardly from said outlet.

Bovendien strekt zich in de lengterichting een veelheid van staven uit vanaf een binnenoppervlak van het doplichaam, d.w.z. een oppervlak van het doplichaam dat naar de binnenruimte van een koker moet worden gericht wanneer het op een koker is gemonteerd.In addition, a plurality of rods extend longitudinally from an inner surface of the cap body, i.e. a surface of the cap body to be directed toward the interior space of a sleeve when mounted on a sleeve.

Ten minste één staaf van de veelheid van staven, d.w.z. een doorborende staaf, is aangepast om een flexibele zak te doorboren wanneer de flexibele zak tegen de ten minste ene staaf wordt gedrukt, bijvoorbeeld door verplaatsing van een zuiger van een koker.At least one rod of the plurality of rods, i.e. a piercing rod, is adapted to pierce a flexible bag when the flexible bag is pressed against the at least one rod, for example by displacement of a piston of a sleeve.

Bovendien hebben de uiteinden van ten minste twee van de veelheid van staven een verschillende scherpte en/of strekken ten minste twee van de veelheid van staven zich uit naar verschillende posities in de lengterichting, d.w.z. dat ten minste één staaf verder in de kokerbehuizing steekt dan ten minste een andere staaf wanneer de kokerdop op het distale uiteinde van de kokerbehuizing is gemonteerd.In addition, the ends of at least two of the plurality of rods have a different sharpness and/or at least two of the plurality of rods extend to different positions in the longitudinal direction, i.e. at least one rod extends further into the box housing than at least at least one other rod when the sleeve cap is mounted on the distal end of the sleeve housing.

Bijvoorbeeld wanneer de ten minste twee van de veelheid van staven zich vanaf dezelfde aanvankelijke longitudinale positie uitstrekken, zullen die ten minste twee van de veelheid van staven verschillende lengten hebben.For example, if the at least two of the plurality of bars extend from the same initial longitudinal position, those at least two of the plurality of bars will be of different lengths.

Scherpte kan worden gemeten als kromtestraal, bijvoorbeeld met behulp van scanning elektronenmicroscopie, SEM.Sharpness can be measured as radius of curvature, for example using scanning electron microscopy, SEM.

In uitvoeringsvormen heeft de punt van een doorborende staaf een krommingsstraal minder dan ongeveer 50 nanometer.In embodiments, the tip of a piercing rod has a radius of curvature less than about 50 nanometers.

De krommingsstraal kan gelijk aan of kleiner dan ongeveer 50, 40, 30, 20, 10, 5 of 3 nanometer zijn; en/of gelijk aan of groter dan ongeveer 3, 5, 10, 20, 30 of 40 nanometer.The radius of curvature may be equal to or less than about 50, 40, 30, 20, 10, 5 or 3 nanometers; and/or equal to or greater than about 3, 5, 10, 20, 30 or 40 nanometers.

Bovendien of als alternatief, kan de scherpte worden gemeten als een kracht vereist voor een doorprikstaaf om de flexibele zak te doorboren gelijk aan of minder dan ongeveer 90, 80, 60, 40, 20, 10, 5 of 4 N.Additionally or alternatively, the acuity can be measured as a force required for a puncture rod to pierce the flexible bag equal to or less than about 90, 80, 60, 40, 20, 10, 5 or 4 N.

Deze kracht kan worden gemeten door een of meer krachtsensoren.This force can be measured by one or more force sensors.

Bovendien of als alternatiefIn addition or alternatively

‘ BE2021/5475 kan de scherpte worden gemeten als een schuine hoek, bijvoorbeeld met behulp van een lasergoniometer. De schuine hoek kan gelijk zijn aan of kleiner zijn dan ongeveer 50, 40, 30, 20, 10 of 5 mm.BE2021/5475 the sharpness can be measured as an oblique angle, for example using a laser goniometer. The oblique angle may be equal to or less than about 50, 40, 30, 20, 10 or 5 mm.

0016] Bij voorkeur zal, wanneer de flexibele zak tegen de veelheid van staven wordt gedrukt, de aanwezigheid van een stompe staaf, d.w.z. een staaf met een minder scherpe punt, de drukverdeling verbeteren en daardoor zal de snijspanning verbeteren, er kan b.v. een asymmetrische snijspanning worden aangebracht op de flexibele zak waardoor het snijden wordt verbeterd. Dus kan de kokerdop een geschiktere koker voor doe-het-zelvers betreffen. De doe-het-zelvers hoeven bijvoorbeeld niet langer een buis of een zak open te snijden, wat veiliger is en een handeling minder vergt, en de doe-het-zelvers blijven in hun comfortzone door de koker te gebruiken met een extrusieapparaat, zoals hun kokerpistool. In uitvoeringsvormen kan de veelheid van staven uit doorborende staven en stompe staven bestaan, waarbij elk type een uiteinde met verschillende scherpte heeft. In verdere uitvoeringsvormen kan de veelheid van staven uit een even aantal doorborende staven, bijvoorbeeld twee, en een oneven aantal stompe staven, bijvoorbeeld één, bestaan. In een eerste uitvoeringsvorm die kan voorkomen in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, is de veelheid van staven symmetrisch gerangschikt rond de lengteas. Met andere woorden, de veelheid van staven kan bij voorkeur op gelijke afstand van elkaar rond de lengteas worden gerangschikt. In een tweede uitvoeringsvorm die kan voorkomen in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, strekken zich twee vleugels in tegengestelde richtingen uit van ten minste één staaf van de veelheid van staven, bij voorkeur is elk van de veelheid van staven voorzien van vleugels die zich in tegengestelde richtingen uitstrekken. In een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm strekken deze vleugels zich uit in een hoekrichting rond de lengteas. Bij voorkeur, wanneer een flexibele zak in de richting van de veelheid van staven wordt gedrukt/bewogen, kunnen de twee vleugels een opening vergroten die wordt doorboord door een staaf in de flexibele zak. In een derde uitvoeringsvorm die kan voorkomen in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, strekt een brug zich radiaal naar binnen uit vanaf de veelheid van staven en verbindt meerdere staven van de veelheid van staven. Met andere woorden, de dop bestaat uit een element dat een deel van de uitlaat, gezien in de lengterichting, afsluit. Bij voorkeur voorkomt de brug dat grotere0016] Preferably, when the flexible bag is pressed against the plurality of rods, the presence of a blunt rod, i.e. a rod with a less sharp point, will improve the pressure distribution and thereby the cutting stress will improve, e.g. an asymmetrical cutting tension can be applied to the flexible bag which improves cutting. Thus, the tube cap may be a more suitable tube for do-it-yourselfers. For example, the do-it-yourselfers no longer have to cut open a tube or a bag, which is safer and requires less effort, and the do-it-yourselfers stay in their comfort zone by using the tube with an extruder, such as their box gun. In embodiments, the plurality of rods may be piercing rods and blunt rods, each type having an end of different sharpness. In further embodiments, the plurality of rods may consist of an even number of piercing rods, e.g. two, and an odd number of butt rods, e.g. one. In a first embodiment, which may occur in combination with the other aspects and embodiments of the invention described herein, the plurality of rods are arranged symmetrically about the longitudinal axis. In other words, the plurality of rods may preferably be equally spaced about the longitudinal axis. In a second embodiment, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, two wings extend in opposite directions from at least one rod of the plurality of rods, preferably each of the plurality of rods is rods provided with wings extending in opposite directions. In a preferred embodiment, these wings extend in an angular direction about the longitudinal axis. Preferably, when a flexible bag is pushed/moved towards the plurality of rods, the two wings can enlarge an opening pierced by a rod in the flexible bag. In a third embodiment, which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, a bridge extends radially inwardly from the plurality of bars and connects multiple bars of the plurality of bars. In other words, the cap consists of an element that closes off a portion of the outlet viewed in the longitudinal direction. Preferably, the bridge prevents larger

> BE2021/5475 elementen, zoals de metalen clip van de flexibele zak, de uitlaat van de dop kunnen verstoppen.> BE2021/5475 elements, such as the metal clip of the flexible bag, can clog the outlet of the cap.

In een andere uitvoeringsvorm die kan voorkomen in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, strekt zich in de lengterichting een ringvormige wand uit, waarbij het doplichaam zich radiaal naar binnen uitstrekt van genoemde ringvormige wand naar de uitlaat.In another embodiment which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, an annular wall extends longitudinally, the cap body extending radially inwardly from said annular wall to the outlet.

Het doplichaam kan grotendeels in de door de ringvormige wand bepaalde ruimte worden geplaatst.The cap body can largely be placed in the space defined by the annular wall.

In een andere uitvoeringsvorm die kan voorkomen in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringen van de uitvinding die hierin worden beschreven, zijn aan een buitenoppervlak van de ringvormige wand middelen aangebracht voor de bevestiging van de dop aan het distale uiteinde van het kokerlichaam.In another embodiment which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, means are provided on an outer surface of the annular wall for attachment of the cap to the distal end of the sleeve body.

De bevestigingsmiddelen kunnen buitenringen omvatten die op een buitenoppervlak van de ringvormige wand zijn aangebracht en/of een flens die radiaal naar buiten uit die ringvormige wand steekt.The attachment means may comprise outer rings mounted on an outer surface of the annular wall and/or a flange extending radially outwardly from said annular wall.

In uitvoeringsvormen die kunnen voorkomen in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, is het buitenoppervlak van de uitlaat voorzien van een schroefdraad, d.w.z. een nok die in de vorm van een helix om de uitlaat gewikkeld is.In embodiments which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, the outer surface of the outlet is threaded, i.e., a cam wrapped around the outlet in the form of a helix.

Bij voorkeur kan een mondstuk gemakkelijk aan de uitlaat van de dop worden bevestigd.Preferably, a mouthpiece can be easily attached to the outlet of the cap.

In een ander aspect dat kan voorkomen in combinatie met de andere aspecten en uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven, heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een kokersamenstel die een koker omvat met een hol, buisvormig lichaam dat uitgevoerd is om een flexibele zak op te nemen die inhoud bevat die uit de koker moet worden gedreven, waarbij het lichaam een kokerwand omvat die zich in de lengterichting uitstrekt.In another aspect which may occur in conjunction with the other aspects and embodiments of the invention described herein, the present invention relates to a sleeve assembly comprising a sleeve having a hollow, tubular body configured to receive a flexible bag. taking containing contents to be expelled from the sleeve, the body comprising a sleeve wall extending longitudinally.

De koker bevat verder een zuiger die in het lichaam aan het proximale uiteinde wordt verstrekt, waarbij de zuiger afsluitbaar langs een kokerwand in de lengterichting verplaatsbaar is.The sleeve further includes a piston which is extended into the body at the proximal end, the piston being closably displaceable along a sleeve wall in the longitudinal direction.

Verder omvat het kokersamenstel een flexibele zak die inhoud bevat die uit de koker in het buisvormige lichaam moet worden gedreven, en een kokerdop, bij voorkeur zoals hierboven beschreven, afsluitbaar verbonden met het proximale gedeelte van de koker, waarbij de koker wordt uitgevoerd om het uitdrijven van de inhoud door een afgifteopening van de kokerdop door verplaatsing van de zuiger mogelijk te maken.The sleeve assembly further comprises a flexible bag containing contents to be expelled from the sleeve into the tubular body, and a sleeve cap, preferably as described above, sealably connected to the proximal portion of the sleeve, the sleeve being configured to expel. of the contents through a dispensing opening of the barrel cap by allowing displacement of the piston.

De inhoud van de flexibele zak kan minstens één van de groep bevatten die kitten, afdichtmiddelen,The contents of the flexible bag may contain at least one of the group containing sealants, sealants,

° BE2021/5475 voegspecie en hechtmiddelen omvat. In een voorkeursuitvoeringsvorm bevat de flexibele zak siliconen.° BE2021/5475 includes grout and adhesives. In a preferred embodiment, the flexible bag contains silicone.

Volgens een uitvoeringsvorm heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het hierboven beschreven kokersamenstel, waarbij het buisvormige lichaam zodanig is aangepast dat een belangrijk deel daarvan, dat hoofdzakelijk is vervaardigd van een duurzaam materiaal, b.v. een op papier gebaseerd materiaal, gemakkelijk kan worden verwijderd van de kokerdop, bijvoorbeeld kan het buisvormige lichaam worden aangepast om te worden verdeeld in een proximaal gedeelte en een distaal gedeelte, waarbij het proximale gedeelte hoofdzakelijk is vervaardigd van een op papier gebaseerd materiaal. Het buisvormige lichaam kan verder middelen omvatten om het distale gedeelte en het proximale gedeelte van elkaar te scheiden. Volgens nog een uitvoeringsvorm heeft de onderhavige uitvinding betrekking op het hierboven beschreven kokersamenstel, waarbij het scheidingsmiddel een scheurstrip omvat die zich uitstrekt in een perifere richting en die het proximale gedeelte en het distale gedeelte losneembaar met elkaar verbindt. Korte beschrijving van de tekeningen De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van tekeningen waarin illustratieve uitvoeringsvormen daarvan worden getoond. Zij zijn uitsluitend bedoeld voor illustratieve doeleinden en niet om het concept van de uitvinding te beperken, welk door de bijgevoegde conclusies wordt gedefinieerd. Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een kokerdop van het kokersamenstel volgens de onderhavige uitvinding; Figuur 2 toont een perspectiefaanzicht van een koker van het in Figuur 1 getoonde kokersamenstel; De Figuren 3A en 3B tonen respectievelijk een dwarsdoorsnedes en een perspectiefaanzicht van een kokerdop van het kokersamenstel getoond in Figuur 1; De Figuren 4A en 4B tonen respectievelijk een dwarsdoorsnede van een kokerdop van een kokersamenstel volgens de onderhavige uitvinding; Figuur 5 toont een perspectiefaanzicht van een koker van het kokersamenstel getoond in de Figuren 4A en 4B;According to one embodiment, the present invention relates to the above-described sleeve assembly, wherein the tubular body is adapted such that a major part thereof, which is mainly made of a durable material, e.g. a paper-based material, can be easily removed from the sleeve cap, for example, the tubular body can be adapted to be divided into a proximal portion and a distal portion, the proximal portion being mainly made of a paper-based material. The tubular body may further include means for separating the distal portion and the proximal portion. In another embodiment, the present invention relates to the above-described sheath assembly, wherein the separating means comprises a tear strip extending in a peripheral direction and releasably connecting the proximal portion and the distal portion. Brief description of the drawings The invention will be further elucidated below with reference to drawings in which illustrative embodiments thereof are shown. They are intended for illustrative purposes only and not to limit the concept of the invention, which is defined by the appended claims. Figure 1 shows a cross-section of a sleeve cap of the sleeve assembly according to the present invention; Figure 2 shows a perspective view of a duct of the duct assembly shown in Figure 1; Figures 3A and 3B show cross-sectional and perspective views, respectively, of a sleeve cap of the sleeve assembly shown in Figure 1; Figures 4A and 4B respectively show a cross-section of a sleeve cap of a sleeve assembly according to the present invention; Figure 5 shows a perspective view of a sleeve of the sleeve assembly shown in Figures 4A and 4B;

! BE2021/5475 Figuren 6A en 6B tonen respectievelijke perspectiefaanzichten van een zuiger van een koker van het kokersamenstel getoond in de Figuren 4A en 4B; De Figuren 7A, 7b, 7C en 7D tonen respectievelijke dwarsdoorsnedeaanzichten van de zuiger van de Figuren 6A en 6B; en De Figuren 8A, 8B en 8C tonen respectievelijke dwarsdoorsnedeaanzichten van een kokerdop van het in de Figuren 4A en 4B getoonde kokersamenstel. Gedetailleerde beschrijving van de tekeningen In het navolgende moet worden opgemerkt dat de term "omvattend" de termen "in hoofdzaak bestaande uit" en "bestaande uit" omvat. Waar de term "omvattend" wordt gebruikt, hoeven de vermelde stappen of opties niet uitputtend te zijn en kunnen verdere stappen of functies worden opgenomen. Zoals hierin gebruikt, betekent het onbepaalde lidwoord "een" en de overeenkomstige bepaalde lidwoorden "de" en "het" ten minste één of één of meer, tenzij anders gespecificeerd.! BE2021/5475 Figures 6A and 6B show respective perspective views of a piston of a barrel of the barrel assembly shown in Figures 4A and 4B; Figures 7A, 7b, 7C and 7D show respective cross-sectional views of the piston of Figures 6A and 6B; and Figures 8A, 8B and 8C show respective cross-sectional views of a sleeve cap of the sleeve assembly shown in Figures 4A and 4B. Detailed Description of the Drawings In the following, it should be noted that the term "comprising" includes the terms "consisting substantially of" and "consisting of". Where the term "comprising" is used, the steps or options stated need not be exhaustive and further steps or functions may be included. As used herein, the indefinite article "a" and the corresponding definite articles "the" and "the" means at least one or one or more, unless otherwise specified.

Verder moet worden opgemerkt dat de term "afsluitbaar" wordt gebruikt om een interactie tussen twee oppervlakken te beschrijven die een "afdichting" tot stand brengt, hetgeen verwijst naar het maken van een dichte, mogelijk luchtdichte, omsluiting. Wanneer dus twee voorwerpen "afsluitbaar met elkaar zijn verbonden", wordt een oppervlak van het voorwerp omsloten en stevig bevestigd of vastgezet door een oppervlak van een tweede voorwerp. Wanneer het eerste voorwerp "afsluitbaar verplaatsbaar" is in het tweede voorwerp, is het oppervlak van het eerste voorwerp ingesloten in het oppervlak van het tweede voorwerp, waarbij het eerste voorwerp verschuifbaar kan worden verplaatst in het tweede voorwerp terwijl het stevig wordt ingesloten. Verder zullen de termen "flexibele zak" en "kokerzak" hier door elkaar worden gebruikt.It should further be noted that the term "sealable" is used to describe an interaction between two surfaces that creates a "seal", which refers to making a tight, possibly airtight, enclosure. Thus, when two articles are "closably joined together", a surface of the article is enclosed and securely attached or secured by a surface of a second article. When the first article is "slidably moveable" in the second article, the surface of the first article is enclosed in the surface of the second article, wherein the first article can be slidably moved in the second article while being tightly enclosed. Furthermore, the terms "flexible bag" and "tube bag" will be used interchangeably herein.

Fig. 1 toont een kokersamenstel 100 uitgevoerd voor gebruik met een extrusiepistool of andere extrusieapparaten, zoals een standaardkokerpistool. Het kokersamenstel 100 omvat een koker 300 en een kokerdop 200. De koker 300 bestaat uit een buisvormig lichaam 310 dat zich in een lengterichting uitstrekt. Het buisvormige lichaam 310 is over het algemeen hol met twee open uiteinden: een proximaal uiteinde en een distaal uiteinde. Een lengteas A strekt zich in de lengterichting uit van het open proximale uiteinde van de koker 300 door het distale uiteinde van het buisvormige lichaam 310 en door de kokerdop 200. De kokerdop 200 is afsluitbaar verbonden met koker 300, in het bijzonder met het buisvormigefig. 1 shows a barrel assembly 100 configured for use with an extrusion gun or other extruders, such as a standard barrel gun. The sleeve assembly 100 includes a sleeve 300 and a sleeve cap 200. The sleeve 300 consists of a tubular body 310 extending in a longitudinal direction. The tubular body 310 is generally hollow with two open ends: a proximal end and a distal end. A longitudinal axis A extends longitudinally from the open proximal end of the sheath 300 through the distal end of the tubular body 310 and through the sheath cap 200. The sheath cap 200 is sealably connected to sheath 300, particularly to the tubular

’ BE2021/5475 lichaam 310, meer in het bijzonder aan het distale uiteinde van buisvormig lichaam 310. Dus heeft een buitenoppervlakte van de kokerdop 200 die afsluitbaar met de koker 300 1s verbonden een algemene vorm die vergelijkbaar is met de binnenvorm van het buisvormige lichaam 310.BE2021/5475 body 310, more particularly at the distal end of tubular body 310. Thus, an outer surface of the sleeve cap 200 sealably connected to the sleeve 3001s has a general shape similar to the inner shape of the tubular body 310 .

Het buisvormige lichaam 310 kan een binnenvorm en een buitenvorm hebben die gelijk of verschillend zijn. Bijvoorbeeld kan de buitenvorm één van een cirkelcilinder, driehoekcilinder, vierkante cilinder, vijfhoekcilinder, zeshoekcilinder, achthoekcilinder of andere cilindrische vorm zijn, en kan de binnenvorm één van een cirkelcilinder, driehoekcilinder, vierkante cilinder, vijfhoekcilinder, zeshoekcilinder, achthoekcilinder of andere cilindrische vorm zijn, waarbij de binnenvorm en de buitenvorm gelijk of verschillend zijn. Aan een uiteinde van de kokerdop 200 kan een mondstuk 110 zijn bevestigd. Hier strekt de lengteas A zich verder door het mondstuk 110 uit. Als alternatief kunnen het mondstuk 110 en de kokerdop 200 als één enkel element worden gevormd. Dit kan de fabricagekosten drukken en kan als bijkomend voordeel hebben dat de lengte van de buis toeneemt. In de in Fig. 1 getoonde uitvoeringvorm is een zuiger 320 aangebracht tussen het proximale uiteinde van het buislichaam 310 en de kokerzak 303. Door dus de zuiger 320 naar de kokerzak 303 te bewegen, kan de druk die door de zuiger 320 op de kokerzak 303 wordt uitgeoefend de kokerzak 303 vervormen. Met andere woorden, de zuiger 320 kan de kokerzak 303 op kokerdop 200 drukken. De inhoud van de kokerzak 303 wordt verstrekt voor extractie uit de kokerzak 303. De zuiger 320 kan worden verstrekt voor het uitoefenen van druk op een einde (proximale einde) van de kokerzak 303 en waardoor de extractie van de inhoud van de kokerzak 303 uit een ander einde (distale einde) van de kokerzak 303, bij voorkeur wordt het distale einde van de kokerzak 303 geopend of is het geopend. De inhoud van de kokerzak 303 kan worden geëxtraheerd door de kokerdop 200. Het distale einde van de kokerzak 303 wordt kenmerkend afgedicht/gesloten met een afdichtend/afsluitend middel, zoals vastmaken (bv. een metalen/kunststof klem), vastbinden (bv. met een metalen draad/strip, kunststof draad/strip, vezeltouw, …) of vastplakken (bv. lijm, warmte, …) en wordt geopend vóór gebruik of tijdens gebruik van de kokerzak 303. Dit voorkomt morsen/lekken van de inhoud van de kokerzak 303 en laat een betere opslag en vervoer van het kokersamenstel 100 of koker 300 toe. Bovendien verbetert het afdichten van de kokerzak 303 de houdbaarheidsperiode van de kokerzak 303 (resp. de koker 300 en het kokersamenstel 100). Het proximale uiteinde van de kokerzak 303 kanThe tubular body 310 may have an inner shape and an outer shape that are the same or different. For example, the outer shape can be one of a circle cylinder, triangle cylinder, square cylinder, pentagon cylinder, hexagon cylinder, octagon cylinder or other cylindrical shape, and the inner shape can be one of circle cylinder, triangle cylinder, square cylinder, pentagon cylinder, hexagon cylinder, octagon cylinder or other cylindrical shape, wherein the inner shape and the outer shape are the same or different. A mouthpiece 110 may be attached to one end of the sleeve cap 200 . Here, the longitudinal axis A extends further through the nozzle 110. Alternatively, the mouthpiece 110 and the barrel cap 200 may be formed as a single element. This can reduce manufacturing costs and may have the added benefit of increasing the length of the tube. In the in FIG. In the embodiment shown, a piston 320 is disposed between the proximal end of the tubular body 310 and the sleeve pocket 303. Thus, by moving the piston 320 toward the sleeve pocket 303, the pressure exerted by the piston 320 on the sleeve pocket 303 can release the sleeve pocket 303. distort. In other words, the plunger 320 can push the sleeve bag 303 onto sleeve cap 200 . The contents of the sheath bag 303 are provided for extraction from the sheath bag 303. The piston 320 may be provided to apply pressure to one end (proximal end) of the sheath bag 303 and permit the extraction of the contents of the sheath bag 303 from a other end (distal end) of the sheath bag 303, preferably the distal end of the sheath bag 303 is opened or has been opened. The contents of the sheath bag 303 can be extracted through the sheath cap 200. The distal end of the sheath bag 303 is typically sealed/closed with a sealing/sealing means, such as fastening (e.g., a metal/plastic clip), strapping (e.g., with a metal wire/strip, plastic wire/strip, fiber rope, …) or sticking (e.g. glue, heat, …) and is opened before use or during use of the tube bag 303. This prevents spillage/leakage of the contents of the tube bag 303 and allows better storage and transportation of the sleeve assembly 100 or sleeve 300. In addition, sealing the sleeve bag 303 improves the shelf life of the sleeve bag 303 (the sleeve 300 and sleeve assembly 100, respectively). The proximal end of the sleeve pocket 303 can

? BE2021/5475 worden afgedicht/afgesloten met een afdichtend/afsluitend middel vergelijkbaar met of verschillend van het afdichtende/afsluitende middel van het distale uiteinde.? BE2021/5475 are sealed/occluded with a sealing/occlusive means similar to or different from the sealing/occlusive means of the distal end.

De kokerdop 200 kan middelen omvatten om de kokerzak 303 open te prikken. Zoals eerder beschreven, kan een zuiger 320 worden verstrekt om de kokerzak 303 op de kokerdop 200 te drukken, waarbij de kokerzak 303 kan worden doorboord en/of worden geopend nadat een geschikte kracht op/door de zuiger 320 wordt toegepast. Andere middelen kunnen worden gebruikt om de kokerzak 303 op de dop te drukken, waarbij de doorborende/openende middelen de kokerzak 303 kunnen doorboren/openen nadat een geschikte druk op de doorborende/openende middelen is uitgeoefend.The sleeve cap 200 may include means for puncturing the sleeve bag 303. As previously described, a piston 320 may be provided to press the sleeve bag 303 onto the sleeve cap 200, whereby the sleeve bag 303 may be pierced and/or opened after an appropriate force is applied to/by the piston 320 . Other means may be used to press the sleeve pocket 303 onto the cap, wherein the piercing/opening means may pierce/open the sleeve pocket 303 after appropriate pressure is applied to the piercing/opening means.

Om een geschikte kracht op/door de zuiger 320 uit te oefenen, kan deze door het buisvormige lichaam 310 worden geduwd door middel van een extrusieapparaat, zoals een extrusiepistool, dat met de hand, met een motor of met lucht kan worden aangedreven. Andere extrusiemiddelen kunnen ook worden gebruikt, zoals het handmatig duwen van een voorwerp, zoals een zuiger, van geschikte afmetingen (d.w.z. diameter en lengte) in het buisvormige lichaam 310 om de zuiger te kunnen bereiken en met een geschikte structurele sterkte om genoeg kracht op de zuiger 320 uit te oefenen om deze te verplaatsen.To apply an appropriate force to/by the piston 320, it may be pushed through the tubular body 310 by means of an extruder, such as an extruder gun, which may be hand, motor, or air powered. Other extrusion means may also be used, such as manually pushing an object, such as a piston, of suitable dimensions (i.e., diameter and length) into the tubular body 310 to reach the piston and of suitable structural strength to exert enough force on the piston. piston 320 to move it.

Het kokersamenstel 100 kan verder een mondstuk 110 omvatten dat is uitgevoerd om aan één uiteinde van de kokerdop 200 worden vastgemaakt, in het bijzonder aan een afgifteopening 202 die in de kokerdop 200, b.v. een cilindrische buis 202, wordt omvat.The sheath assembly 100 may further comprise a nozzle 110 adapted to be attached to one end of the sheath cap 200, in particular to a dispensing opening 202 formed in the sheath cap 200, e.g. a cylindrical tube 202, is included.

Het mondstuk 110 kan bestaan uit een cilindrische buis en een kegelvormige buis die zich uitstrekt langs de lengteas A, waarbij de cilindrische buis een open proximaal uiteinde heeft en waarbij het proximale uiteinde van de cilindrische buis in het mondstuk 110 is verbonden met de kokerdop 200. De conische buis heeft een distaal einde dat gesloten of open kan zijn. De kegelvormige buis van het mondstuk 110 kan cilindrisch of driehoekig zijn.The nozzle 110 may comprise a cylindrical tube and a conical tube extending along the longitudinal axis A, the cylindrical tube having an open proximal end and the proximal end of the cylindrical tube in the nozzle 110 being connected to the sleeve cap 200. The conical tube has a distal end which may be closed or open. The conical tube of the nozzle 110 may be cylindrical or triangular.

Bovendien kan de buitenkant van het mondstuk 110 een cilindrische vorm of een driehoekige speervorm hebben. Bovendien kan elke vorm van de buitenkant van het mondstuk 110 en de kegelvormige buis van het mondstuk 100 worden gecombineerd.In addition, the exterior of the mouthpiece 110 may have a cylindrical shape or a triangular spear shape. In addition, any shape of the exterior of the nozzle 110 and the conical tube of the nozzle 100 can be combined.

De dop van de koker 200 kan een doplichaam 201 omvatten (zoals getoond in Fig. 3A, 4B en 8C) dat zich radiaal naar buiten uitstrekt vanaf de afgifteopening 202 die in de dop van de koker 200 is opgenomen, en dat zich bij voorkeur uitstrekt langs de lengteas A. Het doplichaam 201 kan zo zijn uitgevoerd dat de inhoud van een kokerzak 303 in de koker 300 daar doorheen kan worden geëxtraheerd. Een voordeel van het doplichaam 201 is de verbetering van de materiaalstroom er doorheen. Het doplichaam 201 kan kegelvormig zijn met een breed uiteinde (d.w.z., proximaal uiteinde) en een smal uiteinde (d.w.z. distaal uiteinde), waarin het brede uiteinde wordt verschaft in het buisvormige lichaam 310 gericht naar de kokerzak 303, wanneer de kokerdop 200 afsluitbaar op de koker 300 is bevestigd. Het smalle uiteinde van het doplichaam 201, bij voorkeur van de kegelvormige buis 201, kan uit het distale uiteinde van het buislichaam 310 steken. Het mondstuk 110 kan een plastic mondstuk, een metalen mondstuk of een mondstuk van papier/karton zijn. De spuitdoppen van kunststof en van papier/karton kunnen voorzien zijn van een gesloten distaal uiteinde van het mondstuk 110. De spuitdoppen van kunststof en van papier/karton kunnen ten minste één snijlijn omvatten die door de gebruiker kan worden gesneden. De ten minste één snijlijn kan worden aangebracht onder een hoek ten opzichte van de lengteas A tussen O en 60 graden, bij voorkeur onder 45 graden. De spuitdop van papier/karton kan worden voorgesneden of vervaardigd met een open distaal uiteinde van het mondstuk 110 met een hoek van een van de eerder beschreven hoeken. Het metalen mondstuk heeft een open distaal uiteinde van het mondstuk 110, het open uiteinde met een hoek van om het even welke van de eerder beschreven hoeken.The cap of the sheath 200 may include a cap body 201 (as shown in Figs. 3A, 4B and 8C) extending radially outwardly from the dispensing opening 202 received in the cap of the sheath 200, and which preferably extends along the longitudinal axis A. The cap body 201 may be configured so that the contents of a sleeve bag 303 in the sleeve 300 may be extracted therethrough. An advantage of the cap body 201 is the improvement of material flow therethrough. The cap body 201 may be cone-shaped with a wide end (i.e., proximal end) and a narrow end (i.e., distal end), wherein the wide end is provided in the tubular body 310 facing the sleeve pocket 303 when the sleeve cap 200 is lockable on the sleeve. sleeve 300 is attached. The narrow end of the cap body 201, preferably of the conical tube 201, may protrude from the distal end of the tube body 310 . The nozzle 110 may be a plastic nozzle, a metal nozzle, or a paper/cardboard nozzle. The plastic and paper/cardboard nozzles may have a closed distal end of the nozzle 110. The plastic and paper/cardboard nozzles may include at least one cutting line that can be cut by the user. The at least one cutting line may be arranged at an angle to the longitudinal axis A between 0 and 60 degrees, preferably at 45 degrees. The paper/cardboard nozzle may be precut or fabricated with an open distal end of the nozzle 110 at an angle of any of the angles previously described. The metal mouthpiece has an open distal end of the mouthpiece 110, the open end angled at any of the angles previously described.

Zodra het proximale uiteinde 311 is gescheiden van het distale uiteinde 312 van het buisvormige lichaam 310, kan het proximale uiteinde 311 ook worden gescheiden van de kokerzak 303 en de kokerdop 200. Bovendien kan het proximale uiteinde 311 worden gescheiden van de zuiger 320.Once the proximal end 311 is separated from the distal end 312 of the tubular body 310, the proximal end 311 may also be separated from the sleeve pocket 303 and the sleeve cap 200. In addition, the proximal end 311 may be separated from the piston 320.

Om de gebruiker te informeren met betrekking tot de juiste verwijdering van de koker, kunnen instructies in de vorm van geschreven instructies of illustraties op het buisvormige lichaam 310 worden verstrekt. De instructies worden bij voorkeur afgedrukt op het buitenoppervlak van het buisvormige lichaam 310. Het verstrekken van verwijderingsinstructies op een oppervlakte van de koker 300 kan voordelig zijn omdat dergelijke instructies zichtbaar zullen zijn wanneer de koker 300 of het kokersamenstel 100 wordt gekocht of uit het extrusieapparaat wordt verwijderd.To inform the user as to proper removal of the sleeve, instructions in the form of written instructions or illustrations may be provided on the tubular body 310 . The instructions are preferably printed on the outer surface of the tubular body 310. Providing removal instructions on a surface of the sleeve 300 may be beneficial because such instructions will be visible when the sleeve 300 or sleeve assembly 100 is purchased or removed from the extruder. deleted.

De koker 300 zal nu in meer detail met verwijzing naar Fig. 1 en 2 worden beschreven. De koker 300 die hierin wordt beschreven omvat een aantal verbeteringen die verbeterde prestaties kunnen verstrekken. De koker 300 kan een verbeterd buisvormig lichaam 310 en verbeterde middelen van verwijdering omvatten. Elk van deze verbeteringen zal in meer detail hieronder worden beschreven. Bovendien zal het worden gewaardeerd dat de hieronder beschreven eigenschappen in een kokersamenstel 100 alleen kunnen worden opgenomen, of in combinatie met andere eigenschappen van de kokerdop 200 en/of het kokersamenstel 100 om een verder verbeterd product te verstrekken. Het buisvormige lichaam 310 dat in de koker 300 wordt omvat kan van een op papier- gebaseerd materiaal, zoals gelaagd karton of karton worden vervaardigd. In dit verband betekent de term gelaagd karton een materiaal op basis van cellulosevezels of cellulose of houtpulp of oud papier of combinaties daarvan dat gewoonlijk, maar niet noodzakelijk, een veelheid van lagen papier of karton van verschillende dikte en/of verschillend materiaal omvat. Deze lagen worden vaak op elkaar geperst zonder het gebruik van lijm. Eén of beide zijden van het karton kunnen in dit verband gecoat of geverfd zijn. Een voorbeeld van gelaagd karton of karton is kraftpapier. Het gewicht van gelaagd karton of karton ligt tussen 80 en 600 g/m2. De voorkeur wordt gegeven aan gewichten tussen 80 en 500 g/m2, tussen 80 en 400 g/m2, tussen 80 en 300 g/m2, tussen 80 en 200 g/m2, tussen 80 en 150 g/m2, tussen 80 en 120 g/m2 en tussen 80 en 100 g/m2, evenals aan combinaties van de bovengenoemde bovengrenzen (100, 120, 150, 200, 300, 400, 500, 600 g/m2), waarbij de uitvinding niet beperkt wordt tot een van deze gewichtsklassen. Het buisvormige lichaam 310 is uitgevoerd om te worden verdeeld in een proximaal gedeelte 311 en een distaal gedeelte 312. Het buisvormige lichaam 310 kan een scheidingsmechanisme omvatten dat uitgevoerd is om het proximale gedeelte 311 en het distale gedeelte van elkaar te scheiden. Het scheidingsmiddel kan tussen het proximale gedeelte en het distale gedeelte worden aangebracht. Zo kunnen het proximale gedeelte 311 en het distale gedeelte 312 worden afgebakend ten opzichte van het scheidingsmechanismeThe sleeve 300 will now be described in more detail with reference to FIG. 1 and 2 are described. The sleeve 300 described herein includes a number of improvements that may provide improved performance. The sleeve 300 may include an improved tubular body 310 and improved means of removal. Each of these improvements will be described in more detail below. In addition, it will be appreciated that the features described below can be incorporated into a sleeve assembly 100 alone, or in combination with other features of the sleeve cap 200 and/or the sleeve assembly 100 to provide a further improved product. The tubular body 310 contained in the sleeve 300 may be made of a paper-based material, such as laminated paperboard or paperboard. In this context, the term laminated paperboard means a material based on cellulosic fibers or cellulose or wood pulp or waste paper or combinations thereof, usually, but not necessarily, comprising a plurality of layers of paper or paperboard of different thickness and/or different material. These layers are often pressed together without the use of glue. One or both sides of the paperboard may be coated or painted in this regard. An example of laminated cardboard or cardboard is kraft paper. The weight of laminated cardboard or cardboard is between 80 and 600 g/m2. Preference is given to weights between 80 and 500 g/m2, between 80 and 400 g/m2, between 80 and 300 g/m2, between 80 and 200 g/m2, between 80 and 150 g/m2, between 80 and 120 g/m2 and between 80 and 100 g/m2, as well as to combinations of the above upper limits (100, 120, 150, 200, 300, 400, 500, 600 g/m2), the invention being not limited to any of these weight classes. The tubular body 310 is configured to be divided into a proximal portion 311 and a distal portion 312. The tubular body 310 may include a separation mechanism configured to separate the proximal portion 311 and the distal portion. The separating agent may be placed between the proximal portion and the distal portion. Thus, the proximal portion 311 and the distal portion 312 can be defined relative to the separation mechanism

305. Het scheidingsmiddel 305 kan een scheurlijn en/of een scheurstrip omvatten tussen het proximale gedeelte 311 en het distale gedeelte 312 in een omtrekrichting. In sommige uitvoeringsvormen kan het scheidingsmiddel 305 ook in de lengterichting of axiale richting van het buisvormige lichaam 310 worden aangebracht. Een voordeel van een longitudinaal scheidingsmiddel 305 is dat het proximale gedeelte 311 en het distale gedeelte beter van elkaar kunnen worden gescheiden. Een ander voordeel is het verbeteren van de verwijdering van het proximale gedeelte 311 van het buisvormige lichaam 310 van een ander gedeelte van de koker 300. De scheurlijn kan perforaties omvatten. Als alternatief of aanvullend kan de scheurlijn een koord of vezel omvatten waardoor de scheurlijn kan worden ingebed in het buisvormige lichaam 310. Voorbeelden zijn een perforatielijn, een scheurperforatielijn enzovoort.305. The separation means 305 may include a tear line and/or a tear strip between the proximal portion 311 and the distal portion 312 in a circumferential direction. In some embodiments, the separating means 305 may also be disposed in the longitudinal or axial direction of the tubular body 310. An advantage of a longitudinal separation means 305 is that the proximal portion 311 and the distal portion can be better separated from each other. Another advantage is to improve the removal of the proximal portion 311 of the tubular body 310 from another portion of the sleeve 300. The tear line may include perforations. Alternatively or additionally, the tear line may comprise a cord or fiber through which the tear line can be embedded in the tubular body 310. Examples are a perforation line, a tear perforation line, and so on.

De scheurstrook kan bestaan uit een gegolfde rits of een scheurperforatie. Als alternatief of aanvullend kan de scheurstrook bestaan uit een polyethyleen strip waardoor de scheurstrook kan worden ingebed in het buisvormige lichaam 310. Andere voorbeelden van een scheurstrook kunnen een scheurband, een afscheurlint enzovoort zijn. Om het gebruik van het scheidingsmiddel 305 te verbeteren, kan een rand van de scheurlijn of de scheurstrook worden verschaft als een grijpmiddel, bijvoorbeeld de rand van de scheurlijn of de scheurstrook kan uit het buisvormige lichaam 310 steken of kan worden uitgevoerd om te worden gebogen om een grijpmiddel te vormen, b.v. een flap (zoals getoond in Fig. 4A en 4B). Als alternatief of aanvullend kan de rand van de scheurlijn of de scheurstrook worden vastgegrepen met behulp van een vooraf gemaakte opening in het buisvormige lichaam 310 of een opening die wordt gemaakt door de rand van de scheurlijn of de scheurstrook naar binnen te duwen of te buigen (b.v. door op het buisvormige lichaam 310 te drukken) zodat de rand van de scheurlijn of de scheurstrook aan de binnenkant van het buisvormige lichaam 310 kan zijn geplakt (b.v. een geperforeerd of geponst deel kan in het buisvormige lichaam 310 worden geduwd waardoor een flap aan de binnenkant van het buisvormige lichaam 310 wordt gevormd).The tear strip may consist of a corrugated zipper or a tear perforation. Alternatively or additionally, the tear strip may be a polyethylene strip which allows the tear strip to be embedded in the tubular body 310. Other examples of a tear strip may be a tear tape, a tear tape, and so on. To improve the use of the separation means 305, an edge of the tear line or tear strip can be provided as a gripping means, for example the edge of the tear line or tear strip can protrude from the tubular body 310 or can be formed to be bent to to form a gripping means, e.g. a flap (as shown in Figs. 4A and 4B). Alternatively or additionally, the edge of the tear line or tear strip may be gripped using a pre-made opening in the tubular body 310 or an opening made by pushing or bending the edge of the tear line or tear strip inwardly ( e.g. by pressing the tubular body 310) so that the edge of the tear line or tear strip can be stuck to the inside of the tubular body 310 (e.g. a perforated or punched portion can be pushed into the tubular body 310 causing a flap to be attached to the tubular body 310). inside of the tubular body 310).

Fig. 2 toont een perspectiefaanzicht van een koker van het kokersamenstel volgens de onderhavige uitvinding. Een afstand D1 kan worden gedefinieerd tussen het distale einde van het buisvormige lichaam 310 en het scheidingsmiddel 305 (b.v. een scheurlijn), bij voorkeur het distale einde van het scheidingsmiddel 305 (b.v. een scheurstrook). De afstand D1 wordt gemeten in de lengterichting, waarbij D1 tussen 1 - 6 cm kan zijn. De voorkeur hebbende afstanden liggen tussen 2 - 6 cm, tussen 3 - 6 cm, tussen 4 - 6 cm, tussen 5 -6 cm, tussen 1 - 5 cm, tussen 1 - 4 cm, tussen 1 - 3 cm, tussen 1 - 2 cm, waarbij de uitvinding niet beperkt is tot een van deze afstandsbereiken.fig. 2 shows a perspective view of a sleeve of the sleeve assembly according to the present invention. A distance D1 may be defined between the distal end of the tubular body 310 and the separation means 305 (e.g. a tear line), preferably the distal end of the separation means 305 (e.g. a tear strip). The distance D1 is measured in the longitudinal direction, where D1 can be between 1 - 6 cm. Preferred distances are between 2 - 6 cm, between 3 - 6 cm, between 4 - 6 cm, between 5 -6 cm, between 1 - 5 cm, between 1 - 4 cm, between 1 - 3 cm, between 1 - 2 cm, the invention being not limited to any of these distance ranges.

In uitvoeringsvormen is het scheidingsmiddel een scheurstrook 305 met een breedte W die wordt gemeten in de lengterichting evenwijdig aan de lengteas A. De breedte W kan liggen tussen 0,01 en 5 cm. De voorkeur wordt gegeven aan breedten tussen 0,01 en 2,5 cm, tussen 0,01 en 2 cm, tussen 0,01 en 1,5 cm, tussen 0,01 en 1 cm, en tussen 0,01 en 0,5 cm, alsmede aan breedten tussen verschillende combinaties van de hierboven genoemde bovengrenzen (0,5, 1, 1,5, 2, 2,5, 3, 5 cm), waarbij de uitvinding niet beperkt is tot een van deze breedtebereiken.In embodiments, the separation means is a tear strip 305 having a width W measured in the longitudinal direction parallel to the longitudinal axis A. The width W may be between 0.01 and 5 cm. Preference is given to widths between 0.01 and 2.5 cm, between 0.01 and 2 cm, between 0.01 and 1.5 cm, between 0.01 and 1 cm, and between 0.01 and 0.0. 5 cm, as well as to widths between different combinations of the above-mentioned upper limits (0.5, 1, 1.5, 2, 2.5, 3, 5 cm), the invention being not limited to any of these width ranges.

In uitvoeringsvormen bestaat het scheidingsmiddel uit een scheurlijn met een andere breedte die in de lengterichting wordt gemeten. Deze breedte kan tussen 0,1 en 10 mm liggen. De voorkeursbreedten liggen tussen 0,1 en 8 mm, tussen 0,1 en 6 mm, tussen 0,1 en 4 mm, tussen 0,1 en 2 mm, tussen 0,1 en 1 mm, en tussen 0,1 en 0,5 mm, alsook tussen verschillende combinaties van de hierboven vermelde bovengrenzen (0,5, 1, 2, 4, 6, 8, 10 mm), waarbij de uitvinding niet beperkt is tot een van deze breedtebereiken. Bovendien of bij wijze van alternatief kunnen perforaties in de scheurlijn een barststerkte of TPI (tanden per inch of stroken per inch) hebben van 3-4 TPI 5-6 TPL, 7-10 TPI, 11-14 TPI of 15-18 TPI. Hogere TPI-waarden zorgen voor een hogere weerstand. De perforaties kunnen verder een snij- (spleet-) / strook grootte hebben van 0,5 - 2 mm, bij voorkeur 0,5 - 1,5 mm of 0,5 - 1 mm of een bereik tussen verschillende combinaties van de hierboven genoemde bovengrenzen (1, 1,5, 2 mm), waarbij de uitvinding niet beperkt is tot een van deze breedtebereiken. De perforaties kunnen verder een tandgrootte hebben van 0,8 - 12 mm, bij voorkeur 0,8 - 10 mm, 0,8 - 8 mm, 0,8 - 6 mm, 0,8 - 4 mm, 0,8 - 2 mm, 0,8 - 1,5 mm of combinaties van de bovengenoemde bovengrenzen (1,5, 2, 4, 6, 8, 10 mm), waarbij de uitvinding niet beperkt 1s tot een van deze breedtebereiken.In embodiments, the separation means consists of a tear line of a different width measured in the longitudinal direction. This width can be between 0.1 and 10 mm. The preferred widths are between 0.1 and 8 mm, between 0.1 and 6 mm, between 0.1 and 4 mm, between 0.1 and 2 mm, between 0.1 and 1 mm, and between 0.1 and 0 .5 mm, as well as between different combinations of the above-mentioned upper limits (0.5, 1, 2, 4, 6, 8, 10 mm), the invention being not limited to any of these width ranges. Additionally or alternatively, perforations in the tear line can have a burst strength or TPI (teeth per inch or strips per inch) of 3-4 TPI, 5-6 TPL, 7-10 TPI, 11-14 TPI, or 15-18 TPI. Higher TPI values mean higher resistance. The perforations may further have a cut (slit)/strip size of 0.5 - 2 mm, preferably 0.5 - 1.5 mm or 0.5 - 1 mm or a range between different combinations of the above mentioned upper limits (1, 1.5, 2 mm), the invention being not limited to any of these width ranges. The perforations may further have a tooth size of 0.8 - 12 mm, preferably 0.8 - 10 mm, 0.8 - 8 mm, 0.8 - 6 mm, 0.8 - 4 mm, 0.8 - 2 mm, 0.8 - 1.5 mm or combinations of the above upper limits (1.5, 2, 4, 6, 8, 10 mm), the invention not being limited to any of these width ranges.

Merk op dat een lengte van het distale gedeelte 312 van het buisvormige lichaam 310 kan worden gedefinieerd als het verschil tussen de afstand Dl en een breedte van een willekeurige of combinatie van breedten van de scheurstrook en de scheurlijn, bijvoorbeeld D1-W, waarbij genoemde lengte wordt gemeten in de lengterichting.Note that a length of the distal portion 312 of the tubular body 310 can be defined as the difference between the distance D1 and a width of any or combination of widths of the tear strip and the tear line, e.g. D1-W, said length is measured in the longitudinal direction.

Opgemerkt moet worden dat een hoger gramgewicht van het buislichaam 310 de rigiditeit en/of stijfheid van het lichaam kan verhogen en/of de scheursterkte van het buislichaam 310 bij het scheidingsmiddel 305 kan vergroten. Een grotere breedte W van de scheurstrook 305 kan de rigiditeit en/of stijfheid van de scheurstrook verhogen. Aldus kan een combinatie van geschikt gramgewicht van het buislichaam 310 en geschikte breedte van de scheurstrook 305 gewenst zijn. Bijvoorbeeld een hoger gramgewicht met een grotere breedte, zoals 600 g/m2 voor het buislichaam 310 in combinatie met 3 cm voor de scheurstrook 305, of een lager gramgewicht met een kleinere breedte, zoals 80 g/m2 voor het buislichaam 310 in combinatie met 0,25 cm voor de scheurstrook 305, of andere combinaties zoals 400 g/m2 voor het buislichaam 310 in combinatie met 2 cm voor de scheurstrook 305 of 200 g/m2 voor het buislichaam 310 in combinatie met 1 cm voor de scheurstrook 305, waarbij de uitvinding niet beperkt is tot een van deze combinaties van gramgewicht van het buislichaam 310 en breedte van de scheurstrook 305. Bovendien kan de samenstelling van het scheidingsmiddel 305 de rigiditeit en/of stijfheid ervan aanvullend of alternatief beïnvloeden. Aldus kan een combinatie van geschikt gewicht van het buislichaam 310 en geschikte samenstelling van het scheidingsmiddel 305 gewenst zijn.It should be noted that a higher grammage of the tubular body 310 may increase the rigidity and/or stiffness of the body and/or increase the tear strength of the tubular body 310 at the separation means 305 . An increased width W of the tear strip 305 can increase the rigidity and/or stiffness of the tear strip. Thus, a combination of suitable grammage of the tubular body 310 and suitable width of the tear strip 305 may be desired. For example, a higher grammage with a greater width, such as 600 g/m2 for the tubular body 310 in combination with 3 cm for the tear strip 305, or a lower grammage with a smaller width, such as 80 g/m2 for the tubular body 310 in combination with 0 .25 cm for the tear strip 305, or other combinations such as 400 g/m2 for the tube body 310 in combination with 2 cm for the tear strip 305 or 200 g/m2 for the tube body 310 in combination with 1 cm for the tear strip 305, whereby the The invention is not limited to any of these combinations of grammage weight of the tubular body 310 and width of the tear strip 305. In addition, the composition of the release agent 305 may additionally or alternatively affect its rigidity and/or stiffness. Thus, a combination of suitable weight of the tubular body 310 and suitable composition of the separation means 305 may be desired.

Bijvoorbeeld kan een combinatie van een scheurlijn en een scheurstrook geschikt zijn voor een buisvormig lichaam 310 met een gewicht van 300 g/m2 of meer.For example, a combination of a tear line and a tear strip may be suitable for a tubular body 310 weighing 300 g/m 2 or more.

De zuiger 320 is op het proximale uiteinde van het buislichaam 310 aangebracht en is langs de lengteas A afsluitbaar verplaatsbaar vanaf het proximale uiteinde naar het distale uiteinde van het buislichaam 310. Aldus heeft een buitenoppervlak van de zuiger 320 een algemene vorm die gelijk is aan de binnenvorm van het buislichaam 310. De zuiger 320 kan een holle buis zijn met twee gesloten uiteinden, waarvan een buitenoppervlak van beide uiteinden een plat oppervlak heeft, bij voorkeur kan het buitenoppervlak van een distaal uiteinde van de zuiger 320, dat naar het proximale uiteinde van de kokerzak 303 kan zijn gericht, plat zijn en kan het buitenoppervlak van een proximaal uiteinde, dat naar het proximale uiteinde van het buislichaam 310 kan zijn gericht wanneer de zuiger 320 in het buislichaam 310 is aangebracht, groeven en/of uitsteeksels hebben, bij voorkeur in een vorm die complementair is aan een vorm van een extrusieplaat (b.v. van een zuiger). Als alternatief kan de zuiger 320 een over het algemeen holle buis zijn, waarbij het proximale uiteinde open of gesloten 1s en het distale uiteinde gesloten of open is.The piston 320 is mounted on the proximal end of the tubular body 310 and is lockably displaceable along the longitudinal axis A from the proximal end to the distal end of the tubular body 310. Thus, an outer surface of the piston 320 has a general shape similar to the inner shape of the tubular body 310. The piston 320 may be a hollow tube with two closed ends, an outer surface of both ends of which has a flat surface, preferably the outer surface of a distal end of the piston 320, which extends to the proximal end of the sleeve pocket 303 may be oriented, be flat, and may have grooves and/or projections on the outer surface of a proximal end, which may face the proximal end of the tubular body 310 when the piston 320 is mounted in the tubular body 310, in a shape complementary to a shape of an extrusion plate (e.g. of a piston). Alternatively, the piston 320 may be a generally hollow tube with the proximal end open or closed and the distal end closed or open.

Met andere woorden, het open uiteinde van de zuiger 320 is zodanig uitgevoerd dat de extrusieplaat in het open uiteinde van de zuiger 320 past.In other words, the open end of the piston 320 is configured such that the extrusion plate fits into the open end of the piston 320.

Het buitenoppervlak van het proximale uiteinde van de zuiger 320 kan groeven en/of uitsteeksels hebben, bij voorkeur in een vorm die een vorm die complementair is met de extrusieplaat.The outer surface of the proximal end of the piston 320 may have grooves and/or projections, preferably in a shape that is complementary to the extrusion plate.

Bovendien, of als alternatief, kan het buitenoppervlak van het proximale en/of distale uiteinde van de zuiger 320 een vlak oppervlak hebben.Additionally, or alternatively, the outer surface of the proximal and/or distal end of the piston 320 may have a planar surface.

In de voorkeur hebbende uitvoeringsvormen kan het distale uiteinde van de zuiger 320 een vorm hebben die complementair is met de vorm van het proximale uiteinde van de kokerzak 303. Hierdoor kan de zuiger 320 effectiever op de kokerzak 303 worden geduwd.In preferred embodiments, the distal end of the plunger 320 may have a shape that is complementary to the shape of the proximal end of the sleeve pocket 303. This allows the plunger 320 to be pushed onto the sleeve pocket 303 more effectively.

In uitvoeringsvormen kan de zuiger 320 cilindrisch zijn met afgeronde randen.In embodiments, the piston 320 may be cylindrical with rounded edges.

De afgeronde randen zorgen ervoor dat de zuiger soepel in het buislichaam 310 kan bewegen zonder vast te komen zitten in het buislichaam 310, waardoor het buislichaam 310 zou kunnen scheuren.The rounded edges allow the piston to move smoothly within the tubular body 310 without getting caught in the tubular body 310, which could cause the tubular body 310 to rupture.

Bovendien zorgen de afgeronde randen ervoor dat de kokerzak 303 beter kan worden geleegd, en dat het afval tot een minimum wordt beperkt.In addition, the rounded edges allow for easier emptying of the tube bag 303 and minimize waste.

Meer details worden hieronder gegeven met verwijzing naar Fig. 6A, 6B, 7A, 7B, 7C en 7D.More details are given below with reference to FIG. 6A, 6B, 7A, 7B, 7C and 7D.

Een inkeping 304 kan nabij of op het proximale einde van het buislichaam 310 worden aangebracht, bij voorkeur tussen het proximale einde van het buislichaam 310 en de zuigerA notch 304 may be provided near or on the proximal end of the tubular body 310, preferably between the proximal end of the tubular body 310 and the piston

320. De inkeping 304 voorziet in een middel om de zuiger 320 te stoppen/blokkeren om uit het buislichaam 310 te geraken.320. The notch 304 provides a means to stop/block the piston 320 from exiting the tubular body 310 .

De inkeping 304 kan in een ononderbroken lijn langs de perifere of omtrekrichting worden gevormd.The notch 304 may be formed in a solid line along the peripheral or circumferential direction.

Als alternatief kan de inkeping 304 in punten langs dezelfde richting worden gevormd.Alternatively, the notch 304 may be formed in points along the same direction.

Er kan een afstand D2 tussen het proximale uiteinde van het buisvormige lichaam 310 en de inkeping 304 worden gedefinieerd.A distance D2 between the proximal end of the tubular body 310 and the notch 304 can be defined.

De afstand D2 wordt gemeten in de lengterichting, waarin D2 maximaal 1 cm kan zijn.The distance D2 is measured in the longitudinal direction, in which D2 can be a maximum of 1 cm.

De voorkeursafstanden zijn maximaal 1 cm, tot 0,9 cm, tot 0,8 cm, tot 0,7 cm, tot 0,6 cm, tot 0,5 cm, tot 0,4 cm, tot 0,3 cm, tot 0,2 cm, tussen 0,2 en 1 cm, tussen 0,3 en 1 cm, tussen 0,4 en 1 cm, tussen 0,5 en 1 cm, tussen 0,6 en 1 cm, tussen 0,7 en 1 cm, tussen 0,8 en 1 cm, tussen 0,9 en 1 cm, evenals bereiken tussen verschillende combinaties van de hierboven beschreven onder- en bovengrenzen, waarbij de uitvinding niet wordt beperkt tot een van deze afstandsbereiken.The preferred distances are up to 1 cm, up to 0.9 cm, up to 0.8 cm, up to 0.7 cm, up to 0.6 cm, up to 0.5 cm, up to 0.4 cm, up to 0.3 cm, up to 0.2 cm, between 0.2 and 1 cm, between 0.3 and 1 cm, between 0.4 and 1 cm, between 0.5 and 1 cm, between 0.6 and 1 cm, between 0.7 and 1 cm, between 0.8 and 1 cm, between 0.9 and 1 cm, as well as ranges between various combinations of the above-described lower and upper limits, the invention being not limited to any of these distance ranges.

De koker 300 kan merktekens omvatten die op een buitenoppervlak van het buisvormige lichaam 310 zijn gevormd zoals eerder beschreven.The sleeve 300 may include markings formed on an outer surface of the tubular body 310 as previously described.

De aanwijzingsmarkeringen geven de stappen aan om het buisvormige lichaam in het proximale gedeelte 311 en het distale gedeelte 312 te verdelen, of geven de plaats van de middelen aan om het distale gedeelte en het proximale gedeelte van elkaar te scheiden.The designation marks indicate the steps for dividing the tubular body into the proximal portion 311 and the distal portion 312, or indicate the location of the means for separating the distal portion and the proximal portion.

De koker 300 kan een kokerzak 303 in het buisvormige lichaam 3 10 omvatten.The sleeve 300 may include a sleeve pocket 303 in the tubular body 3 .

De kokerzak 303 kan worden verkregen door de vervaardiging van zogenaamde "worsten". De kokerzak 303 kan een externe diameter tussen 10 en 100 mm hebben.The sleeve bag 303 can be obtained by manufacturing so-called "sausages". The sleeve bag 303 may have an external diameter between 10 and 100 mm.

De voorkeursdiameters liggen tussen 10 en 20 mm, tussen 10 en 30 mm, tussen 10 en 40 mm, tussen 10 en 50 mm, tussen 10 en 60 mm, tussen 10 en 70 mm, tussen 10 en 80 mm, tussen 10 en 90 mm, tussen 20 en 100 mm, tussen 30 en 100 mm, tussen 40 en 100 mm, tussen 50 en 100 mm, tussen 60 en 100 mm, tussen 70 en 100 mm, tussen 80 en 100 mm, tussen 90 en 100 mm, alsmede bereiken tussen verschillende combinaties van de hierboven genoemde onder- en bovengrenzen, waarbij de uitvinding niet wordt beperkt tot een van deze diameterbereiken.The preferred diameters are between 10 and 20 mm, between 10 and 30 mm, between 10 and 40 mm, between 10 and 50 mm, between 10 and 60 mm, between 10 and 70 mm, between 10 and 80 mm, between 10 and 90 mm , between 20 and 100 mm, between 30 and 100 mm, between 40 and 100 mm, between 50 and 100 mm, between 60 and 100 mm, between 70 and 100 mm, between 80 and 100 mm, between 90 and 100 mm, and ranges between different combinations of the above-mentioned lower and upper limits, the invention being not limited to any of these diameter ranges.

De kokerzak 303 kan in de lengterichting een lengte hebben tussen 10 en 60 cm.The sleeve bag 303 may have a length of between 10 and 60 cm in the longitudinal direction.

De voorkeurslengtes liggen tussen 10 en 20 cm, tussen 10 en 30 cm, tussen 10 en 40 cm, tussen 10 en 45 cm, tussen 10 en 50 cm, tussen 10 en 55 cm, tussen 20 en 60 cm, tussen 30 en 60 cm, tussen 40 en 60 cm, tussen 45 en 60 cm, tussen 50 en 60 cm, tussen 55 en 60 cm, en ook tussen verschillende combinaties van bovengenoemde onder- en bovengrenzen, waarbij de uitvinding niet beperkt is tot een van deze lengtebereiken.The preferred lengths are between 10 and 20 cm, between 10 and 30 cm, between 10 and 40 cm, between 10 and 45 cm, between 10 and 50 cm, between 10 and 55 cm, between 20 and 60 cm, between 30 and 60 cm between 40 and 60 cm, between 45 and 60 cm, between 50 and 60 cm, between 55 and 60 cm, and also between different combinations of the above-mentioned lower and upper limits, the invention being not limited to any of these length ranges.

De kokerzak 303 kan een volume hebben tussen 7,85 en 4712 ml.The sleeve bag 303 may have a volume between 7.85 and 4712 ml.

Andere volumebereiken van de kokerzak 303 kunnen worden afgeleid door pi te vermenigvuldigen met een lengte uit de hierboven vermelde lengtebereiken en met het kwadraat van de helft van een diameter uit de hierboven vermelde diameters.Other volume ranges of the sleeve bag 303 can be derived by multiplying pi by a length from the above length ranges and by the square of half a diameter from the above stated diameters.

Een lengte van het buislichaam 310 in de lengterichting kan een som zijn van de bovenvermelde maten van het proximale gedeelte 311 en het distale gedeelte 312. Met andere woorden, de lengte van het buislichaam 310 kan variëren van ongeveer 150,1 mm tot ongeveer 280 mm.A length of the longitudinal tubing body 310 can be a sum of the above dimensions of the proximal portion 311 and the distal portion 312. In other words, the length of the tubing body 310 can range from about 150.1 mm to about 280 mm. .

Andere bereiken kunnen worden afgeleid uit de som van om het even welke waarde in de bereiken hierboven voor het proximale gedeelte 311 (d.w.z. 150-250 mm, 175-200 mm, 190 mm, enzovoort) met om het even welke waarde in de bereiken hierboven voor het distale gedeelte 312 (d.w.z. 0,1-30 mm, 10-20 mm, 15 mm, enzovoort). Bovendien kunnen het buisvormige lichaam 310, het proximale gedeelte 311 en het distale gedeelte 312 een interne diameter hebben gelijk aan of groter dan om het even welk van de hierboven vermelde externe diameterbereiken van de kokerzak 303. De verschillende combinaties van afmetingen van koker 300 of het buisvormige lichaam 310 (d.w.z, lengte, interne diameter, volume) en kokerzak 303 (lengte, externe diameter, volume) kunnen worden overwogen, zodanig dat koker 300 of het buisvormige lichaam 310 de kokerzak 303 (d.w.z., de afmetingen van kokerzak 303 kunnen kleiner zijn dan of gelijk aan de afmetingen van koker 300 of het buisvormige lichaam 310, of kokerzak 303 die grotere afmetingen heeft dan koker 300 of buisvormig lichaam 310 kan worden vervormd om in koker 300 of buisvormig lichaam 310 te passen). De koker 300 kan een kokerzak 303 in het buisvormige lichaam 3 10 omvatten.Other ranges can be derived from the sum of any value in the ranges above for the proximal portion 311 (i.e. 150-250mm, 175-200mm, 190mm, etc.) with any value in the ranges above for the distal portion 312 (i.e., 0.1-30mm, 10-20mm, 15mm, etc.). In addition, the tubular body 310, the proximal portion 311 and the distal portion 312 may have an internal diameter equal to or greater than any of the above-mentioned external diameter ranges of the sleeve bag 303. The various combinations of sizes of sleeve 300 or the tubular body 310 (i.e., length, internal diameter, volume) and sleeve bag 303 (length, external diameter, volume) may be considered such that sleeve 300 or tubular body 310 can reduce sleeve bag 303 (i.e., the dimensions of sleeve bag 303). are greater than or equal to the dimensions of sleeve 300 or tubular body 310, or sleeve bag 303 which is larger in size than sleeve 300 or tubular body 310 can be deformed to fit sleeve 300 or tubular body 310). The sleeve 300 may include a sleeve pocket 303 in the tubular body 3 .

De kokerzak 303 kan een pasta-achtig materiaal/inhoud, zoals kitten (b.v. rigide siliconen, latex of acrylstoffen), afdichtingen (b.v. zachte siliconen of spachtelplamuur), voegspecie (b.v. cement) of hechtmiddel (b.v. lijm of cyanoacrylaat), of een ander materiaal omvatten dat in de stand der techniek bekend is.The sleeve bag 303 may contain a pasty material/content, such as sealants (e.g., rigid silicone, latex, or acrylics), sealants (e.g., soft silicone or putty), grout (e.g., cement), or adhesive (e.g., glue or cyanoacrylate), or other. include material known in the art.

Het pasta-achtige materiaal/de inhoud in de kokerzak 303 wordt verschaft voor extractie uit de kokerzak 303. De kokerzak 303 kan worden verschaft van een materiaal, zoals metaal, bij voorkeur aluminiumfolie, of biaxiaal georiënteerd polyethyleentereftalaat (BoPET), bij voorkeur Mylar® of Melinex® polyesterfolie, of enig ander materiaal dat in de stand der techniek bekend is en dat geschikt is voor de inhoud van de kokerzak 303 en/of geschikt is voor gebruik met de zuiger 320. De zuiger 320 kan worden uitgevoerd in een materiaal dat geschikt is voor gebruik met de kokerzak 303 en/of de inhoud daarvan.The pasty material/contents in the sleeve bag 303 is provided for extraction from the sleeve bag 303. The sleeve bag 303 may be provided of a material, such as metal, preferably aluminum foil, or biaxially oriented polyethylene terephthalate (BoPET), preferably Mylar® or Melinex® polyester film, or any other material known in the art that is suitable for the contents of the sleeve bag 303 and/or is suitable for use with the piston 320. The piston 320 may be made of a material which is suitable for use with the sleeve bag 303 and/or its contents.

Voorbeeldmaterialen van de zuiger 320 zijn staal, aluminium, zacht leer, geïmpregneerd leer, nitrilrubber, nylon, polyethyleen, plastic, polytetrafluorethyleen (PTFE), zoals Teflon®, of thermoplastische polyesterelastomeren, zoals Hytrel®, of enig ander materiaal dat in de stand der techniek bekend is.Exemplary materials of the piston 320 are steel, aluminum, soft leather, impregnated leather, nitrile rubber, nylon, polyethylene, plastic, polytetrafluoroethylene (PTFE), such as Teflon®, or thermoplastic polyester elastomers, such as Hytrel®, or any other material known in the art. technique is known.

Een zeer viskeuze inhoud van de kokerzak 303 (b.v. koud urethaan of twee-componenten epoxy) kan bijvoorbeeld een zuiger 320 vereisen die van een materiaal met lage wrijvingseigenschappen (b.v.For example, a highly viscous content of the sleeve bag 303 (e.g. cold urethane or two-component epoxy) may require a piston 320 made of a material with low frictional properties (e.g.

Teflon®) wordt verschaft om de kracht te verminderen die door een gebruiker wordt uitgeoefend en de uitdrijving van bovengenoemde inhoud te verbeteren.Teflon®) is provided to reduce the force exerted by a user and improve the expulsion of the above contents.

De zuiger 320 kan worden gevormd door middel van gieten, 3D-printen, frezen, naaien of andere in de stand der techniek bekende middelen.The piston 320 may be formed by molding, 3D printing, milling, sewing, or other means known in the art.

Een afstand D3 kan worden gedefinieerd tussen het breedste einde of proximale einde van het doplichaam 201 en het scheidingsmiddel 305 (b.v. scheurlijn), bij voorkeur het proximale einde van het scheidingsmiddel 305 (b.v. scheurstrook). De afstand D3 wordt gemeten in de lengterichting, waarbij D3 tot 4 cm kan bedragen.A distance D3 may be defined between the widest or proximal end of the cap body 201 and the separation means 305 (e.g. tear line), preferably the proximal end of the separation means 305 (e.g. tear strip). The distance D3 is measured in the longitudinal direction, where D3 can be up to 4 cm.

De voorkeursafstanden zijn tot 3,5 cm, tot 3 cm, tot 2,5 cm, tot 2 cm, tot 1,5 cm, tot 1 cm, en tot 0,5 cm, evenals bereiken tussen verschillende combinaties van de hierboven genoemde bovengrenzen (0,5, 1, 1,5, 2, 2,5, 3, 3,5, 4 cm), waarbij de uitvinding niet beperkt is tot een van deze afstandsbereiken.The preferred distances are up to 3.5 cm, up to 3 cm, up to 2.5 cm, up to 2 cm, up to 1.5 cm, up to 1 cm, and up to 0.5 cm, as well as ranges between different combinations of the above-mentioned upper limits (0.5, 1, 1.5, 2, 2.5, 3, 3.5, 4 cm), the invention being not limited to any of these distance ranges.

Gezien het bovenstaande kan de afstand D3 gelijk zijn aan de breedte W van de scheurstrook zoals weergegeven in Fig. 1. De kokerdop zal nu meer in detail worden beschreven met verwijzing naar Fig. 3A-3B.In view of the above, the distance D3 may be equal to the width W of the tear strip as shown in FIG. 1. The sleeve cap will now be described in more detail with reference to FIG. 3A-3B.

De hier beschreven kokerdop 200 omvat een aantal verbeteringen die voor verbeterde prestaties kunnen zorgen.The sleeve cap 200 described herein includes a number of improvements that can provide improved performance.

De kokerdop 200 kan verbeterde doorborende openingsmiddelen en een verbeterde conische buis omvatten.The sleeve cap 200 may include improved piercing opening means and an improved conical tube.

Elk van deze verbeteringen zal in meer detail hieronder worden beschreven.Each of these improvements will be described in more detail below.

Bovendien zal het worden gewaardeerd dat de hieronder beschreven eigenschappen in een kokersamenstel 100 alleen kunnen worden opgenomen, of in combinatie met andere eigenschappen om een verder verbeterd product te verschaffen.In addition, it will be appreciated that the features described below can be incorporated into a sleeve assembly 100 alone, or in combination with other features to provide a further improved product.

Zoals getoond in Fig. 3B, omvat de kokerdop 200 middelen om een kokerzak 300 in een koker 300 te doorboren en/of te openen.As shown in FIG. 3B, the sleeve cap 200 includes means for puncturing and/or opening a sleeve bag 300 in a sleeve 300.

Bedoelde doorborende/openende middelen bestaan uit een veelheid van staven 210 die zich in de lengterichting A uitstrekken van een binnenoppervlak 220 van het doplichaam 201, b.v. naar buiten uitstrekkend van het binnenoppervlak 220 van het doplichaam 201. Ten minste één van de veelheid van staven 210 kan de vorm hebben van een cirkelcilinder, driehoekcilinder, vierkante cilinder, vijfhoekcilinder, zeshoekcilinder, achthoekcilinder of andere cilindrische vormen.Said piercing/opening means consists of a plurality of rods 210 extending in the longitudinal direction A from an inner surface 220 of the cap body 201, e.g. extending outwardly from the inner surface 220 of the cap body 201. At least one of the plurality of rods 210 may be in the form of a circular cylinder, triangle cylinder, square cylinder, pentagon cylinder, hexagon cylinder, octagon cylinder or other cylindrical shapes.

Ten minste één van de veelheid van staven 210 is aangepast om de kokerzak 303 in de koker 300 te doorboren wanneer de kokerzak 303 in de richting van de kokerdop 200 wordt gedrukt. Diverse middelen om de kokerzak 303 op de kokerdop 200 te drukken zijn eerder beschreven. De veelheid van staven 210 kan de kokerzak 303 doorboren nadat een geschikte kracht op de kokerzak 303 wordt uitgeoefend. De geschikte kracht kan gelijk zijn aan een kracht als gevolg van de veelheid van staven 210 op de kokerzak 303.At least one of the plurality of rods 210 is adapted to pierce the sleeve pocket 303 in the sleeve 300 when the sleeve pocket 303 is pressed toward the sleeve cap 200 . Various means for pressing the sleeve bag 303 onto the sleeve cap 200 have been previously described. The plurality of rods 210 can pierce the sleeve pocket 303 after an appropriate force is applied to the sleeve pocket 303. The appropriate force may be equal to a force due to the plurality of rods 210 on the sleeve bag 303.

De punten van ten minste twee van de veelheid van staven 210 hebben verschillende scherpte. De veelheid van staven 210 kan bestaan uit doorborende en stompe staven met punten van verschillende scherpte. De stompe staaf (of staven) kan (kunnen) een stomp uiteinde 211 hebben en de prikstaaf (of staven) kan (kunnen) een scherp uiteinde 212 hebben, zoals een spilpuntuiteinde of een kegelvormig uiteinde. Aldus wordt een onevenwichtige druk op de kokerzak 303 veroorzaakt door de veelheid van staven 210. Met andere woorden kan er meer druk op de ten minste ene scherpe staaf 212 staan, waardoor deze de kokerzak 303 efficiënter kan doorboren. Vervolgens kan de stompe staaf 211 ook de kokerzak 303 openen.The tips of at least two of the plurality of rods 210 have different sharpness. The plurality of rods 210 may be piercing and blunt rods with points of different sharpness. The blunt rod (or rods) may have a blunt end 211 and the puncture rod (or rods) may have a sharp end 212, such as a pivot point end or a conical end. Thus, an imbalance in pressure on the sleeve pocket 303 is caused by the plurality of rods 210. In other words, there may be more pressure on the at least one sharp rod 212, allowing it to pierce the sleeve pocket 303 more efficiently. Subsequently, the blunt rod 211 can also open the sleeve bag 303.

0066] In de uitvoeringvorm van Fig. 3B is de veelheid van staven 210 aangebracht rond de lengteas A, bij voorkeur kan de veelheid van staven 210 symmetrisch aangebracht zijn rond de lengteas A. Met andere woorden is de veelheid van staven 210 aangebracht op het binnenoppervlak 220 van het doplichaam 201 tussen het brede uiteinde en het smalle uiteinde van het doplichaam 201 of tussen het proximale uiteinde en het distale uiteinde van het doplichaam 201, bij voorkeur halverwege tussen de twee uiteinden van het doplichaam 201. De veelheid van staven 210 kan op gelijke afstand van de lengteas A zijn geplaatst. Met andere woorden kan de veelheid van staven 210 omtreksgewijs zijn gerangschikt, bij voorkeur op gelijke radiale afstand van de lengteas A. De veelheid van staven 210 kan op gelijke afstand van elkaar zijn geplaatst. Met andere woorden, de veelheid van staven 210 kan op een gelijke omtrekafstand van elkaar zijn geplaatst.0066] In the embodiment of FIG. 3B, the plurality of rods 210 are arranged about the longitudinal axis A, preferably the plurality of rods 210 may be symmetrically arranged about the longitudinal axis A. In other words, the plurality of rods 210 are arranged on the inner surface 220 of the cap body 201 between the wide end and the narrow end of the cap body 201 or between the proximal end and the distal end of the cap body 201, preferably halfway between the two ends of the cap body 201. The plurality of rods 210 may be equidistant from the longitudinal axis A . In other words, the plurality of bars 210 may be arranged circumferentially, preferably equidistant from the longitudinal axis A. The plurality of bars 210 may be equidistant from each other. In other words, the plurality of bars 210 may be spaced an equal circumferential distance from each other.

In de uitvoeringsvormen van de Figuren 3A-3B wordt getoond dat de veelheid van staven 210 zich in de lengterichting parallel aan de lengteas A uitstrekt, waardoor de veelheid van staven 210 een effectievere contacthoek met de kokerzak 303 kan hebben.In the embodiments of Figures 3A-3B, the plurality of bars 210 are shown to extend longitudinally parallel to the longitudinal axis A, allowing the plurality of bars 210 to have a more effective angle of contact with the sleeve pocket 303 .

De kokerdop kan verder een brug 205 omvatten die op de binnenoppervlakte 220 van het doplichaam 201 is gemonteerd. In dit opzicht betekent de term brug een structuur die op een bepaalde afstand in de lengterichting over een opening is gemonteerd, in het bijzonder het smalle uiteinde of distale uiteinde van het doplichaam 201. De brug 205 kan zich radiaal naar binnen uitstrekken vanaf de staven 210 en elk van de veelheid van staven 210 met elkaar verbinden. De brug 205 kan zich verder in de lengterichting uitstrekken tot een afstand kleiner dan een afmeting van de veelheid van staven 210 in de lengterichting om de effectieve werking van de veelheid van staven 210 bij het doorboren/openen van de kokerzak 303 mogelijk te maken zonder de functionaliteit van de veelheid van staven 210 te verminderen. Wanneer de kokerzak 303, die een afgesloten uiteinde zoals eerder beschreven heeft, op de kokerdop 200 wordt gedrukt, wordt de brug gevormd om het afgelsoten uiteinde van de kokerzak 303 te blokkeren om het doplichaam 201, in het bijzonder het smalle uiteinde of het distale uiteinde van het doplichaam 201 te belemmeren. De brug 205 kan op een veelheid van punten op de binnenoppervlakte 220 van het doplichaam 201 worden gemonteerd, bij voorkeur van waaruit de veelheid van staven 210 zich uitstrekt. In de uitvoeringsvorm van Fig. 3B wordt getoond dat de brug 205 zich radiaal uitstrekt van de lengteas A naar elk van de veelheid van staven 210 of omgekeerd de veelheid van staven 210 verbindt.The sleeve cap may further include a bridge 205 mounted on the inner surface 220 of the cap body 201 . In this regard, the term bridge means a structure mounted longitudinally across an opening, particularly the narrow end or distal end of the cap body 201. The bridge 205 may extend radially inwardly from the bars 210. and connecting each of the plurality of rods 210 together. The bridge 205 may further extend longitudinally to a distance less than a dimension of the plurality of rods 210 in the longitudinal direction to allow the effective operation of the plurality of rods 210 in puncturing/opening the sleeve bag 303 without the functionality of the plurality of rods 210. When the sheath bag 303, having a closed end as previously described, is pressed onto the sheath cap 200, the bridge is formed to block the sealed end of the sheath bag 303 around the cap body 201, particularly the narrow end or the distal end. of the cap body 201. The bridge 205 may be mounted at a plurality of points on the inner surface 220 of the cap body 201, preferably from which the plurality of rods 210 extend. In the embodiment of FIG. 3B, the bridge 205 extends radially from the longitudinal axis A to each of the plurality of bars 210 or conversely connects the plurality of bars 210.

In de uitvoeringsvormen van de Figuren 3 A-3B kan de veelheid van staven 210 elk een of meer zijwanden of vleugels 203 omvatten. De ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 kunnen zich vanuit elk van de veelheid van staven 210 naar buiten uitstrekken (d.w.z. in een omtrekrichting van elk van de veelheid van staven 210). De ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 zijn uitgevoerd om de doorboring/opening te vergroten die in de kokerzak 303 wordt gevormd door de veelheid van staven 210 wanneer de kokerzak 303 op de kokerdop 200 wordt gedrukt.In the embodiments of Figures 3A-3B, the plurality of bars 210 may each include one or more sidewalls or wings 203 . The one or more sidewalls or wings 203 may extend outwardly from each of the plurality of bars 210 (i.e., in a circumferential direction of each of the plurality of bars 210). The one or more sidewalls or wings 203 are configured to enlarge the puncture/opening formed in the sleeve pocket 303 by the plurality of rods 210 when the sleeve pocket 303 is pressed onto the sleeve cap 200 .

Fig. 3B toont twee zijwanden of vleugels 203 die zich uitstrekken van de zijkanten van elk van de veelheid van staven 210 in tegengestelde richtingen. In een ander voorbeeld kan de veelheid van staven 210 elk een zijwand hebben die zich uitstrekt van een andere zijde van de veelheid van staven 210 in een naar buiten gerichte radiale richting (d.w.z. in de richting van de lengteas A naar het breedste uiteinde of proximale uiteinde van het doplichaam 201).fig. 3B shows two sidewalls or wings 203 extending from the sides of each of the plurality of bars 210 in opposite directions. In another example, the plurality of bars 210 may each have a sidewall extending from another side of the plurality of bars 210 in an outward radial direction (i.e., in the direction from the longitudinal axis A to the widest or proximal end). of the cap body 201).

De veelheid van staven 210 kan bestaan uit de combinatie van de drie zijwanden of vleugels 203 zoals hier beschreven. De drie zijwanden of vleugels 203 kunnen zich uitstrekken aan verschillende zijden van elk van de veelheid van staven 210, waarbij een eerste zijwand loodrecht staat op een tweede en derde zijwand, waarbij de tweede en derde wand in tegengestelde richtingen uitsteken.The plurality of bars 210 may be the combination of the three sidewalls or wings 203 as described herein. The three sidewalls or wings 203 may extend on different sides of each of the plurality of bars 210, with a first sidewall being perpendicular to a second and third sidewall, with the second and third walls projecting in opposite directions.

De ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 kunnen zich uitstrekken naar het binnenoppervlak van het doplichaam 201. De ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 kunnen een uniforme dikte hebben langs de uitstrekrichting. Of de dikte kan toenemen of afnemen langs de uitstrekrichting van de ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 (d.w.z. bij een staaf vandaan). Aanvullend op of als alternatief voor een al dan niet uniforme dikte van de ene of meerdere zijwanden of vleugels 203, kunnen de ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 van elk van de veelheid van staven 210 naar buiten toe een uniforme hoogte hebben (d.w.z. de hoogte wordt gemeten in een richting waarin de veelheid van staven 210 zich uitstrekken, zoals de lengterichting). Als alternatief kan de hoogte niet-uniform zijn, bij voorkeur afnemend langs de uitstrekrichting van de ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 (d.w.z. bij een staaf vandaan). De ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 kunnen zich omtreksgewijs uitstrekken.The one or more sidewalls or wings 203 may extend to the inner surface of the cap body 201. The one or more sidewalls or wings 203 may have a uniform thickness along the extension direction. Or, the thickness may increase or decrease along the extension direction of the one or more sidewalls or wings 203 (i.e., away from a bar). In addition to or as an alternative to a uniform or non-uniform thickness of the one or more sidewalls or wings 203, the one or more sidewalls or wings 203 of each of the plurality of bars 210 may have a uniform height (i.e., the height) outwardly. is measured in a direction in which the plurality of rods 210 extend, such as the longitudinal direction). Alternatively, the height may be non-uniform, preferably decreasing along the extension direction of the one or more sidewalls or wings 203 (i.e. away from a bar). The one or more sidewalls or wings 203 may extend circumferentially.

Fig. 3B toont verder dat de twee zijwanden of vleugels 203 zich uitstrekken rond de lengteas A.fig. 3B further shows that the two side walls or wings 203 extend about the longitudinal axis A.

Dus wordt hiermee bedoeld dat één zijwand van één staaf van de veelheid van staven 210 zich radiaal naar binnen kan uitstrekken naar een andere zijwand van een andere staaf van de veelheid van staven 210. Het heeft de voorkeur dat de ene zijwand van een staaf van de veelheid van staven 210 een andere zijwand van een andere staaf van de veelheid van staven 210 niet snijdt of ontmoet.Thus, it is meant that one side wall of one rod of the plurality of rods 210 may extend radially inwardly to another side wall of another rod of the plurality of rods 210. It is preferred that one side wall of a rod of the plurality of bars 210 does not intersect or meet another sidewall of another bar of the plurality of bars 210.

Met andere woorden kan er een opening zijn tussen de ene zijwand van de ene staaf van de veelheid van staven 210 en een andere zijwand van een andere staaf van de veelheid van staven 210. Hierdoor kan de inhoud van de kokerzak 303 door het doplichaam 201 worden geëxtraheerd zonder dat deze ernstig wordt geblokkeerd door de ene of meerdere zijwanden of vleugels 203. In de uitvoeringsvormen van de Figuren 3A-3B wordt getoond dat de kokerdop 200 een afgifteopening 202 omvat die zich in de lengterichting rond de lengteas A uitstrekt, b.v. een cilindrische buis die zich uitstrekt van het smalle uiteinde of het distale uiteinde van het doplichaam 201 langs de lengteas A.In other words, there may be a gap between one side wall of one rod of the plurality of rods 210 and another side wall of another rod of the plurality of rods 210. This allows the contents of the sleeve bag 303 to be passed through the cap body 201. extracted without being severely blocked by the one or more sidewalls or wings 203. In the embodiments of Figures 3A-3B, the sleeve cap 200 is shown to include a dispensing opening 202 extending longitudinally about the longitudinal axis A, e.g. a cylindrical tube extending from the narrow end or the distal end of the cap body 201 along the longitudinal axis A.

Een proximaal uiteinde van de afgifteopening 202 kan verbonden zijn met het smalle uiteinde of het distale uiteinde van het doplichaam 201. De lengte van de afgifteopening 202 in de lengterichting is een geschikte lengte om er een mondstuk 110 op aan te sluiten.A proximal end of the dispensing opening 202 may be connected to the narrow end or the distal end of the cap body 201. The length of the dispensing opening 202 in the longitudinal direction is a suitable length for connecting a nozzle 110 thereto.

Voorbeelden van een mondstuk 110 zijn eerder beschreven.Examples of a nozzle 110 have been described previously.

De afgifteopening 202 kan een buitenoppervlak hebben met een buitenschroefdraad 213 voor de afdichtbare aansluiting van het mondstuk 110, bijv. een schroefdraad.The dispensing opening 202 may have an outer surface with an outer thread 213 for the sealable connection of the nozzle 110, e.g. a screw thread.

Met andere woorden kan de cilindrische buis van het mondstuk 110 een binnenoppervlak hebben met een binnenschroefdraad die complementair is aan de buitenschroefdraad van de afgifteopening 202 van de kokerdop 200.In other words, the cylindrical tube of the nozzle 110 may have an inner surface with an inner thread that is complementary to the outer thread of the dispensing opening 202 of the barrel cap 200.

In de uitvoeringsvormen van Fig. 3 A-3B is te zien dat het doplichaam 201 omgeven is door een ringvormige wand die in de kokerdop 200 is opgenomen. De ringvormige wand kan betrekking hebben op het buitenoppervlak van de kokerdop 200. De ringvormige wand kan zich in de lengterichting uitstrekken, waarbij het doplichaam 201 zich radiaal naar binnen uitstrekt van de ringvormige wand tot aan de opening 202. De ringvormige wand kan een algemene vorm hebben die vergelijkbaar is met de binnenvorm van het buisvormige lichaam 310, zoals eerder beschreven. Verder zijn middelen voor de bevestiging van de kokerdop 200 aan het distale uiteinde van het patroonlichaam of het buisvormige lichaam 310 op een buitenoppervlak van de ringvormige wand voorzien. De ringvormige wand of de montagemiddelen kunnen buitenringen 206 omvatten die op een buitenoppervlak van de ringvormige wand worden verschaft. De buitenringen kunnen worden aangebracht voor het afsluitbaar verbinden van de kokerdop 200 met de koker 300. De buitenste ringen 206 kunnen worden gevormd als omtrekkanalen of ringvormige groeven. De buitenringen 206 kunnen er voor zorgen dat de kokerdop 200 zichzelf in de koker 300 of het buisvormige lichaam 310 drukt, bij voorkeur bij het distale gedeelte 312, om te voorkomen dat de kokerdop 200 uit of van de koker 300 of het buisvormige lichaam 310 valt.In the embodiments of FIG. 3A-3B it can be seen that the cap body 201 is surrounded by an annular wall which is received in the tubular cap 200 . The annular wall may relate to the outer surface of the tubular cap 200. The annular wall may extend longitudinally with the cap body 201 extending radially inwardly from the annular wall as far as the opening 202. The annular wall may have a general shape. similar to the inner shape of the tubular body 310 as previously described. Further, means for attaching the sleeve cap 200 to the distal end of the cartridge body or the tubular body 310 on an outer surface of the annular wall are provided. The annular wall or mounting means may include outer rings 206 provided on an outer surface of the annular wall. The outer rings may be provided to sealably connect the sleeve cap 200 to the sleeve 300. The outer rings 206 may be formed as circumferential channels or annular grooves. The outer rings 206 may cause the sleeve cap 200 to press itself into the sleeve 300 or tubular body 310, preferably at the distal portion 312, to prevent the sleeve cap 200 from falling out of or off the sleeve 300 or tubular body 310 .

Merk op dat de afgifteopening 202 van de kokerdop 200 een hals van de kokerdop 200 kan worden genoemd, en dat het doplichaam 201 van de kokerdop 200 een schouder van de patroondop 200 kan worden genoemd. Het mondstuk 110 kan bijvoorbeeld in het algemeen aan de hals van de kokerdop 200 worden bevestigd door middel van complementaire schroefdraad op de hals en in het mondstuk 110. Als een ander voorbeeld kan de kokerdop 200 in het algemeen worden bevestigd aan het buisvormige lichaam 310 door middel van buitenste ribbels, buitenste schroefdraad en/of buitenste ringen 206 in de ringvormige wand van de schouder van de kokerdop 200.Note that the dispensing opening 202 of the cartridge cap 200 may be referred to as a neck of the cartridge cap 200, and the cap body 201 of the cartridge cap 200 may be termed a shoulder of the cartridge cap 200 . For example, the nozzle 110 may be generally secured to the neck of the sleeve cap 200 by means of complementary threads on the neck and in the nozzle 110. As another example, the sleeve cap 200 may be generally secured to the tubular body 310 by by means of outer ribs, outer threads and/or outer rings 206 in the annular wall of the shoulder of the sleeve cap 200.

Als alternatief of als aanvulling voor de buitenringen 206 kan de ringvormige wand een flens 207 omvatten die radiaal naar buiten uit die ringvormige wand uitsteekt. Bij voorkeur kan de flens 207 deel uitmaken van de bevestigingsmiddelen. De flens 207 kan een diameter hebben die gelijk is aan of groter is dan een diameter van de ringvormige wand. Merk op dat de diameter van de ringvormige wand gelijk 1s aan of groter is dan een diameter van het breedste einde of proximale uiteinde van het doplichaam 201. De flens 207 is uitgevoerd om te verhinderen dat de dop 200 van de koker het buisvormige lichaam 310 binnengaat tot/met een bepaalde afstand. Op deze wijze zorgt de flens 207 voor een correcte positionering van de kokerdop 200 van de koker wanneer deze afsluitbaar is verbonden met de koker 300 of het buisvormige lichaam 310, bij voorkeur met het distale gedeelte 312. Deze specifieke afstand kan worden gemeten als het verschil tussen de afstand tussen het breedste uiteinde of het proximale uiteinde van het doplichaam 201 en een scheidingselement 305 in het buisvormige lichaam 310 van de koker 300 (afstand D3 zoals hierboven beschreven) en een andere afstand tussen een proximaal uiteinde van het buisvormige lichaam 310 en het scheidingselement 305 (afstand D1 zoals hierboven beschreven). De specifieke afstand kan gelijk zijn aan of kleiner zijn dan een lengte van een distaal gebied 312 van het buislichaam 310. De lengte van het distale gebied 312 van het buislichaam 310 wordt hieronder verder in detail beschreven.Alternatively or in addition to the outer rings 206, the annular wall may include a flange 207 projecting radially outwardly from said annular wall. Preferably, the flange 207 may form part of the attachment means. The flange 207 may have a diameter equal to or greater than a diameter of the annular wall. Note that the diameter of the annular wall is equal to or greater than a diameter of the widest or proximal end of the cap body 201. The flange 207 is configured to prevent the cap 200 of the sleeve from entering the tubular body 310. up to a certain distance. In this manner, the flange 207 ensures correct positioning of the sleeve cap 200 of the sleeve when it is sealably connected to the sleeve 300 or tubular body 310, preferably to the distal portion 312. This specific distance can be measured as the difference between the distance between the widest or proximal end of the cap body 201 and a separator 305 in the tubular body 310 of the sleeve 300 (distance D3 as described above) and another distance between a proximal end of the tubular body 310 and the separator 305 (distance D1 as described above). The specific distance may be equal to or less than a length of a distal region 312 of the tubular body 310. The length of the distal region 312 of the tubular body 310 is described in further detail below.

De flens 207 kan een uitsteeksel aan een omtrekzijde van flens 207 omvatten, waarbij het uitsteeksel een elleboog vormt met een distaal gedeelte van de elleboog dat zich in de lengterichting uitstrekt. De flens 207 kan verder ribben, schroefdraad en/of richels omvatten. De elleboog wordt zodanig uitgevoerd om de kokerdop 200 afsluitbaar met het buislichaam 310 van de koker 300 te verbinden, dat de elleboog een gedeelte van het buislichaam 310 omsluit. Deze verbinding kan een klikverbinding, een schroefdraadverbinding, een verbinding door middel van ribben en/of een verbinding door middel van richels zijn, waarbij de schroefdraad, ribben en/of richels in de flens 207 bij voorkeur complementair zijn aan de buitenste ribben, buitenste schroefdraad en/of buitenste ringen 206 in de ringvormige wand van de schouder van de kokerdop 200. Het uitsteeksel kan een ringvormig uitsteeksel zijn en kan betrekking hebben op een andere ringvormige wand die rond het buitenoppervlak van het doplichaam 201 is gevormd. Aldus kan de ringvormige wand rond het doplichaam 201 en het ringvormige uitsteeksel een deel van het distale gedeelte 312 van het buisvormige lichaam 310 mogelijk maken om daartussen afsluitbaar te worden verbonden. Dit zou de verbinding tussen de kokerdop 200 en de koker 300 verder verbeteren.The flange 207 may include a projection on a circumferential side of flange 207, the projection forming an elbow with a distal portion of the elbow extending longitudinally. The flange 207 may further comprise ribs, threads and/or ridges. The elbow is designed to connect the sleeve cap 200 closably to the tubular body 310 of the sleeve 300 such that the elbow encloses a portion of the tubular body 310 . This connection may be a snap connection, a threaded connection, a rib connection and/or a rib connection, wherein the threads, ribs and/or ribs in the flange 207 are preferably complementary to the outer ribs, outer threads and/or outer rings 206 in the annular wall of the shoulder of the sleeve cap 200. The projection may be an annular projection and may relate to another annular wall formed around the outer surface of the cap body 201 . Thus, the annular wall around the cap body 201 and the annular projection may allow a portion of the distal portion 312 of the tubular body 310 to be sealably connected therebetween. This would further improve the connection between the sleeve cap 200 and the sleeve 300 .

De Figuren 4A en 4B tonen respectievelijk dwarsdoorsnede aanzichten van een kokerdop van een kokersamenstel volgens de onderhavige uitvinding. De koker 300 en het kokersamenstel 100 van Fig. 4A en 4B komen in vele aspecten en/of eigenschappen overeen met de koker 300 en het kokersamenstel 100 van Fig. 1. In de uitvoeringsvorm van Fig. 4A, is de lengte in de lengterichting van de koker 300 237 mm en is de lengte van het distale gebied 312 10 mm. Bovendien is de breedte W in de lengterichting van de scheurstrip 305 20,5 mm. Hieruit kan worden afgeleid dat de afstand D1 30,5 mm is, dat is de som van de lengte van het distale gebied 312 en de breedte W van de traan strip 305.Figures 4A and 4B show cross-sectional views, respectively, of a sleeve cap of a sleeve assembly according to the present invention. The sleeve 300 and the sleeve assembly 100 of FIG. 4A and 4B correspond in many aspects and/or features to the sleeve 300 and sleeve assembly 100 of FIG. 1. In the embodiment of FIG. 4A, the longitudinal length of the sheath 300 is 237 mm and the length of the distal region 312 is 10 mm. In addition, the width W in the longitudinal direction of the tear strip 305 is 20.5 mm. From this it can be deduced that the distance D1 is 30.5 mm, which is the sum of the length of the distal region 312 and the width W of the tear strip 305.

Verder is de inwendige diameter van de koker 300 (en respectievelijk het proximale gebied 311, het distale gebied 312 en/of scheurstrip 305) 48 mm.Further, the internal diameter of the sheath 300 (and the proximal region 311, distal region 312 and/or tear strip 305), respectively, is 48 mm.

De kokerzak 303 getoond in Fig. 4B kan een uitwendige diameter hebben gelijk aan of kleiner dan de inwendige diameter van de koker 303 van 48 mm getoond in Fig. 4A.The sleeve bag 303 shown in FIG. 4B may have an outer diameter equal to or less than the inner diameter of the 48 mm sleeve 303 shown in FIG. 4A.

Andere afmetingen (d.w.z. lengtes, breedtes, diameters, … ) kunnen worden overwogen zoals hierboven beschreven.Other dimensions (i.e. lengths, widths, diameters,…) can be considered as described above.

In Fig. 4B omvat de koker 300, bij voorkeur het buislichaam 310, middelen 304 om de verplaatsing van de zuiger 320 door het open proximale einde van het buislichaam 310 te verhinderen.In fig. 4B, the sleeve 300, preferably the tubular body 310, includes means 304 for preventing movement of the piston 320 through the open proximal end of the tubular body 310 .

Dit middel ter preventie 304 kan een inkeping zijn zoals hierboven beschreven en/of een uitsteeksel aan een omtrekuiteinde van het proximale gedeelte 311, waarbij het uitsteeksel een schouder vormt met het proximale gedeelte 311 dat zich in de radiale richting naar binnen (d.w.z. naar het binnenste van het buisvormige lichaam 310) uitstrekt.This prevention means 304 may be a notch as described above and/or a projection at a circumferential end of the proximal portion 311, the projection forming a shoulder with the proximal portion 311 extending radially inwardly (i.e. toward the interior). of the tubular body 310).

Zoals hierboven beschreven, kan de kokerdop 200 een doplichaam 201 omvatten.As described above, the sleeve cap 200 may comprise a cap body 201 .

Bij voorkeur wordt het breedste uiteinde of het proximale uiteinde van het doplichaam 201 verschaft bij de binnenwand van de kokerwand (d.w.z., de binnenoppervlakte van het buislichaam 310). Dit geeft een betere stroming van materiaal door het doplichaam 210 terwijl het materiaal dat door de kokerdop 200 wordt geblokkeerd, wordt verminderd, bijvoorbeeld door de ringvormige wand van de kokerdop 200 of het buitenoppervlak van de kokerdop 200. In sommige uitvoeringsvormen kan het distale gedeelte 312 binnenringen complementair aan de buitenringen 206 van de kokerdop 200 omvatten.Preferably, the widest or proximal end of the cap body 201 is provided at the inner wall of the sleeve wall (i.e., the inner surface of the tubular body 310). This improves the flow of material through the cap body 210 while reducing the material blocked by the sleeve cap 200, for example by the annular wall of the sleeve cap 200 or the outer surface of the sleeve cap 200. In some embodiments, the distal portion 312 may inner rings complementary to the outer rings 206 of the sleeve cap 200 .

De binnenringen kunnen als ringvormige uitsteeksels worden gevormd die complementair zijn met de ringvormige groeven of de omtrekkanalen van de buitenringen 206. Fig. 5 toont een perspectiefaanzicht van een kokerdop van het kokersamenstel van de Figuren 4A en 4B.The inner rings may be formed as annular projections which are complementary to the annular grooves or circumferential channels of the outer rings 206. FIG. 5 shows a perspective view of a sleeve cap of the sleeve assembly of FIGS. 4A and 4B.

De koker 300 en het kokersamenstel 100 van Fig. 5 komen wat betreft veel aspecten en/of eigenschappen overeen met de koker 300 en het kokersamenstel 100 van Fig. 2, welke verder een kokerdop 200 zoals hierboven beschreven omvat, welke bij voorkeur verder een spuitstuk zoals hierboven beschreven omvat.The sleeve 300 and the sleeve assembly 100 of FIG. 5 correspond in many aspects and/or features to the sleeve 300 and sleeve assembly 100 of FIG. 2, further comprising a sleeve cap 200 as described above, preferably further comprising a nozzle as described above.

Het mondstuk 110 kan een grijpmiddel omvatten, zoals een vergrendeling om de gebruiker gemakkelijker het mondstuk 110 met de kokerdop 200 te laten verbinden.The mouthpiece 110 may include a gripping means, such as a latch to allow the user to more easily connect the mouthpiece 110 to the barrel cap 200 .

De Figuren 6A en 6B tonen respectievelijke perspectiefaanzichten van een zuiger van een koker van het kokersamenstel getoond in Figuren 4A en 4B.Figures 6A and 6B show respective perspective views of a piston of a barrel of the barrel assembly shown in Figures 4A and 4B.

Zoals hierboven beschreven, heeft het buitenoppervlak van de zuiger 320 een algemene vorm die vergelijkbaar is met de binnenvorm van het buisvormige lichaam 310. In Fig. 6A en 6B, is de zuiger 320 cilindrisch met afgeronde randen, vergelijkbaar met de cilindrische binnenvorm van het buislichaamAs described above, the outer surface of the piston 320 has a general shape similar to the inner shape of the tubular body 310. In FIG. 6A and 6B, the piston 320 is cylindrical with rounded edges, similar to the cylindrical inner shape of the tube body

310 getoond in Fig. 5. Dit zorgt ervoor dat de zuiger 320 afsluitbaar langs de lengteas A kan worden verplaatst, bij voorkeur door het buislichaam 310. De zuiger 320 kan afgeronde randen 323 hebben (meer in detail getoond in Fig. 7C en 7D). Dergelijke afgeronde randen kunnen omtreksgewijs of aan de omtrek van het distale einde en/of proximale einde van de zuiger 320 worden aangebracht.310 shown in FIG. 5. This allows the piston 320 to be closably moved along the longitudinal axis A, preferably through the tubular body 310. The piston 320 may have rounded edges 323 (shown in more detail in Figs. 7C and 7D). Such rounded edges may be applied circumferentially or circumferentially to the distal end and/or proximal end of the piston 320 .

Deze afgeronde randen zorgen ervoor dat de zuiger 320 in het buislichaam 310 kan kantelen als gevolg van een ongelijkmatige hoekverdraaiing van een extrusieplaat (bijv. van een zuiger van een extrusiepistool). Dit voorkomt het verstoppen van de zuiger 320 in het buislichaam 310 en zorgt ervoor dat de zuiger afsluitbaar kan worden verplaatst naar het distale gedeelte 312 van het buislichaam 310. In uitvoeringsvormen kan de zuiger 320 ribben 322 aan het proximale uiteinde van de zuiger 320 hebben.These rounded edges allow the piston 320 to tilt in the tubular body 310 as a result of uneven angular rotation of an extrusion plate (e.g., from an extrusion gun piston). This prevents plugging of the piston 320 in the tubular body 310 and allows the piston to be reseably moved to the distal portion 312 of the tubular body 310. In embodiments, the piston 320 may have ribs 322 at the proximal end of the piston 320.

De ribben 322 kunnen rond de lengteas en/of op de genoemde afgeronde randen 323 zijn voorzien.The ribs 322 may be provided around the longitudinal axis and/or on said rounded edges 323.

De ribben 322 maken het mogelijk om zuigers 320 die door spuitgieten (zoals spuitgieten of rotatiegieten) zijn gevormd, effectief te vervormen.The ribs 322 make it possible to effectively deform pistons 320 formed by injection molding (such as injection molding or rotational molding).

Als alternatief of aanvullend kan de zuiger 320 worden gevormd uit twee delen, een proximaal deel dat het proximale uiteinde omvat en een distaal deel dat het distale uiteinde omvat.Alternatively or additionally, the piston 320 may be formed of two parts, a proximal part comprising the proximal end and a distal part comprising the distal end.

Deze delen kunnen worden samengevoegd door middel van bevestigingsmiddelen, zoals solventlassen, vibratielassen, inductielassen, naaien of andere soorten bevestigingsmiddelen.These parts can be joined together by means of fasteners, such as solvent welding, vibration welding, induction welding, sewing or other types of fasteners.

Bij voorkeur vereisen de ribben 322 minder materiaal om te worden gevormd terwijl zij toch een noodzakelijke structurele steun aan de zuiger 320 bieden.Preferably, the ribs 322 require less material to be formed while still providing necessary structural support to the piston 320.

In Fig. 6A en 6B omvat de zuiger 320 een opening 321 die is uitgevoerd om het proximale uiteinde van de kokerzak te herbergen, bij voorkeur het proximale uiteinde van de kokerzak dat wordt afgedicht/afgesloten met een afdichtend/afsluitend middel.In fig. 6A and 6B, the piston 320 includes an opening 321 configured to accommodate the proximal end of the sheath sac, preferably the proximal end of the sheath sac which is sealed/sealed with a sealing/occlusive means.

De opening 321 kan worden gevormd langs de lengteas A (d.w.z. in het midden van de zuiger 320) of langs een lengterichting parallel aan de lengteas.The opening 321 may be formed along the longitudinal axis A (i.e., in the center of the piston 320) or along a longitudinal direction parallel to the longitudinal axis.

De opening 321 kan een inkeping of een uitgehold gedeelte in/aan het distale uiteinde van de zuiger 320 zijn, of de opening 321 kan via het distale uiteinde naar het proximale uiteinde van de zuiger 320 zijn gevormd (bijv. een cilindrische of conische opening door de zuiger 320 in de lengterichting). De opening 321 wordt verstrekt ten behoeve van het opnemen van het proximale uiteinde van de kokerzak 303, bij voorkeur wordt het proximale uiteinde van de kokerzak 303 afgedicht/afgesloten met een afdichtend/afsluitend middel.The opening 321 may be a notch or recessed portion in/at the distal end of the piston 320, or the opening 321 may be formed through the distal end to the proximal end of the piston 320 (e.g., a cylindrical or conical opening through the piston 320 in the longitudinal direction). The opening 321 is extended to receive the proximal end of the sheath bag 303, preferably the proximal end of the sheath bag 303 is sealed/sealed with a sealing/occlusive means.

Er kan bijvoorbeeld een metaalklem voor het afdichten/afsluiten van het proximale uiteinde van de kokerzak in die opening 321 worden geplaatst.For example, a metal clip for sealing/closing the proximal end of the sleeve bag may be placed in that opening 321 .

Bij voorkeur zorgt de zuiger 320 ervoor dat de kokerzak 303 op de juiste wijze in het buisvormige lichaam 310 (b.v. gecentreerd op de lengteas A) wordt geplaatst, en op de juiste wijze door de binnenwand van het buisvormige lichaam 310 (b.v. langs de lengteas A) wordt verplaatst.Preferably, the piston 320 causes the sleeve bag 303 to be properly positioned within the tubular body 310 (e.g., centered on the longitudinal axis A), and properly through the inner wall of the tubular body 310 (e.g., along the longitudinal axis A). ) is moved.

De volgende uitvoeringsvormen zullen worden beschreven onder verwijzing naar de Figuren 7A, 7B, 7C en 7D, die respectievelijke doorsnedeaanzichten van de zuiger 320 van de Figuren 6A en 6B tonen.The following embodiments will be described with reference to Figures 7A, 7B, 7C and 7D, which show respective cross-sectional views of the piston 320 of Figures 6A and 6B.

In de uitvoeringvorm van Fig. 7A heeft de opening 321 een diameter van ongeveer 23 mm of minder.In the embodiment of FIG. 7A, the opening 321 has a diameter of about 23 mm or less.

Andere diameters van de opening 321 kunnen ongeveer 50 mm of minder, 40 mm of minder, 30 mm of minder, en 10 mm of minder zijn.Other diameters of the opening 321 may be about 50mm or less, 40mm or less, 30mm or less, and 10mm or less.

Fig. 7A toont de zuiger 320 met een uitwendige diameter van 46 mm.fig. 7A shows the piston 320 with an outer diameter of 46 mm.

De zuiger 320 kan een externe diameter hebben die gelijk is aan of kleiner is dan een van de hierboven genoemde externe diameterbereiken van de kokerzak 303 en/of het buisvormige lichaam 310. In de uitvoeringvorm van Fig. 7B zijn 14 ribben 322 gelijkmatig verdeeld onder een hoek van ongeveer 25,71 graden of minder tussen twee opeenvolgende ribben.The piston 320 may have an external diameter equal to or smaller than any of the above-mentioned external diameter ranges of the sleeve bag 303 and/or the tubular body 310. In the embodiment of FIG. 7B, 14 ribs 322 are evenly spaced at an angle of about 25.71 degrees or less between two successive ribs.

Andere aantallen ribben 322 kunnen tussen 3 en 24 liggen, bij voorkeur tussen 8 en 24, tussen 12 en 24 of tussen 16 en 24. Andere hoeken tussen twee opeenvolgende ribben kunnen tussen 15 en 120 graden zijn.Other numbers of ribs 322 may be between 3 and 24, preferably between 8 and 24, between 12 and 24, or between 16 and 24. Other angles between two successive ribs may be between 15 and 120 degrees.

Voorkeurshoeken kunnen worden afgeleid door 360 graden te delen door een aantal ribben van het hierboven genoemde aantal ribben.Preferred angles can be derived by dividing 360 degrees by a number of ribs from the number of ribs mentioned above.

In de uitvoeringvorm van Fig. 7C heeft de zuiger 320 een lengte langs de lengteas A van ongeveer 18 mm of minder.In the embodiment of FIG. 7C, the piston 320 has a length along the longitudinal axis A of about 18 mm or less.

Andere lengtes van de zuiger 320 kunnen ongeveer 50 mm of minder, 40 mm of minder, 30 mm of minder, en 20 mm of minder zijn.Other lengths of the piston 320 may be about 50mm or less, 40mm or less, 30mm or less, and 20mm or less.

Het distale uiteinde van de zuiger 320 kan vlak zijn, waarbij de randen van het distale uiteinde van de zuiger 320 een hoek van 90 graden vormen met de lengteas of een hoek van 180 graden tussen twee tegenover elkaar liggende randen (ten opzichte van de lengteas A) van het distale uiteinde van de zuiger 320, of het distale uiteinde van de zuiger 320 kan hol zijn, waarbij bijvoorbeeld de randen van het distale uiteinde een hoek van 80 graden vormen met de lengteas of een hoek van 160 graden tussen twee tegenover elkaar liggende randen (ten opzichte van de lengteas A). Andere hoeken tussen genoemde tegenover elkaar liggende randen van het distale uiteinde van de zuiger 320 kunnen liggen tussen 120 en 180 graden, tussen 130 en 180 graden, tussen 140 en 180 graden, tussen 160 en 180 graden, en tussen 170 en 180 graden.The distal end of the piston 320 may be flat, with the edges of the distal end of the piston 320 forming a 90 degree angle with the longitudinal axis or a 180 degree angle between two opposing edges (relative to the longitudinal axis A). ) of the distal end of the piston 320, or the distal end of the piston 320 may be hollow, for example, the edges of the distal end forming an 80 degree angle with the longitudinal axis or a 160 degree angle between two opposing edges (relative to the longitudinal axis A). Other angles between said opposing edges of the distal end of the piston 320 may be between 120 and 180 degrees, between 130 and 180 degrees, between 140 and 180 degrees, between 160 and 180 degrees, and between 170 and 180 degrees.

Fig. 7C toont dat de opening 321 kegelvormig is en een kegelhoek of openingshoek van 4 graden heeft, waarbij de hoek is gericht in de richting van het proximale uiteinde naar het distale uiteinde van de zuiger 320, bij voorkeur in de lengterichting. Andere kegelhoeken kunnen 60 graden of minder, 50 graden of minder, 40 graden of minder, 30 graden of minder, 20 graden of minder, 10 graden of minder en 5 graden of minder zijn, evenals elke andere kegelhoek afgeleid van een buitendiameter (of respectieve straal) van de hierboven vermelde buitendiameterbereiken van de zuiger 320 en van een lengte van de hierboven vermelde lengtes van de zuiger 320. De randen 323 van de zuiger 320 kunnen afgerond zijn, waarbij de afgeronde rand representatief kan zijn voor een deel van een cirkel met een straal van ongeveer 6 mm of meer. Andere stralen kunnen 2 mm of meer, 4 mm of meer, 8 mm of meer, 10 mm of meer en 12 mm of meer zijn.fig. 7C shows that the opening 321 is conical and has a cone or opening angle of 4 degrees, the angle being directed from the proximal end to the distal end of the piston 320, preferably longitudinally. Other cone angles may be 60 degrees or less, 50 degrees or less, 40 degrees or less, 30 degrees or less, 20 degrees or less, 10 degrees or less, and 5 degrees or less, as well as any other cone angle derived from an outer diameter (or respective radius) of the above-mentioned outside diameter ranges of the piston 320 and of a length of the above-mentioned lengths of the piston 320. The edges 323 of the piston 320 may be rounded, wherein the rounded edge may be representative of a portion of a circle with a radius of about 6 mm or more. Other radii may be 2mm or more, 4mm or more, 8mm or more, 10mm or more and 12mm or more.

In deuitvoeringvorm van Fig. 7D bestaat de zuiger 320 uit een proximaal deel en een distaal deel. Het distale deel van de zuiger 320 kan een lengte hebben van ongeveer 12 mm of minder. Andere lengtes kunnen ongeveer 40 mm of minder, 30 mm of minder, 20 mm of minder, 10 mm of minder, enz. zijn. Het proximale deel van de zuiger 320 kan een lengte van ongeveer 6 mm of minder hebben. Andere lengtes kunnen ongeveer 40 mm of minder, 30 mm of minder, 20 mm of minder, 10 mm of minder, enz zijn. Beide lengtes van het proximale en distale deel van de zuiger 320 kunnen worden afgeleid uit de hierboven genoemde lengtes van de zuiger 320, te weten de som van genoemde beide lengtes.In the embodiment of FIG. 7D, the piston 320 consists of a proximal portion and a distal portion. The distal portion of the piston 320 may have a length of about 12 mm or less. Other lengths may be about 40mm or less, 30mm or less, 20mm or less, 10mm or less, etc. The proximal portion of the piston 320 may have a length of about 6 mm or less. Other lengths may be about 40mm or less, 30mm or less, 20mm or less, 10mm or less, etc. Both lengths of the proximal and distal portions of the piston 320 can be derived from the above-mentioned lengths of the piston 320, i.e. the sum of said two lengths.

Fig. 7B en 7D tonen dat elk van de ribben 322 uit een of meer ribben bestaat. Fig. 7B toont dat de ene of meerdere ribben in elk van de ribben 322 evenwijdig zijn. Fig. 7D toont dat de ene of meerdere ribben in elk van de ribben 322 een hoek tussen hen hebben van 3 graden of minder. Andere hoeken kunnen 20 graden of minder, 15 graden of minder, 10 graden of minder, 8 graden of minder, 6 graden of minder en 4 graden of minder zijn.fig. 7B and 7D show that each of the ribs 322 consists of one or more ribs. fig. 7B shows that the one or more ribs in each of the ribs 322 are parallel. fig. 7D shows that the one or more ribs in each of the ribs 322 have an angle between them of 3 degrees or less. Other angles may be 20 degrees or less, 15 degrees or less, 10 degrees or less, 8 degrees or less, 6 degrees or less, and 4 degrees or less.

De volgende uitvoeringsvormen zullen worden beschreven onder verwijzing naar Fig. 8A, 8B en 8C, die respectievelijke dwarsdoorsnedeaanzichten van een kokerdop van het kokersamenstel tonen die in Fig. 4A en 4B wordt getoond.The following embodiments will be described with reference to Figs. 8A, 8B and 8C, showing respective cross-sectional views of a sleeve cap of the sleeve assembly shown in FIG. 4A and 4B is shown.

In de uitvoeringsvorm van Fig. 8A heeft het breedste uiteinde of proximale uiteinde van het doplichaam 201 een diameter van ongeveer 42 mm. Het breedste uiteinde of proximale uiteinde van het doplichaam 201 kan een diameter hebben die gelijk is aan of kleiner is dan de binnendiameter van het buisvormige lichaam 310 en/of de buitendiameter van de kokerzak 303, d.w.z. een van de hierboven beschreven bereiken tussen 10 tot 100 mm. Bovendien kan een smal uiteinde of distaal uiteinde van het doplichaam 201 een diameter hebben in het bereik van ongeveer 5-20 mm. De voorkeur hebbende bereiken kunnen 5-15 mm, 5-12 mm, 5-10 mm, 7-15 mm, 7-12 mm, 7-10 mm enzovoort zijn.In the embodiment of FIG. 8A, the widest end or proximal end of the cap body 201 has a diameter of about 42 mm. The widest or proximal end of the cap body 201 may have a diameter equal to or less than the inner diameter of the tubular body 310 and/or the outer diameter of the sleeve pocket 303, i.e. any of the above-described ranges between 10 to 100 mm. In addition, a narrow end or distal end of the cap body 201 may have a diameter in the range of about 5-20 mm. Preferred ranges may be 5-15mm, 5-12mm, 5-10mm, 7-15mm, 7-12mm, 7-10mm and so on.

Fig. 8A toont de kokerdop 200 met de flens 207 met een diameter van ongeveer 50 mm. De flens 207 kan een diameter hebben gelijk aan of groter dan de binnendiameter van het buislichaam 310 (d.w.z., om het even welk van de hierboven beschreven bereiken tussen 10 tot 100 mm), bij voorkeur gelijk aan of groter dan een buitendiameter van het buislichaam 310. De kokerdop 200 kan een brug 205 omvatten die op de binnenoppervlakte 220 van de kokerdop 200 zoals hierboven beschreven wordt gemonteerd. In Fig. 8A strekt de brug 205 zich radiaal uit van de lengteas A tot een veelheid van delen van het binnenoppervlak 220 of vice versa. Elk van deze uitsteeksels kan een breedte in radiale richting hebben van ongeveer 1-10 mm, bij voorkeur ongeveer 1-8 mm, 1-6 mm, 1-4 mm, en met hoge voorkeur ongeveer 2,3 mm. Fig. 8A toont dat de veelheid van staven 210 is aangebracht op het binnenoppervlak 220 van het doplichaam 201 op een afstand tussen elke twee verste staven van de veelheid van staven in de radiale richting van ongeveer 11,70 mm. Die afstand tussen de twee verste staven kan worden afgeleid als het dubbele van de afstand tussen elk van de veelheid van staven 210 en de lengteas A, bijv. wanneer de veelheid van staven 210 op gelijke afstand van de lengteas A is geplaatst. De veelheid van staven 210 kan worden aangebracht tussen het brede uiteinde (d.w.z. het proximale uiteinde) en het smalle uiteinde (d.w.z. het distale uiteinde) van het doplichaam 201 (d.w.z. met een afstand van de lengteas A groter dan een halve diameter van elk van de bovengenoemde bereiken van het smalle uiteinde of distale uiteinde van het doplichaam 201 en kleiner dan een halve diameter van elk van de bovengenoemde bereiken van het bredere uiteinde of proximale uiteinde van het doplichaam 201), bij voorkeur halverwege tussen de twee uiteinden van het doplichaamfig. 8A shows the tubular cap 200 with the flange 207 having a diameter of about 50 mm. The flange 207 may have a diameter equal to or greater than the inner diameter of the tubular body 310 (i.e., any of the above-described ranges between 10 to 100 mm), preferably equal to or greater than an outer diameter of the tubular body 310 The sleeve cap 200 may include a bridge 205 which is mounted on the inner surface 220 of the sleeve cap 200 as described above. In fig. 8A, the bridge 205 extends radially from the longitudinal axis A to a plurality of portions of the inner surface 220 or vice versa. Each of these projections may have a radial width of about 1-10 mm, preferably about 1-8 mm, 1-6 mm, 1-4 mm, and more preferably about 2.3 mm. fig. 8A shows that the plurality of bars 210 are mounted on the inner surface 220 of the cap body 201 at a distance between every two farthest bars of the plurality of bars in the radial direction of about 11.70 mm. That distance between the two furthest bars can be derived as double the distance between each of the plurality of bars 210 and the longitudinal axis A, e.g. when the plurality of bars 210 are equidistant from the longitudinal axis A. The plurality of rods 210 may be disposed between the wide end (i.e., the proximal end) and the narrow end (i.e., the distal end) of the cap body 201 (i.e., at a distance from the longitudinal axis A greater than half a diameter from each of the the above-mentioned narrow end or distal end ranges of the cap body 201 and less than half a diameter of each of the above-mentioned wider end or proximal end ranges of the cap body 201), preferably midway between the two ends of the cap body

201. In de uitvoeringsvorm van Fig. 8B is te zien dat de kokerdop 200 een afgifteopening 202 omvat die zich in de lengterichting rond de lengteas A uitstrekt, b.v. een buis in de lengterichting die zich uitstrekt vanaf het smalle uiteinde of het distale uiteinde van het doplichaam 201 langs de lengteas A. Het wordt getoond dat de lengte van de afgifteopening 202 in de lengterichting 14 mm is. Deze lengte kan variëren van 5-20 mm, 5-15 mm, 5-10 mm, 7-20 mm, 7-15 mm, 12-20 mm, enzovoort. De afstand tussen een distaal uiteinde van de afgifteopening 202 (d.w.z. waarop een mondstuk kan worden aangesloten) en een buitenoppervlak van de brug 205 (d.w.z. bij het binnenoppervlak 220 van het doplichaam 201 vandaan) is 22 mm. Deze afstand kan variëren van 10-40 mm, 10-30 mm, 10-25 mm, 10-20 mm, 10-15 mm, 15-40 mm, 15-30 mm, 15-25 mm, 15-20 mm, enzovoort.201. In the embodiment of FIG. 8B it can be seen that the sleeve cap 200 includes a dispensing opening 202 extending longitudinally about the longitudinal axis A, e.g. a longitudinal tube extending from the narrow end or the distal end of the cap body 201 along the longitudinal axis A. It is shown that the length of the longitudinal dispensing opening 202 is 14 mm. This length can vary from 5-20mm, 5-15mm, 5-10mm, 7-20mm, 7-15mm, 12-20mm and so on. The distance between a distal end of the dispensing opening 202 (i.e., to which a mouthpiece can be connected) and an outer surface of the bridge 205 (i.e., away from the inner surface 220 of the cap body 201) is 22 mm. This distance can vary from 10-40mm, 10-30mm, 10-25mm, 10-20mm, 10-15mm, 15-40mm, 15-30mm, 15-25mm, 15-20mm, and so on.

Fig. 8B toont een veelheid van staven 210, waarbij één een scherp uiteinde 212 heeft met een schuine hoek van ongeveer 34 graden.fig. 8B shows a plurality of rods 210, one having a sharp end 212 with an oblique angle of about 34 degrees.

De schuine hoek van een scherp uiteinde 212 kan gelijk zijn aan of kleiner zijn dan ongeveer 50, 40, 30, 20, 10 of 5 graden.The oblique angle of a sharp end 212 may be equal to or less than about 50, 40, 30, 20, 10 or 5 degrees.

Een andere staaf van de veelheid van staven 210 heeft een stomp uiteinde 211 met een schuine hoek van ongeveer 80 graden.Another rod of the plurality of rods 210 has a blunt end 211 with an oblique angle of about 80 degrees.

De schuine hoek van een stomp uiteinde 211 kan gelijk zijn aan of groter zijn dan ongeveer 51, 60, 70, 75, 80, 85 of 90 graden.The oblique angle of a blunt end 211 may be equal to or greater than about 51, 60, 70, 75, 80, 85 or 90 degrees.

De veelheid van staven 210 kan zich in de lengterichting uitstrekken met een over het algemeen cilindrische of conische vorm.The plurality of rods 210 may extend longitudinally with a generally cylindrical or conical shape.

Met andere woorden kan de veelheid van staven 210 een kegelhoek hebben die gelijk is aan of kleiner is dan ongeveer 10, 9, 8, 7,6 , 5, 4, 3, 2 of 1 graden, waarbij 0 graden overeenkomt met een cilindrische staaf.In other words, the plurality of rods 210 may have a cone angle equal to or less than about 10, 9, 8, 7.6 , 5, 4, 3, 2 or 1 degrees, where 0 degrees corresponds to a cylindrical rod .

De kegelhoek wordt in deze uitvoeringsvorm gevormd aan het uiteinde van de veelheid van staven 210, bij voorkeur in de richting van de lengterichting (d.w.z. in de richting van het breedste uiteinde (d.w.z., het proximale uiteinde) naar het smalle uiteinde (d.w.z. het distale uiteinde) van het doplichaam 201. Fig. 8B toont de ringvormige wand van de kokerdop 200 met een diameter van 46 mm.The cone angle in this embodiment is formed at the end of the plurality of rods 210, preferably in the longitudinal direction (i.e., toward the widest end (i.e., the proximal end) to the narrow end (i.e., the distal end). ) of the cap body 201. Fig. 8B shows the annular wall of the tubular cap 200 having a diameter of 46 mm.

De ringvormige wand kan een diameter hebben gelijk aan of kleiner dan de binnendiameter van het buislichaam 310 en/of de buitendiameter van de kokerzak 303, d.w.z, elk van de hierboven beschreven bereiken tussen 10 en 100 mm.The annular wall may have a diameter equal to or less than the inner diameter of the tubular body 310 and/or the outer diameter of the sleeve bag 303, i.e. any of the above-described ranges between 10 and 100 mm.

De kokerdop 200 kan verder buitenringen 206 omvatten, waarbij de diameter van de kokerdop 200 inclusief de buitenringen 206 47 mm bedraagt.The sleeve cap 200 may further comprise outer rings 206, the diameter of the sleeve cap 200 including the outer rings 206 being 47 mm.

Met andere woorden kunnen de buitenste ringen 206 een uitstekende afstand hebben (d.w.z. radiaal uitsteken uit de ringvormige wand) van ongeveer 1 mm of minder, bij voorkeur 4 mm of minder, 3 mm of minder, 2 mm of minder, 1,5 mm of minder, 0,5 mm of minder, enzovoort.In other words, the outer rings 206 may have a protruding distance (i.e., radially projecting from the annular wall) of about 1 mm or less, preferably 4 mm or less, 3 mm or less, 2 mm or less, 1.5 mm or less, 0.5mm or less, and so on.

In de uitvoeringsvorm van Fig. 8C heeft de afgifteopening 202 een kegelvorm met een kegelhoek van ongeveer 3 graden of minder, waarbij de kegelhoek gericht is vanaf een richting van het doplichaam 201 naar de afgifteopening 202, waarbij de richting bij voorkeur de lengterichting is.In the embodiment of FIG. 8C, the dispensing opening 202 has a conical shape with a cone angle of about 3 degrees or less, the cone angle being directed from a direction of the cap body 201 toward the dispensing opening 202, the direction being preferably the longitudinal direction.

De kegelhoek van de afgifteopening 202 kan tussen 10 mm of minder, 8 mm of minder, 6 mm of minder, 4 mm of minder, 3 mm of minder, 2 mm of minder, enzovoort liggen, waarbij O graden overeenkomt met een afgifteopening 202 met parallelle wanden.The cone angle of the discharge opening 202 may be between 10 mm or less, 8 mm or less, 6 mm or less, 4 mm or less, 3 mm or less, 2 mm or less, etc., where 0 degrees corresponds to a discharge opening 202 having parallel walls.

Fig. 8C toont het doplichaam 201 met een hoek tussen een buitenoppervlak of binnenoppervlak 220 en de ringvormige wand of lengteas A van ongeveer 61,4 graden of minder.fig. 8C shows the cap body 201 having an angle between an outer surface or inner surface 220 and the annular wall or longitudinal axis A of about 61.4 degrees or less.

Die hoek kan ongeveer 90, 80, 70, 65, 60, 55, 50 enzovoort bedragen.That angle can be about 90, 80, 70, 65, 60, 55, 50 and so on.

Verder wordt getoond dat de ringvormige wand een kegelvorm heeft met een kegelhoek van 3 graden of minder, waarbij de kegelhoek is gericht in een richting van het doplichaam 201 naar de afgifteopening 202, bij voorkeur de richting in de lengterichting. De ringvormige wand kan een kegelhoek hebben die gelijk is aan of kleiner is dan ongeveer 10, 9, 8, 7,6, 5, 4, 3, 2 of 1 graden. Fig. 8C toont de buitenste ringen 206 met een breedte of dikte in de lengterichting van 1 mm of minder. De buitenste ringen 206 kunnen een breedte of dikte hebben die gelijk is aan of kleiner is dan ongeveer 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2 of 1 mm. Bovendien kunnen de buitenste ringen 206 radiaal uitsteken onder een hoek met het breedste uiteinde of proximale uiteinde van het doplichaam 201 van 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1 graden of minder, bij voorkeur een hoek van 2 graden. Verder kunnen de buitenste ringen 206 in de lengterichting uitsteken en een hoek vormen met het breedste einde of proximale einde van het doplichaam 201 van 110, 109, 108, 107, 106, 105, 104, 103, 102, 101 graden of meer, bij voorkeur een hoek van 118 graden.The annular wall is further shown to have a cone shape with a cone angle of 3 degrees or less, the cone angle being directed in a direction from the cap body 201 to the dispensing opening 202, preferably the longitudinal direction. The annular wall may have a cone angle equal to or less than about 10, 9, 8, 7.6, 5, 4, 3, 2 or 1 degrees. fig. 8C shows the outer rings 206 having a width or thickness in the longitudinal direction of 1 mm or less. The outer rings 206 may have a width or thickness equal to or less than about 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2 or 1 mm. In addition, the outer rings 206 may extend radially at an angle to the widest end or proximal end of the cap body 201 of 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1 degrees or less, preferably an angle of 2 degrees. Further, the outer rings 206 may extend longitudinally and form an angle with the widest end or proximal end of the cap body 201 of 110, 109, 108, 107, 106, 105, 104, 103, 102, 101 degrees or more, at preferably an angle of 118 degrees.

[00104] Fig. 8C toont de kokerdop 200 met een flens 207 met een breedte in de lengterichting van ongeveer 2 mm of minder. De flens 207 kan een breedte hebben die gelijk is aan of kleiner is dan 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2 of 1 mm. De ringvormige wand kan een breedte in de lengterichting hebben die gelijk is aan of kleiner is dan ongeveer 20, 18, 16, 14, 12, 10, 8, 6 of 4 mm, bij voorkeur ongeveer 10 mm. Het doplichaam 201 kan een buisdikte (d.w.z. een afstand tussen het buiten- en binnenoppervlak) hebben die gelijk is aan of kleiner is dan ongeveer 6, 5, 4, 3, 2, 1 mm, bij voorkeur ongeveer 2 mm. De ene of meerdere zijwanden of vleugels 203 die zich uitstrekken vanaf de veelheid van staven 210 kunnen een afstand in de lengterichting hebben tussen een punt dat het verst verwijderd 1s van het binnenoppervlak 220 van het doplichaam 201 en het smalle uiteinde (d.w.z. het distale uiteinde) van het doplichaam 201 of een proximaal uiteinde van de afgifteopening 202, die verbonden kan zijn met het smalle uiteinde of het distale uiteinde van het doplichaam 201, gelijk aan of kleiner dan ongeveer 30, 25, 20, 18, 16, 14, 12, 10, 8 of 6 mm, bij voorkeur is dit ongeveer 16 mm. Het zal worden gewaardeerd dat de aspecten van de onderhavige uitvinding uitvoeringsvormen omvatten waarin de hierboven beschreven eigenschappen alleen of in combinatie met andere hier beschreven eigenschappen worden verschaft. Bijvoorbeeld kan de hierboven beschreven koker 300 in een kokersamenstel 100 worden verstrekt, waarbij het samenstel 100 een samenstel van de kokerdop 200 heeft die afsluitbaar met de koker 300 zoals hierin beschreven verbindt. In dergelijke samenstellen bestaat de kokerdop 200 uit een doplichaam 201 dat wordt gevormd om de inhoud van de kokerzak 303 daar doorheen te laten gaan.FIG. 8C shows the sleeve cap 200 having a flange 207 having a longitudinal width of about 2 mm or less. The flange 207 may have a width equal to or less than 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2 or 1 mm. The annular wall may have a longitudinal width equal to or less than about 20, 18, 16, 14, 12, 10, 8, 6 or 4 mm, preferably about 10 mm. The cap body 201 may have a tube thickness (i.e., a distance between the outer and inner surfaces) that is equal to or less than about 6.5, 4, 3, 2, 1 mm, preferably about 2 mm. The one or more sidewalls or wings 203 extending from the plurality of bars 210 may have a longitudinal distance between a point furthest from the inner surface 220 of the cap body 201 and the narrow end (i.e., the distal end). of the cap body 201 or a proximal end of the delivery opening 202, which may be connected to the narrow end or the distal end of the cap body 201, equal to or less than about 30, 25, 20, 18, 16, 14, 12, 10, 8 or 6 mm, preferably about 16 mm. It will be appreciated that aspects of the present invention include embodiments in which the features described above are provided alone or in combination with other features described herein. For example, the sleeve 300 described above may be provided in a sleeve assembly 100, the assembly 100 having a sleeve cap assembly 200 that sealably connects to the sleeve 300 as described herein. In such assemblies, the sleeve cap 200 consists of a cap body 201 which is formed to allow the contents of the sleeve bag 303 to pass therethrough.

De koker 300 kan in kokersamenstellen met verschillende doppen worden gebruikt.The sleeve 300 can be used in sleeve assemblies with different caps.

Bovendien kan de hierboven beschreven kokerdop 200 in een kokersamenstel 100 worden verschaft, waarbij het samenstel 100 een koker 300 heeft die een kokerzak 303 omvat zoals hierin is beschreven.In addition, the above-described sleeve cap 200 may be provided in a sleeve assembly 100, the assembly 100 having a sleeve 300 comprising a sleeve bag 303 as described herein.

In dergelijke samenstellen wordt de kokerdop 200 uitgevoerd om de kokerzak 303 in de koker 300 te openen wanneer de kokerzak 303 tegen de kokerdop 200 wordt gedrukt.In such assemblies, the sleeve cap 200 is configured to open the sleeve bag 303 in the sleeve 300 when the sleeve bag 303 is pressed against the sleeve cap 200 .

De kokerdop 200 kan in kokersamenstellen met verschillende kokers en kokerzakken worden toegepast.The sleeve cap 200 can be used in sleeve assemblies with various sleeves and sleeve pockets.

Terwijl de uitvinding met betrekking tot illustratieve of de voorkeur hebbende uitvoeringsvormen is beschreven, zal het door vakbekwame mensen in de stand der techniek worden begrepen dat diverse veranderingen kunnen worden aangebracht en de equivalenten voor elementen daarvan kunnen worden gesubstitueerd zonder van het werkingsgebied van de uitvinding af te wijken.While the invention has been described with reference to illustrative or preferred embodiments, it will be understood by those skilled in the art that various changes may be made and the equivalents for elements thereof substituted without departing from the scope of the invention. to deviate.

Bovendien kunnen vele wijzigingen worden aangebracht om een bepaalde situatie of een bepaald materiaal van de beschrijving van de uitvinding aan te passen zonder van het essentiële toepassingsgebied ervan af te wijken.Moreover, many modifications can be made to suit a particular situation or material of the disclosure of the invention without departing from its essential field of application.

Daarom is het de bedoeling dat de uitvinding niet wordt beperkt tot de bijzondere of de voorkeur hebbende uitvoeringsvormen of de voorkeur hebbende kenmerken die worden vermeld, maar dat de uitvinding alle uitvoeringsvormen omvat die binnen het toepassingsgebied van de bijgevoegde conclusies vallen.It is therefore intended that the invention not be limited to the particular or preferred embodiments or features stated, but that the invention encompass all embodiments which fall within the scope of the appended claims.

Claims (17)

ConclusiesConclusions 1. Kokerdop (201) die te monteren is op een distaal uiteinde van een kokerlichaam (310) voor gebruik met een extrusiepistool, waarbij die dop een afgifte-uitlaat (202) omvat die zich uitstrekt in een longitudinale richting rond een longitudinale as (A) en een doplichaam (201) dat zich radiaal naar buiten uitstrekt vanaf die uitlaat (202), die dop een veelheid van staven (210) omvat die zich uitstrekken in de longitudinale richting (A) vanaf een binnenoppervlak (220) van het doplichaam (201), waarbij ten minste één doorborende staaf van de veelheid van staven (210) is aangepast om een flexibele zak te doorboren wanneer de flexibele zak tegen de ten minste ene staaf wordt gedrukt, met het kenmerk, dat de ten minste ene doorborende staaf en ten minste één stompe staaf van de veelheid van staven (210) punten met verschillende scherpte hebben en aangebracht zijn rond de longitudinale as (A).A barrel cap (201) mountable to a distal end of a barrel body (310) for use with an extrusion gun, said cap including a dispensing outlet (202) extending in a longitudinal direction about a longitudinal axis (A ) and a cap body (201) extending radially outwardly from said outlet (202), said cap comprising a plurality of rods (210) extending in the longitudinal direction (A) from an inner surface (220) of the cap body ( 201), wherein at least one piercing rod of the plurality of rods (210) is adapted to pierce a flexible bag when the flexible bag is pressed against the at least one rod, characterized in that the at least one piercing rod and at least one obtuse rod of the plurality of rods (210) have points of different sharpness and are disposed about the longitudinal axis (A). 2. Dop volgens conclusie 1, waarbij ten minste twee van de veelheid van staven (210) zich uitstrekken naar verschillende longitudinale posities in de longitudinale richting.The cap of claim 1, wherein at least two of the plurality of rods (210) extend to different longitudinal positions in the longitudinal direction. 3. Dop volgens conclusie 1 of conclusie 2, waarbij de veelheid van staven (210) symmetrisch aangebracht is rond de longitudinale as (A).A cap according to claim 1 or claim 2, wherein the plurality of rods (210) are arranged symmetrically about the longitudinal axis (A). 4. Dop volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die dop verder twee vleugels (203) omvat die zich in tegenovergestelde richtingen uitstrekken vanaf ten minste één staaf van de veelheid van staven (210).The cap of any preceding claim, wherein said cap further comprises two wings (203) extending in opposite directions from at least one rod of the plurality of rods (210). 5. Dop volgens conclusie 4, waarbij die vleugels (203) zich in een hoekrichting rond de longitudinale richting (A) uitstrekken.The cap of claim 4, wherein said wings (203) extend in an angular direction about the longitudinal direction (A). 6. Dop volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die dop verder een brug (205) omvat die zich radiaal naar binnen uitstrekt vanaf de veelheid van staven (210) en elk van de veelheid van staven verbindt.The cap of any preceding claim, wherein said cap further comprises a bridge (205) extending radially inwardly from the plurality of rods (210) and connecting each of the plurality of rods. 7. Dop volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die dop verder een ringvormige wand omvat die zich in de longitudinale richting uitstrekt, waarbij het doplichaam (201) zich radiaal uitstrekt vanaf die ringvormige wand naar de uitlaat (202), waarbij het doplichaam (201) bij voorkeur hoofdzakelijk is aangebracht in de ruimte die wordt gedefinieerd door de ringvormige wand.The cap of any preceding claim, wherein said cap further comprises an annular wall extending in the longitudinal direction, the cap body (201) extending radially from said annular wall to the outlet (202), the cap body ( 201) is preferably disposed substantially in the space defined by the annular wall. 8. Dop volgens conclusie 7, waarbij middelen voor het monteren van de dop aan het distale uiteinde van het kokerlichaam zijn verschaft op een buitenoppervlak van de ringvormige wand.The cap of claim 7, wherein means for mounting the cap at the distal end of the sleeve body is provided on an outer surface of the annular wall. 9. Dop volgens conclusie 7, waarbij de middelen voor het monteren buitenringen (206) omvatten die zijn verschaft op een buitenoppervlak van de ringvormige wand; of waarbij de middelen voor het monteren een flens (207) omvatten die zich radiaal naar buiten uitstrekt vanaf die ringvormige wand.The cap of claim 7, wherein the means for mounting comprises outer rings (206) provided on an outer surface of the annular wall; or wherein the means for mounting comprises a flange (207) extending radially outwardly from said annular wall. 10. Dop volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een buitenoppervlak van de uitlaat (202) is voorzien van een schroefdraad (213).A cap according to any one of the preceding claims, wherein an outer surface of the outlet (202) has a screw thread (213). 11. Kokerdop (201) die te monteren is op een distaal uiteinde van een kokerlichaam (310) voor gebruik met een extrusiepistool, waarbij die dop een afgifte-uitlaat (202) omvat die zich uitstrekt in een longitudinale richting rond een longitudinale as (A) en een doplichaam (201) dat zich radiaal naar buiten uitstrekt vanaf die uitlaat (202), die dop een veelheid van staven (210) omvat die zich uitstrekken in de longitudinale richting (A) vanaf een binnenoppervlak (220) van het doplichaam (201), waarbij ten minste een doorborende staaf van de veelheid van staven (210) is aangepast om een flexibele zak te doorboren wanneer de flexibele zak tegen de ten minste ene staaf wordt gedrukt, gekenmerkt doordat ten minste twee van de veelheid van staven (210) op gelijke afstand van elkaar zijn aangebracht rond de longitudinale as (A) en zich uitstrekken naar verschillende longitudinale posities in de longitudinale richting.A barrel cap (201) mountable to a distal end of a barrel body (310) for use with an extrusion gun, said cap including a dispensing outlet (202) extending in a longitudinal direction about a longitudinal axis (A ) and a cap body (201) extending radially outwardly from said outlet (202), said cap comprising a plurality of rods (210) extending in the longitudinal direction (A) from an inner surface (220) of the cap body ( 201), wherein at least one piercing rod of the plurality of rods (210) is adapted to pierce a flexible bag when the flexible bag is pressed against the at least one rod, characterized in that at least two of the plurality of rods (210 ) are equally spaced about the longitudinal axis (A) and extend to different longitudinal positions in the longitudinal direction. 12. Dop volgens conclusie 11, waarbij de ten minste ene doorborende staaf en ten minste één stompe staaf van de veelheid van staven (210) punten met verschillende scherpte hebben.The cap of claim 11, wherein the at least one piercing rod and at least one blunt rod of the plurality of rods (210) have tips of different sharpness. 13. Kokersamenstel, omvattende: een koker met: een hol, buisvormig lichaam (310) dat is uitgevoerd om een flexibele zak (303) op te nemen die een inhoud bevat die uit de koker kan worden gedreven, waarbij het lichaam (310) een kokerwand omvat die zich in een longitudinale richting (A) uitstrekt; en een zuiger (302) die is verschaft in het lichaam aan het proximale uiteinde, waarbij de zuiger in de longitudinale richting (A) afsluitend verplaatsbaar is langs een kokerwand, een flexibele zak (303) die inhoud bevat die uit de koker verschaft in het buisvormige lichaam kan worden gedreven; en een kokerdop (200), bij voorkeur volgens een van de voorgaande conclusies, afsluitbaar verbonden met het proximale gedeelte (111), waarbij de koker is uitgevoerd om het uitdrijven van de inhoud mogelijk te maken via een afgifte-uitlaat van de kokerdop door middel van het verplaatsen van de zuiger (302), waarbij de kokerdop (200) verder een veelheid van staven omvat die zich uitstrekt in de longitudinale richting (A) vanaf een binnenoppervlak (212) van de dop, waarbij ten minste één doorborende staaf van de veelheid van staven is aangepast om de flexibele zak te doorboren wanneer de flexibele zak tegen de ten minste ene staaf wordt gedrukt door middel van het verplaatsen van de zuiger (302), en waarbij de punten van ten minste twee van de veelheid van staven een verschillende scherpte hebben.A sleeve assembly comprising: a sleeve having: a hollow, tubular body (310) configured to receive a flexible bag (303) containing contents expelled from the sleeve, the body (310) having a includes sleeve wall extending in a longitudinal direction (A); and a piston (302) provided in the body at the proximal end, the piston being sealingly displaceable in the longitudinal direction (A) along a sleeve wall, a flexible bag (303) containing contents supplied from the sleeve into the tubular body can be driven; and a barrel cap (200), preferably according to any one of the preceding claims, sealably connected to the proximal portion (111), the barrel being configured to allow expulsion of the contents through a dispensing outlet of the barrel cap by means of of displacing the piston (302), the sleeve cap (200) further comprising a plurality of rods extending in the longitudinal direction (A) from an inner surface (212) of the cap, wherein at least one piercing rod of the plurality of rods are adapted to pierce the flexible bag when the flexible bag is pressed against the at least one rod by moving the piston (302), and wherein the tips of at least two of the plurality of rods have different points have sharpness. 14. Kokersamenstel volgens conclusie 13, waarbij de inhoud van de flexibele zak ten minste één omvat uit de groep met kit, afdichtmiddel, voegspecie en hechtmiddel, waarbij de flexibele zak bij voorkeur siliconen bevat.Tube assembly according to claim 13, wherein the contents of the flexible bag comprise at least one from the group consisting of putty, sealant, grout and adhesive, the flexible bag preferably containing silicone. 15. Kokersamenstel volgens conclusie 14, waarbij het buisvormige lichaam is aangepast om te worden verdeeld in een proximaal gedeelte (311) en een distaal gedeelte (312),The sleeve assembly of claim 14, wherein the tubular body is adapted to be divided into a proximal portion (311) and a distal portion (312), waarbij het proximale gedeelte (311) hoofdzakelijk is gemaakt van op papier gebaseerd materiaal.wherein the proximal portion (311) is mainly made of paper-based material. 16. Kokersamenstel volgens een van de conclusies 11 tot en met 15, waarbij het buisvormige lichaam middelen omvat voor het van elkaar scheiden van het distale gedeelte en het proximale gedeelte.The sleeve assembly of any one of claims 11 to 15, wherein the tubular body includes means for separating the distal portion and the proximal portion. 17. Kokersamenstel volgens conclusie 15, waarbij het scheidende middel een scheurstrip (302) omvat die zich in een perifere richting uitstrekt en losneembaar het proximale gedeelte (311) en het distale gedeelte (312) met elkaar verbindt.The sleeve assembly of claim 15, wherein the separating means comprises a tear strip (302) extending in a peripheral direction and releasably connecting the proximal portion (311) and the distal portion (312).
BE20215475A 2020-07-08 2021-06-17 TUBE CAP AND TUBE ASSEMBLY BE1028414B1 (en)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP20184786.0A EP3936454B1 (en) 2020-07-08 2020-07-08 Cartridge cap and cartridge assembly

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1028414A1 BE1028414A1 (en) 2022-01-20
BE1028414B1 true BE1028414B1 (en) 2022-07-28

Family

ID=71527712

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215475A BE1028414B1 (en) 2020-07-08 2021-06-17 TUBE CAP AND TUBE ASSEMBLY

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3936454B1 (en)
BE (1) BE1028414B1 (en)
ES (1) ES2938047T3 (en)
PL (1) PL3936454T3 (en)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20230159260A1 (en) * 2021-11-19 2023-05-25 Red Devil, Inc. Sausage package dispensing system, device and method
DE202022101808U1 (en) 2022-04-05 2022-04-13 Pronova Dichtstoffe GmbH & Co. KG Cartridge for receiving and processing building materials
DE202023107547U1 (en) 2023-12-20 2024-01-26 Pronova Dichtstoffe GmbH & Co. KG Cartridge for holding and processing building materials

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000076676A1 (en) * 1999-06-15 2000-12-21 Createchnic Ag Disposable self-opener for opening a tubular bag- cartridge and for pressing out a pasty material from the latter
US6364163B1 (en) * 1998-11-18 2002-04-02 John J. Mueller Refillable dispenser and cartridge
US20180333742A1 (en) * 2017-01-04 2018-11-22 Red Devil, Inc. Material dispensing system and method

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1536003A1 (en) 1965-05-03 1969-10-16 Dow Chemical Co Dispenser for pasty or semi-liquid masses
DE9103038U1 (en) 1991-03-13 1992-07-16 Thera Patent GmbH & Co KG Gesellschaft für industrielle Schutzrechte, 8031 Seefeld Activation device for hose packing
DE9116065U1 (en) 1991-12-24 1992-02-20 Schieferdecker Gmbh & Co Kg, 4006 Erkrath Device for processing materials packaged in film tubes
DE4326114C2 (en) 1993-08-04 1996-05-30 Buck Chem Tech Werke Method of making a collapsible container
JP3990737B2 (en) 1997-11-25 2007-10-17 セメダイン株式会社 Film pack extrusion mechanism
EP1065153B1 (en) 1999-07-02 2004-03-17 Kettenbach GmbH & CO. KG Foil package for pasty product
AUPR248700A0 (en) 2000-12-22 2001-02-01 Selleys Pty Limited Dispensing apparatus
DE102007060382B4 (en) 2007-12-12 2015-01-29 Henkel Ag & Co. Kgaa Slicing device for opening a tubular bag
GB2455372B (en) 2008-05-16 2009-12-30 Paul Evans A container for extrudable material
GB201012094D0 (en) 2010-07-19 2010-09-01 2K Polymer Systems Ltd Multi-component dispenser
WO2012084930A1 (en) 2010-12-21 2012-06-28 Sanofi-Aventis Deutschland Gmbh Drug delivery device with housing comprising frangible zone
DK2520360T3 (en) 2011-05-02 2014-09-01 Sulzer Mixpac Ag MIXING MACHINE FOR MIXING AT LEAST TWO VOLUMEABLE COMPONENTS AND DRAWING DEVICE

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6364163B1 (en) * 1998-11-18 2002-04-02 John J. Mueller Refillable dispenser and cartridge
WO2000076676A1 (en) * 1999-06-15 2000-12-21 Createchnic Ag Disposable self-opener for opening a tubular bag- cartridge and for pressing out a pasty material from the latter
US20180333742A1 (en) * 2017-01-04 2018-11-22 Red Devil, Inc. Material dispensing system and method

Also Published As

Publication number Publication date
EP3936454A1 (en) 2022-01-12
BE1028414A1 (en) 2022-01-20
PL3936454T3 (en) 2023-03-13
ES2938047T3 (en) 2023-04-04
EP3936454B1 (en) 2022-11-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1028414B1 (en) TUBE CAP AND TUBE ASSEMBLY
US8020728B2 (en) Container and method for opening a container
JP5476428B2 (en) Cutting blade for packaging container and packaging container having the same
US8991662B2 (en) Adaptor and tips for caulking tubes
US9827585B2 (en) Stick applicator
US5560521A (en) Recyclable caulk cartridge with breakaway nozzle
US11045389B2 (en) Cover for a container for receiving an enteral nutrition solution
JP5673529B2 (en) Refill container
EP3936455B1 (en) Cartridge and cartridge assembly for use in an extrusion gun
JP5142557B2 (en) Flexible container
AU2013200410B2 (en) Packaging combination
US11247838B2 (en) Coupling device for dispensing of food
US20110240686A1 (en) Reusable sealing apparatus for containers of extractable material
US20150284171A1 (en) Hand-held system for dispensing viscous materials from a flexible pouch and methods of accomplishing the same
US20110180567A1 (en) Tubular dosing container
NL2012574B1 (en) Container for metering liquid material.
EP2557055B1 (en) Packaging combination comprising a tubular casing and a dispensing device with opening means
JPH0380959A (en) Viscous material filling up apparatus for extrusion gun
JP2001072093A (en) Extrusion instrument
EP2522594A1 (en) Packaging combination
JP2007062783A (en) Flexible container
NL2016622B1 (en) Liquid or powdered substance container with a manually breakable seal.
US20230159260A1 (en) Sausage package dispensing system, device and method
US10202223B2 (en) Multi-purpose cap for tube dispenser
US20230256466A1 (en) Plunger system, device and method

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20220728