BE1027623B1 - Systeem voor het faciliteren van klant-interactie in paskamers - Google Patents

Abstract

Systemen en werkwijzen voor het vergemakkelijken van klant-interacties, zoals klant-evaluatie van goederen, worden voorzien. Sensor input relevant voor items geselecteerd door een klant worden ontvangen door een interactief apparaat, die een contextueel element creëert gebaseerd op de sensor input en eerder verschafte configuratiegegevens. Het apparaat ontvangt een spraakopdracht van een klant. De spraakopdracht wordt ontleed in een logische opdracht. De logische opdracht wordt geassocieerd met het contextuele element en het geassocieerde contextuele element en logische opdracht worden overgebracht naar een medewerker, zodanig dat de medewerker wordt aangezet om te reageren op de logische opdracht.

Description

SYSTEEM VOOR HET FACILITEREN VAN KLANT-INTERACTIE IN PASKAMERS

ACHTERGROND Winkelend publiek gebruikt gewoonlijk paskamers om kledingstukken te passen die ze overwegen te kopen. De ervaring van het gebruik van een paskamer wordt echter bemoeilijkt door de noodzaak om slechts een paar kledingstukken tegelijkertijd mee te nemen. Als bij het passen kledingstukken niet goed staan of anderszins niet geschikt zijn voor de klant, moeten ze worden teruggebracht naar de winkelrekken of inventaris. Het kan zijn dat de klant andere maten of kleuren moet vinden die meer acceptabel zijn, en dan opnieuw de paskamer binnengaat. In sommige gevallen kan een medewerker de functie vervullen van het lopen van artikelen van de winkelvloer of inventaris naar de paskamer zoals nodig is voor een klant, maar de klant moet nog steeds zijn of haar voorkeuren communiceren aan de medewerker die ze helpt. Dit draagt bij aan de tijd en moeite die nodig is voor zowel de klant als de medewerker om geschikte en wenselijke kledingstukken voor de klant te vinden.

Een systeem dat het proces van het gebruik van paskamers, en van het identificeren en tegemoetkomen aan de voorkeuren en behoeften van de klant vergemakkelijkt, zou bijdragen aan de efficiëntie van het pasproces en het proces gemakkelijker en aangenamer maken voor zowel de klant als de medewerker.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Volgens een aspect van de uitvinding wordt voorzien in een werkwijze voor het vergemakkelijken van een klant-interactie omvattende het ontvangen van sensor input relevant voor items geselecteerd door een klant, het creëren van een contextueel element gebaseerd op de sensor input en eerder verschafte configuratiegegevens, het ontvangen van een spraakopdracht van de klant, het ontleden van de spraakopdracht in een logische opdracht, het associëren van de logische opdracht met het contextuele element, en het overbrengen van het geassocieerde contextuele element en logische opdracht naar een medewerker, zodanig dat de medewerker wordt aangezet om te reageren op de logische opdracht.

Volgens een aspect van de uitvinding wordt voorzien in een apparaat voor het vergemakkelijken van een klant-evaluatie van een of meer items omvattende een geheugen dat configuratiegegevens opslaat die relevant zijn voor de een of meer items, een gegevens-interface geschikt voor het ontvangen van sensor input relevant voor de een of meer items, een microfoon geschikt voor het ontvangen van spraakopdrachten, en een processor geschikt voor het creëren van een contextueel element gebaseerd op de sensor input en de configuratiegegevens, om de spraakopdracht in een logische opdracht te ontleden, en om de logische opdracht met het contextuele element te associëren, en een zender geschikt voor overbrengen van het geassocieerde contextuele element en logische opdracht naar een mobiel apparaat.

Alternatief of aanvullend kan het apparaat verder een behuizing ingericht voor bevestiging in een paskamer omvatten.

Alternatief of aanvullend kan het apparaat verder een meervoudig aantal gebruikersinterface-elementen omvatten die geschikt zijn voor het ontvangen van een bericht, het associëren met het contextuele element, en die het presenteert via een van het meervoudig aantal elementen gekozen gebaseerd op het contextuele element.

Volgens een aspect van de uitvinding wordt voorzien in een niet- tijdelijk computer-leesbaar medium met computer uitvoerbare instructies daarop opgeslagen die, wanneer uitgevoerd, de stappen uitvoeren van het ontvangen van een contextueel element en audio, het verwerken van de audio met een spraakprocessor om intenties te produceren, het associëren van de intenties met het contextuele element, en het produceren van een vraag gebaseerd op de geassocieerde gegevens.

Alternatief of aanvullend kan het niet-tijdelijk computer-leesbaar medium met computer uitvoerbare instructies daarop opgeslagen verder zijn ingericht om een voorkeursapparaat op afstand vast te stellen, gebaseerd op de zoekresultaten en het contextuele element, voor het ontvangen van instructies, het genereren van instructies, en het overbrengen naar het voorkeursapparaat op afstand.

Alternatief of aanvullend kunnen het contextuele element en audio worden ontvangen vanaf een eerste apparaat op afstand en kan het voorkeursapparaat op afstand het eerste apparaat op afstand zijn.

Alternatief of aanvullend kunnen het contextuele element en audio worden ontvangen vanaf een eerste apparaat op afstand en kan het voorkeursapparaat op afstand een tweede apparaat op afstand zijn.

Alternatief of aanvullend kan het niet-tijdelijk computer-leesbaar medium met computer uitvoerbare instructies daarop opgeslagen verder zijn ingericht om gegevens te ontvangen vanaf het tweede apparaat op afstand in reactie op de instructies, het formatteren van een tweede bericht gebaseerd op de reactie en het contextuele element, en het overbrengen van het tweede bericht naar het eerste apparaat op afstand.

Volgens een aspect van de uitvinding wordt voorzien in een systeem omvattende een interactief apparaat voor het vergemakkelijken van een klant-evaluatie van een of meer items omvattende een geheugen dat configuratiegegevens opslaat die relevant zijn voor de een of meer items, een gegevens-interface geschikt voor het ontvangen van sensor input relevant voor de een of meer items, een microfoon geschikt voor het ontvangen van spraakopdrachten, en een processor geschikt voor het creëren van een contextueel element gebaseerd op de sensor input en de configuratiegegevens, om de spraakopdracht in een logische opdracht te ontleden, en om de logische opdracht met het contextuele element te associëren, en een zender geschikt voor overbrengen van het geassocieerde contextuele element en logische opdracht naar een mobiel apparaat, en een RFID-lezer ingericht om een regio waarin het interactieve apparaat is geplaatst te bewaken, waarbij de configuratiegegevens de RFID-lezer met het interactieve apparaat associëren.

Alternatief of aanvullend kan de RFID-lezer verder zijn ingericht om tag-gegevens vast te leggen voor tags geassocieerd met de een of meer items, omvattende een tag unieke identificatie, en om de tag-gegevens over te brengen naar het interactieve apparaat.

In een uitvoeringsvorm is de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het vergemakkelijken van klant-interacties zoals een klant- evaluatie van items waarin sensor input relevant voor items geselecteerd door een klant wordt ontvangen, een contextueel element gebaseerd op de sensor input en eerder verschafte configuratiegegevens wordt gecreëerd, een spraakopdracht van de klant wordt ontvangen en ontleedt in een logische opdracht, waarbij de logische opdracht met het contextuele element met elkaar wordt geassocieerd, en het geassocieerde contextuele element en logische opdracht worden overgebracht naar een medewerker, zodanig dat de medewerker wordt aangezet om te reageren op de logische opdracht.

In een andere uitvoeringsvorm is de onderhavige uitvinding een apparaat omvattende een geheugen waarop configuratiegegevens zijn opgeslagen dat sensor input ontvangt, een contextueel element creëert gebaseerd op de sensor input en de configuratiegegevens, audio ontvangt, de audio met het contextuele element associeert, en het geassocieerde element en audio overbrengt naar een partij die assistentie kan verlenen aan een gebruiker van het apparaat.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN De bijhorende figuren, waar gelijkende referentiecijfers verwijzen naar identieke of functioneel gelijkwaardige elementen doorheen de verschillende aanzichten, samen met de uitgebreide beschrijving hieronder, zijn opgenomen in en maken deel uit van de beschrijving, en dienen om uitvoeringsvormen van concepten die de geclaimde uitvinding omvatten verder te illustreren, en verklaren verscheidene principes en voordelen van 5 deze uitvoeringsvormen. FIG. 1 illustreert een systeem voor het vergemakkelijken van klant-interacties; en FIG. 2 illustreert een blokschema van stappen die betrokken zijn bij het gebruik van spraakopdrachten om een klantervaring te vergemakkelijken in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Elementen in de figuren worden geïllustreerd voor eenvoud en duidelijkheid en zijn niet noodzakelijk op schaal weergegeven. Afmetingen van sommige van de elementen in de figuren kunnen bijvoorbeeld overdreven zijn in verhouding tot andere elementen om te helpen het begrip te verbeteren van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding.

De apparaat- en werkwijzecomponenten zijn waar toepasselijk weergegeven door conventionele symbolen in de tekeningen, die enkel die specifieke details tonen die noodzakelijk zijn voor het begrijpen van de uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zodat de beschrijving niet wordt overschaduwd door details die duidelijk zijn voor de vakman die voordeel heeft van de beschrijving hierin.

UITGEBREIDE BESCHRIJVING Een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt getoond in Fig. 1. In een klant vergemakkelijkings-systeem 10, is een paskamer 12 voorzien van een interactief apparaat 14 dat voorziet in diensten om een klant 16 te helpen bij het evalueren van items, zoals het passen van kledingstukken 18 en 20. Hoewel slechts twee kledingstukken worden getoond in Fig. 1, moet worden begrepen dat systemen en werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding kunnen worden gebruikt om het passen of kopen van veel kledingstukken of andere items te vergemakkelijken. De kledingstukken 18 en 20 zijn voorzien van RFID-tags 22 en 24 respectief, welke uniek zijn voor de kledingstukken. Elk item (zoals de kledingstukken 18 en 20) heeft een of meer attributen, zoals een voorraadhoudende eenheid (SKU) nummer, maat, kleur, prijs, unieke identificatie, of andere ermee geassocieerde item gegevens, en deze details zijn geassocieerd in systemen en werkwijzen van de onderhavige uitvinding met informatie op de RFID-tags. In enkele uitvoeringsvormen kan deze informatie direct in de RFID-tags zijn opgeslagen. Bepaalde items kunnen ook afbeeldingsgegevens geassocieerd met de items hebben.

Ook voorzien in of nabij de paskamer 12 is een RFID-antenne 26 die geschikt is voor het lezen van de RFID-tags 22 en 24 in verbinding met een RFID-lezer 28. De RFID-antenne 26 kan zo geplaatst zijn om alleen RFID-tags binnen de paskamer 12 of binnen een klein gedeelte van de paskamer 12 waar te nemen. De RFID-antenne 26 kan bijvoorbeeld zo zijn geplaatst of geschikt zijn om alleen RFID-tags te lezen van kledingstukken die op een specifieke hanger binnen de paskamer 12 worden gehangen of binnen een gedefinieerde regio van de paskamer 12. Het heeft echter voorkeur dat de RFID-antenne geschikt is voor het waarnemen van alle RFID-tags geassocieerd met alle kledingstukken of andere items in de paskamer 12.

In een uitvoeringsvorm omvatten de RFID-tags 22 en 24 een substraat dat printbaar kan zijn, een antenne, een processor en een geheugen omvattende een unieke tag ID (Elektronische Product Code (EPC)). In een uitvoeringsvorm zijn de RFID-tags 22 en 24 en de RFID- taglezer compatibel met het Gen2 protocol.

Het interactieve apparaat 14 is bij voorkeur voorzien van een aanraakscherm (touchscreen) 32 die een visueel beeldscherm integreert met een aanraakbaar gebruikersinterface. Het interactieve apparaat omvat verder een behuizing geschikt voor bevestiging in de paskamer 12, een microfoon, een luidspreker, een processor, geheugen zoals een verwijderbare SD-kaart, een communicatie-module en software zoals een besturingssysteem en een applicatie.

De RFID-antenne 26 is communicatief verbonden met een RFID- lezer 28, ofwel draadloos of via een bekabelde verbinding, zoals getoond door communicatie-pad 30. De RFID-lezer 28 omvat een behuizing geschikt voor bevestiging in of nabij een paskamer 12, een processor, een communicatie- module, en besturingssoftware/firmware. Zoals in verder detail zal worden uitgelegd, communiceert de klant 16 met het interactieve apparaat 14 via gesproken interacties met een spraakgebaseerde interface van het interactieve apparaat 14, of via aanraking of andere UI technieken. Op zijn beurt kan het interactieve apparaat 14, ofwel direct of via tussenliggende apparaten, signalen uitzenden en ontvangen naar en vanaf een of meer mobiele apparaten 24 gebruikt door een medewerker 36, zoals een verkoopmedewerker of een ander personeelslid. Het mobiele apparaat 34 heeft een touchscreen interface 38 die het mogelijk maakt voor medewerker 36 om te communiceren met de klant 16 om de paskamer-ervaring te vergemakkelijken, zoals hieronder verder wordt uitgelegd. Het mobiele apparaat 34 omvat verder een behuizing, geheugen, processor, communicatie-module, voedingsmodule (b.v. batterij), en gebruikersinterface-elementen zoals een toetsenbord, een microfoon en een luidspreker. Ook voorzien in het systeem 10 is een server omvattende een processor, geheugen, communicatie-module, en software zoals een spraakmachine en een machine-learning processor. In de uitvoeringsvorm getoond in Fig. 1 is deze server een cloudgebaseerde server en is getoond door de clouddiensten 40. Een communicatie-pad 42, dat via het internet kan zijn, is voorzien tussen de clouddiensten 40 en het interactieve apparaat

14.

Een Wi-Fi toegangspunt 44 kan ook zijn verschaft. In de uitvoeringsvorm getoond in Fig. 1, voorziet het Wi-Fi toegangspunt 44 in een eerste communicatie-pad 46 tussen het interactieve apparaat 14 en het Wi-Fi toegangspunt 44, en een tweede communicatie-pad 48 tussen het toegangspunt 44 en het mobiele apparaat 34.

Communicatie tussen elektronische componenten van de onderhavige utvinding (zoals het interactieve apparaat 14, de RFID-lezer 28, het mobiele apparaat 34) en de server zoals belichaamd door de clouddiensten 40 kan zijn via een ad-hoc draadloos netwerk dat zich tussen deze apparaten vormt, of door een gecentraliseerde communicatie-hub. Communicatie tussen apparaten van de onderhavige uitvinding zijn bij voorkeur via draadloze communicatie zoals onder de Wi-Fi communicatiestandaarden, alhoewel andere communicatietechnieken in enkele uitvoeringsvormen kunnen worden gebruikt. Apparaten kunnen communiceren via mobiele communicatie.

Verder kan verwerking en gegevensopslag op verschillende manieren worden uitgevoerd. Het interactieve apparaat 14 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van verwerkingskracht en benodigde applicaties om mondelinge uitspraken te ontleden en om informatie aan de mobiele apparaten 34 te presenteren zonder dat er externe servers nodig zijn om te voorzien in deze functie. In een uitvoeringsvorm kunnen de functies uitgevoerd door de server (zoals weergegeven door de clouddiensten 40) worden uitgevoerd door een combinatie van het interactieve apparaat 14 en de mobiele apparaten 34.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is het interactieve apparaat 14 een CC6000 “Customer Congierge” kiosk zoals verkrijgbaar bij Zebra Technologies Corp., en is het mobiele apparaat 34 een TC56 touch computer, ook verkrijgbaar bij Zebra Technologies Corp.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding worden elementen van het systeem 10 geconfigureerd voordat het systeem wordt ingeschakeld om een productevaluatie en aankoopproces te vergemakkelijken.

Tijdens configuratie worden een of meer RFID-tags 22 en 24 geassocieerd met items zoals kledingstukken 18 en 20. Item attributen van de items worden naar het geheugen van de RFID-tags 22 en 24 geschreven, of item attributen worden naar een geheugen (bijvoorbeeld clouddiensten 40 of het interactieve apparaat 14) geschreven samen met de tag unieke identificatie (UID) of elektronische product code (EPC). Dit verzamelen van gegevens samen met andere gegevens relevant voor de besturing van het systeem kan worden gezien als configuratiegegevens, en kan worden opgeslagen in een verscheidenheid van logische of geheugenlocaties binnen systemen van de onderhavige uitvinding.

De RFID-lezer 28 is geconfigureerd met het communicatieprotocol van de RFID-tags, gevoed en bevestigd in of nabij de paskamer 12. De antenne 26 is geschikt om tags te lezen binnen de paskamer 12 en bij voorkeur om niet tags te ondervragen of te lezen die niet in de kamer zijn.

Afbeeldingsgegevens geassocieerd met de items is voorgeladen in het geheugen van het interactieve apparaat 14. In enkele uitvoeringsvormen kunnen deze afbeeldingsgegevens zijn voorgeladen in de mobiele apparaten 34 of de clouddiensten 40.

Het interactieve apparaat 14 en RFID-lezer 28 zijn geconfigureerd om met elkaar te communiceren via hun respectieve communicatie-modules.

Het interactieve apparaat 14 en de mobiele apparaten 34 zijn geconfigureerd om met de clouddiensten 40 te communiceren via hun respectieve communicatie-modules.

Onder verwijzing naar Figs. 1 en 2 zal nu een item evaluatie en klant-vergemakkelingsproces worden beschreven. Fig. 2 geeft een algemene stroom van functies weer die worden uitgevoerd door systemen en werkwijzen van de onderhavige uitvinding.

Een product evaluatieproces kan dan voortzetten wanneer een klant 16 items 18 en 20 selecteert met RFID-tags 22 en 24 en de getagde items de paskamer 12 binnen draagt. De RFID-lezer 28 leest via de antenne 26 de tags 22 en 24 door het ondervragen van de tags en het ontvangen van signalen van de tags. Deze stap is geïllustreerd in blok 50 in Fig. 2.

In een uitvoeringsvorm is de RFID-lezer constant in een ondervragingsmodus zodat het de binnenkomst van nieuwe RFID-tags de paskamer 12 in kan identificeren. De RFID-lezer 28 kan de tags individualiseren, waarbij de tags een singulatie-ronde ondergaan.

De RFID-lezer 28 verzoekt tag IDs, de tags 22 en 24 ontvangen het leesverzoek en reageren op het leesverzoek zodat de RFID-lezer 28 de tag IDs ontvangt. Wanneer nieuwe tag IDs zijn geïdentificeerd wordt er een kamer-binnenkomst gebeurtenis gecreëerd. Het creëren van de kamer- binnenkomst gebeurtenis kan worden overgebracht van de RFID-lezer 28 naar het interactieve apparaat 14.

Het interactieve apparaat 14 ontvangt de kamer-binnenkomst gebeurtenis en creëert een contextueel element voor de gebeurtenis. In dit geval kan het contextuele element worden beschouwd als een ‘klant in paskamer’ element. Het contextuele element kan verschillende stukjes gegevens van de gebeurtenis bevatten, waaronder details over de items in de paskamer 12 (zoals SKU nummers) en alle details die over de klant 16 bekend zijn. Een groet wordt geselecteerd door het interactieve apparaat 14 en uitgezonden naar de klant, bij voorkeur via een luidspreker op het interactieve apparaat 14. De RFID-lezer 28 verzendt gegevens corresponderend met de RFID-tags 22 en 24 naar het interactieve apparaat 14, die de tag-gegevens ontvangt.

Het interactieve apparaat 14 modificeert het contextuele element om de tag-gegevens toe te voegen en associeert de tag-gegevens met item- gegevens en afbeeldingen. Het interactieve apparaat 14 selecteert dan afbeeldingen om af te beelden op het scherm 32, gebaseerd op het contextuele element. De afgebeelde afbeelding kan informatie omvatten over beschikbare variaties van de items, waaronder verschillende maten en kleuren. Het scherm 32 rendert en geeft itemafbeeldingen weer, die worden bekeken door de klant 16, zoals getoond in blok 52 van Fig. 2. De klant kan worden voorzien van visuele of verbale instructies voor het adresseren van spraakopdrachten aan het interactieve apparaat 14.

Op dit punt kan de klant de items 18 en 20 passen of de items anderszins evalueren. De klant kan dan een verbaal verzoek of spraakopdracht voor een item maken, die wordt ontvangen door een microfoon van het interactieve apparaat. De klant kan bijvoorbeeld zeggen “Ik vind dit shirt leuk, maar I wil het in maat medium”. Deze stap is geïllustreerd in blok 54 van Fig. 2.

Een aantal verschillende spraakopdrachten kan worden verwerkt door de systemen van de onderhavige uitvinding. Voorbeeld opdrachten omvatten: “Ik heb item 1 nodig in maat X”, waarbij X een maatnummer is.

“Ik heb item 2 nodig in een Y maat”, waarbij Y een maatbeschrijver is zoals extra small, small, medium, large, of extra large.

“Ik heb item 1 nodig in Z maten kleiner/groter”, waarbij Z een nummer is van 1 tot 4.

“Ik heb item 3 nodig in de kleur (blauw, zwart, rood, etc.)” Zoals getoond in blok 56 van Fig. 2 worden de spraakopdrachten vervolgens ontleed in combinatie met een contextueel element van het proces (zoals informatie dat dit een paskamer proces is). In een uitvoeringsvorm digitaliseert het interactieve apparaat 14 de audio en brengt de audio en andere informatie met betrekking tot het contextuele element over naar een server zoals voorzien door de clouddiensten 40. In deze uitvoeringsvorm ontvangt de server de audio en contextuele element informatie en voert een aantal functies uit. Klant-intentie wordt bepaald gebaseerd op dit ontleden. De server verwerkt de audio met een spraakverwerkingsmachine en associeert intentie output van de spraakmachine met het contextuele element. De server bepaalt vervolgens het item dat wordt aangevraagd door de klant. In dit voorbeeld zal het aangevraagde item een shirt zijn die past bij de stijl en kleur van het shirt gekozen door de klant, maar in een maat medium. De spraakopdracht wordt ontleed in een logische opdracht die kan worden overgebracht naar de medewerker 36 via het mobiele apparaat 34. In een voorbeeld kan de server het aangevraagde item vergelijken met een winkelvoorraad, en als het aangevraagde item in de winkelvoorraad is, wordt de medewerker 36 op de hoogte gesteld van het verzoek van de klant (bijvoorbeeld via het mobiele apparaat 34), zoals getoond in blok 58 van Fig.

2. De medewerker 36 kan ontvangst van dit verzoek bevestigen. In deze stap creëert de server een bericht voor de medewerker 36 en brengt het bericht over, dat wordt ontvangen door het mobiele apparaat 34. De server kan ook een signaal uitzenden naar het interactieve apparaat zodat de klant 16 kan worden geïnformeerd dat de medewerker het item naar de paskamer 12 zal brengen. Als de server niet in staat is om de spraakopdracht in een logische opdracht te vertalen om aan de medewerker 36 te presenteren, kan de klant 16 hiervan op de hoogte worden gesteld via het interactieve apparaat 14 en worden aangezet via het interactieve apparaat (bijvoorbeeld via het touchscreen interface) om een ander verzoek te maken of om het verzoek te herhalen, maar op een andere manier verwoord. In sommige gevallen kan de klant worden aangezet om een nieuw verzoek in te voeren via een niet- spraak gebruikersinterface op het interactieve apparaat.

Als de server bepaalt dat het aangevraagde item niet beschikbaar is, kan de server een signaal naar het interactieve apparaat 14 sturen zodat het interactieve apparaat 14 de klant 16 informeert dat het item momenteel niet beschikbaar is. Het interactieve apparaat 14 kan bijvoorbeeld weergeven of aankondigen “Jammer genoeg hebben we die (maat of kleur)

niet maar we kunnen het binnen 2 dagen naar u verzenden, retourneringen zijn altijd gratis. Bent u geïnteresseerd?” In een uitvoeringsvorm omvatten zowel het interactieve apparaat 14 als de server spraakverwerking-capaciteiten. Het interactieve apparaat 14 kan ruis verwijderen en basis spraakverwerking uitvoeren, terwijl de server een vertaling van spraakopdrachten naar logische opdrachten utvoert om aan de medewerker 36 te presenteren. In een andere uitvoeringsvorm is het interactieve apparaat in staat om alle benodigde spraakverwerking en het vertalen in logische opdrachten te voltooien en deze opdrachten naar de medewerker 36 te verzenden via het mobiele apparaat 34.

Het mobiele apparaat 34 geeft het bericht weer en ontvangt input van de medewerker 36 die ontvangst van het bericht bevestigd. Bevestiging wordt naar de server overgebracht, die de bevestiging ontvangt. De medewerker verschaft hulp zoals getoond in blok 60 van Fig. 2, bijvoorbeeld door het brengen van het aangevraagde item naar de paskamer 12.

Als het item niet is gevonden, wordt een bericht gecreëerd door de server om dat aan te geven aan de klant 16, en dit bericht wordt door de server naar het interactieve apparaat 14 gezonden en aan de klant 16 gecommuniceerd via een audiobericht of een afbeelding. De klant kan vervolgens weer een ander item aanvragen of kan weigeren om andere items te blijven aanvragen. Zulke verzoeken kunnen blijven komen van de klant 14 en blijven worden verwerkt door de server en verschaft aan de medewerker 36 via het mobiele apparaat 34 totdat de klantverzoeken stoppen.

Als deel van dit proces kan de medewerker 36 worden geïnstrueerd om de aangevraagde items naar de paskamer 12 te brengen voor verdere evaluatie door de klant 16. Zoals getoond in keuzeblok 62 van Fig. 2, als nieuwe items naar de paskamer 12 worden gebracht, komen deze items de kamer binnen en worden geïdentificeerd zoals getoond in blok 50.

Als er geen nieuwe items worden aangevraagd, of als voor een andere reden geen nieuwe items naar de paskamer worden gebracht (zoals voor niet-op- voorraad items), kan de klant worden geïnformeerd over dit via het interactieve apparaat 14 en eindigt het proces zoals getoond in blok 64 van Fig.2.

De term “paskamer” hierin wordt gebruikt om te verwijzen naar een verscheidenheid van verschillende type kamers of gebieden waar kledingstukken of andere items kunnen worden gepast of geëvalueerd. Een “paskamer” kan bijvoorbeeld in sommige gevallen een “kleedkamer” worden genoemd.

In sommige uitvoeringsvormen kan de klant 16 communiceren met het interactieve apparaat 14 om de medewerker 36 te informeren om een gewenst product direct naar een verkoopbalie te brengen in plaats van naar de paskamer 12. Het interactieve apparaat 14 kan de klant verder een pictogram presenteren zodat de klant 16 kan kiezen om met het apparaat 14 te communiceren door alleen visuele middelen te gebruiken, wat nodig kan zijn als de klant 16 slechthorend is. Het interactieve apparaat 14 kan de klant 16 ook een help-pictogram presenteren zodat de klant 16 een medewerker 36 naar de paskamer 12 kan roepen wanneer nodig.

Alhoewel er voorbeelden zijn gegeven waarin een klant kledingstukken past, moet het worden begrepen dat systemen en werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding geschikt kunnen worden gemaakt om het mogelijk te maken voor klanten of andere gebruikers om een grote verscheidenheid van verschillende items te evalueren. In SOMMIGE uitvoeringsvormen kan een klant of gebruiker bijvoorbeeld systemen en werkwijzen volgende onderhavige uitvinding gebruiken om elektronische apparaten of andere consumentenproducten, muziekinstrumenten, of spellen te evalueren. Systemen en werkwijzen volgens de onderhavige uitvinding kunnen verder worden gebruik in niet- consumenten toepassingen zoals in een tuin-management systeem, waarbij de items goederen zijn om te worden getransporteerd en de gebruiker spraakopdrachten gebruikt om verzoeken met betrekking tot deze goederen in te voeren. Anders dan een paskamer, kunnen de principes van de onderhavige uitvinding worden toegepast in elke regio waarbij getagde items worden geassembleerd.

De bovenstaande beschrijving verwijst naar een blokschema van de bijbehorende tekeningen. Alternatieve implementaties van het voorbeeld gepresenteerd door het blokschema omvatten een of meer aanvullende of alternatieve elementen, processen en/of apparaten. Aanvullend of alternatief kunnen een of meer van de voorbeeldblokken van het schema worden gecombineerd, opgedeeld, herschikt of weggelaten. Componenten weergegeven door de blokken van het schema worden geïmplementeerd door hardware, software, firmware en/of elke combinatie van hardware, software en/of firmware. In sommige voorbeelden wordt tenminste een van de componenten die de in de blokken beschreven functies uitvoert, geïmplementeerd door een logische schakeling. Zoals hierin gebruikt, wordt de term "logische schakeling’ uitdrukkelijk gedefinieerd als een fysiek apparaat dat ten minste een geconfigureerde hardwarecomponent bevat (bv. via bediening in overeenstemming met een vooraf bepaalde configuratie en/of via uitvoering van opgeslagen machine-leesbare instructies) om een of meer machines te besturen en/of bewerkingen uit te voeren op een of meer machines. Voorbeelden van een logische schakeling omvatten een of meer processors, een of meer coprocessors, een of meer microprocessors, een of meer besturingen, een of meer digitale signaalprocessors (DSPs), een of meer applicatie specifieke geïntegreerde schakelingen (ASIC's), een of meer veldprogrammeerbare poortarrays (FPGA's), een of meer microcontroller eenheden (MCUs), een of meer hardware versnellers, een of meer speciaal- doel computerchips en een of meer systeem-op-een-chip (SoC) apparaten. Sommige voorbeeld logische schakelingen, zoals ASICs of FPGAs, zijn specifiek geconfigureerde hardware voor het uitvoeren van bewerkingen (bv.

een of meer van de bewerkingen die hierin worden beschreven en weergegeven door de stroomschema's in deze beschrijving, indien aanwezig). Sommige voorbeeld logische schakelingen zijn hardware die machine- leesbare instructies uitvoert om bewerkingen uit te voeren (bv. een of meer van de bewerkingen die hierin worden beschreven en weergegeven door de stroomschema's in deze beschrijving, indien aanwezig). Sommige voorbeelden van logische schakelingen omvatten een combinatie van specifiek geconfigureerde hardware en hardware die machinaal leesbare instructies uitvoert.

De bovenstaande beschrijving verwijst naar verschillende hierin beschreven bewerkingen en stroomschema's die hieraan kunnen worden toegevoegd om de stroom van die bewerkingen te illustreren. Dergelijke stroomschema's zijn representatief voor hierin beschreven voorbeeldwerkwijzen. In sommige voorbeelden implementeren de werkwijzen die worden weergegeven door de stroomschema's het apparaat dat wordt weergegeven door de blokschema’s. Alternatieve implementaties van hierin beschreven voorbeeldwerkwijzen kunnen aanvullende of alternatieve bewerkingen omvatten. Verder kunnen bewerkingen van alternatieve implementaties van de hierin beschreven werkwijzen gecombineerd, verdeeld, herschikt of weggelaten worden. In sommige voorbeelden worden de hierin beschreven bewerkingen geïmplementeerd door machine-leesbare instructies (bv. software en/of firmware) die zijn opgeslagen op een medium (bv. een tastbaar machine-leesbaar medium) voor uitvoering door een of meer logische schakelingen (bv. processor (s)). In sommige voorbeelden worden de hierin beschreven bewerkingen geïmplementeerd door een of meer configuraties van een of meer specifiek ontworpen logische schakelingen (bv. ASIC ('s)). In sommige voorbeelden worden de hierin beschreven bewerkingen geïmplementeerd door een combinatie van specifiek ontworpen logische schakeling(en) en machine-

leesbare instructies die zijn opgeslagen op een medium (bv. een tastbaar machine-leesbaar medium) voor uitvoering door logische schakeling(en).

Zoals hierin gebruikt, wordt elk van de termen 'tastbaar machine- leesbaar medium’, 'niet-tijdelijk machine-leesbaar medium’ en 'machine- leesbaar opslagapparaat' uitdrukkelijk gedefinieerd als een opslagmedium (bv. een plaat van een harde schijf, een digitale veelzijdige schijf, een compact disc, flash-geheugen, alleen-lezen geheugen, willekeurig toegankelijk geheugen, etc.) waarop machine-leesbare instructies (bv. programmacode in de vorm van bijvoorbeeld software en/of firmware ) worden opgeslagen voor elke geschikte tijdsduur (bv. permanent, voor een langere periode (bv. terwijl een programma geassocieerd met de machine- leesbare instructies wordt uitgevoerd), en/of voor een korte periode (bv. wanneer machine-leesbare instructies in de cache worden opgeslagen en/of tijdens een bufferproces)). Verder, zoals hierin gebruikt, wordt elk van de termen "tastbaar machine-leesbaar medium", "niet-tijdelijk machine- leesbaar medium" en "machine-leesbaar opslagapparaat" uitdrukkelijk gedefinieerd om voortplantingssignalen uit te sluiten. Dat wil zeggen, zoals gebruikt in enige conclusie van dit octrooi, kan geen van de termen 'tastbaar machine-leesbaar medium’, 'niet-tijdelijk machine-leesbaar medium’ en 'machine-leesbaar opslagapparaat' worden gelezen voor implementatie door een voortplantend signaal.

In de voorgaande beschrijving zijn specifieke uitvoeringsvormen beschreven. Echter zal worden erkent dat verschillende aanpassingen en veranderingen gemaakt kunnen worden zonder afstand te nemen van de beschermingsomvang van de uitvinding zoals uitgezet in de conclusies hieronder. Daarom moeten de beschrijving en de figuren begrepen worden ter illustratie in plaats van beperkend, en al dergelijke modificaties zijn bedoeld om in de beschermingsomvang van de uitvinding van de huidige beschrijving inbegrepen te zijn. Aanvullend moeten de beschreven uitvoeringsvormen/voorbeelden/implementaties niet worden geïnterpreteerd als wederzijds exclusief, en moeten in plaats daarvan worden begrepen als potentieel combineerbaar als dergelijke combinaties op eniger wijze toelaatbaar zijn. Met andere woorden, elk kenmerk dat wordt beschreven in elk van de bovengenoemde uitvoeringsvormen/voorbeelden/implementaties kan worden opgenomen in elk van de andere bovengenoemde uitvoeringsvormen/voorbeelden/implementaties.

De voordelen, oplossingen voor problemen, en elk element(en) dat ertoe kan leiden dat enig voordeel of oplossing optreedt of duidelijker wordt, mogen niet worden opgevat als kritische, verplichte of essentiële kenmerken of elementen van een of alle conclusies. De uitvinding wordt uitsluitend gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies, inclusief eventuele wijzigingen die zijn aangebracht tijdens de loop van deze aanvraag en alle equivalenten van die conclusies zoals gepubliceerd. Voor de duidelijkheid en een beknopte beschrijving worden kenmerken hierin beschreven als onderdeel van dezelfde of afzonderlijke uitvoeringsvormen, maar het zal duidelijk zijn dat de reikwijdte van de uitvinding uitvoeringsvormen kan omvatten met combinaties van alle of sommige van de beschreven kenmerken. Het zal duidelijk zijn dat de getoonde uitvoeringsvormen dezelfde of vergelijkbare componenten hebben, afgezien van waar ze worden beschreven als zijnde verschillend.

Bovendien kunnen in dit document relationele termen zoals eerste en tweede, boven- en onder en dergelijke alleen worden gebruikt om een entiteit of actie van een andere entiteit of actie te onderscheiden zonder noodzakelijkerwijs een feitelijke relatie of volgorde tussen dergelijke entiteiten of acties te vereisen of te impliceren. De termen “omvatten”, “omvattende”, “heeft”, “hebbende”, “bevat”, “bevattende” of enige variatie daarop zijn bedoeld om een niet-exclusieve insluiting te dekken, zodat een proces, werkwijze, artikel, of samenstel dat een lijst elementen omvat, heeft, bevat niet alleen die elementen bevat maar ook andere elementen kan bevatten die niet expliciet genoemd zijn of inherent zijn aan een dergelijk proces, werkwijze, artikel, of samenstel. Een element voorgegaan door “omvat. een”, “heeft … een”, “bevat … een” sluit niet, zonder meer beperkingen, het bestaan uit van aanvullende identieke elementen in het proces, de werkwijze, het artikel of apparaat dat het element omvat, heeft of bevat. De term “een” wordt gedefinieerd als één of meer tenzij het er expliciet anders staat beschreven. De termen “in hoofdzaak”, “essentieel”, “nabij”, “ongeveer” of enige andere versie daarvan worden gedefinieerd als dicht bij wat door de vakman wordt begrepen, en in een niet beperkende uitvoeringsvorm wordt de term gedefinieerd als zijnde binnen 10%, in een andere uitvoeringsvorm binnen 5%, in een andere uitvoeringsvorm binnen 1% en in een andere uitvoeringsvorm binnen 0.5%. De term “gekoppeld” wordt hierin gedefinieerd als verbonden, hoewel dat niet noodzakelijk direct en niet noodzakelijk mechanisch. Een apparaat of structuur die “geconfigureerd” is op een bepaalde manier is geconfigureerd op ten minste die manier, maar kan ook op manieren geconfigureerd zijn die niet beschreven zijn.

De samenvatting van de beschrijving wordt verschaft om de lezer snel een indruk te geven van de aard van de technische beschrijving. Het wordt ingediend met het begrip dat het niet zal worden gebruikt om de beschermingsomvang of betekenis van de conclusies te interpreteren of te beperken. Bovendien kan uit de voorgaande “uitgebreide beschrijving” worden opgemaakt dat verschillende kenmerken samen in verschillende uitvoeringsvormen worden gegroepeerd om de beschrijving te stroomlijnen. Deze wijze van beschrijving dient niet worden geïnterpreteerd als het weerspiegelen van een voornemen dat de uitvoeringsvormen waarvoor rechten worden aangevraagd meer kenmerken vereisen dan die uitdrukkelijk in elke conclusie worden vermeld. Eerder, zoals de volgende conclusies weerspiegelen, ligt er inventieve materie in minder dan alle kenmerken van een enkele beschreven uitvoeringsvorm. Aldus worden de volgende conclusies in de “uitgebreide beschrijving” opgenomen, waarbij elke conclusie op zichzelf staat als materie waarvoor afzonderlijk rechten zijn aangevraagd.

Het enkele feit dat bepaalde maatregelen worden gedefinieerd in onderling verschillende conclusies, wijst er niet op dat een combinatie van deze maatregelen niet tot voordeel kan worden toegepast.

Een veelvoud van varianten zal duidelijk zijn voor de vakman.

Alle varianten worden begrepen binnen de beschermingsomvang van de uitvinding te vallen die wordt beschreven in de volgende conclusies.

Claims (11)

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het vergemakkelijken van een klant-interactie omvattende: het ontvangen van sensor input relevant voor items geselecteerd door een klant; het creëren van een contextueel element gebaseerd op de sensor input en eerder verschafte configuratiegegevens; het ontvangen van een spraakopdracht van de klant; het ontleden van de spraakopdracht in een logische opdracht; het associëren van de logische opdracht met het contextuele element; en het overbrengen van het geassocieerde contextuele element en logische opdracht naar een medewerker, zodanig dat de medewerker wordt aangezet om te reageren op de logische opdracht.

2. Apparaat voor het vergemakkelijken van een klant evaluatie van een of meer items omvattende: een geheugen dat configuratiegegevens opslaat die relevant zijn voor de een of meer items; een gegevens-interface geschikt voor het ontvangen van sensor input relevant voor de een of meer items; een microfoon geschikt voor het ontvangen van spraakopdrachten; en een processor geschikt voor het creëren van een contextueel element gebaseerd op de sensor input en de configuratiegegevens, om de spraakopdracht in een logische opdracht te ontleden, en om de logische opdracht met het contextuele element te associëren; en een zender geschikt voor overbrengen van het geassocieerde contextuele element en logische opdracht naar een mobiel apparaat.

3. Apparaat volgens conclusie 2 verder omvattende een behuizing ingericht voor bevestiging in een paskamer.

4. Apparaat volgens conclusie 2 of 3 verder omvattende een meervoudig aantal gebruikersinterface-elementen die geschikt zijn voor het ontvangen van een bericht, het associëren met het contextuele element, en presenteert het via een van het meervoudig aantal elementen gekozen gebaseerd op het contextuele element.

5. Niet-tijdelijk computer-leesbaar medium met computer uitvoerbare instructies daarop opgeslagen die, wanneer uitgevoerd, de stappen uitvoeren van het ontvangen van een contextueel element en audio, het verwerken van de audio met een spraakprocessor om intenties te produceren, het associëren van de intenties met het contextuele element, en het produceren van een vraag gebaseerd op de geassocieerde gegevens.

6. Niet-tijdelijk computer-leesbaar medium met computer utvoerbare instructies daarop opgeslagen volgens conclusie 5 die verder is ingericht om vast te stellen, gebaseerd op de zoekresultaten en het contextuele element, een voorkeursapparaat op afstand voor het ontvangen van instructies, het genereren van instructies, en het overbrengen naar het voorkeursapparaat op afstand.

7. Niet-tijdelijk computer-leesbaar medium met computer uitvoerbare instructies daarop opgeslagen volgens conclusie 6 waarbij het contextuele element en audio worden ontvangen vanaf een eerste apparaat op afstand en het voorkeursapparaat op afstand een tweede apparaat op afstand is.

8. Niet-tijdelijk computer-leesbaar medium met computer uitvoerbare instructies daarop opgeslagen volgens conclusie 6 waarbij het contextuele element en audio worden ontvangen vanaf een eerste apparaat op afstand en het voorkeursapparaat op afstand een tweede apparaat op afstand is.

9. Niet-tijdelijk computer-leesbaar medium met computer uitvoerbare instructies daarop opgeslagen volgens conclusie 8 verder ingericht om gegevens te ontvangen vanaf het tweede apparaat op afstand in reactie op de instructies, het formatteren van een tweede bericht gebaseerd op de reactie en het contextuele element, en het overbrengen van het tweede bericht naar het eerste apparaat op afstand.

10. Systeem omvattende: een interactief apparaat voor het vergemakkelijken van een klant- evaluatie van een of meer items omvattende: een geheugen dat configuratiegegevens opslaat die relevant zijn voor de een of meer items; een gegevens-interface geschikt voor het ontvangen van sensor input relevant voor de een of meer items; een microfoon geschikt voor het ontvangen van spraakopdrachten; en een processor geschikt voor het creëren van een contextueel element gebaseerd op de sensor input en de configuratiegegevens, om de spraakopdracht in een logische opdracht te ontleden, en om de logische opdracht met het contextuele element te associëren; en een zender geschikt voor overbrengen van het geassocieerde contextuele element en logische opdracht naar een mobiel apparaat; en een RFID-lezer ingericht om een regio waarin het interactieve apparaat is geplaatst te bewaken; waarbij de configuratiegegevens de RFID- lezer associëren met het interactieve apparaat.

11. Systeem volgens conclusie 10 waarbij de RFID-lezer verder is ingericht om tag-gegevens vast te leggen voor tags geassocieerd met de een of meer items, omvattende een tag unieke identificatie, en om de tag- gegevens over te brengen naar het interactieve apparaat.