BE1027396B1

BE1027396B1 - Vessel for powders

Info

Publication number: BE1027396B1
Application number: BE20195416A
Authority: BE
Inventors: Erik Adolf Paul Pauwels
Original assignee: Gitra Bvba
Priority date: 2019-06-28
Filing date: 2019-06-28
Publication date: 2021-02-01
Also published as: BE1027396A1; WO2020261196A1

Abstract

Vaartuig met een ruim dat minstens één volume afbakent waarin een bulkgoed kan vastgehouden worden, waarbij het vaartuig een mechanisme bevat voor het pneumatisch transporteren van het bulkgoed, het mechanisme bevattende een buizenstel dat via een frame beweegbaar verbonden is met het ruim, welk buizenstel proximaal verbindbaar is met een machinekamer en distaal voorzien is van een mondstuk, waarbij het frame voorzien is van actuatoren om de positie van het mondstuk binnen genoemd volume te sturen.Vessel having a hold defining at least one volume in which a bulk good can be held, the vessel comprising a mechanism for pneumatically conveying the bulk material, the mechanism comprising a set of tubes movably connected to the hold via a frame, which set of tubes are proximally connectable is having a machine room and is provided with a nozzle distally, the frame being provided with actuators to control the position of the nozzle within said volume.

Description

Vaartuig voor poeders De uitvinding heeft betrekking op cen vaartuig voor poeders. Wanneer poeders over de weg getransporteerd worden gebeurt dit typisch in een tankwagen. Dit is een vrachtwagen waarop een tank, typisch hoofdzakelijk cilindervormig, is gemonteerd. In de onderzijde van een dergelijke tank zijn systemen ingebouwd voor het fluïdiseren van het poeder zodanig dat het poeder pneumatisch in en uit de tank getransporteerd kan worden. Pneumatisch transporteren wil zeggen dat de voortstuwende kracht waarmee het poeder getransporteerd wordt een gasstroom of luchtstroom is. Daarbij is in eerste instantie minder relevant of de gasstroom of luchtstroom door zuigen, onderdruk of vacuüm wordt gerealiseerd of door blazen of overdruk wordt gerealiseerd.The invention relates to a vessel for powders. When powders are transported by road, this typically takes place in a tanker. This is a truck on which a tank, typically mainly cylindrical, is mounted. Systems for fluidizing the powder are built into the underside of such a tank, such that the powder can be pneumatically transported into and out of the tank. Pneumatic transport means that the propelling force with which the powder is transported is a gas flow or air flow. In the first instance, it is less relevant whether the gas flow or air flow is realized by suction, underpressure or vacuum or by blowing or overpressure.

Voor binnenvaartschepen zijn gelijkaardige transportmiddelen ontwikkeld. Meer bepaald worden binnenvaartschepen voorzien van tanks of silo’s waarin onderaan mechanismes voorzien zijn voor het fluïdiseren en het pneumatische transporteren van de poeders. Typisch heeft een binnenvaartschip meerdere afzonderlijke tanks of silo’s die elk een vooraf bepaald volume hebben. Het voordeel van een dergelijk binnenvaartschip is dat poeders op een betrouwbare manier getransporteerd kunnen worden. Nadelen zijn dat een dergelijk binnenvaartschip duur is door zijn complexe opbouw. Ook is de inzetbaarheid beperkt doordat de tanks vast in het vaartuig voorzien zijn. Ook is de reinigbaarheid van de tanks moeilijk.Similar means of transport have been developed for inland vessels. More specifically, inland vessels are provided with tanks or silos in which mechanisms are provided at the bottom for fluidizing and pneumatic transport of the powders. Typically, an inland vessel has several separate tanks or silos, each of which has a predetermined volume. The advantage of such an inland vessel is that powders can be transported reliably. The drawbacks are that such an inland vessel is expensive due to its complex construction. Deployment is also limited because the tanks are permanently installed in the vessel. The cleanability of the tanks is also difficult.

Het is een doel van de uitvinding om een vaartuig voor het transporteren van poeders te verbeteren.It is an object of the invention to improve a vessel for transporting powders.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een vaartuig met een ruim dat minstens één volume afbakent waarin een bulkgoed kan vastgehouden worden, waarbij het vaartuig een mechanisme bevat voor het pneumatisch transporteren van het bulkgoed, het mechanisme bevattende een buizenstel dat via een frame beweegbaar verbonden is met het ruim, welk buizenstel proximaal verbindbaar is met een machinekamer en distaal voorzien is van een mondstuk, waarbij het frame voorzien is van actuatoren om de positie van het mondstuk binnen genoemd volume te sturen.To this end, the invention provides a vessel having a hold defining at least one volume in which a bulk material can be held, the vessel comprising a mechanism for pneumatically conveying the bulk material, the mechanism comprising a set of pipes movably connected to the vessel via a frame. spacious, the tubing being connectable proximally to a machine room and distally provided with a mouthpiece, the frame being provided with actuators for controlling the position of the mouthpiece within said volume.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat pneumatisch transport van poeders ook via de bovenzijde van het volume kan gerealiseerd worden. Hierdoor kan een mechanisme voor het fluïdiseren van het poeder onderaan het volume weggelaten worden. Bestaande tanks en silo’s hebben een mechanisme aan de onderzijde voor het fluïdiseren en pneumatisch transporteren. De uitvinding voorziet in een mechanisme met een buizenstel en een mondstuk, waarbij het buizenstel via een frame verbonden is met het ruim, en waarbij het mondstuk binnen het volume van het ruim kan bewogen worden. Hierdoor zal het mondstuk als een stofzuiger fungeren, waardoor poeder dat in het ruim opgeslagen is eenvoudig opgezogen kan worden en pneumatisch getransporteerd kan worden uit het ruim. Ook omgekeerd is het vullen van het ruim noemenswaardig eenvoudiger omdat het ruimt gevuld kan worden via het mondstuk dat gestuurd kan worden binnen het volume. Daarmee kan het poeder gecontroleerd over de volledige oppervlakte van het ruim uitgespreid worden zodat stofvorming en ophoping van het poeder kan vermeden worden.The invention is based on the insight that pneumatic transport of powders can also be realized via the top side of the volume. This allows a mechanism for fluidizing the powder at the bottom of the volume to be omitted. Existing tanks and silos have a mechanism on the bottom for fluidizing and pneumatic conveying. The invention provides a mechanism with a tube set and a nozzle, wherein the tube set is connected to the hold by a frame, and wherein the nozzle can be moved within the volume of the hold. As a result, the nozzle will act as a vacuum cleaner, so that powder stored in the hold can be easily sucked up and pneumatically transported from the hold. Conversely, filling the hold is notably easier because the space can be filled via the nozzle that can be controlled within the volume. This allows the powder to be spread over the entire surface of the hold in a controlled manner so that dust formation and accumulation of the powder can be avoided.

Omdat het ruim onderaan geen mechanisme bevat voor het fluïdiseren en transporteren van het poeder, kan het ruim onderaan vlak gemaakt worden. Dit vergroot noemenswaardig de toepassingsmogelijkheden van het vaartuig en laat toe om ook andere soorten goederen te transporteren. Anders gezegd wordt het vaartuig multifunctioneel. In de praktijk blijkt dit grote voordelen te hebben. Namelijk poederschepen worden typisch ingezet om poeders van plaats A naar plaats B te brengen. Op plaats B wordt het poeder gelost en typisch ook verwerkt. In de meeste gevallen worden op plaats B geen nieuwe of andere poeders gemaakt die naar plaats A terug getransporteerd moeten worden. In de praktijk zal een poederschip daarom leeg van plaats B terug naar plaats A varen om terug gevuld te worden op plaats A. Dit is weinig efficiënt, namelijk het schip is slechts voor de helft van de afgelegde afstand gevuld. Met het vaartuig volgens de uitvinding wordt het mogelijk om andere goederen, bijvoorbeeld paletten of containers tussen plaats B en plaats A te vervoeren, zodat de rendabiliteit van het vaartuig noemenswaardig verhoogt. Tests hebben ook uitgewezen dat het reinigen van een ruim van een vaartuig volgens de uitvinding noemenswaardig eenvoudiger is dan het reinigen van een silo of tank uit een vaartuig volgens de stand van de techniek. Ook het bouwen van een vaartuig met een open ruim en het voorzien van een mechanisme is noemenswaardig eenvoudiger en goedkoper dan het bouwen van een vaartuig met één of meerdere silo’s en/of druktanks.Since the hold at the bottom does not contain a mechanism for fluidizing and transporting the powder, the hold can be flattened at the bottom. This noticeably increases the application possibilities of the vessel and also makes it possible to transport other types of goods. In other words, the vessel becomes multifunctional. In practice, this appears to have major advantages. Namely, powder ships are typically used to transport powders from place A to place B. At location B the powder is unloaded and typically also processed. In most cases, no new or different powders are made at location B that need to be returned to location A. In practice, a powder ship will therefore sail empty from place B back to place A to be filled back at place A. This is not very efficient, because the ship is only filled for half the distance traveled. With the vessel according to the invention it becomes possible to transport other goods, for instance pallets or containers, between location B and location A, so that the profitability of the vessel increases considerably. Tests have also shown that cleaning a hold of a vessel according to the invention is notably easier than cleaning a silo or tank from a vessel according to the prior art. Building a vessel with an open hold and providing a mechanism is also notably easier and cheaper than building a vessel with one or more silos and / or pressure tanks.

Bij voorkeur bevat het buizenstel minstens een eerste, tweede en derde buissegment, waarbij het eerste buissegment proximaal pivoteerbaar met de machinekamer verbindbaar is en distaal pivoteerbaar met een proximaal deel van het tweede buissegment verbonden is, waarbij het tweede buissegment distaal pivoteerbaar met een proximaal deel van het derde buissegment verbonden is, en waarbij het derde buissegment distaal genoemd mondstuk heeft.Preferably, the tubing includes at least a first, second, and third tubing segment, wherein the first tubing segment is proximally pivotably connectable to the machine room and is pivotably connected distally to a proximal portion of the second tubing segment, the second tubing segment being pivotably connected distally to a proximal portion of the tubing. the third tube segment is connected, and wherein the third tube segment has said mouthpiece distally.

Bij voorkeur heeft het frame segmenten die overeenstemmen met de buissegmenten om de buissegmenten vast te houden en te sturen.Preferably, the frame has segments corresponding to the tube segments for retaining and steering the tube segments.

Bij voorkeur heeft het vaartuig een lengterichting en waarbij het frame en het vaartuig complementaire geleiders bevatten zodanig dat het frame in de lengterichting beweegbaar is ten opzichte van het ruim.Preferably, the vessel has a longitudinal direction and wherein the frame and vessel include complementary guides such that the frame is longitudinally movable relative to the hold.

Bij voorkeur bevat het vaartuig verder de machinekamer met een luchtverplaatsingsmechanisme dat voorzien is om een luchtstroom doorheen het buizenstel te genereren om het bulkgoed via de luchtstroom te transporteren.Preferably, the vessel further includes the engine room with an air displacement mechanism provided to generate an air flow through the piping to transport the bulk material via the air flow.

Bij voorkeur is de machinekamer in de lengterichting van het vaartuig beschouwd in een centrale zone voorzien.The engine room is preferably provided in a central zone viewed in the longitudinal direction of the vessel.

Bij voorkeur heeft het vaartuig meerdere vaste aansluitpunten voor het aansluiten van het proximaal deel van het buizenstel, welke aansluitpunten via een buizenstel met de machinekamer verbonden zijn.Preferably, the vessel has several fixed connection points for connecting the proximal part of the pipe set, which connection points are connected to the engine room via a pipe set.

Bij voorkeur heeft het vaartuig minstens één dubbele zijwand waarbij de aansluitpunten zich in een binnenste wand van de dubbele zijwand bevinden en waarbij het buizenstel in de dubbele zijwand gevormd is.Preferably, the vessel has at least one double side wall with the connection points located in an inner wall of the double side wall and the piping being formed in the double side wall.

Bij voorkeur strekken het eerste buissegment en het tweede buissegment zich hoofdzakelijk liggend uit in een zone die zich bovenaan het volume bevindt.Preferably, the first pipe segment and the second pipe segment extend substantially horizontally in a zone located at the top of the volume.

Bij voorkeur is het derde buissegment roteerbaar tussen een liggende positie waarin het derde buissegment zich in de zone bovenaan het volume bevindt, en een schuine positie waarin het mondstuk zich nabij een bodem van het ruim bevindt.Preferably, the third tube segment is rotatable between a recumbent position in which the third tube segment is in the zone at the top of the volume, and an oblique position in which the nozzle is near a bottom of the hold.

Bij voorkeur bevatten de framesegmenten een eerste framesegment en een tweede framesegment die in scara configuratie staan.Preferably, the frame segments include a first frame segment and a second frame segment that are in scara configuration.

Bij voorkeur bevat het vaartuig verder luiken voor het afdekken van het ruim, waarbij het mechanisme gevormd is in een zone onder de luiken.Preferably the vessel further includes hatches for covering the hold, the mechanism being formed in a zone below the hatches.

Bij voorkeur is het vaartuig een binnenvaartschip.The vessel is preferably an inland waterway vessel.

Bij voorkeur bevat het ruim minstens één tussenschot zodat meerdere volumes afgebakend zijn waarin een bulkgoed kan vastgehouden worden, waarbij het mechanisme via de geleiders beweegbaar is om bij elk van de volumes geplaatst te worden.Preferably, the hold comprises at least one partition so that multiple volumes are delineated in which a bulk good can be held, the mechanism being movable via the guides to be placed at each of the volumes.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will now be described in more detail with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

In de tekening laat : figuur 1 een vaartuig zien volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 cen bovenaanzicht zien van een ruim met mechanisme volgens de uitvoeringsvorm uit figuur 1; figuur 3 een bovenaanzicht zien van een vaartuig met een ruim met meerdere segmenten; figuur 4 een doorsnede zien van cen vaartuig volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 5 een dwarsdoorsnede zien van een zijkant van een luik; en figuur 6 een zijaanzicht zien van een luik.In the drawing: figure 1 shows a vessel according to a preferred embodiment of the invention; figure 2 shows a top view of a hold with mechanism according to the embodiment of figure 1; Figure 3 is a top view of a vessel with a multi-segment hold; Figure 4 shows a cross-section of a vessel according to an embodiment of the invention; Figure 5 shows a cross section of a side of a shutter; and figure 6 shows a side view of a shutter.

In de tekening is aan eenzelfde of analoog element eenzelfde verwijzingscijfer toegekend.In the drawing the same or analogous element is assigned the same reference numeral.

Figuur 1 toont een vaartuig 1 waarin een uitvoeringsvorm van de uitvinding is toegepast. Het vaartuig 1 is een binnenvaartschip. Binnenvaartschepen kunnen op verschillende manieren gebouwd worden, bijvoorbeeld met een enkele wand of een dubbele wand. Ook de locatie van de cabine alsook het type van de aandrijving kan verschillen. De uitvinding is niet beperkt tot een specifiek soort binnenvaartschip. De uitvinding is zelfs toepasbaar in een bredere context van vaartuigen waar ook zeeschepen onder vallen. Zoals hieronder duidelijk zal worden is de uitvinding ook toepasbaar voor een zeeschip. Bij voorkeur echter wordt de uitvinding toegepast op een binnenvaartschip, dit is een schip dat primair ontworpen is om te varen op rivieren en kanalen.Figure 1 shows a vessel 1 in which an embodiment of the invention is applied. The vessel 1 is an inland waterway vessel. Barges can be built in different ways, for example with a single wall or a double wall. The location of the cabin as well as the type of drive can also differ. The invention is not limited to any specific type of inland vessel. The invention is even applicable in a broader context of vessels including seagoing vessels. As will become clear below, the invention is also applicable to a seagoing vessel. Preferably, however, the invention is applied to an inland waterway vessel, which is a vessel primarily designed to navigate rivers and canals.

Het schip heeft een ruim 2. Het ruim 2 wordt gevormd door een bodem van het schip en opstaande wanden. De bodem en opstaande wanden definiëren een volume. Dit volume kan gevuld worden met goederen, bijvoorbeeld bulkgoederen zoals zand, kolen, cement, erts of andere goederen. In het ruim 2 kunnen alternatief ook stukgoederen geplaatst worden. Stukgoederen zijn typisch voorzien op paletten of in containers. Deze paletten en/of containers kunnen in het ruim 2 geplaatst worden en kunnen zelfs gestapeld worden om zich minstens gedeeltelijk boven de wanden van het ruim 2 uit te strekken. Deze mogelijkheden maken een binnenvaartschip 1 breed inzetbaar, zodat het mogelijk is om een hoog transportrendement te halen. Om het transportrendement verder te verhogen worden in het ruim vaak tussenschotten geplaatst die het ruim 2 opdelen in meerdere segmenten. In figuur 1 is één segment aangeduid met referentiecijfer 2 en is een ander segment van het ruim aangeduid met referentiecijfer 2’. De volumes van verschillende segmenten kunnen met verschillende soorten goederen gevuld worden.The ship has a hold 2. Hold 2 is formed by a bottom of the ship and upright walls. The bottom and upright walls define a volume. This volume can be filled with goods, for example bulk goods such as sand, coal, cement, ore or other goods. Alternatively, general cargo can also be placed in hold 2. General cargo is typically provided on pallets or in containers. These pallets and / or containers can be placed in the hold 2 and can even be stacked to extend at least partially above the walls of the hold 2. These possibilities make an inland vessel 1 widely deployable, so that it is possible to achieve a high transport efficiency. To further increase the transport efficiency, partitions are often placed in the hold that divide the hold 2 into several segments. In figure 1, one segment is indicated with reference number 2 and another segment of the hold is indicated with reference number 2 ". The volumes of different segments can be filled with different types of goods.

Voor transporteren van poeders worden traditioneel poederbinnenvaartschepen gebouwd. Deze schepen hebben tanks of silo’s vast ingebouwd in het ruim waarin het poeder kan opgeslagen worden. Deze silo’s hebben onderaan middelen voor het fluïdiseren van het poeder om het poeder te transporteren. In de context van deze beschrijving is een poeder gedefinieerd als een droog bulkmateriaal bevattende een groot aantal uiterst kleine partikels. In de context van deze uitvinding heeft het poeder vloei-eigenschappen en kan een poeder daarom gefluïdiseerd worden. Poeders kunnen via pneumatisch transport verplaatst worden. Een pneumatisch transportsysteem verplaatst cen poeder door het creëren van een luchtstroom doorheen een buis, welke luchtstroom het poeder meevoert doorheen de buis.Traditionally, powder inland vessels are built for the transport of powders. These ships have tanks or silos permanently installed in the hold in which the powder can be stored. These silos have at the bottom means for fluidizing the powder to transport the powder. In the context of this description, a powder is defined as a dry bulk material containing a large number of extremely small particles. In the context of this invention, the powder has flow properties and therefore a powder can be fluidized. Powders can be moved by pneumatic transport. A pneumatic conveying system displaces a powder by creating an air flow through a tube, which air stream carries the powder through the tube.

In figuur 1 is ter plaatse van het ruim 2 een mechanisme 3 voorzien voor het pneumatisch transporteren van poeder. Het mechanisme 3 heeft een buizenstel 4 met een mondstukIn figure 1 a mechanism 3 is provided at the location of the hold 2 for pneumatically transporting powder. The mechanism 3 has a tube set 4 with a mouthpiece

5. Het buizenstel 4 is opgehangen aan een frame 6 ter plaatse van de bovenzijde van het ruim 2. Het buizenstel 4 en frame 6 zijn zo gevormd dat het mondstuk 5 op nagenoeg elke positie binnen het volume van het ruim 2 positioneerbaar is. Hiertoe heeft het buizenstel 4 meerdere segmenten die door het frame 6 vastgehouden worden. Het frame 6 heeft meerdere actuatoren om de verschillende buisdelen ten opzichte van elkaar te bewegen. De combinatie van bewegingen is zo gekozen om het mondstuk 5 binnen nagenoeg het gehele volume van het ruim 2 te kunnen bewegen. Figuur 1 toont verder luiken 21. Luiken 21 zijn typisch beweegbaar in de lengterichting van het vaartuig 1. De luiken 21 kunnen geschoven worden naar een positie waarin ze het ruim 2 5 afdekken. Om toegang tot het ruim 2 te geven kunnen de luiken open geschoven worden, dit wil zeggen naar één kant van het schip geschoven worden. In figuur 1 zijn de luiken minstens gedeeltelijk geopend door het schuiven naar de rechterzijde. Hierdoor is het ruim 2 en het ruim 2” geopend. Het gebruik van luiken is bekend voor binnenvaartschepen en is daarom in deze beschrijving niet verder toegelicht.5. The tube set 4 is suspended from a frame 6 at the top of the hold 2. The tube set 4 and frame 6 are formed such that the nozzle 5 can be positioned at almost any position within the volume of the hold 2. To this end, the pipe set 4 has several segments which are held by the frame 6. The frame 6 has several actuators for moving the different tube parts with respect to each other. The combination of movements has been chosen in such a way that the mouthpiece 5 can be moved within almost the entire volume of the hold 2. Figure 1 further shows hatches 21. Hatches 21 are typically movable in the longitudinal direction of the vessel 1. The hatches 21 can be slid to a position in which they cover the hold. To provide access to hold 2, the hatches can be slid open, that is to say, slid to one side of the ship. In figure 1, the shutters are at least partially opened by sliding to the right. This has opened hold 2 and hold 2 ”. The use of hatches is known for inland vessels and is therefore not further explained in this description.

Pneumatisch, door middel van een luchtstroom, verplaatsen van poeders kan stofvorming veroorzaken. Stofvorming in combinatie met druk ten gevolgde van de luchtstroom dient bij voorkeur gefilterd te worden. Dit om te vermijden dat stof overmatig in de omgevingslucht komt. Over overmatig stof in de omgevingslucht gelden in Europa normen, nl. maximaal 5mg/m°.Pneumatic displacement of powders by means of an air stream can cause dust formation. Dust formation in combination with pressure as a result of the air flow should preferably be filtered. This is to prevent dust from entering the ambient air excessively. European standards apply to excessive dust in the ambient air, i.e. a maximum of 5 mg / m °.

Toepassen van luiken ter afsluiting van de laadruimte heeft als voordeel dat toegang kan verschaft worden tot de laadruimte voor een grijper van bijvoorbeeld een overslagkraan, door het verschuiven van de luiken. De luiken worden voor het laden en lossen van poeders aangepast om bij voorkeur hoofdzakelijk waterdicht en hoofdzakelijk stofdicht te zijn.The use of hatches to close off the cargo space has the advantage that access can be provided to the cargo space for a grab of, for example, a transfer crane, by sliding the hatches. The hatches are adapted for the loading and unloading of powders to be preferably substantially watertight and substantially dustproof.

De luiken zijn bij voorkeur opgebouwd als stapelluiken zoals bekend in de markt, waarbij minstens één van de luiken, bij voorkeur elk luik voorzien is van een ingebouwde filter en ventilaticopeningen. Via de ventilatieopeningen en met de filter kan een luchtstroom ontsnappen terwijl ze gefilterd wordt. De luiken zijn verder bij voorkeur ten opzichte van elkaar met rubberprofielen hoofdzakelijk stofdicht gevormd, alsook ten opzichte van de den van het vaartuig.The hatches are preferably constructed as stack hatches as known in the market, wherein at least one of the hatches, preferably each hatch, is provided with a built-in filter and ventilation openings. Air flow can escape through the ventilation openings and with the filter while it is being filtered. The hatches are furthermore preferably formed with rubber profiles substantially dust-proof with respect to each other, as well as with respect to the pine of the vessel.

Op deze wijze wordt een stofdichte luikenkap gecreëerd, die de mogelijk biedt om het stof, veroorzaakt door het pneumatisch laden en lossen van poeder, te filteren middels de geïntegreerde stoffilter, alsook drukopbouw in het ruim te verhinderen.In this way a dust-tight hatch cover is created, which makes it possible to filter the dust caused by the pneumatic loading and unloading of powder by means of the integrated dust filter, as well as to prevent pressure build-up in the hold.

Verder worden bij voorkeur twee ronde openingen voorzien per luik, welke openingen door een afneembaar deksel afgedekt worden. Via de openingen kan het ruim beladen worden met een beladingsbalg. Wanneer het ruim beladen wordt vanaf bijvoorbeeld een silowagen, een ander siloschip of een fabriek, kan belading gebeuren via de zuigarm van de rolbrug die hieronder verder beschreven is.Furthermore, preferably two round openings are provided per hatch, which openings are covered by a removable cover. The hold can be loaded with a loading bellows through the openings. When the hold is loaded from, for example, a silo wagon, another silo vessel or a factory, loading can take place via the suction arm of the crane, which is further described below.

De luikenkap ligt bij voorkeur volledig dicht tijdens belading en lossing van poedervormige producten. Slechts voor het laden/lossen van conventionele goederen zoals paletten, containers, stukgoed, ertsen of bouwmaterialen worden de luiken open en dicht gelegd.The hatch cover is preferably completely closed during loading and unloading of powdery products. The hatches are only opened and closed for loading / unloading conventional goods such as pallets, containers, general cargo, ores or building materials.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van het ruim 2. Daarbij toont figuur 2 hoe een frame 6 zich uitstrekt over het ruim 2. Bij voorkeur strekt het frame 6 zich uit over de volledige breedte van het ruim 2. Het frame 6 is bij voorkeur verbonden met de twee overstaande randen van het ruim 2. Anders gezegd overbrugt het frame 6 de breedte van het ruim.Figure 2 shows a top view of the hold 2. Figure 2 shows how a frame 6 extends over the hold 2. Preferably the frame 6 extends over the full width of the hold 2. The frame 6 is preferably connected to the two opposite edges of the hold 2. In other words, the frame 6 bridges the width of the hold.

Hiertoe heeft het frame 6 cen basisdeel dat ook een brugdeel genoemd wordt.For this purpose, the frame 6 has a base part which is also called a bridge part.

Meer bij voorkeur zijn de wanden bovenaan voorzien van geleiders 13 die compatibel zijn met het frame 6 zodat het frame 6 over de geleiders kan bewegen.More preferably, the walls are provided at the top with guides 13 which are compatible with the frame 6 so that the frame 6 can move over the guides.

Door het frame 6 beweegbaar te voorzien kan eenzelfde mechanisme 3 gebruikt worden voor meerdere segmenten van het ruim 2. De beweging van het frame 6 ten opzichte van het ruim 2 is in figuur 2 geïllustreerd met pijl 14. Via het frame 6 is een buizenstel 4 voorzien aan de bovenkant van het ruim.By providing the frame 6 in a movable manner, the same mechanism 3 can be used for several segments of the hold 2. The movement of the frame 6 relative to the hold 2 is illustrated in figure 2 with arrow 14. Via the frame 6 there is a set of pipes 4 provided at the top of the hold.

Het buizenstel 4 bevat een eerste segment 7, een tweede segment 8 en een derde segment 9. Het eerste segment is via een eerste scharnierpunt 10 verbonden met een basisdeel van het frame 6. Het scharnierpunt 10 is bij voorkeur een scharnierpunt dat rotatie om een opstaande as toelaat.The tube set 4 comprises a first segment 7, a second segment 8 and a third segment 9. The first segment is connected via a first pivot point 10 to a base part of the frame 6. The pivot point 10 is preferably a pivot point that allows rotation about an upright ash permits.

Het tweede segment 8 is met een proximaal deel scharnierend verbonden met het distaal deel van het eerste segment 7. In figuur 2 is een tweede scharnierpunt 11 tussen het eerste segment 7 en het tweede segment 8 getoond.The second segment 8 is hingedly connected by a proximal part to the distal part of the first segment 7. In figure 2 a second pivot point 11 between the first segment 7 and the second segment 8 is shown.

Het eerste scharnierpunt 11 laat bij voorkeur ook een rotatie toe van het tweede segment ten opzichte van het eerste segment om een opstaande as.The first pivot 11 preferably also allows rotation of the second segment relative to the first segment about an upright axis.

Het eerste segment en tweede segment zijn hierdoor in een zogenaamde scara-configuratie verbonden.The first segment and second segment are therefore connected in a so-called scara configuration.

Het derde segment 9 is via een derde scharnierpunt 12 verbonden met het tweede segment 8. Meer bepaald is een proximaal deel van het derde segment 9 met het distaal deel van het tweede segment 8 verbonden.The third segment 9 is connected to the second segment 8 via a third pivot point 12. More specifically, a proximal part of the third segment 9 is connected to the distal part of the second segment 8.

Het derde scharnierpunt 12 laat bij voorkeur zowel een rotatie toe om een opstaande as, alsook een rotatie om een liggende as.The third pivot point 12 preferably permits rotation about an upright axis as well as rotation about a horizontal axis.

Hierdoor kan de neerwaartse hoekoriëntatie van het derde segment 9 bepaald worden door rotatie van het derde scharnierpunt 12 om de liggende as.As a result, the downward angular orientation of the third segment 9 can be determined by rotation of the third pivot point 12 about the horizontal axis.

Deze opbouw van het buizenstel zoals hierboven beschreven laat toe om uiterst eenvoudige wijze het mondstuk 5, dat zich distaal aan het derde segment 9 bevindt, te bewegen doorheen het hele volume van het ruim 2. Optioneel kan distaal van het derde segment 9 een vierde segment (niet weergegeven) voorzien die voorzien is van het mondstuk 5. Via het vierde segment kan het mondstuk bewegen minstens in een liggend vlak ten opzichte van het distaal einde van het derde segment 9. Hierdoor heeft het buizenstel een groter bereik en een meer eenvoudige werking.This construction of the tubing as described above allows the mouthpiece 5, which is located distal to the third segment 9, to be moved through the entire volume of the hold 2 in an extremely simple manner. Optionally, a fourth segment distal to the third segment 9 can be added. (not shown) provided with the mouthpiece 5. Via the fourth segment, the mouthpiece can move at least in a lying plane with respect to the distal end of the third segment 9. This gives the tubing a greater range and a simpler operation. .

Figuur 3 toont een bovenaanzicht van een gedeelte van een vaartuig 1. Daarbij illustreert figuur 3 dat het vaartuig 1 een dubbele zijwand 15 heeft.Figure 3 shows a top view of a part of a vessel 1. Figure 3 illustrates that vessel 1 has a double side wall.

Deze dubbele zijwand kan aan minstens één zijde voorzien worden van meerdere vaste buizen 19. Deze vaste buizen 19 strekken zich uit tussen de twee wanden van de dubbele zijwand 15 vanaf een machinekamer 16 naar respectievelijke aansluitpunten 18. De binnenste wand van de dubbele wand 15 is voorzien van meerdere aansluitpunten waarop het mechanisme 3 kan aangesloten worden.This double side wall can be provided on at least one side with several fixed pipes 19. These fixed pipes 19 extend between the two walls of the double side wall 15 from a machine room 16 to respective connection points 18. The inner wall of the double wall 15 is provided with several connection points to which the mechanism 3 can be connected.

De aansluitpunten zijn bij voorkeur voorzien met een nagenoeg vaste tussenafstand.The connection points are preferably provided with an almost fixed intermediate distance.

Meer bij voorkeur is minstens één aansluitpunt per ruimsegment voorzien.More preferably, at least one connection point per room segment is provided.

De binnenste wand van de dubbele wand 15 is bij voorkeur ook voorzien van de geleiders 13 (niet weergegeven in figuur 3). Figuur 3 illustreert hoe het mechanisme 3 aangesloten is aan aansluitpunt 18 gelegen dichtst bij de machinekamer 16. De figuur toont een tussenschot 22 dat een eerste segment van het ruim 2 en een tweede segment van elkaar scheidt.The inner wall of the double wall 15 is preferably also provided with the guides 13 (not shown in Figure 3). Figure 3 illustrates how the mechanism 3 is connected to terminal 18 located closest to the engine room 16. The figure shows a partition 22 separating a first segment of the hold 2 and a second segment.

De figuur illustreert verder hoe het mechanisme 3 kan bewogen worden, aangeduid met pijl 14, om aangesloten te worden aan een verder aansluitpunt 18 ter plaatse van het tweede segment 2’ van het ruim.The figure further illustrates how the mechanism 3 can be moved, indicated by arrow 14, to be connected to a further connection point 18 at the location of the second segment 2 "of the hold.

Zo kan het mechanisme 3 gebruikt worden om meerdere segmenten van het ruim te bedienen.The mechanism 3 can thus be used to operate several segments of the hold.

De machinekamer 16 bevat bij voorkeur een luchtverplaatsingsmechanisme 17. Het luchtverplaatsingsmechanisme 17 is bij voorkeur via meerdere kleppen aangesloten met de vast buizen 19 zodat het luchtverplaatsingsmechanisme 17 gestuurd kan worden om lucht te verplaatsen doorheen de buis die naar het aansluitpunt 18 gaat waar het mechanisme 3 is aangesloten.The engine room 16 preferably contains an air displacement mechanism 17. The air displacement mechanism 17 is preferably connected via multiple valves to the fixed tubes 19 so that the air displacement mechanism 17 can be controlled to displace air through the tube going to the connection point 18 where the mechanism 3 is. plugged in.

Zo kan de machinekamer 16 samenwerken met het mechanisme 3 om poeder in en uit de segmenten van het ruim 2 te transporteren.Thus, the engine room 16 can cooperate with the mechanism 3 to transport powder in and out of the segments of the hold 2.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van het ruim 2 en het mechanisme 3. Daarbij toont figuur 4 het volume 20 dat zich binnen het ruim 2 bevindt.Figure 4 shows a cross-section of the hold 2 and the mechanism 3. Figure 4 shows the volume 20 located within the hold 2.

Figuur 4 illustreert hoe het frame 6 zich als een brug over de breedte van het ruim uitstrekt.Figure 4 illustrates how the frame 6 extends like a bridge across the width of the hold.

Met deze brug is het eerste segment 7 roteerbaar verbonden.The first segment 7 is rotatably connected to this bridge.

Het tweede segment 8 is roteerbaar met het eerste segment 7 verbonden.The second segment 8 is rotatably connected to the first segment 7.

Het derde segment 9 kan zich naar beneden uitstrekken om het mondstuk 5 in het volume 20 naar beneden en naar boven te bewegen.The third segment 9 can extend downwardly to move the mouthpiece 5 down and up in the volume 20.

Het buizenstel 4 wordt bij voorkeur ondersteund door het frame 6. Hiertoe heeft het frame 6 naast het basisdeel dat de brug vormt ook segmenten die overeenstemmen met de buissegmenten.The pipe set 4 is preferably supported by the frame 6. For this purpose, the frame 6 has, in addition to the base part that forms the bridge, also segments corresponding to the pipe segments.

Elk framesegment ondersteunt een buissegment.Each frame segment supports a tube segment.

Actuatoren zijn voorzien tussen de framesegmenten om, via de framesegmenten, de buissegmenten te bewegen.Actuators are provided between the frame segments to move the tube segments through the frame segments.

Figuur 4 illustreert verder hoe het mechanisme 3 via een vast aansluitpunt 18 met een vast buizenstel 19 verbonden is.Figure 4 further illustrates how the mechanism 3 is connected to a fixed tube set 19 via a fixed connection point 18.

De figuur illustreert verder hoe een luik 21 zich boven het ruim kan uitstrekken om het ruim af te dekken.The figure further illustrates how a hatch 21 can extend above the hold to cover the hold.

Bij voorkeur strekt het mechanisme zich uit, wanneer het derde segment 9 zich hoofdzakelijk horizontaal bevindt, boven de onderste 80% van het volume 20, meer bij voorkeur boven de onderste 90% van het volume 20, meest bij voorkeur geheel boven het volume 20. Het volume 20 is gedefinieerd als het bruikbaar volume 20 binnen het ruim 2 om een poeder in te vervoeren.Preferably, when the third segment 9 is substantially horizontal, the mechanism extends above the bottom 80% of the volume 20, more preferably above the bottom 90% of the volume 20, most preferably entirely above the volume 20. Volume 20 is defined as the usable volume 20 within hold 2 to carry a powder.

De luiken 21 strekken zich bij voorkeur uit boven het volume 20 en boven het mechanisme 3. Figuur 5 toont een doorsnede van een luik 21 dat, volgens een voorkeurs uitvoeringsvorm van de uitvinding, aangepast is om een ruim 2 stofdicht af te dekken.The shutters 21 preferably extend above the volume 20 and above the mechanism 3. Figure 5 shows a cross-section of a shutter 21 which, according to a preferred embodiment of the invention, is adapted to cover a hold 2 dust-tight.

Het luik 21 heeft een bovenoppervlak 26, typisch gevormd door een plaat, die typisch waterdicht en stofdicht gevormd is.The shutter 21 has a top surface 26, typically formed by a plate, which is typically waterproof and dustproof.

Ter plaatse van de rand 23 van het schip, strekt het bovenoppervlak 26 zich minstens gedeeltelijk uit voorbij de den en rust het luik 21 op de den van het schip.At the edge 23 of the ship, the top surface 26 extends at least partially beyond the den and the hatch 21 rests on the den of the ship.

Het luik 21 is hiertoe voorzien, ter plaatse van de dwarsrand, van een steunelement 24 in de vorm van een beugel die naar onder opent ofwel met de vorm van een omgekeerde U. Het steunelement 24 is bij voorkeur minstens gedeeltelijk voorzien van een rubberlaag 25 of ander zacht en/of elastisch materiaal dat toelaat om een nagenoeg luchtdichte afsluiting te realiseren tussen het steunelement 24 en de den.The hatch 21 is provided for this purpose, at the location of the transverse edge, with a support element 24 in the form of a bracket which opens downwards or with the shape of an inverted U. The support element 24 is preferably at least partially provided with a rubber layer 25 or another soft and / or elastic material that allows to realize a substantially airtight seal between the support element 24 and the pine.

Boven het steunelement 24, tussen het steunelement 24 en het bovenoppervlak 26, is een kanaal gevormd dat opent aan de buitenzijde van de den zodat lucht tussen het steunelement 24 en het bovenoppervlak 26 naar buiten en/of naar binnen kan stromen. Dit laat toe om een luchtstroom, getekend in de figuur met pijlen 29, van in het ruim 2 naar buiten, via het kanaal, toe te laten.Above the support element 24, between the support element 24 and the top surface 26, a channel is formed that opens on the outside of the pine to allow air to flow out and / or in between the support element 24 and the top surface 26. This makes it possible to admit an air flow, drawn in the figure with arrows 29, from in the hold 2 to the outside, via the channel.

Verder is een filter voorzien om de luchtstroom 29 te filteren teneinde stof tegen te houden. In de uitvoeringsvorm uit figuur 5 is een filterdoek 28 voorzien onder het bovenoppervlakFurthermore, a filter is provided to filter the air flow 29 in order to retain dust. In the embodiment of Figure 5, a filter cloth 28 is provided below the top surface

26. De filterdoek 28 is verbonden met het steunelement 24, bijvoorbeeld via profielen 27. De filterdoek 28 heeft een porositeit die geselecteerd is door de vakman op basis van de gewenste filtering. Door deze opbouw wordt een luchtkamer gevormd onder het bovenoppervlak, welke luchtkamer via het kanaal tussen bovenoppervlak 26 en steunelement 24 opent naar buiten, en welke luchtkamer via filter 28 opent naar het ruim 2. Het zal duidelijk zijn dat dit slechts een voorkeurs uitvoeringsvorm is. De filter 28 kan ook op andere plekken gevormd worden, bijvoorbeeld tussen het steunelement 24 en het bovenoppervlak 26.26. The filter cloth 28 is connected to the support element 24, for example via profiles 27. The filter cloth 28 has a porosity selected by the skilled person on the basis of the desired filtering. By this construction an air chamber is formed below the top surface, which air chamber opens to the outside via the channel between top surface 26 and support element 24, and which air chamber opens via filter 28 to hold 2. It will be understood that this is only a preferred embodiment. The filter 28 can also be formed in other places, for example between the support element 24 and the top surface 26.

Figuur 6 toont een schematisch zijaanzicht van twee complementaire luiken 21A en 21B. Ter afsluiting van een laadruimte, worden de luiken 21A en 21B in elkaar gehaakt zoals geïllustreerd is met pijl 30. Dit zorgt voor een nagenoeg luchtdichte verbinding tussen aangrenzende luiken. Meer bepaald heeft luik 21A een U-vormige rand 34 die opent naar boven. Luik 21B heeft een U-vormige rand 35 die opent naar beneden. Hierdoor vormt luik 21A een zogenaamd onderluik en vormt luik 21B een zogenaamd bovenluik. Alternatief kan een naar onder openende U-vormige rand aan één kant, en een naar boven openende U-vormige rand aan de andere kant van het luik gevormd worden zodat meerdere gelijk gevormde luiken met elkaar verbindbaar zijn. In de naar onder openende U-vormige rand 35 een zachte en/of elastische laag 35, bijvoorbeeld een rubberlaag, om nagenoeg luchtdicht verbinden van de twee luiken mogelijk te maken.Figure 6 shows a schematic side view of two complementary shutters 21A and 21B. To close off a cargo space, the hatches 21A and 21B are hooked together as illustrated by arrow 30. This provides a virtually airtight connection between adjacent hatches. More specifically, shutter 21A has a U-shaped rim 34 that opens upward. Hatch 21B has a U-shaped rim 35 that opens downwards. As a result, hatch 21A forms a so-called bottom hatch and hatch 21B forms a so-called top hatch. Alternatively, a downwardly opening U-shaped edge on one side, and an upwardly opening U-shaped edge on the other side of the shutter can be formed so that a plurality of similarly shaped shutters are connectable together. In the downwardly opening U-shaped edge 35, a soft and / or elastic layer 35, for example a rubber layer, to enable a substantially airtight connection of the two shutters.

Figuur 6 toont verder enkele onderdelen aan de zijkant van de luiken 21A en 21B die de algemene werking van de luiken verbeteren. Zo zijn windborgingen 31 weergegeven. De windborgingen 31 zijn gevormd door een stang, bij voorkeur een draadstang, die bovenaan verbonden is met het luik 21 en die onderaan verbonden is met de rand van het schip. In de figuur is bovenaan een vlindermoer getekend die aangeeft dat de windborging eenvoudig los en vast te maken is voor het verwijderen en plaatsen van de luiken. Verder zijn hijslippen 32 getoond. De hijslippen 32 strekken zich uit over de rand en dienen als aanslag voor een hefsysteem voor luiken.Figure 6 further shows some parts on the side of the shutters 21A and 21B that improve the overall operation of the shutters. For example, wind locks 31 are shown. The wind locks 31 are formed by a rod, preferably a threaded rod, which is connected at the top to the hatch 21 and which is connected at the bottom to the edge of the ship. In the figure a butterfly nut is drawn at the top, which indicates that the wind lock can easily be loosened and tightened for removing and placing the hatches. Hoisting slips 32 are also shown. The lifting tabs 32 extend over the edge and serve as a stop for a shutter lifting system.

Meer bepaald kan een hefsysteem de luiken opheffen door de luiken ter plaatse van de hijslippen 32 aan te grijpen. Hydraulische hefsystemen voor luiken zijn bekend en worden daarom niet verder toegelicht. In de figuur is verder een pasvorm 33 getoond die stapelen van luiken vergemakkelijkt. Meer bepaald zorgt de pasvorm 33 dat luiken die op elkaar gestapeld worden zelf-centrerend zijn en met een vooraf bepaalde afstand tussen de bovenvlakken 26 komen te liggen. Dit vergemakkelijkt het werken met luiken 21.More specifically, a lifting system can lift the hatches by engaging the hatches at the hoisting tabs 32. Hydraulic hatch lifting systems are known and are therefore not further explained. The figure further shows a fit 33 which facilitates stacking of shutters. In particular, the fit 33 ensures that shutters stacked on top of each other are self-centering and come to lie between the top surfaces 26 at a predetermined distance. This makes it easier to work with shutters 21.

Op basis van de beschrijving hierboven zal de vakman begrijpen dat de uitvinding op verschillende manieren en op basis van verschillende principes kan uitgevoerd worden. Daarbij is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De hierboven beschreven uitvoeringsvormen, alsook de figuren zijn louter illustratief en dienen enkel om het begrip van de uitvinding te vergroten. De uitvinding zal daarom niet beperkt zijn tot de uitvoeringsvormen die hierin beschreven zijn, maar wordt gedefinieerd in de conclusies.Based on the above description, those skilled in the art will understand that the invention can be carried out in various ways and on the basis of different principles. In addition, the invention is not limited to the above-described embodiments. The embodiments described above, as well as the figures, are merely illustrative and serve only to enhance the understanding of the invention. Therefore, the invention will not be limited to the embodiments described herein, but is defined in the claims.

Claims

Conclusions

A vessel having a hold defining at least one volume through which a bulk good can be held, the vessel comprising a mechanism for pneumatically conveying the bulk material, the mechanism comprising a set of pipes movably connected to the hold via a frame, which set of pipes is connectable proximally to a machine room and is provided with a nozzle distally, the frame being provided with actuators to control the position of the nozzle within said volume, the vessel having a plurality of fixed terminals for connecting the proximal portion of the tubing , which connection points are connected to the engine room via a pipework.

The vessel of claim 1, wherein the tubing includes at least a first, second, and third tubing segment, wherein the first tubing segment is proximally pivotably connectable to the engine room and distally pivotably connected to a proximal portion of the second tubing segment, the second tubing segment distally is operably connected to a proximal portion of the third tube segment, and wherein the third tube segment has said mouthpiece distally.

Vessel according to the preceding claim, wherein the frame has segments corresponding to the pipe segments for holding and steering the pipe segments.

The vessel of any preceding claim, wherein the vessel has a longitudinal direction and wherein the frame and vessel include complementary guides such that the frame is longitudinally movable relative to the rum.

The vessel of any preceding claim, further comprising the engine room with an air displacement mechanism provided to generate an air flow through the tubing to convey the bulk material via the air flow.

Vessel according to the preceding claim, wherein the engine room, viewed in the longitudinal direction of the vessel, is provided in a central zone.

Vessel according to the preceding claim, wherein the vessel has at least one double side wall, wherein the connection points are located in one inner wall of the double side wall and wherein the pipework is formed in the double side wall.

Vessel according to any of the preceding claims and claim 2, wherein the first tube segment and the second tube segment extend substantially horizontally in a zone located at the top of the volume.

The vessel of the preceding claim, wherein the third tube segment is rotatable between a recumbent position in which the third tube segment is in the zone at the top of the volume, and a scum position in which the nozzle is near a bottom of the hold.

U BE2019 / 5416

A vessel according to any one of the preceding claims and claim 3, wherein the frame segments include a first frame segment and a second frame segment which are in scara configuration.

Vessel according to any of the preceding claims, further comprising hatches for covering the hold, the mechanism being formed in a zone below the hatches.

Vessel according to the preceding claim, wherein in closed position the hatches are connected to each other and to one pine of the vessel in a substantially airtight manner, and wherein a channel of the hold extends outwards, the channel being provided with a filter.

Vessel according to any of the preceding claims, wherein the vessel is an inland waterway vessel.

A vessel according to any one of the preceding claims and claim 4, wherein the hold includes at least one bulkhead so as to delineate multiple volumes in which a bulk good can be held, the mechanism being movable via the guides to be placed at each of the volumes.