BE1027379B1 - Inrichting en werkwijze voor het verwerken van diepgevroren groente - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het verwerken van diepgevroren groente, omvattende: (a) het toevoeren van een hoeveelheid diepgevroren groente, (b) het optisch sorteren van de diepgevroren groente, (c) optioneel, het kalibreren van de diepgevroren groente, (d) het glaceren van de diepgevroren groente, en (e) het afvullen van de diepgevroren groente in een geschikt verpakkingsmateriaal; waarbij de diepgevroren groente tussen de verschillende stappen a-e wordt getransporteerd middels één of meerdere transportschroeven, de genoemde transportschroeven omvattende minstens een schacht en een schroef, en waarbij de genoemde schacht minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerd is. Een tweede aspect betreft een inrichting voor het verwerken van diepgevroren groente, omvattende een toevoerinrichting, een inrichting voor optische sortering, een glaceerinrichting en een afvulinrichting, waarbij minstens twee van de genoemde onderdelen verbonden zijn middels één of meerdere transportschroeven, welke transportschroeven minstens een schacht en een schroef omvatten, en waarbij de genoemde schacht minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerd is.

Description

: BE2019/5397

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET VERWERKEN VAN DIEPGEVROREN GROENTE

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op het verwerken van diepgevroren groente. Meerbepaald bevindt de uitvinding zich in het technisch deelgebied van het gekoeld transport van diepgevroren groente.

STAND DER TECHNIEK In de groenteverwerkende industrie, en het bijzonder bij de verwerking van diepgevroren groente, is het in stand houden van de zogenaamde koude keten van uitzonderlijk groot belang teneinde de voedselveiligheid en -kwaliteit van de groente te garanderen. Het onderhouden van diepvriestemperaturen over een volledige, industriële productie- en/of verwerkingsljn is echter een bijzonder energie behoevend proces. In het bijzonder het transport tussen verschillende deelelementen in de productie- en / of verwerkingslijn vormt een zwakke schakel bij het onderhouden van de koude keten. Een courant gebruikte transportvorm is de transportband, welke veelvuldig wordt aangewend in de voedingsindustrie, maar als nadeel heeft dat temperatuurcontrole slechts moeilijk te realiseren is, daar het gebruik van een transportband inherent aanleiding tot een veelvoud aan warmteverliezen.

Uit de huidige stand der techniek zijn reeds enkele alternatieven voorhanden welke een nauwkeurige temperatuurcontrole toelaten, al berusten deze vaak op actieve, en bijgevolg energie-intensieve, koeling waarbij de gerealiseerde transportsnelheden beduidend laag liggen indien een goede koeling wordt beoogd. Vaak zijn gekende koelmethodes bovendien slechts weinig geschikt om diepvriestemperaturen aan te houden. Zo beschrijft CN 203 833 139 een transportmethode welke mogelijks geschikt is voor het transporteren van diepgevroren groente, en is voorzien van een dubbel koelsysteem. Hierbij wordt koelwater geleid doorheen een koelmantel welke is aangebracht omheen een transportschroef. Een systeem gebaseerd op koelwater zoals beschreven in CN ‘139 is echter niet in staat om temperaturen te onderhouden

° BE2019/5397 in de diepvriesrange, en kan in het ideale geval louter worden gebruikt om koeltemperaturen boven het vriespunt te onderhouden.

Verder beschrijft CN 203 633 413 een koelsysteem omvattende een transportschroef en een luchtkoeling geschikt voor het koelen van kip. Het koelsysteem hierin beschreven beschikt echter over actieve koeling en is bijgevolg erg energie behoevend. Er is bijgevolg nood aan een werkwijze voor het verwerken van diepgevroren groente, waarbij de koude keten wordt gerespecteerd, met name bij het transport tussen de verschillende processtappen, waarbij een hoge transportsnelheid wordt gerealiseerd, en waarbij de nood aan actieve koeling wordt geëlimineerd. In het bijzonder wordt hierdoor op energiezuinige wijze, en met een algemene hoge efficiëntie, een kwalitatief en veilig voedingsproduct bekomen.

De huidige uitvinding beoogt minstens een oplossing te vinden voor enkele van bovenvermelde problemen of nadelen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Tot dit doel verschaft de uitvinding in een eerste aspect een werkwijze voor het verwerken van diepgevroren groente volgens conclusie 1, omvattende de stappen: (a) het toevoeren van een hoeveelheid diepgevroren groente, (b) het optisch sorteren van de diepgevroren groente, (c) optioneel, het kalibreren van de diepgevroren groente, (d) het glaceren van de diepgevroren groente, en (e) het afvullen van de diepgevroren groente in een geschikt verpakkingsmateriaal, waarbij de diepgevroren groente tussen de verschillende stappen a-e wordt getransporteerd middels één of meerdere transportschroeven, de genoemde transportschroeven omvattende minstens een schacht en een schroef, en waarbij de genoemde schacht minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerd is. Voorkeursvormen van de werkwijze worden gegeven in volgconclusies 2 tot en met

6. De minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerde schacht volgens de onderhavige uitvinding heeft als voordeel dat het warmteverlies doorheen de verschillende transportstappen wordt geminimaliseerd. De diepgevroren groente kan dusdanig worden verwerkt middels de betreffende werkwijze, zonder onderbreking van de zogenaamde koude keten, waarbij risico's betreffende voedselveiligheid en voedselkwaliteit worden gereduceerd. De thermische isolatie volgens de onderhavige werkwijze elimineert bovendien de noodzaak aan actief gekoeld transport en garandeert de diepgevroren toestand van de groente gedurende het volledige verwerkingsproces. Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een inrichting volgens conclusie 7, omvattende een toevoerinrichting, een inrichting voor optische sortering, een glaceerinrichting en een afvulinrichting, waarbij minstens twee van de genoemde onderdelen verbonden zijn middels één of meerdere transportschroeven, welke transportschroeven minstens een schacht en een schroef omvatten, waarbij de genoemde schacht minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerd is. Voorkeursvormen van de inrichting worden gegeven in volgconclusies 8 tot en met

15.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een transportschroef volgens de onderhavige uitvinding. Figuur 2 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het verwerken van diepgevroren groente volgens de onderhavige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het verwerken van diepgevroren groente. Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

+ BE2019/5397 “Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect betreft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het verwerken van diepgevroren groente, waarbij de verwerking minstens de volgende stappen omvat: (a) het toevoeren van een hoeveelheid diepgevroren groente, (b) het optisch sorteren van de diepgevroren groente, (c) optioneel, het kalibreren van de diepgevroren groente, (d) het glaceren van de diepgevroren groente, en (e) het afvullen van de diepgevroren groente in een geschikt verpakkingsmateriaal. De diepgevroren groente wordt volgens de onderhavige uitvinding tussen de verschillende stappen a-e getransporteerd middels één of meerdere transportschroeven, welke transportschroeven minstens een schacht en een schroef omvatten. De genoemde schacht is hierbij minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerd.

De term “groente” duidt elke gewas aan uit, doch is niet gelimiteerd tot, de groep van aardpeer, ajuin, andijvie, artisjok, asperge, aubergine, bloemkool, boerenkool, boontjes, groene boontjes, snijbonen, broccoli, broccolini, champignon, Chinese kool, courgette, erwtjes, knolselder, koolrabi, paksoi, paprika, pastinaak, pompoen, prei,

> BE2019/5397 raap, rabarber, rode biet, rode kool, savooikool, schorseneren, selder, sjalot, spinazie, spitskool, spruitjes, venkel, witlof, witte kool, wortel, of combinaties hiervan.

De onderhavige uitvinding wenst voornamelijk de focus te leggen op groenten welke courant worden diepgevroren, zoals ajuin, bloemkool, boontjes, groene boontjes, snijbonen, broccoli, broccolini, erwtjes, knolselder, paprika, prei, selder, spinazie, wortel, of combinaties hiervan.

Groente volgens de onderhavige uitvinding, komt mogelijks voor in zowel versneden als onversneden vorm.

Met de term “diepgevroren” wordt doorgaans de toestand aangeduid, waarbij de groente een temperatuur heeft welke lager is dan O °C.

In de context van de onderhavige uitvinding, welke kadert binnen de problematiek van voedselbederf, wordt hiermee de toestaand aangeduid waarbij de groente een temperatuur heeft welke lager is dan -18 °C, waarbij bederf onder invloed van micro-organismen vrijwel afwezig is.

Met de term “optisch sorteren” wordt het sorteren op basis van visuele eigenschappen aangeduid.

Mogelijks wordt gesorteerd en / of geclassificeerd op basis van grootte, kleur, consistentie, of andere uiterlijke kenmerken.

Bij voorkeur gebeurt de optische sortering geautomatiseerd, hierdoor wordt de opbrengst gemaximaliseerd, terwijl er minder afval wordt gegenereerd.

Bovendien kan doorheen het productieproces van bijvoorbeeld groenten, een verlaging van het energieverbruik worden verkregen en wordt het gebruik van chemicaliën geminimaliseerd.

Geautomatiseerde optische sortering laat bovendien een hoge productiviteit en verwerkingscapaciteit toe, en vormt een belangrijke schakel in het garanderen van een consistente voedselzekerheid en voedselkwaliteit.

In de context van de onderhavige uitvinding, wordt met de term “kalibreren” het verdelen van de groente in één of meerdere grootteklassen aangeduid.

Zo kan bijvoorbeeld bij boontjes een verdeling worden gemaakt tussen boontjes van klein, gemiddeld en groot formaat.

Dergelijke verdeling in grootteklassen laat bijgevolg verdere diversificatie van het groenteaanbod toe.

De term “glaceren” duidt het aanbrengen en vervolgens bevriezen van een waterlaagje rond de diepgevroren groente aan.

Glaceren verhindert uitdroging van de groente gedurende de bewaartermijn.

In het kader van de onderhavige uitvinding wordt met de term “transportschroef” een opvoerschroef of vijzelpomp aangeduid, ook wel gekend als de “Archimedes- schroef”. Dergelijke transportschroef laat het transport van vloeistoffen, slurries,

© BE2019/5397 poeders of, in het bijzonder van toepassing op de huidige uitvinding, groenten toe.

De transportschroef omvat doorgaans een “schacht” waarin een spiraalvormige “schroef” concentrisch in lagers is opgehangen.

Het beoogde transport is hierbij het gevolg van de draaiende beweging van de spiraalvormige schroef binnenin de schacht.

Een dergelijke transportschroef is doorgaans geschikt voor opwaarts transport, al kan ze ook voor horizontaal transport worden ingezet.

Met de termen “thermisch geïsoleerd” of “thermische isolatie” wordt verwezen naar de eigenschap van materialen en / of constructies om de overdracht van thermische energie, i.e. warmte, tussen twee zijden van het materiaal en / of de constructie tot een minimum te reduceren.

Warmteoverdracht treedt per definitie op als gevolg van (1) geleiding of conductie, (2) luchtstroming of convectie, of (3) straling.

De mate waarin dergelijke warmteoverdracht wordt gereduceerd, wordt verder aangeduid met één van de volgende waarden.

De “U-waarde” of "warmtedoorgangscoëfficiënt” drukt de hoeveelheid warmte uit die tussen de verschillende zijden van een materiaal en/of constructie wordt doorgelaten, per tijdseenheid, per oppervlakte-eenheid en per graad temperatuurverschil heersend aan weerszijden van het materiaal en/of de constructie.

De “R-waarde”, “thermische weerstand” of “warmteweerstand” hangt samen met de eigenschap van materialen om warmtegeleiding af te remmen.

Metalen zijn goede warmtegeleiders, hebben dus een lage warmteweerstand.

Lucht en kunststof zijn voorbeelden van slechte warmtegeleiders, dus met een hoge thermische weerstand.

Een vaak gebruikte waarde in de context van thermische isolatie is de “lambda- waarde”, “A-waarde” of “warmtegeleidingscoëfficiënt”. De warmtegeleidings- coëfficiënt is een materiaalconstante die aangeeft hoe goed een materiaal warmte geleidt, en wordt onafhankelijk van de heersende temperatuurverschillen aan weerszijden van een materiaal en / of constructie bepaald.

De minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerde schacht volgens de onderhavige uitvinding heeft als voordeel dat het warmteverlies doorheen de verschillende transportstappen wordt geminimaliseerd.

De diepgevroren groente kan dusdanig worden verwerkt middels de betreffende werkwijze, zonder onderbreking van de zogenaamde koude keten, waarbij risico's betreffende voedselveiligheid en voedselkwaliteit worden gereduceerd.

De thermische isolatie volgens de onderhavige werkwijze elimineert bovendien de noodzaak aan actief gekoeld transport en garandeert de diepgevroren toestand van de groente gedurende het volledige verwerkingsproces. Niettemin grondige isolatie van de verschillende transportschroeven een zekere investeringskost met zich meebrengt, laat de betreffende werkwijze echter wel een daling in de werkingskosten toe. Doorgaans hebben productie- en / of verwerkingslijnen bij de verwerking van diepgevroren groeten immers een aanzienlijke lengte, waarbij actieve koeling grote kosten met zich meebrengt.

In sommige uitvoeringsvormen is de schacht hiertoe volledig thermisch geisoleerd. Er zijn bijgevolg geen zones over de transportschroef welke een verhoogd risico op warmteverlies met zich meebrengen. Mogelijks wordt de diepgevroren groente in sommige uitvoeringsvormen slechts tussen enkele van de genoemde stappen getransporteerd middels transportschroeven. Hierbij kan een selectie worden gemaakt betreffende welke stappen het meeste risico op warmteverliezen vormen. Bij voorkeur is de temperatuur van de toegevoerde diepgevroren groente begrepen tussen - 18,0 en - 30,0 °C. Het risico op bacterieel bederf binnen deze temperatuurrange wordt hierbij geminimaliseerd gedurende het doorlopen van de volledige werkwijze. Dusdanig wordt een verpakt eindproduct verkregen dat optimaal voldoet aan de geldende regelgeving betreffende voedselveiligheid van diepgevroren groente. De maximaal hanteerbare temperatuur van - 18 °C zoals opgenomen in de Europese richtlijn 89/108/EEC betreffende ‘voor menselijke voeding bestemde diepvriesproducten’ wordt hierbij gehandhaafd. Meer bij voorkeur is de temperatuur van de toegevoerde diepgevroren groente begrepen tussen - 18,0 en - 25,0 °C, nog meer bij voorkeur tussen - 18,0 en - 20,0 °C. Dusdanig wordt voldaan aan de criteria voor voedselveiligheid terwijl de benodigde energie voor het (snel)vriezen van de groente wordt verlaagd. Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm omvat elk van de transportschroeven een eerste en een tweede uiteinde waarbij de genoemde transportschroeven de diepgevroren groente transporteren over een transportafstand welke zich uitstrekt van het genoemde eerste uiteinde tot het genoemde tweede uiteinde. De temperatuur van de diepgevroren groente neemt hierbij over de transportafstand maximaal met 0,50 °C toe. Teneinde over het volledige verloop van de verwerking aan de criteria voor voedselveiligheid te voldoen, is de beperkte temperatuurtoename volgens de onderhavige uitvinding bijzonder voordelig. De koude keten wordt hierbij te allen tijde gerespecteerd zonder de noodzaak aan actieve koeling. Hierdoor is de verwerking volgens de onderhavige werkwijze bijzonder energiezuinig.

Bij voorkeur neemt de temperatuur van de diepgevroren groente over de transportafstand maximaal met 0,25 °C toe. Een lagere temperatuurtoename 5 optimaliseert verder de energie-efficiënte van de werkwijze, waarbij bovendien de toevoertemperatuur van de groente dichter bij de toegestane aanvoertemperatuur kan liggen. Zo wordt niet enkel koeling gedurende de verwerking geëlimineerd, maar wordt ook de benodigde energie voor het (snel)vriezen van de groente voorafgaand aan de verwerking verder verlaagd. Meer bij voorkeur neemt de temperatuur van de diepgevroren groente over de transportafstand maximaal met 0,20 °C, nog meer bij voorkeur maximaal met 0,10 °C toe. Elk van de transportschroeven roteren volgens een uitvoeringsvorm met een rotatiesnelheid welke begrepen is tussen 1 en 240 toeren per minuut. De “rotatiesnelheid” of “hoeksnelheid” volgens de onderhavige uitvinding, wordt mogelijks uitgedrukt in verschillende eenheden, waaronder radialen per seconde, graden per seconde, of toeren per minuut, ook wel “revolutions per minute (RPM). Deze laatste eenheid is in de motor- en voertuigtechniek meest gebruikelijk. Een rotatiesnelheid begrepen binnen de range volgens de onderhavige uitvinding zorgt voor een optimaal evenwicht tussen transportsnelheid en productkwaliteit. Een hogere transportsnelheid is wenselijk teneinde de tijd die de diepgevroren groente in de transportschroeven doorbrengt zo laag mogelijk te houden. Hierdoor wordt het temperatuurverlies verder beperkt, wat wenselijk is naar voedselveiligheid toe. Een grotere rotatiesnelheid brengt echter kwaliteitsrisico’s met zich mee, daar de diepgevroren groente mogelijks beschadigd wordt ten gevolge van de snellere rotatie. Binnen de range volgens de onderhavige uitvinding blijft de diepgevroren groente intact en is het temperatuurverlies over de transportschroef minimaal. Bij voorkeur roteren de transportschroeven met een rotatiesnelheid welke begrepen is tussen 5 en 210 toeren per minuut, meer bij voorkeur tussen 10 en 180 toeren per minuut, nog meer bij voorkeur tussen 20 en 160 toeren per minuut, tussen 30 en 140 toeren per minuut, tussen 40 en 120 toeren per minuut, meest bij voorkeur tussen 60 en 120 toeren per minuut. Volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm transporteren elk van de transportschroeven de diepgevroren groente met een lineaire snelheid welke

? BE2019/5397 begrepen is tussen 0,05 en 5,00 m/s. De totale doorlooptijd van de werkwijze is hierbij optimaal teneinde de temperatuur voldoende laag te houden en de productkwaliteit niet in gevaar te brengen. Bij voorkeur is de lineaire snelheid begrepen tussen 0,10 en 4,00 m/s, meer bij voorkeur tussen 0,20 en 3,00 m/s, tussen 0,30 en 2,50 m/s, tussen 0,40 en 2,50 m/s, meest bij voorkeur tussen 0,50 en 2,50. De toegevoerde diepgevroren groente wordt gekozen uit de groep van ajuin, bloemkool, boontjes, groene boontjes, snijbonen, broccoli, broccolini, erwtjes, knolselder, paprika, prei, selder, spinazie, wortel, of combinaties ervan. Bij voorkeur wordt de groente gekozen uit de groep van bloemkool, boontjes, groene boontjes, snijbonen, broccoli, erwtjes, knolselder, wortel, of combinaties ervan. Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de diepgevroren groente een combinatie van twee of meerdere groenten.

Het afvullen van de diepgevroren groente in een geschikt verpakkingsmateriaal volgens de onderhavige werkwijze verloopt bij voorkeur semiautomatisch of volautomatisch. Hiertoe kunnen volgens een uitvoeringsvorm kisten en / of zakken worden aangevoerd op een geschikte aanvoerinrichting, bijvoorbeeld een transportband, waarbij de genoemde kisten en / of zakken vervolgens worden gevuld en worden afgevoerd wanneer zij een zekere vullingsdrempel hebben overschreden.

Dergelijk controle van de vullingsgraad gebeurt mogelijks geautomatiseerd door middel van het wegen en / of optisch controleren van de gevulde kisten en / of zakken. De semi- of volautomatische afvulling van de diepgevroren groente draagt bij aan een verdere verlaging van de verwerkingstijd, waarbij zo weinig mogelijk warmteverlies optreedt.

Volgens sommige uitvoeringsvormen worden de stappen van kalibreren en afvullen gecombineerd door het, al dan niet gelijktijdig, aanvoeren van een veelvoud aan kisten en / of zakken, waarbij verschillende grootteklassen van de diepgevroren groente in de verschillende kisten en / of zakken worden afgevuld. Het gecombineerd kalibreren en afvullen kan dusdanig semiautomatisch of volautomatisch worden verkregen. De semi- of volautomatische kalibratie en afvulling van de diepgevroren groente draagt bij aan een verdere verlaging van de verwerkingstijd, waarbij zo weinig mogelijk warmteverlies optreedt.

Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het verwerken van diepgevroren groente, omvattende een toevoerinrichting, een inrichting voor optische sortering, een glaceerinrichting en een afvulinrichting, waarbij minstens twee van de genoemde onderdelen verbonden zijn middels één of meerdere transportschroeven.

De transportschroeven volgens de onderhavige uitvinding omvatten minstens een schacht en een schroef, waarbij de genoemde schacht minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerd is.

De minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerde schacht volgens de onderhavige uitvinding heeft als voordeel dat het warmteverlies doorheen de verschillende transportstappen wordt geminimaliseerd.

Bij verwerking van diepgevroren groente in de onderhavige inrichting, wordt de koude keten bijgevolg te allen tijde gewaarborgd, waarbij risico’s betreffende voedselveiligheid en voedselkwaliteit worden gereduceerd.

De thermische isolatie volgens de onderhavige inrichting elimineert bovendien de noodzaak aan actief gekoeld transport en garandeert de diepgevroren toestand van de groente gedurende het volledige verwerkingsproces.

In sommige uitvoeringsvormen is de schacht hiertoe volledig thermisch geïsoleerd.

Er zijn bijgevolg geen zones over de transportschroef welke een verhoogd risico op warmteverlies met zich meebrengen.

Mogelijks wordt de diepgevroren groente in sommige uitvoeringsvormen worden alle onderdelen van de inrichting verbonden via transportschroeven.

Bij voorkeur is de schacht geïsoleerd met een isolatiemateriaal, welk isolatiemateriaal een warmtegeleidingscoëfficiënt heeft welke begrepen is tussen 0,01 en 1,50 W/mK.

De term “isolatiemateriaal” in de context van de onderhavige uitvinding omvat elk materiaal dat in staat is een zekere verlaging in warmteoverdracht uit te oefenen.

Dergelijk isolatiemateriaal beperkt hiertoe in eerste instantie de thermische geleiding of conductie.

Een geschikt isolatiemateriaal heeft tot dit doel bij voorkeur een lage U- en / of lambda-waarde.

Isolatiematerialen, en bij uitbreiding elk materiaal welke de schacht en / of schroef voldoende afsluit van zijn omgeving, beperken bovendien ook thermische verliezen door het beperken van luchtstroming of convectie en / of het beperken van stralingseffecten.

Binnen genoemde ranges wordt een aanzienlijke verlaging van de warmtegeleiding verkregen met een optimale handhaving van de diepvriestemperaturen in de transportschroef als resultaat.

Een transportschroef welke in staal is uitgevoerd, welk materiaal een warmtegeleidingscoëfficiënt van ongeveer 50,00 W/mK heeft, zal door isolatie met het betreffende isolatiemateriaal bijgevolg aanzienlijk minder blootgesteld zijn aan warmteverliezen.

Meer bij voorkeur is de u BE2019/5397 warmtegeleidingscoëfficiënt van het isolatiemateriaal begrepen tussen 0,01 en 0,50 W/mK. Dit heeft als voordeel dat het isolatiemateriaal dunner kan worden aangebracht rondom de schacht, terwijl een optimale thermische isolatie wordt gehandhaafd.

Geschikte isolatiematerialen omvatten fibreuze, cellulaire en/ of granulaire isolatiematerialen, waaronder doch niet gelimiteerd tot minerale glaswol, celluloseglas, keramische vezels, (geëxpandeerd) perliet, minerale rotswol, vermiculiet, kurk, (geëxpandeerd) nitrilrubber, fenolschuim, polyethyleenschuim, polypropyleen, polystyreen, polyisocyanuraat, polyurethaanschuim en/of (geëxpandeerd) synthetisch rubber. Volgens sommige uitvoeringsvormen, wordt het isolatiemateriaal gekozen uit de groep van kurk, (geëxpandeerd) nitrilrubber, fenolschuim, polyethyleenschuim, polypropyleen, polystyreen, polyurethaanschuim, (geëxpandeerd) synthetisch rubber, of combinaties ervan.

De schroef volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm heeft een (nominale) diameter welke begrepen is tussen 30,0 en 100,0 cm. Een grotere diameter laat het transport van grotere hoeveelheden diepgevroren groente toe, terwijl meer isolatiemateriaal vereist is bij deze grotere dimensies. Binnen deze range wordt een optimaal evenwicht bereikt tussen transportsnelheid en isolatiebehoefte opdat het temperatuurverlies gedurende transport minimaal is.

Bij voorkeur is de diameter begrepen tussen 50,0 en 100,0 cm.

Volgens sommige uitvoeringsvormen heeft de schroef een spoed welke begrepen is tussen 10,0 en 50,0 cm. De term “spoed” duidt de rechtlijnige afstand aan tussen twee overeenkomstige punten van dezelfde schroeflijn, het is de verplaatsing langs de as per omwenteling. Bij voorkeur is de spoed begrepen tussen 25,0 en 45,0 cm, meer bij voorkeur tussen 30,0 en 45,0 cm.

Volgens sommige uitvoeringsvormen omvat de schroef een schroefblad met een ronde vorm, U-vorm of omega-vorm. Bij voorkeur heeft het schroefblad een U- of omega-vorm. Dit heeft als voordeel dat per omwenteling een groter volume aan diepgevroren groente kan worden verplaatst.

De transportschroeven hebben volgens een verdere of andere uitvoeringsvorm een overlangse hellingshoek welke begrepen is tussen 0° en 50°, bij voorkeur tussen 0° en 40°.

Volgens sommige uitvoeringsvormen omvat de glaceerinrichting een glaceertrommel. Een glaceertrommel is in het bijzonder geschikt voor een volcontinue verwerking van diepgevroren groenten. Glaceren verhindert uitdroging van de groente gedurende de bewaartermijn.

De aanwezigheid van een inrichting voor optische sortering laat toe de diepvriesgroente te controleren op visuele gebreken en vormt een belangrijke schakel in het garanderen van een consistente voedselzekerheid en voedselkwaliteit. Volgens sommige uitvoeringsvormen omvat de inrichting verder een kalibratie-unit. De kalibratie-unit laat toe de diepgevroren groente in één of meerdere grootteklassen te verdelen. Zo kan bijvoorbeeld bij boontjes een verdeling worden gemaakt tussen boontjes van klein, gemiddeld en groot formaat. Dergelijke verdeling in grootteklassen laat bijgevolg verdere diversificatie van het groenteaanbod toe.

De afvulunit laat het semiautomatisch of volautomatisch afvullen van kisten en / of zakken toe waarbij deze kisten en / of zakken worden aangevoerd op een geschikte aanvoerinrichting, bijvoorbeeld een transportband. Volgens sommige uitvoeringsvormen wordt de vullingsgraad gecontroleerd middels van het wegen en / of optisch controleren van de gevulde kisten en / of zakken. Hiertoe is de afvulinrichting mogelijks voorzien van een weegschaal- of balanssysteem, alsook één of meerdere visuele sensoren. De semi- of volautomatische afvulling van de diepgevroren groente draagt bij aan een verdere verlaging van de verwerkingstijd, waarbij zo weinig mogelijk warmteverlies optreedt.

Volgens sommige uitvoeringsvormen worden de kalibratie- en afvulinrichting gecombineerd, waarbij verschillende grootteklassen van de diepgevroren groente in de verschillende kisten en / of zakken kunnen worden afgevuld. Het gecombineerd kalibreren en afvullen kan dusdanig semiautomatisch of volautomatisch worden verkregen. De semi- of volautomatische kalibratie en afvulling van de diepgevroren groente draagt bij aan een verdere verlaging van de verwerkingstijd, waarbij zo weinig mogelijk warmteverlies optreedt.

De inrichting is volgens sommige uitvoeringsvormen bijzonder geschikt voor het verwerken van diepgevroren groenten middels de werkwijze van de onderhavige uitvinding.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

GEDETAILLEERDE FIGUURBESCHRIJVING Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een transportschroef (1) volgens de onderhavige uitvinding. De transportschroef omvat een schroef (2) en een schacht (3), welke thermisch geïsoleerd zijn middels hierrond aangebracht isolatiemateriaal (4). De geïsoleerde transportschroef laat toe dat het warmteverlies tijdens transport van diepgevroren groente wordt geminimaliseerd. De diepgevroren groente kan dusdanig worden verwerkt middels de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, zonder onderbreking van de zogenaamde koude keten, waarbij risico’s betreffende voedselveiligheid en voedselkwaliteit worden gereduceerd. Hierbij wordt de noodzaak aan actief gekoeld transport geëlimineerd en wordt de diepgevroren toestand van de groente gedurende het volledige verwerkingsproces gegarandeerd. Figuur 2 toont een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het verwerken van diepgevroren groente volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting omvat een unit voor optische sortering (5), een glaceerunit (6), een kalibreerunit en twee afvulunits (8). Onderling zijn de verschillende units verbonden middels een transportschroef (1) volgens de onderhavige uitvinding, welke minstens gedeeltelijk geïsoleerd is. Dusdanig worden warmteverliezen over transport tussen de verschillende units beperkt, wat continue verwerking van diepgevroren groente toelaat zonder dat de nood bestaat aan actief gekoeld transport.

Claims (15)

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor het verwerken van diepgevroren groente, waarbij de verwerking minstens de volgende stappen omvat: a. het toevoeren van een hoeveelheid diepgevroren groente, b. het optisch sorteren van de diepgevroren groente, c. optioneel, het kalibreren van de diepgevroren groente, d. het glaceren van de diepgevroren groente, en e. het afvullen van de diepgevroren groente in een geschikt verpakkingsmateriaal; waarbij de diepgevroren groente tussen de verschillende stappen a-e wordt getransporteerd middels één of meerdere transportschroeven, de genoemde transportschroeven omvattende minstens een schacht en een schroef, en waarbij de genoemde schacht minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerd is.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de temperatuur van de toegevoerde diepgevroren groente is begrepen tussen - 18,0 en - 30,0 °C, bij voorkeur tussen - 18,0 en - 25,0 °C.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk van de transportschroeven een eerste en een tweede uiteinde omvatten, en waarbij de genoemde transportschroeven de diepgevroren groente transporteren over een transportafstand welke zich uitstrekt van het genoemde eerste uiteinde tot het genoemde tweede uiteinde, met het kenmerk, dat de temperatuur van de diepgevroren groente over de transportafstand maximaal toeneemt met 0,50 °C, bij voorkeur maximaal toeneemt met 0,25 °C.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat elk van de transportschroeven roteren met een rotatiesnelheid welke begrepen is tussen 1 en 240 toeren per minuut, bij voorkeur tussen 5 en 210 toeren per minuut.

5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-4, met het kenmerk, dat elk van de transportschroeven de diepgevroren groente transporteren met een lineaire snelheid welke begrepen is tussen 0,05 en 5,0 m/s, bij voorkeur tussen 0,10 en 4,0 m/s.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de toegevoerde diepgevroren groente wordt gekozen uit de groep van bloemkool, boontjes, groene boontjes, snijbonen, broccoli, erwtjes, knolselder, wortel, of combinaties ervan.

7. Inrichting voor het verwerken van diepgevroren groente, omvattende een toevoerinrichting, een inrichting voor optische sortering, een glaceerinrichting en een afvulinrichting, met het kenmerk, dat minstens twee van de genoemde onderdelen verbonden zijn middels één of meerdere transportschroeven, 5 welke transportschroeven minstens een schacht en een schroef omvatten, waarbij de genoemde schacht minstens gedeeltelijk thermisch geïsoleerd is.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de schacht geïsoleerd is met een isolatiemateriaal, welk isolatiemateriaal een warmtegeleidings- coëfficiënt heeft welke begrepen is tussen 0,01 en 1,50 W/mK, bij voorkeur tussen 0,01 en 0,50 W/mK.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het isolatiemateriaal wordt gekozen uit de groep van kurk, (geëxpandeerd) nitrilrubber, fenolschuim, polyethyleenschuim, polypropyleen, polystyreen, polyurethaanschuim, (geëxpandeerd) synthetisch rubber, of combinaties ervan.

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de schroef een diameter heeft welke begrepen is tussen 30,0 en 100,0 cm, bij voorkeur tussen 50,0 en 100,0 cm.

11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de schroef een spoed heeft welke begrepen is tussen 10,0 en 50,0 cm, bij voorkeur tussen 30,0 en 45,0 cm.

12.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 7-11, waarbij de schroef een schroefblad omvat, met het kenmerk, dat het schroefblad een U-vorm of omega-vorm heeft.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 7-12, met het kenmerk, dat de transportschroeven een overlangse hellingshoek hebben welke begrepen is tussen 0° en 50°, bij voorkeur tussen 0° en 40°.

14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 7-13, met het kenmerk, dat de inrichting verder een kalibratie-unit omvat.

15. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies 7-14 voor het verwerken van diepgevroren groenten middels een werkwijze volgens één der conclusies 1-6.