BE1027040B1 - Signaleringssysteem voor een weefmachine - Google Patents

Signaleringssysteem voor een weefmachine Download PDF

Info

Publication number
BE1027040B1
BE1027040B1 BE20195080A BE201905080A BE1027040B1 BE 1027040 B1 BE1027040 B1 BE 1027040B1 BE 20195080 A BE20195080 A BE 20195080A BE 201905080 A BE201905080 A BE 201905080A BE 1027040 B1 BE1027040 B1 BE 1027040B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
light
signaling
groups
color
weaving machine
Prior art date
Application number
BE20195080A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027040A1 (nl
Inventor
Bram Cuvelier
Kristof Roelstraete
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE20195080A priority Critical patent/BE1027040B1/nl
Priority to PCT/EP2020/052563 priority patent/WO2020161048A1/en
Priority to CN202080012954.8A priority patent/CN113396253B/zh
Priority to EP20702306.0A priority patent/EP3921464A1/en
Publication of BE1027040A1 publication Critical patent/BE1027040A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027040B1 publication Critical patent/BE1027040B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/005Displays or displaying data
    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B21/00Alarms responsive to a single specified undesired or abnormal condition and not otherwise provided for
    • G08B21/18Status alarms
    • G08B21/187Machine fault alarms
    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B5/00Visible signalling systems, e.g. personal calling systems, remote indication of seats occupied
    • G08B5/22Visible signalling systems, e.g. personal calling systems, remote indication of seats occupied using electric transmission; using electromagnetic transmission
    • G08B5/36Visible signalling systems, e.g. personal calling systems, remote indication of seats occupied using electric transmission; using electromagnetic transmission using visible light sources
    • G08B5/38Visible signalling systems, e.g. personal calling systems, remote indication of seats occupied using electric transmission; using electromagnetic transmission using visible light sources using flashing light

Abstract

Signaleringssysteem voor een weefmachine, voornoemd signaleringssysteem bevattende een signaleringslicht geconfigureerd om zich op of nabij de weefmachine uit te strekken, en een besturing geconfigureerd om het signaleringslicht te sturen, waarbij het signaleringslicht meerdere groepen licht emitterende inrichtingen bevat, waarbij elke groep meerdere licht emitterende inrichtingen bevat die zodanig met elkaar verbonden zijn dat ze gelijktijdig met een gemeenschappelijk stuursignaal door de besturing kunnen gestuurd worden, waarbij de besturing geconfigureerd is om individueel elke groep te sturen in functie van een toestand van de weefmachine.

Description

Signaleringssysteem voor een weefmachine Gebied van de uitvinding
[0001] Het gebied van de uitvinding heeft betrekking op signaleringssystemen en signaleringswerkwijzen voor weefmachines. Bijzondere uitvoeringsvormen hebben betrekking op het gebied van signaleringssystemen met een signaleringslicht. Achtergrond
[0002] Europese octrooiaanvragen met publicatienummers EP 0 333 262 A1, EP 0 333 302 A1, EP 0372618 Al op naam van de aanvrager openbaren een systeem met een signaleringsinrichting bevattende een lichttoorts. Verder bevat het systeem een bewakingsinrichting met verschillende detectoren en middelen om verschillende signalen te activeren op de signaleringsinrichting, de lichttoorts kan bijvoorbeeld een lichtflits emitteren of continu branden afhankelijk van het uitgangssignaal van de bewakingsinrichting. De snelheid van het flitsen kan afhankelijk zijn van het uitgangssignaal van de bewakingsinrichting, dit betekent van de toestand van de weefmachine.
[0003] Het is verder gekend om te voorzien, als een signaleringsinrichting, in een lichttoorts met meerdere gekleurde lampen die boven elkaar in de lichttoorts zijn aangebracht. Een lichttoorts kan bijvoorbeeld een groene lamp, cen oranje lamp, een rode lamp, een blauwe lamp en een witte lamp bevatten die boven elkaar in de lichttoorts zijn aangebracht. Afhankelijk van een toestand van de weefmachine, emitteren één of meer lampen licht teneinde een situatie aan een operator te signaleren. Op die manier kan een operator tijdig ingrijpen om het gesignaleerde probleem aan te pakken. Dergelijke signaleringssystemen hebben het nadeel dat slechts een beperkte hoeveelheid signalering kan worden gedaan, en dat lichtpatronen slechts in beperkte mate kunnen worden veranderd. Samenvatting
[0004] Het doel van uitvoeringsvormen van de uitvinding is te voorzien in een verbeterd signaleringssysteem en een signaleringswerkwijze voor een weefmachine die toelaat om het signaleren op een flexibelere manier met een grotere vrijheidsgraad te wijzigen. Meer in het bijzonder is het wenselijk om het aantal signaleringsopties en functionaliteiten van het signaleringssysteem te kunnen verhogen, en om een meer dynamische signalering afhankelijk van de toestand van de weefmachine toe te laten.
[0005] Volgens een eerste aspect van de uitvinding is er een signaleringssysteem voor een weefmachine voorzien. Het signaleringssysteem bevat een signaleringslicht en een besturinggeconfigureerd om het signaleringslicht te sturen. Het signaleringslicht is geconfigureerd om zich op of nabij de weefmachine uit te strekken. Het signaleringslicht bevat meerdere groepen licht emitterende inrichtingen. Elke groep bevat meerdere licht emitterende inrichtingen die met elkaar verbonden zijn zodat ze gelijktijdig met een gemeenschappelijk stuursignaal door de besturing kunnen worden gestuurd. De besturing is geconfigureerd om individueel elke groep te sturen in functie van een toestand van de weefmachine.
[0006] Door de licht emitterende inrichtingen van het signaleringslicht in meerdere groepen te verdelen, waarbij een groep licht emitterende inrichtingen zodanig met elkaar verbonden zijn dat ze gelijktijdig met een gemeenschappelijk stuursignaal kunnen worden gestuurd, kunnen de licht emitterende inrichtingen op een flexibelere en dynamische manier worden gestuurd. Elke groep kan inderdaad worden voorzien van een geschikt stuursignaal om de groep in of uit te schakelen. De groepen kunnen op elke geschikte manier in het signaleringslicht worden aangebracht, bijvoorbeeld de een boven de andere, en de besturing is in staat om een groot aantal lichtpatronen te genereren door gepaste stuursignalen naar de verschillende groepen te zenden. Op die manier kunnen veel verschillende toestanden van de weefmachine op gepaste wijze aan cen gebruiker of operator gesignaleerd worden.
[0007] Elke groep bevat bij voorkeur minstens één rij licht emitterende inrichtingen die in serie en/of in parallel verbonden zijn. De rijen kunnen zich in een horizontale richting uitstrekken. De groepen met elk één of meer rijen kunnen in een mogelijke uitvoeringsvorm boven elkaar in het signaleringslicht worden aangebracht. Het is echter ook mogelijk om groepen te hebben die naast elkaar zijn aangebracht bij het kijken in een horizontale richting. In een voorbeeld zou elke groep cen reeks van minstens twee rijen en minstens twee kolommen licht emitterende inrichtingen kunnen bevatten. De kolommen strekken zich bij voorkeur uit in een verticale richting. Er valt verder op te merken dat de licht emitterende inrichtingen op één of meer steunen, en mogelijkerwijs op beide kanten van een steun kunnen worden aangebracht. Licht emitterende inrichtingen van dezelfde groep worden bij voorkeur op dezelfde steun, optioneel op beide kanten van dezelfde steun aangebracht. Het is echter ook mogelijk om licht emitterende inrichtingen van dezelfde groep op verschillende steunen aan te brengen.
[0008] Elke groep bevat bij voorkeur minstens drie, bij voorkeur minstens zes licht emitterende inrichtingen. Door minstens drie licht emitterende inrichtingen te groeperen, kan een goede wisselwerking tussen de hoeveelheid groepen (en aldus de hoeveelheid vereiste stuursignalen) en de mogelijke signaleringsopties worden bereikt. Dit is verder gebaseerd op het inzicht dat het opbouwen van signaleringspatronen met licht emitterende inrichtingen zoals LEDs, men met licht
“Lijnen” of “vlakken” kan werken, en aldus met veelvoudige licht emitterende inrichtingen per groep.
[0009] Bij voorkeur bevatten de meerdere groepen minstens vier groepen, bij voorkeur minstens vijf groepen, meer bij voorkeur minstens tien groepen, zelfs meer bij voorkeur minstens vijftien groepen, bijvoorbeeld twintig groepen. Met vier of vijf groepen kan alle signalering van een traditionele lichttoorts voor een weefmachine worden gedaan, en bovendien, als de licht emitterende inrichtingen in staat zijn om verschillende kleuren en/of verschillende lichtintensiteiten te emitteren, kan een groot aantal verdere signaleringspatronen worden gegenereerd. Als meer dan tien groepen aanwezig zijn, kunnen zelfs meer signaleringspatronen worden geproduceerd, zoals hieronder verder zal worden toegelicht.
[0010] Bij voorkeur bevat elke licht emitterende inrichting één of meer licht emitterende diodes (LEDs). Meer bij voorkeur bevat elke licht emitterende inrichting een rode LED, een groene LED eneen blauwe LED, en optioneel een wit licht. Op die manier is een licht emitterende inrichting in staat om licht met een variabele lichtkleur en/of een variabele lichttemperatuur en/of een variabele lichtintensiteit te emitteren.
[0011] Bij voorkeur zijn de meerdere groepen boven elkaar in het signaleringslicht aangebracht. Binnen een groep kunnen de licht emitterende inrichtingen op één of meer rijen worden aangebracht zoals hierboven toegelicht, maar de licht emitterende inrichtingen zouden ook volgens een verschillend patroon kunnen worden aangebracht.
[0012] Bij voorkeur is elke licht emitterende inrichting geconfigureerd om minstens twee verschillende kleuren, bij voorkeur minstens vier verschillende kleuren, meer bij voorkeur minstens vijf verschillende kleuren te emitteren. De besturing is dan geconfigureerd om een stuursignaal naar elke groep licht emitterende inrichtingen te voorzien om een gemeenschappelijke kleur in te stellen om door voornoemde groep te worden geëmitteerd. Op die manier kan de lichtkleur geëmitteerd door een groep op een flexibele manier worden gestuurd.
[0013] Bij voorkeur is de besturing geconfigureerd om een stuursignaal naar elke groep licht emitterende inrichtingen te voorzien om een gemeenschappelijke lichtintensiteit in te stellen om door voornoemde groep te worden geëmitteerd. Meer bij voorkeur, is de besturing geconfigureerd om een stuursignaal te voorzien om zowel een kleur en een lichtintensiteit van het licht dat door een groep wordt geëmitteerd in te stellen.
[0014] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld is de besturing geconfigureerd om de meerdere groepen zo te sturen dat een lichtpatroon geëmitteerd is dat opwaarts en/of neerwaarts beweegt in functie van tijd. Op die manier kan een bepaalde toestand van de weefmachine worden gesignaleerd, waarbij de positie van het patroon een progressie en/of toename en/of afname van een bepaalde parameter kan aangeven, bijvoorbeeld tijd. Een opwaartse beweging kan bijvoorbeeld overeenkomen met een toename en een neerwaartse beweging met een afname. In een ander voorbeeld kan een opwaartse of neerwaartse beweging overeenkomen met een actie die vordert in functie van tijd.
[0015] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld is de besturing geconfigureerd om de meerdere groepen zo te sturen dat het aantal groepen dat licht emitteert van dezelfde kleur in functie van een waarde van een parameter gerelateerd aan de weefmachine gevarieerd is. Een dergelijk stuurschema is bijzonder nuttig voor het voorzien van cen progressie indicatie voor de gebruiker. De progressie kan gerelateerd zijn aan tijd, maar kan ook representatief zijn voor de waarde van een parameter die in functie van tijd varieert.
[0016] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld is de besturing geconfigureerd om de meerdere groepen zo te sturen dat alle groepen gelijktijdig licht van dezelfde kleur emitteren, waarbij optioneel alle groepen periodiek in of uit geschakeld worden om een flitslicht effect te genereren. Een dergelijk stuurschema kan ook nuttig zijn wanneer een belangrijk of dringend bericht aan de gebruiker of operator moet worden gesignaleerd.
[0017] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld is de besturing geconfigureerd om de meerdere groepen zo te sturen dat cen eerste deelverzameling van minstens één groep gestuurd is om licht met een eerste kleur in een eerste toestand van de weefmachine te emitteren en om de eerste deelverzameling uit te schakelen wanneer de weefmachine niet in de eerste toestand is, en zodat cen tweede deelverzameling van minstens één groep gestuurd is om licht met een tweede kleur in cen tweede toestand van de weefmachine te emitteren en om de tweede deelverzameling uit te schakelen wanneer de weefmachine niet in de tweede toestand is. De eerste kleur is verschillend van de tweede kleur en de tweede deelverzameling is verschillend van de eerste deelverzameling. Met andere woorden kan een eerste deelverzameling van de groepen gebruikt worden om een eerste toestand te signaleren met behulp van een eerste kleur, en kan een tweede verschillende deelverzameling gebruikt worden om een tweede toestand te signaleren met behulp van een tweede verschillende kleur, waarbij de deelverzamelingen niet overlappen. Verdere deelverzamelingen kunnen op een gelijkaardige manier worden gedefinieerd om verdere toestanden te signaleren met behulp van verdere kleuren. De besturing kan bijvoorbeeld geconfigureerd zijn om de meerderegroepen te sturen zodat cen eerste deelverzameling van minstens één groep gestuurd is om licht met een groene kleur te emitteren wanneer een toestand van de weefmachine aan een eerste vooraf bepaald criterium beantwoordt, een tweede deelverzameling gestuurd is om licht met een oranje kleur te emitteren wanneer een toestand van de weefmachine aan cen tweede vooraf bepaald 5 criterium beantwoordt, een derde deelverzameling gestuurd is om licht met een rode kleur te emitteren wanneer een toestand van de weefmachine aan een derde vooraf bepaald criterium beantwoordt, en vierde deelverzameling gestuurd is om licht met een witte kleur te emitteren wanneer een toestand van de weefmachine aan een vierde vooraf bepaald criterium beantwoordt.
[0018] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld is de besturing geconfigureerd om een aantal verschillende kleuren te bepalen die op het signaleringslicht dienen gesignaleerd te worden op basis van cen toestand van de weefmachine, en om de meerdere groepen overeenkomstig te sturen. Op die manier kan het signaleren op een dynamische manier gedaan worden en kan het aantal groepen dat licht van een bepaalde kleur emitteert aangepast worden in functie van het aantal kleuren die dienen gesignaleerd te worden.
[0019] Meer in het bijzonder kan de besturing geconfigureerd zijn om een aantal groepen te bepalen die een eerste kleur in functie van het aantal verschillende kleuren dienen te emitteren die dienen gesignaleerd te worden op het signaleringslicht. Als bijvoorbeeld slechts twee kleuren dienen te worden gesignaleerd, kunnen meer groepen het eerste kleur emitteren vergeleken met een toestand waarin meer dan twee kleuren dienen te worden gesignaleerd.
[0020] Volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld is de besturing geconfigureerd om een eerste aantal groepen te sturen om een eerste kleur te emitteren wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht gelijk is aan één, en om een tweede aantal groepen te sturen om de voornoemde eerste kleur te emitteren wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht gelijk is aan twee, waarbij het tweede aantal lager is dan het eerste aantal. Meer in het bijzonder, kan de besturing geconfigureerd zijn om de meerdere groepen te sturen zodat : - een deelverzameling van minstens één groep bevattende tussen 60% en 100% van de licht emitterende inrichtingen van de meerdere groepen ingeschakeld is in een eerste kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht gelijk is aan één; - een deelverzameling van minstens één groep bevattende tussen 35% en 65% van de licht emitterende inrichtingen van de meerdere groepen ingeschakeld is in een eerste kleur, en een deelverzameling van minstens één groep bevattende tussen 35% en 65% daarvan isingeschakeld in een tweede kleur verschillend van de eerste kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht gelijk is aan twee; - een deelverzameling van minstens één groep bevattende tussen 20% en 40% van de licht emitterende inrichtingen van de meerdere groepen ingeschakeld is in een eerste kleur, een deelverzameling van minstens één groep bevattende tussen 20% en 40% daarvan is ingeschakeld in een tweede kleur verschillend van de eerste kleur, en een deelverzameling van minstens één groep bevattende tussen 20% en 40% daarvan is ingeschakeld in een derde kleur verschillend van de eerste en tweede kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht gelijk is aan drie.
Op die manier worden de groepen op een optimalere manier gebruikt, vergeleken met een statisch stuurschema waar een bepaalde deelverzameling aan een bepaalde kleur op een statische manier gekoppeld is.
[0021] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld bevat het signaleringslicht een steun, bij voorkeur een printplaat (PCB), en de meerdere licht emitterende inrichtingen, typische LEDs, zijn op de steun aangebracht. De steun kan een meerlagige PCB zijn. Bij voorkeur is de steun zich opwaarts uitstrekkend, bij voorkeur verticaal, in het signaleringslicht aangebracht.
[0022] Bij voorkeur bevat elke groep minstens één licht emitterende inrichting, bij voorkeur minstens twee licht emitterende inrichtingen, aan een eerste kant van de steun en minstens één licht emitterende inrichting, bij voorkeur minstens twee licht emitterende inrichtingen, aan een tweede tegenoverliggende kant van de steun. Op die manier, met behulp van een enkele steun, kan het signaleren gedaan worden over nagenoeg 360°, daar een operator in staat zal zijn om één van beide kanten van de steun te zien, en daar elke groep minstens één licht emitterende inrichting aan beide kanten heeft.
[0023] Bij voorkeur strekt de steun zich opwaarts uit in een behuizing, welke behuizing minstens gedeeltelijk doorzichtig is. Door een minstens gedeeltelijk doorzichtige behuizing te gebruiken, zal elk korrelig effect als gevolg van de aanwezigheid van meerdere licht emitterende inrichtingen verminderd of vermeden worden. Met andere woorden, het licht geëmitteerd door een groep zal cen hoofdzakelijk uniforme licht impressie buiten de minstens gedeeltelijk doorzichtige behuizing genereren.
[0024] Bij voorkeur is de behuizing hoofdzakelijk cilindrisch, bijvoorbeeld buisvormig. In een bijzondere uitvoeringsvorm kan de behuizing minstens twee cilindrische schelpen bevatten diesamen gekoppeld zijn door twee koppelgeleidingen. De twee koppelgeleidingen kunnen dan ook gebruikt worden om de steun in de behuizing te bevestigen. In andere uitvoeringsvormen kan cchter worden overwogen om een niet-ronde behuizing te gebruiken, bijvoorbeeld een behuizing met een prismavorm. Er kan ook overwogen worden om een buisvormige behuizing uit één deel te gebruiken of een behuizing met meerdere wanddelen te gebruiken.
[0025] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld bevat het signaleringssysteem verder minstens één sensor. De minstens één sensor kan gedeeltelijk aangebracht zijn op of verbonden zijn met dezelfde steun waarop de licht emitterende inrichtingen zijn aangebracht. Op die manier wordt een eenvoudig samen te stellen en compact systeem bekomen. De minstens één sensor bevat één of meer van het volgende: een temperatuur sensor, een vochtigheid sensor, een lucht kwaliteit sensor, cen rook detector, een lawaai sensor. De besturing kan verder geconfigureerd zijn om data waargenomen door de minstens één sensor te ontvangen, en om de weefmachine en/of de meerdere groepen in functie van de waargenomen data te sturen.
[0026] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld bevat het signaleringssysteem verder een antenne. Optioneel kan de antenne minstens gedeeltelijk aangebracht zijn op of verbonden zijn met dezelfde steun. De besturing kan verder geconfigureerd zijn om data ontvangen via de antenne te ontvangen en om de weefmachine en/of de meerdere groepen in functie van de ontvangen data te sturen.
[0027] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld is de besturing geconfigureerd om de gebruiker te voorzien van een configuratie interface die meerdere fouttoestanden van de weefmachine toont, voornoemde configuratie interface is geconfigureerd om een gebruiker toe te laten één of meer stuurparameters uit meerdere stuurparameters met een fouttoestand van voornoemde meerdere fouttoestanden te associëren, en de besturing is geconfigureerd om de meerdere groepen te sturen gebaseerd op één of meer fouttoestanden bepaald door de weefmachine en de één of meer stuurparameters geassocieerd met voornoemde één of meer bepaalde fouttoestanden. De één of meer stuurparameters kunnen één of meer van het volgende bevatten: één of meer kleuren van meerdere kleuren, een lichtmodus van meerdere luchtmodi, zoals een vaste modus, een trage flitsmodus, of een snelle flitssmodus, en gelijkaardige. Op die manier kan een gebruiker de besturing in overeenstemming met zijn behoeften programmeren door de meest geschikte waarden voor de stuurparameters te definiëren, bijvoorbeeld in functie van het gebruikte type weefmachine, bijvoorbeeld een luchtstraal weefmachine, een grijperweefmachine, een waterjet weefmachine, een projectiel weefmachine, of eender welk andere type weefmachine, en/of in functie van de gewoonten binnen een bepaald bedrijf, enzovoort.
[0028] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld is de besturing geconfigureerd om de gebruiker te voorzien van cen configuratie interface die geconfigureerd is om een gebruiker toe te laten een kleur volgorde van meerdere kleuren in te stellen, en is de besturing geconfigureerd om de meerdere groepen zo te sturen dat een aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht getoond worden volgens de kleur volgorde ingesteld door de gebruiker.
Wanneer een gebruiker bijvoorbeeld gewend is aan de volgorde groen, oranje, rood, blauw, wit (van onder naar boven gezien), kan die volgorde via de configuratie interface ingesteld worden.
[0029] Volgens een ander aspect van de uitvinding is er een weefmachine voorzien bevattende een signaleringssysteem volgens één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Het signaleringslicht is bij voorkeur geconfigureerd om zich opwaarts uit te strekken. Het signaleringslicht kan op een basis op de weefmachine, of op een basis nabij de weefmachine zijn aangebracht, bijvoorbeeld een basis naast de weefmachine, bij voorkeur op een basis geconfigureerd om zich opwaarts uit te strekken, zodat het signaleringslicht vanaf een afstand zichtbaar is. Het signaleringslicht kan op een basis in de vorm van een paal worden aangebracht. De weefmachine kan één of meer signaleringssystemen bevatten volgens één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. De weefmachine kan verder andere signaleringssystemen bevatten als aanvulling op de signaleringssystemen volgens één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.
[0030] Een ander aspect heeft betrekking op het gebruik van een signaleringssysteem volgens één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen in combinatie met een weefmachine, waarbij de besturing gebruikt is om de meerdere groepen in functie van een toestand van de weefmachine te sturen.
[0031] Een ander aspect heeft betrekking op het gebruik van een signaleringslicht volgens één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen in combinatie met een weefmachine, waarbij het signaleringslicht gebruikt is om een toestand van de weefmachine te signaleren of om een progressie van cen parameter van de weefmachine aan te geven.
[0032] Een ander aspect heeft betrekking op een signaleringswerkwijze voor een weefmachine voorzien van een signaleringslicht bevattende meerdere groepen licht emitterende inrichtingen, voornoemde signaleringswerkwijze bevattende het individueel sturen van elke groep licht emitterende inrichtingen in functie van een toestand van de weefmachine, waarbij alle licht emitterende inrichtingen van een zelfde groep met een gemeenschappelijk stuursignaal worden gestuurd. Het signaleringslicht is bij voorkeur geconfigureerd om zich opwaarts uit te strekken.
[0033] Bij voorkeur bevat het sturen van elke groep licht emitterende inrichtingen het voorzien van een stuursignaal naar elke groep om een kleur en/of een intensiteit van het te emitteren licht door voornoemde groep in te stellen.
[0034] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld bevat de signaleringswerkwijze verder het bepalen van cen aantal verschillende kleuren dat dient getoond te worden op het signaleringslicht gebaseerd op cen toestand van de weefmachine, en wordt het sturen uitgevoerd op basis van het bepaalde aantal.
[0035] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld bevat de signaleringswerkwijze het sturen van een eerste aantal groepen om een eerste kleur te emitteren wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht gelijk is aan één, en het sturen van cen tweede aantal groepen om de voornoemde eerste kleur te emitteren wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht gelijk is aan twee, waarbij het tweede aantal lager is dan het eerste aantal.
[0036] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld bevat de signaleringswerkwijze verder de gebruiker te voorzien van een configuratie interface die meerdere fouttoestanden van een weefmachine toont, voornoemde configuratie interface geconfigureerd is om een gebruiker toe te laten één of meer stuurparameters uit meerdere stuurparameters met een fouttoestand van voornoemde meerdere fouttoestanden te associëren, en waarbij de signaleringswerkwijze het sturen van meerdere groepen bevat op basis van één of meer fouttoestanden bepaald door de weefmachine en de één of meer stuurparameters geassocieerd met voornoemde één of meer bepaalde fouttoestanden.
[0037] Volgens een uitvoeringsvoorbeeld bevat de signaleringswerkwijze verder de gebruiker te voorzien van een configuratie interface geconfigureerd om een gebruiker toe te laten een kleur volgorde van meerdere kleuren in te stellen, en waarbij de signaleringswerkwijze het sturen van meerdere groepen bevat zodat een aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht is getoond in overeenstemming met de kleur volgorde ingesteld door de gebruiker.
[0038] Volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld bevat de signaleringswerkwijze verder het signaleren op een dynamische manier, zodat een aantal groepen die licht van een bepaalde kleur emitteren aangepast is in functie van het aantal kleuren die dienen gesignaleerd te worden.
[0039] In een ander uitvoeringsvoorbeeld van de signaleringswerkwijze kan het sturen een ofmeer van de hierboven beschreven besturingsstappen bevatten die door de besturing worden uitgevoerd.
[0040] Volgens een verder aspect van de uitvinding is er een computer programma voorzien bevattende computer-uitvoerbare instructies om de werkwijze uit te voeren, wanneer het programma op een computer wordt gedraaid, volgens één of meer stappen van één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de werkwijze. Volgens een verder aspect van de uitvinding is er cen computer inrichting of andere hardware inrichting voorzien die geprogrammeerd is om één of meer stappen van één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de werkwijze uit te voeren. Volgens een ander aspect is er een gegevensopslag inrichting voorzien die een programma in machineleesbare en machine- uitvoerbare vorm codeert om één of meer stappen van één van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de werkwijze uit te voeren.
Korte beschrijving van de tekeningen
[0041] De bijgevoegde tekeningen worden gebruikt om hierbij voorkeurdragende niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden van inrichtingen van de huidige uitvinding te illustreren. De bovenstaande en andere voordelen van de kenmerken en doelen van de uitvinding zullen duidelijker worden en de uitvinding zal beter worden begrepen uit de hierna volgende gedetailleerde beschrijving, wanneer die gelezen wordt in samenhang met de bijgevoegde tekeningen, waarin: Figuur 1 is een schematisch doorsnede aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een signaleringssysteem; Figuur 2 is een zijaanzicht van het signaleringssysteem van figuur 1, waarbij de behuizing en de weefmachine duidelijkheidshalve werden weggelaten; Figuur 3 is een schematische dwarsdoorsnede doorheen het signaleringslicht van figuren 1 en 2 langs een horizontaal vlak doorheen een groep licht emitterende inrichtingen; Figuren 4 en 5 zijn schematische perspectief aanzichten van een mogelijke implementatie voor het verbinden van een steun van een signaleringslicht op een kap voor het sluiten van de behuizing; Figuur 6 is een schematisch perspectief aanzicht van een mogelijke implementatie voor het verbinden van de steun van het signaleringslicht op een basis; Figuur 7 is een schematisch perspectief aanzicht dat een mogelijke implementatie illustreert voor het bevestigen van de basis in de weefmachine; Figuren 8 tot 14 illustreren schematisch verschillende manieren voor het sturen van het signaleringslicht volgens verschillende uitvoeringsvoorbeelden; Figuur 15 is een schematisch perspectief aanzicht van een ander uitvoeringsvoorbeeld van eensignaleringssysteem. Beschrijving van uitvoeringsvormen
[0042] Figuren 1 en 2 illustreren schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een signaleringssysteem 100 voor een weefmachine 200. Het signaleringssysteem 100 bevat een signaleringslicht 120 geconfigureerd om zich opwaarts op of nabij de weefmachine 200 uit te strekken. Het signaleringssysteem 100 bevat verder een besturing 150 geconfigureerd om het signaleringslicht 120 te sturen.
[0043] Het signaleringslicht 120 bevat een basis 110 en een steun 125 die door de basis 110 wordt gedragen. De steun 125 is typisch een printplaat (PCB), bijvoorbeeld een meerlagige PCB. Het signaleringslicht 120 bevat verder licht emitterende inrichtingen 121, 121’ die op de steun 125 zijn aangebracht. Elke licht emitterende inrichting 121, 121’ bevat typisch één of meer licht emitterende diodes (LEDs). Meer bij voorkeur bevat elke licht emitterende inrichting 121, 121” minstens drie LEDs, en zelfs meer bij voorkeur een rode LED, een groene LED, en een blauwe LED. Optioneel kan de licht emitterende inrichting 121, 121’ verder een witte LED bevatten.
[0044] Het signaleringslicht 120 bevat meerdere groepen G1, G2, G3, …, G20 licht emitterende inrichtingen 121, 121’. Elke groep G1, G2, G3, …, G20 bevat meerdere licht emitterende inrichtingen 121, 121’ die zodanig met elkaar verbonden zijn dat ze gelijktijdig met een gemeenschappelijk stuursignaal door de besturing 150 kunnen gestuurd worden. De besturing 150 is geconfigureerd om individueel elke groep G1, G2, G3, …, G20 te sturen in functie van een toestand van de weefmachine 200.
[0045] In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat elke groep G1, G2, G3, … , G20 minstens — één rij licht emitterende inrichtingen 121, 121’ die in serie en/of in parallel verbonden zijn. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm bevat elke groep G1, G2, G3, …, G20 zes licht emitterende inrichtingen, namelijk drie licht emitterende inrichtingen 121 aangebracht op een eerste kant 1254 van de steun 125, en drie licht emitterende inrichtingen 121’ aangebracht op een tweede tegenoverliggende kant 125b van de steun 125. Met andere woorden, elke groep G1, G2, G3, …., G20 bevat een eerste rij van drie licht emitterende inrichtingen 121 aangebracht op een eerste kant 1254 van de steun 125 en een tweede rij van drie licht emitterende inrichtingen 121’ aangebracht op een tweede tegenoverliggende kant 125b van de steun 125. De vakman begrijpt dat veel variaties mogelijk zijn. Elke groep zou bij voorbeeld een reeks van minstens twee rijen kunnen bevatten. In een alternatief zou elke groep minstens twee kolommen licht emitterende inrichtingen kunnen bevatten die op één kant of op beide kanten van een steun zijn aangebracht. De steun 125 strekt zich opwaarts uit, bij voorkeur verticaal in het signaleringslicht 120, en de groepen
G1, G2, G3, …, G20 kunnen boven elkaar op de steun 125 worden aangebracht.
[0046] Figuur 3 is een schematische dwarsdoorsnede doorheen het signaleringslicht 120 van figuren 1 en 2 langs een horizontaal vlak doorheen een groep licht emitterende inrichtingen 121, 121’. De steun 125 strekt zich hoofzakelijk verticaal uit in een behuizing 130 die minstens gedeeltelijk doorzichtig is. De behuizing 130 is bij voorkeur gemaakt uit een opaal materiaal dat semi-transparant is. De behuizing 130 kan de steun 125 en optioneel ook de basis 110 omgeven, zoals getoond in figuur 1. De behuizing 130 kan hoofzakelijk cilindrisch zijn. In een uitvoeringsvorm kan de behuizing 130 bestaan uit een buis of een buisvormig element. In de uitvoeringsvorm van figuur 3 bevat de behuizing 130 twee cilindrische schelpen 131, 132 die aan elkaar gekoppeld zijn door door twee koppelgeleidingen 133, 134. De twee koppelgeleidingen 133, 134 bevestigen de steun 125 in de behuizing 130. Zoals getoond in figuur 1 kan de behuizing 130 aan een boveneinde afgesloten zijn met een kap 140 voor het sluiten van de behuizing 130, en kan aan een ondereinde in een ontvangend compartiment 170 worden ontvangen.
[0047] Figuren 4 en 5 tonen schematische perspectief aanzichten van een mogelijke implementatie voor het verbinden van de steun 125 van het signaleringslicht 120 op de kap 140. Zoals getoond kan de steun 125 in de kap 140 worden bevestigd. Het signaleringssysteem 100 kan verder minstens één sensor 142, 143 (enkel schematisch geïllustreerd) bevatten. De minstens één sensor 142, 143 is minstens gedeeltelijk in de kap 140 aangebracht en kan op de steun 125 worden verbonden, zodat waargenomen data aan de besturing 150 kan worden voorzien (niet getoond in figuren 4 en 5) via verbindingsleidingen op de steun 125. De minstens één sensor 142, 143 kan één of meer van het volgende bevatten: een temperatuur sensor, een vochtigheid sensor, een lucht kwaliteit sensor, een rook detector, een lawaai sensor. De besturing 150 kan verder aangepast worden om de groepen G1, G2, G3, … , G20 te sturen op basis van de waargenomen data. Tussen de steun 125 en de minstens één sensor 142, 143 die in de kap 140 is aangebracht, kan een plaat 141 van isolerend materiaal worden voorzien om te vermijden dat een signaal van de sensor 142, 143 beïnvloed wordt door de hitte gegenereerd door het signaleringslicht 120. De plaat 141 laat eveneens toe om de steun 125 ten opzichte van de kap 140 te bevestigen.
[0048] Figuur 6 is een schematisch perspectief aanzicht van een mogelijke implementatie voor het verbinden van de steun 125 van het signaleringslicht 120 op de basis 110, en figuur 7 is een schematisch perspectief aanzicht dat een mogelijke implementatie illustreert voor het bevestigen van de basis 110 in een weefmachine. De basis 110 kan een buisvormig element zijn, en een verbindingskabel 160 kan van de steun 125 doorheen de basis 110 naar de besturing 150 lopen (niet getoond in figuren 6 en 7). De verbindingskabel 160 bevat verschillende elektrische draden
161 en is op de steun 125 door middel van een bevestiging 111 bevestigd. De cilindrische behuizing 130 kan zich rond de basis 110 uitstrekken en de basis 110 kan in de cilindrische behuizing 130 worden bevestigd met behulp van een afstandshuls 190. Een ondereinde van de cilindrische behuizing 130 kan in een ontvangend compartiment 170 worden bevestigd, bijvoorbeeld een ontvangend compartiment 170 dat in een bovenoppervlak van de weefmachine 200 is aangebracht.
[0049] Tabel 1 hieronder illustreert een andere mogelijke uitvoeringsvorm voor het groeperen van licht emitterende inrichtingen. In de implementatie geïllustreerd in tabel 1 bevat het signaleringslicht 120 vier groepen G1, G2, G3, G4, waarbij elke groep twaalf licht emitterende inrichtingen bevat die op één kant van een steun zijn aangebracht, en optioneel ook twaalf licht emitterende inrichtingen die op een andere kant van de steun zijn aangebracht. De licht emitterende inrichtingen van een groep G1, G2, G3, G4 zijn in een reeks aangebracht die drie rijen en vier kolommen bevat, bij voorkeur aan elke kant van de steun.
GI xx xx x xxx x xxx G2 xx xx x xxx x xxx G3 x x xx x xxx x xxx G4 xx xx x xxx x xxx Tabel 1
[0050] De vakman begrijpt verder dat de groepen niet dezelfde hoeveelheid licht emitterende inrichtingen moeten bevatten. Dit wordt geïllustreerd in tabel 2 hieronder. In dit voorbeeld zijn de licht emitterende inrichtingen van elke groep aangebracht in reeksen die verschillende aantallen rijen en een gelijk aantal kolommen bevatten. In een alternatief kunnen reeksen met andere aantallen rijen en andere aantallen kolommen worden voorzien.
G3 x x xx Meen G4 xx xx Meen G5 x x xx x xxx x xxx Tabel 2
[0051] Elke licht emitterende inrichting 121, 121’ is bij voorkeur geconfigureerd om minstens twee verschillende kleuren, bij voorkeur minstens vier verschillende kleuren, en meer bij voorkeur minstens vijf verschillende kleuren te emitteren. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door gebruik te maken van een combinatie van een rode, een groene en een blauwe LED. De besturing 150 kan dan geconfigureerd zijn om een stuursignaal te voorzien naar elke groep licht emitterende inrichtingen 121, 121’ om een te emitteren kleur door voornoemde groep in te stellen. Met andere woorden, met een gemeenschappelijk stuursignaal kan een kleur van cen groep worden ingesteld. De besturing 150 kan verder geconfigureerd zijn om een gemeenschappelijk stuursignaal naar elke groep te voorzien om een lichtintensiteit van de licht emitterende inrichtingen 121, 121’ van voornoemde groep in te stellen. In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt zowel de kleur en de intensiteit van het te emitteren licht door een groep gestuurd door de besturing 150. Verder kan de besturing 150 worden geprogrammeerd om de meerdere groepen volgens één of meer verschillende stuurschema’s te sturen zoals verder zal worden geïllustreerd met verwijzing naar figuren 8 tot 14. Het stuursignaal kan een signaal zijn dat via een BUS-systeem voorzien is en/of kan volgens een protocol zijn en/of kan een gemoduleerd signaal zijn.
[0052] Figuur 8 illustreert een uitvoeringsvoorbeeld waar de besturing geconfigureerd is om de meerdere groepen G1, G2, G3, …, G20 zodanig te sturen dat een lichtpatroon P wordt geëmitteerd dat opwaarts of neerwaarts beweegt in functie van tijd. Figuur 8 illustreert het signaleringssysteem 100 op opeenvolgende momenten in tijd t1, t2, …, t15. Figuur 8 illustreert een voorbeeld waar het lichtpatroon P een lijn is die overeenkomt met een enkele groep licht emitterende inrichtingen die in een "aan" toestand is, terwijl de andere groepen in een "uit" toestand zijn of licht van een verschillende kleur emitteren. Op tijdstip tl wordt groep G20 zodanig ingeschakeld dat een lichtpatroon P wordt geëmitteerd. Op tijdstip t2 wordt hetzelfde patroon P door groep G19 geëmitteerd. Op tijdstip t3 wordt hetzelfde patroon P door groep G18 geëmitteerd. Op die manierbeweegt het patroon P opwaarts, en op tijdstip t15 wordt het patroon P door groep G6 geëmitteerd. In het geïllustreerde voorbeeld beweegt het patroon P opwaarts, maar de vakman begrijpt dat het patroon P ook neerwaarts kan bewegen of opwaarts en neerwaarts kan bewegen afhankelijk van cen toestand van de weefmachine. De groep die op een bepaald moment in tijd het patroon P dient teemitteren, kan voornoemd patroon P met een eerste kleur en met een eerste lichtintensiteit emitteren, en die eerste kleur en lichtintensiteit van het patroon kan hetzelfde gehouden worden, terwijl het patroon P opwaarts of neerwaarts wordt bewogen. In andere uitvoeringsvormen kunnen echter de kleur en/of lichtintensiteit van het patroon P worden veranderd. Er valt verder op te merken dat de groepen die op een bepaald moment in tijd een bepaald patroon P niet moeten emitteren, kunnen geprogrammeerd worden om te worden uitgeschakeld of om een andere kleur dan de kleur van het patroon te emitteren zodat het patroon te onderscheiden blijft. Er zijn bijvoorbeeld minstens vijf groepen betrokken bij het emitteren van het patroon P dat opwaarts en neerwaarts beweegt, zodat opeenvolgende groepen van de minstens vijf groepen het patroon P kunnen emitteren. In de geïllustreerde uitvoeringsvorm emitteert slechts één groep op een tijdstip het patroon P. Het is echter ook mogelijk om een patroon P te hebben dat door meerdere groepen op een tijdstip wordt geëmitteerd, bijvoorbeeld door twee aangrenzende groepen. Het patroon P zou bijvoorbeeld kunnen overeenkomen met een dikkere lijn die eerst wordt geëmitteerd door groepen G20, G19, vervolgens door groepen G19, G18, vervolgens door groepen G18, G17, enzovoort. De tijd die nodig is voor het opwaarts of neerwaarts bewegen van het patroon P kan afhangen van het type bericht dat men aan de gebruikers/operatoren wenst te signaleren. Typisch zal echter de tijd die geprogrammeerd is voor het opwaarts of neerwaarts bewegen van het patroon P ongeveer enkele minuten zijn, bijvoorbeeld ongeveer tien minuten, tot een paar uur.
[0053] Het bewegen van patroon P kan worden gebruikt voor het signaleren van verscheidene toestanden van de weefmachine. Bijvoorbeeld kan een opwaarts bewegend patroon P gekoppeld zijn aan een waarde van een parameter van de weefmachine variërend in de eerste richting, en kan het neerwaarts bewegende patroon P gekoppeld zijn aan een waarde van die parameter van de weefmachine variërend in een tegenovergestelde richting.
[0054] Figuur 9 illustreert een ander uitvoeringsvoorbeeld van een stuurschema dat door de besturing 150 kan worden geïmplementeerd. In deze uitvoeringsvorm is een deelverzameling van de groepen gemaakt om te flikkeren afhankelijk van een toestand van de weefmachine. In het geïllustreerde voorbeeld, in een eerste toestand, zijn de licht emitterende inrichtingen van groepen Gl en G2 gemaakt om te flikkeren, en in een tweede toestand zijn groepen G19, G20 gemaakt om te flikkeren. De eerste en de tweede toestand kunnen bij voorbeeld overeenkomen met de toestand waarin een bepaalde parameter van de weefmachine cen minimum of een maximum waardebereikt.
[0055] Figuur 10 illustreert een verder uitvoeringsvoorbeeld van een mogelijk stuurschema dat door de besturing 150 kan worden geïmplementeerd. Meer in het bijzonder kan de besturing 150 geconfigureerd worden om de meerdere groepen G1, G2, G3, …, G20 te sturen zodat het aantal groepen dat licht van dezelfde kleur emitteert verhoogt in functie van tijd. Dit wordt in figuur 10 geïllustreerd, waar op een eerste moment in tijd t1 enkel groep G20 wordt geactiveerd om licht met een eerste kleur te emitteren, en op een opeenvolgend moment in tijd t2 groepen G20 en G19 licht met dezelfde eerste kleur emitteren, enzovoort. In het geïllustreerde voorbeeld wordt één groep tegelijk toegevoegd, maar de vakman begrijpt dat het ook mogelijk is om bijvoorbeeld twee groepen tegelijk toe te voegen. Op die manier kan een progressie indicatie worden voorzien. Een dergelijke progressie indicatie kan nuttig zijn voor het signaleren van een of meer van het volgende: - een indicatie hoe lang een machine buiten werking is geweest, bijvoorbeeld als gevolg van een kettingstop; - een indicatie van de weefprogressie, bijvoorbeeld hoeveel van cen weefsel werd geweven; - een indicatie van een hoeveelheid verwijderd garen van een kettingboom of een inslagbobijn; - een indicatie van een wachttijd voor een bepaalde interventie, bijvoorbeeld een wachttijd voor onderhoud, een wachttijd voor het vervangen van een component, een wachttijd voor cen kwaliteitsinspectie; - een indicatie van hoever men verwijderd is van een maximum haalbare stuurparameter, zoals een maximum haalbare snelheid met de huidige ingestelde instellingen; - een indicatie gerelateerd aan een progressie van vetsmering, bijvoorbeeld een indicatie van de tijd die verstreken is sinds de laatste vetsmering, een indicatie van hoeveel vetsmering werd uitgevoerd tijdens het vetsmeren, enzovoort; - een progressie indicatie van een automatische beweging van een component van de weefmachine; - een indicatie van een percentage van een vermogenswaarde die wordt gebruikt voor het aandrijven; - enzovoort.
[0056] Figuur 11 illustreert nog een ander mogelijk stuurschema dat door de besturing 150 kan worden geïmplementeerd. De besturing 150 kan worden geconfigureerd om de meerdere groepen G1, G2, G3, …, G20 zodanig te sturen dat alle groepen G1, G2, G3, …, G20 gelijktijdig licht van dezelfde kleur emitteren. Optioneel kunnen alle groepen G1, G2, G3, …, G20 periodiek in of uitgeschakeld worden om een flitslicht effect te genereren met een specifieke kleur. Op die manier kan het signaleringslicht 120 als een waarschuwingslamp functioneren, bijvoorbeeld als een oranje lichtflits of een rode lichtflits. In het voorbeeld van figuur 11 zijn alle groepen G1, G2, G3, …, G20 gelijktijdig ingeschakeld, maar de vakman begrijpt dat een gelijkaardig effect verkregen kan worden door tussen 50% en 100% van de groepen G1, G2, G3, …, G20 gelijktijdig te activeren.
[0057] Figuur 12 illustreert schematisch een implementatie waar verschillende groepen geprogrammeerd kunnen worden om verschillende kleuren te emitteren. Meer in het bijzonder kan de besturing 150 geconfigureerd zijn om de meerdere groepen G1, G2, G3, …, G20 te sturen zodat: - een eerste deelverzameling SO van minstens één groep G1, G2, G3, …, G20 gestuurd is om licht met een eerste kleur in een eerste toestand van de weefmachine te emitteren en om de eerste deelverzameling SO uit te schakelen wanneer de weefmachine niet in de eerste toestand is, zie respectievelijk de eerste en tweede toestand geïllustreerd in het linkse signaleringslicht 120 en het middelste signaleringslicht 120 op momenten in tijd tl en t2 in figuur 12; - een tweede deelverzameling S2 van minstens één groep G1, G2, G3, … , G20 gestuurd is om licht met een tweede kleur in een tweede toestand van de weefmachine te emitteren en om de tweede deelverzameling S2 uit te schakelen wanneer de weefmachine niet in de tweede toestand is; waarbij de eerste kleur verschillend is van de tweede kleur en de tweede deelverzameling S2 verschillend is van de eerste deelverzameling SO, zie respectievelijk de eerste en tweede toestand geïllustreerd in het linkse signaleringslicht 120 en het middelste signaleringslicht 120 op momenten in tijd t1 en t2 in figuur 12.
[0058] In het voorbeeld van het signaleringslicht 120 getoond aan de linker zijde van figuur 12, zijn de groepen G1, G2, G3, …, G20 in vijf verschillende zones verdeeld die overeenkomen met verschillende deelverzamelingen SO, S1, S2, S3, S4, elke deelverzameling bevattende vier groepen. Elke deelverzameling SO, S1, S2, S3, S4 kan in een bepaalde kleur in of uit geschakeld worden.
Bijvoorbeeld kan deelverzameling SO ingeschakeld worden in witte kleur, deelverzameling S1 kan ingeschakeld worden in blauwe kleur, deelverzameling S2 kan ingeschakeld worden in rode kleur, deelverzameling S3 kan ingeschakeld worden in oranje kleur, en deelverzameling S4 kan ingeschakeld worden in groene kleur. Die verschillende deelverzamelingen kunnen dan verbonden worden met verschillende toestanden van de weefmachine. Die verbinding kan gedaan worden op dezelfde manier als bij traditionele lichttoortsen waar vier of vijf lampen met een verschillende kleur boven elkaar worden gebruikt. Bij traditionele lichttoortsen worden typisch vier of vijflampen gebruikt, en overeenkomstig, in uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen vier of vijf deelverzamelingen worden gebruikt. Het getoonde signaleringslicht 120 aan de rechter zijde van figuur 12 illustreert bijvoorbeeld met vier deelverzamelingen SO, S1, S2, S4, elke deelverzameling bevattende vijf groepen.
[0059] Figuur 13 illustreert nog een ander uitvoeringsvoorbeeld van een stuurschema dat in een besturing 150 kan worden geïmplementeerd. Meer in het bijzonder, de besturing 150 kan geconfigureerd zijn om een aantal verschillende kleuren te bepalen die dienen getoond te worden op het signaleringslicht 120, gebaseerd op een toestand van de weefmachine, en kan verder geconfigureerd zijn om de meerdere groepen overeenkomstig te sturen. Meer in het bijzonder, de besturing 150 kan worden geconfigureerd om een aantal groepen te bepalen die een eerst kleur moeten emitteren in functie van het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht 120. In het voorbeeld van figuur 13, op tijdstip t1, is het bepaald dat drie verschillende kleuren dienen getoond te worden op het signaleringslicht 120, en het aantal groepen die een eerste kleur, een tweede kleur en een derde kleur dienen te emitteren is overeenkomstig bepaald. In het geïllustreerde voorbeeld, op tijdstip tl, emitteren groepen G1-G7 licht in een eerste kleur, emitteren groepen G8-G13 licht in een tweede kleur verschillend van de eerste kleur, en emitteren groepen G14-G20 licht in een derde kleur verschillend van de eerste en tweede kleur. Op tijdstip t2, is het bepaald dat slechts twee kleuren door het signaleringslicht 120 moeten worden aangeduid, en overeenkomstig, kan het bepaald worden dat groepen G1-G10 licht van een eerste kleur moeten emitteren, en groepen G11-G20 licht van een tweede kleur moeten emitteren. Indien op tijdstip t3 slechts één kleur dient te worden aangeduid, kunnen alle groepen G1-G20 van het signaleringslicht 120 licht van dezelfde kleur emitteren. Met andere woorden, de besturing 150 kan worden geconfigureerd om de meerdere groepen G1, G2, G3, … , G20 te sturen zodat: - cen deelverzameling S4 van minstens één groep G1, G2, G3, …, G20 bevattende tussen 60% en 100% van de licht emitterende inrichtingen 121, 121’ van de meerdere groepen G1, G2, G3, …, G20 ingeschakeld is in een eerste kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht 120 gelijk is aan één, zie de situatie op tijdstip t3 in figuur 13; - cen deelverzameling S4’ van minstens één groep G1, G2, G3, …, G20 bevattende tussen 35% en 65% van de licht emitterende inrichtingen 121, 121’ van de meerdere groepen G1, G2, G3, ..., G20 ingeschakeld is in een eerste kleur, en een deelverzameling SO’ van minstens één groep G1, G2, G3, …, G20 bevattende tussen 35% en 65% daarvan is ingeschakeld in een tweede kleur verschillend van de eerste kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht 120 gelijk is aan twee, zie de situatie op tijdstip t2 in figuur 13; merk op dat de verdeling X% eerstekleur, (100-X)% tweede kleur kan zijn, waarbij X tussen 35% en 65% is. Het is echter ook mogelijk dat niet alle groepen worden gebruikt en dat de verdeling bijvoorbeeld X% eerste kleur, (90-X)% tweede kleur is, waarbij X tussen 35% en 55% is. - cen deelverzameling S4” van minstens één groep G1, G2, G3, …, G20 bevattende tussen 20% en 40% van de licht emitterende inrichtingen 121, 121’ van de meerdere groepen G1, G2, G3, …, G20 ingeschakeld is in een eerste kleur, een deelverzameling S3” van minstens één groep G1, G2, G3, …, G20 bevattende tussen 20% en 40% daarvan is ingeschakeld in een tweede kleur verschillend van de eerste kleur, en een deelverzameling S1” van minstens één groep G1, G2, G3, …, G20 bevattende tussen 20% en 40% daarvan is ingeschakeld in een derde kleur verschillend van de eerste en tweede kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht 120 gelijk is aan drie, zie de situatie op tijdstip t1 in figuur 13.
[0060] Figuur 14 illustreert schematisch een ander verder ontwikkeld mogelijk stuurschema dat kan worden geïmplementeerd in de besturing 150. Meer in het bijzonder kan de besturing 150 geconfigureerd zijn om een eerste deelverzameling van één of meer groepen G10, G11 te activeren om een referentiewaarde op het signaleringslicht 120 aan te duiden. De besturing 150 kan dan verder geprogrammeerd worden om één of meer andere groepen te activeren om een afwijking van de referentiewaarde aan te duiden. In het voorbeeld van figuur 14, op een tijdstip t1, wordt geïllustreerd dat bijvoorbeeld groep G5 kan geactiveerd worden om licht met een eerste kleur te emitteren, bijvoorbeeld een rode kleur, om een significante afwijking van de referentiewaarde in een eerste richting aan te duiden, en op een tijdstip t2, kan groep G19 geactiveerd worden om licht met een eerste kleur te emitteren om een significante afwijking van de referentiewaarde in een tweede richting aan te duiden. Wanneer de afwijking van de referentiewaarde binnen aanvaardbare grenzen ligt, op een tijdstip t3, kan dit bijvoorbeeld worden aangeduid door geactiveerde groepen aangrenzend aan de groepen die de referentiewaarde aanduiden, in het voorbeeld de groepen G9, G12, om licht in een tweede kleur te emitteren, bijvoorbeeld een groene kleur. Voorbeelden van parameters waarvoor een afwijking ten opzichte van een referentiewaarde kan worden aangeduid op de manier zoals hierboven beschreven zijn: - kettingspanning, - poolhoogte, - een positie van een spanner, - resolver positie, - een veer gerelateerde parameter, - enzovoort.
[0061] Meer in het algemeen kan elke meetbare of gekende parameter met betrekking tot de weefmachine op de beschreven manier worden aangeduid met behulp van het signaleringslicht
120.
[0062] De besturing 150 kan in een uitvoeringsvorm worden geconfigureerd om de gebruiker te voorzien van cen configuratie interface die meerdere fouttoestanden van een weefmachine toont. De configuratie interface kan geconfigureerd worden om een gebruiker toe te laten één of meer stuurparameters uit meerdere stuurparameters met een fouttoestand van de meerdere fouttoestanden te associëren. De besturing 150 kan dan verder geconfigureerd worden om de meerdere groepen te sturen gebaseerd op één of meer fouttoestanden bepaald door de weefmachine, en de één of meer stuurparameters geassocieerd met voornoemde één of meer bepaalde fouttoestanden. Een voorbeeld van een dergelijke configuratie interface wordt getoond in tabel 3, om bijvoorbeeld gebruikt te worden met een signaleringslicht 120 zoals geïllustreerd aan de linker zijde van figuur 12.
[0063] In tabel 3 worden verschillende fouttoestanden aangeduid, en kan een gebruiker de tabel invullen om aan te duiden welke stuurschema’s de gebruiker wenst te gebruiken. In het aangeduide voorbeeld is de stuurparameter die voor verschillende fouttoestanden kan worden ingesteld de lichtmodus. Meer in het bijzonder kan de lichtmodus als vast, traag flitsen of snel flitsen worden ingesteld. Verder kan de gebruiker één of meer te gebruiken kleuren instellen om een bepaalde fouttoestand aan te duiden. Een gebruiker kan bijvoorbeeld de kleuren oranje en groen instellen om cen fouttoestand van de bobijn aan te duiden.
Fouttoestand Licht Wit Oranje Rood Groen Blauw ee OT TT TE Preselectie Traag Uit Uit Uit Aan Uit
N Weefwaarschuwing | Traag Aan Uit Uit Uit Uit a Opstarten Snel Uit Uit Uit Aan Uit me (VTT Kettingboom- Traag Uit Uit Aan Uit Uit Ee [en JT 11120 Doekboomafzetter | Traag Uit Uit Uit Aan Uit mee JO 7120 Terry Snel Uit Uit Uit Uit Aan
FH Tabel 3
[0064] Zoals geillustreerd in tabel 4 kan een gebruiker verder selecteren hoe deze kleuren zouden moeten weergegeven worden. In het voorbeeld voorzien in tabel 5 kan de gebruiker selecteren om ofwel de verschillende kleuren in vijf traditionele zones weer te geven, zoals geïllustreerd aan de linker zijde van figuur 12, of in vier traditionele zones, zoals geïllustreerd aan de rechter zijde van figuur 12, of met behulp van dynamische zones zoals geïllustreerd in relatie tot figuur 13. Tabel 4
[0065] De configuratie interface kan verder worden aangepast om de gebruiker toe te laten verscheidene andere stuurschema’s in te stellen. Tabel 5 duidt bijvoorbeeld aan dat een gebruiker cen progressie indicatie stuurschema kan instellen voor een bepaalde parameter met betrekking tot de weefmachine. In het voorbeeld heeft de gebruiker een progressie indicatie voor een eerste parameter “parameter 1” ingesteld en heeft voor de progressie indicatie aangevraagd om de kleur blauw te gebruiken. Een dergelijke progressie indicatie kan geïmplementeerd worden zoals hierboven geïllustreerd in relatie tot figuur 8.
Tabel 5
[0066] Figuur 15 illustreert een ander uitvoeringsvoorbeeld van een signaleringssysteem 100 voor een weefmachine 200. Het signaleringssysteem 100 bevat een signaleringslicht 120 dat geconfigureerd is om zich opwaarts op of nabij de weefmachine 200 uit te strekken. Het signaleringslicht 120 bevat verder een besturing 150 (niet getoond) geconfigureerd voor het sturen van het signaleringslicht 120. Het signaleringslicht 120 bevat een basis 110 (niet getoond) en drie steunen 125, 125’, 125” die door de basis 110 worden gedragen. Het signaleringslicht 120 bevat verder licht emitterende inrichtingen 121 die op de steunen 125, 125’, 125” zijn aangebracht. Bij voorkeur bevat elke licht emitterende inrichting 121 minstens drie LEDs, en zelfs meer bij voorkeur een rode LED, een groene LED, en een blauwe LED. Optioneel kan de licht emitterende inrichting 121 verder een witte LED bevatten. Optioneel kan een doorzichtige behuizing 130 (niet getoond) rond de steunen 125, 125’, 125” worden aangebracht.
[0067] Het signaleringslicht 120 bevat meerdere groepen G1, G2, G3, G4 licht emitterende inrichtingen 121. Elke groep G1, G2, G3, G4 bevat meerdere licht emitterende inrichtingen 121 die met elkaar verbonden zijn zodat ze gelijktijdig met een gemeenschappelijk stuursignaal door de besturing 150 kunnen worden gestuurd om de kleur en/of lichtintensiteit geëmitteerd door de groep G1, G2, G3, G4 te sturen. De besturing 150 is geconfigureerd om individueel elke groep G1, G2, G3, G4 te sturen in functie van een toestand van de weefmachine 200. Hier bevat elke groep G1, G2, G3, G4 een reeks van elf licht emitterende inrichtingen 121 die bijvoorbeeld in drie rijen en zeven kolommen zijn aangebracht.
[0068] Het signaleringssysteem 100 bevat verder een antenne 180. De antenne 180 kan met de steun 125’ verbonden zijn teneinde ontvangen data aan de besturing 150 via een verbindingsleidingop de steun 125 te voorzien. Ook kan de besturing 150 draadloos data zenden via de antenne 180.
[0069] Een vakman zou dadelijk herkennen dat stappen van verscheidene hierboven beschreven werkwijzen en de verscheidene besturingsstappen die door de besturing 150 worden uitgevoerd door geprogrammeerde computers of besturingen kunnen worden uitgevoerd. Hierbij zijn sommige uitvoeringsvormen ook bedoeld om programma-opslaginrichtingen te omvatten, bijvoorbeeld digitale gegevensopslagmedia, die machine of computer leesbaar zijn en machine-uitvoerbare of computer-uitvoerbare programma's van instructies coderen, waarbij voornoemde instructies enkele of alle stappen van voornoemde hierboven beschreven werkwijzen uitvoeren. De programma- opslaginrichtingen kunnen bijvoorbeeld digitale geheugens, magnetische opslagmedia zoals een magnetische schijf en magnetische banden, harde schijven, of optisch leesbare digitale gegevensopslagmedia zijn. De uitvoeringsvormen zijn ook bedoeld om computers te omvatten die geprogrammeerd zijn om voornoemde stappen van de hierboven beschreven werkwijzen uit te voeren.
[0070] Het functionele blok gelabeld als "besturing", kan voorzien worden door het gebruik van speciale hardware evenals hardware die in staat is om software uit te voeren in combinatie met de gepaste software. Wanneer voorzien door een processor, kunnen de functies worden voorzien door cen enkele speciale processor, door een enkele gedeelde processor, of door meerdere individuele processors, waarvan sommige kunnen worden gedeeld. Bovendien dient expliciet gebruik van de term “besturing” niet te worden opgevat als uitsluitend betrekking te hebben op hardware die in staat is om software uit te voeren, en kan impliciet, zonder beperking, digitale signaal processor (DSP) hardware, netwerk processor, toepassingsspecifieke geïntegreerde schakeling (ASIC), veld programmeerbare poort rangschikking (FPGA), enkel lezen geheugen (ROM) voor het opslaan van software, werkgeheugen (RAM) en niet-volatiele opslag bevatten. Andere hardware, conventionele en/of aangepaste, kan ook worden opgenomen. Gelijkaardig zijn alle schakelaars enkel conceptueel. Hun functie kan worden uitgevoerd door de werking van programmalogica, door speciale logica, door de interactie van programma sturing en speciale logica, of zelfs manueel, waarbij de specifieke techniek geselecteerd door de implementeerder zoals meer specifiek kan worden begrepen uit de context. Ook kan de besturing 150 een gecentraliseerd besturingsmiddel zijn. In een alternatief kan de besturing 150 een gedistribueerd besturingsmiddel zijn bevattende cen hoofdbesturingsmiddel en verscheidene besturingsdelen die op verschillende locaties zijn gepositioneerd, bijvoorbeeld besturingsdelen 150", 150", 150"' zoals getoond in figuur 2 en/of figuur 5. Het besturingsmiddel 150 en de besturingsdelen 150’, 150”, 1507” kunnen besturingsmiddelen voor het genereren van stuursignalen en/of aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de licht emitterende inrichtingen 121, 121’ gebaseerd op stuursignalen bevatten.
[0071] In een alternatief strekt de steun 125 strekt zich neerwaarts uit, bij voorkeur verticaal, met andere woorden de basis 110 is boven de steun 125 aangebracht. Gelijkaardig als hierboven beschreven kunnen de groepen G1, G2, G3, …, G20 boven elkaar op de steun 125 worden aangebracht. In een andere alternatief kan de steun 125 zich in een schuine richting ten opzichte van de verticale richting uitstrekken, bijvoorbeeld onder een hoek van nagenoeg dertig graden.
[0072] Terwijl de principes van de uitvinding hierboven zijn uiteengezet in verband met specifieke uitvoeringsvormen, dient het duidelijk te zijn dat deze beschrijving slechts bij wijze van voorbeeld is gemaakt en niet als een beperking van de beschermingsomvang die wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies.

Claims (40)

Conclusies
1. Signaleringssysteem (100) voor een weefmachine (200), voornoemd signaleringssysteem (100) bevattende een signaleringslicht (120) geconfigureerd om zich op of nabij de weefmachine uit te strekken, en een besturing (150) geconfigureerd om het signaleringslicht (120) te sturen, waarbij het signaleringslicht (120) meerdere groepen (G1 .. G20) licht emitterende inrichtingen (121, 121”) bevat, waarbij elke groep (G1 .. G20) meerdere licht emitterende inrichtingen (121, 121’) bevat die zodanig met elkaar verbonden zijn dat ze gelijktijdig met een gemeenschappelijk stuursignaal door de besturing (150) kunnen gestuurd worden, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om individueel elke groep (G1 … G20) te sturen in functie van een toestand van de weefmachine (200).
2. Signaleringssysteem (100) volgens de voorgaande conclusie, waarbij elke groep (G1 .. G20) minstens één rij licht emitterende inrichtingen (121, 121’) bevat die in serie en/of in parallel verbonden zijn.
3. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke groep (G1 .. G20) minstens drie, bij voorkeur minstens zes licht emitterende inrichtingen (121, 121’) bevat.
4. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de meerdere groepen (G1 … G20) minstens vier groepen, bij voorkeur minstens vijf groepen, meer bij voorkeur minstens tien groepen, bijvoorbeeld twintig groepen bevatten.
5. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke licht emitterende inrichting (121, 121”) één of meer LED's bevat; waarbij bij voorkeur elke licht emitterende inrichting (121, 121”) een rode LED, cen groene LED en een blauwe LED bevat.
6. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de meerdere groepen (Gl … G20) boven elkaar in het signaleringslicht (120) zijn aangebracht.
7. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij elke licht emitterende inrichting (121, 121”) geconfigureerd is om minstens twee verschillende kleuren, bij voorkeur minstens vier verschillende kleuren, meer bij voorkeur minstens vijfverschillende kleuren te emitteren.
8. Signaleringssysteem (100) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om een stuursignaal naar elke groep (G1 .. G20) licht emitterende inrichtingen (121, 121’) te voorzien om een kleur in te stellen om door voornoemde groep (G1 .. G20) te worden geëmitteerd.
9. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om een stuursignaal naar elke groep (G1 … G20) licht emitterende inrichtingen (121, 121’) te voorzien om een lichtintensiteit in te stellen om door voornoemde groep (G1 … G20) te worden geëmitteerd.
10. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om de meerdere groepen (G1 … G20) zodanig te sturen dat een lichtpatroon (P) geëmitteerd is dat opwaarts en/of neerwaarts beweegt in functie van tijd.
11. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om de meerdere groepen (G1 … G20) zodanig te sturen dat het aantal groepen dat licht emitteert van dezelfde kleur in functie van een waarde van een parameter gerelateerd aan de weefmachine gevarieerd is.
12. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om de meerdere groepen (G1 … G20) zodanig te sturen dat alle groepen (G1 … G20) gelijktijdig licht van dezelfde kleur emitteren, waarbij optioneel alle groepen (G1 … G20) periodiek in of uit geschakeld worden om een flitslicht effect te genereren.
13. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om de meerdere groepen (G1 … G20) zodanig te sturen dat : - een eerste deelverzameling (SO) van minstens één groep (G1 .. G20) gestuurd is om licht met een eerste kleur in een eerste toestand van de weefmachine te emitteren en om de eerste deelverzameling (SO) uit te schakelen wanneer de weefmachine niet in de eerste toestand is; - een tweede deelverzameling (S2) van minstens één groep (G1 .. G20) gestuurd is om licht met een tweede kleur in een tweede toestand van de weefmachine te emitteren en om de tweede deelverzameling (S2) uit te schakelen wanneer deweefmachine niet in de tweede toestand is; waarbij de eerste kleur verschillend is van de tweede kleur en de tweede deelverzameling (S2) verschillend is van de eerste deelverzameling (S0).
14. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om een aantal verschillende kleuren te bepalen die op het signaleringslicht (120) dienen gesignaleerd te worden op basis van een toestand van de weefmachine (200), en om de meerdere groepen (G1 .. G20) overeenkomstig te sturen.
15. Signaleringssysteem (100) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om een aantal groepen (G1 … G20) te bepalen die een eerste kleur in functie van het aantal verschillende kleuren dienen te emitteren die dienen gesignaleerd te worden op het signaleringslicht (120).
16. Signaleringssysteem (100) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om een eerste aantal groepen (G1 .. G20) te sturen om een eerste kleur te emitteren wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) gelijk is aan één, en om een tweede aantal groepen (G1 .. G20) te sturen om de voornoemde eerste kleur te emitteren wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) gelijk is aan twee, waarbij het tweede aantal lager is dan het eerste aantal.
17. Signaleringssysteem (100) volgens conclusie 15 of 16, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om meerdere groepen (G1 … G20) zodanig te sturen dat : - cen deelverzameling (S4) van minstens één groep (G1 .. G20) bevattende tussen 60% en 100% van de licht emitterende inrichtingen (121, 121’) van de meerdere groepen (G1 .. G20) ingeschakeld is in een eerste kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) gelijk is aan één; - cen deelverzameling (S4’) van minstens één groep (G1 .. G20) bevattende tussen 35% en 65% van de licht emitterende inrichtingen (121, 121°) van de meerdere groepen (G1 … G20) ingeschakeld is in een eerste kleur, en een deelverzameling (S0’) van minstens één groep (G1 .. G20) bevattende tussen 35% en 65% daarvan is ingeschakeld in een tweede kleur verschillend van de eerste kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) gelijk is aan twee;
- cen deelverzameling (S4”) van minstens één groep (G1 .. G20) bevattende tussen 20% en 40% van de licht emitterende inrichtingen (121, 121’) van de meerdere groepen (G1 … G20) ingeschakeld is in een eerste kleur, een deelverzameling (S3”) van minstens één groep (G1 .. G20) bevattende tussen 20% en 40% daarvan is ingeschakeld in een tweede kleur verschillend van de eerste kleur, en een deelverzameling (S1””) van minstens één groep (G1 … G20) bevattende tussen 20% en 40% daarvan is ingeschakeld in een derde kleur verschillend van de eerste en tweede kleur, wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) gelijk is aan drie.
18. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het signaleringslicht (120) een steun (125) bevat, bij voorkeur een printplaat, en waarbij de meerdere licht emitterende inrichtingen (121, 121’) op de steun (125) zijn aangebracht.
19. Signaleringssysteem (100) volgens de voorgaande conclusie, waarbij elke groep (G1 .. G20) minstens één licht emitterende inrichting (121), bij voorkeur minstens twee licht emitterende inrichtingen, aan een eerste kant (125a) van de steun (125) en minstens één licht emitterende inrichting (121’), bij voorkeur minstens twee licht emitterende inrichtingen, aan een tweede tegenoverliggende kant (125b) van de steun (125) bevat.
20. Signaleringssysteem (100) volgens de conclusie 18 of 19, waarbij de steun (125) zich opwaarts in een behuizing (130) uitstrekt, welke behuizing (130) minstens gedeeltelijk doorzichtig is.
21. Signaleringssysteem (100) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de behuizing (130) hoofdzakelijk cilindrisch is.
22. Signaleringssysteem (100) volgens conclusie 20 of 21, waarbij de behuizing (130) minstens twee cilindrische schelpen (131, 132) bevat die samen gekoppeld zijn door twee koppelgeleidingen (133, 134), voornoemde twee koppelgeleidingen (133, 134) bevestigen de steun (125) in de behuizing (130).
23. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, verder bevattende minstens één sensor (142, 143).
24. Signaleringssysteem (100) volgens conclusie 23, waarbij de minstens één sensor (142, 143)
op of verbonden met de steun (125) is aangebracht, waarbij bij voorkeur de besturing (150) geconfigureerd is om data waargenomen door de minstens één sensor te ontvangen, en om de weefmachine en/of de meerdere groepen (G1 .. G20) in functie van de waargenomen data te sturen.
25. Signaleringssysteem (100) volgens conclusie 23 of 24, waarbij de minstens één sensor (142, 143) één of meer van het volgende bevat: een temperatuur sensor, een vochtigheid sensor, een lucht kwaliteit sensor, een rook detector, een lawaai sensor.
26. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, verder bevattende een antenne (180).
27. Signaleringssysteem (100) volgens conclusie 26, waarbij de antenne (180) aangebracht is op of verbonden met de steun (125), waarbij bij voorkeur de besturing (150) geconfigureerd is om data ontvangen via de antenne (180) te ontvangen, en om de weefmachine en/of de meerdere groepen (G1 … G20) in functie van de ontvangen data te sturen.
28. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om de gebruiker te voorzien van een configuratie interface die meerdere fouttoestanden van een weefmachine toont, voornoemde configuratie interface is geconfigureerd om een gebruiker toe te laten één of meer stuurparameters uit meerdere stuurparameters met een fouttoestand van voornoemde meerdere fouttoestanden te associëren, en waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om de meerdere groepen (G1 ..
G20) te sturen gebaseerd op één of meer fouttoestanden bepaald door de weefmachine en de één of meer stuurparameters geassocieerd met voornoemde één of meer bepaalde fouttoestanden.
29. Signaleringssysteem (100) volgens de voorgaande conclusie, waarbij de één of meer stuurparameters één of meer van het volgende bevatten: één of meer kleuren van meerdere kleuren, een lichtmodus van meerdere luchtmodi, zoals een vaste modus, een trage flitsmodus, of een snelle flitsmodus.
30. Signaleringssysteem (100) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om de gebruiker te voorzien van een configuratie interface die geconfigureerd is om een gebruiker toe te laten een kleur volgorde van meerdere kleuren inte stellen, en waarbij de besturing (150) geconfigureerd is om de meerdere groepen (G1 .. G20) zodanig te sturen dat een aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) getoond zijn volgens de kleur volgorde ingesteld door de gebruiker.
31. Weefmachine bevattende een signaleringssysteem (100) volgens één van de conclusies 1 tot 30, daardoor gekenmerkt dat het signaleringslicht (120) geconfigureerd is om zich opwaarts uit te strekken, en bij voorkeur op een zich opwaarts uitstrekkende basis (110) op of nabij de weefmachine (200) is aangebracht.
32. Gebruik van een signaleringssysteem (100) volgens één van de conclusies 1 tot 30 in combinatie met een weefmachine (200), daardoor gekenmerkt dat de besturing (150) gebruikt is om de meerdere groepen (G1 .. G20) in functie van een toestand van de weefmachine (200) te sturen.
33. Gebruik van een signaleringslicht (120) van een signaleringssysteem (100) volgens één van de conclusies 1 tot 30 in combinatie met een weefmachine (200), daardoor gekenmerkt dat het signaleringslicht (120) gebruikt is om een toestand van de weefmachine (200) te signaleren of om een progressie van een parameter van de weefmachine aan te geven.
34. Signaleringswerkwijze voor een weefmachine voorzien van een signaleringslicht (120) bevattende meerdere groepen (G1 … G20) licht emitterende inrichtingen (121, 121”), bij voorkeur een weefmachine volgens conclusie 31, voornoemde signaleringswerkwijze bevattende het individueel sturen van elke groep (G1 … G20) licht emitterende inrichtingen (121, 121’) in functie van een toestand van de weefmachine (200), waarbij alle licht emitterende inrichtingen (121, 121’) van een zelfde groep (G1 .. G20) met een gemeenschappelijk stuursignaal zijn gestuurd.
35. Signaleringswerkwijze volgens de voorgaande conclusie, waarbij het sturen van elke groep (G1 .. G20) licht emitterende inrichtingen (121, 121’) het voorzien van een stuursignaal naar elke groep (G1 … G20) bevat om een kleur en/of een intensiteit van het te emitteren licht door voornoemde groep (G1 … G20) in te stellen.
36. Signaleringswerkwijze volgens de voorgaande conclusie, verder bevattende het bepalen van een aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) gebaseerd op een toestand van de weefmachine (200), en waarbij het sturen isuitgevoerd op basis van het bepaalde aantal.
37. Signaleringswerkwijze volgens conclusie 34, 35 of 36, waarbij de signaleringswerkwijze het sturen van een eerste aantal groepen (G1 .. G20) bevat om een eerste kleur te emitteren wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) gelijk is aan één, en om een tweede aantal groepen (G1 .. G20) te sturen om voornoemde eerste kleur te emitteren wanneer het aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) gelijk is aan twee, waarbij het tweede aantal lager is dan het eerste aantal.
38. Signaleringswerkwijze volgens één van de conclusies 34 tot 37, verder bevattende de gebruiker te voorzien van een configuratie interface die meerdere fouttoestanden van een weefmachine toont, voornoemde configuratie interface geconfigureerd is om een gebruiker toe te laten één of meer stuurparameters uit meerdere stuurparameters met een fouttoestand van voornoemde meerdere fouttoestanden te associëren, en waarbij de signaleringswerkwijze het sturen van de meerdere groepen (G1 .. G20) bevat op basis van één of meer fouttoestanden bepaald door de weefmachine en de één of meer stuurparameters geassocieerd met voornoemde één of meer bepaalde fouttoestanden.
39. Signaleringswerkwijze volgens één van de conclusies 34 tot 38, verder bevattende de gebruiker te voorzien van een configuratie interface geconfigureerd om een gebruiker toe te laten een kleur volgorde van meerdere kleuren in te stellen, en waarbij de signaleringswerkwijze het sturen van de meerdere groepen (G1 .. G20) bevat zodat een aantal verschillende kleuren die dienen getoond te worden op het signaleringslicht (120) is getoond in overeenstemming met de kleur volgorde ingesteld door de gebruiker.
40. Signaleringswerkwijze volgens één van conclusies 34 tot 39, waarbij de signaleringswerkwijze verder het signaleren op een dynamische manier bevat, zodat een aantal groepen die licht van een bepaalde kleur emitteren aangepast is in functie van het aantal kleuren die dienen gesignaleerd te worden.
BE20195080A 2019-02-08 2019-02-08 Signaleringssysteem voor een weefmachine BE1027040B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195080A BE1027040B1 (nl) 2019-02-08 2019-02-08 Signaleringssysteem voor een weefmachine
PCT/EP2020/052563 WO2020161048A1 (en) 2019-02-08 2020-02-03 Signalling system for a weaving machine
CN202080012954.8A CN113396253B (zh) 2019-02-08 2020-02-03 用于织机的信令系统
EP20702306.0A EP3921464A1 (en) 2019-02-08 2020-02-03 Signalling system for a weaving machine

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195080A BE1027040B1 (nl) 2019-02-08 2019-02-08 Signaleringssysteem voor een weefmachine

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027040A1 BE1027040A1 (nl) 2020-09-01
BE1027040B1 true BE1027040B1 (nl) 2020-09-07

Family

ID=65910862

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195080A BE1027040B1 (nl) 2019-02-08 2019-02-08 Signaleringssysteem voor een weefmachine

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3921464A1 (nl)
CN (1) CN113396253B (nl)
BE (1) BE1027040B1 (nl)
WO (1) WO2020161048A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN113802251B (zh) * 2021-08-17 2022-12-27 广东邦诚纺织科技有限公司 纱线量检测提示控制方法、装置、电子设备及系统

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0372618A1 (en) * 1988-12-05 1990-06-13 Picanol N.V. Airjet weaving machine, with an improved supply for the weft threads
EP1347233A2 (de) * 2002-03-22 2003-09-24 WERMA Signaltechnik GmbH & Co. Signalsäule
US20080303659A1 (en) * 2007-06-11 2008-12-11 Seegrid Corporation Low-Profile Signal Device and Method for Providing Color-Coded Signals
DE202012100962U1 (de) * 2012-03-19 2013-06-25 Chiron-Werke Gmbh & Co. Kg Maschinenleuchte

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1001538A3 (nl) 1988-03-16 1989-11-21 Picanol Nv Luchtweefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
BE1001513A3 (nl) 1988-03-16 1989-11-14 Picanol Nv Weefmachine, met een verbeterde voeding voor de inslagdraden.
FR2915954B1 (fr) * 2007-05-11 2009-08-21 El Hadj Mohamed Ait Dispositif de signalisation, additionnel et autonome, pour coffre ou top case, destine aux motocycles.
DE102011076672B3 (de) * 2011-05-30 2012-12-06 Osram Ag Signalisierungsvorrichtung und Sensorvorrichtung
CN103485006A (zh) * 2013-10-17 2014-01-01 李雅帝 一种用于纺织机的指示灯
DE102014114111A1 (de) * 2014-09-29 2016-03-31 Werma Holding Gmbh + Co. Kg Optisches Signalgerät
CN104452051A (zh) * 2014-11-25 2015-03-25 约科布缪勒机械制造(中国)有限公司 一种无梭织机的四色组合警示装置
CN205635998U (zh) * 2016-03-28 2016-10-12 江阴市建星纺织有限公司 改进型喷气织机警告灯装置

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0372618A1 (en) * 1988-12-05 1990-06-13 Picanol N.V. Airjet weaving machine, with an improved supply for the weft threads
EP1347233A2 (de) * 2002-03-22 2003-09-24 WERMA Signaltechnik GmbH & Co. Signalsäule
US20080303659A1 (en) * 2007-06-11 2008-12-11 Seegrid Corporation Low-Profile Signal Device and Method for Providing Color-Coded Signals
DE202012100962U1 (de) * 2012-03-19 2013-06-25 Chiron-Werke Gmbh & Co. Kg Maschinenleuchte

Also Published As

Publication number Publication date
WO2020161048A1 (en) 2020-08-13
BE1027040A1 (nl) 2020-09-01
CN113396253A (zh) 2021-09-14
CN113396253B (zh) 2023-03-10
EP3921464A1 (en) 2021-12-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN100456354C (zh) 光源驱动装置、光源系统以及改善光源均匀发光的方法
BE1027040B1 (nl) Signaleringssysteem voor een weefmachine
JP3188464U (ja) 音声制御式発光グリル
JP4642870B2 (ja) Led照明器具
KR101345347B1 (ko) 조명 시스템 및 조명 시스템 제어 방법
EP1694099B1 (en) LED driver device
CN100393177C (zh) 带有电调节色彩平衡的led光源
US7999693B2 (en) Warning light for optically displaying at least one operating state
CN1514919A (zh) 具有用于光反馈的光学传感器结构的发光二极管光源
EP0979597A1 (en) Traffic signals
CN109421857B (zh) 手柄加热器装置
KR20110116452A (ko) 지향각 가변형 광 발생 장치
US20070266919A1 (en) Sewing Machine
CN103415115B (zh) Led照度调节方法
TW202020367A (zh) 水下燈控制系統
CN102121618A (zh) 一种无眩光的精调变光灯
JP4899527B2 (ja) Led照明装置
CN102348315A (zh) 物料分选设备可调色调亮led背景灯
JP3771244B2 (ja) 電子キャンドル
CN214736431U (zh) 一种织机信号装置
JP2015153945A (ja) 光源装置及びこの光源装置を用いた照明装置
JPH07334113A (ja) バーグラフ表示装置
CN104005136B (zh) 一种多色经纱小样摇纱机
JP2576030B2 (ja) 立体発光表示装置
US20220325866A1 (en) Lighting controller for vehicular lamp, vehicular lamp system

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200907