BE1027033B1 - Afdekkader voor elektrisch installatiemateriaal - Google Patents

Abstract

In een eerste aspect betreft de uitvinding een afdekkader voor elektrisch installatiemateriaal, omvattende een houder en een sierplaat die in de houder is gevat, waarbij de houder één of meerdere kaderwanden vormt die de sierplaat omkaderen, en waarbij de sierplaat minstens één uitwaartse lip vormt die op één van de kaderwanden ingrijpt. In het bijzonder zit de lip gegrepen in en/of achter een elastisch beweegbaar wanddeel van de kaderwand, waarbij de lip uit de greep kan worden gelost door het wanddeel elastisch te bewegen in een uitwaartse richting. In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een werkwijze voor het wijzigen van het uitzicht van een dergelijk afdekkader, en op een samenstel van elektrisch schakelmateriaal.

Description

AFDEKKADER VOOR ELEKTRISCH INSTALLATIEMATERIAAL

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op afdekkaders voor elektrisch installatiemateriaal zoals schakelaars, dimmers, contactdozen en dergelijke.

STAND DER TECHNIEK Veelal omvat elektrisch installatiemateriaal een inbouwgedeelte en een afdekgedeelte. Het inbouwgedeelte, enerzijds, kan worden ingebouwd (bv. in een wand) en voorziet één of meerdere elektrische functionaliteiten. Het afdekgedeelte, anderzijds, dekt het inbouwgedeelte af. Zodoende draagt het bij tot de veiligheid. Bijvoorbeeld kan het afdekgedeelte een afdekkader vormen, waarbij het de toegang tot elektrische functionaliteiten van het inbouwgedeelte omkadert. Bovendien kan het afdekgedeelte een decoratieve functie vervullen. Het afdekgedeelte beïnvloedt immers in belangrijke mate het uitzicht van elektrisch installatiemateriaal.

Zo beschrijft US 8 334 459 een decoratief afdekkader, geschikt voor het afdekken van inbouwgedeeltes van elektrisch installatiemateriaal. Het afdekkader omvat een monteerplaat die op het inbouwgedeelte kan worden gemonteerd. Aan de voorzijde is de monteerplaat nog verlijmd met een decoratieve afwerkingsplaat. Als belangrijk nadeel is het ontwerp volgens US 8 334 459 vrij complex. US 3 953 933 beschrijft nog een decoratieve sierplaat die in een buitenkader is gevat, waarbij het buitenkader op zijn beurt op een inbouwgedeelte zit gevezen. Via uitstekende lippen nabij de hoeken grijpt de sierplaat in op het buitenkader, waarbij het d.m.v. bladveren onder veerspanning wordt gehouden. Door de sierplaat in het buitenkader te verschuiven, tegen de veerspanning in, kunnen de lippen worden gelost. Bijvoorbeeld wordt daartoe vanaf de voorzijde een mes gedwongen in een kier tussen de sierplaat en het buitenkader. Het ontwerp volgens US 3 953 933 met bladveren is echter opnieuw vrij complex. Als bijkomend nadeel is er een kier zichtbaar, vanaf de voorzijde. Belangrijke kenmerken van afdekkaders zijn de complexiteit van het ontwerp, de productiekost, de installatiekost, de veelzijdigheid, de duurzaamheid, de

° BE2019/5074 vlekbestendigheid, het strakke uitzicht en de decoratieve waarde. De huidige uitvinding tracht een nieuw afdekkader te bieden, waarbij één of meerdere van deze eigenschappen zijn verbeterd.

In het bijzonder beoogt de uitvinding een afdekkader van het type met een inwisselbare sierplaat. Bij dergelijk afdekkader kan het uitzicht eenvoudig worden gewijzigd, door de sierplaat te verwisselen. Echter geldt daarbij als belangrijke eigenschap dat sierplaten op een eenvoudige en intuïtief duidelijke wijze moet kunnen worden ingewisseld.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING In een eerste aspect voorziet de uitvinding daartoe een afdekkader volgens conclusie 1, met een houder en een inwisselbare sierplaat. De sierplaat vormt minstens één uitwaartse lip die op één van de kaderwanden van de houder ingrijpt. In het bijzonder zit de lip gegrepen in en/of achter een elastisch beweegbaar wanddeel van de kaderwand, waarbij de lip uit de greep kan worden gelost door het wanddeel elastisch te bewegen in een uitwaartse richting. Een belangrijk voordeel is dat de kaderwanden van de houder zelf, rechtstreeks instaan voor het vatten van de sierplaat in de houder, en voor het lossen van de sierplaat uit de houder. De houder op zichzelf, als integraal gevormd deel is daarbij in staat om op de sierplaat in te grijpen. Er zijn geen extra onderdelen (e.g. bladveren) nodig. Ook is het grijpmechanisme (nl. een lip van de sierplaat in of achter een wanddeel van de houder) niet zichtbaar vanaf de voorzijde van het geïnstalleerde afdekkader.

In een verdere uitvoeringsvorm volgens conclusie 2, is het elastisch beweegbaar wanddeel omvat door een brugstructuur van de kaderwand. Een dunne, losse brugstructuur heeft vanzelf een grotere elasticiteit voor torsie en/of buiging. In een verdere uitvoeringsvorm volgens conclusie 4 is de brugstructuur nog voorzien van een torsiehefboom. In verdere aspecten heeft de uitvinding nog betrekking op een samenstel volgens conclusie 13, en op een werkwijze volgens conclusie 14.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN Figuren 1A-B tonen een afdekkader met een houder, verder voorzien van een inwisselbare sierplaat, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Respectievelijk de voorzijde en de achterzijde worden getoond. Figuren 2A-B tonen het afdekkader volgens figuren 1A-B, waarbij de sierplaat uit de houder is gelost. Opnieuw worden de voor- en achterzijden respectievelijk getoond. Figuur 3 toont een achteraanzicht en dwarse doorsnede van het afdekkader volgens figuren 1A-B en figuren 2A-B. Figuur 4A is een explosietekening van een samenstel van elektrisch installatiemateriaal, omvattende een inbouwgedeelte en een afdekgedeelte, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Figuur 4B toont nog een perspectivistisch aanzicht op het samenstel volgens figuur 4A. Figuur 5A is een schematische tekening van een houder van een afdekkader, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuren 5B-C illustreren het elastisch bewegen van een wanddeel van de houder in een uitwaartse richting, volgens mogelijke uitvoeringsvormen.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING De uitvinding heeft betrekking tot een afdekkader en samenstel voor elektrisch installatiemateriaal, en op een werkwijze voor het wijzigen van het uitzicht van een dergelijk afdekkader.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

+ BE2019/5074 “Een”, “de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/- 5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een afdekkader voor elektrisch installatiemateriaal, het afdekkader omvattende een kadervormige houder en een inwisselbare sierplaat die losmaakbaar in de houder is gevat, welke houder verder is aangepast voor bevestiging ervan op een inbouwgedeelte voor elektrisch installatiemateriaal, en welke sierplaat is voorzien van een centrale opening die een toegang verleent tot elektrische functionaliteiten van het inbouwgedeelte, waarbij de houder verder één of meerdere kaderwanden vormt die de sierplaat omkaderen, en waarbij de sierplaat minstens één uitwaartse lip vormt die op één van de kaderwanden ingrijpt. In het bijzonder zit de lip gegrepen in en/of achter een elastisch beweegbaar wanddeel van de kaderwand, waarbij de lip uit de greep kan worden gelost door het wanddeel elastisch te bewegen in een uitwaartse richting.

Dergelijke afdekkaders kunnen worden gebruikt als afdekgedeelte voor elektrisch installatiemateriaal zoals schakelaars, dimmers en contactdozen. Het inbouwgedeelte kan bijvoorbeeld worden ingebouwd in een wand. Optioneel omvat het inbouwgedeelte

> BE2019/5074 een sokkel met een frame uit metaal, bevestigbaar in een uitgewerkte holte (bv. in een wand), en voorzien van een elektrische inbouwfunctionaliteit (bv. schakelen, dimmen en/of een toegang bieden tot netspanning). Het afdekkader is bij voorkeur verwijderbaar bevestigd op het inbouwgedeelte (bv. via een klikmechanisme, of via schroeven). Verder vormt het hierboven beschreven afdekkader één of meerdere, centrale openingen (zoals gekend voor afdekkaders). Bij voorkeur zijn zowel de houder als de sierplaat kadervormig, waarbij zij overeenkomstige centrale openingen omkaderen.

De houder is bij voorkeur integraal gevormd, bij verdere voorkeur uit een kunststof; algemeen kan de houder zijn gevormd uit kunststof of een ander spuitgietbaar materiaal. Bij voorkeur is de houder een spuitgegoten geheel. Zelfs relatief complexe houders (bv. met een mechanisme voor het grijpen van de sierplaat, en optioneel met een klikmechanisme voor losmaakbare bevestiging op het inbouwgedeelte) is eenvoudig te verwezenlijken via spuitgieten. Bovendien is het uitzicht van de houder zelf van ondergeschikt belang; voornamelijk de sierplaat bepaalt het uitzicht van het globale afdekkader.

De sierplaat omvat een siervlak dat optioneel van een vlakke versiering (e.g. een bedrukking) is voorzien. Bij voorkeur is de sierplaat hoofdzakelijk plaatvormig, waarbij de plaatvorm een siervlak definieert. Een dergelijke sierplaat kan eenvoudig worden geproduceerd uit plaatvormig materiaal, bijvoorbeeld via extrusie, stansen, knippen, zagen of snijden, zoals plasmasnijden of lasersnijden. Bij voorkeur omvat de sierplaat een rigide structuur, met één of meerdere, rigide lippen die zich uitwaarts uitstrekken vanaf één of meerdere zijranden. Een dergelijke lip is als het ware een vooruitspringend deel van de zijrand.

Optioneel worden er nog één of meerdere stickers bij het afdekkader geleverd, die van een bijpassende, vlakke versiering (e.g. eveneens een bedrukking) zijn voorzien. Een dergelijke sticker kan bijvoorbeeld worden gekleefd op een schakelknop die doorheen de centrale opening van de sierplaat reikt. Daarbij wordt de schakelknop zelf van een bijpassende versiering voorzien.

Gezien de lippen uitsteken, kunnen zij ingrijpen op de kaderwanden. Minstens één lip grijpt in op minstens één kaderwand. Optioneel is de kaderwand minstens ter hoogte van de lip voorzien van een groef of nis. Bij voorkeur vormt de kaderwand er alvast een achterwaarts steunvlak, waarachter de lip kan worden gegrepen. Weliswaar kan de lip eveneens van achter het steunvlak worden gelost, door een wanddeel van de

© BE2019/5074 kaderwand - in en/of aan welk wanddeel het steunvlak is voorzien - uitwaarts te bewegen, op elastische wijze. Een groot voordeel is dat de houder op zichzelf, als integraal gevormd deel in staat is om de sierplaat te grijpen, en deze uit zijn greep te lossen. Dit maakt een inwisselbaarheid van de sierplaat mogelijk. Tegelijkertijd is de houder eenvoudig van ontwerp; er zijn geen extra onderdelen (bv. bladveren) nodig om de sierplaat in de houder te vatten. Verder is het grijpmechanisme (met lip in bv. groef of nis) niet zichtbaar vanaf de voorzijde van het afdekkader. Enerzijds onttrekt de sierplaat de binnenzijden van de kaderwanden (i.h.b. een eventuele groef of nis daarin aanwezig) aan het zicht. De lip, anderzijds, is dan weer afgedekt door bovengenoemd, achterwaarts steunvlak. Bij voorkeur lijken de kaderwanden vanaf de voorzijde ononderbroken door te lopen, ter hoogte van de elastisch beweegbare wanddelen.

Bij voorkeur is minstens één zijrand voorzien van precies één vooruitstekende lip. Volgens een niet-limitatieve uitvoeringsvorm bestrijkt de lip maximaal 60% van de totale breedte van de overeenkomstige zijrand, bij voorkeur minder dan 60%, bij verdere voorkeur minder dan 50%, bij verdere voorkeur minder dan 25%, en bij verdere voorkeur minimaal 2% en maximaal 20%, bijvoorbeeld ongeveer 2%, ongeveer 5%, ongeveer 10%, ongeveer 15%, ongeveer 20% of eender welke waarde daartussen.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, is het elastisch beweegbaar wanddeel omvat door een brugstructuur van de kaderwand. Bij voorkeur strekt de brugstructuur zich vrijhangend uit langsheen de kadervormige omtrek van de houder. Bij voorkeur zijn de langsafmetingen van de brugstructuur (volgens de richting van uitstrekking) groter dan de dwarsafmetingen van de brugstructuur (dwars op de richting van uitstrekking). Zelfs met een houder die uit een relatief rigide materiaal is samengesteld, zal de dunne en langgerekte brugstructuur een verminderde buigstijfheid en torsiestijfheid bezitten. De structuur is immers lokaal verzwakt. T.g.v. deze verzwakking kunnen delen van de brugstructuur (i.h.b. voorgenoemd wanddeel) aanzienlijk uitwijken, op elastische wijze. Dit laat het elastisch ingrijpen en lossen van de lippen toe.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm strekt de brugstructuur zich vrijhangend uit tussen een eerste en een tweede hoekstructuur. Daartussen is de brugstructuur elastisch buigbaar en/of elastisch torsbaar. Optioneel kan de brugstructuur elastisch worden gebogen, in een richting dwars op de uitstrekrichting, bij voorkeur ook dwars op de kaderwand. Optioneel kan de brugstructuur elastisch worden getorst, omheen deuitstrekrichting. Bij voorkeur wijkt voorgenoemd wanddeel daarbij voldoende uit om in te grijpen op de lippen, en/of om de lippen te lossen.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de brugstructuur voorzien van een torsiehefboom. Een kracht, uitgeoefend op de torsiehefboom veroorzaakt een moment op de brugstructuur, waardoor de brugstructuur tussen de twee uiteinden gaat torsen. Een torsiehefboom vereenvoudigt het torsen van de brugstructuur. Een torsiehefboom (met bv. een drukvlak) maakt een intuïtief duidelijke bediening van de wanddelen toe. Bij voorkeur kan de torsiehefboom slechts worden bediend vanaf de achterzijde van het losse afdekkader. Als alternatief voor een torsiehefboom kan er in één van de kaderwanden (bv. de onderste kaderwand) een onderbreking of sleuf worden voorzien. M.b.v. een fijn werktuig, bijvoorbeeld een platte schroevendraaier, langs of doorheen de onderbreking/sleuf, kan de sierplaat uit de houder worden geduwd.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de lip centraal op een zijrand van de sierplaat gepositioneerd. Ook de elastische brugstructuur wordt daarbij centraal voorzien tussen twee rigide kaderhoeken/hoekstructuren. Centraal op de brugstructuur is de elasticiteit van de brugstructuur het grootst.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm vormt de sierplaat twee uitwaartse lippen die zich onderling diametraal uitstrekken. Deze lippen veroorzaken een voldoende stevige greep van de sierplaat op de houder. Bovendien kunnen bijhorende, elastisch beweegbare wanddelen (evt. met torsiehefbomen) op intuitief duidelijke wijze m.b.v. twee duimen worden bediend.

Bij voorkeur bezit een dergelijke sierplaat een rotatiesymmetrie van orde twee, zodat zij even goed onder 180° in de houder kan worden geplaatst, en nog steeds past. Optioneel kan de sierplaat ook omgedraaid in de houder worden geplaatst, waarbij een siervlak aan de achterzijde van de sierplaat voorzien is van een andere decoratie. Een dergelijke sierplaat is dus veelzijdiger, en laat een eenvoudige en snelle verandering van het uitzicht toe.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de sierplaat nauwsluitend binnen vier hoekstructuren van de houder en kaderwanden gevat. Bij voorkeur zijn de hoekstructuren van de kaderwanden meer rigide dan de brugstructuren ertussen. Bijvoorbeeld zijn de hoekstructuren rechtstreeks aangesloten op een basisplaat van de houder (die zich parallel aan de erin gevatte sierplaat uitstrekt). De sierplaat zit dus zijdelings gevangen binnen de hoekstructuren. Bij het uitwaarts uitwijken van debrugstructuren (of althans de relevante wanddelen ervan) kan de sierplaat echter naar voren toe uit de houder worden gelost.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de houder een klikmechanisme, 5 aangepast voor klikkende samenwerking met een klikmechanisme van het inbouwgedeelte, voor het herhaaldelijk onderling bevestigen en losmaken van de houder en het inbouwgedeelte. Optioneel omvat de houder meerdere types van klikmechanismen, zodat de houder polyvalent kan worden bevestigd op meerdere types van inbouwgedeeltes.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm vormt de houder uitduwopeningen die door de sierplaat worden afgedekt, voor het duwen van de sierplaat uit de houder. Bij voorkeur strekt de sierplaat zich over en langsheen de uitduwopeningen uit. Bij voorkeur sluiten de uitduwopeningen aan op de centrale opening in de houder.

Bij voorkeur omvat de sierplaat twee overstaande lippen die diametraal zijn gerangschikt. Bij voorkeur omvat de houder twee overstaande uitduwopeningen die diametraal zijn gerangschikt. Bi] voorkeur omvat de houder twee overstaande brugstructuren (optioneel met torsiehefbomen) die diametraal zijn gerangschikt. De uitduwopeningen kunnen een eerder symbolisch effect hebben, waarbij zij de regio's van bediening (0.a. de naastgelegen torsiehefbomen) accentueren. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is een achterzijde van de houder omtreksgewijs afgerond en/of afgeschuind. Bij voorkeur is de achterzijde afgeschuind. Dit geeft een optisch effect, waarbij de geïnstalleerde houder onder schuine hoeken dunner lijkt. Bovendien vallen oneffenheden in de wand minder fel op, door schaduwwerking. In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm omvat de sierplaat bedrukt aluminium dat voorzien is van een slijtvaste deklaag. Een bedrukking heeft als voordeel dat het uitzicht van de sierplaat op maat van de klant kan worden voorzien. De sierplaat bepaalt bovendien in belangrijke mate het uitzicht van het globale afdekkader. De houder is universeel en complexer van ontwerp, maar kan en masse worden geproduceerd via spuitgieten en heeft slechts een geringe invloed op het uitzicht van het globale afdekkader. Echter is de uitvinding hier geenszins toe gelimiteerd. Als alternatief omvat de sierplaat een fineer, laminaat rechtstreeks voorzien van lippen, of al dan niet verbonden met een

? BE2019/5074 rigide drager die op zijn beurt voorzien is van lippen. Als verder alternatief gaat het om een rigide sierplaat uit een ander materiaal, bijvoorbeeld koper of rvs, al dan niet voorzien van een oppervlaktelaag. Als verder alternatief gaat het om een overschilderde drager. De uitvinding is tot geen van deze gelimiteerd. Bij voorkeur omvat de sierplaat echter een rigide materiaal dat voorzien is van rigide lippen.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm is de sierplaat nauwsluitend tegen een basisplaat van de houder, en binnen een verhoogd randdeel van de houder gevat, welk randdeel de sierplaat omkadert. Optioneel strekken de lippen van de sierplaat zich dunner of verdunnend uit. Dergelijke lippen kunnen zelfs ingrijpen op een verhoogd randdeel dat niet tot voorbij het siervlak reikt. Een dergelijk afdekkader heeft een strakker ontwerp. In een tweede aspect voorziet de uitvinding een samenstel van elektrisch installatiemateriaal omvattende een inbouwgedeelte en een afdekgedeelte, waarbij het inbouwgedeelte één of meerdere elektrische functionaliteiten voorziet, en waarbij het afdekgedeelte is aangepast voor bevestiging ervan op het inbouwgedeelte. In het bijzonder omvat het afdekgedeelte een afdekkader zoals hierboven beschreven. Dezelfde kenmerken en voordelen kunnen worden hernomen.

In een derde aspect voorziet de uitvinding een werkwijze voor het wijzigen van het uitzicht van een afdekkader voor elektrisch installatiemateriaal, welk afdekkader een houder en een eerste, inwisselbare sierplaat omvat, waarbij de houder is aangepast voor bevestiging ervan op een inbouwgedeelte voor elektrisch installatiemateriaal, en waarbij de sierplaat minstens één, uitwaartse lip vormt die in of achter een overeenkomstig wanddeel van de houder zitten gegrepen, waardoor de sierplaat in de houder is gevat, de werkwijze omvattende het inwisselen van de eerste sierplaat tegen een tweede sierplaat, waarbij de eerste sierplaat uit de houder wordt gelost, en waarbij de tweede sierplaat losmaakbaar in de houder wordt gevat. In het bijzonder is het genoemde wanddeel elastisch beweegbaar, en wordt het wanddeel daarbij elastisch wordt bewogen in een uitwaartse richting. Optioneel wordt het wanddeel rechtstreeks bewogen, waarbij het rechtstreeks wordt vastgegrepen door de gebruiker. Optioneel wordt het wanddeel uitwaarts geforceerd, op elastische wijze, telkens wanneer de sierplaat in of uit de houder wordt gedwongen. Bij voorkeur gaat het om een afdekkader zoals hierboven beschreven. Diezelfde kenmerken kunnen worden hernomen, en diezelfde voordelen kunnen worden herhaald.

In een verdere of alternatieve uitvoeringsvorm, wordt een kaderwand van de houder ter hoogte van het genoemde wanddeel wordt gebogen en/of getorst. Bij voorkeur wordt de kaderwand minstens getorst. Bij verdere voorkeur gaat het om een brugstructuur, omvat door de kaderwand.

In een verder aspect heeft de uitvinding nog betrekking op een werkwijze voor het wijzigen van het uitzicht van een afdekkader voor elektrisch installatiemateriaal. Daarbij raadpleegt een gebruiker een elektronisch platform dat ondersteuning biedt bij de keuze van een geschikte sierplaat. Bij voorkeur worden minstens één houder, en meerdere sierplaten per houder verzonden naar de gebruiker. Daarbij kan het samengaan van meerdere, tastbare sierplaten met zijn interieur uitvoerig worden getest. Hierbij wordt nog verwezen naar de voorbeelden. In wat volgt wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden en figuren die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren. Figuren 1A-B tonen een afdekkader 1 voor elektrisch installatiemateriaal, volgens een mogelijke uitvoeringsvorm. Het afdekkader 1 omvat een houder 2 en een inwisselbare sierplaat 3. Respectievelijk de voorzijde (Fig. 1A) en de achterzijde (Fig. 1B) van het afdekkader 1 worden getoond. Figuren 2A-B tonen het afdekkader volgens figuren 1A- B, waarbij de sierplaat 3 uit de houder 2 is gelost. Opnieuw wordt respectievelijk de voor- en achterzijde getoond. Figuur 3 toont een achteraanzicht en een dwarse doorsnede van het afdekkader 1 volgens figuren 1A-B, en volgens figuren 2A-B.

De kadervormige houder 2, enerzijds, is langs de achterzijde aangepast voor bevestiging ervan op een inbouwgedeelte 5 voor elektrisch installatiemateriaal (bijvoorbeeld via klikmechanisme 12, en/of via schroeven doorheen een set schroefgaten 16; zie Fig. 1B). De houder 2 zelf omvat een basisplaat 15 met een centrale opening 8”, waarop het klikmechanisme 12 en/of waardoorheen de schroefgaten 16 zijn voorzien. Zijdelings is de basisplaat 15 voorzien van vier kaderwanden 6. Aan de voorzijde lopen de kaderwanden 6 uit op een verhoogd randdeel 7 dat een verhoogde omtreksrand vormt. Aan de achterzijde zijn de kaderwanden 6 afgeschuind.

De sierplaat 3, anderzijds, is losmaakbaar binnen de houder 2 gevat, waarbij de sierplaat 3 door de verhoogde randdelen 7 (dus door de verhoogde omtreksrand) wordt omkaderd. Aan de voorzijde vormt de sierplaat 3 een siervlak 4. Optioneel is het siervlaku BE2019/5074 4 voorzien van een decoratie (e.g. een print), of is het op zichzelf decoratief. Verder is de sierplaat 3 nog voorzien van minstens één centrale opening 8’, ervoor geschikt om toegang te bieden tot de elektrische functionaliteiten van het inbouwgedeelte 5. Zoals algemeen bekend kan een afdekkader 1 (dus i.h.b. ook de huidige sierplaat 3) één centrale opening 8’, of méér dan één centrale opening 8 (bv. twee, drie, vier, vijf.) omvatten. De centrale opening 8” van de houder 2 is groter dan de centrale opening 8’ van de sierplaat 3; i.h.b. voorziet de centrale opening 8” van de houder 2 nog twee diametraal gerangschikte uitduwopeningen 14. Deze uitduwopeningen 14 worden afgedekt door de sierplaat 3 (nl. daar waar de centrale opening 8’ van de sierplaat 3 kleiner is). Via de uitduwopeningen 14 kan de sierplaat 3 uit de houder 2 worden geduwd, vanaf de achterzijde, zoals hieronder beschreven.

Het mechanisme waarmee de sierplaat 3 losmaakbaar in de houder 2 is gevat, is bij voorkeur niet tot amper zichtbaar vanaf de voorzijde van het afdekkader 1 (zie ook Fig.

1A). I.h.b. kunnen de verderop besproken “brugstructuur” 18 en “hoekstructuur” 19 niet worden onderscheiden, vanaf de voorzijde. Bij voorkeur is het mechanisme wél zichtbaar en/of bedienbaar vanaf de achterzijde van het afdekkader 1 (Zie Fig. 1B). Bovendien valt het in losse toestand (zie Fig. 2A-B) op te merken dat de sierplaat 3 twee diametraal overstaande lippen 9 omvat, die zitten gegrepen achter elastisch beweegbare wanddelen 10 van twee overeenkomstige kaderwanden 6. De lippen 9 kunnen uit hun greep worden gelost door de wanddelen 10 elastisch te bewegen in uitwaartse richting 11. Daartoe worden de kaderwanden 6 ter hoogte van de wanddelen 10 getorst.

De uitwaartse lippen 9 strekken zich diametraal uit, centraal op twee overstaande zijranden 17 van de sierplaat 3. Wanneer de sierplaat 3 in de houder 2 is gevat (zie Fig. 1A-B, en Fig. 3), zitten deze lippen 9 achter overeenkomstige wanddelen 10 van de kaderwanden 6 gegrepen. De lippen 9 zijn dan niet zichtbaar.

Diezelfde wanddelen 10 zijn omvat door een “losse” brugstructuur 18 van de kaderwand

6. Deze brugstructuur 18 strekt zich nameljk vrijhangend uit tussen twee hoekstructuren 19. De hoekstructuren 19 zelf sluiten rechtstreeks aan op de basisplaat 15, waardoor zij een rigide kader vormen. Dit laat toe om de sierplaat 3 op rigide, nauwsluitende wijze binnen de hoekstructuren 19 te vatten. De brugstructuur 18, daarentegen, is een losse, relatief dunne structuur die zich vrijhangend tussen twee dergelijke hoekstructuren 19 uitstrekt, bij voorkeur langsheen een omtreksrand van het afdekkader. Hierdoor is de brugstructuur 18 in zekere mate elastisch torsbaar. Deaanwezigheid van torsiehefbomen 20 vergemakkelijkt verder het torsen van de brugstructuur 18. Daarbij kan de overeenkomstige lip 9 uit zijn greep worden gelost. Dit laatste wordt verder geïllustreerd in de doorsnede volgens Fig. 3 (rechts). Enerzijds kan de sierplaat 3 vanaf de achterzijde uit de houder 2 worden gelost. Bijvoorbeeld wordt daartoe m.b.v. twee overstaande duimen op de torsiehefbomen 20 geduwd. Dit veroorzaakt een torsie 24 van de brugstructuren 18, en i.h.b. treedt daarbij een uitwaartse beweging 11 op van de elastisch beweegbare wanddelen 10, aan de voorzijden van de brugstructuren 18. Optioneel duwen de duimen tegelijkertijd nog rechtstreeks op de sierplaat 3, ter hoogte van uitduwzones 21, en doorheen uitduwopeningen 14 in de houder 2. Ook is het mogelijk om de houder 2 daarbij vanaf de voorzijde te ondersteunen in tegengestelde richting. Daartoe worden verdere vingers gesteund tegen het verhoogde randdeel 7 van de houder 2, langs de voorzijde.

Omgekeerd kan de losse sierplaat 3 vanaf de voorzijde terug in de losse houder 2 worden gevat. Daartoe wordt de sierplaat 3 ter hoogte van induwzones 22 terug in de houder 2 geduwd. Bij voorkeur wordt het afdekader 1 daarbij ingeklemd d.m.v. verdere vingers, ter hoogte van de torsiehefboom 20. Bij een druk op de torsiehefboom 20 zal opnieuw een torsie optreden van de brugstructuren 18. De elastisch beweegbare wanddelen 10 worden tijdelijk uitwaarts bewogen, zodat de lippen 9 kunnen passeren. Van zodra de torsiehefbomen 20 worden gelost, zullen zij op en/over de wanddelen 10 ingrijpen. De sierplaat 3 is nu weerom gevat in de houder 2.

Zoals hierboven vermeld, is de houder 2 van het afdekkader 1 (Fig. 1B) alvast voorzien van een klikmechanisme 12. Dit laat toe om het afdekkader 1 losmaakbaar te bevestigen op een inbouwgedeelte 5 voor elektrisch installatiemateriaal. Het losse afdekkader 1 kan dan eenvoudig worden vastgeklikt, waarbij het vaste afdekkader 1 eenvoudig terug kan worden losgetrokken. Bijvoorbeeld wordt daartoe met fijn werktuig (e.g. een platte schroevendraaier) gewrikt in een uitsparing 13, optioneel aanwezig aan de achterzijde van het bevestigde afdekkader 1. Ingeval de kaderwanden 6 van de houder 2 langs de achterzijde omtreksgewijs zijn afgeschuind (zie Fig. 1B), is een dergelijke uitsparing 13 bij voorkeur geheel in de afschuining 28 omvat. Als gevolg hiervan zal de uitsparing 13 na installatie zijn gehuld in schaduwen.

Het gebruik van een losmaakbaar klikmechanisme 12 heeft als voordeel dat de achterzijde steeds toegankelijk kan worden gemaakt voor de gebruiker. Bijvoorbeeld laat dit steeds toe om de sierplaat 3 vanaf de achterzijde uit de houder 2 te duwen, met bediening van de torsiehefbomen 20. Algemeen is de uitvinding niet gelimiteerd tot eenwelbepaald type klikmechanisme. Als alternatief wordt de houder 2 op het inbouwgedeelte 5 geschroefd, via een set van schroefgaten 16. Opdat de vastgeschroefde houder 2 terug zou kunnen worden losgeschroefd, vanaf de voorzijde, moet de sierplaat 3 eerst worden weggenomen, vanaf de voorzijde. Daarbij kunnen de torsiehefbomen 20 niet rechtstreeks worden gehanteerd. Optioneel worden de elastisch beweegbare wanddelen 10 met de hand uiteen bewogen, vanaf de voorzijde. Optioneel omvat het verhoogde randdeel een onderbreking of uitsnijding 26, zodat de sierplaat 3 door middel van een fijn werktuig 2 (e.g. een platte schroevendraaier) rechtstreeks uit de houder kan worden gelicht.

Als alternatief worden de houder 2 en sierplaat 3 onderling verlijmd. Optioneel is de houder 2 standaard voorzien van lijmvlakken 23, die gevormd zijn als verdiepte zones in de basisplaat 15.

Figuur 4A is een explosietekening van een samenstel 26 van elektrisch installatiemateriaal, volgens een alternatieve uitvoeringsvorm. Het samenstel 26 omvat een inbouwgedeelte 5 en een afdekkader 1. Het inbouwgedeelte 5 voorziet een elektrische functionaliteit 25. Bijvoorbeeld kan het inbouwgedeelte 5 worden ingebouwd in een wand. Het afdekkader omvat een houder 2 die via schroeven op het inbouwgedeelte 5 kan worden geschroefd. De nodige schroefopeningen 16 zijn daartoe voorzien in de basisplaat 15 van de houder 2, en in het inbouwgedeelte 5. De houder 2 omvat verder nog vier kaderwanden 6 in een rechthoekig kadervormig verband. De sierplaat 3 kan binnen deze kaderwanden 6 worden gevat, tegen de basisplaat 15 aan. De sierplaat 3 omvat een siervlak 4. Centraal aan twee overstaande zijranden 17 is de sierplaat 3 verder voorzien van onderling diametrale lippen 9, die op en achter elastisch beweegbare wanddelen 10 van twee overstaande wanden 6 van de houder 2 kunnen ingrijpen. De genoemde wandelen zijn elk omvat door een torsbare, buigbare brugstructuur 18, die zich tussen overeenkomstige hoekstructuren 19 van de kaderwanden 6 uitstrekt. Gelijkaardig aan de voorgaande uitvoeringsvorm, kan ook hier de sierplaat 3 nauwsluitend binnen de rigide hoekstructuren 19 worden gevat. Aan de voorzijde lopen de kaderwanden 6 uit op een verhoogd randdeel 7, ter vorming van een verhoogde omtreksrand. Optioneel is de omtreksrand éénmaal lokaal onderbroken, ter hoogte van een onderbreking 26.

Figuur 4B toont nog een perspectivistisch aanzicht op het samenstel 25 volgens Fig. 4A, met de sierplaat 3 gevat in de houder 2, en met de houder 2 op zijn beurt gemonteerd op het inbouwgedeelte 5. Optioneel omvat het verhoogde randdeel 7 een onderbreking of uitsnijding 26. Door een fiijn gereedschap (e.g. een platteschroevendraaier) in deze onderbreking 26 te wrikken, kan de sierplaat 3 uit de houder 2 worden gelicht, vanaf de voorzijde. Vervolgens kan de houder 2 worden losgeschroefd van het inbouwgedeelte 5. Figuur 5A is een schematische tekening van een houder 2 van een afdekkader 1. De houder 2 omvat een basisplaat 15 met een centrale opening 8. Omheen de basisplaat 15 is de houder 2 voorzien van vier kaderwanden 6. Twee overstaande kaderwanden 6’ sluiten rechtstreeks aan op de basisplaat 15, elk tussen twee overeenkomstige hoekstructuren 19. Twee andere, overstaande kaderwanden 6” strekken zich vrijhangend tussen de genoemde hoekstructuren 19 uit; zij spannen daarbij een elastische brugstructuur 18. Deze brugstructuren 18 zijn centraal voorzien van een nis- vormige holte 29, met daarboven een elastisch beweegbaar wanddeel 10. Laatstgenoemd wanddeel vormt een achterwaarts steunvlak (niet aangeduid). Een lip 9 van een speciaal aangepaste sierplaat 3 kan worden gevat in de nis 29, onder het elastisch beweegbaar wanddeel 10 en achter het steunvlak. Figuren 5B-C illustreren nog het elastisch bewegen van voorgenoemd wanddeel 10, in een uitwaartse richting 11. Deze houders 2 zijn in overeenstemming met de houder volgens Fig. 5A. Fig. 5B illustreert het elastisch buigen van de brugstructuur 18, waarbij voorgenoemd wanddeel 10 in een uitwaartse richting 11 wordt bewogen. Fig. 5C illustreert het elastisch torsen van de brugstructuur 18, waarbij voorgenoemd wanddeel 10 eveneens in een uitwaartse richting 11 wordt bewogen. De genummerde elementen op de figuren zijn:

1. Afdekkader

2. Houder

3. Sierplaat

4. Siervlak

5. Inbouwgedeelte

6. Kaderwand

7. Verhoogd randdeel

8. Centrale opening (van de houder / van de sierplaat)

9. Lip

10. Elastisch beweegbaar wanddeel

11. Uitwaartse richting

12. Klikmechanisme

13. Uitsparing

14. Uitduwopening

15. Basisplaat

16. Schroefgat

17. Zijrand

18. Brugstructuur 5 19. Hoekstructuur

20. Torsiehefboom

21. Uitduwzone

22. Induwzone

23. Lijmvlak

24. Torsie

25. Samenstel

26. Onderbreking / uitsnijding

27. Elektrische functionaliteit

28. Afschuining

29. Holte Voorbeeld — Wijzigen van het uitzicht van een afdekkader; volgens een mogelijke werkwijze, eveneens onderwerp van onderhavige uitvinding, wordt een gebruiker gesteund door een elektronisch platform, bij het kiezen van een nieuw afdekkader en/of bij wijziging van het uitzicht van een bestaand afdekkader. Het uitzicht van een afdekkader wordt in belangrijke mate bepaald door de sierplaat. Bij voorkeur omvat de sierplaat een bedrukt materiaal, bijvoorbeeld bedrukt aluminium. Daarbij wordt het uitzicht in belangrijke mate bepaald door de aangebrachte print.

Nu worden er verschillende, printbare vlakvullingen (e.g. afbeeldingen, motieven, iconen ter verduidelijking van de schakelaarfunctionaliteit, …) voorgelegd aan de gebruiker. De keuzeset aan afbeeldingen wordt stelselmatig verkleind op basis van eerdere selecties van de gebruiker. Bij voorkeur worden er twee of meerdere basisvlakvullingen voorgelegd aan de gebruiker. A.d.h.v. een eerste keuze tussen deze basisvlakvullingen, wordt de keuzeset aanzienlijk verkleind. Optioneel worden er nu al een beperkt aantal suggesties voorgelegd. Dit vermindert de keuzestress. Bijvoorbeeld worden kandidaat-vlakvullingen, gelijkaardig aan geselecteerde/niet-geselecteerde vlakvullingen die eerder werden voorgelegd, respectievelijk gepromoot of weggelaten. Zo wordt en verkozen set van een aantal (één of meer) vlakvullingen verkregen. De gebruiker deelt verder nog informatie die verband houdt met het type benodigde sierplaat (nl. vorm en afmetingen). Bijvoorbeeld kan dit type worden bepaald op basis van het land van de gebruiker.

Tot slot wordt minstens één sierplaat opgestuurd naar de gebruiker. Bij voorkeur gaat het om twee of meerdere sierplaten met verschillende vlakvullingen, volgens de verkozen set aan vlakvullingen. Daarbij kan het samengaan van de verschillende vlakvullingen met het interieur van de gebruiker worden getest.

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (15)

CONCLUSIES

1. Een afdekkader (1) voor elektrisch installatiemateriaal, het afdekkader (1) omvattende een kadervormige houder (2) en een inwisselbare sierplaat (3) die losmaakbaar in de houder (2) is gevat, welke houder (2) verder is aangepast voor bevestiging ervan op een inbouwgedeelte (5) voor elektrisch installatiemateriaal, en welke sierplaat (3) is voorzien van een centrale opening (8) die een toegang kan verlenen tot elektrische functionaliteiten (27) van het inbouwgedeelte (5), waarbij de houder (2) verder één of meerdere kaderwanden (6) vormt die de sierplaat (3) omkaderen, en waarbij de sierplaat (3) minstens één uitwaartse lip (9) vormt die op één van de kaderwanden (6) ingrijpt, met het kenmerk, dat de lip (9) zit gegrepen in en/of achter een elastisch beweegbaar wanddeel (10) van de kaderwand (6), waarbij de lip (9) uit de greep kan worden gelost door het wanddeel (10) elastisch te bewegen in een uitwaartse richting (11).

2. Het afdekkader (1) volgens voorgaande conclusie 1, waarbij het elastisch beweegbaar wanddeel (10) is omvat door een brugstructuur (18) van de kaderwand (6).

3. Het afdekkader (1) volgens voorgaande conclusie 2, waarbij de brugstructuur (18) zich vrijhangend uitstrekt tussen een eerste en een tweede hoekstructuur (19), en daartussen elastisch buigbaar en/of elastisch torsbaar is.

4. Het afdekkader (1) volgens één der conclusies 2-3, waarbij de brugstructuur (18) is voorzien van een torsiehefboom (20).

5. Het afdekkader (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-4, waarbij de lip (9) centraal op een zijrand (17) van de sierplaat (3) is gepositioneerd.

6. Het afdekkader (1) volgens één der voorgaande conclusies 1-5, waarbij de sierplaat (3) twee uitwaartse lippen (9) vormt die zich onderling diametraal uitstrekken.

7. Het afdekkader (1) volgens één der conclusies 1-6, waarbij de sierplaat (3) nauwsluitend binnen vier hoekstructuren (19) van de kaderwanden (6) is gevat.

8. Het afdekkader (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houder (2) een klikmechanisme (12) omvat, aangepast voor klikkende samenwerkingmet een klikmechanisme van het inbouwgedeelte, voor het herhaaldelijk onderling bevestigen en losmaken van de houder (2) en het inbouwgedeelte (5).

9. Het afdekkader (1) volgens voorgaande conclusie 8, waarbij de houder (2) uitduwopeningen (14) vormt die door de sierplaat (3) worden afgedekt, voor het duwen van de sierplaat (3) uit de houder (2).

10.Het afdekkader (1) volgens &&n der voorgaande conclusies, waarbij een achterzijde van de houder (2) omtreksgewijs Is afgerond en/of afgeschuind (28).

11. Het afdekkader (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de sierplaat (3) bedrukt aluminium omvat dat voorzien is van een slijtvaste deklaag.

12. Het afdekkader (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de sierplaat (3) nauwsluitend tegen een basisplaat (15) van de houder (2), en binnen een verhoogd randdeel (7) van de houder (2) is gevat, welk randdeel (7) de sierplaat (3) omkadert.

13.Een samenstel (25) van elektrisch installatiemateriaal omvattende een inbouwgedeelte (5) en een afdekgedeelte (1), waarbij het inbouwgedeelte (5) één of meerdere elektrische functionaliteiten (27) voorziet, en waarbij het afdekgedeelte (1) is aangepast voor bevestiging ervan op het inbouwgedeelte (5), met het kenmerk, dat het afdekgedeelte (1) een afdekkader (1) volgens één der conclusies 1-12 omvat.

14.Een werkwijze voor het wijzigen van het uitzicht van een afdekkader (1) voor elektrisch installatiemateriaal, welk afdekkader (1) een houder (2) en een eerste, inwisselbare sierplaat (3) omvat, waarbij de houder (2) is aangepast voor bevestiging ervan op een inbouwgedeelte (5) voor elektrisch installatiemateriaal, en waarbij de sierplaat (3) minstens één, uitwaartse lip (9) vormt die in of achter een overeenkomstig wanddeel (10) van de houder (2) zit gegrepen, waardoor de sierplaat (3) in de houder (2) is gevat, de werkwijze omvattende het inwisselen van de eerste sierplaat (3) tegen een tweede sierplaat (3), waarbij de eerste sierplaat (3) uit de houder (2) wordt gelost, en waarbij de tweede sierplaat (3) losmaakbaar in de houder (2) wordt gevat, met het kenmerk, dat het genoemde wanddeel (10) daartoe elastisch wordt bewogen, in een uitwaartse richting (11).

15. De werkwijze volgens voorgaande conclusie 14, waarbij een kaderwand (6) van 40 de houder (2) ter hoogte van het wanddeel (10) wordt gebogen en/of getorst.