BE1027007B1 - Elektrisch of elektronisch apparaat voor montage in een montagedoos - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding voorziet in een elektrisch of elektronisch apparaat (10) bestaande uit een behuizing (11), een muurplaat (12) om het elektrische of elektronische apparaat (10) in een muur, plafond of vloer te bevestigen en twee bevestigingsklauwen (14) om het elektrische of elektronische apparaat (10) in een montagedoos in een muur, plafond of vloer te bevestigen. Het elektrische of elektronische apparaat (10) bevat verder een verstevigingsconstructie (13) die wordt ondersteund door een ondersteuningsstructuur (15) op de muurplaat (12) en die met de behuizing (11) verbonden is en waarbij de bevestigingsklauwen (14) verwijderbaar aan de verstevigingsconstructie (13) verbonden zijn.

Description

ELEKTRISCH OF ELEKTRONISCH APPARAAT VOOR MONTAGE IN EEN

MONTAGEDOOS Technisch domein van de uitvinding De onderhavige uitvinding heeft betrekking op elektrische of elektronische apparaten. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op elektrische of elektronische apparaten zoals een stopcontact, een slim stopcontact, een schakelaar, een slimme schakelaar, een dimmer of dergelijke, voor montage in een montagedoos in een muur, plafond of vloer. Achtergrond van de uitvinding Elektrische of elektronische apparaten zoals schakelaars, stopcontacten, dimmers of dergelijke worden doorgaans in een montagedoos in een muur, plafond of vloer geïnstalleerd. Dit kan op twee verschillende manieren worden gedaan, d.w.z. door een muurplaat of onderdeel van het apparaat op een montagedoos te schroeven die in een muur is geïnstalleerd of door het gebruik van bevestigingsklauwen waarmee het apparaat in de montagedoos wordt geklemd. In dit laatste geval worden de bevestigingsklauwen "geactiveerd" door een schroef in cen moer te draaien waardoor de bevestigingsklauwen naar buiten bewegen en in de montagedoos vast worden geklemd. FR 2956259 heeft betrekking op een bevestigingsklauwconstructie 220 om een apparaatsteun 100 in een montagedoos te bevestigen zoals afgebeeld in de afbeeldingen la en 1b. De bevestigingsklauwconstructie 220 bestaat uit een bevestigingsklauw 240 bestaande uit een middengedeelte 241 voorzien van een scharnier 242 om ten opzichte van de apparaatsteun 100 te scharnieren, een klauwschroef 230 bestaande uit een schroefkop 231 en een schroefdraad (232) die door een opening 243 in het middengedeelte 241 van de klauw 240 loopt, een op de schroefdraad 232 van de klauwschroef 230 geschroefde onderste moer 250 zodat het middengedeelte 241 van de bevestigingsklauw 240 zich tussen de schroefkop 231 van de klauwschroef 230 en de onderste moer 250 bevindt. De bevestigingsklauwconstructie 220 bevat bovendien een bovenste moer 260 die op de schroefdraad 232 van de klauwschroef 230 tussen de schroefkop 231 van de klauwschroef 230 en het middengedeelte 241 van de bevestigingsklauw 240 is geschroefd. De bevestigingsklauw 240 heeft tenminste één haakbeugel 244 die zich vanaf het middengedeelte 241 uitstrekt naar de tegenoverliggende kant ten opzichte van de schroefkop 231 van de klauwschroef 230. In het apparaat beschreven in FR 2956259 kan, wanneer de bevestigingsschroef 230 te hard wordt aangedraaid, de klemkracht aanzienlijk hoog worden, waardoor hoge spanningsconcentraties in onderdelen van het apparaat ontstaan. Na verloop van tijd kunnen zulke spanningsconcentraties leiden tot defect raken van de bevestigingsklauwen of zelfs van het gehele apparaat omdat onderdelen van het apparaat, vooral de behuizing van het apparaatdie gewoonlijk van plastic is gemaakt, kapot kunnen gaan vervormd kunnen worden. Dit kan voor grote problemen zorgen. Bij een stopcontact kan bijvoorbeeld, zelfs bij normaal gebruik van het stopcontact, hierdoor bij het insteken of verwijderen van een stekker het stopcontact uit de muur worden getrokken.

Zoals hierboven vermeld kunnen, wanneer te hoge spanningsconcentraties op plastic onderdelen van het elektrische of elektronische apparaat uitgeoefend worden, onderdelen kapot gaan. Maar zelfs als dit niet meteen gebeurt, kunnen na verloop van tijd visco-elastische processen in het plastic, ook wel kruip of spanningsrelaxatie genoemd, vervorming van deze plastic onderdelen veroorzaken waardoor het apparaat defect kan raken en/of uiteindelijk kapot kan gaan.

Dergelijke plastische vervorming kan nog een ander probleem veroorzaken. Bij het indraaien van de schroef kan het onderdeel van de plastic behuizing onder de schroefkop ook vervormd raken, vooral bij gebruik van thermoplastische materialen. Hierdoor bereikt de schroef niet volledig de eindpositie. Dat betekent op zijn beurt dat de schroef nooit strak genoeg kan worden aangedraaid. Een gebruiker neemt aan dat het apparaat niet stevig in de montagedoos is bevestigd en blijft de schroef aandraaien waardoor de behuizing vervormd raakt en uiteindelijk kapot kan gaan, omdat de schroef tenslotte door het plastic wordt gedraaid.

Samenvatting van de uitvinding De belichaming van de onderhavige uitvinding is het voorzien in een elektrisch of elektronisch apparaat met bevestigingsklauwen dat robuust is en dat niet vervormd raakt of kapot gaat als gevolg van te hoge spanningsconcentraties op slappe plastic onderdelen.

Bovenstaande doelstelling wordt bereikt door een apparaat volgens belichamingen van de onderhavige uitvinding. De onderhavige uitvinding voorziet in een elektrisch of elektronisch apparaat bestaande uit een behuizing, een muurplaat om het elektrische of elektronische apparaat aan een muur, plafond of in een vloer te bevestigen en twee bevestigingsklauwen om het elektrische of elektronische apparaat in cen montagedoos in een muur, plafond of vloer te bevestigen. Het elektrische of elektronische apparaat bevat bovendien een verstevigingsconstructie die door een ondersteuningsconstructie op de muurplaat wordt ondersteund en die met de behuizing is verbonden. De bevestigingsklauwen zijn verwijderbaar met de verstevigingsconstructie verbonden.

Een voordeel van een elektrisch of elektronisch apparaat volgens belichamingen van de uitvinding is dat, vanwege de manier waarop de verstevigingsconstructie is uitgevoerd, mechanische spanningsconcentraties op zachte onderdelen, bijvoorbeeld plastic onderdelen zoals de behuizing van het elektrische of elektronische apparaat, kunnen worden geneutraliseerd of tenminste zoveel mogelijk worden beperkt.

Een dergelijke constructie kan vooral nuttig zijn wanneer de plastic onderdelen van een elektrisch of elektronisch apparaat van thermoplastisch materiaal zijn gemaakt, maar heeft ook voordelen als thermohardende materialen worden gebruikt.

De manier waarop de verstevigingsconstructie is voorzien, zorgt voor een sterker elektrisch of elektronisch apparaat dan bestaande apparaten, omdat de verstevigingsconstructie ervoor zorgt dat de klauwkrachten niet aan de behuizing van het elektrische of elektronische apparaat worden doorgegeven.

Dat de verstevigingsconstructie door de ondersteuningsconstructie wordt ondersteund, wil zeggen dat de verstevigingsconstructie niet met de ondersteuningsconstructie is verbonden, maar dat de ondersteuningsconstructie ervoor zorgt dat de verstevigingsconstructie niet door de uittrekkracht kan bewegen.

De verstevigingsconstructie kan worden gevormd door twee beugels aan tegenoverliggende zijden van de behuizing, waarbij elk van de beugels bestaat uit een verbindingsdeel om de verstevigingsconstructie met de behuizing te verbinden en om over de ondersteuningsconstructie te klikken, en een U-vormige voorziening met twee benen die vast met het verbindingsdeel zijn verbonden en in een voornamelijk loodrechte richting van dat verbindingsdeel uitsteken.

Volgens belichamingen van de uitvinding kan het verbindingsdeel een klikinrichting bevatten om de verstevigingsconstructie met de behuizing te verbinden en om over de ondersteuningsconstructie te klikken. De U-vormige voorziening kan een uitsparing bevatten die verder dient om de verstevigingsconstructie met de behuizing te verbinden. Volgens belichamingen van de uitvinding kan de U-vormige voorziening een groef bevatten aan een buitenzijde van elk van de benen die ook dient om de verstevigingsconstructie met de behuizing te verbinden.

De verstevigingsconstructie kan verder een eerste en een tweede klauwverbindingsfunctie bevatten. De eerste klauwverbindingsfuncties kunnen dienen om een rotatieas voor de bevestigingsklauwen te definiëren en om de bevestigingsklauwen verwijderbaar met de verstevigingsconstructie te verbinden. Volgens belichamingen van de uitvinding kunnen de eerste klauwverbindingsfuncties worden gevormd door een uitsparing in elk van de benen aan de zijde het dichtst bij het verbindingsdeel. De tweede klauwverbindingsfuncties kunnen dienen voor het definiëren van een open positie voor de bevestigingsklauwen, d.w.z. een positie wanneer de bevestigingsklauwen niet aan de montagedoos zijn bevestigd. Volgens belichamingen van de uitvinding kan de tweede klauwverbindingsfunctie een gat in elk van de benen van de U-vormige voorziening van de verstevigingsconstructie bevatten. Volgens andere belichamingen van de uitvinding kan de tweede klauwverbindingsfunctie een gleuf aan de binnenzijde van elk van de benen van de U-vormige voorziening van de verstevigingsconstructie bevatten.

Volgens belichamingen van de uitvinding kan de verstevigingsconstructie van metaal vervaardigd zijn. De behuizing kan verder voorzien zijn van een printplaat met elektronica om het elektrische of elektronische apparaat te voeden.

De behuizing kan bovendien voorzien zijn van een tweede printplaat met elektronica voor het besturen van andere elektrische of elektronische apparaten door middel van een domoticasysteem.

Volgens belichamingen van de uitvinding kan het elektrische of elektronische apparaat een stopcontact, een slim stopcontact, een schakelaar, een slimme schakelaar, een dimmer, een USB-lader, audioconnectoren, een netwerkaansluiting, een tv-aansluiting of dergelijke zijn. Beknopte beschrijving van de tekeningen Opgemerkt zij dat gelijke referentienummers in de verschillende afbeeldingen gelijke, gelijkaardige of analoge elementen aanduiden. De afbeeldingen la en 1b tonen respectievelijk een elektrisch apparaat en een bevestigingsklauw volgens de eerdere uitvoering. De afbeeldingen 2a t/m 2c tonen de krachten die door bevestigingsklauwen op onderdelen van cen elektrisch of elektronisch apparaat worden uitgeoefend wanneer de bevestigingsklauwen worden aangedraaid om het apparaat in een montagedoos in cen muur, plafond of vloer te bevestigen. Afbeelding 3 is een opengewerkte tekening van een elektrisch of elektronisch apparaat volgens belichamingen van de uitvinding. In afbeelding 4 wordt een samenstel muurplaat/ondersteuningsconstructie weergegeven volgens belichamingen van de uitvinding. De afbeeldingen 5 en 6 tonen een verstevigingsconstructie volgens een belichaming van de uitvinding. Afbeelding 7 is een schematische afbeelding van een elektrisch of elektronisch apparaat volgens belichamingen van de uitvinding. Afbeelding 8 is een schematische afbeelding van een elektrisch of elektronisch apparaat volgens belichamingen van de uitvinding. Beschrijving van voorbeelden van belichamingen In de beschrijving worden verschillende belichamingen gebruikt om de uitvinding te beschrijven. Er wordt daarom naar verschillende afbeeldingen verwezen. Begrepen moet worden dat deze afbeeldingen niet uitputtend zijn, de uitvinding wordt slechts door de conclusies beperkt. De afbeeldingen zijn dientengevolge slechts voorbeelden, waarbij de afmetingen van de elementen in de afbeeldingen voor de duidelijk kunnen zijn overdreven.

De termen "bevat", "bevatten", "bestaande uit” mogen op geen enkele wijze worden opgevat als beperking van de uitvinding. De termen "bevat", "bevatten", “bestaande uit" zoals in de conclusies gebruikt, zijn niet bedoeld om uitputtend te zijn wat betreft de middelen die daarna worden omschreven, ook worden geen andere elementen, onderdelen of stappen uitgesloten.

5 De term "verbonden" zoals in de conclusies gebruikt, mag niet worden opgevat als beperkt tot directe verbindingen, tenzij anders vermeld. Als onderdeel A dus verbonden is met onderdeel B, dan is dit niet beperkt tot een direct contact tussen onderdeel À en onderdeel B, maar dan omvat dit tevens indirect contact tussen onderdeel A en onderdeel B, inclusief de gevallen waar er zich elementen tussen onderdeel A en onderdeel B bevinden.

Niet alle belichamingen van de uitvinding bevatten alle kenmerken van de uitvinding. In de volgende beschrijving en in de conclusies kan elk van de belichamingen in elke combinatie worden gebruikt.

Zoals hierboven reeds beschreven, kunnen eerdere uitvoerigen van apparaten met bevestigingsklauwen 1 om het apparaat in een montagedoos in een muur, plafond of vloer te bevestigen te lijden hebben onder hoge spanningsconcentraties vanwege de klauwkrachten die op plastic onderdelen worden overgebracht, zoals de behuizing 2 van het apparaat. De spanningsconcentraties in de meeste apparaten met bevestigingsklauwen kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld. Allereerst de klemkracht. Als de schroef 3 wordt aangedraaid, dan beweegt moer 4 omhoog en wordt de bevestigingsklauw 1 naar buiten toe geduwd. Door deze actie oefent de combinatie schroef/moer 3, 4 een klemkracht op de behuizing 2 uit. Deze klemkracht drukt de behuizing 2 samen. Dit wordt in afbeelding 2a weergegeven. Een tweede categorie krachten, in afbeelding 2b weergegeven, is het buigmoment. Als de bevestigingsklauw 1 door de combinatie schroef/moer 3, 4 naar buiten wordt geduwd, dan wordt de reactiekracht 4 op de bevestigingsklauw 1 overgebracht en wordt deze klauwkracht op de behuizing 2 overgedragen. De klauwkracht op de behuizing 2 is niet in dezelfde richting als de as van schroef 3 en daarom wordt hierdoor een buigmoment gecreëerd met de kracht die de schroefkop op de behuizing 2 uitoefent. Dit buigmoment veroorzaakt mechanische spanning in de behuizing 2. Een derde categorie krachten is een uittrekkracht (zie afbeelding 2c). Als de schroef 3 wordt aangedraaid tot de bevestigingsklauw 1 in de montagedoos grijpt (in de tekening als verticale lijn afgebeeld), dan oefent de montagedoos een reactiekracht op de bevestigingsklauw 1 uit, die zowel een horizontale als een verticale component heeft. De verticale component op de bevestigingsklauw 1 trekt het samenstel de muur in. Omdat de muurplaat 5 door de muur wordt ondersteund, oefent de muur een reactiekracht uit op de muurplaat 5. Deze reactiekracht probeert, in combinatie met de verticale component van de klauwreactiekracht, de constructie uit elkaar te trekken.

Vanwege alle bovengenoemde klauwkrachten kunnen hoge spanningsconcentratie op het elektrische of elektronische apparaat inwerken. Vooral de plastic onderdelen kunnen veel telijden hebben van zulke hoge spanningsconcentraties en kunnen vervormd raken of zelfs kapot gaan.

Om het bovenstaande probleem te vermijden, voorziet de onderhavige uitvinding in een elektrisch of elektronisch apparaat zoals een stopcontact, een slim stopcontact, een schakelaar, een slimme schakelaar, een dimmer, een USB-lader, audioconnectoren, een netwerkaansluiting, cen tv-aansluiting of dergelijke. Het elektrische of elektronische apparaat bestaat uit een behuizing, een muurplaat om het elektrische of elektronische apparaat in een muur, plafond of vloer te bevestigen en twee bevestigingsklauwen om het elektrische of elektronische apparaat in cen montagedoos in een muur, plafond of vloer te bevestigen. Volgens de uitvinding bevat het elektrische of elektronische apparaat bovendien een verstevigingsconstructie die door een ondersteuningsconstructie op de muurplaat wordt ondersteund en die met de behuizing is verbonden. De bevestigingsklauwen zijn verder verwijderbaar met de verstevigingsconstructie verbonden.

Een voordeel van een elektrisch of elektronisch apparaat volgens belichamingen van de uitvinding is dat, vanwege de manier waarop de verstevigingsconstructie is uitgevoerd, mechanische spanningsconcentraties op zachte onderdelen, bijvoorbeeld plastic onderdelen zoals de behuizing van het elektrische of elektronische apparaat, kunnen worden geneutraliseerd of tenminste zoveel mogelijk worden beperkt.

Een dergelijke constructie is vooral nuttig wanneer de plastic onderdelen van een elektrisch of elektronisch apparaat van thermoplastisch materiaal zijn gemaakt, maar heeft ook voordelen als thermohardende materialen worden gebruikt.

De manier waarop de verstevigingsconstructie is voorzien, zorgt voor een sterker elektrisch of elektronisch apparaat dan bestaande apparaten, omdat de verstevigingsconstructie ervoor zorgt dat de klauwkrachten niet aan de behuizing van het elektrische of elektronische apparaat worden doorgegeven.

De onderhavige uitvinding wordt hieronder door middel van verschillende belichamingen beschreven. Goed moet worden begrepen dat deze belichamingen slechts worden gegeven om de uitvinding gemakkelijk te begrijpen en niet bedoeld zijn om de uitvinding op enigerlei wijze te beperken.

Afbeelding 3 is een schematische opengewerkte tekening van een elektrisch of elektronisch apparaat 10 volgens belichamingen van de uitvinding. In het gegeven voorbeeld is het elektrische of elektronische apparaat een stopcontact 10. Het stopcontact 10 bevat een behuizing

11. Volgens belichamingen van de uitvinding, en zoals aangegeven in afbeelding 3, kan de behuizing 11 uit twee onderdelen bestaan, een voorzijde 114 en een achterzijde 11b. Volgens andere belichamingen van de uitvinding kan de behuizing 11 ook als één onderdeel gevormd zijn. Volgens verdere belichamingen van de uitvinding kan de behuizing 11 ook uit twee onderdelen bestaan die aan elkaar gelast zijn en aldus één onderdeel vormen. Volgens de inafbeelding 3 geschetste belichaming kan de voorzijde van de behuizing 11a aan de onderkant van het stopcontact 20 zijn gelast en kan dan de achterzijde van de behuizing 11b vormen. Volgens verdere belichamingen kan de behuizing 11 andere elektrische of elektronische onderdelen bevatten dan een stopcontactbasis 20, afhankelijk van het elektrische of elektronische apparaat 10. Het stopcontact 10 kan ook een muurplaat 12 bevatten voor bevestiging van het stopcontact 10, of in het algemeen het elektrische of elektronische apparaat 10 in een muur, plafond of vloer. Volgens belichamingen van de uitvinding bevat het stopcontact 10 bovendien een verstevigingsconstructie 13. Deze verstevigingsconstructie 13 dient om de mechanische spanningsconcentraties op zachte, plastic onderdelen van het elektrische of elektronische onderdeel 10, zoals de behuizing 11, te neutraliseren of tenminste te beperken dat deze onderdelen vervormd raken of kapot gaan. De verstevigingsconstructie 13 wordt daarom ondersteund door een ondersteuningsconstructie op de muurplaat 12 en aan de behuizing 11. Dat de verstevigingsconstructie 13 door de 15 ondersteuningsconstructie 15 wordt ondersteund, wil zeggen dat de verstevigingsconstructie 13 niet met de ondersteuningsconstructie 15 is verbonden, maar dat de ondersteuningsconstructie 15 ervoor zorgt dat de verstevigingsconstructie 13 niet door de uittrekkracht (Zie hieronder) kan bewegen. Deze ondersteuningsconstructie 15 op de muurplaat 12 is in afbeelding 4 weergegeven. Zoals in de tekening te zien is, kan de ondersteuningsconstructie 15 uit twee ondersteuningselementen 154, 15b bestaan aan twee tegenoverliggende zijden van de muurplaat

12. De twee ondersteuningselementen 15a, 15b zijn op enige afstand van elkaar geplaatst en strekken zich vanaf de muurplaat 12 voornamelijk loodrecht op het vlak van de muurplaat 12 uit. Aan de het verst van de muurplaat 12 gelegen uiteinden bevat elk van de ondersteuningselementen 15a, 15b een uitsteeksel 214, 21b op zodanige wijze dat de uitsteeksels van de twee ondersteuningselementen 15a, 15b aan één zijde van de muurplaat 12 naar elkaar wijzen. Met andere woorden, de uitsteeksels 21a, 21b bevinden zich tussen de twee ondersteuningselementen 154, 15b. De ondersteuningselementen 154, 15b staan iets schuin ten opzichte van elkaar. Hiermee wordt bedoeld dat ze niet in één vlak staan, maar dat de vlakken onder een kleine hoek van elkaar staan. Een voordeel hiervan is dat de constructie stijver is en minder gevoelig is voor vervormen. Maar het is niet noodzakelijk dat de twee ondersteuningselementen 154, 15b iets schuin ten opzichte van elkaar en van de muurplaat 12 staan. Volgens andere belichamingen kunnen de twee ondersteuningselementen 154, 15b in hetzelfde vlak staan en niet schuin ten opzichte van elkaar en de muurplaat 12 staan. Volgens belichamingen van de uitvinding kan de verstevigingsconstructie 13 uit twee beugels bestaan, een elk van de tegenoverliggende zijden van de behuizing 11. Een dergelijke beugel 13 is in afbeelding 5 weergegeven. De beugel 13 kan een verbindingsdeel 16 bevatten om debeugel 13 met de ondersteuningsconstructie 15 op de muurplaat 12 en de behuizing 11 te verbinden.

Het verbindingsdeel 16 is aangepast om over de uitsteeksels 214, 21b van de ondersteuningsconstructie 15 op de muurplaat 12 en een deel 22 van de behuizing 11 te schuiven, dat zich in een groef 24 in die behuizing 11 bevindt (zie afbeelding 7). De beugel 13 kan verder een U-vormige voorziening 17 bevatten die vast aan het verbindingsdeel 16 is verbonden.

De U-vormige voorziening 17 strekt zich van het verbindingsdeel 16 uit, voornamelijk loodrecht ten opzichte van het vlak van dat verbindingsdeel 16. De U-vormige voorzienig 17 bevat twee benen 17a, 17b die, als de beugel 13 zich in een groef 23 in de behuizing 11 bevindt, contact maken met de zijwanden van de behuizing 11. Het uiteinde van het verbindingsdeel 16 dat niet met de U-vormige voorziening 17 is verbonden, kan een klikvoorziening 24 bevatten die op een deel 22 van de behuizing 11 kan worden geklikt en daarbij de verstevigingsconstructie 13 in de juiste positie houdt.

Tegelijkertijd klikt deze klikvoorziening 24 over de ondersteuningselementen 154, 15b van de ondersteuningsconstructie 15 op de muurplaat 12. De ondersteuningselementen 154, 15b ondersteunen daarbij de verstevigingsconstructie 13 en zorgen ervoor dat deze niet loodrecht ten opzichte van de muur kan bewegen.

De verstevigingsconstructie 13 heeft een verdere bevestigingsvoorziening 25 die de verstevigingsconstructie 13 verder aan de behuizing 11 bevestigt.

Volgens de belichaming van afbeelding 5 kan de verdere bevestigingsvoorziening 25 zich aan de onderste uiteinden van de benen 17a, 17b bevinden en gevormd zijn als uitsparingen 25 in de benen 17a, 17b.

Een andere belichaming van een verstevigingsconstructie of beugel 13 die volgens de uitvinding kan worden gebruikt, is in afbeelding 6 weergegeven.

De beugel 13 volgens deze belichaming heeft dezelfde vorm als beschreven in de belichaming van afbeelding 5, behalve de voorzieningen die in de benen 17a, 17b aanwezig zijn om de beugel 13 aan de behuizing 11 te bevestigen.

Volgens deze belichaming kunnen de benen 17a, 17b aan een buitenzijde, d.w.z. de zijden van beide benen17a, 17b die naar de zijwanden van de groef 23 in de behuizing 11 gericht zijn, een kleine groef 26 bevatten over vrijwel de gehele lengte van de benen 17a, 17b.

Uitsteeksels (niet in de afbeeldingen weergegeven) zijn aanwezig aan beide zijden van deel 22 van de behuizing 11 en passen in deze groeven 26 om de verstevigingsconstructie 13 aan de behuizing 11 te bevestigen.

Bovendien kan in samengestelde positie een koepelvormige voorziening in het deel 22 van de behuizing in de groef 26 in de benen 17a, 17b passen, waarbij deze groef dient als een voorziening om de klauw in de open uitgangsstand te houden.

Nadat de verstevigingsconstructie 13 aan de muurplaat 12 is bevestigd, zijn bevestigingsklauwen 14 aanwezig om het elektrische of elektronische apparaat 10, in het gegeven voorbeeld het stopcontact 10, in een montagedoos in een muur, plafond of vloer te bevestigen, daarom bevat de verstevigingsconstructie of beugel 13 klauwverbindingsfuncties 27a, 27b.

Twee kleine uitsteeksels 28a, 28b aan de buitenzijde van de bevestigingsklauwen 14passen dan in deze klauwverbindingsfuncties 27a, 27b op de beugel 13 (zie afbeelding 8). In de eerste klauwverbindingsfunctie 27a passen de eerste uitsteeksels 28a van de bevestigingsklauw

14. De eerste klauwverbindingsfunctie 27a kan worden gevormd door een uitsparing 27a in elke van de benen 17a, 17b aan het uiteinde van de benen 174, 17b het dichtst bij het verbindingsdeel

16. De eerste klauwverbindingsfunctie 27a dient voor het definiëren van de rotatieas van de bevestigingsklauwen 14 en voor het verwijderbaar verbinden van de verbindingsklauw 14 aan de verstevigingsconstructie of beugel 13. De tweede klauwverbindingsfunctie 27b kan, volgens de belichaming weergegeven in afbeelding 5, worden gevormd als een gat in de benen 17a, 17b van de verstevigingsconstructie of beugel 13 of, zoals weergegeven in afbeelding 6, als een smalle groef 27b aan de binnenzijde van de benen 17a, 17b, d.w.z. aan de naar elkaar toe gerichte zijden van de benen 17a en 17b. De tweede klauwverbindingsfunctie 27b kan dienen voor het definiëren van een open positie voor de bevestigingsklauwen 14, d.w.z. een positie waarin de bevestigingsklauwen 14 niet aan de montagedoos zijn bevestigd. Vervolgens zijn de schroeven 18 en 19 aanwezig om de behuizing, de muurplaat en de verstevigingsconstructie verder aan elkaar te bevestigen, maar voornamelijk om, als het elektrische of elektronische apparaat in een montagedoos in cen muur of plafond moet worden gemonteerd, de bevestigingsklauwen in de montagedoos naar buiten te bewegen. De verstevigingsconstructie 13 kan van metaal zijn vervaardigd. Metalen zijn veel sterker en stijver dan polymeren, zowel thermoplastische als thermohardende, waardoor zij de klauwkrachten veel beter zonder vervormen of kapot gaan kunnen opvangen, zodat deze klauwkrachten niet aan de behuizing 11 worden doorgegeven. Volgens de uitvinding kan elk metaal geschikt zijn om in de verstevigingsconstructie 13 te gebruiken. De belangrijkste in ogenschouw te nemen eigenschappen zijn hardheid, stijfheid en prijs. Staal en aluminium zijn goede opties vanwege hun grote stijfheid en lage prijs. De stijfheid mag niet te laag zijn, omdat anders de verstevigingsconstructie 13 veel te dik moet worden gemaakt. Maar, vanwege de prijs, kunnen bij voorkeur staal of aluminium worden gebruikt. De klemkracht, zoals in afbeelding la weergegeven, werkt op de metalen U-vormige voorziening 17 van de verstevigingsconstructie 13. De U-vormige voorziening 17 is stijf en sterk genoeg om de klemkracht zonder vervorming te weerstaan en vermindert of elimineert iedere vorm van klemspanning op de plastic onderdelen, zoals de behuizing 11. Door de toenemende weerstand bij het aandraaien biedt deze ook terugkoppeling aan de gebruiker. Bovendien is deze U-vormige voorziening 17 hard genoeg, zodat deze niet door de schroefkop wordt vervormd. Mechanische spanningsconcentraties als gevolg van het buigmoment, zoals in afbeelding 1b weergegeven, worden door verschillende mechanismes geminimaliseerd. Allereerst probeert het buigmoment de verstevigingsconstructie of beugel 13 te roteren, maar dit wordt door de behuizing 11 gestopt. Dankzij de benen 17a, 17b wordt de kracht op de behuizing 11, endaarmee de spanningsconcentratie, beperkt als gevolg van het hefboomprincipe.

Ten tweede zorgt de door de muurplaat 12 uitgeoefende opwaartse kracht ervoor dat de verstevigingsconstructie of beugel 13 in de tegenovergestelde richting van het belangrijkste buigmoment wil roteren, omdat de ondersteuningselementen 154, 15b aan de buitenzijde van de schroef 18 zijn geplaatst en daarom een moment uitoefenen in een richting tegenovergesteld aan het klauwmoment.

Deze kracht werkt dus samen met het buigmoment om het klauwmoment te neutraliseren.

Met betrekking tot de uittrekkracht, zoals in afbeelding lc weergegeven, wordt de verstevigingsconstructie of beugel 13 ondersteund door een ondersteuningsconstructie 15 op de muurplaat 12, waarbij deze ondersteuningsconstructie 15 ervoor zorgt dat het samenstel niet door de verticale component van de klauwkracht uit elkaar wordt getrokken.

Het elektrische of elektronische apparaat stopcontact 10 kan verder voorzien zijn van een printplaat met elektronica om het elektrische of elektronische apparaat 10 te voeden.

In het geval van een stopcontact kan de printplaat met voeding bovendien aard- en poolcontacten bevatten.

Afhankelijk van het type elektrisch of elektronisch apparaat 10 kunnen de vermogenselektronica en overige onderdelen verschillen.

Volgens verdere belichamingen en in geval van slimme apparaten, niet in de afbeeldingen weergegeven, kan het apparaat 10 nog een printplaat met elektronica bevatten voor het besturen van andere elektrische of elektronische apparaten.

In zulke gevallen kan apparaat 10 een losstaand apparaat zijn of een onderdeel zijn van een uitgebreider domoticasysteem.

Het elektrische of elektronische apparaat, in het gegeven voorbeeld het stopcontact 10, kan verder worden afgewerkt met een centrale plaat 29 en een afdekplaat (niet in afbeelding 3 weergegeven). Opnieuw kan deze centrale plaat 29 verschillen, afhankelijk van het type elektrisch of elektronisch apparaat 10.

Claims (13)

CONCLUSIES

1.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) bestaande uit: - een behuizing (11), - een muurplaat (12) om het elektrische of elektronische apparaat (10) in een muur, plafond of vloer te bevestigen en - twee bevestigingsklauwen (14) om het elektrische of elektronische apparaat (10) in cen montagedoos in een muur, plafond of vloer te bevestigen; waarbij het elektrische of elektronische apparaat (10) verder een verstevigingsconstructie (13) bevat die wordt ondersteund door een ondersteuningsstructuur (15) op de muurplaat (12) en die met de behuizing (11) verbonden is en waarbij de bevestigingsklauwen (14) verwijderbaar aan de verstevigingsconstructie (13) verbonden zijn.

2.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 1, waarbij de verstevigingsconstructie (13) wordt gevormd door twee beugels aan tegenoverliggende zijden van de behuizing (11), waarbij elk van de beugels (13) een verbindingsdeel (16) bevat om de verstevigingsconstructie (13) met de behuizing (11) te verbinden en een U- vormige voorziening (17) met twee benen (17a, 17b) die vast met het verbindingsdeel (16) is verbonden en van dat verbindingsdeel (16) uitsteekt in cen voornamelijk loodrechte richting ten opzichte van dat verbindingsdeel (16).

3.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 2, waarbij het verbindingsdeel (16) een klikinrichting (24) bevat om de verstevigingsconstructie (13) met de behuizing (11) te verbinden en om over de ondersteuningsconstructie 15 te klikken.

4- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 2 of 3, waarbij de U- vormige voorziening (17) een uitsparing (25) bevat om de verstevigingsconstructie (13) extra met de behuizing (11) te verbinden.

5.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 2 of 3, waarbij de U- vormige voorziening (17) een groef (26) bevat aan een buitenzijde van elk van de benen (17a, 17b) die dient om de verstevigingsconstructie (13) extra met de behuizing (11) te verbinden.

6.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verstevigingsconstructie (13) bovendien een eerste en een tweede klauwverbindingsfunctie (27a, 27b) bevat, waarbij de eerste klauwverbindingsfunctie (27a) dient voor het definiëren van een rotatieas voor de bevestigingsklauwen (14) en voor het verwijderbaar verbinden van de bevestigingsklauwen (14) met de verstevigingsconstructie (13).

7.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 6 wanneer afhankelijk van een van de claims 2 t/m 5, waarbij de eerste klauwverbindingsfunctie (27a) gevormd wordt door een uitsparing (27a) in elk van de benen (17a, 17b) aan de zijde die zich het dichtst bij het verbindingsdeel (16) bevindt.

8.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 6, waarbij de tweede klauwverbindingsfuncties (27b) dienen om een open positie van de bevestigingsklauwen (14) te definiëren.

9.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 8 wanneer afhankelijk van een van de conclusies 2 t/m 5, waarbij de tweede klauwverbindingsfunctie (27b) uit een gat (27b) in elk van de benen (17a, 17b) van de U-vormige voorziening (17) van de verstevigingsconstructie (13) bestaat.

10.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens conclusie 8 wanneer afhankelijk van een van de claims 2 t/m 5, waarbij de tweede klauwverbindingsfunctie (27b) gevormd wordt door een groef (27b) in elk van de benen (17a, 17b) van de U-vormige voorziening (17) van de verstevigingsconstructie (13).

11.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verstevigingsconstructie (13) van metaal is gemaakt.

12.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (11) verder voorzien is van een printplaat met elektronica voor de voeding voor het elektrische of elektronische apparaat (10).

13.- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (11) bovendien voorzien is van een tweede printplaat met elektronica voor het besturen van andere elektrische of elektronische apparaten door middel van een domoticasysteem.

14- Een elektrisch of elektronisch apparaat (10) volgens een van de voorgaande conclusies. waarbij het elektrische of elektronische apparaat (10) een stopcontact, een slim stopcontact, een schakelaar, een slimme schakelaar, een dimmer, een USB-lader, audioconnectoren, een netwerkaansluiting, een tv-aansluiting of dergelijke is.