BE1026855A1 - Coupling element for a border - Google Patents

Coupling element for a border Download PDF

Info

Publication number
BE1026855A1
BE1026855A1 BE20185867A BE201805867A BE1026855A1 BE 1026855 A1 BE1026855 A1 BE 1026855A1 BE 20185867 A BE20185867 A BE 20185867A BE 201805867 A BE201805867 A BE 201805867A BE 1026855 A1 BE1026855 A1 BE 1026855A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
coupling element
plane
tunnel
protrusion
sliding
Prior art date
Application number
BE20185867A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
BE1026855B1 (en
Inventor
Chris SLABBINCK
HOORDE Christophe VAN
Original Assignee
Ecco Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ecco Bvba filed Critical Ecco Bvba
Priority to BE20185867A priority Critical patent/BE1026855B1/en
Publication of BE1026855A1 publication Critical patent/BE1026855A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1026855B1 publication Critical patent/BE1026855B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/28Raised beds; Planting beds; Edging elements for beds, lawn or the like, e.g. tiles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een koppelingselement (1a, 1b) voor het koppelen van een verankeringselement aan een afboording. Het koppelingselement omvat een vlak (2). Het vlak omvat onderling loogrechte doorvoer- (y) en schuifrichtingen (x) parallel aan het vlak. Het koppelingselement omvat een overbrugging (4a, 4b, 4c) welke aan twee connectieranden aan het vlak geconnecteerd is. De connectieranden zijn gespatieerd volgens de schuifrichting. Het koppelingselement omvat een in de doorvoerrichting open tunnel tussen de overbrugging en het vlak, geschikt voor doorvoer van een verankeringselement.The present invention relates to a coupling element (1a, 1b) for coupling an anchoring element to a border. The coupling element comprises a plane (2). The plane comprises mutually straight-line feed-through (y) and sliding directions (x) parallel to the plane. The coupling element comprises a bridge (4a, 4b, 4c) which is connected to two connection edges on the plane. The connection edges are spaced according to the sliding direction. The coupling element comprises a tunnel open in the direction of passage between the bridge and the surface, suitable for passage of an anchoring element.

Description

KOPPELINGSELEMENT VOOR EEN AFBOORDINGCLUTCH ELEMENT FOR BORDERS

TECHNISCH DOMEINTECHNICAL DOMAIN

De uitvinding heeft betrekking op een koppelingselement voor een afboording voor een gazon, een bloemenperk, een kiezelstenenperk, en dergelijke, en kan bijgevolg betrekking hebben op IPC A01G9/28.The invention relates to a coupling element for a border for a lawn, a flower bed, a pebble bed, and the like, and can therefore relate to IPC A01G9 / 28.

STAND DER TECHNIEKSTATE OF THE ART

Een afboording wordt frequent gebruikt om bepaalde delen, zoals bv. een gazon, een bloemenperk, een kiezelstenenperk, en dergelijke, van elkaar te scheiden. Naast mogelijke esthetische redenen, helpt dit het verspreiden van elementen, zoals bv. planten en kiezelstenen, van één zijde van de afboording naar de andere zijde tegen te gaan. Een afboording kan minstens gedeeltelijk in een geul geplaatst worden en/of kan met behulp van verankeringselementen aan de bodem bevestigd worden. Voor het installatiegemak wordt het graven van een geul best vermeden. Een afboording kan blootgesteld worden aan invloeden van bovenaf, zoals bv. het aanrijden of overrijden met een grasmaaier, alsook van onderaf, zoals bv. vorstdeining. Afhankelijk van het materiaal, kan een afboording sterk onderhevig zijn aan bederf en slijtage, zoals bv. bij hout. Voor het transport, en dan meer bepaald de technische aspecten van grondstofgebruik, zoals bv. benzine, en laadruimtegebruik, zijn gering gewicht, gering volume, en goede stapelbaarheid voordelige kenmerken van een afboording.A border is often used to separate certain parts, such as a lawn, a flower bed, a pebble bed, and the like. In addition to possible aesthetic reasons, this helps to prevent the spreading of elements, such as plants and pebbles, from one side of the edging to the other side. A border can be placed at least partly in a trench and / or can be attached to the bottom by means of anchoring elements. Digging a trench is best avoided for ease of installation. A border can be exposed to influences from above, such as driving into or driving over with a lawn mower, as well as from below, such as frost swell. Depending on the material, edging can be highly susceptible to deterioration and wear, such as with wood. For transport, and in particular the technical aspects of the use of raw materials, such as gasoline, and the use of cargo space, low weight, low volume and good stackability are advantageous features of a border.

US 6 226 934 beschrijft een systeem omvattende een longitudinale koppelingsrail (14; referentienummers volgens genoemd document) en een afboordingsblok (60). Het blok (60) omvat een uitsparing (80) aan de onderzijde voor het aangrijpen van de rail. Het document beschrijft eveneens een optionele adaptorklem (32) voor aanbrenging over de rail. In bepaalde uitvoeringsvormen (bv. Fig. 10(rr) - 10(ss)) omvat de rail gaten (99) voor doorvoer van verankeringselementen (76).US 6 226 934 describes a system comprising a longitudinal coupling rail (14; reference numbers according to said document) and a bounding block (60). The block (60) includes a recess (80) at the bottom for engaging the rail. The document also describes an optional adapter clamp (32) for mounting over the rail. In certain embodiments (e.g., Fig. 10 (rr) - 10 (ss)), the rail includes holes (99) for passage of anchoring elements (76).

Een stevige verankering is een gewenste eigenschap. Bij voorkeur wordt een veelheid van verankeringselementen gebruikt. Hoewel een enkel verankeringselement kan ingevoerd worden of verwijderd kan worden door een operator, is het gemakkelijk simultaan verwijderen van alle verankeringselementen door het uitoefenen van een kracht op de rail of het blok ongewenst. Het systeem uit hoger genoemd document heeft als nadeel dat voor verwijdering, of herpositionering, het afboordingsblok dient afgenomen te worden. Indien, volgens bepaalde uitvoeringsvormen van genoemdA solid anchoring is a desirable property. Preferably, a plurality of anchoring elements are used. Although a single anchoring element can be introduced or removed by an operator, easy simultaneous removal of all anchoring elements by applying a force to the rail or block is undesirable. The drawback of the above document has the drawback that the demarcation block has to be removed for removal or repositioning. If, according to certain embodiments of said

BE2018/5867 document, de uitsparing geconfigureerd is voor het longitudinaal schuiven van het blok over de rail, is dit een zeer arbeidsintensief proces. Bovendien liggen blokken in elkaars verlengde en dient er dan sequentieel gewerkt te worden. Indien, volgens bepaalde uitvoeringsvormen van genoemd document, gewerkt wordt met een adaptorklem, is er een additioneel element nodig, i.e. de adaptorklem.BE2018 / 5867 document, the recess configured for longitudinal sliding of the block over the rail, is a very labor intensive process. In addition, blocks are in line with each other and work must be done sequentially. If, according to certain embodiments of said document, an adapter clamp is used, an additional element is required, i.e. the adapter clamp.

Door vorstdeining kunnen bepaalde gedeelten van de ondergrond zich relatief ten opzichte van elkaar verplaatsen, dit zowel in de hoogterichting, in de longitudinale richting (van de afboording), als in de transversale richting (in essentie loodrecht op voorgaande twee richtingen). In bovengenoemd document wordt een sequentie van verankeringselementen (76) gebruikt. De spatiëring wordt bepaald door de gaten in de rail, welke, volgens sommige uitvoeringsvormen, zowel aan een bovenzijde van de rail als aan een onderzijde van de rail voorzien zijn. Relatieve longitudinale en transversale bewegingsvrijheid van de verankeringselementen is in deze gevallen niet mogelijk, wat nefast is bij vorstdeining. Eveneens worden bij de uitvoeringsvormen met twee gaten de verankeringselementen mee geroteerd met de rail bij relatieve hoogteverschillen door vorstdeining, waardoor deze zich kunnen loswrikken.Due to frost swell, certain parts of the substrate can move relative to each other, both in the height direction, in the longitudinal direction (of the border) and in the transverse direction (essentially perpendicular to the previous two directions). In the above document, a sequence of anchoring elements (76) is used. The spacing is determined by the holes in the rail, which, in some embodiments, are provided on both an upper side of the rail and a lower side of the rail. Relative longitudinal and transverse freedom of movement of the anchoring elements is not possible in these cases, which is detrimental to frost swell. Likewise, in the two-hole embodiments, the anchoring elements are rotated along with the rail at relative height differences due to frost swell, allowing them to pry off.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor minstens enkele van bovenvermelde problemen.The present invention aims to solve at least some of the above-mentioned problems.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

In een eerste aspect, betreft de huidige uitvinding een koppelingselement voor het koppelen van een verankeringselement aan een afboording, volgens conclusie 1.In a first aspect, the present invention relates to a coupling element for coupling an anchoring element to a border, according to claim 1.

In een tweede aspect, betreft de huidige uitvinding een systeem omvattende een koppelingselement volgens het eerste aspect, een afboordingsprofiel en een verankeringselement, volgens conclusie 12.In a second aspect, the present invention relates to a system comprising a coupling element according to the first aspect, a border profile and an anchoring element, according to claim 12.

In een derde aspect, betreft de huidige uitvinding een methode voor het verankeren van een afboording in een ondergrond, volgens conclusie 15.In a third aspect, the present invention relates to a method for anchoring a border in a substrate, according to claim 15.

De uitvinding is voordelig omwille van verschillende redenen. De overbrugging creëert een tunnel. Zowel de overbrugging als de tunnel liggen uit het vlak van het koppelingselement. Dit laat invoer en verwijdering toe van een verankeringselement, zonder verwijdering van een afboording. Het systeem is geconfigureerd voor plaatsing zonder geul. Bovendien is het systeem modulair, zodat de verschillende onderdelenThe invention is advantageous for several reasons. The bridge creates a tunnel. Both the bridge and the tunnel are out of the plane of the coupling element. This allows entry and removal of an anchoring element, without removal of a border. The system is configured for trenchless installation. In addition, the system is modular, so that the different parts

BE2018/5867 apart en compact verplaatst kunnen worden. Bij vorstdeining kan de ondergrond volgens de lengterichting relatief verplaatst worden. Doordat een koppelingselement volgens de lengterichting van het profiel kan schuiven, kunnen de verankeringselementen dergelijke verplaatsing van de ondergrond volgen, zonder dat ze zich loswrikken uit de ondergrond. Bij vorstdeining kan de ondergrond volgens de hoogterichting relatief verplaatst worden. Een tunnel kan een minimale rotatie van een doorgevoerd verankeringselement rond een as loodrecht op het vlak van het koppelingselement toelaten. Door een dergelijke rotatie, in samenwerking met het schuiven, kunnen de verankeringselementen dergelijke verplaatsing van de ondergrond volgen, zonder dat ze zich loswrikken uit de ondergrond. Verdere voordelen worden beschreven in de gedetailleerde beschrijving.BE2018 / 5867 can be moved separately and compactly. In case of frost swell, the substrate can be moved relatively in the longitudinal direction. Because a coupling element can slide along the longitudinal direction of the profile, the anchoring elements can follow such displacement of the substrate, without prying themselves away from the substrate. In case of frost swell, the surface can be moved relatively according to the height direction. A tunnel can allow a minimum rotation of a threaded anchoring element about an axis perpendicular to the plane of the coupling element. Such rotation, in conjunction with the sliding, allows the anchoring elements to follow such displacement of the substrate without prying themselves away from the substrate. Further advantages are described in the detailed description.

BESCHRIJVING VAN DE FIGURENDESCRIPTION OF THE FIGURES

Figuren 1a, 1b, 1c en 1d tonen verschillende aanzichten van een eerste voorkeursuitvoering van een koppelingselement volgens de huidige uitvinding.Figures 1a, 1b, 1c and 1d show different views of a first preferred embodiment of a coupling element according to the present invention.

Figuren 2a, 2b, 2c en 2d tonen verschillende aanzichten van een tweede voorkeursuitvoering van een koppelingselement volgens de huidige uitvinding.Figures 2a, 2b, 2c and 2d show different views of a second preferred embodiment of a coupling element according to the present invention.

Figuur 3 toont een detailperspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van een verankeringselement door de tunnel van een uitvoeringsvorm van een koppelingselement volgens de huidige uitvinding.Figure 3 shows a detail perspective view of an embodiment of an anchoring element through the tunnel of an embodiment of a coupling element according to the present invention.

Figuur 4 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van een systeem volgens de huidige uitvinding.Figure 4 shows a perspective view of an embodiment of a system according to the present invention.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVINGDETAILED DESCRIPTION

De uitvinding betreft een koppelingselement, een systeem, en een methode. De uitvinding werd samengevat in de daartoe voorziene sectie. In wat volgt, wordt de uitvinding in detail beschreven, worden voorkeursuitvoeringen toegelicht, en wordt de uitvinding geïllustreerd aan de hand van voorbeelden.The invention relates to a coupling element, a system, and a method. The invention has been summarized in the section provided for that purpose. In what follows, the invention is described in detail, preferred embodiments are illustrated, and the invention is illustrated by examples.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding.Unless otherwise defined, all terms used in the description of the invention, including technical and scientific terms, have the meaning generally understood by those skilled in the art of the invention.

BE2018/5867BE2018 / 5867

Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.For a better assessment of the description of the invention, the following terms are explicitly explained.

“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.“A”, “the” and “it” refer to both singular and plural in this document unless the context clearly assumes otherwise. For example, “a segment” means one or more than a segment.

Wanneer “ongeveer” of “rond” in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term “ongeveer” of “rond” gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.When “about” or “round” is used in this document with a measurable quantity, a parameter, a duration or moment, and the like, then variations of +/- 20% or less, preferably +/- 10% or less, more preferably +/- 5% or less, even more preferably +/- 1% or less, and even more preferably +/- 0.1% or less than and of the quoted value, insofar as such variations of are applicable in the described invention. However, this should be understood to mean that the value of the quantity using the term "about" or "round" is itself specifically disclosed.

De termen “omvatten”, “omvattende”, “bestaan uit”, “bestaande uit”, “voorzien van”, “bevatten”, “bevattende”, “behelzen”, “behelzende”, “inhouden”, “inhoudende” zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.The terms "include", "include", "consist of", "consist of", "include", "contain", "contain", "include", "include", "contain", "contain" are synonyms and are inclusive or open terms that indicate the presence of what follows, and that do not exclude or prevent the presence of other components, features, elements, members, steps, known from or described in the prior art.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.Quoting numerical intervals through the endpoints includes all integers, fractions, and / or real numbers between the endpoints, including these endpoints.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een koppelingselement voor het koppelen van een verankeringselement aan een afboording. Het koppelingselement omvat een vlak. Het vlak omvat onderling loodrechte doorvoer- en schuifrichtingen die parallel zijn aan het vlak. Het koppelingselement omvat verder eveneens een overbrugging. De overbrugging is aan twee connectieranden aan het vlak geconnecteerd. De connectieranden zijn gespatieerd volgens de schuifrichting. Het koppelingselement omvat een in de doorvoerrichting open tunnel tussen de overbrugging en het vlak, die geschikt is voor doorvoer van een verankeringselement.In a first aspect, the invention relates to a coupling element for coupling an anchoring element to a border. The coupling element comprises a plane. The plane includes mutually perpendicular feed and slide directions that are parallel to the plane. The coupling element also further comprises a bridge. The bridging is connected to the connection at two connection edges. The connection edges are spaced according to the sliding direction. The coupling element comprises a tunnel open in the direction of passage between the bridge and the surface, which is suitable for the passage of an anchoring element.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een systeem omvattende een koppelingselement volgens het eerste aspect, een afboordingsprofiel, en een langwerpig verankeringselement. Het afboordingsprofiel omvat een lengterichting enIn a second aspect, the invention relates to a system comprising a coupling element according to the first aspect, a border profile, and an elongated anchoring element. The edging profile comprises a longitudinal direction and

BE2018/5867 twee U-vormige randen met de open zijden naar elkaar gericht. Het systeem is geconfigureerd om bij in essentie parallelle schuif- en lengterichtingen het vlak tussen de twee U-vormige randen in te schuiven, waarbij de U-vormige randen het vlak gedeeltelijk omarmen. Het verankeringselement omvat een voetuiteinde en een hoofduiteinde. Het systeem is geconfigureerd voor doorvoer van het voetuiteinde volgens de doorvoerrichting door de tunnel en het weerhaken van het hoofduiteinde aan een opening van de tunnel. Iemand met gewone kennis in het vakgebied zal appreciëren dat een afboordingsprofiel preferentieel met meerdere koppelingselementen en verankeringselementen gebruikt wordt.BE2018 / 5867 two U-shaped edges with the open sides facing each other. The system is configured to slide the plane between the two U-shaped edges in essentially parallel sliding and longitudinal directions, with the U-shaped edges partially embracing the plane. The anchoring element includes a foot end and a head end. The system is configured to pass the foot end according to the direction of passage through the tunnel and hook the main end at an opening in the tunnel. Someone with ordinary knowledge in the field will appreciate that a border profile is preferentially used with several coupling elements and anchoring elements.

In een derde aspect betreft de uitvinding een methode voor het verankeren van een afboording in een ondergrond. De methode omvat verschillende stappen. Een koppelingselement, een langwerpig verankeringselement, en een afboordingsprofiel worden voorzien. Het afboordingsprofiel omvat twee U-vormige randen met de open zijden naar elkaar gericht. Het koppelingselement omvat een vlak, een overbrugging, en een tunnel tussen het vlak en de overbrugging. Het koppelingselement wordt volgens een schuifrichting tussen de U-vormige randen van het afboordingsprofiel ingeschoven, waarbij de U-vormige randen het vlak gedeeltelijk omarmen. Het verankeringselement wordt minstens gedeeltelijk door de tunnel volgens een doorvoerrichting in essentie loodrecht op de schuifrichting doorgevoerd. Het koppelingselement is bij voorkeur een koppelingselement volgens het eerste aspect. De stap van het voorzien van een koppelingselement, een langwerpig verankeringselement, en een afboordingsprofiel omvattende twee U-vormige randen is bij voorkeur de stap van het voorzien van een systeem volgens het tweede aspect van de huidige uitvinding.In a third aspect, the invention relates to a method for anchoring a border in a substrate. The method involves several steps. A coupling element, an elongated anchoring element, and a border profile are provided. The edging profile comprises two U-shaped edges with the open sides facing each other. The coupling element includes a face, a bridge, and a tunnel between the face and the bridge. The coupling element is pushed in between the U-shaped edges of the edging profile in a sliding direction, the U-shaped edges partially embracing the surface. The anchoring element is guided at least partly through the tunnel in a direction of passage, essentially perpendicular to the sliding direction. The coupling element is preferably a coupling element according to the first aspect. The step of providing a coupling element, an elongate anchoring element, and a border profile comprising two U-shaped edges is preferably the step of providing a system according to the second aspect of the present invention.

De drie aspecten van de huidige uitvinding zijn bijgevolg gerelateerd. In wat hoger werd beschreven en in wat volgt, kan daarom elk kenmerk betrekking hebben tot elk van de drie aspecten, zelfs als het kenmerk beschreven werd bij een bepaald aspect.The three aspects of the present invention are therefore related. Therefore, in what has been described above and in what follows, any feature may relate to any of the three aspects, even if the feature was described in a particular aspect.

De huidige uitvinding is voordelig omwille van verschillende redenen:The present invention is advantageous for several reasons:

• De overbrugging creëert een tunnel. Zowel de overbrugging als de tunnel liggen uit het vlak van het koppelingselement. Dit laat invoer en verwijdering toe van een verankeringselement, zonder verwijdering van een afboording.• The bridge creates a tunnel. Both the bridge and the tunnel are out of the plane of the coupling element. This allows entry and removal of an anchoring element, without removal of a border.

• Het systeem is geconfigureerd voor plaatsing zonder geul. Bovendien is het systeem modulair, zodat de verschillende onderdelen apart en compact verplaatst kunnen worden.• The system is configured for trenchless installation. In addition, the system is modular, so that the different parts can be moved separately and compactly.

BE2018/5867 • Bij vorstdeining kan de ondergrond volgens de lengterichting relatief verplaatst worden. Doordat een koppelingselement volgens de lengterichting van het profiel kan schuiven, kunnen de verankeringselementen dergelijke verplaatsing van de ondergrond volgen, zonder dat ze zich loswrikken uit de ondergrond.BE2018 / 5867 • In case of frost swell, the surface can be moved relatively in the longitudinal direction. Because a coupling element can slide along the longitudinal direction of the profile, the anchoring elements can follow such displacement of the substrate, without prying themselves away from the substrate.

• Bij vorstdeining kan de ondergrond volgens de hoogterichting relatief verplaatst worden. Een tunnel kan een minimale rotatie van een doorgevoerd verankeringselement rond een as loodrecht op het vlak van het koppelingselement toelaten. Door een dergelijke rotatie, in samenwerking met het schuiven, kunnen de verankeringselementen dergelijke verplaatsing van de ondergrond volgen, zonder dat ze zich loswrikken uit de ondergrond.• In case of frost swell, the surface can be moved relatively according to the height direction. A tunnel can allow a minimum rotation of a threaded anchoring element about an axis perpendicular to the plane of the coupling element. Such rotation, in conjunction with the sliding, allows the anchoring elements to follow such displacement of the substrate without prying themselves away from the substrate.

In een voorkeursuitvoering is het vlak rechthoekig. Bij voorkeur omvat het vlak afgeronde hoeken. Dit is voordelig omdat het inbrenging in een afboordingsprofiel vergemakkelijkt.In a preferred embodiment, the plane is rectangular. Preferably, the plane includes rounded corners. This is advantageous because it facilitates insertion into a edging profile.

In een voorkeursuitvoering omvat het koppelingselement een kunststof. Bij voorkeur bestaat het koppelingselement uit kunststof. Bij voorkeur is het koppelingselement monolithisch. Bij voorkeur is de kunststof een polyamide, meer bij voorkeur een nylon, meest bij voorkeur polycaprolactam (PA6). Dit is voordelig omdat het koppelingselement voldoende bestand is tegen slijtage, alsook een goede afweging biedt qua stevigheid, scheurweerstand, buigstijfheid, flexibiliteit, UV weerstand, en dit zowel bij vorst als bij warme temperaturen.In a preferred embodiment, the coupling element comprises a plastic. The coupling element preferably consists of plastic. The coupling element is preferably monolithic. Preferably, the plastic is a polyamide, more preferably a nylon, most preferably polycaprolactam (PA6). This is advantageous because the coupling element is sufficiently resistant to wear and offers a good balance in terms of strength, tear resistance, bending stiffness, flexibility, UV resistance, both in frost and in warm temperatures.

In een voorkeursuitvoering omvat het vlak een uitsparing tussen de connectieranden. De uitsparing omvat een bovenrand en een onderrand. De bovenrand en de onderrand zijn gespatieerd volgens de doorvoerrichting. De connectieranden en de boven- en onderranden omlijnen de uitsparing. De bovenrand omvat een lip welke zich uitstrekt in de doorvoerrichting naar de onderrand toe. Bij voorkeur is de minimale spatiëring volgens de doorvoerrichting tussen de lip en de onderrand ten hoogste 95% en meer bij voorkeur ten hoogste 91% van de maximale spatiëring volgens de doorvoerrichting tussen de bovenrand en de onderrand. De overbrugging kan bij productie uit het vlak gevormd worden, wat resulteert in een uitsparing in het vlak. Door de uitsparing zou een hoofduiteinde van het verankeringselement in de tunnel zich van de tunnelzijde naar de andere zijde van het vlak kunnen verplaatsen. Door het voorzien van een lip wordt dit vermeden. De overbrugging kan een uitsparing omvatten. Deze is voordelig omdat deze het uitnemen van een verankeringselement vergemakkelijkt.In a preferred embodiment, the surface comprises a recess between the connection edges. The recess includes a top edge and a bottom edge. The top edge and bottom edge are spaced according to the feed direction. The connection edges and the top and bottom edges line the recess. The top edge includes a lip which extends in the feed direction towards the bottom edge. Preferably, the minimum spacing according to the feed direction between the lip and the bottom edge is at most 95% and more preferably at most 91% of the maximum spacing according to the feed direction between the top edge and the bottom edge. The bridging can be formed out of plane during production, resulting in a recess in the plane. The recess would allow a main end of the anchoring element in the tunnel to move from the tunnel side to the other side of the face. This is avoided by providing a lip. The bridge may include a recess. This is advantageous because it facilitates the removal of an anchoring element.

BE2018/5867BE2018 / 5867

In een voorkeursuitvoering omvat het koppelingselement meerdere overbruggingen, zoals twee overbruggingen, waarbij de in de doorvoerrichting open tunnels tussen de overbruggingen en het vlak volgens de doorvoerrichting in elkaars verlengde gepositioneerd zijn. Dit is voordelig, omdat rotationele beweging van een verankeringselement rond een as in essentie loodrecht op het vlak beter ingeperkt wordt, en de daarmee gepaarde spanningen door verschillende overbruggingen in plaats van een enkele overbrugging opgevangen worden.In a preferred embodiment, the coupling element comprises a plurality of bridges, such as two bridges, wherein the tunnels open in the feed direction are positioned in line with one another between the bridges and the plane according to the feed direction. This is advantageous because rotational movement of an anchoring element about an axis perpendicular to the plane is better contained, and the tensions associated therewith are absorbed by different bridges rather than a single bridging.

In een voorkeursuitvoering omvat het koppelingselement een protrusie aan de zijde van het vlak waar de overbrugging gepositioneerd is. De protrusie is volgens de doorvoerrichting minstens gedeeltelijk in het verlengde van de tunnel gepositioneerd. Bij voorkeur is de protrusie volgens de schuifrichting in essentie centraal ten opzichte van de connectieranden gepositioneerd. Bij voorkeur omvat de protrusie een breedte volgens de schuifrichting gelijk aan minstens 80% van de spatiëring van de connectieranden. Bij voorkeur is de onderrand volgens de doorvoerrichting gepositioneerd tussen de bovenrand en de protrusie. Dit is voordelig omdat de protrusie bij doorvoer van een verankeringselement klemspanning op het verankeringselement uitoefent, maar zonder absolute fixatie, waardoor naar gelang de ondergrond, alsook bij vorstdeining, een doorgevoerd verankeringselement kan roteren rond een as in essentie loodrecht op het vlak van het koppelingselement. Bij voorkeur omvat de protrusie een gradueel toenemende protrusiehoogte uit het vlak naar mate de afstand volgens de doorvoerrichting met de tunnel toeneemt.In a preferred embodiment, the coupling element comprises a protrusion on the side of the plane where the bridging is positioned. The protrusion is positioned at least partly in line with the tunnel according to the direction of passage. Preferably, the protrusion is positioned essentially centrally with respect to the connection edges according to the sliding direction. Preferably, the protrusion comprises a width along the sliding direction equal to at least 80% of the spacing of the connection edges. Preferably, the bottom edge is positioned according to the feed direction between the top edge and the protrusion. This is advantageous because the protrusion exerts clamping tension on the anchoring element when passing through an anchoring element, but without absolute fixation, so that, depending on the substrate, as well as during frost swell, a through-going anchoring element can rotate around an axis essentially perpendicular to the plane of the coupling element. Preferably, the protrusion comprises a gradually increasing protrusion height from the plane as the distance increases with the tunnel according to the feed direction.

In een voorkeursuitvoering omdat het koppelingselement twee verstevigingsribben. Bij voorkeur strekken de verstevigingsribben zich uit volgens de doorvoerrichting. Bij voorkeur zijn de connectieranden gepositioneerd tussen de verstevigingsribben in. Bij voorkeur zijn de verstevigingsribben gepositioneerd aan de zijde van het vlak waar de overbrugging gepositioneerd is. Bij voorkeur strekken de verstevigingsribben zich volgens de doorvoerrichting minstens uit tussen de bovenrand en de protrusie. Een verankeringselement kan in de tunnel ingebracht worden. Bij transversale verplaatsingen van de ondergrond, bv. door vorstdeining, kunnen er torsie rond de schuifrichting en/of trekspanning in essentie loodrecht op het vlak uitgeoefend worden. Een combinatie van een tunnel aan het vlak met de verstevigingsribben is voordelig omdat (een zekere) flexibiliteit van het vlak en de tunnel dergelijke effecten kunnen accommoderen, terwijl de zijdelingse verstevigingsribben de vlakke vorm van het vlak helpen in stand houden.In a preferred embodiment because the coupling element has two reinforcing ribs. Preferably, the reinforcing ribs extend in the feed direction. Preferably, the connection edges are positioned between the reinforcing ribs. Preferably, the reinforcing ribs are positioned on the side of the face where the bridge is positioned. Preferably, the reinforcing ribs extend at least between the top edge and the protrusion in the feed direction. An anchoring element can be inserted into the tunnel. In the case of transverse displacements of the substrate, e.g. due to frost swell, torsion around the sliding direction and / or tensile stress can be exerted essentially perpendicular to the plane. A combination of a tunnel on the face with the reinforcing ribs is advantageous because (a certain) flexibility of the face and the tunnel can accommodate such effects, while the side reinforcing ribs help maintain the flat shape of the face.

BE2018/5867BE2018 / 5867

De tunnel omvat een tunnelhoogte loodrecht op de schuif- en doorvoerrichtingen, tussen het vlak en de overbrugging. In een voorkeursuitvoering omvat de tunnel aan de overbrugging een kromtestraal. Bij voorkeur omvat de tunnel een binnenwand welke in essentie een segment van een cilinderwand is, waarbij de cilinderwand de kromtestraal heeft. Bij voorkeur is de tunnelhoogte gelijk aan ten hoogste 50%, meer bij voorkeur ten hoogste 40%, nog meer bij voorkeur ten hoogste 30%, en bij grootste voorkeur 20%, van de kromtestraal. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de overbrugging een andere vorm hebben. In een uitvoeringsvorm kan de overbrugging zijwanden omvatten welke in essentie orthogonaal op het vlak geconnecteerd zijn, zoals bv. een U-vormige tunnel. Iemand met gewone kennis in het vakgebied zal appreciëren dat een tunnel met twee zijwanden en een bovenwand, waarbij de zijwanden en de bovenwand elk in essentie vlak zijn, en waarbij de bovenwand in essentie orthogonaal aan de zijwanden geconnecteerd is, eveneens Uvormig is. “U-vormig” zoals gebruikt in dit document kan bijgevolg een gebogen of afgeronde vorm inhouden, maar impliceert niet noodzakelijk een gebogen of afgeronde vorm.The tunnel includes a tunnel height perpendicular to the sliding and transit directions, between the plane and the bridge. In a preferred embodiment, the tunnel at the bridge comprises a radius of curvature. Preferably, the tunnel comprises an inner wall which is essentially a segment of a cylinder wall, the cylinder wall having the radius of curvature. Preferably, the tunnel height is equal to at most 50%, more preferably at most 40%, even more preferably at most 30%, and most preferably 20%, of the radius of curvature. In an alternative embodiment, the bridging may have a different shape. In one embodiment, the bridge may comprise side walls which are essentially orthogonally connected to the plane, such as, for example, a U-shaped tunnel. One of ordinary skill in the art will appreciate that a tunnel with two side walls and a top wall, where the side walls and the top wall are each essentially flat, and where the top wall is essentially orthogonal to the side walls, is also U-shaped. Therefore, "U-shaped" as used in this document may include a curved or rounded shape, but does not necessarily imply a curved or rounded shape.

De protrusie omvat een protrusiehoogte loodrecht op de schuif- en doorvoerrichtingen, uit het vlak. In een voorkeursuitvoering is de protrusiehoogte gelijk aan minstens 25%, bij voorkeur minstens 30%, bij grotere voorkeur minstens 35%, bij nog grotere voorkeur minstens 40%, en bij grootste voorkeur minstens 45%, van de tunnelhoogte.The protrusion includes a protrusion height perpendicular to the sliding and feed directions, out of plane. In a preferred embodiment, the protrusion height is equal to at least 25%, preferably at least 30%, more preferably at least 35%, even more preferably at least 40%, and most preferably at least 45%, of the tunnel height.

In een voorkeursuitvoering omvat het vlak een eerste en een tweede buitenrand, welke gespatieerd zijn volgende de doorvoerrichting, en welke verder in essentie parallel zijn aan de schuifrichting. Het vlak kan dan door een operator gemakkelijk tussen de U-vormige randen van het afboordingsprofiel geschoven worden volgens de schuifrichting.In a preferred embodiment, the plane includes a first and a second outer edge, which are spaced following the feed direction, and which are further substantially parallel to the slide direction. The plane can then easily be slid between the U-shaped edges of the border profile by an operator according to the sliding direction.

In een voorkeursuitvoering omvat het verankeringselement een hoofdvlak in essentie orthogonaal op de longitudinale richting van het langwerpig verankeringselement. Bij voorkeur omvat het verankeringselement een taps toelopend steekblad. Bij voorkeur is het steekblad minstens gedeeltelijk gekromd.In a preferred embodiment, the anchoring element comprises a major plane essentially orthogonal to the longitudinal direction of the elongated anchoring element. Preferably, the anchoring element comprises a tapered stitch blade. Preferably, the stitch blade is at least partially curved.

In een voorkeursuitvoering omvatten het afboordingsprofiel een metaal of een legering. Bij voorkeur omvat het afboordingsprofiel aluminium. Bij voorkeur is de lengterichting van het afboordingsprofiel een extrusierichting, en is hetIn a preferred embodiment, the border profile comprises a metal or an alloy. The border profile preferably comprises aluminum. Preferably, the longitudinal direction of the edging profile is an extrusion direction, and it is

BE2018/5867 afboordingsprofiel een geëxtrudeerd afboordingsprofiel. Bij voorkeur omvat het verankeringselement roestvast staal.BE2018 / 5867 border profile an extruded border profile. Preferably, the anchoring element comprises stainless steel.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.In what follows, the invention is described by means of non-limiting examples illustrating the invention, which are not intended or should be interpreted to limit the scope of the invention.

VOORBEELDENEXAMPLES

VOORBEELD 1: Eerste uitvoeringsvorm van een koppelingselementEXAMPLE 1: First embodiment of a coupling element

Figuren 1a, 1b, 1c en 1d tonen verschillende aanzichten van een eerste uitvoeringsvorm van een koppelingselement (1a) volgens de huidige uitvinding. Het koppelingselement is monolithisch en bestaat in essentie uit PA6. Het koppelingselement omvat een rechthoekig vlak (2) met afgeronde hoeken. Het vlak omvat onderling loodrechte doorvoer- (y) en schuif- (x) richtingen parallel aan het vlak, alsook een transversale richting (z) loodrecht op voorgaande richtingen, uit het vlak. Het vlak omvat een breedte (b1) volgens de schuifrichting van ongeveer 120 mm. Het vlak omvat een lengte (l1) volgens de doorvoerrichting van ongeveer 96 mm. Het vlak omvat een dikte (d1) volgens de transversale richting van ongeveer 2.5 mm. Het vlak omvat een eerste en een tweede buitenrand, in essentie parallel aan de schuifrichting, welke gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting over genoemde lengte (l1).Figures 1a, 1b, 1c and 1d show different views of a first embodiment of a coupling element (1a) according to the present invention. The coupling element is monolithic and consists essentially of PA6. The coupling element comprises a rectangular surface (2) with rounded corners. The plane includes mutually perpendicular transit (y) and slide (x) directions parallel to the plane, as well as a transverse direction (z) perpendicular to previous directions, from the plane. The plane comprises a width (b1) according to the sliding direction of approximately 120 mm. The plane has a length (l1) according to the feed direction of approximately 96 mm. The plane includes a thickness (d1) in the transverse direction of about 2.5 mm. The plane includes a first and a second outer edge, substantially parallel to the sliding direction, spaced along the feed direction along said length (11).

Het koppelingselement omvat een overbrugging (4a) welke aan twee in essentie rechte en evenwijdige connectieranden aan het vlak geconnecteerd is. De connectieranden zijn gespatieerd volgens de schuifrichting en zijn in essentie parallel aan de doorvoerrichting. Het koppelingselement omvat een in de doorvoerrichting open tunnel tussen de overbrugging en het vlak.The coupling element comprises a bridge (4a) which is connected to two substantially straight and parallel connection edges on the plane. The connection edges are spaced according to the sliding direction and are essentially parallel to the feed direction. The coupling element comprises a tunnel open in the feed direction between the bridge and the plane.

Het vlak omvat een uitsparing (8a) tussen de connectieranden. De uitsparing omvat een bovenrand en een onderrand welke gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting. De connectieranden en de boven- en onderranden omlijnen hierbij de uitsparing. De bovenrand omvat een lip (7) welke zich uitstrekt in de doorvoerrichting naar de onderrand toe over een liplengte (l4) van ongeveer 4 mm. De lip omvat een minimale spatiëring tot de onderrand (l5) van ongeveer 36 mm. De tunnel omvat eenThe surface includes a recess (8a) between the connection edges. The recess includes a top edge and a bottom edge which are spaced according to the feed direction. The connection edges and the top and bottom edges outline the recess. The top edge comprises a lip (7) which extends in the feed direction towards the bottom edge over a lip length (14) of approximately 4 mm. The lip includes a minimum spacing to the bottom edge (15) of approximately 36 mm. The tunnel includes one

BE2018/5867 tunnellengte (l4 + l5) van ongeveer 40 mm. De overbrugging omvat eveneens een uitsparing (6) corresponderend met de lip (7).BE2018 / 5867 tunnel length (l4 + l5) of approximately 40 mm. The bridge also includes a recess (6) corresponding to the lip (7).

Het koppelingselement omvat verder een protrusie (5) aan dezelfde zijde van het vlak waar de overbrugging gepositioneerd is. De protrusie is volgens de doorvoerrichting in het verlengde van de tunnel en centraal ten opzichte de connectieranden gepositioneerd, met de onderrand tussen de bovenrand en de protrusie in. De protrusie omvat een breedte welke in essentie gelijk is aan de spatiëring tussen de connectieranden. De protrusie omvat een gradueel toenemende protrusiehoogte uit het vlak naar mate de afstand volgens de doorvoerrichting met de tunnel toeneemt. De tunnel omvat een tunnelhoogte (d3), tussen de overbrugging en het vlak en volgens de transversale richting, van ongeveer 6 mm. De protrusie omvat een protrusiehoogte (d4) uit het vlak van ongeveer 3 mm. Het koppelingselement heeft een totale hoogte (d2) volgens de transversale richting van ongeveer 11 mm.The coupling element further comprises a protrusion (5) on the same side of the plane where the bridge is positioned. The protrusion is positioned in line with the direction of passage in line with the tunnel and centrally with respect to the connection edges, with the bottom edge between the top edge and the protrusion. The protrusion comprises a width which is essentially equal to the spacing between the connection edges. The protrusion comprises a gradually increasing protrusion height from the plane as the distance increases with the tunnel according to the feed direction. The tunnel includes a tunnel height (d3), between the bridge and the plane and in the transverse direction, of approximately 6 mm. The protrusion includes a protrusion height (d4) from the plane of about 3 mm. The coupling element has a total height (d2) in the transverse direction of about 11 mm.

Het koppelingselement omvat verder twee verstevigingsribben (3) in essentie parallel aan de doorvoerrichting, eveneens aan dezelfde zijde van het vlak waar de overbrugging gepositioneerd is. De verstevigingsribben flankeren de overbrugging aan weerszijden. De connectieranden zijn bijgevolg gepositioneerd tussen de verstevigingsribben in. De ribben omvatten een breedte (b2) volgens de schuifrichting van ongeveer 8 mm. De ribben omvatten een afstand volgens de doorvoerrichting met elk van de eerste en tweede buitenranden van het vlak van ongeveer 18 mm. De ribben omvatten een lengte (11 - 2 * 12) volgens de doorvoerrichting van ongeveer 60 mm.The coupling element further comprises two reinforcing ribs (3) essentially parallel to the feed direction, also on the same side of the plane where the bridge is positioned. The reinforcing ribs flank the bridge on both sides. The joint edges are therefore positioned between the reinforcing ribs. The ribs comprise a width (b2) according to the sliding direction of about 8 mm. The ribs include a distance along the feed direction with each of the first and second outer edges of the plane of about 18 mm. The ribs have a length (11-2 * 12) according to the feed direction of about 60 mm.

VOORBEELD 2: Tweede uitvoeringsvorm van een koppelingselementEXAMPLE 2: Second embodiment of a coupling element

Figuren 2a, 2b, 2c en 2d tonen verschillende aanzichten van een tweede uitvoeringsvorm van een koppelingselement (1b) volgens de huidige uitvinding. Het koppelingselement is monolithisch en bestaat in essentie uit PA6. Het koppelingselement omvat een rechthoekig vlak (2) met afgeronde hoeken. Het vlak omvat onderling loodrechte doorvoer- (y) en schuif- (x) richtingen parallel aan het vlak, alsook een transversale richting (z) loodrecht op voorgaande richtingen, uit het vlak. Het vlak omvat een breedte (b1) volgens de schuifrichting van ongeveer 120 mm. Het vlak omvat een lengte (l3) volgens de doorvoerrichting van ongeveer 146 mm. Het vlak omvat een dikte (d1) volgens de transversale richting van ongeveer 2.5 mm. Het vlak omvat een eerste en een tweede buitenrand, in essentie parallel aan deFigures 2a, 2b, 2c and 2d show different views of a second embodiment of a coupling element (1b) according to the present invention. The coupling element is monolithic and consists essentially of PA6. The coupling element comprises a rectangular surface (2) with rounded corners. The plane includes mutually perpendicular transit (y) and slide (x) directions parallel to the plane, as well as a transverse direction (z) perpendicular to previous directions, from the plane. The plane comprises a width (b1) according to the sliding direction of approximately 120 mm. The plane includes a length (13) according to the feed direction of approximately 146 mm. The plane includes a thickness (d1) in the transverse direction of about 2.5 mm. The plane includes a first and a second outer edge, essentially parallel to the

BE2018/5867 schuifrichting, welke gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting over genoemde lengte (l3).BE2018 / 5867 sliding direction, which are spaced according to the feed direction over said length (13).

Het koppelingselement omvat een eerste overbrugging (4b) en een tweede overbrugging (4c). Elk van de overbruggingen is aan twee in essentie rechte en evenwijdige connectieranden aan het vlak geconnecteerd. Beide overbruggingen zijn aan eenzelfde zijde van het vlak gepositioneerd. De connectieranden van een overbrugging zijn gespatieerd volgens de schuifrichting en zijn in essentie parallel aan de doorvoerrichting. Het koppelingselement omvat een in de doorvoerrichting open tunnel tussen elke overbrugging en het vlak. De in de doorvoerrichting open tunnels van de eerste en tweede overbruggingen zijn volgens de doorvoerrichting in elkaars verlengde gepositioneerd.The coupling element includes a first bridge (4b) and a second bridge (4c). Each of the bridges is connected to two essentially straight and parallel connection edges to the plane. Both bridges are positioned on the same side of the plane. The connection edges of a bridge are spaced according to the sliding direction and are essentially parallel to the feed direction. The coupling element comprises a tunnel open in the direction of passage between each bridge and the plane. The tunnels of the first and second bridges open in the feed direction are positioned in line with each other in the feed direction.

Het vlak omvat voor elk van de overbruggingen een uitsparing (8b, 8c) tussen de connectieranden. Elke uitsparing omvat een bovenrand en een onderrand welke gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting, en waarbij de connectieranden van de corresponderende overbrugging en de boven- en onderranden hierbij de uitsparing omlijnen.The plane includes a recess (8b, 8c) between the connection edges for each of the bridges. Each recess includes a top edge and a bottom edge which are spaced according to the feed direction, the connection edges of the corresponding bridge and the top and bottom edges delimiting the recess.

De bovenrand van de uitsparing corresponderend met de eerste overbrugging (4b) omvat een lip (7) welke zich uitstrekt in de doorvoerrichting naar de onderrand toe over een liplengte (l4) van ongeveer 4 mm. De lip omvat een minimale spatiëring tot de onderrand (l7) van ongeveer 28 mm. De tunnel omvat een tunnellengte (l4 + l7) van ongeveer 32 mm. De eerste overbrugging (4b) omvat eveneens een uitsparing (6) corresponderend met de lip (7).The top edge of the recess corresponding to the first bridge (4b) comprises a lip (7) which extends in the feed direction towards the bottom edge over a lip length (14) of about 4 mm. The lip includes a minimum spacing to the bottom edge (l7) of approximately 28 mm. The tunnel has a tunnel length (l4 + l7) of approximately 32 mm. The first bridge (4b) also includes a recess (6) corresponding to the lip (7).

Het koppelingselement omvat verder een protrusie (5) aan dezelfde zijde van het vlak waar de overbruggingen gepositioneerd zijn. De protrusie is volgens de doorvoerrichting in het verlengde van de tunnels en centraal ten opzichte de connectieranden gepositioneerd, met voor elke uitsparing van elke overbrugging de onderrand tussen de bovenrand en de protrusie in. De protrusie omvat een breedte welke in essentie gelijk is aan de spatiëring tussen de connectieranden. De protrusie omvat een gradueel toenemende protrusiehoogte uit het vlak naar mate de afstand volgens de doorvoerrichting met de tunnels toeneemt. Elke tunnel omvat een tunnelhoogte (d3), tussen de overbrugging en het vlak en volgens de transversale richting, van ongeveer 6 mm. De protrusie omvat een protrusiehoogte (d4) uit het vlak van ongeveer 3 mm. Het koppelingselement heeft een totale hoogte (d2) volgens de transversale richting van ongeveer 11 mm.The coupling element further comprises a protrusion (5) on the same side of the plane where the bridges are positioned. The protrusion is positioned in line with the tunnels and centrally with respect to the connection edges, with the bottom edge between the top edge and the protrusion for each recess of each bridge. The protrusion comprises a width which is essentially equal to the spacing between the connection edges. The protrusion comprises a gradually increasing protrusion height from the plane as the distance increases with the tunnels in the feed direction. Each tunnel includes a tunnel height (d3), between the bridge and the plane and in the transverse direction, of approximately 6 mm. The protrusion includes a protrusion height (d4) from the plane of about 3 mm. The coupling element has a total height (d2) in the transverse direction of about 11 mm.

BE2018/5867BE2018 / 5867

Het koppelingselement omvat verder twee verstevigingsribben (3) in essentie parallel aan de doorvoerrichting, eveneens aan dezelfde zijde van het vlak waar de overbruggingen en de protrusie gepositioneerd zijn. De verstevigingsribben flankeren de overbruggingen aan weerszijden. De connectieranden zijn bijgevolg gepositioneerd tussen de verstevigingsribben in. De ribben omvatten een breedte (b2) volgens de schuifrichting van ongeveer 8 mm. De ribben omvatten een afstand volgens de doorvoerrichting met elk van de eerste en tweede buitenranden van het vlak van ongeveer 18 mm. De ribben omvatten een lengte (11 - 2 * 12) volgens de doorvoerrichting van ongeveer 110 mm.The coupling element further comprises two reinforcing ribs (3) essentially parallel to the feed direction, also on the same side of the plane where the bridges and the protrusion are positioned. The reinforcing ribs flank the bridges on both sides. The joint edges are therefore positioned between the reinforcing ribs. The ribs comprise a width (b2) according to the sliding direction of about 8 mm. The ribs include a distance along the feed direction with each of the first and second outer edges of the plane of about 18 mm. The ribs have a length (11-2 * 12) according to the feed direction of about 110 mm.

VOORBEELD 3: Uitvoeringsvorm van een systeemEXAMPLE 3: Embodiment of a system

Figuur 3 toont een detailperspectiefaanzicht van een koppelingselement volgens voorbeeld 1 en een uitvoeringsvorm van een verankeringselement. Figuur 4 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van (een gedeelte van) een systeem volgens de huidige uitvinding, welk een koppelingselement volgens voorbeeld 1, een afboordingsprofiel, en een verankeringselement omvat.Figure 3 shows a detail perspective view of a coupling element according to example 1 and an embodiment of an anchoring element. Figure 4 shows a perspective view of an embodiment of (a part of) a system according to the present invention, which comprises a coupling element according to example 1, a border profile, and an anchoring element.

Het verankeringselement (20, 21) is een monolithisch langwerpig verankeringselement bestaande uit roestvast staal. Het verankeringselement omvat een voetuiteinde en een hoofduiteinde (21), alsook een vanuit het hoofduiteinde naar het voetuiteinde taps toelopend en minstens gedeeltelijk gekromd steekblad (20). Het verankeringselement omvat aan het hoofduiteinde een hoofdvlak (21) in essentie orthogonaal op de longitudinale richting van het langwerpig verankeringselement. Het verankeringselement omvat een lengte van minstens twee keer de lengte (l1) van het koppelingselement, bij voorkeur minstens drie keer de lengte (l1) van het koppelingselement.The anchoring element (20, 21) is a monolithic elongated anchoring element made of stainless steel. The anchoring element includes a foot end and a head end (21), as well as a tapered and at least partially curved stitch blade (20) from the head end to the foot end. The anchor member includes a major surface (21) at the main end essentially orthogonal to the longitudinal direction of the elongate anchor member. The anchoring element comprises a length of at least twice the length (l1) of the coupling element, preferably at least three times the length (l1) of the coupling element.

Het afboordingsprofiel (30, 31, 32) is een monolithisch geëxtrudeerd afboordingsprofiel bestaande uit aluminium. Het afboordingsprofiel omvat een lengterichting en twee U-vormige randen (31, 32) welke met de open zijden naar elkaar gericht zijn. De bodems van de U-vormige randen omvatten een spatiëring van minstens de lengte (l1) van het vlak van het koppelingselement, maar kleiner dan een centimeter meer dan deze lengte (l1). De benen van elk van de U-vormige randen omvatten een spatiëring (d6) van minstens de dikte (d1) van het vlak van hetThe edging profile (30, 31, 32) is a monolithic extruded edging profile consisting of aluminum. The edging profile comprises a longitudinal direction and two U-shaped edges (31, 32) which face the open sides together. The bottoms of the U-shaped edges include a spacing of at least the length (l1) of the plane of the coupling element, but less than one centimeter more than this length (l1). The legs of each of the U-shaped edges include a spacing (d6) of at least the thickness (d1) of the plane of the

BE2018/5867 koppelingselement, en meer bepaald ongeveer 4 mm. Het systeem is geconfigureerd om bij in essentie parallelle schuif- en lengterichtingen het vlak volgens de schuifrichting tussen de twee U-vormige randen in te schuiven, waarbij de U-vormige randen het vlak gedeeltelijk omarmen. In het bijzonder kan het afboordingsprofiel een in essentie vlakke en rechthoekige afboordingsplaat (30) omvatten, waarbij telkens een been van een U-vormige rand (31, 32) aan één van twee tegenoverliggende zijden van de afdekkingsplaat geconnecteerd is in het verlengde van de afdekkingsplaat, en waarbij de andere benen van de U-vormige randen aan eenzelfde zijde van de afboordingsplaat gepositioneerd zijn.BE2018 / 5867 coupling element, in particular about 4 mm. The system is configured to slide the plane along the sliding direction between the two U-shaped edges in essentially parallel sliding and longitudinal directions, with the U-shaped edges partially embracing the plane. In particular, the border profile can comprise an essentially flat and rectangular border plate (30), wherein a leg of a U-shaped edge (31, 32) is connected to one of two opposite sides of the cover plate in line with the cover plate. , and wherein the other legs of the U-shaped edges are positioned on the same side of the border plate.

Claims (15)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Koppelingselement (1a, 1b) voor het koppelen van een verankeringselement aan een afboording, waarin het koppelingselement een vlak (2) omvat welke onderling loodrechte doorvoer- (y) en schuifrichtingen (x) omvat parallel aan het vlak, waarin het koppelingselement een overbrugging (4a, 4b, 4c) omvat welke aan twee connectieranden aan het vlak geconnecteerd is, waarin de connectieranden gespatieerd zijn volgens de schuifrichting, waarin het koppelingselement een in de doorvoerrichting open tunnel tussen de overbrugging en het vlak omvat voor doorvoer van een verankeringselement.Coupling element (1a, 1b) for coupling an anchoring element to a border, in which the coupling element comprises a plane (2) comprising mutually perpendicular passage (y) and sliding directions (x) parallel to the plane, in which the coupling element bridge (4a, 4b, 4c) which is connected to two connection edges on the plane, wherein the connection edges are spaced according to the sliding direction, wherein the coupling element comprises a tunnel open in the feed direction between the bridge and the plane for passage of an anchoring element. 2. Koppelingselement volgens voorgaande conclusie 1, waarin het vlak een uitsparing (8a, 8b, 8c) tussen de connectieranden omvat, waarin de uitsparing een bovenrand en een onderrand omvat welke gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting, waarin de connectieranden en de boven- en onderranden de uitsparing omlijnen, waarin de bovenrand een lip (7) omvat welke zich uitstrekt in de doorvoerrichting naar de onderrand toe.Coupling element according to previous claim 1, wherein the plane comprises a recess (8a, 8b, 8c) between the connection edges, wherein the recess comprises a top edge and a bottom edge which are spaced according to the feed direction, wherein the connection edges and the top and bottom edges outline the recess, in which the top edge includes a lip (7) extending in the feed direction toward the bottom edge. 3. Koppelingselement volgens één der voorgaande conclusies, waarin het koppelingselement verder een protrusie (5) omvat aan de zijde van het vlak waar de overbrugging gepositioneerd is, waarin de protrusie volgens de doorvoerrichting minstens gedeeltelijk in het verlengde van de tunnel gepositioneerd is, bij voorkeur waarin de protrusie volgens de schuifrichting in essentie centraal ten opzichte van de connectieranden gepositioneerd is, bij voorkeur waarin de protrusie een breedte volgens de schuifrichting omvat gelijk aan minstens 80% van de spatiëring tussen de connectieranden.Coupling element according to any one of the preceding claims, wherein the coupling element further comprises a protrusion (5) on the side of the plane where the bridging is positioned, wherein the protrusion is positioned at least partly in line with the tunnel, preferably in line with the tunnel wherein the protrusion according to the sliding direction is positioned essentially centrally with respect to the connection edges, preferably wherein the protrusion comprises a width according to the sliding direction equal to at least 80% of the spacing between the connection edges. 4. Koppelingselement volgens voorgaande conclusies 2 en 3, waarin de onderrand volgens de doorvoerrichting gepositioneerd is tussen de bovenrand en de protrusie.Coupling element according to previous claims 2 and 3, wherein the bottom edge is positioned between the top edge and the protrusion in the feed direction. 5. Koppelingselement volgens één der voorgaande conclusies, waarin het koppelingselement twee verstevigingsribben (3) omvat welke zich uitstrekken volgens de doorvoerrichting, waarin de connectieranden gepositioneerd zijn tussen de verstevigingsribben in.Coupling element according to any one of the preceding claims, wherein the coupling element comprises two reinforcing ribs (3) which extend according to the feed direction, in which the connecting edges are positioned between the reinforcing ribs. 6. Koppelingselement volgens één der voorgaande conclusies 4 en 5, waarin de verstevigingsribben zich volgens de doorvoerrichting minstens uitstrekken tussen de bovenrand en de protrusie.Coupling element according to one of the preceding claims 4 and 5, in which the reinforcing ribs extend at least between the top edge and the protrusion according to the feed direction. BE2018/5867BE2018 / 5867 7. Koppelingselement volgens één der voorgaande conclusies, waarin het koppelingselement monolithisch is.Coupling element according to any one of the preceding claims, wherein the coupling element is monolithic. 8. Koppelingselement volgens één der voorgaande conclusies, waarin het koppelingselement een kunststof omvat, bij voorkeur waarin het koppelingselement bestaat uit kunststof, bij voorkeur waarin de kunststof een polyamide is, meer bij voorkeur waarin de kunststof nylon is, nog meer bij voorkeur waarin de kunststof polycaprolactam is.Coupling element according to any one of the preceding claims, wherein the coupling element comprises a plastic, preferably in which the coupling element consists of plastic, preferably in which the plastic is a polyamide, more preferably in which the plastic is nylon, even more preferably in which the plastic polycaprolactam. 9. Koppelingselement volgens één der voorgaande conclusies, waarin de tunnel een tunnelhoogte loodrecht op de schuif- en doorvoerrichtingen omvat tussen het vlak en de overbrugging, waarin de tunnel aan de overbrugging een kromtestraal omvat, waarin de tunnelhoogte gelijk is aan ten hoogste 50%, bij voorkeur ten hoogste 40%, meer bij voorkeur ten hoogste 30%, bij grootste voorkeur ten hoogste 20%, van de kromtestraal.Coupling element as claimed in any of the foregoing claims, wherein the tunnel comprises a tunnel height perpendicular to the sliding and transit directions between the plane and the bridge, wherein the tunnel on the bridge comprises a radius of curvature, in which the tunnel height is at most 50%, preferably at most 40%, more preferably at most 30%, most preferably at most 20%, of the radius of curvature. 10. Koppelingselement volgens voorgaande conclusies 3 en 9, waarin de protrusie een protrusiehoogte loodrecht op de schuif- en doorvoerrichtingen uit het vlak omvat, waarin de protrusiehoogte gelijk is aan minstens 25%, bij voorkeur minstens 30%, bij grotere voorkeur minstens 35%, bij nog grotere voorkeur minstens 40%, bij grootste voorkeur minstens 45%, van de tunnelhoogte.Coupling element according to previous claims 3 and 9, wherein the protrusion comprises a protrusion height perpendicular to the sliding and feed directions out of the plane, wherein the protrusion height is equal to at least 25%, preferably at least 30%, more preferably at least 35%, even more preferably at least 40%, most preferably at least 45%, of the tunnel height. 11. Koppelingselement volgens één der voorgaande conclusies, waarin het vlak een eerste en een tweede buitenrand omvat welke gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting en welke verder in essentie parallel zijn aan de schuifrichting.Coupling element according to any one of the preceding claims, wherein the plane comprises a first and a second outer edge which are spaced along the feed direction and which are further substantially parallel to the slide direction. 12. Systeem omvattende een koppelingselement (1a, 1b) volgens één der voorgaande conclusies, het koppelingselement omvattende genoemd vlak (2), genoemde schuifrichting (x), genoemde doorvoerrichting (y), en genoemde tunnel, het systeem verder omvattende een afboordingsprofiel (30) omvattende een lengterichting en twee U-vormige randen met de open zijden naar elkaar gericht (31), waarin het systeem geconfigureerd is om bij in essentie parallelle schuif- en lengterichtingen het vlak volgens de schuifrichting tussen de twee U-vormige randen in te schuiven waarbij de U-vormige randen het vlak gedeeltelijk omarmen, het systeem verder omvattende een langwerpig verankeringselement (20) omvattende een voetuiteinde en een hoofduiteinde (21), het systeem geconfigureerd voor doorvoer van het voetuiteinde volgens de doorvoerrichting door de tunnel en het weerhaken van het hoofduiteinde aan een opening van de tunnel.System comprising a coupling element (1a, 1b) according to any one of the preceding claims, the coupling element comprising said plane (2), said sliding direction (x), said feed direction (y), and said tunnel, the system further comprising a border profile (30) ) comprising a longitudinal direction and two U-shaped edges with the open sides facing each other (31), in which the system is configured to slide the plane along the sliding direction between the two U-shaped edges in essentially parallel sliding and longitudinal directions the U-shaped edges partially embracing the face, the system further comprising an elongated anchoring element (20) comprising a foot end and a main end (21), the system configured for passage of the foot end according to the direction of passage through the tunnel and the barbs of the head end at an opening of the tunnel. BE2018/5867BE2018 / 5867 13. Systeem volgens voorgaande conclusie 12, waarin het verankeringselement aan het hoofduiteinde een hoofdvlak (21) omvat in essentie orthogonaal op de longitudinale richting van het langwerpig verankeringselement, bij voorkeur waarin het verankeringselement een taps toelopend steekblad (20) omvat, bij voorkeur waarin het steekblad minstens gedeeltelijk gekromd is.The system of the preceding claim 12, wherein the main end anchoring element comprises a main face (21) essentially orthogonal to the longitudinal direction of the elongated anchoring element, preferably wherein the anchoring element comprises a tapered blade (20), preferably wherein the stitch blade is at least partially curved. 14. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 12 en 13, waarin het afboordingsprofiel en het verankeringselement een metaal of een legering omvatten, bij voorkeur waarin het afboordingsprofiel aluminium omvat, bij voorkeur waarin het de lengterichting een extrusierichting is, bij voorkeur waarin het verankeringselement roestvast staal omvat.System according to any one of the preceding claims 12 and 13, wherein the border profile and the anchor element comprise a metal or an alloy, preferably in which the border profile comprises aluminum, preferably in which the longitudinal direction is an extrusion direction, preferably in which the anchor element is stainless steel includes. 15. Methode voor het verankeren van een afboording in een ondergrond, omvattende de stappen van:15. Method for anchoring a border in a substrate, comprising the steps of: a. het voorzien van:a. providing: i. een koppelingselement omvattende een vlak, een overbrugging en een tunnel tussen het vlak en de overbrugging;i. a coupling element comprising a plane, a bridge and a tunnel between the plane and the bridge; ii. een langwerpig verankeringselement; en iii. een afboordingsprofiel omvattende twee U-vormige randen met de open zijden naar elkaar gericht,ii. an elongated anchoring element; and iii. a border profile comprising two U-shaped edges with the open sides facing each other, b. het inschuiven van het koppelingselement volgens een schuifrichting tussen de U-vormige randen van het afboordingsprofiel, waarbij de Uvormige randen het vlak gedeeltelijk omarmen; enb. sliding the coupling element in a sliding direction between the U-shaped edges of the border profile, the U-shaped edges partially embracing the surface; and c. het minstens gedeeltelijk doorvoeren van het verankeringselement door de tunnel volgens een doorvoerrichting in essentie loodrecht op schuifrichting.c. at least partially feeding the anchoring element through the tunnel in a feed direction essentially perpendicular to the sliding direction.
BE20185867A 2018-12-10 2018-12-10 Coupling element for a border BE1026855B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185867A BE1026855B1 (en) 2018-12-10 2018-12-10 Coupling element for a border

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185867A BE1026855B1 (en) 2018-12-10 2018-12-10 Coupling element for a border

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026855A1 true BE1026855A1 (en) 2020-07-06
BE1026855B1 BE1026855B1 (en) 2020-07-13

Family

ID=65013409

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185867A BE1026855B1 (en) 2018-12-10 2018-12-10 Coupling element for a border

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1026855B1 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2595844A (en) * 2020-04-23 2021-12-15 Kinley Systems Ltd Divider

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6226934B1 (en) 1996-11-02 2001-05-08 Johannes N. Gaston Landscape edging system having block attachment member

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5301461A (en) * 1992-12-04 1994-04-12 Permaloc Corporation Edging strip
US5941018A (en) * 1997-08-08 1999-08-24 Herrema; Robert T. Lawn edging
DE29901263U1 (en) * 1999-01-26 1999-04-15 Münster, Mirko, 01737 Kurort Hartha Ribbon-shaped border for plants
US6345465B1 (en) * 2000-05-18 2002-02-12 Glen Allen Landscape edging system with stakes attached

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6226934B1 (en) 1996-11-02 2001-05-08 Johannes N. Gaston Landscape edging system having block attachment member

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2595844A (en) * 2020-04-23 2021-12-15 Kinley Systems Ltd Divider

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026855B1 (en) 2020-07-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10094075B2 (en) Arris protection joint
BE1026855B1 (en) Coupling element for a border
US20100215431A1 (en) Portable highway warning device
US20040250505A1 (en) Deck board tie connector, connection and method
EP3913164A1 (en) Levelling spacer device
BR112012007985B1 (en) metal fiber with a bevel on the outer surface that extends in the longitudinal direction of the fiber
US20050028468A1 (en) Concrete forming method using gripping ribs
DE102018003160A1 (en) anchor rail
AU624271B2 (en) Barbed fastener resisting withdrawal
PL81759B1 (en) Insertion for fixing bolts or pins into ties made of putrefiable material, particularly for fixing screw spikes[yu34551b]
US2244337A (en) Tie bar
US3442188A (en) Keyway strip for concrete pavement forms
NL2028718B1 (en) METHOD FOR PLACING PARTITION PLANKS IN A BOTTOM AND A PARTITION BOARD FOR ATTACHING PARTITION BOARDS
EP3247836B1 (en) An edge protector adapted to be cast into the edge of a concrete floor slab
DE3638485A1 (en) STAIR EDGE PROFILE
EP0937819A2 (en) Access means
US726639A (en) Silo.
US79016A (en) William fishley serjeant
US1117397A (en) Floor-fastening.
US1050450A (en) Means for forming rail-joints.
AU2023200089A1 (en) Concrete slab joint forming system and method
US990890A (en) Railway-tie fastener and brace.
US1005639A (en) Rail-joint.
US289298A (en) Railroad-rail joint
US841746A (en) Rail-joint.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200713