BE1026644B1

BE1026644B1 - Verankeringsplug voor drainagesteunplaten

Info

Publication number: BE1026644B1
Application number: BE20185656A
Authority: BE
Inventors: Chris SLABBINCK; HOORDE Christophe VAN
Original assignee: Ecco Bvba
Priority date: 2018-09-25
Filing date: 2018-09-25
Publication date: 2020-04-27
Also published as: BE1026644A1

Abstract

De huidige uitvinding betreft een verankeringsplug voor het (losmaakbaar) koppelen in een kunstgrassteunplaat, en ter verankering van objecten in de verankeringsplug.

Description

VERANKERINGSPLUG VOOR DRAINAGESTEUNPLATEN

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een plug geschikt voor het vasthechten in een drainagesteunplaat, waarbij de plug de verankering mogelijk maakt van objecten aan de drainagesteunplaat, zonder daarbij de drainagesteunplaat te beschadigen.

STAND DER TECHNIEK

Bodemsteunplaten, en specifiek kunstgrassteunplaten, hebben pas recent hun intrede gedaan in de stand der techniek, en dienen als een holle structuur die voor de afwatering dient van kunstgrasmatten, en daarbij voldoende steun moet bieden voor objecten en personen die op de kunstgrasmat aanwezig zijn en bewegen. Een belangrijk aspect hiervan is dus dat de structuur zo open mogelijk is (verticaal, maar ook horizontaal) om vlotte doorstroming te garanderen, en dat de structuur zo hol mogelijk is om maximale capaciteit te garanderen.

Bijna alle steunplaten hebben een structuur met open cellen, die verticaal volledige doorstroming toelaten, en missen hoegenaamd horizontaal gepositioneerde vlakken waarin verankering mogelijk is. Bovendien zou dit ook bijzonder onpraktisch zijn aangezien dergelijke massaproductie steunplaten vooraf onmogelijk van verankeringsvlakken kunnen voorzien worden, gezien de plaatsing van de te verankeren elementen niet vooraf kan ingeschat worden, en vaak ook semi-willekeurig is.

Dergelijke structuren hebben dan ook specifieke bijkomende elementen nodig, plugs, die zich kunnen vastzetten in de steunplaat (in de open cellen), en dienen als verankeringspunt voor de te verankeren elementen.

Bij de weinige steunplaten waar wel horizontale vlakken aanwezig zijn, is het cruciaal dat deze horizontale vlakken zeer dun zijn (om watercapaciteit te maximaliseren, alsook materiaalhoeveelheid), Vooral om de structuur zo hol mogelijk te maken, wordt geopteerd om zo dun mogelijke wanden te gebruiken die geen goede verankering toelaten voor bijvoorbeeld afboordingen of andere objecten. Daarnaast is het door massaproductie in de praktijk onmogelijk om de verankeringspunten vooraf te voorzien op de gewenste plek van de steunplaat.

BE2018/5656

Opnieuw hebben dergelijke structuren bijkomende elementen nodig die kunnen vastgehecht worden in de steunplaat, en dienen als verankeringspunt voor de te verankeren elementen.

Deze verankeringsplugs dienen compact te zijn (weinig volume), eenvoudig te verankeren, een voldoende groot verankeringspunt bieden (enige marge voor plaatsing), en daarnaast na vastzetten in de steunplaat, ook een stabiele hechting vertonen (geen rotatie toelaten, geen of weinig horizontale beweging).

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft een verankeringsplug voor het vasthechten in een kunstgrassteunplaat.

De verankeringsplug omvat:

a. een substantieel vlakke verankeringsplaat;

b. minstens drie, bij voorkeur vier, benen, dewelke zich vanaf de onderzijde van de verankeringsplaat uitstrekken loodrecht op de genoemde verankeringsplaat;

c. minstens twee, bij voorkeur minstens drie, bij verdere voorkeur vier, superieure verankeringselementen dewelke zich lateraal uitstrekken vanaf de verankeringsplaat op een eerste hoogte langs een as loodrecht op de verankeringsplaat ten opzichte van de bovenzijde van de verankeringsplaat;

d. minstens twee, bij voorkeur minstens drie, bij verdere voorkeur vier, inferieure verankeringselementen dewelke zich lateraal uitstrekken, bij voorkeur vanaf de verankeringsplaat en/of vanaf de benen, op een tweede hoogte langs de as loodrecht op de verankeringsplaat ten opzichte van de bovenzijde van de verankeringsplaat;

waarbij de eerste hoogte verschillend is aan de tweede hoogte, en waarbij de inferieure verankeringselementen snap-fit protrusies zijn georiënteerd voor het begrenzen van beweging van de verankeringsplug loodrecht op de verankeringsplaat en opwaarts gericht van de bovenzijde weg, en waarbij de superieure verankeringselementen protrusies zijn dewelke lateraal uitsteken van de verankeringsplaat voor het begrenzen van beweging van de verankeringsplug loodrecht op de verankeringsplaat en neerwaarts gericht van de onderzijde van de verankeringsplaat weg.

BE2018/5656

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een perspectiefbeeld van een verankeringsplug volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 2 toont een verder perspectiefbeeld van een verankeringsplug volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding, vanuit een lager perspectief.

Figuur 3 toont een beeld vanaf de bovenzijde van een verankeringsplug volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 4 toont een zijdelings beeld van een verankeringsplug volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 5 toont een beeld vanaf de onderzijde van een verankeringsplug volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 6 toont een zijdelingse doorsnede van een verankeringsplug volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.

Wanneer ongeveer of rond in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid of een parameter, in het bijzonder dimensies, afstanden en/of hoekstanden, maar ook dichtheden, massa, volumes en oppervlaktes, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van

BE2018/5656 toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term ongeveer of rond gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, behelzen, behelzende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

De uitvinding betreft een verankeringsplug voor het vasthechten in een kunstgrassteunplaat. De verankeringsplug omvat:

a. een substantieel vlakke verankeringsplaat;

b. optioneel minstens drie, bij voorkeur vier, benen, dewelke zich vanaf de onderzijde van de verankeringsplaat uitstrekken loodrecht op de genoemde verankeringsplaat;

d. minstens twee, bij voorkeur minstens drie, bij verdere voorkeur vier, inferieure verankeringselementen dewelke zich lateraal uitstrekken, bij voorkeur vanaf de verankeringsplaat (en/of vanaf de benen), op een tweede hoogte langs de as loodrecht op de verankeringsplaat ten opzichte van de bovenzijde van de verankeringsplaat;

BE2018/5656

Om de eerder vernoemde problematiek op te lossen, wordt een verankeringsplug voorzien dewelke een verankeringsplaat biedt, dewelke geschikt is voor het daarin verankeren van een vijs, schroef of ander bevestigingsmiddel. De verankeringsplaat dient hiervoor een geschikt materiaal te omvatten, en van voldoende dikte en stevigheid voorzien te zijn. De verankeringsplaat dient vastgemaakt te kunnen worden in de opencellige structuur van de steunplaat, dit door twee sets van verankeringselementen. De eerste set, superieure, verankeringselementen dient te verzekeren dat de plug niet te diep kan geduwd worden, bij voorkeur zodanig dat de verankeringsplaat substantieel ter hoogte van de bovenzijde van de kunstgrassteunplaat komt te liggen. Deze eerste set begrenst hierdoor de beweging van de plug gericht van de onderzijde van de verankeringsplaat weg (neerwaarts in de kunstgrassteunplaat). Deze superieure verankeringselementen strekken zich hiertoe lateraal uit, weg van de verankeringsplaat om op die manier tegengehouden te worden door (elementen van) de kunstgrassteunplaat zelf. Het spreekt voor zich dat de precieze positionering qua hoogte, maar ook op het vlak van de verankeringsplaat (in hoeken, centraal aan zijden daarvan, etc.), alsook de lengte waarover deze zich uitstrekken, afhankelijk is van de opbouw van de kunstgrassteunplaat zelf.

Een tweede set, inferieure, verankeringselementen dient te verzekeren dat de plug niet terug kan verwijderd worden (of toch niet zonder bewuste handelingen hiertoe, of enorme kracht- of drukontwikkeling) eenmaal deze geplaatst is in de kunstgrassteunplaat. Ook deze verankeringselementen strekken zich lateraal uit ten opzichte van de verankeringsplaat, met dezelfde bijkomende opmerkingen als hierboven voor positionering en dimensies. De combinatie van de twee sets verankeringselementen garandeert de vaste bevestiging van de plug in de kunstgrassteunplaat, op een gewenste hoogte. Deze sterke bevestiging is nodig gezien de vele impacten een kunstgrassteunplaat, en dus ook de plugs daarin, te verduren kunnen krijgen, maar vooral zodat bij het verankeren van de bevestigingselementen in de verankeringsplaat van de plug, deze niet kan loskomen of van positie veranderen.

Merk op dat op deze wijze ook verankering mogelijk is in afwijkende kunstgrassteunplaten, zoals met een volledig opencellige (honingraat)structuur. Hierbij strekt de plug zich uit over de ganse dikte en verankert zich bovenaan en onderaan de steunplaat door middel van de verankeringselementen. Alternatief, indien tussen de cellen openingen aanwezig zijn, kunnen de inferieure verankeringselementen gepositioneerd zijn om zich in de openingen te verankeren (via een uitkragend element, zoals een snap-fit connector), en dient de plug zich niet noodzakelijk over de volledige dikte van de plaat uit te strekken.

BE2018/5656

Hierbij dient verder opgemerkt te worden dat bij voorkeur, de plug een aantal benen omvat dewelke zich vanaf de onderzijde van de verankeringsplaat uitstrekken loodrecht op de genoemde verankeringsplaat. Deze benen kunnen dienen ter verder steun, bijvoorbeeld op een ondervlak of afboording in de opencellige structuur van de steunplaat. Op deze manier kan bij het verankeren van de bevestigingselementen de plug niet losgemaakt of verplaatst worden. Daarnaast kunnen ze ook dienen ter laterale ondersteuning, door de benen substantieel tegen of langs opstaande ribben of wanden van de steunplaat te laten rusten, wat de laterale stabiliteit van de plug bevordert.

In een eerste voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de verankeringsplug van vier benen voorzien dewelke zich uitstrekken vanaf de verankeringsplaat op vier posities die vertices van een vierkant definiëren, en is de verankeringsplaat van minstens vier superieure verankeringselementen voorzien, dewelke zich in het vlak van de verankeringsplaat uitstrekken in vier onderling verschillende richtingen dewelke ofwel tegengesteld zijn aan elkaar ofwel loodrecht staan ten opzichte van elkaar, en waarbij de superieure verankeringselementen zich uitstrekken buiten het genoemde vierkant.

In een tweede (alternatieve) voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de verankeringsplug van vier benen voorzien dewelke zich uitstrekken vanaf de verankeringsplaat op vier posities die middelpunten van zijden van een vierkant definiëren, en is de verankeringsplaat van minstens vier superieure verankeringselementen voorzien, dewelke zich in het vlak van de verankeringsplaat uitstrekken in vier onderling verschillende richtingen dewelke ofwel tegengesteld zijn aan elkaar ofwel loodrecht staan ten opzichte van elkaar, en waarbij de superieure verankeringselementen zich uitstrekken buiten het genoemde vierkant.

Merk op dat in voornoemde uitvoeringsvormen, het aantal benen (en verankeringselementen) niet noodzakelijk 4 is, maar bijvoorbeeld ook 3, 5, 6, 8, etc. kan zijn, afhankelijk van de vorm van de steunplaat waarin de plug verankerd moet worden. Typisch zullen de benen (en verankeringselementen) gepositioneerd zijn ter hoogte van vertices of middelpunten van zijden, van een regelmatige veelhoek (en dus niet noodzakelijk een vierkant zoals hierboven aangegeven), gezien de symmetrische opstelling ook een meer betrouwbare bevestiging oplevert.

In een verdere uitvoeringsvorm van de voornoemde voorkeurdragende uitvoeringsvormen, strekt zich minstens één van de superieure

BE2018/5656 verankeringselementen zich buiten het genoemde vierkant uit aan elk van de vertices van het genoemde vierkant (of regelmatige veelhoek) en/ of langs elk van de zijden van het genoemde vierkant (of regelmatige veelhoek).

De veelhoek/vierkant stemt overeen met de opening van de steunplaat waarin de plug kan bevestigd worden. Door de verankeringselementen zich hierbuiten te laten uitstrekken, wordt verzekerd dat de verankeringsdiepte van de plug begrensd is, waardoor de gebruiker de zekerheid krijgt dat de verankeringsplaat zich op een controleerbare hoogte bevindt, typisch ter hoogte van de bovenzijde van de steunplaat. Dit kan bewerkstelligd worden door de superieure verankeringselementen essentieel op eenzelfde hoogte te plaatsen als de verankeringsplaat, of door de onderzijde van de superieure verankeringselementen ongeveer op eenzelfde hoogte te plaatse als de bovenzijde van de verankeringsplaat.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de verankeringsplaat een centraal vlak, bij voorkeur ofwel cirkelvormig of regelmatig polygonaal, bij hoogste voorkeur vierkant, uit welk centrale vlak zich vier armen uitstrekken in vier overstaande of loodrechte richtingen, en waarbij deze armen symmetrisch zijn ten opzichte van een as langs hun lengterichting, en aan de uiteinden spits toelopen, bij voorkeur in een rechte hoek. Op deze manier wordt de totale oppervlakte langs bovenzijde beperkt gehouden, en wordt de doorstroming doorheen de plaat optimaal gehouden. De armen kunnen hierbij verder ook dienen als superieure verankeringselementen, door hieronder een uitsparing te voorzien, zoals ook te zien is in de Figuren.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekt minstens één van de inferieure verankeringselementen zich buiten het genoemde vierkant uit langs elk van de zijden van het genoemde vierkant.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm hebben de inferieure verankeringselementen een wigvorm, waarbij de inferieure verankeringselementen met de scherpe kant neerwaarts gericht zijn. Deze verankering komt overeen met een snap-fit mechanisme met vaste verankering, om te verzekeren dat de plugs stevig bevestigd worden in de steunplaat (in de zin dat een bewuste handeling noodzakelijk is

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de inferieure verankeringselementen gepositioneerd op dunne verbindingsstroken tussen elk aanpalend koppel van de benen.

BE2018/5656

In een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de verbindingsstroken elastisch vervormbaar naar een centrale as door de verankeringsplaat toe.

Door de inferieure verankeringselementen op elastisch vervormbare verbindingsstroken te plaatsen, is het mogelijk om de plugs te verwijderen uit een steunplaat.

In een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de verankeringsplaat zijdelingse uitsparingen ter hoogte van de verbindingsstroken, waarbij de uitsparingen een opening vormen naar een holle ruimte onder de verankeringsplaat en tussen de benen. De openingen verbeteren de waterdoorlatendheid van de plug, die een opening in de steunplaat zou versperren indien geen openingen voorzien werden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de verankeringsplaat een dikte van minstens 2.0 mm, bij voorkeur minstens 3.0 mm, bij verdere minstens voorkeur 4.0 mm, en/of heeft de verankeringsplaat een dikte van hoogstens 10.0 mm, bij voorkeur een dikte van hoogstens 8.0 mm, bij verdere voorkeur hoogstens 6.0 mm; en waarbij de verankeringsplaat bij hoogste voorkeur een dikte heeft van ongeveer 5 mm.

Een minimale dikte voor de verankeringsplaat is cruciaal, gezien de bevestigingselementen (vijs, schroef en dergelijk), zich voldoende moeten kunnen vastmaken in de verankeringsplaat. Een te dunne verankeringsplaat biedt onvoldoende aangrijppunten voor bevestigingselementen, en kan bovendien ook kapotgaan bij de bevestiging, of zelfs bij een plotse impact erop. Een te dikke verankeringsplaat neemt ruimte in waardoor de vloeistofcapaciteit van de verankeringsplaat daalt, maar is bovendien ook minder economisch. De aanvrager merkte dat de genoemde bereiken optimaal waren voor de genoemde doelen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvatten de benen elk een langwerpige centrale as en twee zich essentieel aan weerszijden van de centrale as uitstrekkende flanken, dewelke flanken zich uitstrekken over de lengte van de centrale as.

In een verder voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de flanken van aanpalende benen minstens geconnecteerd door verbindingsstroken over minstens een gedeelte van de lengte van de benen.

De connectie tussen de (flanken van de) aanpalende benen zorgt voor een grotere starheid van de benen, om slechts zeer beperkte vervorming toe te laten.

BE2018/5656

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het convexe omhulsel gedefinieerd door de benen essentieel leeg. Opnieuw zorgt deze maatregel ervoor dat de totale watercapaciteit van de steunplaat gemaximaliseerd wordt.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is tussen de benen een verbindingsstrook voorzien, dewelke zich uitstrekt vanaf een positie ongeveer ter hoogte van de onderzijde van de verankeringsplaat tot over 30% tot 80% van de lengte van de benen, bij voorkeur ongeveer 60% van de lengte van de benen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de verankeringsplug een totale hoogte omvat tussen 1.5 cm en 7.5 cm, bij voorkeur tussen 2.0 cm en 5.0 cm, bij verdere voorkeur tussen 2.5 cm en 4.0 cm, bij nog verdere voorkeur tussen 2.75 cm en 3.25 cm, en bij hoogste voorkeur ongeveer 2.8 cm.

Bij voorkeur strekt de verankeringsplug zich uit over gans de dikte van de plaat. Bij een steunplaat dikker dan 7.5 cm of dunner dan 1.5 cm, zal de hoogte van de verankeringsplug bij voorkeur gelijkaardig zijn aan de dikte van de steunplaat.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de verankeringsplug polyamide (PA), bij voorkeur nylon, bij verdere voorkeur nylon 6 (PA6).

Genoemde materialen hebben het voordeel bijzonder geschikt te zijn voor de vervaardiging, gezien ze goed bewerkbaar zijn (bij bewerking niet breken, scheuren of verzwakken), goedkoop zijn, en de gewenste mechanische en chemische eigenschappen hebben (bestand tegen weer en wind, temperatuursverandering, UVresistent of eenvoudig behandelbaar daartoe, sterk, licht).

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm heeft de verankeringsplug een volume van hoogstens 10 cm³, bij voorkeur hoogstens 8 cm³, bij verdere voorkeur van ongeveer 6 cm3. Hierbij wordt gestreefd naar een minimaal volume, gekoppeld aan een maximale sterkte, zeker voor de verankeringsplaat.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bedraagt de verhouding van het materieel volume van de verankeringsplug ten opzichte van het volume van het convex omhulsel van de verankeringsplug maximaal 0.40, bij voorkeur maximaal 0.35, bij verdere voorkeur maximaal 0.325.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm bedraagt de minimale wanddikte van de verankeringsplug ongeveer 1.0 mm, en de maximale wanddikte 0.3 mm. Enkel de

BE2018/5656 verankeringsplaat heeft bij voorkeur een grotere dikte, namelijk tot ongeveer 1.0 cm, en bij verdere voorkeur tot 0.75 cm of 0.5 cm.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELD

De Figuren geven een mogelijke uitvoeringsvorm van de verankeringsplug weer, geschikt voor verankering in een opencellige structuur met balkvormige cellen. De plug (100) omvat een verankeringsplaat (101) die essentieel vierkant is aan de bovenzijde, van waaruit armen (102) zich uitstrekken aan de hoeken van de verankeringsplaat, op die manier uitsparingen (103) vormend aan de zijden van de verankeringsplaat (101). Aan de onderzijde van de verankeringsplaat (101) strekken zich (in dit geval 4) benen (104) uit weg van de onderzijde, aan de armen (102) of de hoeken van de verankeringsplaat (101). Deze benen (104) strekken zich substantieel loodrecht op de verankeringsplaat (101) uit, waarbij de benen (104) aan de buitenzijde licht inwaarts gericht zijn naar het centrum van de plug (100), zoals ook te zien is in de gedetailleerde zijdelingse figuren. De armen steken substantieel uit ten opzichte van de onderliggende structuur van de plug, en is op die manier voorzien van een uitsparing (118) onder de uitstekende armen, en vormen op deze manier uitkragende, superieure verankeringselementen (105). In de centrale zone gedefinieerd door de benen (104) bevindt zich een holle ruimte, zoals aangegeven om watercapaciteit te maximaliseren, en de plugs zo licht en compact mogelijk te houden.

De benen (104) omvatten een centrale as (107), met aan weerszijden flanken (106) die zich uitstrekken vanaf de centrale as (107). De flanken (106) van aanpalende benen (104) lopen in elkaar over, en verbinden de benen (104) met aldus gevormde verbindingsstroken (108) over een gedeelte van de hoogte (ongeveer 60% van de lengte van de benen vanaf de onderzijde van de verankeringsplaat). De verbindingsstroken hebben in dit geval nog een verdere uitsparing (hoewel niet noodzakelijk) tussen de armen (102) van de verankeringsplaat (101). Op een voorafbepaalde (tweede) hoogte, onder de onderzijde van de superieure verankeringselementen (105), bevinden zich, ongeveer in het midden van de verbindingsstroken (108) tussen aanpalende benen (104), inferieure verankeringselementen (109). Deze omvatten onder meer een wigvormig gedeelte (110) dat naar beneden gericht is, en zo, door de lichte vervormbaarheid van de verbindingsstrook (108), toelaat om de inferieure verankeringselementen (109)

BE2018/5656 voorbij kleinere 'obstakels' te duwen. Aan de bovenzijde zijn de inferieure verankeringselementen (109) voorzien van een vlakke zijde, essentieel horizontaal met de verankeringsplaat (101), die ervoor zorgt dat de inferieure verankeringselementen (109) niet meer terug kunnen voorbij een obstakel gaan (tenzij bij grote vervorming van de verbindingsstroken, waarvoor een bewuste actie zou nodig zijn van de gebruiker).

Claims

1. Verankeringsplug geschikt voor het verankeren in veelhoekige openingen van een drainagesteunplaat, de verankeringsplug omvattende:

a. een substantieel vlakke verankeringsplaat;

waarbij de eerste hoogte verschillend is aan de tweede hoogte, en waarbij de inferieure verankeringselementen snap-fit protrusies zijn georiënteerd voor het begrenzen van beweging van de verankeringsplug loodrecht op de verankeringsplaat en opwaarts gericht van de bovenzijde weg, en waarbij de superieure verankeringselementen protrusies zijn dewelke lateraal uitsteken van de verankeringsplaat voor het begrenzen van beweging van de verankeringsplug loodrecht op de verankeringsplaat en neerwaarts gericht van de onderzijde van de verankeringsplaat weg;

waarbij de verankeringsplug van vier benen voorzien is dewelke zich uitstrekken vanaf de verankeringsplaat op vier posities die ofwel allen vertices van een vierkant ofwel allen middelpunten van een zijde van een vierkant definiëren, waarbij de verankeringsplaat van minstens vier superieure verankeringselementen voorzien is, dewelke zich in het vlak van de verankeringsplaat uitstrekken in vier onderling verschillende richtingen dewelke ofwel tegengesteld zijn aan elkaar ofwel loodrecht staan ten opzichte van elkaar, en waarbij de superieure verankeringselementen zich uitstrekken buiten het genoemde vierkant;

en waarbij minstens één van de inferieure verankeringselementen zich buiten het genoemde vierkant uitstrekt langs elk van de zijden van het genoemde vierkant.

BE2018/5656

2. Verankeringsplug volgens de voorgaande conclusie 1, waarbij minstens één van de superieure verankeringselementen zich buiten het genoemde vierkant uitstrekt aan elk van de vertices van het genoemde vierkant en/ of langs elk van de zijden van het genoemde vierkant.

3. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 2, waarbij de inferieure verankeringselementen een wigvorm hebben, waarbij de inferieure verankeringselementen met de scherpe kant neerwaarts gericht zijn.

4. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 3, waarbij de inferieure verankeringselementen gepositioneerd zijn op dunne verbindingsstroken tussen elk aanpalend koppel van de benen.

5. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij de verbindingsstroken elastisch vervormbaar zijn naar een centrale as door de verankeringsplaat toe.

6. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij de verankeringsplaat zijdelingse uitsparingen heeft ter hoogte van de verbindingsstroken, waarbij de uitsparingen een opening vormen naar een holle ruimte onder de verankeringsplaat en tussen de benen.

7. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij de verankeringsplaat een dikte heeft van minstens 2.0 mm, bij voorkeur minstens 3.0 mm, bij verdere minstens voorkeur 4.0 mm, en/of waarbij de verankeringsplaat een dikte heeft van hoogstens 10.0 mm, bij voorkeur een dikte heeft van hoogstens 8.0 mm, bij verdere voorkeur hoogstens 6.0 mm; en waarbij de verankeringsplaat bij hoogste voorkeur een dikte heeft van ongeveer 5 mm.

8. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij de benen elk een langwerpige centrale as omvatten en twee zich essentieel aan weerszijden van de centrale as uitstrekkende flanken, dewelke zich uitstrekken over de lengte van de centrale as.

BE2018/5656

9. Verankeringsplug volgens de voorgaande conclusie 7, waarbij de flanken van aanpalende benen minstens geconnecteerd zijn door verbindingsstroken over minstens een gedeelte van de lengte van de benen.

10. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij het convexe omhulsel gedefinieerd door de benen essentieel leeg is.

11. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 10, waarbij tussen de benen een verbindingsstrook voorzien is, dewelke zich uitstrekt vanaf een positie ongeveer ter hoogte van de onderzijde van de verankeringsplaat tot over 30% tot 80% van de lengte van de benen, bij voorkeur ongeveer 60% van de lengte van de benen.

12. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarbij de verankeringsplug een totale hoogte heeft omvat tussen 1.5 cm en 7.5 cm, bij voorkeur tussen 2.0 cm en 5.0 cm, bij verdere voorkeur tussen 2.5 cm en 4.0 cm, bij nog verdere voorkeur tussen 2.75 cm en 3.25 cm, en bij hoogste voorkeur ongeveer 2.8 cm.

13. Verankeringsplug volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 12, waarbij de verankeringsplug polyamide (PA) omvat, bij voorkeur nylon, bij verdere voorkeur nylon 6 (PA6).