BE1026451B1 - Synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl - Google Patents

Synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl Download PDF

Info

Publication number
BE1026451B1
BE1026451B1 BE20185461A BE201805461A BE1026451B1 BE 1026451 B1 BE1026451 B1 BE 1026451B1 BE 20185461 A BE20185461 A BE 20185461A BE 201805461 A BE201805461 A BE 201805461A BE 1026451 B1 BE1026451 B1 BE 1026451B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
metobromuron
herbicide composition
herbicide
ethyl
plant growth
Prior art date
Application number
BE20185461A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026451A1 (nl
Inventor
Vincenzo Scudiero
Goedele Digneffe
Johan Desnouck
Original Assignee
Belchim Crop Prot N V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Belchim Crop Prot N V filed Critical Belchim Crop Prot N V
Priority to BE20185461A priority Critical patent/BE1026451B1/nl
Publication of BE1026451A1 publication Critical patent/BE1026451A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026451B1 publication Critical patent/BE1026451B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N47/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom not being member of a ring and having no bond to a carbon or hydrogen atom, e.g. derivatives of carbonic acid
    • A01N47/08Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic compounds containing a carbon atom not being member of a ring and having no bond to a carbon or hydrogen atom, e.g. derivatives of carbonic acid the carbon atom having one or more single bonds to nitrogen atoms
    • A01N47/28Ureas or thioureas containing the groups >N—CO—N< or >N—CS—N<
    • A01N47/30Derivatives containing the group >N—CO—N aryl or >N—CS—N—aryl

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende als bestanddeel (A) een herbicidewerkzame hoeveelheid metobromuron en als bestanddeel (B) pyraflufen-ethyl, waarbij een gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik tot 1000:1 ligt. De uitvinding heeft verder betrekking op een kit omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl en een gebruik van een herbicidesamenstelling volgens de uitvinding in een hoeveelheid die doeltreffend is voor het controleren van een of meer typen ongewenste plantengroei door middel van het toepassen van de herbicidesamenstelling op de ongewenste plantengroei en/of een leefgebied daarvan.

Description

SYNERGETISCH WERKZAME HERBICIDESAMENSTELLING OMVATTENDE METOBROMURON EN PYRAFLUFEN-ETHYL
TECHNISCH VELD
De uitvinding heeft betrekking op een synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl, op een kit omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl en op een gebruik van een herbicidesamenstelling volgens de uitvinding voor het controleren van een of meer typen ongewenste plantengroei.
ACHTERGROND
In de stand der techniek is de toepassing van metobromuron als herbicide bekend. De herbicidewerking van metobromuronherbiciden tegen ongewenste plantengroei is reeds op een hoog niveau, maar hangt over het algemeen af van de dosering, de respectieve bereidingsvorm, de respectieve te controleren ongewenste plantengroei of het spectrum aan ongewenste plantengroei, de klimaat- en bodemomstandigheden enzovoort. Derhalve is er vaak een behoefte aan gerichte synergetische activiteit tegen specifieke soorten ongewenste plantengroei, bestrijding van ongewenste plantengroei met betere algehele selectiviteit, over het algemeen kleinere gebruikte hoeveelheden werkzame verbindingen voor even goede bestrijdingsresultaten en voor een verminderde toevoer van werkzame verbindingen in het milieu om bijvoorbeeld uitspoel- en overdrachtseffecten te vermijden. Echter, bij het gecombineerde gebruik van een veelvoud aan werkzame verbindingen zijn er vaak verschijnselen van chemische, fysische of biologische onverenigbaarheid, bijvoorbeeld ontleding van een werkzame verbinding of antagonisme in de biologische activiteit van de werkzame verbindingen.
De onderhavige uitvinding is gericht op het oplossen van ten minste enkele van de hierboven genoemde problemen. Verder is het een doel van de onderhavige uitvinding om herbicidesamenstellingen te verschaffen als alternatief voor de stand der techniek, of als verbetering daarvan.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding verschaft een synergetisch werkzame herbicidesamenstelling volgens de aanhef van conclusie 1.
BE2018/5461
In de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding heeft metobromuron een onverwachte toename in herbicidewerking vertoond wanneer het met pyraflufen-ethyl werd gecombineerd. Deze toename in herbicidewerking wordt veroorzaakt door een synergetisch effect bij het combineren van metobromuron en pyraflufen-ethyl volgens een gewichtsverhouding volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding verschaft een kit volgens de aanhef van conclusie 5.
Een derde aspect van de onderhavige uitvinding verschaft een gebruik volgens de aanhef van conclusie 7.
UITGEBREIDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING
De vermelding van numerieke bereiken door middel van een of twee eindpunten bevat alle getallen en fracties die binnen dat bereik vallen, alsmede de een of twee vermelde eindpunten.
Het begrip 'ongewenste plantengroei', zoals het hierin wordt gebruikt, verwijst naar alle planten, zoals bijvoorbeeld grootbladig onkruid, onkruidgrassen of Cyperaceae, die groeien op plekken waar ze ongewenst zijn.
De begrippen 'ureumherbicide' en 'carbamideherbicide', zoals zij hierin worden gebruikt, zijn synoniem en omvatten selectieve herbiciden voor het controleren van ongewenste plantengroei behorend tot de C2-indeling volgens het Herbicide Resistance Action Committee (HRAC) (http://www.hracglobal.com).
Ureumherbiciden zijn ureumderivaten en behoren tot de klasse van de fotosysteem II-remmers. De klasse van ureumherbiciden bevat anisuron, buturon, chloorbromuron, chloortoluron, chloorxuron, difenoxuron, dimefuron, diuron, fenuron, fluometuron, isoproturon, linuron, methiouron, metobenzuron, metobromuron, metoxuron, monolinuron, monuron, neburon, parafluron, fenobenzuron, siduron, tetrafluron, thidiazuron en derivaten daarvan.
Zoals het hierin wordt gebruikt, verwijst het begrip 'fotosysteem Il-remmers' naar chemische verbindingen die een herbicidewerking hebben door het fotosyntheseproces op het niveau van het fotosysteem II in planten te remmen. In
BE2018/5461 het bijzonder remmen fotosysteem II-remmers de binding van chinon aan het D1eiwit van fotosysteem II, waardoor elektronen zich ophopen in chlorofylmoleculen en er een overmaat aan oxidatie plaatsvindt en waardoor de plant sterft. De klasse van stoffen van de fotosysteem II-remmers bevat onder meer triazinonherbiciden, ureumherbiciden, fenylcarbamaatherbiciden, triazolinonherbiciden, nitrilherbiciden, amideherbiciden, benzothiadiazinonherbiciden, fenylpyridazineherbiciden en derivaten daarvan.
Zoals het hierin wordt gebruikt, verwijst het begrip 'fenylpyrazolen' naar een of meer verbindingen gekozen uit de groep omvattende ethiprool, fipronil, flufiprool, pyrafluprool, pyriprool, fluazolaat, nipyraclofen, pinoxaden, pyraflufen en pyraflufenethyl.
Het begrip 'beschermstof', zoals het in deze tekst wordt gebruikt, dient te worden opgevat als een verbinding of een mengsel van verbindingen die of dat de fytotoxische eigenschappen van een herbicide ten aanzien van nuttige planten compenseert of vermindert zonder de herbicidewerking tegen ongewenste plantengroei wezenlijk te verminderen.
De herbicidewerking van herbiciden omvattende metobromuron of metobromuronherbiciden tegen ongewenste plantengroei (waaronder grootbladig onkruid, onkruidgrassen, Cyperaceae) is reeds op een hoog niveau, maar hangt over het algemeen af van de dosering, de respectieve bereidingsvorm, de respectieve te controleren ongewenste plantengroei of het spectrum aan ongewenste plantengroei, de klimaat- en bodemomstandigheden enzovoort. Verdere criteria in deze context zijn de werkingsduur, of de afbraaksnelheid, van het herbicide, de algemene verenigbaarheid met het gewas en de werkingssnelheid (snellere aanvang van werking), het activiteitsspectrum en gedrag ten opzichte van volggewassen (herbeplantingsproblemen) of de algemene flexibiliteit van toepassing (bestrijding van ongewenste plantengroei in de diverse groeistadia ervan). Indien van toepassing dient wellicht ook rekening te worden gehouden met veranderingen in de vatbaarheid van ongewenste plantengroei, die kunnen optreden bij langdurig gebruik van de herbiciden of in beperkte geografische gebieden (bestrijding van tolerante of resistente soorten ongewenste plantengroei). De compensatie van verliezen van werking in het geval van individuele planten van ongewenste plantengroei door de doseringen van de herbiciden te verhogen is slechts tot een bepaalde mate mogelijk, bijvoorbeeld omdat een dergelijke procedure de
BE2018/5461 selectiviteit van de herbiciden verlaagt of omdat de werking niet wordt verbeterd, zelfs bij het toepassen van hogere doseringen.
Derhalve is er vaak een behoefte aan gerichte synergetische activiteit tegen specifieke soorten van ongewenste plantengroei, bestrijding van ongewenste plantengroei met betere algehele selectiviteit, over het algemeen lagere gebruikte hoeveelheden werkzame verbindingen voor even goede bestrijdingsresultaten en voor een verminderde toevoer van werkzame verbindingen in het milieu om bijvoorbeeld uitspoel- en overdrachtseffecten te vermijden. Er is ook een behoefte aan de bestrijding van soorten die tot nu toe niet bestreden werden (hiaten) en voor de bestrijding van soorten die tolerant of resistent zijn voor individuele herbiciden of voor een aantal herbiciden. Er is ook een behoefte aan het ontwikkelen van eenmalig toepassingen om arbeidsintensieve meerdere toepassingen te vermijden, en ook aan het ontwikkelen van systemen voor het regelen van de werkingssnelheid, waar er naast een aanvankelijke snelle bestrijding van ongewenste plantengroei ook een langzame residuele bestrijding is.
Een mogelijke oplossing voor de hierboven genoemde problemen kan zijn om gecombineerde herbicidesamenstellingen te verschaffen, dat wil zeggen combinaties van een veelvoud aan herbiciden en/of andere bestanddelen uit de groep van de agrochemisch werkzame verbindingen van een verschillend type en aan formuleringshulpstoffen en -additieven die gebruikelijk zijn in gewasbescherming en die bijdragen aan de gewenste aanvullende eigenschappen. Echter, bij het gecombineerde gebruik van een veelvoud aan werkzame verbindingen zijn er vaak verschijnselen van chemische, fysische of biologische onverenigbaarheid, bijvoorbeeld ontleding van een werkzame verbinding of antagonisme in de biologische activiteit van de werkzame verbindingen. Om deze redenen moeten mogelijk geschikte combinaties van werkzame verbindingen op een gerichte wijze gekozen en experimenteel op hun geschiktheid getest worden, aangezien het niet mogelijk is om op voorhand negatieve of positieve resultaten uit te sluiten.
Een eerste aspect van de onderhavige uitvinding verschaft een synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende als bestanddeel (A) een herbicidewerkzame hoeveelheid metobromuron en als bestanddeel (B) pyraflufenethyl, waarbij een gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik tot 1000:1, met grotere voorkeur tot 900:1, met grotere voorkeur tot 800:1, met grotere voorkeur tot 700:1, met grotere voorkeur tot 600:1, met grotere voorkeur tot 500:1, met nog grotere voorkeur tot 400:1 en met nog grotere voorkeur tot
BE2018/5461
350:1 ligt. In een voorkeursuitvoeringsvorm ligt de gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik tot 300:1, met grotere voorkeur tot 299:1, met nog grotere voorkeur tot 290:1 en met nog grotere voorkeur tot 280:1. In een voorkeursuitvoeringsvorm ligt de gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik van 10:1 tot 270:1, met grotere voorkeur van 30:1 tot 200:1, met nog grotere voorkeur van 60:1 tot 130:1, met nog grotere voorkeur van 70:1 tot 120:1, met nog grotere voorkeur van 80:1 tot 110:1 en met grootste voorkeur van 90:1 tot 100:1.
In de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding heeft metobromuron een onverwachte toename in herbicidewerking vertoond wanneer het met pyraflufen-ethyl werd gecombineerd. Deze toename in herbicidewerking wordt veroorzaakt door een synergetisch effect bij het combineren van metobromuron en pyraflufen-ethyl volgens genoemde gewichtsverhouding. Metobromuron en pyraflufen-ethyl interageren op een bijzonder gunstige wijze met elkaar, bijvoorbeeld wanneer zij worden gebruikt voor het controleren van ongewenste plantengroei bij gezaaide en/of geplante gewassen, grasvelden/gazons, in fruitplantages (plantagegewassen) of gebieden zonder gewassen (bijv. pleinen in woonwijken of industriële locaties, spoorwegen). Verrassenderwijs is de activiteit van de combinatie volgens de uitvinding van twee werkzame verbindingen bij gebruik tegen ongewenste plantengroei hoger dan de activiteiten van de individuele bestanddelen. Er bestaat dus een waar synergetisch effect dat niet kon worden voorspeld, niet slechts een aanvulling van werking (additief effect). Voor het controleren van ongewenste plantengroei is het in het bijzonder gunstig om de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding in verdunde vorm in water toe te passen.
Metobromuron (IUPAC-naam: 3-(4-broomfenyl)-1-methoxy-1-methylureum) is een chemische verbinding uit de groep van fenylurea en kan ook ingedeeld worden als een lid van de ureumherbiciden of carbamideherbiciden, en behoort tot de klasse van de fotosysteem II-remmers. Metobromuron kan worden verkregen uit pbroomaniline en fosgeen. Het product daarvan reageert verder met N, Odimethylhydroxylamine om het eindproduct te verkrijgen. Metobromuron kan als een vooropkomstherbicide worden gebruikt bij aardappel-, tabaks-, tomaat-, gewone boon-, veldsla-, sojaboon- en zonnebloemgewassen. Daarnaast heeft metobromuron een effect na opkomst en kan derhalve ook als na-opkomstherbicide worden gebruikt.
BE2018/5461 Pyraflufen-ethyl (IUPAC-naam: ethyl-2-chloor-5-(4-chloor-5-difluormethoxy-1methylpyrazool-3-yl)-4-fluorfenoxyacetaat) is een chemische verbinding uit de groep van fenylpyrazolen. Pyraflufen-ethyl kan worden verkregen uit 5(ethoxycarbonylmethoxy)benzoylacetaat door middel van cyclocondensatie met methylhydrazine tot 3-aryl-5-hydroxypyrazool, dat in het eindproduct wordt omgezet door middel van O-difluormethylering en chlorering met fosforpentachloride.
Pyraflufen-ethyl is een kleurloze, geurloze vaste stof. Het is stabiel en zuur, maar hydrolyseert onder neutrale omstandigheden langzaam en onder basische omstandigheden snel. Het wordt afgeleid als de ethylester van pyraflufen. Pyraflufen-ethyl wordt gebruikt als een werkzaam ingrediënt in gewasbeschermingsproducten. Pyraflufen-ethyl kan als een na-opkomstherbicide worden gebruikt, maar heeft ook een vooropkomsteffect. Het kan gebruikt worden als ontbladeringsmiddel voor katoen en aardappelen en voor het controleren van bepaald grootbladig onkruid bij katoen, mais, sojabonen, tarwe en in nietlandbouwgebieden. Het werkt door protoporfyrinogeen-IX-oxidase te remmen en daarmee schade aan celmembranen te veroorzaken.
Het synergetisch effect van metobromuron en pyraflufen-ethyl kan worden waargenomen bijvoorbeeld in het geval van een voorgemengde toepassing, bijvoorbeeld als gebruiksklare (RTU, 'ready-to-use') formulering, formulering in de vorm van een emulgeerbaar concentraat (EC), micro-emulgeerbaar concentraat, formulering in de vorm van een oliedispersie (OD), formulering in de vorm van een bevochtigbaar poeder (WP, 'wettable powder'), in water dispergeerbaar granulaat (WG), formulering in de vorm van een wateroplosbaar granulaat (SG, 'soluble granule'), en in het geval van een coformulering of als een tankmengsel. Het kan echter ook worden waargenomen wanneer de werkzame verbindingen op verschillende tijdstippen worden toegepast (tijdelijk vertraagde toepassing) (verpakt als bijvoorbeeld combipakket of enkelvoudige dosissen). Het is ook mogelijk om de herbiciden of de herbicidesamenstelling toe te passen in een veelvoud aan porties (sequentiële toepassing), bijvoorbeeld na-opkomsttoepassingen of vroege naopkomsttoepassingen gevolgd door middellange of late na-opkomsttoepassingen. Als metobromuron en pyraflufen-ethyl worden toegepast als een tankmengsel, moet worden verzekerd dat een verkregen sproeivloeistof betrekkelijk snel na de bereiding wordt toegepast.
In een voorkeurs uitvoeringsvorm omvat de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding verder een of meer aanvullende
BE2018/5461 bestanddelen gekozen uit de groep omvattende andere pesticiden zoals herbiciden, insecticiden, fungiciden of andere werkzame pesticide-ingrediënten, beschermstoffen, antioxidanten, chemische stabilisatoren, kleefstoffen, meststoffen, geurstoffen, kleurstoffen, vloeibare dragers, vaste dragers, oppervlakteactieve middelen, kristallisatieremmers, viscositeit-aanpassende middelen, suspendeermiddelen, sproeidruppel-modificerende middelen, pigmenten, schuimmiddelen, lichtblokkerende middelen, compatibiliteitsmiddelen, antischuimmiddelen, sekwestreermiddelen, neutraliseermiddelen en buffers, bevochtigings- en dispergeermiddelen, conserveermiddelen, verdikkingsmiddelen, corrosieremmers, vriespuntverlagers, odoranten, verspreidingsmiddelen, doordringingshulpmiddelen, micronutriënten, verzachtende middelen, smeermiddelen, kleefmiddelen en bevochtigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld propyleenglycol. Volgens voorkeursuitvoeringsvormen kan de herbicidesamenstelling ook diverse agrochemisch werkzame verbindingen omvatten, bijvoorbeeld uit de groep van de acariciden, nematiciden, vogelwerende middelen en bodemstructuurverbeteraars.
In een voorkeursuitvoeringsvorm worden de een of meer aanvullende herbiciden gekozen uit de groep omvattende acetochloor, acifluorfen, aclonifen, acrolein, AKH7088, alachloor, alloxydim, ametryn, amicarbazon, amidosulfuron, amitrool, ammoniumsulfamaat, anilofos, asulam, atrazine, azafenidine, azimsulfuron, BAS 625 H, beflubutamid, benazoline, benfluraline, benfuresaat, bensulfuron-methyl, bensulide, bentazon, benzobicyclon, benzofenap, bifenox, bilanafos, bispyribacnatrium, borax, bromacil, bromobutide, bromoxynil, butachloor, butafenacil, butamifos, butraline, butroxydim, butylaat, cafenstrool, carbetamide, carfentrazonethyl, chloramben, chlorbromuron, chlorflurenol-methyl, chloridazon, chlorimuronethyl, chlooroazijnzuur, chloortoluron, chlorprofam, chloorsulfuron, chlorthaldimethyl, chloorthiamide, cinidon-ethyl, cinmethyline, cinosulfuron, clethodim, clodinafop-propargyl, clomazon, clomeprop, clopyralid, cloransulam-methyl, cumyluron, cyanazine, cycloaat, cyclosulfamuron, cycloxydim, cyhalofop-butyl, 2,4D, daimuron, dalapon, dazomet, 2,4-DB, desmedifam, dicamba, dichlobenil, dichloorprop, dichloorprop-P, diclofop-methyl, diclosulam, difenzoquat methylsulfaat, diflufenican, diflufenzopyr, dimefuron, dimepiperaat, dimethachloor, dimethametryn, dimethenamide, dimethipine, dimethylarsinezuur, dinitramine, dinoterb, difenamide, diquat dibromide, dithiopyr, diuron, DNOC, endothal, EPTC, esprocarb, ethalfluraline, ethametsulfuron-methyl, ethofumesaat, ethoxysulfuron, etobenzanide, fenoxaprop-P-ethyl, fentrazamide, fenuron, ijzer(II)sulfate, flampropM, flazasulfuron, florasulam, fluazifop-butyl, fluazifop-P-butyl, fluazolaat,
BE2018/5461 flucarbazon-natrium, fluchloraline, flufenacet, flumetsulam, flumiclorac-pentyl, flumioxazine, fluometuron, fluoroglycofen-ethyl, flupropanaat, flupyrsulfuronmethyl-natrium, flurenol, fluridon, flurochloridon, fluroxypyr, flurtamon, fluthiacetmethyl, fomesafen, fosamine, glufosinaat-ammonium, glyfosaat, halosulfuronmethyl, haloxyfop, HC-252, hexazinon, imazamethabenz-methyl, imazamox, imazapic, imazapyr, imazaquin, imazethapyr, imazosulfuron, indanofan, iodosulfuron-methyl-natrium, ioxynil, isoproturon, isouron, isoxaben, isoxaflutol, lactofen, lenacil, linuron, MCPA, MCPA-thio-ethyl, MCPB, mecoprop, mecoprop-P, mefenacet, mefluidide, mesotrion, metam, metamitron, metazachlor, methabenzthiazuron, methylarsonzuur, methyldymron, methylisothiocyanaat, metobenzuron, metolachloor, S-metolachloor, metosulam, metoxuron, metribuzine, metsulfuron-methyl, MK-616, MKH 6561, molinaat, monolinuron, naproanilide, napropamide, naptalam, neburon, nicosulfuron, nonaanzuur, norflurazon, oliezuur (vetzuren), orbencarb, oryzaline, oxadiargyl, oxadiazon, oxasulfuron, oxaziclomefon, oxyfluorfen, paraquat dichloride, pebulaat, pelargonzuur, pendimethaline, pentachloorfenol, pentanochloor, pentoxazon, aardoliën, fenmedifam, picloram, picolinafen, piperofos, pretilachloor, primisulfuron-methyl, prodiamine, prometon, prometryn, propachloor, propanil, propaquizafop, propazine, profam, propisochloor, propyzamide, prosulfocarb, prosulfuron, pyrazolynaat, pyrazosulfuron-ethyl, pyrazoxyfen, pyribenzoxim, pyributicarb, pyridaat, pyriminobac-methyl, pyrithiobac-natrium, quinclorac, quinmerac, quinoclamine, quizalofop, quizalofop-P, rimsulfuron, sethoxydim, siduron, simazine, simetryn, natriumchloraat, sulcotrion, sulfentrazon, sulfometuron-methyl, sulfosulfuron, zwavelzuur, teeroliën, 2,3,6-TBA, TCA-natrium, tebutam, tebuthiuron, tepraloxydim, terbacil, terbumeton, terbuthylazine, terbutryn, thenylchloor, thiazopyr, thifensulfuron-methyl, thiobencarb, tiocarbazil, tralkoxydim, tri-allaat, triasulfuron, triaziflam, tribenuron-methyl, triclopyr, trietazine, trifluraline, triflusulfuron-methyl en vernolaat.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de een of meer aanvullende insecticiden gekozen uit de groep omvattende 5-(2-chloorpyrid-5-ylmethyl)-3-methyl-4-nitroiminoperhydro-1,3,5-oxadiazine, 5-(2-chloorthiazool-5-ylmethyl)-3-methyl-4-nitroiminoperhydro-1,3,5-oxadiazine, 3-methyl-4-nitro-imino-5-(1-oxido-3pyridinomethyl)perhydro-1,3,5-oxadiazine, 5-(2-chloor-1-oxido-5-pyridiniomethyl)-
3-methyl-4-nitro-iminoperhydro-1,3,5-oxidiazine, 3-methyl-5-(2-methylpyrid-5ylmethyl)-4-nitro-iminoperhydro-1,3,5-oxadiazine, thiamethoxam (CAS-nr. 153719-23-4), acetamiprid ((E)-N-[(6-chloor-3-pyridinyl)methyl]-N'-cyano-Nmethyleenimidamide, CAS-nr. 135410-20-7), imidacloprid (1-[(6-chloor-3
BE2018/5461 pyridinyl)methyl]-N-nitro-2-imidazolidinimime, CAS-nr. 138261-41-3), nitenpyram (N-[(6-chloor-3-pyridinyl)methyl]-N-ethyl-N'-methyl-2-nitro-1,1-etheendiamine, CAS-nr. 120738-89-8), clothianidine (TI-435; N-[(2-chloor-5-thiazoyl)methyl]-N'methyl-N-nitro-[C(E)]-(9Cl)-guanidine, CAS-nr. 210880-92-5), dinotefuran (Nmethyl-N'-nitro-N-[(tetrahydro-3-furanyl)methyl)]guanidine, CAS-nr. 165252-700), acefaat (CAS-nr. 30560-19-1), chloorpyrifos (CAS-nr. 2921-88-2), chloorpyrifosmethyl (CAS-nr. 5598-13-0), diazinon (CAS-nr. 333-41-5), fenamifos (CAS-nr. 22224-92-6), malathion (CAS-nr. 121-75-5), aldicarb (CAS-nr. 116-06-3), carbaryl (CAS-nr. 63-25-2), carbofuran (CAS-nr. 1563-66-2), oxamyl (CAS-nr. 23135-22-0) en thiodicarb (CAS-nr. 59669-26-0).
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de een of meer aanvullende fungiciden gekozen uit de groep omvattende ademhalingsremmers gekozen uit de groep bestaande uit azoxystrobine, dimoxystrobine, enestroburine, fluoxastrobine, kresoxim-methyl, meto-minostrobine, orysastrobine, picoxystrobine, pyraclostrobine, pyrametostrobine, pyraoxystrobine, pyribencarb, trifloxystrobine, methyl(2-chloor-5-[1-(3-methylbenzyl-oxy-imino)-ethyl]benzyl)-carbamaat, 2-(2(3-(2,6-di-chloorfenyl)-1-methyl-allylideen-amino-oxy-methyl)-fenyl)-2methoxyimino-N-methyl-aceetamide, famoxadon, fenamidon, benodanil, bixafen, boscalid, carboxine, fenfuram, fenhexamid, fluopyram, flutolanil, furametpyr, isopyrazam, isotianil, mepronil, oxycarboxine, penflufen, penthiopyrad, sedaxaan, tecloftalam, thifluzamide, tiadinil, 2-amino-4-methyl-thiazool-5-carboxanilide, N(3',4',5'-tri-fluor-bifenyl-2 yl)-3-difluor-methyl-1-methyl-1H-pyrazool-4carboxamide, N-(4'-trifluormethyl-thiobifenyl-2-yl)-3-difluormethyl-1-methyl-1Hpyrazool-4-carboxamide, N-(2-(1,3,3-trimethyl-butyl)-fenyl)-1,3-dimethyl-5-fluor1H-pyrazool-4-carboxamide, cyazofamid, amisulbrom, diflumetorim, binapacryl, dinobuton, dinocap, fluazinam, nitrthal-isopropyl, tecnazeen, ferimzon, fentinezouten, ametoctradine en silthiofam; sterolbiosyntheseremmers (SBIfungiciden) gekozen uit de groep bestaande uit azaconazool, bitertanol, bromuconazool, cyproconazool, difenoconazool, diniconazool, diniconazool-M, epoxiconazool, fenbuconazool, fluquinconazool, flusilazool, flutriafol, hexaconazool, imibenconazool, ipconazool, metconazool, myclobutanil, paclobutrazool, penconazool, propiconazool, prothioconazool, simeconazool, tebuconazool, tetraconazool, triadimefon, triadimenol, triticonazool, uniconazool, imazalil, pefurazoaat, oxpoconazool, prochloraz, triflumizool, fenarimol, nuarimol, pyrifenox, triforine, aldimorf, dodemorf, dodemorf-acetaat, fenpropimorf, tridemorf, fenpropidine, piperaline, spiroxamine, fenhexamid, benalaxyl, benalaxyl-M, kiralaxyl, metalaxyl, metalaxyl-M (mefenoxam), ofurace, oxadixyl, hymexazol,
BE2018/5461 octhilinon, oxolinezuur, bupirimaat, benomyl, carbendazim, fuberidazool, thiabendazool, thiofanaat-methyl, 5-chloor-7-(4-methyl-piperidine-1-yl)-6-(2,4,6trifluorfenyl)-[1,2,4]triazolo-[1,5a]-pyrimidine, diethofencarb, ethaboxam, pencycuron, fluopicolide, zoxamide, metrafenon, cyprodinil, mepanipyrim, nitrapyrin, pyrimethanil, blasticidine-S, kasugamycine, kasugamycinewaterstofchloride-hydraat, mildiomycine, streptomycine, oxytetracycline, polyoxine, validamycine A, fluoroimid, iprodion, procymidon, vinclozoline, fenpiclonil, fludioxonil, quinoxyfen, edifenfos, iprobenfos, pyrazofos, isoprothiolaan, dicloran, quintozeen, tecnazeen, tolclofos-methyl, bifenyl, chloroneb, etridiazool, dimethomorf, flumorf, mandiproamid, pyrimorf, benthiavalicarb, iprovalicarb, pyribencarb, valifenalaat, N-(1-(1-(4-cyanofenyl)-ethaansulfonyl)-but-2-yl)carbaminezuur-(4-fluorfenyl)ester, propamocarb, propamo-carb-waterstofchloride, Bordeaux-mengsel, koperacetaat, koperhydroxide, koperoxychloride, basisch kopersulfaat, zwavel, ferbam, mancozeb, maneb, metam, methasulfocarb, metiram, propineb, thiram, zineb, ziram, anilazine, chloorthalonil, captafol, captan, folpet, dichlofluanid, dichlorofeen, flusulfamide, hexachloorbenzeen, pentachloorfenol en zouten daarvan, ftalide, tolylfluanide, N-(4-chloor-2-nitro-fenyl)-N-ethyl-4-methylbenzeensulfonamide, guanidine, dodine, dodine vrije base, guazatine, guazatineacetaat, iminoctadine, iminoctadine-triacetaat, iminoctadine-tris(albesilaat), dithianon, validamycine, polyoxine B, pyroquilon, tricyclazool, carpropamide, dicyclomet, fenoxanil, acibenzolar-S-methyl, probenazool, isotianil, tiadinil, prohexadion-calcium, fosetyl, fosetyl-aluminium, fosforzuur en zouten daarvan, bronopol, chinomethionaat, cyflufenamid, cymoxanil, dazomet, debacarb, diclomezine, difenzoquat, difenzoquat-methylsulfaat, difenylamine, flumetover, flusulfamide, flutianil, methasulfocarb, oxine-koper, proquinazid, tebufloquin, tecloftalam, triazoxide, 2-butoxy-6-jood-3-propylchromeen-4-on, N-(cyclopropylmethoxyimino-(6-difluor-methoxy-2,3-difluor-fenyl)-methyl)-2fenylaceetamide, N'-(4-(4-chloor-3-trifluormethyl-fenoxy)-2,5-dimethyl-fenyl)-Nethyl-N-methylformamidine, N' (4-(4-fluor-3-trifluormethyl-fenoxy)-2,5-dimethylfenyl)-N-ethyl-N-methylformamidine, N'-(2-methyl-5-trifluormethyl-4-(3-trimethylsilanyl-propoxy)-fenyl)-N-ethyl-N-methylformamidine, N'-(5-difluormethyl-2 methyl-4-(3-tri-methylsilanyl-propoxy)-fenyl)-N-ethyl-N-methylformamidine, 2-{1[2-(5-methyl-3-trifluormethyl-pyrazool-1-yl)-acetyl]-piperidine-4-yl}-thiazool-4carbonzuur-methyl-(1,2,3,4-tetrahydro-naftaleen-1-yl)-amide, 2-{1-[2-(5-methyl3-trifluormethyl-pyrazool-1-yl)-acetyl]-piperidine-4-yl}-thiazool-4-carbonzuurmethyl-(R)-1,2,3,4-tetrahydro-naftaleen-1-yl-amide, methoxy-azijnzuur-6-tertbutyl-8-fluor-2,3-dimethyl-chinoline-4-yl-ester, N-methyl-2-{1-[(5-methyl-3trifluor-methyl-1H-pyrazool-1-yl)-acetyl]-piperidine-4-yl}-N-[(1R)-1,2,3,411
BE2018/5461 tetrahydro-naftaleen-1-yl]-4-thiazoolcarboxamide, 3-[5-(4-chloorfenyl)-2,3dimethyl-isoxazolidine-3 yl]-pyridine, 3-[5-(4-methyl-fenyl)-2,3-dimethylisoxazolidine-3-yl]-pyridine, 5-amino-2-isopropyl-3-oxo-4-ortho-tolyl-2,3-dihydropyrazool-1-carbo-thiozuur-S-allylester, N-(6-methoxy-pyridine-3yl)cyclopropaancarbonzuuramide, 5-chloor-1-(4,6-dimethoxy-pyrimidine-2-yl)-2methyl-1H-benzo-imidazool, 2-(4-chloorfenyl)-N-[4-(3,4-dimethoxyfenyl)isoxazool-5-yl]-2-prop-2-ynyloxy-aceetamide, abscisinezuur, amidochloor, ancymidol, 6-benzylaminopurine, brassinolide, butraline, chlormequat (chlormequat-chloride), cholinechloride, cyclanilide, daminozide, dikegulac, dimethipine, 2,6-dimethylpuridine, ethefon, flumetraline, flurprimidol, fluthiacet, forchlorfenuron, gibberellinezuur, inabenfide, indool-3-azijnzuur, maleïnehydrazide, mefluidide, mepiquat (mepiquat-chloride), naftaleenazijnzuur, N-6-benzyladenine, paclobutrazol, prohexadion (prohexadion-calcium), prohydrojasmon, thidiazuron, triapenthenol, tributylfosfortrithioaat, 2,3,5-tri-joodbenzoëzuur, trinexapac-ethyl en uniconazool, en antischimmelmiddelen voor biologische bestrijding.
Hoewel samenstellingen omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl volgens het eerste aspect van de uitvinding en ook een of meer aanvullende pesticiden zoals herbiciden, insecticiden, fungiciden of andere werkzame pesticide-ingrediënten hierboven zijn beschreven, zal de deskundige op het vakgebied inzien dat de uitvinding verdere meervoudige combinaties omvat die bovengenoemde mengsels omvatten. Om twijfel te voorkomen, zelfs als het hier niet uitdrukkelijk is vermeld, kunnen mengpartners ook in de vorm van eender welk(e) geschikt(e) agrochemisch aanvaardbaar ester of zout zijn, zoals vermeld in bijvoorbeeld The Pesticide Manual, dertiende editie, British Crop Protection Council, 2003.
Geschikte landbouwkundige adjuvanten en dragers die bruikbaar zijn bij het formuleren van de samenstellingen van de uitvinding in de hierboven beschreven formuleringstypen zijn bekend bij de deskundige op het vakgebied. Geschikte voorbeelden van de verschillende klassen zijn te vinden in de niet-beperkende lijst hieronder.
Vloeibare dragers die gebruikt kunnen worden zijn onder meer water en een of meer oplosmiddelen gekozen uit de groep omvattende tolueen, xyleen, aardolienafta, pdi-ethylbenzeen, isopropylbenzeen, m-xyleen, o-xyleen, p-xyleen; cyclohexaan, hexadecaan, iso-octaan, n-hexaan; paraffineolie, minerale olie, gewasolie; chloorbenzeen, 1,2-dichloorpropaan, 1,1,-trichloorethaan, methyleenchloride, trichloorethyleen, perchloorethyleen; alfa-pineen, d-limoneen; melkzuur en
BE2018/5461 esterderivaten, zoals methyllactaat, ethyllactaat, butyllactaat, 2-ethylhexyllactaat; octadecaanzuur, oliezuur, propionzuur, xyleensulfonzuur en estervormen daarvan; cyclohexanol, diacetonalcohol, di-ethyleenglycol, dipropyleenglycol, 2-ethylhexanol, ethyleenglycol, fenol, polyethyleenglycol (PEG400), propyleenglycol, triethyleenglycol, methanol, ethanol, isopropanol en alcoholen met hoger molecuulgewicht zoals amylalcohol, tetrahydrofurfurylalcohol, hexanol, octanol, ethyleenglycol, propyleenglycol, glycerol, benzylalcohol; aceton, methylethylketon, cyclohexanon, acetofenon, 2-butanon, 2-heptanon, gamma-butyrolacton, glycerol, isoforon, mesityloxide, methylisoamylketon, methylisobutylketon; diethyleenglycolbutylether, di-ethyleenglycolethylether, 1,4-dioxaan, dipropyleenglycolmethylether, propyleenglycolethers (diproxitol), ethyleenglycolbutylether, ethyleenglycolmethylether, methoxypropanol, propyleenglycolmonomethylether; alkylacetaten zoals ethylacetaat, propylacetaat, n-butylacetaat, amylacetaat, isoamylacetaat, isobornylacetaat, octylamineacetaat, glycerolmonoacetaat, glyceroldiacetaat, glyceroltriacetaat, 2-ethylhexylstearaat, methyloleaat, n-butyloleaat, isopropylmyristaat, methyllauraat, methyloctanoaat, di-ethyleenglycolabiëtaat, dipropyleenglycoldibenzoaat, propyleneglycoldioleaat, dioctylsuccinaat, di-butyladipaat, di-octylftalaat, tri-ethylfosfaat, dibasische esters (dimethylglutaraat + dimethylsuccinaat + dimethyladipaat), butylbenzoaat; ethyleencarbonaat, propyleencarbonaat en butyleencarbonaat; di-ethanolamine, laurylamine, n-octylamine, oleylamine; N,N-dimethylalkylamiden zoals N,Ndimethylformamide, N,N-dimethylaceetamide, N,N-dimethyloctaan/decaanamide, N,N-dimethyldecaanamide, N,N-dimethyldodecaanamide, dimethyllactamide; methyl-5-(dimethylamino)-4-methyl-5-oxopentanoaat; alkylpyrrolidinonen, zoals N-methyl-2-pyrrolidinon, N-ethyl-2-pyrrolidinon; dimethylsulfoxide; acetonitril; azijnzuuranhydride; en dergelijke, sojaboonolie, koolzaadolie, zonnebloemzaadolie, maisolie, katoenzaadolie, lijnzaadolie, saffloerolie, olijfolie, pindaolie, ricinusolie, palmolie, kokosolie, sesamolie, tungolie en dergelijke; esters van bovenstaande plantaardige oliën, en dergelijke. Water is in het algemeen de voorkeurdragende drager voor de verdunning van concentraten.
Geschikte vaste dragers zijn onder meer talk, titaandioxide, pyrofyllietklei, silica, kaolienklei, attapulgietklei, kiezelgoer, krijt, diatomeeënaarde, kalk, montmorillonietklei, kalk, calciumcarbonaat, bentonietklei, bleekaarde, katoenzaadschillen, tarwemeel, sojaboonmeel, puimsteen, houtmeel, walnootschillenmeel, lignine, cellulose en dergelijke.
BE2018/5461
Een breed scala aan oppervlakteactieve middelen wordt voordeligerwijs gebruikt in zowel vloeibare als vaste samenstellingen, met name die welke ontworpen zijn om voorafgaand aan toepassing te worden verdund met drager. Oppervlakteactieve middelen, ook bekend als surfactanten, zijn verbindingen die de oppervlaktespanning (of grensvlakspanning) tussen twee vloeistoffen of tussen een vloeistof en een vaste stof verlagen. Oppervlakteactieve middelen kunnen anionisch, kationisch, niet-ionisch of polymeer van aard zijn en kunnen fungeren als detergentia, bevochtigingsmiddelen, emulgatoren, schuimmiddelen en dispergeermiddelen. Veel organische verbindingen vertonen enige oppervlakteactieve eigenschappen, echter specifiek voor de doelen van de uitvinding kunnen niet-ionische oppervlakteactieve middelen gebruikt worden. De voornaamste daarvan zijn de vetalcoholen, zoals cetylalcohol, stearylalcohol en cetostearylalcohol (hoofdzakelijk bestaande uit cetyl- en stearylalcohol) en oleylalcohol; maar ook polyethyleenglycolalkylethers zoals octaethyleenglycolmonododecylether en pentaethyleenglycolmonododecylether; polypropyleenglycolalkylethers; polyethyleenglycol-polypropyleenglycolalkylethers; glucosidealkylethers zoals decylglucoside, laurylglucoside of octylglucoside; polyethyleenglycoloctylfenylethers; polyethyleenglycolnonylfenylethers; polyethyleenglycoltributylfenylethers; polyethyleenglycoltristyrylfenylethers; polyethyleenglycol-polypropyleenglycoltristyrylfenylethers; glycerolalkylesters zoals glyceryllauraat; polyoxyethyleenglycolsorbitaanalkylesters, zoals polysorbaten; sorbitaanalkylesters, zoals spans; cocamide MEA of DEA; dodecyldimethylamineoxide; blokcopolymeren van polyethyleenglycol en polypropyleenglycol, zoals poloxameren; gepolyethoxyleerde talgamine (POEA); ethoxylaten van plantaardige olie, zoals ricinusolie-ethoxylaten, koolzaadolieethoxylaten, sojaboonolie-ethoxylaten; en dergelijke, zouten van alkylsulfaten, zoals di-ethanolammoniumlaurylsulfaat; alkylarylsulfonaatzouten, zoals calciumdodecylbenzeensulfonaat; zepen, zoals natriumstearaat; alkylnaftaleensulfonaatzouten, zoals natriumdibutylnaftaleensulfonaat; dialkylesters van sulfosuccinaatzouten, zoals natrium-di-(2-ethylhexyl)sulfosuccinaat; zouten van mono- en dialkylfosfaatesters; quaternaire amines, zoals lauryltrimethylammoniumchloride en dergelijke.
De samenstellingen kunnen geformuleerd worden met vloeibare en vaste meststoffen, zoals deeltjesvormige meststoffen als ammoniumnitraat, ureum en dergelijke.
Het synergetisch effect maakt een verlaging van de doseringen van de individuele herbiciden metobromuron en pyraflufen-ethyl mogelijk, alsook een hogere en/of
BE2018/5461 langere werkzaamheid bij dezelfde dosering, de bestrijding van soorten die nog niet bestreden werden (hiaten), bestrijding van soorten die tolerant of resistent zijn tegen afzonderlijke herbiciden of voor een aantal herbiciden, een verlenging van de periode van toepassing en/of een verlaging van het vereiste aantal individuele toepassingen en - dientengevolge voor de gebruiker - economisch en ecologisch gunstigere systemen voor bestrijding van ongewenste plantengroei. In het bijzonder wordt de na-opkomstbestrijding van ongewenste plantengroei verbeterd door het combineren van pyraflufen-ethyl met metobromuron. Daarnaast wordt de vooropkomstbestrijding van ongewenste plantengroei verbeterd door het combineren van pyraflufen-ethyl met metobromuron.
Hoewel metobromuron bewezen heeft het efficiëntst te zijn in de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding, verschaffen alternatieve uitvoeringsvormen andere herbicidesamenstellingen die worden geformuleerd door het toepassen van ten minste één ander ureumherbicide naast of in plaats van metobromuron. Relatieve hoeveelheden van dergelijke ureumherbiciden ten opzichte van pyraflufen-ethyl, en/of alternatieve fenylpyrazolen, kunnen opgenomen worden in de hierboven beschreven bereiken, of kunnen binnen andere of bredere bereiken liggen. Het ten minste ene andere herbicidewerkzame ureumherbicide wordt bij voorkeur gekozen uit de groep omvattende anisuron, buturon, chloorbromuron, chloortoluron, chloorxuron, difenoxuron, dimefuron, diuron, fenuron, fluometuron, isoproturon, linuron, methiouron, metobenzuron, metoxuron, monolinuron, monuron, neburon, parafluron, fenobenzuron, siduron, tetrafluron, thidiazuron en derivaten daarvan.
Hoewel pyraflufen-ethyl bewezen heeft het efficiëntst te zijn in de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding, verschaffen alternatieve uitvoeringsvormen andere herbicidesamenstellingen die worden geformuleerd door het toepassen van ten minste één ander fenylpyrazool naast of in plaats van pyraflufen-ethyl. Relatieve hoeveelheden van dergelijke fenylpyrazolen ten opzichte van metobromuron, en/of alternatieve andere ureumherbiciden, kunnen opgenomen worden in de hierboven beschreven bereiken, of kunnen binnen andere of bredere bereiken liggen. Het ten minste ene andere fenylpyrazool wordt bij voorkeur gekozen uit de groep omvattende ethiprool, fipronil, flufiprool, pyrafluprool, pyriprool, fluazolaat, nipyraclofen, pinoxaden en pyraflufen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding tevens een of meer verbindingen die
BE2018/5461 werken om de verenigbaarheid met gewasplanten te verbeteren, gekozen uit de groep omvattende 4-dichlooracetyl-1-oxa-4-aza-spiro[4.5]-decaan (AD-67, MON4660), 1-dichloor-acetyl-hexahydro-3,3,8a-trimethylpyrrolo[1,2-a]-pyrimidine6(2H)-on (dicyclonon, BAS-145138), 4-dichlooracetyl-3,4-dihydro-3-methyl-2H-
1.4- benzoxazine (benoxacor), 1-methyl-hexyl-5-chloor-chinoline-8-oxy-acetaat (cloquintocet-mexyl — vergelijk ook aanverwante verbindingen in EP-A-86750, EPA-94349, EP-A-191736, EP-A-492366), 3-(2-chloor-benzyl)-1-(1-methyl-1-fenylethyl)-ureum (cumyluron), a-(cyanomethoximino)-fenylacetonitril (cyometrinil),
2.4- dichloor-fenoxyazijnzuur (2,4-D), 4-(2,4-dichloor-fenoxy)-boterzuur (2,4-DB),
1- (1-methyl-1-fenyl-ethyl)-3-(4-methyl-fenyl)-ureum (daimuron, dymron), 3,6dichloor-2-methoxy-benzoëzuur (dicamba), S-1-methyl-1-fenyl-ethylpiperidine-1thiocarboxylaat (dimepiperaat), 2,2-dichloor-N-(2-oxo-2-(2-propenylamino)-ethyl)N-(2-propenyl)-aceetamide (DKA-24), 2,2-dichloor-N,N-di-2-propenyl-aceetamide (dichlormid), 4,6-dichloor-2-fenyl-pyrimidine (fenclorim), ethyl-1-(2,4-dichloorfenyl)-5-trichloormethyl-1H-1,2,4-triazool-3-carboxylaat (fenchlorazool-ethyl — vergelijk ook aanverwante verbindingen in EP-A-174562 en EP-A-346620), fenylmethyl-2-chloor-4-trifluormethyl-thiazool-5-carboxylaat (flurazol), 4-chloor-N(1,3-dioxolaan-2-yl-methoxy)-a-trifluoracetofenonoxim (fluxofenim), 3dichlooracetyl-5-(2-furanyl)-2,2-dimethyl-oxazolidine (furilazol, MON-13900), ethyl-4,5-dihydro-5,5-difenyl-3-isoxazoolcarboxylaat (isoxadifen-ethyl — vergelijk ook aanverwante verbindingen in WO-A-95/07897), 1-(ethoxycarbonyl)-ethyl-3,6dichloor-2-methoxybenzoaat (lactidichlor), (4-chloor-o-tolyloxy)-azijnzuur (MCPA),
2- (4-chloor-o-tolyloxy)-propionzuur (mecoprop), di-ethyl-1-(2,4-dichloor-fenyl)-
4.5- dihydro-5-methyl-1H-pyrazool-3,5-dicarboxylaat (mefenpyr-diethyl — vergelijk ook aanverwante verbindingen in WO-A-91/07874), 2-dichloormethyl-2-methyl-1,3dioxolaan (MG-191), 2-propenyl-1-oxa-4-azaspiro[4.5]decaan-4-carbodithioaat (MG-838), 1,8-naftaalzuuranhydride, a-(1,3-dioxolaan-2-yl-methoximino)fenylacetonitril (oxabetrinil), 2,2-dichloor-N-(1,3-dioxolaan-2-yl-methyl)-N-(2propenyl)-aceetamide (PPG-1292), 3-dichlooracetyl-2,2-dimethyl-oxazolidine (R28725), 3-dichlooracetyl-2,2,5-trimethyl-oxazolidine (R-29148), 4-(4-chloor-otolyl)-boterzuur, 4-(4-chloor-fenoxy)-boterzuur, difenylmethoxyazijnzuur, methyldifenylmethoxyacetaat, ethyl-difenyl-methoxyacetaat, methyl-1-(2-chloor-fenyl)-5fenyl-1H-pyrazool-3-carboxylaat, ethyl-1-(2,4-dichloor-fenyl)-5-methyl-1Hpyrazool-3-carboxylaat, ethyl-1-(2,4-dichloor-fenyl)-5-isopropyl-1H-pyrazool-3carboxylaat, ethyl-1-(2,4-dichloor-fenyl)-5-(1,1-dimethyl-ethyl)-1H-pyrazool-3carboxylaat, ethyl-1-(2,4-dichloor-fenyl)-5-fenyl-1H-pyrazool-3-carboxylaat (vergelijk ook aanverwante verbindingen in EP-A-269806 en EP-A-333131), ethyl5-(2,4-dichloor-benzyl)-2-isoxazoline-3-carboxylaat, ethyl-5-fenyl-2-isoxazoline-3
BE2018/5461 carboxylaat, ethyl-5-(4-fluor-fenyl)-5-fenyl-2-isoxazoline-3-carboxylaat (vergelijk ook aanverwante verbindingen in WO-A-91/08202), 1,3-dimethyl-but-1-yl-5-chloorchinoline-8-oxy-acetaat, 4-allyloxy-butyl-5-chloor-chinoline-8-oxy-acetaat, 1allyloxy-prop-2-yl-5-chloor-chinoline-8-oxy-acetaat, methyl-5-chloor-chinoxaline8-oxy-acetaat, ethyl-5-chloor-chinoline-8-oxy-acetaat, allyl-5-chloor-chinoxaline-8oxy-acetaat, 2-oxo-prop-1-yl-5-chloor-chinoline-8-oxy-acetaat, di-ethyl-5-chloorchinoline-8-oxy-malonaat, diallyl-5-chloor-chinoxaline-8-oxy-malonaat, di-ethyl-5chloor-chinoline-8-oxy-malonaat (vergelijk ook aanverwante verbindingen in EP-A582198), 4-carboxy-chromaan-4-yl-azijnzuur (AC-304415, vergelijk EP-A-613618),
4-chloor-fenoxy-azijnzuur, 3,3'-dimethyl-4-methoxy-benzofenon, 1-broom-4chloormethylsulfonyl-benzeen, 1-[4-(N-2-methoxybenzoylsulfamoyl)-fenyl]-3methyl-ureum (ook bekend als N-(2-methoxy-benzoyl)-4-[(methylamino-carbonyl)amino]-benzeensulfonamide), 1-[4-(N-2-methoxybenzoylsulfamoyl)-fenyl]-3,3dimethyl-ureum, 1-[4-(N-4,5-dimethylbenzoylsulfamoyl)-fenyl]-3-methyl-ureum, 1-[4-(N-naftylsulfamoyl)-fenyl]-3,3-dimethyl-ureum en N-(2-methoxy-5-methylbenzoyl)-4-(cyclopropylaminocarbonyl)-benzeensulfonamide.
In een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding verschaft als een tankmengsel, waarbij metobromuron en pyraflufen-ethyl voorafgaand aan gebruik gecombineerd dienen te worden, waarbij het metobromuron aanwezig is in een concentratie van 1,5 tot 35 g/l water, met grotere voorkeur van 2,3 tot 20 g/l water en met nog grotere voorkeur van 3 tot 6 g/l water, en waarbij het pyraflufen-ethyl aanwezig is in een concentratie van 0,01 tot 0,35 g/l water, met grotere voorkeur van 0,02 tot 0,22 g/l water en met nog grotere voorkeur van 0,03 tot 0,06 g/l water. Bij voorkeur worden de concentratiebereiken van metobromuron bereid door middel van het mengen van een suspensieconcentraat van metobromuron met water. Bij voorkeur worden de concentratiebereiken van pyraflufen-ethyl bereid door middel van het mengen van een emulgeerbaar concentraat van pyraflufen-ethyl met water.
Een tweede aspect van de onderhavige uitvinding verschaft een kit omvattende een of meer ruimtelijk gescheiden bestanddelen voor gebruik als een herbicidesamenstelling, omvattende als bestanddeel (A) een herbicidewerkzame hoeveelheid metobromuron en als bestanddeel (B) pyraflufen-ethyl, welke bestanddelen voor gelijktijdig, afzonderlijk of achtereenvolgend gebruik zijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de onderhavige uitvinding een kit volgens het tweede aspect van de uitvinding, omvattende een of meer ruimtelijk
BE2018/5461 gescheiden bestanddelen volgens de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding.
Een kit volgens uitvoeringsvormen van het tweede aspect van de onderhavige uitvinding maakt het controleren van ongewenste plantengroei op een flexibele en modulaire wijze mogelijk. In het bijzonder bevatten de gebruiksvormen van de kit gelijktijdig, afzonderlijk of achtereenvolgend gebruik van de herbicidebestanddelen.
In uitvoeringsvormen behelst een gebruik van de kit volgens het tweede aspect van de uitvinding afzonderlijke toepassing van de bestanddelen van de kit, of het gebruik van een mengsel van een of meer bestanddelen van de kit, bijvoorbeeld als tankmengsels.
In één uitvoeringsvorm bevat een gebruik van de kit achtereenvolgend gebruik of achtereenvolgend gebruik van verschillende herbicidebestanddelen van de kit. Dit maakt het mogelijk om meerdere bestanddelen voor een verschillende periode te gebruiken, mogelijk meerdere malen. Dientengevolge kunnen bijvoorbeeld een of meer herbicidebestanddelen worden toegepast voor of vlak na opkomst van ongewenste plantengroei, terwijl een of meer andere bestanddelen van de kit pas later na opkomst van ongewenste plantengroei kunnen worden toegepast. Niettemin kan een gebruiker nog altijd een combinatieformulering verschaffen, zoals bijvoorbeeld een gebruiksklare formulering, teneinde de herbicidebestanddelen gezamenlijk toe te passen, ofwel in een voorgeschreven, gewenste of aangepaste gewichtsverhouding.
Het gebruik van een kit volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding maakt een hoge mate van modulariteit mogelijk. Dit heeft het voordeel dat een gebruiker de toegepaste hoeveelheid, de dosering en/of de samenstelling van een of meer herbicidebestanddelen en/of een combinatieformulering daarvan naar wens kan aanpassen, bijvoorbeeld afhankelijk van de relatieve hoeveelheid van specifieke ongewenste plantengroei.
Een derde aspect van de onderhavige uitvinding verschaft een gebruik van een herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding voor het controleren van een of meer typen ongewenste plantengroei door middel van het toepassen van de herbicidesamenstelling op de ongewenste plantengroei en/of een leefgebied daarvan.
BE2018/5461
De herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding heeft zeer goede herbicidewerkzame eigenschappen en kan wordt gebruikt voor het controleren van ongewenste plantengroei.
De herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding kan bijvoorbeeld worden gebruikt in samenhang met een of meer soorten van de volgende ongewenste plantengroei: een of meer soorten uit de familie Cyperaceae zoals Kyllinga brevifolia Rottb. var. leiolepis, cypergras (Cyperus spp.), waarvan het cypergras bijvoorbeeld notengras (Cyperus rotundus L.), Cyperus difformis L., knolcyperus (Cyperus esculentus L.) en Cyperus microiria Steud. kan zijn, een of meer soorten uit de familie Gramineae zoals Europese hanenpoot (Echinochloa crusgalli L., Echinochloa oryzicola Vasing.), Echinochloa utilis Ohwi et Yabuno, vingergras (Digitaria spp.), waarvan het vingergras bijvoorbeeld Digitaria ciliaris (Retz.) Koel, harig vingergras (Digitaria sanguinalis L.), Digitaria violascens Link of Digitaria horizontalis Willd. kan zijn, groene naaldaar (Setaria viridis L.), Chinese naaldaar (Setaria faberi Herrm.), plat handjesgras (Eleusine indica L.), wilde sorgo (Sorghum halepense (L.) Pers.), handjesgras (Cynodon dactylon (L.) Pers.), wilde haver (Avena fatua L.), straatgras (Poa annua L.), gierst (Panicum spp.), waarvan de gierst bijvoorbeeld Panicum maximum Jacq. of kale gierst (Panicum dichotomiflorum (L.) Michx.) kan zijn, en Brachiaria spp., een of meer soorten uit de familie Scrophulariaceae zoals grote ereprijs (Veronica persica Poir.), veldereprijs (Veronica arvensis L.), samengesteldbloemigen zoals tandzaad (Bidens spp.), waarvan het tandzaad bijvoorbeeld wit tandzaad (Bidens pilosa L.), zwart tandzaad (Bidens frondosa L.), Bidens biternata (Lour.) Merr. et Sherff of Bidens subalternans DC. kan zijn, gevlamde fijnstraal (Conyza bonariensis (L.) Cronq.), Canadese fijnstraal (Erigeron canadensis L.), paardenbloem (Taraxacum officinale Weber) en late stekelnoot (Xanthium strumarium L.), een of meer soorten uit de familie Caryophyllaceae zoals kluwenhoornbloem (Cerastium glomeratum Thuill.) en vogelmuur (Stellaria media L.), een of meer soorten uit de familie Euphorbiaceae zoals Euphorbia hirta L., Acalypha australis L. en Euphorbia heterophylla L., een of meer soorten uit de familie Plantaginaceae zoals Aziatische weegbree (Plantago asiatica L.), Oxalidaceae zoals gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata L.), Apiaceae zoals bonte waternavel (Hydrocotyle sibthorpioides Lam.), een of meer soorten uit de familie Violaceae zoals viooltje (Viola mandshurica W. Becker); Iridaceae zoals Sisyrinchium rosulatum Bicknell, een of meer soorten uit de familie Geraniaceae zoals Geranium carolinianum L., Labiatae zoals paarse dovenetel (Lamium purpureum L.) en hoenderbeet (Lamium amplexicaule L.), een of meer soorten uit de familie Malvaceae zoals fluweelblad (Abutilon theophrasti MEDIC.) en
BE2018/5461
Sida spinosa L., een of meer soorten uit de familie Convolvulaceae zoals akkerwinde (Convolvulus arvensis L.), een of meer soorten uit de familie Chenopodiaceae zoals melganzenvoet (Chenopodium album L.), een of meer soorten uit de familie Portulacaceae zoals postelein (Portulaca oleracea L.), een of meer soorten uit de familie Amaranthaceae zoals amarant (Amaranthus spp.), waarvan de amarant bijvoorbeeld nerfamarant (Amaranthus blitoides S. Wats.), kleine majer (Amaranthus lividus L.), Amaranthus blitum L., basterdamarant (Amaranthus hybridus L.), Amaranthus patulus Bertol., Amaranthus powellii S.Wats., groene amarant (Amaranthus viridis L.), tweehuizige amarant (Amaranthus palmeri S.Wats.), papegaaienkruid (Amaranthus retroflexus L.), oeveramarant (Amaranthus tuberculatus (Moq.) Sauer.), Amaranthus tamariscinus Nutt., stekelige amarant (Amaranthus spinosus L.), Amaranthus quitensis Kunth. en Amaranthus rudis Sauer kan zijn, een of meer soorten uit de familie Solanaceae zoals zwarte nachtschade (Solanum nigrum L.), een of meer soorten uit de familie Polygonaceae zoals beklierde duizendknoop (Polygonum lapathifolium L.), Polygonum scabrum MOENCH, Persicaria longiseta en Persicaria nepalensis (Meisn.) H. Gross, een of meer soorten uit de familie Cruciferae zoals bosveldkers (Cardamine flexuosa WITH.), een of meer soorten uit de familie Cucurbitaceae zoals stekelaugurk (Sicyos angulatus L.), een of meer soorten uit de familie Molluginacea zoals (Mollugo verticillata L.) en een of meer soorten uit de familie Rubiaceae zoals akkerwalstro (Galium spurium var. echinospermon (Wallr.) Hayek) en kleefkruid (Galium aparine L.).
Wegens de aanwezigheid van pyraflufen-ethyl kan de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl ook worden gebruikt voor het uitdrogen van aardappelen, bestrijding van zijscheuten bij klimplanten, bestrijding van scheuten bij hazelaars, pitfruit, steenfruit (bijv. olijven) en kiwi, uitdroging en ontbladering van katoen en uitdroging van zonnebloem.
Bij voorkeur wordt de herbicidesamenstelling volgens de onderhavige uitvinding vóór de opkomst en/of kort voor of rond de opkomst toegepast. Als de herbicidesamenstelling na de opkomst op de groene delen van de ongewenste plantengroei wordt toegepast, stopt de groei kort na de behandeling evenzeer drastisch en blijft de ongewenste plantengroei in het groeistadium van het tijdstip van toepassing of sterft hij volledig na een bepaalde tijd, zodat woekering van ongewenste plantengroei op deze wijze zeer vroeg en op aanhoudende wijze wordt weggenomen. Vermeldenswaard is dat door het combineren van metobromuron met
BE2018/5461 pyraflufen-ethyl de vooropkomstbestrijding van ongewenste plantengroei wordt verbeterd. Daarnaast wordt de na-opkomstbestrijding van ongewenste plantengroei verbeterd door het combineren van pyraflufen-ethyl met metobromuron.
In een uitvoeringsvorm kan de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding worden gebruikt als totaalherbicide voor het controleren van ongewenste plantengroei, bijvoorbeeld in het bijzonder op niet-gewasgrond als paden, pleinen en ook onder bomen en struiken, spoorwegen enzovoort. De herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding onderscheidt zich door een werking die een bijzonder snelle aanvang heeft en een lange tijd aanhoudt.
De herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding kan worden bereid door middel van bekende werkwijzen, bijvoorbeeld als gemengde formuleringen of emulgeerbaar-concentraatformuleringen (EC-formuleringen) van de individuele bestanddelen, indien geschikt met verdere werkzame verbindingen, additieven en/of gebruikelijke formuleringshulpstoffen, welke combinaties daarna op een gebruikelijke wijze verdund met water, of als tankmengsels door middel van verdunning van afzonderlijk geformuleerde of ruimtelijk gescheiden geformuleerde bestanddelen met water, worden toegepast. Ook is de tijdelijk vertraagde toepassing van de afzonderlijk geformuleerde of ruimtelijk gescheiden geformuleerde individuele bestanddelen mogelijk. Het is ook mogelijk om metobromuron of pyraflufen-ethyl of de herbicidecombinatie toe te passen in een veelvoud aan porties (sequentiële toepassing), bijvoorbeeld door middel van de na-opkomstwerkwijze of vroege na-opkomsttoepassingen gevolgd door middellange of late naopkomsttoepassingen.
Een voorkeurdragende variant van de uitvinding heeft betrekking op werkwijzen voor het controleren van ongewenste plantengroei waar bestanddeel (A) en bestanddeel (B) van de herbicidecombinatie volgens de uitvinding pas kort vóór toepassing op de ongewenste plantengroei en/of het leefgebied daarvan worden gemengd. Volgens de uitvinding betekent 'kort vóór toepassing' dat bestanddeel (A) en bestanddeel (B) bij voorkeur minder dan 6 uur, met grotere voorkeur minder dan 3 uur, en met nog grotere voorkeur minder dan 1 uur vóór toepassing op de ongewenste plantengroei en/of het leefgebied daarvan worden gemengd.
Anders dan dat kunnen het in overeenstemming met het eerste aspect van de onderhavige uitvinding verschafte metobromuron en pyraflufen-ethyl samen of
BE2018/5461 afzonderlijk worden omgezet in gebruikelijke formuleringen, zoals oplossingen, emulsies, suspensies, poeders, schuimen, pasta's, granulaten, aerosolen, natuurlijke en synthetische materialen geïmpregneerd met werkzame verbinding en inkapselingen in microcapsules in polymere materialen. De formuleringen kunnen de gebruikelijke hulpstoffen en additieven omvatten.
Deze formuleringen worden op een bekende wijze bereid, bijvoorbeeld door het mengen van de werkzame verbindingen met verdunningsmiddelen, d.w.z. vloeibare oplosmiddelen, vloeibaar gemaakte gassen onder druk en/of vaste dragers, eventueel met gebruikmaking van oppervlakteactieve middelen, d.w.z. emulgatoren en/of dispergeermiddelen en/of schuimvormers.
Als het gebruikte verdunningsmiddel water is, is het ook mogelijk om bijvoorbeeld organische oplosmiddelen als hulpoplosmiddel te gebruiken. Geschikte vloeibare oplosmiddelen zijn in wezen: aromatische stoffen zoals xyleen, tolueen of alkylnaftalenen, gechloreerde aromatische stoffen of gechloreerde alifatische koolwaterstoffen zoals chloorbenzenen, chloorethylenen of methyleenchloride, alifatische koolwaterstoffen zoals cyclohexaan of paraffinen, bijvoorbeeld mineraleoliefracties, minerale en plantaardige oliën, zoals sojaboonolie, alcoholen zoals butanol of glycol en de ethers en esters daarvan, ketonen zoals aceton, methylethylketon, methylisobutylketon of cyclohexanon, sterk polaire oplosmiddelen zoals dimethylformamide of dimethylsulfoxide, en water.
Geschikte vaste dragers zijn onder meer: bijvoorbeeld ammoniumzouten en vermalen natuurlijke mineralen, zoals kaolienen, kleien, talk, krijt, kwarts, attapulgiet, montmorilloniet of diatomeeënaarde, en vermalen synthetische mineralen, zoals fijn verdeeld silica en hydrofoob silica, alumina en silicaten; bruikbare vaste dragers voor granulaten zijn onder meer: bijvoorbeeld vergruisde en gefractioneerde natuurlijke gesteenten, zoals calciet, marmer, puimsteen, sepioliet, dolomiet en synthetische granulaten van anorganische en organische melen, en granulaten van organisch materiaal, zoals zaagsel, kokosnootschillen, maiskolven en tabaksstelen; bruikbare emulgatoren en/of schuimvormers zijn onder meer: bijvoorbeeld niet-ionische en anionische emulgatoren, zoals polyoxyethyleenvetzuuresters, polyoxyethyleenvetalcoholethers, bijvoorbeeld alkylarylpolyglycolethers, alkylsulfonaten, alkylsulfaten, arylsulfonaten en eiwithydrolysaten; bruikbare dispergeermiddelen zijn onder meer: bijvoorbeeld lignosulfietvloeistofafval en methylcellulose.
BE2018/5461
In de formuleringen is het mogelijk om kleverig makende stoffen zoals carboxymethylcellulose, natuurlijke en synthetische polymeren in de vorm van poeders, granulaten of roosters, zoals Arabische gom, polyvinylalcohol en polyvinylacetaat, of anders natuurlijke fosfolipiden zoals cefalinen en lecithinen en synthetische fosfolipiden te gebruiken. Verdere additieven kunnen minerale en plantaardige oliën zijn.
Het is mogelijk om kleurstoffen, zoals anorganische pigmenten, bijvoorbeeld ijzeroxide, titaanoxide en Pruisisch blauw, en organische kleurstoffen zoals alizarinekleurstoffen, azokleurstoffen en metaalftalocyaninekleurstoffen, en micronutriënten zoals zouten van ijzer, mangaan, boor, koper, kobalt, molybdeen en zink te gebruiken.
Over het algemeen omvatten de formuleringen tussen 0,1 en 95 gewichtsprocent aan werkzame verbinding, bij voorkeur tussen 0,2 en 90 gewichtsprocent.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding zijn de een of meer typen ongewenste plantengroei gekozen uit een of meer soorten uit een of meer families gekozen uit de groep omvattende Cyperaceae, Gramineae, Scrophulariaceae, Caryophyllaceae, Euphorbiaceae, Plantaginaceae, Violaceae, Geraniaceae, Malvaceae, Convolvulaceae, Chenopodiaceae, Portulacaceae, Amaranthaceae, Solanaceae, Polygonaceae, Cruciferae, Cucurbitaceae, Molluginacea en Rubiaceae.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt de herbicidesamenstelling toegepast op de een of meer typen ongewenste plantengroei kort vóór of rond de opkomst van een of meer gewastypen in de nabijheid van de ongewenste plantengroei, waarbij de herbicidesamenstelling opnieuw wordt toegepast na een gespecificeerd tijdsbestek van 3 dagen tot 10 dagen, met grotere voorkeur 4 tot 8 dagen en met grootste voorkeur 5 tot 7 dagen tot de oogst van de een of meer gewastypen. Bij voorkeur wordt aardappel als gewas gekozen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt de herbicidesamenstelling toegepast door middel van sproeien, sprenkelen, beregenen, spuiten, verspreiden in druppeltjes, bewateren, vernevelen, spatten, dispergeren, diffunderen, breedwerpig verspreiden en/of douchen.
BE2018/5461
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt de herbicidesamenstelling toegepast in een doeldosering van 400 tot 1600 g, met grotere voorkeur 500 tot 1500 g, met nog grotere voorkeur 800 tot 1200 g, met nog grotere voorkeur 850 tot 1150 g, met nog grotere voorkeur 900 tot 1100 g en met grootste voorkeur 950 tot 1050 g metobromuron en van 6 tot 34 g, met grotere voorkeur 6 tot 12,5 g, met nog grotere voorkeur 7 tot 11,5 g, en met grootste voorkeur 7,5 tot 11 g pyraflufen-ethyl per hectare land. De hoeveelheden metobromuron en pyraflufen-ethyl dienen opgevat te worden als hoeveelheden werkzame stof, of met andere woorden als hoeveelheden 100% werkzame verbinding. Binnen de bereiken van doeldoseringen kan de samenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl worden gebruikt om een betrekkelijk breed spectrum aan ongewenste plantengroei te controleren.
De herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt als zodanig, in de vorm van formuleringen daarvan of in de gebruiksvormen die daaruit zijn bereid door middel van verdere verdunning, zoals gebruiksklare oplossingen, suspensies, emulsies, poeders, pasta's en granulaten. De herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding kan worden toegepast in de vorm van afgewerkte formuleringen. Echter, de werkzame verbindingen in de herbicidesamenstelling kunnen, als individuele formuleringen, ook voorafgaand aan gebruik worden gemengd, d.w.z. in de vorm van tankmengsels worden toegepast.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt de herbicidesamenstelling toegepast als een tankmengsel, waarbij metobromuron en pyraflufen-ethyl voorafgaand aan gebruik worden gecombineerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding wordt de herbicidesamenstelling toegepast door metobromuron in een concentratie van 1,5 tot 35 g/l water, met grotere voorkeur van 2,3 tot 20 g/l water en met nog grotere voorkeur van 3 tot 6 g/l water in een doeldosering van 30 tot 600 l, met grotere voorkeur 80 tot 500 l, met nog grotere voorkeur 130 tot 400 l en met grootste voorkeur 150 tot 350 l per hectare land toe te passen en door pyraflufen-ethyl in een concentratie van 0,01 tot 0,35 g/l water, met grotere voorkeur 0,02 tot 0,22 g/l water en met nog grotere voorkeur van 0,03
BE2018/5461 tot 0,06 g/l water in een doeldosering van 30 tot 600 l, met grotere voorkeur van 80 tot 500 l, met nog grotere voorkeur van 130 tot 400 l en met grootste voorkeur van 150 tot 350 l per hectare land toe te passen. Bij voorkeur worden de concentratiebereiken van metobromuron bereid door middel van het mengen van een suspensieconcentraat van metobromuron met water. Bij voorkeur worden de concentratiebereiken van pyraflufen-ethyl bereid door middel van het mengen van een emulgeerbaar concentraat van pyraflufen-ethyl met water.
In een ander aspect van de onderhavige uitvinding verschaft de uitvinding een synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende als bestanddeel (A) een herbicidewerkzame hoeveelheid metobromuron en als bestanddeel (B) oxyfluorfen, waarbij een gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik tot 1000:1, met grotere voorkeur tot 900:1, met grotere voorkeur tot 800:1, met grotere voorkeur tot 700:1, met grotere voorkeur tot 600:1, met grotere voorkeur tot 500:1, met nog grotere voorkeur tot 400:1 en met nog grotere voorkeur tot 350:1 ligt. In een voorkeursuitvoeringsvorm ligt de gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik tot 300:1, met grotere voorkeur tot 250:1, met nog grotere voorkeur tot 200:1, met nog grotere voorkeur tot 150:1, met nog grotere voorkeur tot 120:1, met nog grotere voorkeur tot 90:1 en met nog grotere voorkeur tot 60:1. Bij voorkeur ligt de gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik tot 50:1, met grotere voorkeur tot 40:1, met nog grotere voorkeur tot 30:1, met nog grotere voorkeur tot 20:1, met nog grotere voorkeur tot 15:1 en met nog grotere voorkeur tot 12:1. In een voorkeursuitvoeringsvorm ligt de gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik van 1:1 tot 10:1, met grotere voorkeur van 1,3:1 tot 8:1, met nog grotere voorkeur van 1,6:1 tot 6:1, met nog grotere voorkeur van 1,9:1 tot 5:1 en met grootste voorkeur van 2,2:1 tot 4:1.
In de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding heeft metobromuron een onverwachte toename in herbicidewerking vertoond wanneer het met oxyfluorfen werd gecombineerd. Deze toename in herbicidewerking wordt veroorzaakt door een synergetisch effect bij het combineren van metobromuron en oxyfluorfen volgens genoemde gewichtsverhouding. Metobromuron en oxyfluorfen gaan op een bijzonder gunstige wijze met elkaar interactie aan, bijvoorbeeld wanneer zij worden gebruikt voor het controleren van ongewenste plantengroei bij gezaaide en/of geplante gewassen, grasvelden/gazons, in fruitplantages (plantagegewassen) of gebieden zonder gewassen (bijv. pleinen in woonwijken of industriële locaties, spoorwegen).
BE2018/5461
Verrassenderwijs is de activiteit van de combinatie volgens de uitvinding van twee werkzame verbindingen bij gebruik tegen ongewenste plantengroei hoger dan de activiteiten van de individuele bestanddelen. Er bestaat dus een waar synergetisch effect dat niet kon worden voorspeld, niet slechts een aanvulling van werking (additief effect). Voor het controleren van ongewenste plantengroei is het in het bijzonder gunstig om de herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding in verdunde vorm in water, zoals bijvoorbeeld als een tankmengsel omvattende zowel metobromuron als oxyfluorfen, toe te passen.
Oxyfluorfen (IUPAC-naam: 2-chloor-1-(3-ethoxy-4-nitrofenoxy)-4(trifluormethyl)benzeen) is een chemische verbinding die tot de chemische groep van difenylethers behoort. Oxyfluorfen kan vervaardigd worden door middel van reactie van 3,4-dichloorbenzotrifluoride met resorcinol; het verkregen product wordt daarna behandeld met ethanol in de aanwezigheid van kaliumhydroxide. Oxyfluorfen is een selectief herbicide dat gebruikt kan worden tegen eenjarig gras, grootbladig onkruid, meerjarig onkruid en eenjarig onkruid bij de teelt van onder andere rijst, katoen, druiven, pinda's, groenten, vruchten, zoals appels, en sierplanten, en ook voor de bestrijding van ongewenste plantengroei op opritten en soortgelijke oppervlakken. Oxyfluorfen vertoont zowel vooropkomst- als gerichte naopkomstactiviteit.
Vermeldenswaard is dat door het combineren van metobromuron met oxyfluorfen de vooropkomstbestrijding van ongewenste plantengroei wordt verbeterd. Daarnaast wordt door het combineren van oxyfluorfen met metobromuron de naopkomstbestrijding van ongewenste plantengroei verbeterd.
In en of middelen, suspendeermiddelen, schuimmiddelen, antischuimmiddelen, buffers, bevochtigingsuitvoeringsvormen omvat de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron oxyfluorfen volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding verder een meer aanvullende bestanddelen gekozen uit de groep omvattende andere pesticiden zoals herbiciden, insecticiden, fungiciden, biociden of andere werkzame pesticide-ingrediënten, beschermstoffen, antioxidanten, chemische stabilisatoren, kleefstoffen, meststoffen, geurstoffen, kleurstoffen, vloeibare dragers, vaste dragers, oppervlakteactieve middelen, kristallisatieremmers, viscositeitaanpassende middelen, middelen, pigmenten, compatibiliteitsmiddelen, neutraliseermiddelen en kristallisatieremmers, sproeidruppel-modificerende lichtblokkerende middelen, sekwestreermiddelen, en dispergeermiddelen, conserveermiddelen, verdikkingsmiddelen, corrosieremmers, vriespuntverlagers,
BE2018/5461
Odoranten, verspreidingsmiddelen, doordringingshulpmiddelen, micronutriënten, verzachtende middelen, smeermiddelen, kleefmiddelen en bevochtigingsmiddelen. Voor voorbeelden van deze aanvullende bestanddelen wordt naar bovenstaande tekst verwezen.
In nog een ander aspect van de onderhavige uitvinding verschaft de uitvinding een kit omvattende een of meer ruimtelijk gescheiden bestanddelen voor gebruik als een herbicidesamenstelling, omvattende als bestanddeel (A) een herbicidewerkzame hoeveelheid metobromuron en als bestanddeel (B) oxyfluorfen, welke bestanddelen voor gelijktijdig, afzonderlijk of achtereenvolgend gebruik zijn. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kit een of meer ruimtelijk gescheiden bestanddelen volgens de hierboven beschreven herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen in specifieke gewichtsverhoudingen.
In nog een ander aspect van de onderhavige uitvinding heeft de uitvinding betrekking op een gebruik van de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen voor het controleren van een of meer typen ongewenste plantengroei door middel van het toepassen van de herbicidesamenstelling op de ongewenste plantengroei en/of een leefgebied daarvan. De herbicidesamenstelling heeft zeer goede herbicidewerkzame eigenschappen en kan worden gebruikt voor het controleren van ongewenste plantengroei zoals bijvoorbeeld een of meer typen ongewenste plantengroei gekozen uit de lijst zoals hierboven beschreven voor het derde aspect van de onderhavige uitvinding.
In voorkeursuitvoeringsvormen van het gebruik van de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen wordt de herbicidesamenstelling vóór de opkomst en/of kort voor of rond de opkomst toegepast. Als de herbicidesamenstelling na de opkomst op de groene delen van de ongewenste plantengroei wordt toegepast, stopt de groei kort na de behandeling evenzeer drastisch en blijft de ongewenste plantengroei in het groeistadium van het tijdstip van toepassing of sterft hij volledig na een bepaalde tijd, zodat woekering van ongewenste plantengroei op deze wijze zeer vroeg en op aanhoudende wijze wordt weggenomen.
In een uitvoeringsvorm kan de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen worden gebruikt als totaalherbicide voor het controleren van ongewenste plantengroei, bijvoorbeeld in het bijzonder op niet-gewasgrond als
BE2018/5461 paden, pleinen en ook onder bomen en struiken, spoorwegen enzovoort. De herbicidesamenstelling onderscheidt zich door een werking die een bijzonder snelle aanvang heeft en een lange tijd aanhoudt.
De herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen kan worden bereid door middel van bekende werkwijzen, bijvoorbeeld als gemengde formuleringen of emulgeerbaar-concentraatformuleringen (EC-formuleringen) van de individuele bestanddelen, indien geschikt met verdere werkzame verbindingen, additieven en/of gebruikelijke formuleringshulpstoffen, welke combinaties daarna op een gebruikelijke wijze verdund met water, of als tankmengsels door middel van verdunning van afzonderlijk geformuleerde of ruimtelijk gescheiden geformuleerde bestanddelen met water, worden toegepast. Ook is de tijdelijk vertraagde toepassing van de afzonderlijk geformuleerde of ruimtelijk gescheiden geformuleerde individuele bestanddelen mogelijk. Het is ook mogelijk om metobromuron of oxyfluorfen of de herbicidecombinatie toe te passen in een veelvoud aan porties (sequentiële toepassing), bijvoorbeeld door middel van de na-opkomstwerkwijze of vroege na-opkomsttoepassingen gevolgd door middellange of late naopkomsttoepassingen.
Een voorkeurdragende variant heeft betrekking op werkwijzen voor het controleren van ongewenste plantengroei waar bestanddeel (A), d.w.z. metobromuron, en bestanddeel (B), d.w.z. oxyfluorfen, van de herbicidecombinatie pas kort vóór toepassing op de ongewenste plantengroei en/of het leefgebied daarvan worden gemengd. Volgens de uitvinding betekent 'kort vóór toepassing' dat bestanddeel (A) en bestanddeel (B) bij voorkeur minder dan 6 uur, met grotere voorkeur minder dan 3 uur, en met nog grotere voorkeur minder dan 1 uur vóór toepassing op de ongewenste plantengroei en/of het leefgebied daarvan worden gemengd.
Anders dan dat kunnen het in overeenstemming met de herbicidesamenstelling verschafte metobromuron en oxyfluorfen samen of afzonderlijk worden omgezet in gebruikelijke formuleringen, zoals oplossingen, emulsies, suspensies, poeders, schuimen, pasta's, granulaten, aerosolen, natuurlijke en synthetische materialen geïmpregneerd met werkzame verbinding en inkapselingen in microcapsules in polymere materialen. De formuleringen kunnen de gebruikelijke hulpstoffen en additieven omvatten.
Deze formuleringen worden op een bekende wijze bereid, bijvoorbeeld door het mengen van de werkzame verbindingen met verdunningsmiddelen, d.w.z. vloeibare
BE2018/5461 oplosmiddelen, vloeibaar gemaakte gassen onder druk en/of vaste dragers, eventueel met gebruikmaking van oppervlakteactieve middelen, d.w.z. emulgatoren en/of dispergeermiddelen en/of schuimvormers. Voor voorbeelden van dergelijke bestanddelen wordt naar bovenstaande tekst verwezen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik van de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen zijn de een of meer typen ongewenste plantengroei gekozen uit een of meer soorten uit een of meer families gekozen uit de groep omvattende Cyperaceae, Gramineae, Scrophulariaceae, Caryophyllaceae, Euphorbiaceae, Plantaginaceae, Violaceae, Geraniaceae, Malvaceae, Convolvulaceae, Chenopodiaceae, Portulacaceae, Amaranthaceae, Solanaceae, Polygonaceae, Cruciferae, Cucurbitaceae, Molluginacea en Rubiaceae.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik van de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen wordt de herbicidesamenstelling toegepast op de een of meer typen ongewenste plantengroei kort vóór of rond de opkomst van een of meer gewastypen in de nabijheid van de ongewenste plantengroei, waarbij de herbicidesamenstelling opnieuw wordt toegepast na een gespecificeerd tijdsbestek van 3 dagen tot 10 dagen, met grotere voorkeur 4 tot 8 dagen en met grootste voorkeur 5 tot 7 dagen tot de oogst van de een of meer gewastypen. Bij voorkeur wordt appel als gewas gekozen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik van de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen wordt de herbicidesamenstelling toegepast door middel van sproeien, sprenkelen, beregenen, spuiten, verspreiden in druppeltjes, bewateren, vernevelen, spatten, dispergeren, diffunderen, breedwerpig verspreiden en/of douchen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik van de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen wordt de herbicidesamenstelling toegepast in een doeldosering van 200 tot 3000 g, met grotere voorkeur 400 tot 2700 g, met nog grotere voorkeur 600 tot 2400 g, met nog grotere voorkeur 800 tot 2200 g, met nog grotere voorkeur 1000 tot 2000 g, met nog grotere voorkeur 1200 tot 1800 g en met grootste voorkeur 1400 tot 1600 g metobromuron en van 10 tot 1100 g, met grotere voorkeur 150 tot 1000 g, met nog grotere voorkeur 250 tot 900 g, met nog grotere voorkeur 300 tot 800 g, met nog grotere voorkeur 350 tot 700 g, met nog grotere voorkeur 400 tot 600 g en met grootste voorkeur 450 tot 500 g oxyfluorfen per hectare land. De hoeveelheden metobromuron en
BE2018/5461 oxyfluorfen dienen opgevat te worden als hoeveelheden werkzame stof, of met andere woorden als hoeveelheden 100% werkzame verbinding. Binnen de bereiken van doeldoseringen kan de samenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen worden gebruikt om een betrekkelijk breed spectrum aan ongewenste plantengroei te controleren.
De herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen kan worden gebruikt als zodanig, in de vorm van formuleringen daarvan of in de gebruiksvormen die daaruit zijn bereid door middel van verdere verdunning, zoals gebruiksklare oplossingen, suspensies, emulsies, poeders, pasta's en granulaten. De herbicidesamenstelling kan in de vorm van afgewerkte formuleringen wordt toegepast. Echter, de werkzame verbindingen in de herbicidesamenstelling kunnen, als individuele formuleringen, ook voorafgaand aan gebruik worden gemengd, d.w.z. in de vorm van tankmengsels worden toegepast.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik van de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen wordt de herbicidesamenstelling toegepast als een tankmengsel, waarbij metobromuron en oxyfluorfen voorafgaand aan gebruik worden gecombineerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebruik van de herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen wordt de herbicidesamenstelling toegepast door metobromuron in een concentratie van 2,5 tot 50 g/l water, met grotere voorkeur van 4 tot 30 g/l water en met nog grotere voorkeur van 5 tot 7,5 g/l water in een doeldosering van 30 tot 600 l, met grotere voorkeur 80 tot 500 l, met nog grotere voorkeur 130 tot 400 l en met grootste voorkeur 150 tot 350 l per hectare land toe te passen en door oxyfluorfen in een concentratie van 0,5 tot 16 g/l water, met grotere voorkeur 1 tot 10 g/l water en met nog grotere voorkeur van 1,5 tot 2,5 g/l water in een doeldosering van 30 tot 600 l, met grotere voorkeur van 80 tot 500 l, met nog grotere voorkeur van 130 tot 400 l en met grootste voorkeur van 150 tot 350 l per hectare land toe te passen. Bij voorkeur worden de concentratiebereiken van metobromuron bereid door middel van het mengen van een suspensieconcentraat van metobromuron met water. Bij voorkeur worden de concentratiebereiken van oxyfluorfen bereid door middel van het mengen van een emulgeerbaar concentraat van oxyfluorfen met water.
De goede herbicidewerking van de herbicidesamenstelling volgens de onderhavige uitvinding kan uit de volgende voorbeelden opgemaakt worden. Hoewel de
BE2018/5461 individuele werkzame verbindingen zwakten in hun herbicidewerking vertonen, vertonen alle combinaties een zeer goede werking op ongewenste plantengroei die een eenvoudige som van werking overstijgt.
Een synergetisch effect in herbiciden is altijd aanwezig wanneer de herbicidewerking van de combinatie van werkzame verbindingen de werking van de individueel toegepaste werkzame verbindingen overstijgt.
De verwachte activiteit van een gegeven combinatie van twee of drie herbiciden kan als volgt worden berekend volgens een rekenmethode van Colby (vgl. COLBY, S. R.: Calculating synergistic and antagonistic responses of herbicide combinations”, Weeds 15, blz. 20-22, 1967):
Als X = % schade door herbicide (A) bij een dosering van m g/ha,
Y = % schade door herbicide (B) bij een dosering van n g/ha,
E = de verwachte schade door herbiciden (A) en (B) bij doseringen van m en n kg/ha, dan geldt voor een combinatie:
E = X + y - (X X Y)/100
Indien de feitelijke schade groter is dan de berekende waarde, dan is de activiteit van de combinatie superadditief, d.w.z. zij vertoont een synergetisch effect. In dit geval moet de feitelijk waargenomen schade groter zijn dan de met bovenstaande formules voor de verwachte schade E berekende waarde.
BE2018/5461
VOORBEELDEN
De uitvinding wordt verder beschreven aan de hand van het volgende nietbeperkende voorbeeld dat de uitvinding verder illustreert en dat niet is bedoeld, noch dient te worden opgevat, als beperkend voor de reikwijdte van de uitvinding.
VOORBEELD 1
De herbicidewerking van een herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding ten aanzien van verschillende typen ongewenste plantengroei wordt in tabel 1 getoond. Individuele samenstellingen omvattende metobromuron of pyraflufen-ethyl worden vergeleken met een herbicidesamenstelling volgens de uitvinding omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl. De verwachte activiteit van de combinatie van de werkzame verbindingen metobromuron en pyraflufen-ethyl wordt berekend volgens de hierboven genoemde rekenmethode van Colby, om een synergetisch effect tussen metobromuron en pyraflufen-ethyl te evalueren. Indien de feitelijke herbicidewerking groter is dan de berekende waarde, dan is de activiteit van de combinatie superadditief, d.w.z. zij vertoont een synergetisch effect.
De herbicidewerking werd bepaald door herbicidesamenstellingen toe te passen op opgekomen ongewenste plantengroei, kort voor het opkomen van aardappelen op een veld. Metobromuron en pyraflufen-ethyl werden toegepast als een tankmengsel door deze werkzame verbindingen voorafgaand aan gebruik in een sproeitank te mengen. Het overeenkomstige mengsel was in de vorm van een sproeivloeistof en werd gesproeid met gebruikmaking van spleetdoppen. Daarnaast werden sproeivloeistoffen van individuele samenstellingen omvattende metobromuron of pyraflufen-ethyl gebruikt. Proefplanten van ongewenste plantengroei met een hoogte van 5 tot 15 cm werden zodanig besproeid met de preparaten van werkzame verbindingen dat bepaalde gewenste hoeveelheden werkzame verbindingen per oppervlakte-eenheid werden toegepast.
Voor dit voorbeeld 1, waarvan de resultaten hieronder in tabel 1 worden getoond, is de concentratie van de sproeivloeistof zodanig gekozen dat bepaalde gewenste hoeveelheden metobromuron en pyraflufen-ethyl aanwezig zijn in een toepassingsvolume van 300 l water/ha. Op 14 tot 36 dagen na toepassing van de sproeivloeistof wordt de mate van schade aan de ongewenste plantengroei bepaald
BE2018/5461 in % van planten van ongewenste plantengroei die gedood werden, wat werd beoordeeld door de planten visueel te controleren. De proeven werden uitgevoerd op proefvelden (veldproeven).
Tabel 1 Proefresultaten van voorbeeld 1, die het herbicidewerkzaam effect tonen van een herbicidesamenstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl tegen vier typen ongewenste plantengroei, vergeleken met herbicidesamenstellingen omvattende metobromuron of pyraflufen-ethyl
Ongewenste plantengroei / dagen na toepassing (DNT) Metobromuro n (1000 g werkzame verbinding/ha ) herbicidewerk zaam effect (%) Pyraflufenethyl (10,6 g werkzame verbinding/ha ) herbicidewerk zaam effect (%) herbicidewerkz aam effect (%) gevonden voor de samenstelling omvattende metobromuron en pyraflufenethyl Verwacht herbicidewer kzaam effect (%) van de combinatie van de werkzame verbindingen, berekend volgens Colby
Chenopodium album / 14 DNT 73 38 97 83
Chenopodium album / 23 DNT 78 5 100 79
Chenopodium album / 36 DNT 58 3 99 59
Eenjarige grassen / 14 DNT 78 35 98 86
Eenjarige grassen / 23 DNT 62 0 100 62
BE2018/5461
Eenjarige grassen / 36 DNT 60 0 100 60
Solanum nigrum / 14 DNT 65 45 97 81
Solanum nigrum / 23 DNT 75 30 96 83
Solanum nigrum / 36 DNT 67 20 96 74
Euphorbia helioscopia / 14 DNT 67 75 100 92
Euphorbia helioscopia / 21 DNT 49 49 100 74
Euphorbia helioscopia / 34 DNT 46 47 98 71
Er worden synergetische werkingen waargenomen voor de herbicidecombinaties volgens het eerste aspect van de uitvinding van voorbeeld 1, zoals getoond in tabel
1. Wanneer de waargenomen synergetische werkingen in aanmerking worden 5 genomen, zal de belasting van het milieu minder zijn wanneer tankmengsels van metobromuron en pyraflufen-ethyl worden toegepast, in vergelijking met het toepassen van individuele samenstellingen.
VOORBEELD 2
De herbicidewerking van een herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding ten aanzien van Poa annua wordt in tabel 2 getoond. Individuele samenstellingen omvattende metobromuron of oxyfluorfen worden vergeleken met een herbicidesamenstelling 15 volgens de uitvinding omvattende metobromuron en oxyfluorfen. De verwachte activiteit van de combinatie van de werkzame verbindingen metobromuron en
BE2018/5461 oxyfluorfen wordt berekend volgens de hierboven genoemde rekenmethode van Colby, om een synergetisch effect tussen metobromuron en oxyfluorfen te evalueren. Indien de feitelijke herbicidewerking groter is dan de berekende waarde, dan is de activiteit van de combinatie superadditief, d.w.z. zij vertoont een synergetisch effect.
De herbicidewerking werd bepaald door vooropkomsttoepassing van herbicidesamenstellingen op een veld waar appels worden geteeld. Metobromuron en oxyfluorfen werden toegepast als een tankmengsel door deze werkzame verbindingen voorafgaand aan gebruik in een sproeitank te mengen. Het overeenkomstige mengsel was in de vorm van een sproeivloeistof en werd gesproeid met gebruikmaking van spleetdoppen. Daarnaast werden sproeivloeistoffen van individuele samenstellingen omvattende metobromuron of oxyfluorfen gebruikt. Het veld werd zodanig besproeid met de preparaten van werkzame verbindingen dat bepaalde gewenste hoeveelheden werkzame verbindingen per oppervlakte-eenheid werden toegepast.
Voor dit voorbeeld 2, waarvan de resultaten hieronder in tabel 2 worden getoond, is de concentratie van de sproeivloeistof zodanig gekozen dat bepaalde gewenste hoeveelheden metobromuron en oxyfluorfen aanwezig zijn in een toepassingsvolume van 300 l water/ha. Op 29 dagen na toepassing van de sproeivloeistof wordt de mate van schade aan de ongewenste plantengroei bepaald in % van planten van ongewenste plantengroei die gedood werden, wat werd beoordeeld door de planten visueel te controleren. De proeven werden uitgevoerd op proefvelden (veldproeven).
BE2018/5461
Tabel 2 Proefresultaten van voorbeeld 2, die het herbicidewerkzaam effect tonen van een herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en oxyfluorfen volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding tegen 5 Poa annua, vergeleken met herbicidesamenstellingen omvattende metobromuron of oxyfluorfen
Ongewenste Metobromuro Oxyfluorfen herbicidewerkz Verwacht
plantengroei / n (480 g aam effect (%) herbicidewer
dagen na (1500 g werkzame gevonden voor kzaam effect
toepassing werkzame verbinding/ha de (%) van de
(DNT) verbinding/ha ) samenstelling combinatie
) omvattende van de
herbicidewerk metobromuron werkzame
zaam effect en oxyfluorfen verbindingen,
herbicidewerk (%) berekend
zaam effect volgens
(%) Colby
Poa annua / 53 68 88 85
29 DNT
Er wordt een synergetische werking waargenomen voor de herbicidesamenstelling van voorbeeld 2, omvattende metobromuron en oxyfluorfen volgens een ander 10 aspect van de onderhavige uitvinding, zoals in tabel 2 getoond. Wanneer de waargenomen synergetische werking in aanmerking wordt genomen, zal de belasting van het milieu minder zijn wanneer tankmengsels van metobromuron en oxyfluorfen worden toegepast, in vergelijking met het toepassen van individuele samenstellingen.

Claims (14)

  1. CONCLUSIES
    1. Een synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende als bestanddeel (A) een herbicidewerkzame hoeveelheid metobromuron en als bestanddeel (B) pyraflufen-ethyl, waarbij een gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik tot 1000:1 ligt.
  2. 2. De herbicidesamenstelling volgens conclusie 1, waarbij de gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik tot 300:1 ligt.
  3. 3. De herbicidesamenstelling volgens conclusie 2, waarbij de gewichtsverhouding van bestanddelen (A) en (B) in een bereik van 10:1 tot 270:1 ligt.
  4. 4. De herbicidesamenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 3, verder omvattende een of meer aanvullende bestanddelen gekozen uit de groep omvattende andere pesticiden zoals herbiciden, insecticiden, fungiciden, biociden of andere werkzame pesticide-ingrediënten, beschermstoffen, antioxidanten, chemische stabilisatoren, kleefstoffen, meststoffen, geurstoffen, kleurstoffen, vloeibare dragers, vaste dragers, oppervlakteactieve middelen, kristallisatieremmers, viscositeit-aanpassende middelen, suspendeermiddelen, sproeidruppel-modificerende middelen, pigmenten, schuimmiddelen, lichtblokkerende middelen, compatibiliteitsmiddelen, antischuimmiddelen, sekwestreermiddelen, neutraliseermiddelen en buffers, bevochtigings- en dispergeermiddelen, conserveermiddelen, verdikkingsmiddelen, corrosieremmers, vriespuntverlagers, odoranten, verspreidingsmiddelen, doordringingshulpmiddelen, micronutriënten, verzachtende middelen, smeermiddelen, kleefmiddelen en bevochtigingsmiddelen.
  5. 5. Kit omvattende een of meer ruimtelijk gescheiden bestanddelen voor gebruik als een herbicidesamenstelling, omvattende als bestanddeel (A) een herbicidewerkzame hoeveelheid metobromuron en als bestanddeel (B) pyraflufen-ethyl, welke bestanddelen voor gelijktijdig, afzonderlijk of achtereenvolgend gebruik zijn.
  6. 6. Kit volgens conclusie 5, omvattende een of meer ruimtelijk gescheiden bestanddelen volgens de herbicidesamenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 4.
  7. 7. Gebruik van een herbicidesamenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 4 in een hoeveelheid die doeltreffend is voor het controleren van een of meer typen ongewenste plantengroei door middel van het toepassen van de
    BE2018/5461 herbicidesamenstelling op de ongewenste plantengroei en/of een leefgebied daarvan.
  8. 8. Gebruik volgens conclusie 7, waarbij de een of meer typen ongewenste plantengroei zijn gekozen uit een of meer soorten uit een of meer families gekozen uit de groep omvattende Cyperaceae, Gramineae, Scrophulariaceae, Caryophyllaceae, Euphorbiaceae, Plantaginaceae, Violaceae, Geraniaceae, Malvaceae, Convolvulaceae, Chenopodiaceae, Portulacaceae, Amaranthaceae, Solanaceae, Polygonaceae, Cruciferae, Cucurbitaceae, Molluginacea en Rubiaceae.
  9. 9. Gebruik volgens conclusie 7 of 8, waarbij de herbicidesamenstelling wordt toegepast op de een of meer typen ongewenste plantengroei kort vóór of rond de opkomst van een of meer gewastypen in de nabijheid van de ongewenste plantengroei, waarbij de herbicidesamenstelling opnieuw wordt toegepast na een gespecificeerd tijdsbestek van 3 dagen tot 10 dagen tot de oogst van de een of meer gewastypen.
  10. 10. Gebruik volgens conclusie 9, waarbij aardappel als gewas is gekozen.
  11. 11. Gebruik volgens een van de conclusies 7 tot 10, waarbij de herbicidesamenstelling wordt toegepast door middel van sproeien, sprenkelen, beregenen, spuiten, verspreiden in druppeltjes, bewateren, vernevelen, spatten, dispergeren, diffunderen, breedwerpig verspreiden en/of douchen.
  12. 12. Gebruik volgens een van de conclusies 7 tot 11, waarbij de herbicidesamenstelling wordt toegepast in een doeldosering van 400 tot 1600 g metobromuron en van 6 tot 34 g pyraflufen-ethyl per hectare land.
  13. 13. Gebruik volgens een van de conclusies 7 tot 12, waarbij de herbicidesamenstelling wordt toegepast als een tankmengsel, waarbij metobromuron en pyraflufen-ethyl voorafgaand aan gebruik worden gecombineerd.
  14. 14. Gebruik volgens een van de conclusies 7 tot 13, waarbij de herbicidesamenstelling wordt toegepast door het toepassen van metobromuron in een concentratie van 1,5 tot 35 g/l water in een doeldosering van 30 tot 600 l per hectare land en door het toepassen van pyraflufen-ethyl in een concentratie van 0,01 tot 0,35 g/l water in een doeldosering van 30 tot 600 l per hectare land.
    SAMENWERKINGSVERDRAG INZAKE OCTROOIEN
BE20185461A 2018-07-02 2018-07-02 Synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl BE1026451B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185461A BE1026451B1 (nl) 2018-07-02 2018-07-02 Synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20185461A BE1026451B1 (nl) 2018-07-02 2018-07-02 Synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026451A1 BE1026451A1 (nl) 2020-01-29
BE1026451B1 true BE1026451B1 (nl) 2020-02-03

Family

ID=63713560

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20185461A BE1026451B1 (nl) 2018-07-02 2018-07-02 Synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1026451B1 (nl)

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2017178802A (ja) * 2016-03-29 2017-10-05 日本農薬株式会社 農園芸用有害生物防除剤組成物及びその使用方法

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2017178802A (ja) * 2016-03-29 2017-10-05 日本農薬株式会社 農園芸用有害生物防除剤組成物及びその使用方法

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
ANDREW MEREDITH: "How to tackle weeds in spuds after linuron withdrawal", FARMERS WEEKLY, 21 May 2018 (2018-05-21), pages 1 - 4, XP055519249, Retrieved from the Internet <URL:https://www.fwi.co.uk/arable/potatoes/tackle-weeds-spuds-linuron-withdrawal> [retrieved on 20181025] *
BAYERISCHES STAATSMINISTER FÜR LANDWIRTSCHAFT: "Wirkungsspektren Präparate im Kartoffelbau", LFL BAYERN PFLANZENSCHUTZ, 15 November 2017 (2017-11-15), pages 1 - 2, XP055519250, Retrieved from the Internet <URL:https://www.lfl.bayern.de/mam/cms07/ips/dateien/ka_3_unkraut_wirkungseinstufung.pdf> [retrieved on 20181025] *
D MARTENS ET AL: "Chemische onkruidbestrijding aardappelen", LANDBOUWCENTRUM AARDAPPELEN RESULTATEN 2017, 13 April 2018 (2018-04-13), pages 1 - 4, XP055519240, Retrieved from the Internet <URL:https://www.pcainfo.be/Publicaties/Downloads> [retrieved on 20181025] *
THOMAS HUBER: "Zeitig an die Herbizid-Maßnahme denken", BELCHIM-AGRO-EMPFEHLUNGEN, 17 April 2018 (2018-04-17), pages 1 - 2, XP055519247, Retrieved from the Internet <URL:http://www.belchim-agro.de/empfehlung/sued/thomas-huber/352-17-04-2018-zeitig-an-die-herbizid-massnahme-denken> [retrieved on 20181025] *

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026451A1 (nl) 2020-01-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2235466C2 (ru) Гербицидное средство и способ борьбы с нежелательными растениями на его основе
RU2597174C2 (ru) Гербицидная композиция, содержащая флазасульфурон и ингибитор протопорфириногеноксидазы
US7531187B2 (en) Synergistic insecticidal composition containing chloronicotynyle and pyrethroids compounds
KR20200006989A (ko) 농약 제형에서 용매로서의 락톤
JP2021193085A (ja) 殺有害生物組成物
US20200275652A1 (en) Synergistically Effective Herbicide Composition Comprising Pelargonic Acid and Flazasulfuron
JP7454647B2 (ja) 除草剤の組み合わせ
MX2012014650A (es) Composicion herbicida.
JP2023533554A (ja) 殺菌・殺カビ性混合物
EP2790502B1 (en) Aromatic phosphate esters as agrochemical formulation component
KR101818798B1 (ko) 플라자술푸론과 메트리부진을 포함하는 제초 조성물
BE1026451B1 (nl) Synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en pyraflufen-ethyl
JPWO2014129512A1 (ja) 除草組成物
BE1026422B1 (nl) Synergetisch werkzame herbicidesamenstelling omvattende metobromuron en clomazon
WO2020025619A1 (en) Synergistically effective herbicide composition comprising pyridate and at least one defined 4-hppd inhibitor
WO2019168121A1 (ja) 除草組成物
RU2803120C2 (ru) Синергетически эффективная гербицидная композиция, содержащая пиридат и мезотрион
KR20180129913A (ko) 거미강 종의 번식을 제어하기 위한 조성물 및 방법
US9872498B2 (en) Process for preparing a novel formulation of rimsulfuron and use of the same
US20220225613A1 (en) Synergistically effective fungicide composition comprising choline phosphonate and at least one additional fungicide
RU2820922C2 (ru) Гербицидная комбинация
US10264790B2 (en) Use of certain herbicide combinations based on iodosulfuron in teff plants
TW202215963A (zh) 增效除草劑組合、組成物及其用途
UA151405U (uk) Спосіб боротьби з небажаним бур&#39;яном
OA19083A (en) Use of certain active ingredient combinations in tuberous root crop plants.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200203