BE1026381A1 - Cilindrische balenpers voorzien van een startmechanisme - Google Patents

Cilindrische balenpers voorzien van een startmechanisme Download PDF

Info

Publication number
BE1026381A1
BE1026381A1 BE20195423A BE201905423A BE1026381A1 BE 1026381 A1 BE1026381 A1 BE 1026381A1 BE 20195423 A BE20195423 A BE 20195423A BE 201905423 A BE201905423 A BE 201905423A BE 1026381 A1 BE1026381 A1 BE 1026381A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
machine
belt
feed
downstream
vegetable layer
Prior art date
Application number
BE20195423A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026381B1 (nl
Inventor
Rik Depoortere
Original Assignee
Depoortere Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Depoortere Nv filed Critical Depoortere Nv
Publication of BE1026381A1 publication Critical patent/BE1026381A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026381B1 publication Critical patent/BE1026381B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/07Rotobalers, i.e. machines for forming cylindrical bales by winding and pressing
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/07Rotobalers, i.e. machines for forming cylindrical bales by winding and pressing
    • A01F2015/078Pressing chamber formed exclusively by flexible elements, e.g. belts

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Storage Of Harvested Produce (AREA)
  • Thermistors And Varistors (AREA)

Abstract

De uitvinding balenpers (10) heeft betrekking op een cilindrische voor een plantaardige laag (N), omvattende een cilindrische baalvormer (18) voorzien van een kamer. De uitvinding wordt daardoor gekenmerkt dat de machine verder een startmechanisme (50) omvat om het vormen van de cilindrische baal (B) in de kamer te starten.

Description

Cilindrische balenpers voorzien van een startmechanisme.
De huidige uitvinding heeft betrekking op het balen van plantaardige vezels. Ze heeft meer bepaald betrekking op een cilindrische balenpers voor de bovengenoemde materialen die de vorm aannemen van een plantaardige laag of zwad, waarbij net meer bepaald, maar niet uitsluitend, gaat om 10 uitgeiijnde vlasvezels, Dergelijke machines, die niet” verplaatsbaar zijn, worden in net algemeen garenwikkelmachines genoemd. Dit type machine wordt over het algemeen stroomafwaarts van zwingellijnen opgesteld.
Een bekende techniek bestaat erin de plantaardige laag onder druk op te wikK.el.en m oe vorm van een cilindrische baal. Hiertoe bestaat de machine uit:
een inlaat voor de plantaardige laag en een cilindrische baalvormer met een inrichting voor het 20 vormen van de cilindrische baal en een bovenband;
een toevoerinrichting om de plantaardige laag van de inlaat in de cilindrische baalvormer te voeren in een toevoerrichting, welke toevoerinrichting ten minste één aanvoerband omvat om de plantaardige 20 ...mg in d.e u.oevoerrj.chting t..e verplaatsen, werke cilindrische baalvormer een bovenband en een cilindrische baalvormingskamer omvat die ten minste gedeeltelijk begrensd is door de bovenband en de aanvoerban d ;
Het is nexena dat bij sommige balenpersen de bovenband en de aanvoerband in dezelfde trigonometrische richting draaien om de laag op zich te laten wikkelen. Het is
B E2019/5423 eveneens bekend dat de bovenhand zo is ontworpen dat hij bij het vormen van de baal vervormt om zich aan te passen aan de grotere diameter van de baal die wordt gevormd.
Verder wordt gepreciseerd dat de machine één enkele toevoerband, die dan de vorm van een transportband heeft of meerdere toevoerbanden parallel aan elkaar, kan omvatten. Hetzelfde geldt voor de bovenband en/of de band strooma rwa a r t s.
Eens gevormd, wordt ce cilindrische baal doorgaans met een touw vastgebonden vóór hij uit de machine wordt geleid.
In de praktijk gebeurt het soms dat de plantaardige laag .1.5 niet goed of helemaal niet op zich wikkelt, wat. tot. een verstopping leidt, De operator moet dan de machine stoppen voor een interventie om de laag los te maken, waardoor de tijd die nodig is om de vlasvezels in balen te vormen aanzienlij k toeneemt.
De uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde nadelen een oplossing te bieden door een cilindrische balenpers te voorzien die het vormen van cilindrische balen vergemakkelijkt.
Hiertoe bestaat de cilindrische balenpers volgens de uitvinding verder uit een startmechanisme om het vormen van ae cilindriscne baal in de kamer in gang te zetten, welk startmechanisme een duwelement omvat dat verplaatsbaar is 30 tussen een stroomopwaartse positie en een stroomafwaartse positie, waarbij het duwelement zodanig is geconfigureerd dat het de laag naar de kamer duwt om het opwikkelen van de plantaardige laag· in de kamer in gang te zetten.
B E2019/5423
Het is duidelijk dat het duwelement, door zich van de stroomopwaartse naar de stroomafwaartse positie te bewegen, de laag naar de kamer onder de eerste rol· duwt, wat de plantaardige laag helpt om in de kamer te komen, wat het 5 opwikkelen in gang zet. Met andere woorden, door de verplaatsing van het duwelement wordt vermeden dat de plantaardige laag in contact komt met de bovenband vóór ze in de kamer binnen gaat. Zo wordt verstopping vermeden en wordt tegelijkertijd het opwikkelen in de hand gewerkt.
Voordeligerwijs is het duwelement roteerbaar rond een scharnieras die haaks staat op de toevoerrichting, Deze scharnieras is hoofdzakelijk horizontaal.
Het duwelement is scharnierend op het kader gemonteerd en vertoont een slingerbeweging.
Het duwelement bevindt zich bij voorkeur aan een eerste uiteinde van minstens één arm die ten opzichte van het 20 kader scharnierend rond de scharnieras is gemonteerd.
De scharnierverbinding tussen de arm en het kader bevindt zich bij voorkeur aan een tweede uiteinde van de arm, tegenover het eerste uiteinde.
5
Voordeligerwijze bestaat het startmechanisme bovendien uit minstens een actuator geconfigureerd om het duwelement te verplaatsen in een scharnierende heen-en-weer beweging rond de sc h a r ni e r a s.
Bij voorkeur is de actuator een pneumatische vijzel. Deze pneumatische vijzel, kan manueel worden geactiveerd door de operator. Volgens een variant omvat het startmechanisme een
B E2019/5423 sensor voor het detecteren van de start van de opwikkeling, en sen bedieningselement dat de actuator aanstuurt om het duwelement. in beweging te zetten. Wanneer de sensor het begin van oie cilindrische baalvorming heeft gedetecteerd, b zorgt het bedieningselement ervoor dat het duwelement wordt verplaatst naar zijn stroomopwaartse positie waar het blijft tijdens het finaliseren van de baalvorming.
Voordeligerwijze omvat het duwelement minstens een stift 10 gemonteerd op een steun, waarbij de stift zich tussen de toevoerband en de bovenband bevindt wanneer het duwelement zich in zijn stroomafwaartse positie bevindt.
Bij voorkeur is de dikte van de stift iets kleiner dan de 15 kleinste afstand tussen de bovenband en de toevoerband.
Bij voorkeur omvat het duwelement meerdere stiften die zich op een afstand van elkaar bevinden.
Nog bij voorkeur vertoont elke stift een eindgedeelte dat hoofdzakelijk. parallel is met de toevoerband wanneer het duwelement zich in stroomafwaartse positie bevindt. Dankzij deze constructie voorkomt het duwelement dat de vezels van de laag terug naar achter gaan wanneer het duwelement terugkeert naar zijn stroomopwaartse positie,
Om het opwikkelen te vergemakkelijken, heeft het eindgedeelte een dwars op de toevoerband liggend duwvlak, dat zo is geconfigureerd dat het de plantaardige laag naar 30 de kamer duwt.
Bij voorkeur heeft het duwelement een lengte die groter is dan de helft van de breedte van de toevoerband. Bij
B E2019/5423 voorkeur is de lengte van het duwelement, gezien in een richting dwars op de toevoerrichting, hoofzakelijk gelijk aan de breedte van het toevoergedeelte.
Om schade aan de bovenband te vermijden, omvat de machine bovendien een aanslag om de verplaatsing van het duwelement te stoppen in stroomafwaartse positie.
Voordeligerwijze omvat de machine verder een blokkeringselement om het duwelement in stroomopwaartse positie te houden. Het is belangrijk om zich ervan te vergewissen dat het duwelement in ingetrokken positie blijft tijdens het vormen van de baal, nadat het opwikkelen gestart is.
Voordeligerwijze is de bovenhand gemonteerd op minstens een
eerste rol· en bevindt het duwelement zich, in
s t r o om a. f w a a r t s e r >ositief tussen de eerste rel en de
toevoerband. 11 2t spreekt vo o r z i c :h dat in dat geval de
eerste rol· e π de toevoerband een inlaatdoorgang naar de
k ame r d e f i n i eren..
Volgens een variant omvat de baalvormer verder een aandrijfcilinder tussen de eerste rol en de toevoerband, en bevindt net duwelement zich, in stroomafwaartse positie, tussen de aandrijfcilinder en de toevoerband. Bij voorkeur wordt de aandrijfcilinder in de tegenovergestelde richting van oe toevoerrichting gedraaid om deel te nemen aan de b a a 1 w i k k e 1. i n g.
Met het inzicht de uitvinding duidelijker te maken, wordt hierna bij wijze van voorbeeld, zonder enig beperkend karakter een uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
BE2019/5423 figuur 1 schematisch de zijkant van de cilindrische balenpers volgens de uitvinding, voorzien van een startiaechanisme, weergeeft;
figuur 2 in meer detail en in perspectief een uitvoeringsvorm van het duwelement van het in figuur 1 schematisch weergegeven startmechanisme weergeeft ;
figuur 3 een variant is van de machine uit figuur 1 waarin de bovenhand en de toevoerband één stuk vormen; en figuren 4A en 43 een variant van de machine uit figuur 1 illustreren, waarin een aandrijfcilinder tussen de bovenband en de toevoerband is opgesteld.
Figuur 1 geeft schematisch een voor een plantaardige laag M g a r enw ikkeImach ine ge noemd, die cilindrische balenpers 10 weer, over het algemeen dient om een cilindrische baal te vormen door een voordien gezwingelde plantaardige laag op zichzelf te wikkelen, bijvoorbeeld een laag vlasvezels, alvorens die vast te binden en langs een achterdeel 12 van de machine 10 at te voeren.
Deze machine 10 is hoofdzakelijk bedoeld om te worden opgesteld stroomafwaarts van een zwingellijn, bekend uit andere documenten en hier niet weergegeven.
De machine 10 heeft een kader 14 dat. voorzien is van een inlaat 16 voor het ontvangen van de plantaardige laag N die eerder door geschikte reeds bekende middelen is bijeengebracht. Zoals bekend uit andere documenten, omvat de machine 10 verder een uitlaat 15 om de cilindrische balen af te voeren
B E2019/5423
Zoals geïllustreerd in figuur 1, komt de plantaardige laag N in de machine binnen volgens een invoerrichting, ook wel « toevoerri.cht.ing F » genoemd met behulp van een uit andere documenten bekende en hier niet weergegeven transportband.
In ie huidige beschrijving worden cæ termen « stroomopwaarts » en « stroomafwaarts » beschouwd ten ‘pzichte van de toevoerrichting F.
De machine 10 omvat verder een cilindrische baalvormer 18 die is opgesteld in het kader 14, Deze cilindrische baalvormer omvat een vormkamer 19 voor het vormen van de cilindrische balen waarin de cilindrische baai B wordt gevormd. Daar cilindrische baalvormers al uit andere documenten bekend zijn, zullen we ons hier beperken tot een beknopte beschrijving van verschillende varianten, zonder enige beperkend karakter, van de huidige uitvinding.
De machine 10 omvat verder een toevoerinrichting 20 om de 20 plantaardige laag N van de inlaat 16 van het kader 14 in de kamer 19 te voeren, De plantaardige laag verplaatst zich dus volgens de voornoemde toevoerrichting F. Hiertoe omvat de toevoerinrichting 20 minstens een toevoerband 22, die een transportband vormt en dient om de plantaardige laag K 25 volgens de toevoerrichting F te verplaatsen.
Gezien in de toevoerrichting F, stelt men vast dat de toevoerband 22 gemonteerd is op een rol stroomopwaarts 24 en een rol stroomafwaarts 26 die draaibaar rond 30 rotatieassen XI voor de rol stroomopwaarts 24 en X2 voor de rol stroomafwaarts 26 zijn gemonteerd.
B E2019/5423
De rotatieassen XI en X2. zijn parallel aan elkaar en hoofdzakelijk loodrecht op de voornoemde toevoerrichting F,
Het is ook duidelijk dat de plantaardige gedragen door het bovenste gedeelte 22a van 22, hierna « toevoergedeelte 22a » genoemd.
laag N wordt de toevoerband
Op de schematische weergave in figuur 1 draait de toevoerband 22 in wijzerzin, waarbij de plantaardige laag N zich met het toevoergedeelte 22a, van stroomopwaarts naar stroomafwaarts, van links naar rechts, verplaatst.
De machine 10 omvat minstens een bovenband 30 die gemonteerd is op minstens een eerste rol 32 die draaibaar is rond de rotatieas X3, parallel aan de rotatieas X2 van de rol stroomafwaarts 26.
In dit voorbeeld omvat de bovenband 30 verder een eerste tussenrol 34 die draaibaar is rond een rotatieas X4 parallel aan de rotatieas X3 van de eerste rol 32, waarbij de eerste tussenrol 34, in dit voorbeeld, stroomopwaarts van de eerste rol 32, enigszins erboven, is opgesteld.
De bovenband 30 wordt verder gedragen door een tweede tussenrol 36 die een rotatieas X5 heeft, parallel aan de rotatieas X4 van de eerste tussenrol 34.
In. het. voorbeeld van figuur 1, zonder enig beperkend
karakter, is de tweede tussenrol 36 boven d e eerste rol 32
opgesteld zodanig dat de bovenband 30 een. st roomopwaa rt s
gedeelte 38 vertoont dat hoofde a ke1ij k verticaal is
gericht. De verplaatsingsrichting van de bovenband 30 is dusdanig geconfigureerd dat het stroomopwaartse gedee.lte38
B E2019/5423 zich verplaatst van de tweede tussenroi 36 naar de eerste rol 32. Het is verder duidelijk dat de eerste rel 32 enigszins boven het toevoergedeelte 22a van de toevoerband 22 is opgesteld, enigszins stroomopwaarts van de rotatieas 5 X2 van de rol stroomafwaarts. Er wordt ook van uitgegaan dat de bovenband onder de eerste rol 32 doorgaat.
De bovenband 30 wordt verder gedragen door andere rollen 33 waarmee de bovenband in beweging kan worden gezet. 10
Zoals duidelijk is uit figuur 1, draait de bovenband 30 in wijzerzin. De machine 10 omvat verder een band stroomafwaarts 40 die stroomafwaarts van de bovenband 30 is opgesteld en, in dit voorbeeld, enigszins stroomafwaarts 15 van de rotatieas X2 van de rol stroomafwaarts 26.
De band stroomafwaarts 40 wordt op zijn beurt aangedreven door meerdere rollen en vertoont meer bepaald een gedeelte stroomafwaarts 42 dat zich uitstrekt tussen een tweede rol 20 44 draaibaar gemonteerd rond een rotatieas X6 parallel aan de rotatieas X2 van de. rol stroomafwaarts 2 6 en een derde rol 46 draaibaar gemonteerd rond een rotatieas X7 parallel aan de rotatieas X6 van de tweede rol 44. De band stroomafwaarts wordt aangedreven in wijzerzin. De derde rol 2t> 46 bevindt zich boven de tweede rol 44, zodat het gedeelte stroomafwaarts 42 hoofdzakelijk verticaal is gericht bij het starten van de cilindrische taalvorming, waarbij het gedeelte stroomopwaarts zich verplaatst van de tweede rol 44 naar de derde rol 46. 30
Met andere woorden, het gedeelte stroomopwaarts 38 van de bovenband 30 en het gedeelte stroomafwaarts 42 van de band stroomafwaarts 40 liggen tegenover elkaar en strekken zich
B E2019/5423
1.0 hoofdzakelijk verticaal uit, minstens tijdens de startfase van de baal, waarbij ze in tegengestelde richting worden aangedreven,
Gezien in de toevoerrichting F, bevindt de tweede rol zich op zijn beurt stroomafwaarts van de rol stroomafwaarts 2 6 en van de eerste rol 32.
Volgens de uitvinding omvat de machine verder een 10 startmechanisme 50 om de cilindrische baalvorming B te starten. Zoals duidelijk is uit figuur 1, wordt de cilindrische baal B gevormd in de kamer 19 door de plantaardige laag N volgens de wikkelrichting E op zichzelf te wikkelen. 15
In dit voorbeeld, zonder enig beperkend karakter, gebeurt het opwikkelen tussen het gedeelte stroomopwaarts 38 van de .oovenband 30 en net gedeelte stroomafwaarts 42 van de band stroomafwaarts 40, die worden aangedreven in tegengestelde 20 richting, en boven het toevoergedeelte 22a van de toevoerband 22.
Zoals in het voorgaande toegelicht, heeft het startmechanisme tot functie de cilindrische baalvorming B te starten. Hiertoe omvat het een duwelement 52 dat draaibaar is rond een scharnieras Y haaks op de toevoerrichting F. Met andere woorden, in dit voorbeeld is de senarnieras f parallel aan de rotatleas X2 van o:e rol stroomafwaarts 26.
Bij voorkeur, gezien in een horizontale richting en dwars op de toevoerband, heeft het duwelement 52 een lengte die groter is dan de helft van de breedte van de toevoerband
B E2019/5423
22. Bij voorkeur is de lengte L van het duwelement hootdzaK.el.ij k gelijk aan de breedte van de toevoerband.
Verder is het duwelement 52 verplaatsbaar ten opzichte van 5 het kader 14 tussen een positie stroomopwaarts, geïllustreerd met stippellijn in figuur 1, en een positie stroomafwaarts, geïllustreerd met volle lijn in figuur 1. Het duwelement 52 vertoont een heen-en-weerbeweging zodanig dat het een duweffect tegen de plantaardige laag N 10 uitoefent, tijdens de verplaatsing van het duwelement van de strooiDopwaartse positie naar de stroomafwaartse positie, om de laag onder de eerste rol 32 van de bovenband 30 te laten gaan en in contact te brengen met het gedeelte stroomafwaarts, om het binnengaan van de laag in de kamer 15 en het opwikkelen ervan te vergemakkelijken.
Wanneer het voorste deel van de plantaardige laag N in contact komt met het gedeelte stroomafwaarts 42 van de band stroomafwaarts 40, wordt ervan uitgegaan dat het door het gedeelte stroomafwaarts naar boven wordt gevoerd en de neiging heeft door te buigen tot het in. contact komt met het gedeelte stroomopwaarts 38 van de bovenband 30 dat de laag terug naar beneden, brengt. Het uiteinde van de laag N komt dus in contact met een deel van zichzelf dat zijn verplaatsing verderzet naar het gedeelte stroomafwaarts 42 van de band stroomafwaarts 40, wat 20 tot gevolg heeft dat de laag op zich wikkelt in de opwikkelrichting E zoals geïllustreerd in figuur 1.
In dit. voorbeeld bevindt het duwelement 52 zich aan de eerste uiteinden 54a, 54ai. van twee armen 54, 54i die scharnierend rond de voornoemde scharnieras Y gemonteerd
B E2019/5423 zijn die zich aan de tweede uiteinden 54bf
54bi van de armen, tegenover de eerste uiteinden b4a, 54a·. bevindt.
Het startmechanisme 50 omvat verder minstens een actuator 60, in dit voorbeeld een pneumatische vijzel, die geconfigureerd is om het duwelement volgens een scharnierende heen en weerbeweging te verplaatsen. Zoals blijkt uit figuur 2, omvat het duwelement 52 meerdere stiften 53 die gemonteerd zijn op een steun 55, De stiften zijn parallel aan elkaar en bevinden zich op een afstand van elkaar om zo een kam. te vormen, De steun 55 strekt zich uit tussen het eerste uiteinde 54a van de eerste arm 54 en het eerste uiteinde 54ai van de tweede arm 54', Elke stift 53 vertoont verder een eindgedeelte 53a dat hoofdzakelijk loodrecht staat; op de steun 55.
Elk eindgedeelte 53a is plat en hoofzakelijk parallel aan de toevoerband en meer bepaald aan het toevoergedeelte 22a van de toevoerband 22, wanneer het duwelement in 20 stroomat.wa.arts positie staat, zoals geïllustreerd in figuur
1. Het is ook duidelijk, dat het eindgedeelte 53a zich uitstrekt tussen de eerste rol 32 en het toevoergedeelte 22a van de toevoerband 22 wanneer het duwelement in stroomafwaarts positie staat. Het eindgedeelte 53a heeft 25 een duwvlak 53b dat dwars op de toevoerband ligt. Dit duwvlak 5 3b dient om de plantaardige laag gemakkelijker onder de eerste rol door naar de band stroomafwaarts te duwen.
Wanneer we terugkeren naar figuur 1, is het duidelijk dat de machine verder een aanslag 70 omvat om. de verplaatsing van het ouwelement 52 in stroomafwaartse positie te stoppen, met andere woorden, wanneer het duwelement de
B E2019/5423 stroomafwaartse positie bereikt heeft, waarbij het eindgedeeite 53a zich onder de eerste rol 32 bevindt, komt de arm 54 tegen de aanslag 7 0 die het duwelement immobillseert.
De machine omvat verder een blokkeringselement 80 om het duwelement 52 in stroomopwaartse positie te houden.
Figuur 3 illustreert een cilindrische balenpers 10' die een variant is van de machine 10 uit figuur 1. De machine 10' omvat ook:
een kader 14' voorzien van een inlaat 16' voor de plantaardige laag en een cilindrische baalvormer 18' voorzien van een vormkamer 19' om de cilindrische baal te vormen;
een toevoerinrichting 20' om de plantaardige laag van de inlaat 16' van het kader 14' in de genoemde vormkamer voor cilindrische balen 18' te brengen volgens een toevoerrichting F, waarbij deze toevoerinrichting 20' minstens een toevoerband 22' omvat voor het verplaatsen van de plantaardige laag N volgens de toevoerrichting.
De kamer voor het vormen van de cilindrische balen is minstens gedeeltelijk begrensd door de bovenband 30', de band stro ornafwa ar t s 40' en de toevoerband 22' .
Het essentiële verschil tussen de machines van figuren 1 en 3 ligt in het feit dat de bovenband en de band stroomafwaarts 30' , 40' van de machine 10' in figuur 3 één en dezelfde band vormen.
B E2019/5423
Verder is de bovenband 30 ’ gemonteerd op minstens een eerste rol 32' die zich boven de toevoerband 22' bevindt, waarbij de bovenband een stroomopwaarts gedeelte 38' vertoont dat zich in een eerste richting verplaatst. 5
De toevoerband is ongesteld onder de bovenband en strekt zich uit, gezien volgens de genoemde toevoerrichting, tussen een rol· stroomopwaarts 24' en een rol stroomafwaarts 26', waarbij de toevoerband een toevoergedeelte 22a' 10 vertoont dat onder het gedeelte stroomopwaarts 38' is opgesteld.
De band stroomafwaarts 40' is gemonteerd op minstens een tweede rol 44', waarbij deze tweede rol, gezien volgens de 15 toevoerrichting F, zich stroomafwaarts van de rol stroomafwaarts 26 en van de eerste rol 32' bevindt, waarbij de band stroomafwaarts een stroomafwaarts gedeelte 42' vertoont dat tegenover het stroomopwaartse gedeelte ligt.
waarbij het stroomafwaartse gedeelte zich in een tweede
0 richting verplaatst, tegenovergesteld ai m de eerste
richting.
Volgens de uitvinding omvat de machine 10' verder een startmechanisme 50' om net vormen van de cilindrische baal B te starten. Het startmechanisme is vergelijkbaar met het startmechanisme uit figuur 1 en omvat een duweiement 52' dat verplaatsbaar is ten opzichte van het kader 14' tussen een stroomopwaartse positie en een stroomafwaartse positie.
Het duweiement 52' is dusdanig geconfigureerd dat het de plantaardige laag N onder de eerste rol 32' naar het stroomafwaartse gedeelte 42' van de band stroomafwaarts 40' duwt om de opwikkeling van de plantaardige laag tussen het
B E2019/5423 gedeelte stroomafwaarts, het gedeelte stroomopwaarts en het toevoeraedeelte te starten.
Figuren 4A en 4B zijn een schematische weergave van een andere variant van de cilindrische balenpers 10'', die verschilt van de machine 10' uit figuur 3 doordat er geen oand stroomafwaarts is en door het feit dat de bovenhand 30 zich direct tussen de eerste rol 32 en de tweede rol 44'' uitstrekt en in de tegenovergestelde richting van de richting van de bovenband 30' van de machine 10' uit figuur 3 wordt aangedreven.
Om de laag op zichzelf te laten wikkelen, is een aandrijfcilinder 70 voorzien, in dit voorbeeld een stervormige cilinder, die in dezelfde richting draait als de eerste rol 32'' om de laag terug naar de toevoerband te brengen.
Met andere woorden, in deze variant draaien de eerste rol 20 32, de tweede rol 44', de rol stroomafwaarts 26 en de aandrijfcilinder 70 in dezelfde trigonometrische richting.
Volgens de uitvinding omvat de machine 10 een 25 startmechanisme 50 vergelijkbaar met het startmechanisme 50 uit figuur 2. .Het startmechanisme 50 omvat dus ook een duwelement 52 waarmee het opw.ikkel.en van de baal B in de kamer kan worden gestart. In figuur 4A staat het duwelement 52 in stroomafwaartse positie, terwijl in figuur 4B het 30 duwelement 52'' in stroomopwaart.se positie staat.
Het duwelement heeft dus tot gevolg dat de doorgang van de laag N tussen de aandrijfcilinder 70 en de
B E2019/5423 toevoerband 22'' wordt geforceerd zodat ze in de kamer 19'' komt waar ze wordt opgewikkeld.

Claims (12)

  1. Conclus les
    1. Cilindrische balenper s (10,10% 10) voor een
    plantaardige laag (N), omvattende:
    een inlaat (16,16',16'') voor de plantaardige laag;
    een cilindrische baalvormer (18,18', 18) om van de plantaardige laag een cilindrische baal te maken;
    een toevoerinrichting (20,20', 20) om de plantaardige laag (N) van de inlaat (16,16', 16) in de voornoemde cilindrische baalvormer
    (18,18',18'') volgen s een toevoerrichting (F) te brengen, waarbij deze t o e v o e r i n r i c h t i n g (20,20',20) mij nstens een toevoerband (22,22' , 22 ) omvat voor het verplaatsen van de plantaardige laag (N f) volgens de toevoerrichting,
    waarbij de cilindrische baalvormer minstens een bovenband (30,30', 30 ) en een kamer (19,19',19'!) voor het vormen van de cilindrische baal omvat die gedeeltelijk is begrensd tussen minstens de bovenband (30,30', 30) en de toevoerband (22,22',22 );
    waarbij de machine daardoor gekenmerkt is dat ze verder een startmechanisme (50,50',50) omvat om het
    vormen van de ci 1.1 nd ri sehe baal (B) in de kamer te
    starten, waarbij het startmechanisme een duwelement
    (52,52', 52) omvat dai 1 verplaatsbaar is tussen een stroomopwaartse posit: ie en een stroomafwaartse positie, waarbij het duwelement (52,52', 52) zo geconfigureerd is dat het de plantaardige laag (N) naar de kamer duwt om de opwikkeling van de plantaardige laag in de kamer (19,19', 19) te
    starten, waarbij het duwelement minstens een stif (53) omvat die gemonteerd is op een steun en zie
    B E2019/5423 tussen de toevoerband en de bovenhand bevindt wanneer het duwelement zich in s t roomaf wa a l't s e positie bevindt.
  2. 2. Machine (10,10',10'' ) volgens conclusie 1, waarin het duwelement roteerbaar is rond een scharnieras (Y) die loodrech op de toevoerrichting (F)
  3. 3. Machine (10,10' , 10 ) volgens staat conclusie 2, waarin het duwe1eme nt (52) zich aan een eerste uiteinde (54a) minstens een arm (54) bevindt die scharnierend rond de scharnieras gemonteerd is.
  4. 4. Machine (10,10',10'') volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het startmechanisme (50,50') verder minstens een actuator (60,60') omvat die zo geconfigureerd is dat hij het duwelement volgens een scharnierende heen en weerbeweging verplaatst.
    20
  5. 5. Machine (10,10',10'') volgens conclusie 4, waarin de actuator (60) een pneumatische vijzel is.
  6. 6. Machine (10,10',10'' ) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het duwelement meerdere stiften 25 (53) omvat die op een afstand van elkaar liggen.
  7. 7. Machine (10, 10', 10'' ) volgens conclusie 6, waarin elke stift (53) een eindgedee.lte (53a) heeft dat hoofdzakelijk parallel is aan de toevoerband (22) 30 wanneer het duwelement (52) in stroomafwaartse positie staat.
    B E2019/5423
  8. 8 . Machine (10,10' , 10 ) volgens conclusie waarin he eindgedeelte (53a) een duwvlak (53b) omvat dat dwars op de toevoerband ligt.
  9. 9. Machine (10,10', 10) volgens een van de voorgaande conclusies, waarin het duwelement een lengte (L) heeft doe groter is dan de helft van de breedte van de toevoerband.
  10. 10. Machine (10,10', 10) volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze verder een aanslag (70) omvat om de verplaatsing van het duwelement (52) in stroomafwaartse positie te stoppen.
    Machine (10,10', 10) volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ze verder een blokkeringselement (80) omvat om het duwelement (52) in stroomopwaart.se positie te houden.
  11. 12. Machine (10,10',10) volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bovenband gemonteerd is op minstens een eerste rol (32,32',32 ), en dat, in stroomafwaartse positie, het duwelement zich tussen de eerste rol en de toevoerband bevindt.
  12. 13. Machine (10”) volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de baalvormer verder voorzien is van een aandrijfcilinder (75”) tussen de eerste rol en de toevoerband, en dat, in stroomafwaartse positie, het duwelement zich tussen de aandrijfcilinder en de toevoerband bevindt.
BE20195423A 2018-07-03 2019-07-02 Cilindrische balenpers voorzien van een startmechanisme BE1026381B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR1856121A FR3083423B1 (fr) 2018-07-03 2018-07-03 Machine de mise en balle cylindrique munie d'un dispositif demarreur

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026381A1 true BE1026381A1 (nl) 2020-01-20
BE1026381B1 BE1026381B1 (nl) 2020-07-17

Family

ID=63491735

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195423A BE1026381B1 (nl) 2018-07-03 2019-07-02 Cilindrische balenpers voorzien van een startmechanisme

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1026381B1 (nl)
FR (1) FR3083423B1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4319446A (en) * 1980-06-23 1982-03-16 The Paul Revere Corporation Infeed means for round baler
DE3166404D1 (en) * 1981-03-25 1984-11-08 Deere John Baling press
DE3437294C2 (de) * 1984-10-11 1994-02-17 Claas Ohg Ballenpresse für landwirtschaftliches Erntegut, insbesondere Rollballenpresse
US9877432B2 (en) * 2016-01-14 2018-01-30 Cnh Industrial America Llc Continuous harvester with crop supply chamber

Also Published As

Publication number Publication date
BE1026381B1 (nl) 2020-07-17
FR3083423A1 (fr) 2020-01-10
FR3083423B1 (fr) 2021-01-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
USRE35882E (en) Net wrap feeding system for a round baler
US4729213A (en) Wrapping apparatus for round balers
US7181900B2 (en) Netwrap feed and cut mechanism
US5243806A (en) Apparatus for wrapping round bales with sheet material
US8516779B2 (en) Net wrap applicator for large round bales
JP2000511503A (ja) ボビンを自動的に交換するための方法および交換装置を備えた巻取り装置
EP3131383B1 (en) Apparatus for forming a round bale with a tensioned pressing means
US9756789B2 (en) Baling device and method to form bales of crop material
NL2014142B1 (en) Apparatus and method for forming and quickly wrapping a bale in a bale forming chamber.
EP3111747B1 (en) Wrapping apparatus and method with a wrapping material severing device comprising an own actuator
EP2769616B1 (en) Apparatus and method for feeding wrapping material into a chamber
US11528849B2 (en) Twine knotter arrangement for knotting twine and baling device
BE1026381A1 (nl) Cilindrische balenpers voorzien van een startmechanisme
US6622463B1 (en) Device for folding leading end of net-type bale wrapping material to enhance its full-width conveyance into the baling chamber
US5448873A (en) Net knife for round baler
NL2017909B1 (en) Bale Forming System and Method with a Foldable Bale Carrier
NL2015709B1 (en) Bale forming and wrapping apparatus and method with a pivotal web pusher.
KR20160064158A (ko) 플라스틱 필름을 감기 위한 와인딩 머신 내의 동반 압착 유닛
EP3270682B1 (en) Bale forming and wrapping apparatus with a guided web moving member
NL2010350C2 (en) Apparatus and method for pushing wrapping material into a chamber.
US648039A (en) Baling-press.
NL2014141B1 (en) Compact bale forming and wrapping apparatus and method.
NL2014395B1 (en) Bale forming and wrapping apparatus and method with a moveable wrapping material conveyer.
US3536319A (en) Wrapper dispenser with needle bar pickup
JP4562013B2 (ja) ロールベーラにおける結束装置

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20200717