BE1026306B1

BE1026306B1 - Montagebeugel voor het monteren van een bekleding aan een wand, en werkwijze daarvoor

Info

Publication number: BE1026306B1
Application number: BE20185340A
Authority: BE
Inventors: Tobias Broos-Godts
Original assignee: Vbg Bvba
Priority date: 2018-05-25
Filing date: 2018-05-25
Publication date: 2019-12-24
Also published as: ES2907827T3; HRP20220301T1; SI3572598T1; EP3572598B1; DK3572598T3; MA49530A; HUE058772T2; PL3572598T3; BE1026306A1; EP3572598A1

Abstract

Montagebeugel voor het monteren van een bekleding aan een wand, welke montagebeugel is voorzien van een wandplaat die is ingericht om in hoofdzaak evenwijdig aan genoemde wand aan de wand te worden vastgezet en van een eerste en een tweede beugelarm die zich in hoofdzaak dwars ten opzichte van genoemde wandplaat uitstrekken.

Description

BE2018/5340

Montagebeugel voor het monteren van een bekleding aan een wand, en werkwijze daarvoor

De uitvinding heeft betrekking op een montagebeugel voor het monteren van een bekleding aan een wand.

Montagebeugels van dit type zijn algemeen bekend. Een of meer van dergelijke montagebeugels kunnen aan een wand worden gemonteerd, waarbij een bekleding vervolgens kan worden gemonteerd aan een of meer van de montagebeugels. Deze zijn in het algemeen uit metaal vervaardigd. Door deze montagebeugels te gebruiken kan er een open ruimte tussen de wand en de bekleding worden geschapen, die voordelig kan zijn bij het vermijden van problemen met vochtigheid en/of bij het verbeteren van isolatie van de wand. In de open ruimte tussen de wand en de bekleding kan indien nodig additionele isolatie worden toegevoegd. Een dergelijke montagebeugel is vaak voorzien van een wandplaat die is ingericht om op de wand aan te grijpen en aan de wand in hoofdzaak evenwijdig aan die wand te worden vastgezet, en van een eerste en een tweede beugelarm die zich in hoofdzaak dwars vanaf de wandplaat uitstrekken.

Doordat de bekleding in het algemeen in hoofdzaak evenwijdig aan de wand dient te worden gemonteerd, kan het bij bekende systemen uit de stand van de techniek een probleem zijn dat de vorm van de montagebeugel nogal gecompliceerd is, met onder meer verschillende hoekige verbindingen tussen de wand aangrijpende delen, de ruimte scheppende elementen, zoals de beugelarmen, en/of de bekleding aangrijpende delen. Daardoor kan het aan de wand monteren van de montagebeugels, en/of het aan de montagebeugels monteren van de bekleding nogal lastig zijn en relatief lang duren, waardoor installatiekosten toenemen. Tegelijkertijd kan het

BE2018/5340 vervaardigen van de montagebeugels relatief ingewikkeld zijn, en daarom ook relatief duur zijn.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een of meer van de bovengenoemde problemen op te lossen of te verminderen. In het bijzonder beoogt de uitvinding het verschaffen van een verbeterde montagebeugel die relatief snel aan een wand kan worden gemonteerd. Het is tevens een doel van de uitvinding een betrouwbare, toch relatief kosten-efficiënte montagebeugel te verschaffen.

Daartoe wordt volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding voorzien in een montagebeugel die gekenmerkt wordt door de maatregelen van conclusie 1. In het bijzonder is de montagebeugel voor het monteren van een bekleding aan een wand voorzien van een wandplaat die is ingericht om in hoofdzaak evenwijdig aan de wand aan die wand te worden vastgezet en van een eerste en een tweede beugelarm die zich in hoofdzaak dwars vanaf de wandplaat uitstrekken. Een verbinding van de eerste beugelarm met de wandplaat is in hoofdzaak evenwijdig aan en op afstand van een verbinding van de tweede beugelarm met de wandplaat gelegen, zodanig dat een balkopneemruimte aanwezig is tussen de twee beugelarmen. Doordat de wandplaat is ingericht om in hoofdzaak evenwijdig aan de wand gemonteerd te worden, kan de wandplaat over een relatief groot oppervlak op de wand aangrijpen, waarmee aldus wordt voorzien in een stabiele bevestiging voor de montagebeugel aan de wand. Daarnaast dragen de in hoofdzaak evenwijdige beugelarmen, die voorzien in een opneemruimte voor een steunbalk daartussen, bij aan een montagebeugel die relatief gemakkelijk kan worden gemonteerd. Tegelijkertijd kan de relatief eenvoudige vorm van de montagebeugel leiden tot een relatief kosten-efficiënte fabricage van de montagebeugel.

De montagebeugel is bij voorkeur gemaakt van kunststof oftewel plastic, bij voorkeur van gerecycled plastic. Het plastic kan bijvoorbeeld polypropyleen (PP) of polyethyleen (PE) zijn, welk materiaal een relatief

BE2018/5340 solide montagebeugel kan verschaffen, die relatief makkelijk te vervaardigen is, waardoor kosten verlaagd worden. Met name door het gebruik van gerecycled plastic kunnen fabricagekosten verlaagd worden. In tegenstelling tot metalen montagebeugels heeft een montagebeugel van plastic het voordeel dat deze minder gevoelig is voor bijvoorbeeld vochtigheid, of vervuiling, die kunnen leiden tot corrosie van de beugel. Daarnaast is plastic een betere isolator dan metaal. Bovendien maakt het gebruik van plastic montagebeugels een relatief snel monteren mogelijk van steunbalken, die bijvoorbeeld houten steunbalken kunnen zijn, aan de montagebeugels, bijvoorbeeld door vastschroeven, vastbouten, en/of door gebruik te maken van pneumatische, elektrische, of met gas werkende vernagelapparaten, hetgeen moeilijker of zelfs onmogelijk is met metalen montagebeugels.

De montagebeugel is bij voorkeur vervaardigd als een enkel stuk, aangezien elk soort onderdeel dat bijvoorbeeld voegen, naden of lassen omvat de sterkte van de montagebeugel kan verzwakken. In het geval van een plastic montagebeugel kan de montagebeugel bijvoorbeeld vervaardigd zijn door extrusie of, als alternatief, door spuitgieten.

Op voordelige wijze hebben de eerste beugelarm en de tweede beugelarm een in hoofdzaak driehoekige vorm, in het bijzonder een in hoofdzaak gelijkbenige vorm. Deze vorm kan een relatief brede verbindingsbasis van de eerste en tweede beugelarm met de wandplaat verschaffen, en daarbij tegelijkertijd een kleinere top verschaffen, wat kan leiden tot een relatief goede ondersteuning en balans van het gewicht van de steunbalken, en tegelijkertijd gemakkelijk inbrengen van een steunbalk in de balkopneemruimte tussen de eerste en tweede beugelarm mogelijk maakt. Ook kan het verschaffen van een in hoofdzaak driehoekige vorm van de beugelarmen zorgen voor een relatief stijve ondersteuning, waarmee doorbuigen of torsie als gevolg van gewicht en/of andere belastingen, zoals

BE2018/5340 omgevingsbelastingen, wordt voorkomen. De top van de driehoekige vorm op afstand van de wandplaat kan bijvoorbeeld worden afgerond.

De eerste en/of tweede beugelarm kunnen zijn voorzien van lijnen of groeven die ongeveer evenwijdig aan de wandplaat lopen. Deze lijnen of groeven verschaffen een gemakkelijke indicatie van de afstand tussen de wandplaat en de steunbalk en/of de bekleding, welke afstand afhankelijk van de keuze van de isolatiedikte kan variëren. Na vastzetten van de montagebeugel aan de wand kunnen de benodigde isolatieplaten aan de wand worden gemonteerd. Een steunbalk kan vervolgens op de gewenste positie aan de wandbeugel gemonteerd worden, zodanig dat de isolatie tussen de wandbeugel en de bekleding past. Als alternatief kunnen de steunbalken op een bepaalde afstand gemonteerd worden en kunnen de isolatiepanelen daar tussenin worden aangebracht. Na monteren van de steunbalken aan de wandbeugel kunnen de beugelarmen voorbij de steunbalk worden afgesneden of gezaagd, bij voorkeur bij een dergelijke vooraf bepaalde lijn of groef, om de beugelarm tot de benodigde afstand in te korten. Als zodanig kunnen dergelijke lijnen of groeven voorzien in een gemakkelijke indicatie van de positionering van een steunbalk en/of kunnen zij zorgen voor een gemakkelijk inkorten van de beugelarmen.

De eerste en/of tweede beugelarm kunnen daarnaast zijn voorzien van een uitsnede, die soortgelijk in vorm, in een geometrische zin, kan zijn aan de vorm van de eerste en/of tweede beugelarm, d.w.z. de uitsnede en de beugelarm kunnen dezelfde vorm hebben, behoudens een herschaling, en wel zo dat een van hen herschaald, geherpositioneerd, en herschikt kan worden, zodanig dat de een precies samenvalt met de ander. De uitsnede kan besparingen in materiaal en/of gewicht mogelijk maken.

Een hoek tussen de eerste en/of tweede beugelarm en de wandplaat kan een in hoofdzaak rechte hoek insluiten of een hoek die kleiner is dan een in hoofdzaak rechte hoek, bijvoorbeeld om een klemmende kracht op een steunbalk in de balkopneemruimte uit te kunnen oefenen. Tijdens een

BE2018/5340 fabricageproces van de beugelarm kan genoemde hoek ook groter dan een in hoofdzaak rechte hoek zijn, bijvoorbeeld om lossen uit de matrijs te vergemakkelijken. In dat geval kan de hoek een in hoofdzaak rechte hoek worden door een temperatuurval en plooien en zetten van het materiaal van de montagebeugel. Op voordelige wijze staan de beugelarmen haaks op de wandplaat tijdens gebruik, teneinde opnemen van een steunbalk tussen de beugelarmen te vergemakkelijken.

Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt voorzien in een werkwijze voor het monteren van een bekleding aan een wand, die wordt gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 5. Deze werkwijze kan een of meer van de bovenstaande voordelen verschaffen.

De onderhavige uitvinding wordt verder toegelicht onder verwijzing naar figuren van uitvoeringsvoorbeelden. Overeenkomstige elementen worden met overeenkomstige verwijzingstekens aangeduid.

Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een montagebeugel volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van de montagebeugel van Figuur 1;

Figuur 3 toont een schematisch aanzicht in doorsnede langs lijn A van Figuur 2;

Figuur 4 toont een schematisch bovenaanzicht van de montagebeugel van Figuur 1;

Figuur 5 toont een schematisch perspectiefaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een montagebeugel volgens de uitvinding;

Figuur 6 toont een schematisch perspectiefaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een montagebeugel volgens de uitvinding;

Figuur 7 toont een perspectiefaanzicht van een tweetal montagebeugels zoals getoond in Figuur 1;

BE2018/5340

Figuur 8 toont een perspectiefaanzicht van een wand voorzien van twee steunbalken die zijn bevestigd aan vier montagebeugels volgens de uitvoeringsvorm van Figuur 1;

Figuur 9 toont een perspectiefaanzicht van een wand voorzien van een bekleding die is gemonteerd op een meervoudig aantal montagebeugels volgens de uitvoeringsvorm van Figuur 1.

Figuur 1 toont een perspectiefaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een montagebeugel 1 volgens de uitvinding. De montagebeugel 1 omvat een wandplaat 2 die is ingericht om te worden vastgezet aan een wand die bekleding behoeft. De wandplaat 2 heeft bij voorkeur een in hoofdzaak rechthoekige vorm. De montagebeugel 1 omvat verder een eerste beugelarm 3 en een tweede beugelarm 4 die zich dwars vanaf de wandplaat 2 uitstrekken. Meer in het bijzonder sluit de eerste beugelarm 3 aan op de wandplaat 2 langs een eerste lange zijde 5 van de in hoofdzaak rechthoekige wandplaat 2 en sluit de tweede beugelarm 4 aan op de wandplaat 2 langs een tweede lange zijde 6 tegenover de eerste lange zijde 5 van de in hoofdzaak rechthoekige wandplaat 2, zodanig dat een verbinding van de eerst beugelarm 3 met de wandplaat 2 in hoofdzaak evenwijdig aan en op afstand van een verbinding van de tweede beugelarm 4 met de wandplaat 2 is gelegen. Als zodanig is een balkopneemruimte 7 aanwezig tussen de twee beugelarmen 3, 4. De montagebeugel 1 kan bij voorkeur vervaardigd zijn als een eendelige beugel. De beugel 1 kan vervaardigd zijn van plastic, zoals bijvoorbeeld polypropyleen (PP) of polyethyleen (PE), of bij grotere voorkeur van een combinatie van gerecyclede kunststoffen, bijvoorbeeld middels een extrusieproces of bijvoorbeeld middels spuitgieten, of op enige andere bekende wijze.

Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van de montagebeugel 1 van Figuur 1. De eerste en tweede beugelarmen 3, 4 van deze uitvoeringsvorm hebben een in hoofdzaak driehoekige vorm, bij voorkeur een vorm van een in hoofdzaak gelijkbenige driehoek. Een tophoek 8 van de

BE2018/5340 in hoofdzaak driehoekige beugelarm kan afgerond zijn, zoals getoond, maar dat hoeft niet. De eerste en tweede beugelarmen 3, 4 zijn voorzien van een meervoudig aantal in hoofdzaak evenwijdige lijnen 17, die in hoofdzaak evenwijdig lopen aan de eerste en tweede lange zijden 5, 6 van de in hoofdzaak rechthoekige wandplaat 2. Deze lijnen kunnen een gebruiker helpen om een steunbalk in de balkopneemruimte 7 uit te lijnen, zodanig dat de steunbalk in hoofdzaak evenwijdig is aan de wand, zoals getoond in Figuur 8 and 9. In plaats van lijnen zouden voor hetzelfde doel ook groeven gebruikt kunnen worden. De eerste en/of tweede beugelarmen 3, 4 kunnen tevens zijn voorzien van een uitsnede 9, waarvan de vorm, in een geometrische zin van het woord, in hoofdzaak gelijk is aan de vorm van de eerste en tweede beugelarmen 3, 4. Een basis van de in hoofdzaak driehoekige uitsnede 9 is gemeenschappelijk met een deel van een basis van de gelijke eerste of tweede beugelarm 3, 4. De eerste en/of tweede beugelarm 3, 4 is bij voorkeur symmetrisch ten opzichte van een loodlijn A van de tophoek 8 naar de wandplaat 2. De in hoofdzaak gelijkbenige zijden 10, 11 van de in hoofdzaak driehoekige eerste en/of tweede beugelarmen 3, 4 kunnen tevens zijn voorzien van een of meer paren in hoofdzaak rechthoekige uitsteeksels 12, die een hulpmiddel vormen in het productieproces van de montagebeugels, om de beugels gemakkelijker uit de matrijs te kunnen lossen. Bij wijze van voorbeeld kunnen een eerste en tweede lange zijde 5, 6 van de wandplaat 2 in een voorbeeld een lengte L in een bereik van ongeveer 20-30 centimeter, bij voorkeur circa 26 cm, hebben, terwijl een hoogte H van de eerste en tweede beugelarm 3, 4 ongeveer in een bereik van circa 15-25 cm, bij voorkeur circa 21cm, kan liggen. Deze maten kunnen afhankelijk van het door de montagebeugels 1 te dragen gewicht ook langer of korter zijn, waarmee grotere of kleinere montagebeugels worden verschaft.

Figuur 3 toont een schematisch aanzicht in doorsnede langs lijn A van Figuur 2. Wanneer zij net uit de matrijs komen, sluiten de eerste en

BE2018/5340 tweede beugelarmen 3, 4 van de montagebeugel 1 mogelijk geen rechte hoek met de wandplaat 2 in, maar wijken zij lichtjes af van een rechte hoek, teneinde het lossen uit de matrijs te verbeteren, zodanig dat de balkopneemruimte 7 tussen de eerste en tweede beugelarmen 3, 4 zich verwijdt vanaf de wandplaat 2 in de richting van de top van de eerste en tweede beugelarmen 3, 4. Na koelen kunnen de beugelarmen 3, 4 tot een in hoofdzaak rechte hoek ten opzichte van de wandplaat 2 zijn gekomen, of kunnen ze lichtjes naar elkaar toe hellen. Afhankelijk van de maat van de montagebeugel 1, met name van een hoogte H van de eerste en tweede beugelarmen 3, 4, kan een breedte W van de balkopneemruimte 7 bijvoorbeeld liggen rond ongeveer 85-95 cm bij de wandplaat 2 bij een hoogte H van circa 20-25 cm, bijvoorbeeld ongeveer 21 cm. Zodra de montagebeugel 1 afkoelt zullen de eerste en tweede beugelarmen 3, 4 krimpen, zich zetten en een in hoofdzaak rechte hoek met de wandplaat 2 vormen, of zelfs een hoek kleiner dan 90 graden, bijvoorbeeld om een klemkracht op een steunbalk 16 uit te kunnen oefenen. Een dikte van de wandplaat 2 en/of van de eerste en tweede beugelarmen 3, 4 kan liggen binnen een bereik van ongeveer 0.5-1.5 cm, of meer in geval van relatief zware bekleding. De wandplaat 2 kan ook voorzien zijn van een groef 13 langs een lengterichting van de wandplaat 2, welke groef 13 bij voorkeur gelegen kan zijn langs ongeveer een middellijn van de wandplaat 2. Deze groef 13 kan helpen bij het monteren van de montagebeugel 1 aan een wand in een verticale richting. In plaats van een groef, kunnen als alternatief een of meer lijnen, of andere typen markeringen, zoals kerven, uitsteeksels of uitsneden, bijvoorbeeld op of in de wandplaat 2, dezelfde in hoofdzaak verticale richting markeren tijdens monteren van de montagebeugel aan een wand.

Figuur 4 toont een schematisch bovenaanzicht van de montagebeugel 1 van Figuur 1. De wandplaat 2 kan zijn voorzien van een meervoudig aantal boorgaten 14, bijvoorbeeld twee boorgaten, die op afstand van elkaar langs een middellijn C van de wandplaat 2 zijn

BE2018/5340 aangebracht, waardoor bevestigingsmiddelen, zoals bouten of andere dergelijke middelen, zich kunnen uitstrekken om de montagebeugel 1 aan een te bekleden wand vast te zetten. Zoals te zien valt in Figuren 2-4 is de uitvoeringsvorm van de montagebeugel zoals getoond in Figuren 1-4 symmetrisch ten opzichte van as A, getoond in Figuur 2, en tevens symmetrisch ten opzichte van een vlak dat dwars ten opzichte van de wandplaat 2 staat en een middellijn C van de wandplaat 2 omvat waarlangs groef 13 zich uitstrekt. Met deze symmetrie kan worden voorzien in een relatief eenvoudige vorm voor de montagebeugel, die relatief gemakkelijk kan worden vervaardigd en aan een wand kan worden gemonteerd.

Figuur 5 toont een schematisch perspectiefaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een montagebeugel 1' volgens de uitvinding. De eerste en tweede beugelarmen 3', 4' hebben thans een in hoofdzaak afgeknotte driehoekige vorm, gezien vanaf de wandplaat 2', of, met andere woorden, in hoofdzaak een trapeziumvorm. Anders dan bij de eerste uitvoeringsvorm verschilt de eerste beugelarm 3' van de tweede beugelarm 4', en is die niet meer gelijk in vorm in een geometrische zin van het woord aan de tweede beugelarm 4'. Zo is bijvoorbeeld een lengte van de verbinding 5' van de eerste beugelarm 3' met de wandplaat 2' langer dan een lengte van de verbinding 6' van de tweede beugelarm 4'. De eerste en tweede beugelarmen 3', 4' kunnen zijn voorzien van een meervoudig aantal geprefabriceerde boorgaten 15' waardoor bevestigingsmiddelen zich kunnen uitstrekken om een steunbalk te bevestigen aan de eerste en tweede beugelarmen 3', 4'.

Figuur 6 toont een schematisch perspectiefaanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een montagebeugel 1 volgens de uitvinding. Zoals reeds geldt voor de tweede uitvoeringsvorm verschilt de eerste beugelarm 3 van de tweede beugelarm 4. In dit geval heeft de tweede beugelarm 4 een in hoofdzaak rechthoekige vorm. Anders dan bij de tweede uitvoeringsvorm zijn boorgaten 15 voorzien over het gehele oppervlak van de eerste en tweede beugelarmen 3, 4, terwijl bij de tweede uitvoeringsvorm de

BE2018/5340 boorgaten 15' alleen zijn voorzien aan een uiteinde van de eerste en tweede beugelarmen 3', 4' tegenover de wandplaat 2'.

Figuur 7 toont een perspectiefaanzicht van een paar montagebeugels 1a, 1b zoals getoond in Figuur 1. De montagebeugels 1a, 1b zijn van het type van de eerste uitvoeringsvorm als getoond in Figuur 1-4. Getoond wordt een deel van een steunbalk 16, die kan worden bevestigd tussen de eerste en tweede beugelarmen 3, 4 in de balkopneemruimte 7 van de montagebeugel 1. Een dergelijke steunbalk 16 kan bij voorkeur een in hoofdzaak rechthoekige of vierkante doorsnede hebben. Afhankelijk van de gewenste afstand tussen de wand en de bekleding kan de hoogte waarop de steunbalk 16 aan de montagebeugel 1 wordt bevestigd worden aangepast aan genoemde gewenste afstand. Aangezien de beugelarmen 3, 4 zich bij voorkeur niet voorbij de steunbalk 16 uitstrekken, kunnen de beugelarmen 3, 4 gemakkelijk op gelijke hoogte met de bevestigde steunbalk worden afgesneden, zoals getoond bij de montagebeugel 1b, bijvoorbeeld langs de lijnen 17 die zijn voorzien op de eerste en tweede beugelarmen 3, 4. De beugelarmen 3, 4 kunnen zijn voorzien van een of meer boorgaten 15 waardoor bevestigingsmiddelen zich kunnen uitstrekken. Als alternatief kunnen de gaten worden gemaakt bij het bevestigen van de steunbalk aan de beugelarmen 3, 4. De balken kunnen aan de beugelarmen 3, 4 worden bevestigd middels uiteenlopende de vakman bekende bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld met bouten, schroeven, deuvels of bij voorkeur met hammer-in of slagpluggen, die relatief snel bevestigen van de steunbalk 16 aan de montagebeugel mogelijk maken.

Figuur 8 toont een perspectiefaanzicht van een wand 18 voorzien van twee steunbalken 16, die elk zijn bevestigd aan twee montagebeugels 1 volgens de uitvoeringsvorm van Figuur 1. Bij het monteren van een bekleding aan een wand 18 worden eerst een of meer montagebeugels 1 vastgezet aan de wand 18, bijvoorbeeld middels bouten, klinknagels, schroeven of andere bekende bevestigingsmiddelen. De montagebeugels 1

BE2018/5340 worden zodanig aan de wand 18 gemonteerd dat de balkopneemruimte 7 in een in hoofdzaak verticale richting is georiënteerd. In geval van een meervoudig aantal montagebeugels 1, zoals het geval is bij Figuur 8, worden de balkopneemopeningen 7 van ten minste twee montagebeugels 1 in elkaars verlengde gemonteerd. Montagebeugels die niet in elkaars verlengde liggen worden bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar gemonteerd. Vervolgens wordt een steunbalk 16 in de balkopneemopening 7 van de montagebeugel 1 gemonteerd en daaraan bevestigd, bijvoorbeeld middels slagpluggen. Een enkele steunbalk 16 kan bijvoorbeeld worden gemonteerd aan een meervoudig aantal montagebeugels waarvan de balkopneemopeningen 7 in elkaars verlengde liggen. Zodra de steunbalken aan de montagebeugels 1 zijn gemonteerd kan de bekleding aan de steunbalken worden gemonteerd, zoals getoond in Figuur 9.

Figuur 9 toont een perspectiefaanzicht van een wand 18' voorzien van een bekleding 19 die is gemonteerd op een meervoudig aantal montagebeugels 1 volgens de uitvoeringsvorm van Figuur 1. De bekleding 19 kan worden gemonteerd op een wijze gelijk aan de werkwijze uiteengezet onder Figuur 8. Afhankelijk van de maat van de te bekleden wand en van het gewicht van de door de montagebeugels 1 te ondersteunen bekleding kan het aantal montagebeugels 1 per steunbalk 16 variëren, evenals de afstand tussen twee in hoofdzaak evenwijdige steunbalken 16, zoals de vakman duidelijk zal zijn. Optioneel kan isolatie op de wand 18 of 18' worden aangebracht alvorens de bekleding 19 aan de steunbalken 16 te monteren. De bekleding 19 kan bijvoorbeeld ieder type panelen omvatten, bijvoorbeeld gemaakt van plastic, glas, hout, of ander bekledingsmateriaal.

Ten behoeve van de duidelijkheid en een beknopte beschrijving zijn hierin kenmerken beschreven als onderdeel van dezelfde of van afzonderlijke uitvoeringsvormen, maar duidelijk zal zijn dat de beschermingsomvang van de uitvinding ook uitvoeringsvormen met combinaties van alle of sommige van de beschreven kenmerken kan

BE2018/5340 omvatten. Ook zal begrepen worden dat de getoonde uitvoeringsvormen dezelfde of soortgelijke onderdelen hebben, behalve waar deze worden beschreven als zijnde anders.

In de conclusies dienen eventuele tussen haakjes geplaatste verwijzingstekens niet als de conclusie beperkend opgevat te worden. Het woord 'omvatten' sluit de aanwezigheid van andere kenmerken of stappen dan diegene die in een conclusie genoemd zijn niet uit. Het woord 'een' dient voorts niet opgevat te worden als zijnde beperkt tot 'slechts één', maar wordt gebruikt in de zin van 'ten minste een' en sluit een meervoudig aantal niet uit. Het enkele feit dat bepaalde maatregelen in onderling verschillende conclusies worden weergegeven betekent niet dat een combinatie van deze maatregelen niet met enig voordeel toegepast kan worden. Vele varianten zullen zich bij de vakman aandienen. Alle varianten worden geacht binnen de beschermingsomvang van de uitvinding als bepaald in de hierna volgende conclusies te vallen.

Claims

1. Montagebeugel voor het monteren van een bekleding aan een wand, welke montagebeugel een wandplaat omvat die is ingericht om aan de wand in hoofdzaak evenwijdig aan genoemde wand te worden vastgezet en een eerste en een tweede beugelarm die zich in hoofdzaak dwars vanaf genoemde wandplaat uitstrekken, waarbij een verbinding van genoemde eerste beugelarm met de wandplaat in hoofdzaak evenwijdig aan en op afstand van een verbinding van genoemde tweede beugelarm met genoemde wandplaat is gelegen, zodanig dat een balkopneemruimte aanwezig is tussen genoemde twee beugelarmen.

2. Montagebeugel volgens conclusie 1, waarbij de montagebeugel is vervaardigd van plastic, bij voorkeur gerecycled plastic.

3. Montagebeugel volgens een of meer der voorgaande conclusies, waarbij de montagebeugel is vervaardigd als een enkel stuk.

4. Montagebeugel volgens een of meer der voorgaande conclusies, waarbij de eerste beugelarm en de tweede beugelarm een in hoofdzaak driehoekige vorm hebben.

5. Werkwijze voor het monteren van een bekleding aan een wand, die de volgende stappen omvat:

- vastzetten van een montagebeugel volgens een of meer der voorgaande conclusies aan de wand, zodanig dat de balkopneemopening in een in hoofdzaak verticale richting is georiënteerd;

- monteren van een steunbalk aan de balkopneemopening van de montagebeugel;

- monteren van een bekleding aan de steunbalk.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij een meervoudig aantal montagebeugels in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar worden vastgezet aan

BE2018/5340 de wand, zodanig dat de balkopneemopeningen van ten minste twee montagebeugels in elkaars verlengde liggen.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de steunbalk is gemonteerd aan een meervoudig aantal montagebeugels waarvan de

5 balkopneemopeningen in elkaars verlengde liggen.