BE1026147B1 - Samenstelling voor een voedingsadditief voor dieren en werkwijze om het additief toe te dienen. - Google Patents

Abstract

Voedingsadditief voor dieren dat nanopartikels van metallisch ilzer (Fe°) bevat in een mantel van propyleenglycol, en omgeven door boterzuur- monoglycerolester. Het voedingsadditief wordt aan het drinkwater van dieren toegevoegd aan 20 mg Fe°/liter drinkwater ter voorkoming van E. Coli infecties en de daaraan verbonden diarree.

Description

Samenstelling voor een voedingsadditief voor dieren en werkwijze om het additief toe te dienen.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een samenstelling voor een voedingsadditief en op een werkwijze om het additief toe te dienen.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het voorkomen van E.Coli infecties en dit vooral bij zeer jonge dieren.

Het is bekend dat jonge dieren, bijvoorbeeld in de varkenshouderij, dikwijls vroegtijdig gescheiden worden van hun spenende moeder, waarna hun voeding overgeschakeld wordt naar industriële voeding.

Het is ook bekend dat de overgeschakelde dieren hierop reageren door te lijden aan diarree. Om hieraan te verhelpen worden hiervoor gemedicineerde voeders gemaakt die antibiotica bevatten zoals Colistine.

Een nadeel van deze preventieve manier van werken met antibiotica, is dat de vorming van antibioticaresistente bacteriën hiermee in de hand wordt gewerkt.

Om het gebruik van antibiotica te vermijden, worden ook voeders met zinkoxide als werkzaam bestanddeel gebruikt.

Het CVMP (Comité voor Medicinale Producten voor Diergeneeskundig gebruik) gaf reeds in maart 2017 een negatief advies over het gebruik van zinkoxide, omdat de

BE2018/5213 voordelen van zinkoxide voor diarreepreventie niet opwegen tegen de risico's van accumulatie van het zware metaal zink in het milieu. In Nederland is het gebruik van zinkoxide reeds verboden.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden, doordat zij voorziet in een voedingsadditief dat toelaat het optreden van diarree bij jonge dieren na overschakeling naar industriële voeding te voorkomen.

Hiertoe betreft de uitvinding een voedingsadditief voor dieren met volgende samenstelling:

- mengsel A, bestaande uit

1) 20 gew% van metallisch ijzer (Fe⁰) in nanopartikels kleiner dan 50 nm met een specifieke oppervlakte groter dan 25 m²/g en een densiteit van 1,20 g/cm³ bij 20°C;

2) 4-12 gew% magnetiet (FesCh);

3) 0-1 gew% koolstof (C);

4) 71-72 gew% propyleenglycol (C3H8O2)

- product B, zijnde boterzuur-monoglycerolester (C7H14O4)

Het voedingsadditief AB volgens de uitvinding wordt gevormd door 10 gew% mengsel A toe te voegen aan 90 gew% product B.

Product B stabiliseert het mengsel A bij toepassing in drinkwater.

BE2018/5213

De uitvinding betreft ook een werkwijze om het voedingsadditief AB toe te dienen aan dieren zoals varkens, rundvee, pluimvee, landbouwhuisdieren en andere.

Bij deze werkwijze wordt het voedingsadditief AB toegepast in drinkwater door 1 liter AB toe te voegen aan 1000 liter drinkwater voor de dieren, waarna 1 liter drinkwater dan 20 mg Fe⁰ bevat.

Een voordeel van deze werkwijze is dat bij zoötechnische

proeven op biggen geen	enkel waarneembaar	neveneffect	op
biggen werd waargenomen	en een positieve	invloed	op	de
zuiverheid van drinkwaterleidingen.
De werking van het	voedingsadditief	berust	op	de

beïnvloeding van de assimilatie van ijzer (Fe²⁺) door E.coli bacteriën in de darm, waardoor de proliferatie van E.coli bestreden wordt.

Het gebruik van het voedingsadditief AB in de kleine hoeveelheden waarmee men het toedient leidt tot ijzeroxiden die geen risico voor het milieu vormen, vermits men van nature ijzeroxiden in de bodem vindt.

Om de goede werking van het metallisch ijzer te waarborgen dient men oxiderende producten in het drinkwater zoals peroxiden, dichloor, ozonbehandeling of andere desinfectantia of het beluchten van het drinkwater te vermijden.

BE2018/5213

Het boterzuur-monoglycerolester heeft een beschermende en solvaterende invloed op de metallische ijzer nanodeeltjes, en helpt ze in oplossing te houden in water.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende toepassing beschreven van de samenstelling voor een voedingsadditief voor dieren en een werkwijze om het additief toe te dienen volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

figuur 1 de chemische structuur van boterzuurmonoglycerolester weergeeft;

figuur 2 schematisch het voedingsadditief AB volgens de uitvinding weergeeft;

figuur 3 schematisch de werkwijze voor het toedienen het voedingsadditief AB aan biggen weergeeft.

In figuur 1 is schematisch de chemische structuur 1 van boterzuur-monoglycerolester (C7H14O4) voorgesteld, ook product B genoemd in het voedingsadditief, volgens de uitvinding.

In figuur 2 is schematisch de structuur voorgesteld van het voedingsadditief AB 2 volgens de uitvinding, bestaande uit nanodeeltjes van metallisch ijzer (Fe⁰) kleiner dan 50 nm 3, omgeven door een mantel 4 van propyleenglycol. Voor gebruik in drinkwater is nog een solvaterende mantel 5 van boterzuur-monoglycerolester vereist om het metallisch ijzer opgelost te houden.

BE2018/5213

In figuur 3 is schematisch de werkwijze weergegeven waarmee voedingsadditief AB aan jonge biggen of andere dieren toegediend wordt, namelijk door 1 liter AB voedingsadditief toe te voegen aan 1000 liter drinkwater voor de dieren, waardoor het drinkwater dan 20 mg Fe⁰ /liter water bevat. Het drinkwater wordt toegediend vanaf het ogenblik dat de biggen 6 omgeschakeld worden naar industriële voeding ter voorkoming van diarree.

De werking van het voedingsadditief AB is vermoedelijk het inhiberen van de proliferatie van E.coli bacteriën in de darm van de jonge dieren, door de assimilatie van metallisch ijzer (Fe⁰) door de E.coli bacteriën, waardoor de ontwikkeling van diarree voorkomen wordt.

Het spreekt vanzelf dat het stabiliserend propyleenglycol door variante structuren met eenzelfde werking kan vervangen worden voor zover die ook eetbaar zijn voor de dieren.

Ook het solvaterend boterzuur-monoglycerolester kan vervangen worden door variante structuren met een zelfde werking voor zover ze eetbaar zijn en niet milieubelastend.

De nanopartikels van metallisch ijzer (Fe⁰) dienen beschermd te zijn tegen oxidatie, zoniet zullen ze aan de lucht snel oxideren tot ijzeroxides, die de gewenste inhiberende werking op E.coli niet meer verschaffen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven

BE2018/5213 uitvoeringsvorm, doch een dergelijke samenstelling van een voedingsadditief en een werkwijze om het additief met nanopartikels van metallische ijzer toe te dienen kan volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten 5 het kader van de uitvinding te treden, zoals deze in de volgende conclusies beschreven is.

Claims (4)

1. Conclusies .

   1. - Samenstelling van een voedingsadditief voor dieren daardoor gekenmerkt dat het tenminste een mengsel bevat bestaande uit:

   1) 20 gew% van metallisch ijzer in nanopartikels kleiner dan 50 nm met een specifieke oppervlakte groter dan 25 m²/g en een densiteit van 1,20 g/cm³ bij 20°C;
2. 2) 4-12 gew% magnetiet (FesCu);
3. 3) 0-1 gew% koolstof (C);
4. 4) 71-72 gew% propyleenglycol (C3H8O2) .

   2. - Samenstelling van een voedingsadditief volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat aan het mengsel van het voedingsadditief boterzuur-monoglycerolester wordt toegevoegd in een verhouding 10 gew% mengsel/90 gew% boterzuur-monoglycerolester.

   3. - Werkwijze voor het toedienen van een voedingsadditief voor dieren, daardoor gekenmerkt dat een samenstelling volgens conclusie 2 wordt toegevoegd aan het drinkwater voor dieren aan een concentratie van 20 mg Fe°/liter drinkwater.