BE1021009B1 - Samenstelling van middenlange vetzuurketens voor gebruik als voederadditief. - Google Patents

Abstract

SAMENSTELLING VAN MIDDENLANGE VETZUURKETENS VOOR GEBRUIK ALS VOEDERADDITIEF De huidige uitvinding betreft een samenstelling omvattende middenlange vetzuurketens met een ketenlengte tussen 6 en 12 koolstofatomen, of zouten, mono-, di-, triglycerides, esters of amiden hiervan voor gebruik als voederadditief bij dieren, waarbij de samenstelling laurinezuur (C12) en minstens één ander middenlange vetzuurketen omvat met het kenmerk dat de totale hoeveelheid middenlange vetzuurketens in de samenstelling voor minstens uit 95% laurinezuur bestaat of waarbij de samenstelling laurinezuur of een zout, mono-, di-, of triglyceride, ester of amide hiervan bevat, en minstens één ander middenlange vetzuurketen gekozen uit de groep van capronzuur (C6), caprylzuur (C8), en/of caprinezuur (C10) met het kenmerk dat verhouding tussen laurinezuur (C12) en de som van de andere aanwezige middenlange vetzuurketens in de samenstelling minstens 0.1 bedraagt.

Description

SAMENSTELLING VAN MIDDENLANGE VETZUURKETENS VOOR GEBRUIK ALS VOEDERADDITIEF

TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een samenstelling en diervoeder omvattende middenlange vetzuurketens ter verbetering van de immuniteit en intestinale gezondheid van dieren, alsook ter eliminatie van schadelijke pathogenen.

STAND DER TECHNIEK

Door de groeiende druk op de voedselmarkten wordt de vraag naar efficiëntere middelen in de vee-industrie almaar groter. Tevens speelt het ecologisch aspect in deze industrie een al maar grotere rol. Het optimaliseren van diervoeder-efficiëntie, het indijken van infecties en de hieraan direct gerelateerde groei van dieren kan een aanzienlijke invloed hebben op onder andere de ecologische voetafdruk van de vlees-industrie. Er is nood aan maatregelen die hoge voederkosten kunnen reduceren en onderhoudskosten van de voedselproducerende dieren te verminderen. Dit zal tevens rechtstreeks leiden tot het optimaliseren van de winst. Voederadditieven kunnen hierbij een belangrijk hulpmiddel betekenen. Deze kunnen helpen in het bestrijden van pathogene infecties en een positieve invloed bewerkstelligen op bijvoorbeeld de voederconversie. Wat betreft de bestrijding van pathogenen is het tevens belangrijk dat alternatieven voor de nu nog veelgebruikte antibiotica worden aangeboden.

De positieve eigenschappen van middenlange vetzuurketens in een voederadditief-samenstelling voor dieren zijn reeds langer gekend. Laurinezuur bijvoorbeeld is een natuurlijk voorkomende twaalf koolstof-vetzuur dat voorkomt in plantaardige oliën, zoals palm kernei en kokos. Laurinezuur is gekend voor zijn positieve invloed op de voeder-efficiëntie en het bevorderen van groei bij dieren, alsook voor het reduceren van de mortaliteit bij dieren wegens microbiële en gist-infecties. US 2012 004 106 5 beschrijft een voederadditief op basis van gehydrolyseerd distillaat van laurinezuur, waarbij het aandeel laurinezuur in het distillaat minstens tussen de 45% en 75% bedraagt. Het distillaat omvat verder tevens andere vetzuren in een lager percentage. Het is gekend dat deze andere vetzuren, wanneer toegevoegd aan het voeder, tevens een gunstig effect hebben op het algemeen welzijn van een dier.

De gekende samenstellingen uit de stand der techniek bieden echter geen optimale bescherming, veelal daar zij geen rekening houden met het belang van de verhoudingen tussen de onderling aanwezige middenlange vetzuurketens. Goede uitbalancering is echter van cruciaal belang, daar anders de werking van de middenlange vetzuurketens sterk kan verminderen of zelfs niet effectief kan zijn. Omgekeerd geldt tevens: een perfecte uitbalancering van vetzuurketens in een voederadditief kan leiden tot een versterking van de werking van de vetzuren in het additief.

Het is het doel van onderhavige uitvinding om een voederadditief aan te leveren met een optimale samenstelling van laurinezuur en andere middenlange vetzuurketens, waarbij een efficiënte inname van de vetzuurketens gewaarborgd wordt, om aldus een optimale werking te verkrijgen die de algemene gezondheid van dieren zal verbeteren en eventuele ziektebeelden kan verhinderen of onderdrukken.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Onderhavige uitvinding betreft een samenstelling volgens conclusie 1 of 4 en een diervoeder volgens conclusie 14. Aldus heeft onderhavige uitvinding als doel een methode aan te bieden om de voederconversie te verbeteren, de gewichtsefficiëntie te verhogen en het algemene welzijn van de dieren te verhogen, middels toediening van het voederadditief of voeder volgens onderhavige uitvinding.

In het bijzonder omvat de samenstelling volgens onderhavige uitvinding een hoge concentratie laurinezuur, gesupplementeerd met sporen of lage concentraties van één of meerdere middenlange vetzuurketens. Door toevoeging van deze sporen wordt een synergetisch effect bekomen.

In een tweede aspect omvat de samenstelling een specifieke ratio tussen laurinezuur en één of meerdere middenlange verzuurketens. Opnieuw werd gevonden dat een dergelijke ratio een synergetisch effect heeft op de werking van laurinezuur.

In een verder aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze volgens conclusie 16, om de gezondheid van een individu te verhogen, de dagelijkse gewichtstoename te verhogen, de dagelijkse voedingsinname te verhogen, de voederconversie te verlagen, en algemeen het welzijn te verhogen door middel van toediening van het voederadditief of het voeder zoals hierin beschreven volgens de uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een samenstelling, geschikt voor gebruik als voederadditief, met een optimale verhouding tussen laurinezuur en andere middenlange vetzuurketens, geschikt voor gebruik in een diervoeder. Het diervoeder, gesupplementeerd met de samenstelling volgens onderhavige uitvinding verhoogdtde voederconversie, heeft een positief effect op het gewicht, bezit een anti-microbiële werking en heeft verder ook een heilzame werking op het maag-darmkanaal en op de algemene immuniteit van de dieren gevoed met dit voeder. De samenstelling is dermate geoptimaliseerd dat een synergetisch effect wordt bekomen voor laurinezuur en de andere vetzuurketens in de samenstelling.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een segment" betekent een of meer dan een segment.

Wanneer "ongeveer" of "rond" in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term "ongeveer" of "rond" gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.

De termen "omvatten", "omvattende", "bestaan uit", "bestaande uit", "voorzien van", "bevatten", "bevattende", "behelzen", "behelzende", "inhouden", "inhoudende" zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een samenstelling omvattende middenlange vetzuurketens of zouten, mono-, di-, triglyceriden, esters of amiden hiervan voor gebruik als voederadditief bij dieren. Zoals hierin beschreven verwijst de term "middenlange vetzuren keten" of "MLKV" naar vetzuren met een middenlange ketenlengte, waarbij de vetzuren verzadigd of onverzadigd kunnen zijn. Volgens de uitvinding bestaan de MLKVs uit 6 tot 12 koolstofatomen, in het bijzonder capronzuur (C6), caprylzuur (C8), caprinezuur (CIO) of laurinezuur (C12 In het bijzonder omvat het diervoeder een mengsel van middenlange vetzuurketens, waarbij deze bij voorkeur een ketenlengte hebben van 6 tot 12 koolstofatomen.

In een eerste aspect omvat de samenstelling, geschikt als het voederadditief, laurinezuur (C12) en minstens één ander middenlange vetzuurketen, waarbij bij voorkeur laurinezuur minstens 90% bedraagt van de totale overige hoeveelheid middenlange vetzuurketens in de samenstelling. Meer bij voorkeur omvat het gehalte laurinezuur 95% van de totale hoeveelheid middenlange vetzuurketens, nog meer bij voorkeur is dit gehalte minstens 99%. Laurinezuur is gekend als een heilzaam voederadditief. De uitvinders van onderhavige uitvinding kwamen tot het verrassend effect dat de heilzame werking van laurinezuur in een voederadditief (onder andere op voederconversie, groei van dieren, en anti-microbiële werking) kan worden versterkt door toevoeging van sporen van andere vetzuurketens, waarbij een synergistisch effect verkregen. Met de term 'sporen' wordt in onderhavige uitvinding een hoeveelheid van een middenlange vetzuurketen of vetzuurketens bedoeld, waarbij de hoeveelheden van deze vetzuurketens significant lager liggen dan de hoeveelheid van het hoofdbestanddeel (of -delen). Bij voorkeur zal een spoorelement of spore van een vetzuurketen minder dan 10% gewichts- of volumepercentage van de totale hoeveelheid van het hoofdbestanddeel bevatten. Meer bij voorkeur zal dit minder dan 5% zijn, nog meer bij voorkeur minder dan 1%. In het licht van onderhavige uitvinding geldt laurinezuur als hoofdbestanddeel. De andere vetzuurketens worden bij voorkeur gekozen uit de groep van capronzuur (C6), caprylzuur (C8) en/of caprinezuur (CIO). Bij voorkeur omvat de samenstelling minstens één of meerdere van deze MLKVs. Meer bij voorkeur omvat de samenstelling sporen van zowel capronzuur (C6), caprylzuur (C8) als caprinezuur (CIO).

In een tweede aspect omvat onderhavige uitvinding een uitgebalanceerde samenstelling op basis van laurinezuur (C12) en één of meerdere MLKVs gekozen uit de groep van capronzuur (C6), caprylzuur (C8) en/of caprinezuur (CIO), in een geoptimaliseerde verhouding. De onderlinge verhouding tussen laurinezuur en de verschillende middenlange vetzuurketens uit onderhavige uitvinding werd dermate bepaald om tot een optimale werkzaamheid te komen. De term 'verhouding' uit onderhavige uitvinding dient te worden begrepen als een verhouding tussen de gehaltes aan middenlange vetzuurketens en kan zowel als een gewichts- of volumeverhouding worden geïnterpreteerd.

Bij voorkeur zal de verhouding tussen laurinezuur en de som van de andere aanwezige vetzuren in het voederadditief minstens 0.1 bedragen. In een andere uitvoeringsvorm zal de verhouding tussen laurinezuur (C12) en de som van de andere aanwezige middenlange vetzuurketens hoogstens 99 bedragen.

In een voorkeursvorm omvat het voederadditief naast laurinezuur, minstens één ander vetzuur gekozen uit de groep van capronzuur (C6), caprylzuur (C8), en caprinezuur (CIO). In de meest geprefereerde voorkeursvorm zal het voederadditief naast laurinezuur (C12), tevens capronzuur (C6), caprylzuur (C8), caprinezuur (CIO) omvatten.

Bij voorkeur zal de verhouding C12/(C6+C8+C10) minstens 0.1 bedragen. In een verdere voorkeursvorm zal deze verhouding maximaal 99 bedragen.

Bijgevolg zal in de meest geprefereerde uitvoeringsvorm volgende verhouding aangehouden worden: 99>C12/(C6 + C8 + C10)>0.1.

Deze verhouding van middenlange vetzuurketens bleek een bijzonder effectieve antimicrobiële werking te bezitten en algemeen een zeer positieve invloed te hebben op het welzijn van de dieren gevoed met voeder gesupplementeerd met deze samenstelling en op de voederconversie van deze dieren.

In een verdere uitvoeringsvorm, kunnen de middenlange vetzuurketens in beide samenstellingen chemisch gemodificeerd worden en worden de middenlange vetzuurketens voorzien van zijketens, zoals, zonder limitatie, één of meerdere alkylgroepen, bij voorkeur C1-C10 alkylgroepen, in het bijzonder methyl of ethyl groepen. In een andere voorkeursvorm, omvat het voederadditief afgeleiden van middenlange vetzuurketens. Zoals hierin beschreven, verwijst de term "afgeleide van een MLKV" naar een MLKV waarvan de carboxylgroep reversibel geconverteerd is tot een andere groep, bij voorkeur, maar zonder limitatie, tot een zout, een amide, ester of glyceride. Zoals hierin beschreven, verwijst de term "vrij MLKV" naar een MLKV dat niet geconverteerd is naar een zout of een afgeleide (zoals een amide, ester of glyceride).

Het gebruik van zouten of esters bijvoorbeeld zal de verspreiding van kwalijke geuren verhinderen, welke mogelijk optreden bij het gebruik van de vrije vetzuren. In bepaalde gevallen, zeker bij hoge concentraties aan middenlange vetzuren in het diervoeder, kan het zijn dat het voedsel niet efficiënt wordt opgenomen door de dieren, omwille van deze storende geur. Dit kan worden voorkomen door afgeleiden van vetzuren te gaan incorporeren in de samenstelling en/of voeder, in plaats van vrije vetzuren.

Bij voorkeur zullen de samenstellingen volgens onderhavige uitvinding aangewend worden voor het verbeteren van de voederconversie, het verhogen van de groei-efficiëntie en het verlagen van de mortaliteit bij dieren, alsook ter bestrijding van pathogenen. Er werd gevonden dat deze samenstellingen een optimaal effect hadden op deze drie variabelen, wanneer vergeleken met voederadditieven en samenstellingen uit de stand der techniek. Zowel de combinatie van hoge concentraties laurinezuur met sporen van andere middenlange vetzuurketens alsook een specifieke verhouding tussen laurinezuur en andere middenlange vetzuurketens blijken voor een synergistische werking te zorgen. De effecten op voederconversie, groei-efficiëntie en gezondheid van de dieren bleken hoger bij het voederadditief volgens onderhavige uitvinding, wanneer vergeleken met samenstelling bestaande uit andere verhoudingen laurinezuur/middenlange vetzuurketens, of puur laurinezuur.

De term voederconversie is een gekende term uit de stand der techniek, en refereert naar de ratio tussen de hoeveelheid toegediend of geconsumeerd voedsel en de hoeveelheid geproduceerde eenheden van bijvoorbeeld melk, eieren, etc.

De term groei-efficiëntie is tevens gekend in de stand der techniek en verwijst naar de ratio tussen groeitoename per hoeveelheid opgenomen voedsel. De term 'groei' kan zowel verwijzen naar een toename in gewichtsmassa van het volledige dier, of naar een toename in gewichtsmassa van een specifiek weefsel (in het bijzonder een spierweefsel).

In een uitvoeringsvorm wordt de samenstelling of het voeder volgens de uitvinding zoals hierin beschreven aangewend voor het selectief elimineren, onderdrukken of reguleren van één of meerdere enteropathogenen, die geselecteerd zijn uit de groep bestaande uit filamenteuze micro-organismen en micro-organismen met adhesiestructuren, Gram negatieve bacteriën, Gram positieve bacteriën, schimmels, gisten en virussen. Onder "(entero)pathogenen", in tegenstelling tot "gunstige of niet-pathogene gastroïntestinale microbiële flora" wordt hierin verstaan micro-organismen welke een nadelig effect hebben op de gastheer, in het bijzonder welke ziektes of aandoeningen veroorzaken. Andere vormen van nadelige effecten zijn een verminderde dagelijkse voedselinname, een verminderde dagelijkse gewichtstoename, een vermeerderde voederconversie, en algemeen een verminderde gezondheid en welzijn.

In een verdere uitvoeringsvorm zijn de enteropathogenen geselecteerd uit de groep bestaande uit de bacteriële pathogenen van de genera Streptococcus, Clostridium, Brachispira, Vibrio, Escherichia, Salmonella (zoals, zonder limitatie Salmonella typhimurium, Salmonella enteritidis en Salmonella java), Shigella, Klebsiella, Erwinia, Yersinia, Campylobacter (zoals, zonder limitatie, Campylobacter jejuni, Campylobacter coli, Campylobacter laris, en Campylobacter upsaliensis), Helicobacter, Pseudomonas, Enterococcus en Clostridium; bij voorkeur Brachyspira hyodysenteriae; fungale en gist pathogenen van de genera Penicillium, Aspergillus, Fusarium, Cephalosporum, Saccharomyces, Candida, Fungi Imperfecti en Hemiascomycetes; en virale pathogenen van de genera Norovirus en Rotavirus.

In het bijzonder betreft het hier bij voorkeur infecties met Streptococcus sp. en/of Clostridum sp. Zowel Streptococcus als Clostridium infecties zijn bacteriële infecties die tot een significant inkomstenverlies en verlies in vee leiden. Bijgevolg is het bestrijden van bestaande infecties alsook het voorkomen ervan een uitdaging in de hedendaagse voedingsindustrie. De samenstellingen volgens onderhavige uitvinding blijken een optimaal effect te hebben op zowel Streptococcus als Clostridium sp infecties en kunnen dus maximaal ingezet worden ter bestrijding van deze infecties. De middenlange vetzuurketens volgens onderhavige uitvinding werken op twee manieren. In een eerste instantie zullen zij pathogene micro-organismen in het maag-darmkanaal gaan onderdrukken (inhiberen) of elimineren, waarbij het risico op infecties verminderd wordt. Hierbij zullen bij voorkeur enkel de enteropathogenen worden afgedood en verwijderd, terwijl de gunstige of niet-pathogene gastrointestinale microbiële flora (zoals bv. Lactobacillus) in stand wordt gehouden. In een tweede instantie zal de vermindering in microbiële activiteit in het maagdarmkanaal ervoor zorgen voor een daling in de voederconversie ratio. De voederconversie ratio is een maatstaf voor de efficiëntie waarmee een dier een bepaalde voedselhoeveelheid of -massa kan omzetten naar lichaamsgewicht, en kan worden gedefinieerd als de hoeveelheid geconsumeerd voedsel gedeeld door de winst aan lichaamsgewicht, over een specifieke tijd. Een daling in de voederconversie ratio is aldus gelinkt een verbeterde voeder-efficiëntie in het dier.

In het bijzonder zal de samenstelling volgens onderhavige uitvinding, en het voeder gesupplementeerd met deze samenstelling tevens zorgen voor een verbeterde darmflora en verhogen van de algemene immuniteit bij dieren.

In een uitvoeringsvorm wordt de samenstelling of het voeder volgens de uitvinding zoals hierin beschreven toegediend aan dieren welke geselecteerd worden uit de groep bestaande uit vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren, zoals, zonder limitatie, adulte of juveniele herkauwers, schapen, geiten, runderen, zwijnen, paarden, pluimvee, hoenderen, huisdieren (bv. honden, katten, konijnen, hamsters, cavias) en bij voorkeur geselecteerd uit de groep bestaande uit pluimvee, varkens en herkauwers.

In een uitvoeringsvorm, omvatten de samenstellingen volgens de uitvinding, zoals hierin beschreven, additionele grondstoffen (additieven) en/of groeibevorderende bestanddelen. In een voorkeuruitvoeringsvorm worden de additieven geselecteerd uit de groep bestaande uit aroma's en plantenextracten. In een verdere voorkeuruitvoeringsvorm worden de groeibevorderende bestanddelen geselecteerd uit de groep bestaande uit antibiotica, vitamines, spoorelementen, probiotica, prebiotica, essentiële oliën, enzymen, vetzuren en (an)organische zuren. Niet-limiterende voorbeelden van organische zuren welke in een uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen gebruikt worden omvatten C1-C12 carboxylzuren, in het bijzonder niet-gesubstitueerde carboxylzuren zoals mierenzuur, azijnzuur, propionzuur, boterzuur en valeriaanzuur; en/of gesubstitueerde carboxylzuren zoals adipinezuur, maleinezuur, succinylzuur, citroenzuur, fumaarzuur, wijnsteenzuur, melkzuur, gluconzuur, barnsteenzuur en ascorbinezuur, inclusief cyclische carboxylzuren zoals picolinezuur. De organische zuren kunnen één of meerdere gesubstitueerde of ongesubstitueerde carboxylzuren zijn alsook mengsels hiervan, evenals verzadigde, onverzadigde, cyclische en/of alifatische carboxylzuren of mengsels hiervan, evenals metaalcomplexen en/of zouten hiervan, evenals racemische en /of enantiomere vormen hiervan. IMiet-limiterende voorbeelden van anorganische zuren welke in een uitvoeringsvorm van de uitvinding kunnen gebruikt worden omvatten sterke zuren in kleine hoeveelheden, zoals perchloorzuur (waterstofperchloraat), waterstofjodide, waterstofbromide (broomwaterstofzuur), waterstofchloride (zoutzuur), zwavelzuur en salpeterzuur; evenals zwakke anorganische zuren zoals fosforzuur, waterstoffluoride, onderchlorig zuur en salpeterigzuur.

Andere actieve ingrediënten kunnen onder meer zijn: polyether ionoforen, voedseladditieven zoals monensin, salinomycin, narasin, lasalocid and laidlomycin; antibiotica zoals tetracyclines, bacitracin, avilamycin, nicarbazin, tylosin, tiamulin, lincomycin, virginiamycin, quinolone antibacterials and carbadox; melengesterol acetate; ingrediënten voor de preventie of behandeling van sub-acute rumen acidose zoals sodium bicarbonaat, acarbose en andere amylase or glucosidase inhibitoren; selectieve bèta en adrenergische liganden.

In een uitvoeringsvorm zijn de middenlange vetzuurketens in de samenstellingen volgens de uitvinding aanwezig in vloeibare of vaste vorm. In een verdere uitvoeringsvorm zijn de samenstellingen volgens de uitvinding zoals hierin beschreven geformuleerd als een vloeibare of een vaste vorm. Onder "vaste vorm" wordt in het bijzonder een poeder verstaan. Onder "vloeibare vorm" wordt in het bijzonder een oplossing in water verstaan of een oplossing in olie verstaan. De middenlange vetzuurketens zoals hierin beschreven volgens de uitvinding zijn olie-oplosbaar en kunnen zowel als poeder en als een olie-oplossing voorzien worden.

In een uitvoeringsvorm bedraagt de concentratie van de middenlange vetzuurketens zoals hierin beschreven ten minste 1, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80, 85, 90, 95, 99 gewichts% van de samenstelling. In een verdere uitvoeringsvorm bedraagt de hoeveelheid van de middenlange vetzuurketens zoals hierin beschreven (op basis van droog gewicht) tussen 1 g / 100 g samenstelling (1 gewichts%) en 100 g / 100 g samenstelling (100 gewichts%), bij voorkeur tussen 50 g / 100 g en 90g/ 100 g samenstelling (50-90 gewichts%), meer bij voorkeur tussen 60g / lOOg en 80g /100g. Hierbij wordt verstaan dat de concentratie van de MLKVs zoals hierin beschreven maximaal 100 gewichts% van de samenstelling bedraagt.

In een tweede aspect omvat onderhavige uitvinding een diervoeder gesupplementeerd met één van de samenstellingen volgens de uitvinding. MLKVs komen van nature in principe niet voor in basissamenstellingen van diervoeder. In een eerste aspect zal in het diervoeder aldus minstens 90% van de totale gewichtshoeveelheid aan middenlange vetzuurketens in het diervoeder uit laurinezuur bestaan. Meer bij voorkeur, zal dit minstens 95% zijn, nog meer bij voorkeur zal dit minstens 99% zijn. Bij voorkeur zal het diervoeder na supplementatie met de samenstelling verder ook capronzuur (C6), caprylzuur (C8), caprinezuur (CIO) omvatten.

In een ander aspect zal het diervoeder laurinezuur en minstens één ander middenlange vetzuurketen omvatten, gekozen uit de groep van capronzuur (C6), caprylzuur (C8), caprinezuur (CIO) in een specifieke verhouding. Bij voorkeur zal de verhouding tussen laurinezuur en de ander aanwezige MLKVs zich tussen de 99 en 0.10 bevinden. In een meer geprefereerde uitvoeringsvorm omvat de samenstelling volgens onderhavige uitvinding capronzuur (C6), caprylzuur (C8), caprinezuur (CIO) en laurinezuur (C12) en zal de verhouding tussen laurinezuur (C12) en de som van capronzuur (C6), caprylzuur (C8), caprinezuur (CIO) in het diervoeder minstens 0.1 bedragen, en maximaal 99.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat het diervoeder volgens de uitvinding tot 10 gewichts% van de middenlange vetzuurketens (of zouten, afgeleiden, of mengsels) zoals hierin beschreven. In het bijzonder zal de inclusie-hoeveelheid van het voederadditief in het voeder zich bij voorkeur tussen de 0.01 en 0.2% per totaal gewicht van het voeder bevinden. In een verdere uitvoeringsvorm omvat het voeder een hoeveelheid middenlange vetzuurketens (of zouten, afgeleiden, of mengsels) zoals hierin beschreven (op basis van droog gewicht) tussen 0,01 g / 100 g samenstelling (0,01 gewichts%) en 1 g / 100 g samenstelling (1 gewichts%), bij voorkeur 0,07 g / 100 g samenstelling (0,07 gewichts%).

Bij voorkeur zal de inclusie-hoeveelheid van de samenstelling voorzien dat een dier, gevoed met het diervoeder, de samenstelling in een gehalte tussen 0,1 en 200 mg/kg lichaamsgewicht/dag van het dier verkrijgt.

In een derde aspect omvat onderhavige uitvinding tevens een werkwijze voor het voederen van dieren, met een diervoeder gesupplementeerd met een samenstelling volgens onderhavige uitvinding, waarbij het dier de samenstelling in een gehalte tussen 0,1 en 200 mg/kg lichaamsgewicht/dag verkrijgt.

Bij voorkeur zal de dagelijkse dosis van het voeder voorzien in een opname van het samenstelling tussen de 1 en 100 mg/kg lichaamsgewicht/dag. Bij voorkeur wordt het dier dagelijks gevoed.

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen.

Claims (18)

1. CONCLUSIES

   1. Een samenstelling omvattende middenlange vetzuurketens met een ketenlengte tussen 6 en 12 koolstofatomen, of zouten, mono-, di-, triglycerides, esters of amiden hiervan voor gebruik als voederadditief bij dieren, waarbij de samenstelling laurinezuur (C12) en minstens één ander middenlange vetzuurketen omvat met het kenmerk dat de totale hoeveelheid middenlange vetzuurketens in de samenstelling voor minstens uit 95% laurinezuur bestaat.
2. 2. Samenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 2, met het kenmerk dat de totale hoeveelheid middenlange vetzuurketens in de samenstelling voor minstens uit 99% laurinezuur bestaat.
3. 3. Samenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 2, met het kenmerk dat de samenstelling verder minstens één middenlang vetzuurketen omvat gekozen uit de groep van capronzuur (C6), caprylzuur (C8) en caprinezuur (CIO).
4. 4. Een samenstelling omvattende middenlange vetzuurketens met een ketenlengte tussen 6 en 12 koolstofatomen, of zouten, mono-, di-, triglycerides, esters of amiden hiervan voor gebruik als voederadditief bij dieren, waarbij de samenstelling laurinezuur of een zout, mono-, di-, of triglyceride, ester of amide hiervan bevat, en minstens één ander middenlange vetzuurketen gekozen uit de groep van capronzuur (C6), caprylzuur (C8), en/of caprinezuur (CIO) met het kenmerk dat verhouding tussen laurinezuur (C12) en de som van de andere aanwezige middenlange vetzuurketens in de samenstelling minstens 0.1 bedraagt.
5. 5. Samenstelling volgens conclusie 4 met het kenmerk dat verhouding tussen laurinezuur (C12) en de som van de andere aanwezige middenlange vetzuurketens in de samenstelling hoogstens 99 bedraagt.
6. 6. Samenstelling volgens één der conclusies 4 of 5, met het kenmerk dat de samenstelling laurinezuur (C12), capronzuur (C6), caprylzuur (C8), en caprinezuur (CIO), of zouten, mono-, di-, triglycerides, esters of amiden hiervan omvat.
7. 7. Samenstelling volgens één der conclusies 4 tot 6, met het kenmerk dat verhouding tussen laurinezuur (C12) en de som van (C6+C8+C10) minimaal 0.1 en maximaal 99 bedraagt.
8. 8. Samenstelling volgens één der conclusies 1 tot 3 of 4 tot 7, met het kenmerk dat de samenstelling vitamines, spoorelementen of carbonzuren en/of zouten hiervan omvat gekozen uit de groep van valeriaanzuur, mierenzuur, azijnzuur, propionzuur, melkzuur, boterzuur, citroenzuur, appelzuur, fumaarzuur, benzoëzuur, barnsteenzuur, sorbinezuur, wijnsteenzuur.
9. 9. Samenstelling volgens één der conclusies 1 tot 3 of 4 tot 8, voor de inhibitie van de groei van bacteriën en/of het reduceren van bacteriële infecties in het maagdarmkanaal.
10. 10. Samenstelling volgens één der conclusies 1 tot 3 of 4 tot 8, voor de inhibitie van Streptococcus sp en/of Clostridium sp.
11. 11. Samenstelling volgens één der conclusies 1 tot 3 of 4 tot 8, voor het verbeteren van de intestinale gezondheid bij dieren.
12. 12. Samenstelling volgens één der conclusies 1 tot 3 of 4 tot 8 voor het verbeteren van de zootechnische performantie bij dieren.
13. 13. Samenstelling volgens één der conclusies 1 tot 3 of 4 tot 8 voor het verbeteren van de groei-efficiëntie bij dieren.
14. 14. Diervoeder omvattende een samenstelling volgens één van de conclusies 1 tot 3 of 4 tot 8, met het kenmerk dat de inclusie-hoeveelheid van de samenstelling in het voeder zich tussen de 0.01 en 0.2% per totaal gewicht van het voeder bevindt.
15. 15. Diervoeder volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de inclusie-hoeveelheid van de samenstelling voorziet dat een dier, gevoed met het diervoeder, het voederadditief in een gehalte tussen 0,1 en 200 mg/kg lichaamsgewicht/dag van het dier verkrijgt.
16. 16. Werkwijze voor het voederen van dieren, waarbij een dier gevoed wordt met een diervoeder volgens één der conclusies 14 of 15, met het kenmerk dat het dier de samenstelling in een gehalte tussen 0,1 en 200 mg/kg lichaamsgewicht/dag verkrijgt.
17. 17. Werkwijze voor het voederen van dieren volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de dagelijkse dosis van het voeder voorziet in een opname van de samenstelling tussen de 1 en 100 mg/kg lichaamsgewicht/dag van het dier.
18. 18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het dier dagelijks gevoed wordt.