BE1026141B1 - Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop - Google Patents

Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop Download PDF

Info

Publication number
BE1026141B1
BE1026141B1 BE2018/5214A BE201805214A BE1026141B1 BE 1026141 B1 BE1026141 B1 BE 1026141B1 BE 2018/5214 A BE2018/5214 A BE 2018/5214A BE 201805214 A BE201805214 A BE 201805214A BE 1026141 B1 BE1026141 B1 BE 1026141B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
fire hydrant
cap
valve
closure
closure cap
Prior art date
Application number
BE2018/5214A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1026141A1 (nl
Inventor
Bart Dewaele
Lieven Hollevoet
Original Assignee
Hydroko
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hydroko filed Critical Hydroko
Priority to BE2018/5214A priority Critical patent/BE1026141B1/nl
Priority to NL2022723A priority patent/NL2022723B1/nl
Priority to DE202019101680.9U priority patent/DE202019101680U1/de
Publication of BE1026141A1 publication Critical patent/BE1026141A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1026141B1 publication Critical patent/BE1026141B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B9/00Methods or installations for drawing-off water
    • E03B9/02Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
    • E03B9/08Underground hydrants
    • E03B9/10Protective plates or covers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B9/00Methods or installations for drawing-off water
    • E03B9/02Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
    • E03B9/04Column hydrants
    • E03B9/06Covers

Abstract

De uitvinding voorziet in een afsluitdop voor het afsluiten van een ondergrondse brandkraan (2) voorzien van klauwen (7) en een opening waardoor, tijdens gebruik, een vloeistof kan stromen. De afsluitdop omvat een afsluiter geconfigureerd om gedeeltelijk in de opening van de brandkraan (2) te worden geplaatst om deze opening af te sluiten, waarbij de afsluiter aan zijn bovenzijde voorzien is van een langwerpige uitstulping (12) waarop een hendel gemonteerd is die voorzien is van wartels (6) die samen met de klauwen (7) een bajonetsluiting vormen om de afsluitdop vast te zetten op de brandkraan (2). De afsluitdop omvat verder een elektronische bewegingsdetector (23) geconfigureerd om een signaal te genereren bij het detecteren van een beweging van de afsluitdop en een zendmodule (24) geconfigureerd om genoemd signaal naar een externe entiteit te versturen. Indien iemand de afsluitdop wegneemt van de ondergrondse brandkraan (2) zal de elektronische bewegingsdetector (23) een signaal genereren, welk signaal naar de externe entiteit wordt verstuurd door de zendmodule (24).

Description

Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop
Technisch vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ondergrondse brandkraan met ten minste één klauw en waarin een opening is voorzien waardoor, tijdens gebruik, een vloeistof, in het bijzonder water, kan stromen, waarbij de opening is afgesloten met een afsluitdop. De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een systeem voor het detecteren van het ontsluiten van een ondergrondse brandkraan.
Stand der techniek
Een bekende afsluitdop, algemeen aangeduid met referentiecijfer T, voor het afsluiten van een ondergrondse brandkraan is getoond in Figuur 1. De afsluitdop 1’ omvat een afsluiter, algemeen aangeduid met referentiecijfer 3’, geconfigureerd om gedeeltelijk in de opening van de brandkraan te worden geplaatst om deze opening af te sluiten, waarbij de afsluiter 3’ aan zijn bovenzijde voorzien is van een langwerpige uitstulping 12’. De afsluitdop T omvat verder een hendel, algemeen aangeduid met referentiecijfer 5’, gemonteerd op genoemde uitstulping 12’ en voorzien van ten minste één wartel 6’ die samen met genoemde ten minste één klauw een bajonetsluiting vormt geconfigureerd om de afsluitdop T vast te zetten op de brandkraan.
Ondergrondse brandkranen zijn typisch voorzien in een vloeistofnetwerk, in het bijzonder een waternetwerk, bij voorkeur een drinkwaternetwerk en worden typisch gebruikt door brandweerlieden, in het bijzonder wanneer de watervoorraad op hun brandweerwagen bijna leeg is. Dergelijke brandkranen worden eveneens gebruikt door aannemers om hun werf te voorzien van water, in het bijzonder drinkwater. Een brandkraan is normaal ten allen tijde voorzien van een dergelijke afsluitdop 1’ zodat de brandkraan afgesloten is van de omgeving. Dit, onder andere, ter voorkoming van besmetting van het
BE2018/5214 vloeistofnetwerk waarop de ondergrondse brandkraan is aangesloten.
In de praktijk is men tot de vaststelling gekomen dat brandkranen na gebruik niet altijd worden afgesloten, d.w.z. dat men vergeet om de afsluitdop terug op de brandkraan te plaatsen. Hierdoor neemt de kans op besmetting van het water natuurlijk heel sterk toe.
Daarnaast is ook gebleken dat malafide aannemers de afsluitdoppen verwijderen om zonder toestemming water af te tappen van het waternetwerk, hetgeen natuurlijk niet wenselijk is voor de waterbeheermaatschappij.
US 2003/01107485 A1 beschrijft een bovengrondse brandkraan met een daarop geschroefde afsluitdop die voorzien is van een kwikschakelaar die nagaat of de afsluitdop, na installatie, een beweging ondergaat relatief t.o.v. de brandkraan. Bij een dergelijke gebeurtenis wordt een signaal verstuurd naar een centrale instantie, bijvoorbeeld een politiestation. Op deze manier kan worden nagegaan of een derde partij de bovengrondse brandkraan zonder toestemming heeft gebruikt.
Beschrijving van de uitvinding
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een afsluitdop voor een ondergrondse brandkraan te voorzien met een verhoogde veiligheid.
Dit doel wordt gerealiseerd volgens de onderhavige uitvinding door dat de afsluitdop verder voorzien is van een elektronische bewegingsdetector geconfigureerd om een signaal te genereren bij het detecteren van een beweging van de afsluitdop en van een zendmodule geconfigureerd om genoemd signaal naar een externe entiteit te versturen.
Indien iemand de afsluitdop wegneemt van de ondergrondse brandkraan zal de elektronische bewegingsdetector een signaal genereren, welk signaal naar de externe entiteit, bijvoorbeeld een centrale server van de waterbeheermaatschappij of een werknemer van
BE2018/5214 een verantwoordelijke instantie, wordt verstuurd. Op die manier is een centrale instantie op de hoogte van het verwijderen van de afsluitdop en is een gepaste reactie mogelijk (bijvoorbeeld iemand naar de brandkraan sturen, een watertoevoer naar de brandkraan afsluiten, etc.). Met andere woorden, het op de hoogte stellen van een centrale instantie laat toe om de nodige maatregelen te nemen, waardoor de veiligheid gegarandeerd kan worden.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de afsluiter voorzien van een lagedrukholte waarin de elektronische bewegingsdetector en de zendmodule zich bevinden, waarbij de holte is afgesloten door een nagenoeg luchtdichte sluiting. Bij voorkeur omvat de afsluiter een rok die geconfigureerd is om zich binnenin genoemde opening van de brandkraan te bevinden, waarbij de sluiting een afsluitplaat omvat die tegen genoemde rok bevestigd is en een dichtingsring die geklemd zit tussen de afsluitplaat en de rok en waarbij, bij verdere voorkeur, de elektronische bewegingsdetector en de zendmodule vast bevestigd zijn aan de binnenzijde van de afsluitplaat.
In deze uitvoeringsvorm vormt de lagedrukholte een natuurlijke manier om de luchtdichte sluiting, in het bijzonder de afsluitplaat (incl. eventueel de elektronische componenten die daarop zijn bevestigd), te bevestigen zonder gebruik van lijm of andere hulpmiddelen. De onderdruk in de lagedrukholte overkomt namelijk de zwaartekracht uitgeoefend op de luchtdichte sluiting, in het bijzonder de afsluitplaat (incl. eventueel de elektronische componenten die daarop zijn bevestigd).
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de afsluiter een koepelgedeelte dat zich uitstrekt van genoemde rok tot genoemde uitstulping. Dit koepelgedeelte vergroot de holte binnenin de afsluiter waardoor er meer ruimte is om de elektronische componenten te plaatsen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de hendel schuifbaar bevestigd op de uitstulping, waarbij een veer, in het bijzonder
BE2018/5214 een compressieveer, is voorzien tussen de hendel en de afsluiter om de hendel in een vergrendelpositie te duwen waarin de bajonetsluiting vergrendeld is en waarbij de hendel tegen de veer in verplaatst kan worden tot in een ontgrendelpositie van de bajonetsluiting. Bij voorkeur is genoemde ten minste één klauw voorzien van een extensie die geconfigureerd is om een draaiing van genoemde ten minste één wartel te voorkomen wanneer de bajonetsluiting vergrendeld is.
In deze uitvoeringsvorm is de bajonetsluiting voorzien van een ontgrendelmechanisme waarbij een mechanische weerstand overwonnen dient te worden om de vergrendeling te verbreken, hetgeen de veiligheid verhoogt omdat de afsluitdop niet onopzettelijk los kan komen van de ondergrondse brandkraan. Het voorzien van een extensie op de klauw(en), in combinatie met de veer, is een eenvoudige manier om de wartel(s) te vergrendelen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de afsluitdop verder een bout, welke bout geschroefd zit in genoemde uitstulping om de hendel te bevestigen aan de afsluiter. Een dergelijke bout voorziet in een eenvoudige manier om de hendel en de afsluiter aan elkaar te bevestigen om de afsluitdop te maken.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is genoemde lagedrukholte verder afgesloten door een verdere dichtingsring die geklemd zit tussen de bout en de uitstulping. Dit laat om de gehele afsluiter hol uit te voeren en om toch een afgesloten lagedrukholte te voorzien waarin de elektronische componenten zich bevinden. Het gebruik van een geheel holle afsluiter heeft bovendien als voordeel dat een minimum aan materiaal benodigd is om deze te vervaardigen.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat genoemde bewegingsdetector een versnellingsmeter die geconfigureerd is om enkel een verandering in versnelling van de afsluitdop te detecteren. Dit type bewegingsdetector is relatief energiezuinig, waardoor
BE2018/5214 de bewegingsdetector een lange tijd operationeel kan blijven op éénzelfde batterij.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is genoemde zendmodule verder geconfigureerd is om samen met genoemd signaal een identificatiecode naar de externe entiteit te sturen, welke identificatiecode toelaat dat genoemde externe entiteit een locatie van de afsluitdop bepaalt.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de afsluitdop verder voorzien is van een plaatsbepalingsmodule geconfigureerd om een plaats van de afsluitdop te bepalen, waarbij genoemde zendmodule verder geconfigureerd is om de door de plaatsbepalingsmodule plaats van de afsluitdop mee te sturen met genoemd signaal naar de externe entiteit.
In deze uitvoeringsvormen is de externe entiteit, en dus ook de centrale instantie, meteen ook geïnformeerd over de locatie van de afsluitdop, en dus ook van de brandkraan. Dit maakt het eenvoudiger om een persoon naar de gepaste locatie sturen om de afsluitdop opnieuw te bevestigen. Hierdoor verlaagt natuurlijk ook het risico op contaminatie van het vloeistofnetwerk omdat de tijd dat de brandkraan open blijft wordt verlaagd. Bovendien heeft de alternatieve uitvoeringsvorm tot verder voordeel dat de gezochte brandkraan altijd gelokaliseerd kan worden ongeacht of iemand verschillende afsluitdoppen onderling zou hebben omgewisseld.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de elektronische bewegingsdetector geconfigureerd om genoemd signaal enkel te genereren bij het detecteren van een beweging van de afsluitdop in een vooraf bepaalde oriëntatie.
Dit levert wederom een energiebesparing op, aangezien een dergelijke bewegingsdetector energiezuiniger is dan een bewegingsdetector die beweging in alle richtingen waarneemt. Daarenboven, zelfs indien de bewegingsdetector beweging in elke
BE2018/5214 richting waarneemt, is het mogelijk om energie te besparen door enkel een signaal te genereren (en dus uit te sturen) wanneer de beweging de vooraf bepaalde oriëntatie heeft. Verder laat een dergelijke bewegingsdetector nog steeds toe om het openen van de brandkraan te detecteren wanneer de vooraf bepaalde oriëntatie wordt ingesteld zodat deze overeenkomt met de richting waarin de afsluitdop wordt verplaatst bij het openen, typisch dus een verticale richting.
Dit doel wordt tevens gerealiseerd met een systeem voor het detecteren van het ontsluiten van een ondergrondse brandkraan, welk systeem een vloeistofnetwerk omvat met een veelheid aan ondergrondse brandkranen zoals hierboven beschreven en een centrale server, waarbij de zendmodule van elke afsluitdop geconfigureerd is om genoemd signaal naar genoemde centrale server te sturen.
Het systeem voor het detecteren van het ontsluiten van een ondergrondse brandkraan heeft dezelfde voordelen als de ondergrondse brandkraan zoals hierboven beschreven.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 toont een bekende afsluitdop.
Figuur 2 toont een perspectief aanzicht van een afsluitdop volgens de onderhavige uitvinding gemonteerd op een ondergrondse brandkraan.
Figuur 3 toont een bovenaanzicht van de afsluitdop en brandkraan van figuur 2.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede doorheen de afsluitdop en brandkraan van figuur 2 langsheen lijn “IV” getoond in figuur 3.
Figuur 5 toont hetzelfde perspectief aanzicht als figuur 2 met doorsnede langsheen lijn “V” getoond in figuur 3.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding
BE2018/5214
De onderhavige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden termen zoals “top”, “bodem”, “boven”, “onder”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden en niet noodzakelijkerwijze om relatieve posities aan te duiden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar
BE2018/5214 wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Zoals hierin gebruikt verwijst de term “ondergrondse brandkraan” naar een vast aftakpunt in een bestaand vloeistof netwerk, in het bijzonder een waternetwerk, bij voorkeur een drinkwaternetwerk, welk aftakpunt zich onder de grond bevindt.
De afsluitdop 1 van de onderhavige uitvinding is voorzien om gemonteerd te worden op een ondergrondse brandkraan 3 die twee klauwen 7 omvat en een centrale opening waardoor, in gebruik, d.w.z. na het wegnemen van de afsluitdop 1 en na het openen van een ventiel (niet getoond), een vloeistof, in het bijzonder water, bij voorkeur drinkwater, kan stromen (zoals getoond in figuren 2 tot 5). De afsluitdop 1 voorkomt, onder andere, besmetting van het vloeistofnetwerk waarop de ondergrondse brandkraan 2 is aangesloten.
De afsluitdop 1 omvat een afsluiter, algemeen aangeduid met referentiecijfer 3, geconfigureerd om gedeeltelijk in de opening van de brandkraan te worden geplaatst om deze opening af te sluiten, waarbij de afsluiter 3 aan zijn bovenzijde voorzien is van een langwerpige ringvormige uitstulping 12 (zie figuur 4). De afsluitdop 1 omvat verder een hendel, algemeen aangeduid met referentiecijfer 5, gemonteerd op genoemde uitstulping 12 en voorzien van twee wartels 6 die samen met de klauwen 7 op de brandkraan 2 een bajonetsluiting vormt. Deze bajonetsluiting zorgt voor een goede bevestiging van de afsluitdop 1 op de brandkraan 2.
BE2018/5214
Het zal worden geapprecieerd dat, in andere uitvoeringsvormen, er meer of minder wartels 6 en klauwen 7 kunnen worden gebruikt om een bajonetsluiting te krijgen. Eveneens is het mogelijk om de wartels te voorzien op de brandkraan waarbij dan overeenkomstige klauwen voorzien worden op de hendel van de afsluitdop.
De structuur van de afsluitdop 1 zal verder worden beschreven met verwijzing naar de doorsnedes op figuren 4 en 5 die respectieve volgen van lijnen “IV” en “V” getoond in figuur 3.
De afsluiter 3 is aan zijn onderzijde voorzien van een cilindrische rok 8 die een buitendiameter heeft die net kleiner is dan de opening in de ondergrondse brandkraan 2. Op de cilindrische rok 8 is een o-ring 9 voorzien die, in gebruik, geklemd zit tussen de rok 8 en de wand van de brandkraan 2. Door die klemming zorgt de o-ring 9 voor een goede, in het bijzonder een nagenoeg hermetische, afdichting van de opening in brandkraan 2. Verder is de onderzijde van de afsluiter 3 voorzien van een schouder 10 die rust op de brandkraan 2.
Het zal worden geapprecieerd dat de vormgeving van de rok met de bijhorende afdichting afhankelijk is van de vorm van de opening in de brandkraan 2 en dus niet beperkt is tot een cilindrische vorm. De rok en de o-ring kunnen bijvoorbeeld ook een driehoekige, vierhoekige, vijfhoekige, etc. dwarsdoorsnede hebben.
In de getoonde uitvoeringsvorm is een gleuf voorzien in de rok 8 waarin de o-ring 9 is geplaatst. Op die manier is het niet mogelijk dat de o-ring 9 los komt van de afsluiter 3, bijvoorbeeld tijdens het wegnemen van de afsluitdop 1 van de brandkraan 2. Echter, in andere uitvoeringsvormen, kan deze gleuf achterwege gelaten worden en zit de o-ring 9 omheen de rok 8. Eveneens is het mogelijk om de o-ring 9 in een gleuf in de brandkraan 2 te plaatsen.
De getoonde afsluiter 3 heeft verder een koepelgedeelte 11 die zich weg van de schouder 10 uitstrekt en uitmondt in een cilindrische uitstulping 12 waarop de hendel 5 is gemonteerd. Het zal worden
BE2018/5214 geapprecieerd dat het koepelgedeelte 11 ook andere vormen kan aannemen, bijvoorbeeld kan het koepelgedeelte 11 vervangen worden door een vlak gedeelte. Het zal worden geapprecieerd dat de uitstulping 12 ook een niet-cilindrische vorm kan hebben, maar bijvoorbeeld balkvormig kan zijn.
In de getoonde uitvoeringsvorm is de afsluiter 3 hol, hetgeen voordelig is omdat er dan minder materiaal nodig is om de afsluiter 3 te vervaardigen en eveneens het gewicht wordt verlaagd. Daarenboven laat de holle afsluiter 3 toe om een afgesloten holte 13 te verkrijgen waarin de elektronische componenten van de onderhavige afsluitdop 1 in geplaatst kunnen worden zoals hieronder beschreven.
Typisch is de afsluiter 3 integraal vervaardigd, in het bijzonder door deze te spuitgieten uit een kunststof. Bij voorkeur is de afsluiter 3 vervaardig uit NBR, EPDM, TPE of andere materialen die geschikt zijn voor contact met drinkwater. Voor diezelfde reden is de o-ring 9 bij voorkeur vervaardigd uit NBR, EPDM, TPE.
De afsluitdop 1 is verder voorzien van een hendel 5 die omheen de cilindrische uitstulping 12 is gemonteerd. De hendel 5 omvat een handvat 14 met openingen aan weerszijden waarin de wartels 6 zijn geplaatst. Het handvat 14 is voorzien van een centrale boring zodat het handvat 14 omheen de cilindrische uitstulping 12 geplaatst kan worden, waarbij de boring voorzien is van een interne kraag 17. De bevestiging tussen het handvat 14 en de uitstulping 12 omvat een bout 15 die geschroefd zit in een schroefdraad aan de binnenzijde van de uitstulping 12 en die, eventueel door tussenkomst van een rondel 16, met zijn hoofd druk uitoefent op een zijde van de kraag 17 van het handvat 14. In de getoonde uitvoeringsvormen is een deksel 18 voorzien om de centrale boring in het handvat 14 te verbergen nadat de hendel 5 op de afsluiter 3 werd bevestigd. Typisch is het handvat 14 integraal vervaardigd, in het bijzonder door deze te spuitgieten uit een kunststof.
BE2018/5214
De rondel 16 kan uit verschillende materialen worden vervaardigd, bijvoorbeeld inox, pvc, neopreen of andere metalen of kunststoffen. De rondel 16 vergroot het contactoppervlak tussen het hoofd van de bout 15 en de kraag 17 op het handvat 14 zodat een stevigere verbinding wordt verkregen tussen de afsluiter 3 en de hendel 5.
Bij voorkeur is de bajonetsluiting gevormd door de wartels 6 en de klauwen 7 eveneens voorzien van een ontgrendelmechanisme waarbij een mechanische weerstand overwonnen dient te worden om de vergrendeling tussen de wartels 6 en de klauwen 7 te verbreken. Een dergelijk ontgrendelmechanisme is eveneens getoond in de figuren en omvat een veer 19, in het bijzonder een compressieveer, die geklemd zit tussen de kraag 17 op het handvat 14 en een schouder 20 gevormd in de uitstulping 12. Deze veer 19 duwt de hendel 5 weg van de afsluiter 3 en duwt daarmee ook de wartels 6 richting de klauwen 7. De opwaartse verplaatsing van de hendel 5 is begrensd door bout 15, terwijl de neerwaartse verplaatsing van de hendel 5 begrensd is door een schouder 22 gevormd in de uitstulping 12. Zoals getoond in figuur 2 zijn de klauwen 7 aan hun uiteinde voorzien van een neerwaartse extensie 21 waardoor het noodzakelijk is om, alvorens de afsluitdop 1 te kunnen verwijderen, de hendel 5 neerwaarts, d.w.z. richting de afsluiter 3, te bewegen tegen de veer 19 in om de bajonetsluiting te ontgrendelen.
Het zal worden geapprecieerd dat, in plaats van een compressieveer, ook een trekveer gebruikt kan worden, waarbij de hendel 5 dan weg van de afsluiter 3 moet worden getrokken om de bajonetsluiting te ontgrendelen.
De afsluitdop 1 volgens de onderhavige uitvinding is verder voorzien van een elektronische bewegingsdetector 23 geconfigureerd om een signaal te genereren bij het detecteren van een beweging van de afsluitdop 1. De elektronische bewegingsdetector 23 staat in verbinding met een zendmodule 24 geconfigureerd om genoemd signaal naar een externe entiteit te versturen. De bewegingsdetector 23 genereert een
BE2018/5214 signaal wanneer, na installatie, de afsluitdop 1 een beweging ondergaat, bijvoorbeeld wanneer iemand deze verwijdert van de ondergrondse brandkraan 2. Het gegenereerde signaal wordt dan door de zendmodule 24 naar de externe entiteit verstuurd, bijvoorbeeld een centrale server van de waterbeheermaatschappij, een werknemer van een verantwoordelijke instantie die tot doel heeft gebruik van het vloeistofnetwerk te controleren, etc.
Bij voorkeur is de bewegingsdetector 23 een versnellingsmeter die enkel een verandering in versnelling registreren, welke verandering een beweging aanduidt. Dit type bewegingsdetector omvat typisch piëzoelektrische sensoren en is relatief energiezuinig, waardoor de bewegingsdetector een lange tijd operationeel kan blijven op éénzelfde batterij. Het zal worden geapprecieerd dat andere types bewegingsdetectoren ook mogelijk zijn, bijvoorbeeld detectoren met piëzo-capacitieve of piëzo-resistieve sensoren welke continu versnelling meten, kantel-kwikschakelaars die een signaal genereren bij het vaststellen van een kanteling, etc.
In een voordelige uitvoeringsvorm is de bewegingsdetector 23 enkel geschikt voor het waarnemen van een verticale verplaatsing. In het bijzonder zijn de ondergrondse brandkranen 2 typisch voorzien in éénzelfde opstaande oriëntatie, waardoor de afsluitdop 1 ook typisch voor elke brandkraan 2 in dezelfde oriëntatie is geplaatst, namelijk waarbij de cilindrische uitstulping 12 nagenoeg verticaal georiënteerd is. Vandaar volstaat het om versnelling in de verticale richting na te gaan om vast te stellen of de afsluitdop 1 van de ondergrondse brandkraan 2 wordt verwijderd. Eveneens is een dergelijke bewegingsdetector 23 goedkoper en energiezuiniger.
Zendmodule 24 is typisch geschikt voor lange afstand draadloze communicatie, zoals Internet of Low Power Wide Area Networks (LPWANs) zoals Sigfox, LoRa, NarrowBand loT, etc. Bij voorkeur maakt de zendmodule 24 gebruik van een LPWAN, in het bijzonder Sigfox,
BE2018/5214 omdat deze gekend zijn voor hun laag energieverbruik, waardoor de zendmodule een lange tijd operationeel blijven op éénzelfde batterij.
De elektronische componenten worden van stroom voorzien door een gemeenschappelijke batterij 4, in het bijzonder een lithium batterij, met een zeer lange levensduur. In een voorkeursuitvoering is de levensduur van de lithium batterij ongeveer 16 jaar. In een ander uitvoeringsvorm is deze levensduur ongeveer 24 jaar. Aparte batterijen kunnen worden voorzien voor elke elektronische component.
Omdat een waternetwerk typisch een veelheid aan ondergrondse brandkranen 2 heeft met een overeenkomstige veelheid aan afsluitdoppen 1, is bij voorkeur ook een identificatiecode opgenomen in het door de zendmodule 24 uitgestuurde signaal, welke identificatiecode aangeeft bij welke afsluitdop 1 of welke brandkraan 2 een beweging werd gedetecteerd. De identificatiecode kan dan gekoppeld zijn met een plaats waar de brandkraan 2 zich bevindt en waar de afsluitdop 1 zich dus ook zou moeten bevinden.
Bij voorkeur is de afsluitdop 1 verder voorzien van een plaatsbepalingsmodule (niet getoond) geconfigureerd voor het bepalen van een locatie van de afsluitdop 1. Door de voorziening van een dergelijke plaatsbepalingsmodule is de identificatiecode zoals hierboven beschreven niet langer nodig voor het bepalen van de locatie van de geopende brandkraan 2. Daarenboven heeft de plaatsbepalingsmodule als voordeel dat het niet uitmaakt op welke brandkraan 2 de afsluitdop 1 wordt gebruikt, in tegenstelling tot bij de hierboven beschreven identificatiecode waarbij een verwisseling van afsluitdoppen 1 tot gevolg zou hebben dat de plaats geassocieerd met de identificatiecode ook dient te worden aangepast.
In een uitvoeringsvorm gebruikt deze plaatsbepalingsmodule GPS (of een equivalent daarvan zoals Galileo of GLONASS). In een andere uitvoeringsvorm bepaalt de plaatsbepalingsmodule de plaats van de afsluitdop 1 aan de hand van het detecteren van wifi-netwerken in de
BE2018/5214 omgeving. In nog andere uitvoeringsvormen gebruikt de plaatsbepalingsmodule een LPWAN waaronder Sigfox, Lora, etc. om de locatie van de afsluitdop 1 te bepalen.
Bij voorkeur wordt de plaatsbepalingsmodule enkel geactiveerd wanneer de bewegingsdetector 23 een beweging detecteert, hetgeen energiezuinig is, waardoor de batterij een langere levensduur heeft.
Het zal worden geapprecieerd dat de één of meerdere van de elektronische componenten, zoals de bewegingsdetector 23, de zendmodule 24, de batterij 4 en de plaatsbepalingsmodule ook geïntegreerd kunnen zijn in één module. Met andere woorden, het is niet noodzakelijk dat, zoals in de getoonde uitvoeringsvorm, er aparte modules aanwezig zijn voor elke elektronische component.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn alle elektronische componenten voorzien in een holte binnen de afsluiter 3. Hierdoor is er geen nood om de bestaande afsluitdoppen 1 en brandkranen 2 te vervangen, maar kunnen de elektronische componenten aangebracht worden als een retrofit in een bestaande afsluitdop 1. Eveneens kan geopteerd worden om nieuwe afsluitdoppen 1 te voorzien waarin de elektronische componenten aanwezig zijn, welke nieuwe afsluitdoppen 1 aan hun buitenzijde dezelfde vormgeving hebben als de bestaande afsluitdoppen 1 waardoor er geen nood is om de ondergrondse brandkranen 2 te vervangen. In het bijzonder is aan de onderzijde van de afsluiter een cirkelvormige afsluitplaat 25 voorzien waarop de bewegingsdetector 23 is bevestigd, welke afsluitplaat 25 voorzien is van een flens 28 die in contact staat met een schouder 29 op de binnenwand van de rok 8 zoals getoond in figuur 4. Het zal worden geapprecieerd dat de afsluitplaat 25 ook andere vormen kan hebben afhankelijk van de vorm van de binnenwand van de rok 8.
Om een goede, in het bijzonder een nagenoeg hermetische, afdichting te garanderen tussen de afsluitplaat 25 en de rok 8 is een oring 26 voorzien. In het bijzonder, zit de o-ring 26 in een gleuf die
BE2018/5214 gevormd is door een gedeelte van de afsluitplaat 25, een opstaande wand 30 die zich van de afsluitplaat 25 uitstrekt en een horizontale wand 31 die zich uitstrekt vanaf het vrije uiteinde van de opstaande wand 30. De o-ring 26 zit geklemd tussen de opstaande wand 30 en de binnenwand van de rok 8 en vermijdt, onder andere, dat er vloeistof in de holte 13 kan, welke vloeistof natuurlijk schade zou kunnen berokkenen aan de elektronische componenten. In een andere uitvoeringsvorm is de o-ring 26 voorzien in een gleuf op de binnenwand van de rok 8 en zit deze geklemd tegen een opstaande wand op de afsluitplaat 25.
Het zal worden geapprecieerd dat de elektronische componenten ook extern kunnen worden aangebracht op de afsluitdop 1 en/of op de brandkraan 2.
De afsluitplaat 25 kan op verschillende manieren worden bevestigd aan de rok 8, waaronder verlijmen, versmelten in geval de afsluiter 3 en de afsluitplaat 25 vervaardigd zijn uit een thermoplastisch materiaal, etc. Echter, in een voordelige uitvoeringsvorm wordt de afsluitplaat 25 vast gehouden tegen de schouder 29 van de rok 8 door middel van een onderdruk binnenin de holte 13. Deze onderdruk wordt bekomen door de holte 13 aan zijn bovenzijde ook goed, in het bijzonder een nagenoeg hermetisch, af te dichten door een o-ring 27 te voorzien tussen de binnenwand van de cilindrische uitstulping 12, in het bijzonder de binnenwand van de kraag 17, en de omtrekswand van de bout 15. Eventueel kan de o-ring 27 ook voorzien worden in een gleuf in de kraag 17 of in de bout 15. Door de voorziening van twee o-ringen 26, 27 aan respectieve van de onderste en bovenste afdichting van de holte 13 wordt is het mogelijk om, tijdens assemblage van de afsluitdop 1, de holte 13 te voorzien met een lichte onderdruk, welke onderdruk voldoende is om de zwaartekracht uitgeoefend op de afsluitplaat 25 (incl. de elektronische componenten die daarop zijn bevestigd) te overwinnen zodat er geen aparte bevestiging van de afsluitplaat 25 op de rok 8 nodig is.
BE2018/5214
In een andere uitvoeringsvorm wordt éénzelfde onderdruk in de holte 13 bereikt zonder gebruik van o-ring 27. In het bijzonder is in die uitvoeringsvorm de cilindrische uitstulping 12 niet geheel hol, maar is een dichte wand voorzien tussen het koepelgedeelte 11 en de maximale 5 diepte tot waar de bout 15 in de uitstulping 12 wordt geschroefd.
Bij voorkeur is de o-ring 26 vervaardigd uit NBR, EPDM, TPE zodat deze in contact kan komen met drinkwater zonder het drinkwater te contamineren.
Alhoewel bepaalde aspecten van de onderhavige uitvinding zijn beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen, is het duidelijk dat deze aspecten in andere vormen kunnen worden geïmplementeerd.
BE2018/5214

Claims (15)

1. Een ondergrondse brandkraan (2) met ten minste één klauw (7) en waarin een opening is voorzien waardoor, tijdens gebruik, een vloeistof, in het bijzonder water, bij voorkeur drinkwater, kan stromen, waarbij genoemde opening afgesloten is met een afsluitdop (1) voor het afsluiten van de ondergrondse brandkraan (2), de afsluitdop (1) omvat:
- een afsluiter (3) geconfigureerd om gedeeltelijk in de opening van de brandkraan (2) te worden geplaatst om deze opening af te sluiten, waarbij de afsluiter (3) aan zijn bovenzijde voorzien is van een langwerpige uitstulping (12)
- een hendel (5) gemonteerd op genoemde uitstulping (12) en voorzien van ten minste één wartel (6) die samen met genoemde ten minste één klauw (7) een bajonetsluiting vormt geconfigureerd om de afsluitdop (1) vast te zetten op de brandkraan (2);
- een elektronische bewegingsdetector (23) geconfigureerd om een signaal te genereren bij het detecteren van een beweging van de afsluitdop (1); en
- een zendmodule (24) geconfigureerd om genoemd signaal naar een externe entiteit te versturen.
2. Brandkraan (2) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de afsluiter (3) voorzien is van een lagedrukholte (13) waarin de elektronische bewegingsdetector (23) en de zendmodule (24) zich bevinden, waarbij de lagedrukholte (13) is afgesloten door een nagenoeg luchtdichte sluiting.
3. Brandkraan (2) volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de afsluiter (3) een rok (8) omvat die geconfigureerd is om zich binnenin genoemde opening van de brandkraan (2) te bevinden, waarbij luchtdichte sluiting een afsluitplaat (25) omvat die tegen genoemde rok (8) bevestigd is en een dichtingsring (26) die geklemd zit tussen de
BE2018/5214 afsluitplaat (25) en de rok (8).
4. Brandkraan (2) volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de elektronische bewegingsdetector (23) en de zendmodule (24) vast bevestigd zijn aan de binnenzijde van de afsluitplaat (25).
5. Brandkraan (2) volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de afsluiter (3) een koepelgedeelte (11) omvat dat zich uitstrekt van genoemde rok (8) tot genoemde uitstulping (12).
6. Brandkraan (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hendel (5) schuifbaar is bevestigd op de uitstulping (12), waarbij een veer (19), in het bijzonder een compressieveer, is voorzien tussen de hendel (5) en de afsluiter (3) om de hendel (5) in een vergrendelpositie te duwen waarin de bajonetsluiting vergrendeld is en waarbij de hendel (5) tegen de veer (19) in verplaatst kan worden tot in een ontgrendelpositie van de bajonetsluiting.
7. Brandkraan (2) volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat genoemde ten minste één klauw (7) voorzien is van een extensie (21) die geconfigureerd is om een draaiing van genoemde ten minste één wartel (6) te voorkomen wanneer de bajonetsluiting vergrendeld is.
8. Brandkraan (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afsluitdop (1) verder een bout (15) omvat, welke bout (15) geschroefd zit in genoemde uitstulping (12) om de hendel (5) te bevestigen aan de afsluiter (3).
9. Brandkraan (2) volgens conclusie 8 wanneer afhankelijk van ten minste conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat genoemde lagedrukholte (13) verder is afgesloten door een verdere dichtingsring (27) die geklemd
BE2018/5214 zit tussen de bout (15) en de uitstulping (12).
10. Brandkraan (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemde bewegingsdetector (23) een versnellingsmeter omvat die geconfigureerd is om enkel een verandering in versnelling van de afsluitdop (1) te detecteren.
11. Brandkraan (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemde zendmodule (24) verder geconfigureerd is om samen met genoemd signaal een identificatiecode naar de externe entiteit te sturen, welke identificatiecode toelaat dat genoemde externe entiteit een locatie van de afsluitdop (1) bepaalt.
12. Brandkraan (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afsluitdop (1) verder voorzien is van een plaatsbepalingsmodule geconfigureerd om een plaats van de afsluitdop (1) te bepalen, waarbij genoemde zendmodule (24) verder geconfigureerd is om de door de plaatsbepalingsmodule plaats van de afsluitdop (1) mee te sturen met genoemd signaal naar de externe entiteit.
13. Brandkraan (2) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de elektronische bewegingsdetector (23) geconfigureerd is om genoemd signaal enkel te genereren bij het detecteren van een beweging van de afsluitdop (1) in een vooraf bepaalde oriëntatie.
14.. Systeem voor het detecteren van het ontsluiten van een ondergrondse brandkraan, welk systeem een vloeistofnetwerk omvat met een veelheid aan ondergrondse brandkranen volgens één van de voorgaande conclusies en een centrale server, waarbij de zendmodule
BE2018/5214 (24) van elke afsluitdop (1) geconfigureerd is om genoemd signaal naar genoemde centrale server te sturen.
15. Afsluitdop (1) bestemd en bedoeld voor het afsluiten de
5 ondergrondse brandkraan volgens eender welke van de voorgaande conclusies.
BE2018/5214A 2018-03-29 2018-03-29 Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop BE1026141B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5214A BE1026141B1 (nl) 2018-03-29 2018-03-29 Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop
NL2022723A NL2022723B1 (nl) 2018-03-29 2019-03-12 Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop
DE202019101680.9U DE202019101680U1 (de) 2018-03-29 2019-03-25 Kappe für einen unterirdischen Hydranten

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5214A BE1026141B1 (nl) 2018-03-29 2018-03-29 Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1026141A1 BE1026141A1 (nl) 2019-10-22
BE1026141B1 true BE1026141B1 (nl) 2019-10-28

Family

ID=62554922

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5214A BE1026141B1 (nl) 2018-03-29 2018-03-29 Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1026141B1 (nl)
DE (1) DE202019101680U1 (nl)
NL (1) NL2022723B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5722450A (en) * 1996-06-07 1998-03-03 Mcgard, Inc. Tamper resistant construction for hydrant
US20100295672A1 (en) * 2009-05-22 2010-11-25 Mueller International, Inc. Infrastructure monitoring devices, systems, and methods
US20110308638A1 (en) * 2010-06-16 2011-12-22 Mueller International, Llc Infrastructure monitoring devices, systems, and methods
US20130036796A1 (en) * 2011-08-12 2013-02-14 Mueller International, Llc Enclosure for leak detector
WO2013038404A1 (en) * 2011-09-12 2013-03-21 Miltel Communication Ltd Protective fire hydrant casing and method of use
EP3293315A1 (de) * 2016-09-09 2018-03-14 Hawle Service GmbH Vorrichtung zum überwachen eines hydranten

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6816072B2 (en) 2001-12-07 2004-11-09 Michael Zoratti Fire hydrant anti-tamper device

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5722450A (en) * 1996-06-07 1998-03-03 Mcgard, Inc. Tamper resistant construction for hydrant
US20100295672A1 (en) * 2009-05-22 2010-11-25 Mueller International, Inc. Infrastructure monitoring devices, systems, and methods
US20110308638A1 (en) * 2010-06-16 2011-12-22 Mueller International, Llc Infrastructure monitoring devices, systems, and methods
US20130036796A1 (en) * 2011-08-12 2013-02-14 Mueller International, Llc Enclosure for leak detector
WO2013038404A1 (en) * 2011-09-12 2013-03-21 Miltel Communication Ltd Protective fire hydrant casing and method of use
EP3293315A1 (de) * 2016-09-09 2018-03-14 Hawle Service GmbH Vorrichtung zum überwachen eines hydranten

Also Published As

Publication number Publication date
NL2022723B1 (nl) 2020-08-14
BE1026141A1 (nl) 2019-10-22
NL2022723A (nl) 2019-10-03
DE202019101680U1 (de) 2019-07-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5851108A (en) Electronic control sensor systems
AU2015271903A1 (en) Anti-theft alarm for a liquid storage tank
US8179272B2 (en) Tank fluid level monitor and refill indicator
BE1026141B1 (nl) Ondergrondse brandkraan met een afsluitdop
CN202420559U (zh) 一种集装箱状态信息检测装置
KR20170027224A (ko) 가스압력 조정기능을 내장한 스마트형 밸브
CN211201933U (zh) 泄露监控装置
US20070120696A1 (en) Perimeter wall security system
KR101243520B1 (ko) 경보기능을 지닌 러버콘
US20060071770A1 (en) Fiber optic cable sensor for movable objects
JP2018096093A (ja) 河川における増水検知装置
US6664558B1 (en) Non-prismatic optical liquid level sensing assembly
US4829820A (en) Visual indicator
US20070151605A1 (en) Water ingress detection system
CN203658429U (zh) 一种磁感检测器壳体
JP2009287927A (ja) 地中の水位検知杭および斜面崩壊予知システム
KR101975751B1 (ko) 도심 침수심 측정을 위한 연석
FR3034238A1 (fr) Dispositif energetiquement autonome de detection et de localisation de feu de foret
KR101964315B1 (ko) 빗물받이용 우산캡
AU2015401500B2 (en) Fluid monitoring apparatus
CN102383446A (zh) 一种井盖自动示警装置
KR102295773B1 (ko) 수위 확인 장치 및 그것을 이용한 침수 경보 방법
CN103971491A (zh) 一种lng重卡燃气泄漏报警系统
US10317208B2 (en) Tilt sensor
CN218297466U (zh) 一种井盖监测系统

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20191028