BE1025168B1 - Wervelmechanisme voor zittoestel en zittoestel hiermee uitgerust - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een verstelbaar wervelmechanisme voor een orthopedisch hulpmiddel, in het bijzonder voor een zittoestel, en het zittoestel hiermee uitgerust. De uitvinding voorziet verder in het gebruik van het wervelmechanisme in een orthopedisch hulpmiddel, zoals een zittoestel. Tevens voorziet de uitvinding in het gebruik van een zittoestel volgens de uitvinding voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van het lichaam, en in het bijzonder van de wervelkolom, van een persoon, in het bijzonder van een kind.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

Aqtor! NV

9041, OOSTAKKER

België (72) Uitvinder(s) :

DE PRETRE Bart 8340 DAMME

België

VANEECKHOUT Bart 9790 WORTEGEM België (54) WERVELMECHANISME VOOR ZITTOESTEL EN ZITTOESTEL HIERMEE UITGERUST (57) De uitvinding betreft een verstelbaar wervelmechanisme voor een orthopedisch hulpmiddel, in het bijzonder voor een zittoestel, en het zittoestel hiermee uitgerust. De uitvinding voorziet verder in het gebruik van het wervelmechanisme in een orthopedisch hulpmiddel, zoals een zittoestel. Tevens voorziet de uitvinding in het gebruik van een zittoestel volgens de uitvinding voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van het lichaam, en in het bijzonder van de wervelkolom, van een persoon, in het bijzonder van een kind.

Figuur 1

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1025168

Nummer van indiening: BE2017/5738

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: A61G 5/10 A61G 5/12

Datum van verlening: 21/11/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 16/10/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

Aqtor! NV, Herman Teirlinckstraat 15, 9041 OOSTAKKER België;

vertegenwoordigd door

LESTHAEGHE David, Ed. Gevaertdreef 10a, 9830 , ST MARTENS LATEM;

DE CLERCQ Ann, Ed. Gevaertdreef 10a, 9830, ST MARTENS LATEM;

VANHALST Koen Victor Rachel, Ed. Gevaertdreef 10a, 9830, ST MARTENS LATEM;

GOESAERT Hans, Ed. Gevaertdreef 10a, 9830, ST MARTENS LATEM;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: WERVELMECHANISME VOOR ZITTOESTEL EN ZITTOESTEL HIERMEE UITGERUST .

UITVINDER(S):

DE PRETRE Bart, Zwaanstraat 45, 8340, DAMME;

VANEECKHOUT Bart, Kruishoutemseweg 20, 9790, WORTEGEM;

VOORRANG :

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag :

Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 21/11/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5738

WERVELMECHANISME VOOR ZITTOESTEL EN ZITTOESTEL HIERMEE UITGERUST

TECHNISCH VELD

De onderhavige uitvinding bevindt zich op het gebied van orthopedische (hulp)middelen. De uitvinding is in het bijzonder gericht op een zittoestel dat bijzonder geschikt is voor de ondersteuning, stabilisatie en/of correctie van het lichaam van een (zittend) persoon, in het bijzonder van een kind. De uitvinding heeft tevens betrekking op een specifiek verstelbaar wervelmechanisme waarmee het zittoestel is uitgerust. De uitvinding betreft tevens toepassingen voor wervelmechanisme en zittoestel.

TECHNOLOGISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Vele vormen van trauma beïnvloeden menselijke groei en ontwikkeling. Cerebrale parese (CP) of hersenverlamming, vaak ook in het Engels cerebral palsy genoemd, is hier een specifiek voorbeeld van. Deze term omvat aandoeningen van het centrale zenuwstelsel als gevolg van hersenschade. CP wordt gekenmerkt door spastische verlamming en verminderde motorische vermogens. Het is bekend dat van het grote aantal slachtoffers van cerebrale parese, een grote meerderheid zuigelingen en jonge volwassenen zijn. Het is ook bekend dat vroege behandeling en revalidatie bijzonder belangrijk zijn voor de fysieke en mentale ontwikkeling van slachtoffers van cerebrale parese.

In het algemeen omvat de behandeling en revalidatie van slachtoffers met verstoorde spieren/of beenderfuncties, zoals patiënten met cerebrale parese, of met andere aandoeningen zoals spier- en gewrichtsstoornissen (bijv, scoliose, skyfose, kyfoscoliose) en degeneratieve spierziektes (bijv. MS) onder meer het gebruik van orthopedische hulpmiddelen. Dergelijke hulpmiddelen helpen de ontwikkeling van vervormingen veroorzaakt door spiervermoeidheid te voorkomen, en de fysieke ontwikkeling van de patiënten in het algemeen te verbeteren. Een stoel of een soortgelijk zitapparaat is een veel voorkomend apparaat dat gebruikt wordt bij de behandeling.

Vele uitvoeringsvormen en modellen van dergelijke orthopedische zittoestellen zijn reeds bekend. Echter, tegenwoordig beschikbare zitapparaten, bieden over het algemeen onvoldoende antwoord op de specifieke therapeutische behoeften ten aanzien van de patiënt. Zo kunnen bestaande toestellen niet altijd op maat gemaakt worden. Sommige toestellen bieden onvoldoende zitcomfort en ondersteuning waardoor lange zitsessies niet mogelijk zijn. Andere zittoestellen zijn dan weer niet regelbaar (verstelbaar) en/of moeten bij fysieke groei van de patiënt door volledig nieuwe apparaten vervangen worden. Bepaalde zittoestellen zijn niet geschikt om bij kinderen aangewend te worden of zijn gebruiksonvriendelijk.

BE2017/5738 Er blijft derhalve op het vakgebied een behoefte bestaan naar een zittoestel dat aanpasbaar is aan de individuele noden en behoeften van zijn gebruiker.

Vanwege het langdurige aspect van vele aandoeningen in dit vakgebied, blijft derhalve ook behoefte bestaan om een zittoestel te voorzien dat uiterst aanpasbaar (regelbaar) is teneinde ontwikkelingsvaardigheden en fysieke groei te kunnen opvangen.

Er blijft tevens een behoefte om een zittoestel te ontwikkelen voor het ondersteunen van het menselijk lichaam op een wijze die voldoende is om de ontwikkeling of verergering van vervormingen te voorkomen.

Een andere behoefte in dit vakgebied betreft een zittoestel dat een optimale zithouding verschaft aan zijn gebruiker teneinde problemen te wijten aan een foutieve zithouding te corrigeren of te voorkomen. Er is verder een behoefte in dit vakgebied om een zittoestel te verschaffen waarin de gebruiker comfortabel en ontspannend zit zodat het zittoestel voor langere zitsessies kan aangewend worden.

Bovendien is er nood in het technisch veld aan een zittoestel dat gebruiksvriendelijk is, optimale gebruiksvrijheid garandeert en gemakkelijk te vervoeren is.

De onderhavige uitvinding heeft als doel om een antwoord te bieden aan één of meerdere van bovenstaande problemen van bestaande zittoestellen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een poging om te voldoen aan één of meer van de boven aangeduide behoeftes op het vakgebied, werd door de uitvinders een zittoestel ontwikkeld dat in het bijzonder uitgerust is met een specifiek regelbaar (extern) wervelmechanisme.

De onderhavige uitvinding voorziet aldus in een specifiek wervelmechanisme dat als een soort extern skelet (exo-skelet) in een zittoestel kan gebruikt worden. Het wervelmechanisme volgens de uitvinding is in het bijzonder op een ingenieuze wijze regelbaar (verstelbaar) aan de anatomie en de noden van zijn gebruiker en voorziet in een eenvoudige verstelbaarheid van verschillende mechanische aspecten van het mechanisme. Bovendien kan het wervelmechanisme op voordelige wijze niet alleen in een statische configuratie gebruikt worden (nadat het is afgestemd op de gebruiker), maar ook op eenvoudige wijze omgevormd worden naar een dynamische configuratie, teneinde ook aan specifieke bewegingsnoden van een gebruiker te kunnen voldoen. Bovendien voorziet de uitvinding in bepaalde uitvoeringsvormen in een wervelmechanisme dat in een dynamische configuratie ook verschillende mates van bewegingshoeveelheid (range of motion) toelaat.

In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een wervelmechanisme (6). In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een wervelmechanisme (6) wervelmechanisme (6)

BE2017/5738 voor een zittoestel (100) dat een zitschaal (2), een borststuk (3) en optioneel een hoofdsteun (4) omvat, waarin genoemd wervelmechanisme (6) verstelbaar is en een veelvoud aan scharnierpunten omvat, waarbij elk scharnierpunt verstelbaar en fixeerbaar rond een scharnieras (10) voorzien is, en waarbij genoemd veelvoud aan scharnierpunten in tandem verbonden zijn door middel van een reeks interconnecteerbare wervelmodules (200), waarbij de genoemde scharnierassen parallel geplaatst zijn ten opzichte van elkaar en een virtueel vlak vormen dat in hoofdzaak parallel is aan een lichamelijk dorsaal vlak en waarin de rotatiehoek van elke scharnieras verstelbaar en fixeerbaar is, en waarbij de reeks wervelmodules (200) tenminste omvat:

a. een zitschaalwervel (14) die connecteerbaar is aan de zitschaal van het zittoestel,

b. een borststukwervel (13) die connecteerbaar is aan het borststuk van het zittoestel, en

c. minstens één tussenwervel (15) die de zitschaalwervel (14) met de borststukwervel verbindt (15), en waarbij het wervelmechanisme (6) verder een hoofdsteunwervel (28) omvat die met de borststukwervel (14) verbonden is, en die connecteerbaar is met de genoemde optionele hoofdsteun van het zittoestel.

In een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een wervelmechanisme (6) volgens de uitvinding in een orthopedisch hulpmiddel, zoals een zittoestel (100).

In nog een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op een zittoestel (100). In een uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding in een zittoestel (100) voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van het lichaam van een persoon, bijvoorbeeld een kind, dewelke zittoestel een zitschaal (2), een borststuk (3), en een wervelmechanisme (6) volgens de uitvinding omvat, waarbij het wervelmechanisme (6) de zitschaal (2) met het borststuk (3) verbindt. Optioneel kan het zittoestel (100) volgens de uitvinding verder een hoofdsteun (4) omvatten, waarbij het wervelmechanisme (6) de hoofdsteun met het borststuk (3) verbindt.

Een zittoestel dat uitgerust is met een wervelmechanisme volgens de uitvinding kan onder meer dankzij het regelbare en modulaire karakter van dit wervelmechanisme, bijzonder goed afgesteld worden op de antropometrie en de anatomie van zijn gebruiker/patiënt. Wevelmechanisme en zittoestel volgens de uitvinding lenen er zich bijzonder goed toe om voor een gebruiker gepersonaliseerd te worden, zodat (bijna normale) hoofd-, nek- en

BE2017/5738 zithoudingen en een breed scala aan spieractiviteiten bereikt kunnen worden voor de gebruiker. Toepassing van het wervelmechanisme in het zittoestel laat toe om de zithouding te corrigeren (dorsaal flexie en anterior extensie).

Naast correctie kan, in het geval van de optionele dynamische opstelling, eveneens een zekere bewegingsvrijheid gegeven worden aan de gebruiker in het horizontale en sagittale vlak. Bovendien kan door eenvoudige mechanische afstelling het wervelmechanisme volgens de uitvinding verschillende beweg ings-reikwijdtes aannemen, zodat een zogenaamde “range of motions” mogelijk gemaakt worden. Aldus kan het wervelmechanisme door een ingenieus afstelling tegemoet komen aan variërende bewegingsnoden van de gebruiker.

De uitvinding voorziet hiermee in een zittoestel dat niet enkel -op een ontspannende wijze voor de gebruiker - de ideale zitcorrectie toelaat, maar indien gewenst ook een beperkte beweeglijkheid mogelijk maakt. Door het regelbare karakter van het wervelmechanisme en van het zittoestel, is het zittoestel bovendien bijzonder geschikt om gebruikt te worden bij (groeiende) kinderen.

Het zittoestel volgens de uitvinding kan op eenvoudige wijze (bijvoorbeeld door gebruik van een adaptor stuk) inclineerbaar gemonteerd worden op een onderstel, zodat een gebruiker (patiënt) die in het toestel zit, hierin zit onder de juiste hoekinstelling. Hierdoor kan hij of zij langdurig een ontspannen zithouding aannemen. Het zittoestel werd bovendien dusdanig ontworpen dat het uitwisselbaar is en op verschillende types onderstellen gebruikt kan worden, wat zijn gebruiksgemak ten goede komt.

Het zittoestel volgens de uitvinding is bijzonder geschikt als ondersteunend of stabiliserend of corrigerend hulpmiddel voor personen, in het bijzonder kinderen, met verminderde werking of ontwikkeling van spieren en/of beenderen, bijvoorbeeld kinderen met cerebrale palsy. Daarom heeft de uitvinding in een ander aspect betrekking op het gebruik van een zittoestel (100) volgens de uitvinding voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van het lichaam van een persoon, in het bijzonder van een kind.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 illustreert een voorkeursuitvoeringsvorm van een zittoestel (100) volgens de uitvinding.

Figuren 2A en 2B geven twee aanzichten (voor- en achterzijde) weer van een uitvoeringsvorm van een wervelmechanisme (6) volgens de uitvinding.

BE2017/5738 Figuur 3 is een geëxplodeerd zicht van een uitvoeringsvorm van twee aangrenzende wervelmodules (200) met aanduiding van verschillende onderdelen waaruit de wervelmodules zijn opgebouwd.

Figuur 4 stelt een voorkeursuitvoeringsvorm van de behuizing (12) van een wervelmodule (200) voor.

Figuur 5 illustreert een uitvoeringsvorm van een onderstel met wielen (1) waarop een zittoestel volgens de uitvinding gemonteerd is.

In deze figuren wijzen gelijke nummers naar gelijke of gelijksoortige elementen. Doorheen de figuren wordt de volgende nummering gebruikt: onderstel (1); zitschaal (2); borststuk (3); hoofdsteun (4); hoofdsteunadaptor (5); wervelmechanisme (6); kleppen borststuk (7); scharnieren (8); achterschelp (9); scharnieras (10); dempers (11); behuizing van de wervelmodule (12); borststukwervel (13); zitschaalwervel (14); tussenwervel (15); moer (16); bout (17); inbus (18); moer (19); bout (20); veerelementen (21); adaptorstuk (22); wormwiel (23); stelschroef (24); afdekkap (25); tandwiel (26); afdekkap (27); hoofdsteunwervel (28); vaste tanden (29); lichaam in koppelstuk 1 (30); wanden koppelstuk 1 (31); holte koppelstuk 1 (32); opening koppelstuk 1 (33); lichaam/uitsparing koppelstuk 2 (34); holte koppelstuk 2 (35); vleugel (36); bijkomende gleuf in onderste wervel (37); gleuf in de vleugel (38); draaiknop/bevestigingsknop (39); stelschroeven (40), zittoestel (100); wervelmodule (200); 1e koppelstuk (210); 2e koppelstuk (220).

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.

De termen “omvatten”, “omvat” zoals verder gebruikt, zijn synoniem met “inclusief”, “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of methode stappen niet uit. De termen “omvatten”, “omvat” zijn inclusief de term “bevatten”.

De opsomming van numerische waarden aan hand van cijferbereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.

Alle in de onderhavige specificatie geciteerde documenten worden bij deze geacht volledig hierin te zijn opgenomen door verwijzing.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.

BE2017/5738 De onderhavige uitvinding heeft dus betrekking op een wervelmechanisme dat in een orthopedisch hulpmiddel, zoals bijvoorbeeld een zittoestel, kan gebruikt worden. Het wervelmechanisme is dusdanig opgebouwd dat het als een soort extern skelet (exo-skelet) kan fungeren, en mede dankzij zijn modulaire en regelbare opbouw, aangepast kan worden aan de (wijzigende) wensen en noden van de gebruiker, in het bijzonder kinderen.

Het wervelmechanisme volgens de uitvinding kan zowel in een statische (gefixeerde) als in een dynamische (beweeglijke) opstelling in het zittoestel gebruikt worden. De statische opstelling zorgt voor een rigide verbinding tussen zitschaal, borststuk, en indien aanwezig ook hoofdsteun en hoofdsteunadaptor. In het geval van een dynamische opstelling wordt een beperkte bewegingsvrijheid gegeven aan de gebruiker voornamelijk in het sagittale vlak, bijvoorbeeld door gebruik van een veersysteem in het wervelmechanisme, en/of in het horizontale vlak, bijvoorbeeld door gebruik van dempingselementen bij het aanbrengen van het wervelmechanisme op het zittoestel. In een dynamische opstelling kan eveneens een range of motions ingebouwd worden (zie verder).

Geprefereerde kenmerken en uitvoeringsvormen van het wervelmechanisme, het zittoestel en toepassingsmogelijkheden hiervan volgens de uitvinding worden hieronder uiteengezet. Elk kenmerk of uitvoeringsvorm van de uitvinding dat als dusdanig gedefinieerd wordt kan gecombineerd worden met éénder welk andere kenmerk of uitvoeringsvorm tenzij expliciet het tegendeel vermeld wordt. In het bijzonder kan elk kenmerk dat als voordelig of geprefereerd aangeduid wordt gecombineerd worden met éénder welk ander kenmerk of kenmerken of uitvoeringsvormen die als voordelig of geprefereerd vermeld staan. Daartoe is de onderhavige uitvinding in het bijzonder verwoord door éénder welk van de hieronder vermelde genummerde items 1 tot 48 of door éénder welke combinatie van één of meerdere van de hieronder vermelde genummerde items 1 tot 48 met eender welk ander kenmerk of uitvoeringsvorm.

1. Wervelmechanisme (6) voor een zittoestel (100) dat een zitschaal (2), een borststuk (3) en optioneel een hoofdsteun (4) omvat, waarin genoemd wervelmechanisme (6) verstelbaar is en een veelvoud aan scharnierpunten omvat, waarbij elk scharnierpunt verstelbaar en fixeerbaar rond een scharnieras (10) voorzien is, en waarbij genoemd veelvoud aan scharnierpunten in tandem verbonden zijn door middel van een reeks interconnecteerbare wervelmodules (200), waarbij de genoemde scharnierassen parallel geplaatst zijn ten opzichte van elkaar en een virtueel vlak vormen dat in hoofdzaak parallel is aan een lichamelijk dorsaal vlak en waarin de rotatiehoek van elke scharnieras verstelbaar en fixeerbaar is, en

BE2017/5738 waarbij de reeks wervelmodules (200) tenminste omvat:

a. een zitschaalwervel (14) die connecteerbaar is aan de zitschaal van het zittoestel,

b. een borststukwervel (13) die connecteerbaar is aan het borststuk van het zittoestel, en

c. minstens één tussenwervel (15) die de zitschaalwervel (14) met de borststukwervel verbindt (15), en waarbij het wervelmechanisme (6) verder een hoofdsteunwervel (28) omvat die met de borststukwervel (14) verbonden is, en die connecteerbaar is met de genoemde optionele hoofdsteun van het zittoestel.

2. Wervelmechanisme volgens item 1, waarin de reeks wervelmodules optioneel minstens één bijkomende tussenwervel (15) omvat, die de borststukwervel (14) met de hoofdsteunwervel (28) verbindt.

3. Wervelmechanisme volgens item 1 of 2, waarbij elke wervelmodule (200) voorzien is van een eerste koppelstuk (210) en een tweede koppelstuk (220), waarin het eerste koppelstuk (210) geconfigureerd is om een tweede koppelstuk (220) van een andere interconnecteerbare wervelmodule (200) te ontvangen, en waarin de koppeling van een eerste koppelstuk (210) met een tweede koppelstuk (220) een scharnierpunt oplevert.

4. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 3, waarin het eerste koppelstuk (210) een lichaam (30) omvat dat voorzien is van een paar tegenover elkaar liggende wanden (31) dewelke een holte (32) voor het ontvangen van het tweede koppelstuk (220) definiëren.

5. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 4, waarin het eerste koppelstuk (210) voorzien is van een paar tegenover elkaar liggende openingen (33) in de genoemde wanden (31), dewelke geschikt zijn om een bevestigingspen (16, 17) te ontvangen.

6. Wervelmechanisme volgens voorgaand item 5, waarin het scharnierpunt van het eerste koppelstuk (210) roteert rond de bevestigingspen (16, 17), bij voorkeur bestaande uit een bout (17) en moer (16).

7. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 6, waarin het tweede koppelstuk (220) een lichaam (34) omvat dat voorzien is van een uitsparing die de genoemde holte (32) van het eerste koppelstuk (210) complementeert.

BE2017/5738

8. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 7, waarbij elk scharnierpunt verstelbaar en fixeerbaar rond de genoemde scharnieras (10) voorzien is door middel van een wormwiel mechanisme.

9. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 8 waarbij het wormwiel mechanisme een wormwiel (23) en een tandwiel (26) omvat, waarbij rotatie van het wormwiel de rotatie van het scharnierpunt aandrijft.

10. Wervelmechanisme volgens voorgaand item 9, waarbij het tandwiel (26) dat voorzien is in het tweede koppelstuk (220), gepositioneerd is in vaste relatie met het tweede koppelstuk, en geplaatst is teneinde samen te werken met een wormwiel (23) dat voorzien is op een aangrenzend koppelstuk (210).

11. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 9 tot 10, waarin het tandwiel (26) voorzien in het tweede koppelstuk (220) gepositioneerd is in vaste relatie met het lichaam (34) van het tweede koppelstuk door middel van een set vaste tanden (29) dewelke in een holte van het genoemde lichaam voorzien zijn.

12. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 9 tot 11, waarbij het wormwiel (23) in de wervelmodule (200) gepositioneerd wordt, en bij voorkeur in het eerste koppelstuk (210) van de wervelmodule (200), door middel van een verstelbare bevestigingspen (19, 20) voorzien van een aanpasbare afdekkap (25), bij voorkeur aanpasbaar in hoogte en/of lengte.

13. Wervelmechanisme volgens item 12, waarbij de een verstelbare bevestigingspen (19,

20), bestaat uit een bout (20) en moer (19).

14. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 8 tot 13, waarbij het wormwiel mechanisme voorzien is van een wielvormig afdekkap (27) die als afdekkap van het tandwiel (26) fungeert.

15. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 8 tot 14, waarbij het wormwiel mechanisme van een stelschroef (24) voorzien is teneinde het wormwiel (23) door middel van de stelschroef (24) op de genoemde bevestigingspen vast te zetten, en bij voorkeur op de bout (20).

16. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 15, waarbij de bevestigingspen, en bij voorkeur de bout (20), een afgeplat deel vertoont waartegen de stelschroef (24) kan vastgezet worden.

17. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 15, waarbij de bevestigingspen, en bij voorkeur de bout (20), een gleuf vertoont die geschikt is om de stelschroef (24) te ontvangen.

BE2017/5738

18. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 17, dat verder voorzien is van veerelementen (21), waarbij de veerelementen in een kamer van de wervelmodule geplaatst zijn aan weerszijden van het wormwiel en het wormwiel (23) aan weerszijden flankeren teneinde een schuifbeweging van het wormwiel langs zijn rotatie-as toe te laten.

19. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 18, dat verder voorzien is van één of meerdere stelschroeven (40), die geschikt zijn om ter hoogte van de genoemde kamers in de wervelmodule te worden geschroefd teneinde de ruimte waarin het veerelement (21 ) zich uitstrekt af te bakenen.

20. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 19, waarin de zitschaalwervel (14) verstelbaar en fixeerbaar met de borststukwervel (13) verbonden is.

21. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 20, waarin de borststukwervel (13) verstelbaar en fixeerbaar met de hoofdsteunwervel (28) verbonden is.

22. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 21, waarbij de zitschaalwervel (14) voorzien is van twee vleugels (36), die zich bij voorkeur in hoofdzaak in tegenoverliggende richtingen aan weerszijden van het eerste koppelstuk (210) van de zitschaalwervel (14) uitstrekken, waarbij elke vleugel voorzien is van een gleuf (38) die geconfigureerd is om een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een draaiknop (39), te ontvangen.

23. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 22, waarbij de borststukwervel (13) voorzien is van twee vleugels (36), die zich bij voorkeur in hoofdzaak in tegenovergestelde richtingen aan weerszijden van het eerste koppelstuk (210) van de borststukwervel (13) uitstrekken, waarbij elke vleugel voorzien is van een gleuf (38) die geconfigureerd is om een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een draaiknop (39), te ontvangen.

24. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande items 1 tot 23, waarbij het tweede koppelstuk (220) van de zitschaalwervel (14) een bijkomende gleuf (37) vertoont, die geconfigureerd is om een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een draaiknop (39), te ontvangen.

25. Wervelmechanisme (6) voor een zittoestel (100) dat een zitschaal (2), een borststuk (3) en optioneel een hoofdsteun (4) omvat, waarin genoemd wervelmechanisme (6) verstelbaar is en een reeks interconnecteerbare wervelmodules (200) omvat, waarbij de reeks wervelmodules omvat a) een onderste wervelmodule (14) die connecteerbaar is aan de zitschaal van het zittoestel, b) een bovenste wervelmodule (13) die

BE2017/5738 connecteerbaar is aan het borststuk van het zittoestel, en c) minstens één tussenliggende wervelmodule (15) die de onderste wervelmodule (14) met de bovenste wervelmodule (13) verbindt, waarbij het wervelmechanisme verder een hoofdsteunwervel (28) omvat die met de bovenste wervelmodule (13) verbonden is, en die connecteerbaar is met de genoemde optionele hoofdsteun van het zittoestel, en waarbij optioneel de reeks wervelmodules minstens één bijkomende tussenliggende wervelmodule (15) omvat, die de bovenste wervelmodule (13) met de hoofdsteunwervel (28) verbindt..

26. Wervelmechanisme volgens item 25, dewelke de kenmerken vertoont van één der voorgaande items 1 tot 24.

27. Zittoestel (100) voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van het lichaam van een persoon, dewelke zittoestel een zitschaal (2), een borststuk (3), en een wervelmechanisme (6) volgens één der voorgaande items 1 tot 26 omvat, waarbij het wervelmechanisme (6) de zitschaal (2) met het borststuk (3) verbindt.

28. Zittoestel (100) volgens item 27, dat verder een hoofdsteun (4) omvat, waarbij het wervelmechanisme (6) de hoofdsteun met het borststuk (3) verbindt.

29. Zittoestel volgens item 27 of 28, dat verder voorzien is van een adaptorstuk (22) waarop de zitschaal (2) monteerbaar is.

30. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 29, waarbij het zittoestel inclineerbaar op een onderstel (1) monteerbaar is, bij voorkeur door middel van een adaptorstuk (22).

31. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 30, waarbij de zitschaal op maat van een persoon gemaakt is.

32. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 31, waarbij het borststuk op maat van een persoon gemaakt is.

33. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 32, waarbij de hoofdsteun op maat van een persoon gemaakt is.

34. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 33, waarbij de zitschaal voorzien is van een aanspanbare lendenband.

35. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 34, waarbij de zitschaal (2) en het borststuk (3) elk voorzien zijn van één of meerdere uitsparingen, die geconfigureerd zijn om een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een draaiknop (39), te ontvangen teneinde het wervelmechanisme op respectievelijk de zitschaal en het borststuk te bevestigen.

BE2017/5738

36. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 35, waarbij het borststuk (3) in de hoogte verstelbaar is, bij voorkeur door middel van het wervelmechanisme (6).

37. Zittoestel volgens item 36, waarbij het borststuk in de hoogte verstelbaar is door het aantal tussenwervels (15) van het wervelmechanisme aan te passen.

38. Zittoestel volgens item 36 of 37, waarbij het borststuk in de hoogte verstelbaar is door gleuven (37, 38) te voorzien op de borststukwervel (13) en/of zitschaalwervel (14) van het wervelmechanisme, waarlangs de borststukwervel (13) en/of zitschaalwervel (14) verstelbaar aan respectievelijk borststuk (3) en/of zitschaal (2) kunnen verbonden worden.

39. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 38, waarbij het borststuk (3) opgebouwd is uit een achterschelp (9) die connecteerbaar is met het genoemde wervelmechanisme, en twee voorkleppen (7), die elk door middel van een scharnier (8), bij voorkeur door middel van een verend scharnier, met de achterschelp (9) verbonden zijn.

40. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 39, waarin de hoofdsteun (4) een in de hoogte verstelbare hoofdsteunadaptor (5) omvat die de hoofdsteun met het wervelmechanisme verbindt.

41. Zittoestel volgens item 40, waarbij de hoofdsteunadaptor (5) verbonden is aan de hoofdsteunwervel (28) van het wervelmechanisme (6).

42. Zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 41 dat bijkomend één of meerdere dempers (11) omvat dewelke op de zitschaal (2) en/of het borststuk (3) voorzien zijn, en bij voorkeur uit een flexibel of verend materiaal vervaardigd zijn.

43. Zittoestel volgens item 42, waarbij de genoemde dempers (11) aan de achterzijde van de zitschaal tussen de zitschaal (2) en de zitschaalwervel (14) geplaatst zijn.

44. Zittoestel volgens item 42 of 43, waarbij de genoemde dempers (11) aan de achterzijde van het borststuk tussen het borststuk (3) en de borststukwervel (13) geplaatst zijn.

45. Onderstel (1) waarop een zittoestel (100) volgens één der voorgaande items 27 tot 44 gemonteerd is.

46. Gebruik van een wervelmechanisme (6) volgens één der voorgaande items 1 tot 26 in een orthopedisch hulpmiddel, zoals een zittoestel (100).

47. Gebruik van een zittoestel volgens één der voorgaande items 27 tot 44 voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van het lichaam van een persoon, in het bijzonder van een kind.

BE2017/5738

48. Gebruik volgens item 47, voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van rugen/of rampgebied van een persoon, bij voorkeur een van een kind, en bijvoorbeeld voor de ondersteuning, of stabilisatie of correctie van de wervelkolom van een persoon, bij voorkeur een van een kind.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter te tonen zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen.

Zittoestel

Figuur 1 illustreert een voorkeursuitvoeringsvorm van een zittoestel (100) volgens de uitvinding. Het zittoestel (100) omvat een zitschaal (2), een borststuk (3), een hoofdsteun (4), en een wervelmechanisme (6) volgens de uitvinding. De zitschaal (2) wordt door middel van het wervelmechanisme (6) verbonden met het borststuk (3) en de hoofdsteun (4). Tussen de hoofdsteun (4) en het wervelmechanisme (6) is een verstelbare hoofdsteunadaptor (5) geplaatst. De hoofdsteun met bijhorende hoofdsteundadaptor zijn optionele elementen van het zittoestel.

Het ontwerp van het zittoestel en zijn onderdelen kan gepersonaliseerd worden naar de noden en wensen van de gebruiker. Zo kunnen bijvoorbeeld grootte en/of vorm van de zitschaal, hoofdsteun, en borststuk aangepast worden aan de anatomie en/of het ziektebeeld van de gebruiker. De positie van een persoon die plaatsneemt in de zitschaal, en dus in het zittoestel tijdens zijn gebruik kan worden aangepast door middel van het verstelbare wervelmechanisme. De positie van de wervelmodules (wervels) in het wervelmechanisme kan afgesteld worden op de specifieke anatomie en/of het ziektebeeld van een gebruiker. Bovendien worden bij voorkeur één of meerdere onderdelen van het zittoestel, zoals zitschaal, borststuk, en/of hoofdsteun, op maat van een gebruiker gemaakt. Maatname van het desbetreffende lichaamsdeel is bijvoorbeeld mogelijk door middel van een gipsafdruk, met een 3D scanner of via een maatname toestel.

Bij voorkeur bestaat de zitschaal uit een polymeer, zoals bijvoorbeeld acrylonitrile-butadieenstyreen (ABS), of polyethyleen. De zitschaal heeft bij voorkeur een dikte gaande van 5 tot 15 mm, en bijvoorbeeld een dikte van 6, 8, 10 of 12 mm, afhankelijk van de grote en omvang van de gebruiker. De binnenkant van de zitschaal kan voorzien worden van een afwerkingsmateriaal, bijvoorbeeld polyurethaan, EVA schuim, of een andere polstering afgewerkt met leder.

De zitschaal van het zittoestel kan in een voorkeursuitvoeringsvorm ook voorzien zijn van ingewerkte lendenband, dat meer of minder kan aangespannen worden d.m.v. een sluiting, bijvoorbeeld d.m.v. een Boa-sluiting. Dergelijke lendenband laat toe om lordose te regelen.

BE2017/5738 Lordose is een natuurlijke kromming van de wervelkolom in voorachterwaartse richting. Bij een lordose is de bolle kant van de wervelkolom naar voren gericht. Daarnaast kan de zitschaal tevens individueel beter aangepast worden: door zijn ontwerp krijgen zitknobbels niet alleen meer plaats en worden ze beter ontlast, maar de vorm van het geheel van de zitschaal voorkomt vooral het onder uitschuiven van de zitknobbles (tubers). De zitschaal biedt bij voorkeur een vaste basissteun aan het ruggedeelte en/of rompgedeelte van een gebruiker, en bijvoorbeeld een steun van ruggenwervel D6 tot D9.

De uitvoeringsvorm geïllustreerd op Figuur 1 toont verder een borststuk (3) voor het zittoestel volgens de uitvinding dat opgebouwd uit een achterschelp (9) en twee voorkleppen (7). De kleppen (7) zijn door middel van één of meerdere scharnieren, bijvoorbeeld verende scharnieren (8), met de achterschelp verbonden. Het borststuk is door middel van zijn achterschelp aan het wervelmechanisme geconnecteerd worden. Het borststuk (3) is zo opgebouwd dat, door gebruik te maken van bijvoorbeeld verende scharnieren (8), de kleppen (7) vooraan steeds openstaan wanneer er geen gebruiker in het zittoestel zit. Op die manier kan de gebruiker op een eenvoudig manier in het zittoestel geplaatst worden. Wanneer de gebruiker in het zittoestel zit, worden de kleppen (7) dicht gemaakt waardoor de torso van de persoon mooi wordt omsloten door de achterschelp (9) van het borststuk en de kleppen (7) van het borststuk. Het borststuk bestaat bij voorkeur uit een polymeer, zoals bijvoorbeeld ABS of polyethylene.

De zitschaal (2) en het borststuk (3) volgens de uitvinding zijn in bepaalde uitvoeringsvormen elk voorzien van één of meerdere uitsparingen, die geconfigureerd zijn om een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een draaiknop (39), te ontvangen. Het wervelmechanisme (6) kan aldus via dergelijk bevestigingsmiddel aan de achterzijde van respectievelijk zitschaal en borststuk vastgemaakt worden, zoals geïllustreerd op Figuur 1.

Het borststuk van een zittoestel volgens de uitvinding is bij voorkeur door middel van het wervelmechanisme (6) in de hoogte verstelbaar. Dit kan in het bijzonder praktisch bewerkstelligd worden door het aantal wervelmodules van het wervelmechanisme te laten variëren. Bij voorkeur wordt de positie en de hoogte van het borststuk in het zittoestel zo ingesteld die het zich achteraan boven het gibbus krommingspunt van een gebruiker bevindt. Alternatief of in combinatie hiermee kan het borststuk ook in de hoogte versteld worden door gleuven (37, 38) te voorzien op de borststukwervel (13) en/of zitschaalwervel (14) van het wervelmechanisme, waarlangs de borststukwervel (13) en/of zitschaalwervel (14) verstelbaar aan respectievelijk borststuk (3) en/of zitschaal (2) kunnen verbonden worden. Bevestiging gebeurt door middel van een bevestigingsmiddel, bijvoorbeeld een draaiknop. Aldus wordt

BE2017/5738 een beperkte bewegingsmarge op en neer binnen de afmetingen van de gleuven mogelijk gemaakt door de wervels via deze gleuven aan borststuk en zitschaal vast te maken.

De uitvoeringsvorm van het zittoestel geïllustreerd op Figuur 1 vertoont verder een hoofdsteunadaptor (5) dat de hoofdsteun (4) met het wervelmechanisme verbindt. De hoofdsteunadaptor is bij voorkeur in de hoogte verstelbare. In de uitvoeringsvorm wordt de hoogte van de hoofdsteun ingesteld door een tussenwervel te plaatsen tussen borststukwervel en hoofdsteunwervel.

Wervelmechanisme

In verwijzing naar Figuren 2 tot 4 zal nu het wervelmechanisme volgens de uitvinding meer in detail besproken worden.

Een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is dat een wervelmechanisme voorzien wordt dat verstelbare (regelbaar) is. Daartoe is het wervelmechanisme opgebouwd uit een veelvoud aan scharnierpunten waarbij elk scharnierpunt verstelbaar en fixeerbaar rond een scharnieras (10) voorzien is en kan geroteerd worden, en waarbij genoemd veelvoud aan scharnierpunten in tandem verbonden zijn door middel van een reeks interconnecteerbare wervelmodules (200). Met andere woorden, het wervelmechanisme is opgebouwd uit een reeks van wervelmodules waarbij ter hoogte van de onderlinge connectie tussen de wervelmodules scharnierpunten gevormd worden. De genoemde scharnierassen zijn parallel geplaatst zijn ten opzichte van elkaar en vormen een virtueel vlak dat in hoofdzaak parallel is aan een lichamelijk dorsaal vlak. De rotatiehoek van elke scharnieras is verstelbaar en fixeerbaar. Dankzij het verstelbare karakter van het wervelmechanisme, kan het mechanisme ingesteld worden in een positie en kromming die aansluit bij de anatomie en de noden van een gebruiker. Bovendien kan door het aantal wervelmodules te variëren ook de grootte van het wervelmechanisme aangepast worden aan de grootte van de gebruiker. In een voordelige uitvoeringsvorm, kan bijvoorbeeld ook op eenvoudige wijze het wervelmechanisme uitgebreid worden door bijv, meer wervelmodules in te bouwen, zodat het wervelmechanisme kan meegroeien met de gebruiker, bijvoorbeeld een kind.

De term “veelvoud” in deze context heeft de betekenis van “twee of meer”, en bij voorbeeld, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, etc.

In bepaalde uitvoeringsvormen voorziet de uitvinding in een wervelmechanisme (6) voor een zittoestel (100) dat een zitschaal (2), een borststuk (3) en optioneel een hoofdsteun (4) omvat, waarin genoemd wervelmechanisme (6) verstelbaar is en een reeks interconnecteerbare wervelmodules (200) omvat, waarbij de reeks wervelmodules omvat a) een onderste wervelmodule (14) die connecteerbaar is aan de zitschaal van het zittoestel, b) een bovenste wervelmodule (13) die connecteerbaar is aan het borststuk van het zittoestel,

BE2017/5738 en c) minstens één tussenliggende wervelmodule (15) die de onderste wervelmodule (14) met de bovenste wervelmodule (13) verbindt, waarbij het wervelmechanisme verder een hoofdsteunwervel (28) omvat die met de bovenste wervelmodule (13) verbonden is, en die connecteerbaar is met de genoemde optionele hoofdsteun van het zittoestel. Optioneel omvat de reeks wervelmodules minstens één bijkomende tussenliggende wervelmodule (15), die de bovenste wervelmodule (13) met de hoofdsteunwervel (28) verbindt.

De termen ‘Onderste wervelmodule” en “zitschaalwervel” kunnen hierin als synoniemen gebruikt worden. De termen “bovenste wervelmodule” en “borststukwervel” kunnen hierin als synoniemen gebruikt worden. De termen “tussenliggende wervelmodule” en “tussenwervel” kunnen hierin als synoniemen gebruikt worden. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de zitschaalwervel, de borststukwervel en de tussenwervel dus voorbeelden van wervelmodules.

Figuur 2A en 2B illustreren twee verschillende aanzichten (voor- en achterzijde) van een uitvoeringsvorm van een wervelmechanisme (6) volgens de uitvinding. Het voorgestelde wervelmechanisme omvat drie types wervelmodules (200), een borststukwervel (13) die connecteerbaar is aan het borststuk van het zittoestel, een zitschaalwervel (14) die connecteerbaar is aan de zitschaal van het zittoestel, en een tussenwervel (15), die tussen de zitschaalwervel (14) en de borststukwervel (13) zit. De zitschaalwervel (14) wordt door één of meerdere tussenwervels (15) verstelbaar en fixeerbaar met de borststukwervel (13) verbonden. Op Figuren 2A en 2B worden twee tussenwervels voorzien tussen zitschaalwervel en borststukwervel. Afhankelijk van de antropometrie en de anatomie van de gebruiker kunnen er meer of minder tussenwervels ingezet worden. Figuren 2A en 2B illustreren tevens dat het wervelmechanisme een hoofdsteunwervel (28) heeft. Deze hoofdsteunwervel kan verbonden worden aan een hoofdsteun, indien deze voorhanden is. De wervelmodules of wervels bestaan bij voorkeur in hoofdzaak uit kunststof zoals bijvoorbeeld polyamide.

De borststukwervel (13) wordt verstelbaar en fixeerbaar met de hoofdsteunwervel (28) verbonden. Er kan een directe verbinding gemaakt worden tussen borststukwervel en hoofdsteunwervel (zonder tussenwervels), of in een alternatieve uitvoering (zoals voorgesteld op de figuur) kunnen tevens één of meerdere tussenwervels (15) tussen borststukwervel (13) en hoofdsteunwervel (28) voorzien worden.

Figuur 4 illustreert de behuizing (12) van één wervelmodule. Figuur 3 is een geëxplodeerd zicht van een uitvoeringsvorm van twee aangrenzende wervelmodules (200) volgens de uitvinding met aanduiding van verschillende onderdelen waaruit de wervelmodules zijn opgebouwd. Elke wervelmodule (200) in deze uitvoeringsvorm is voorzien van een eerste

BE2017/5738 koppelstuk (210) en een tweede koppelstuk (220), waarin het eerste koppelstuk (210) geconfigureerd is om een tweede koppelstuk (220) van een andere wervel (200) te ontvangen. De koppeling van een eerste koppelstuk (210) met een tweede koppelstuk (220) levert een scharnierpunt op. Het eerste koppelstuk (210) omvat een lichaam (30) dat voorzien is van een paar tegenover elkaar liggende wanden (31). Deze wanden definiëren een holte (32) voor het ontvangen van het tweede koppelstuk (220). Het eerste koppelstuk (210) is voorzien van een paar tegenover elkaar liggende openingen (33) in de genoemde wanden (31). Deze openingen (33) zijn geschikt zijn om een bevestigingspen (16, 17) te ontvangen. Bij voorkeur bestaat de bevestigingspen uit een moer (16) en een bout (17). Het scharnierpunt van het eerste koppelstuk (210) roteert rond de bevestigingspen (16, 17). Figuur 4 illustreert verder een uitvoeringsvorm waarin het tweede koppelstuk (220) een lichaam (34) omvat dat voorzien is van een uitsparing die de genoemde holte (32) van het eerste koppelstuk (210) complementeert.

In een uitvoeringsvorm van het wervelmechanisme volgens de uitvinding is elk scharnierpunt verstelbaar en fixeerbaar rond de scharnieras (10) voorzien door middel van een wormwiel mechanisme. Het wormwiel mechanisme omvat minstens een wormwiel (23) en een tandwiel (26). Rotatie van het wormwiel drijft het scharnierpunt aan. Het wormwiel (23) is in het eerste koppelstuk (210) van de wervelmodule (200) gepositioneerd. Dit gebeurt door middel van een verstelbare bevestigingspen (19, 20). Deze bevestigingspen bestaat bij voorkeur uit een bout (20) en moer (19).

Het wormwiel mechanisme is tevens voorzien van een stelschroef (24) teneinde het wormwiel (23) door middel van deze stelschroef (24) op de genoemde bevestigingspen vast te zetten.

Het tandwiel (26) dat voorzien is in het tweede koppelstuk (220) is gepositioneerd in vaste relatie met het tweede koppelstuk, en is als dusdanig geplaatst teneinde samen te werken met een wormwiel (23) dat voorzien is op een aangrenzend koppelstuk (210). Een tweede wielvormig afdekkap (27) wordt als afdekkap op het tandwiel (26) aangebracht. Dit afdekkapje zorgt ervoor dat de wervel mooi wordt uitgelijnd in de daarvoor voorziene kamer (32).

Het tandwiel (26) voorzien in het tweede koppelstuk (220) is in vaste relatie gepositioneerd met het lichaam (34) van het tweede koppelstuk door middel van een set vaste tanden (29). Deze tanden zijn bijvoorbeeld in een holte van het genoemde lichaam gefixeerd zoals te zien is op Figuur 4.

Assemblage van een voorbeeld van een wervelmodule en wervelmechanisme volgens de uitvinding kan praktisch als volgt gebeuren. In het lichaam (34) van één wervelmodule (200,

BE2017/5738 220) wordt een tandwiel (26) geplaatst. Dit wordt vastgezet in deze wervelmodule door de tanden (29) die zich in het lichaam van de module bevinden. Het tandwiel (26) kan daarnaast nog vastgezet worden met bijvoorbeeld 2-componenten lijm. Wanneer het tandwiel (26) is geplaatst, wordt een wielvormige dop (27) geplaatst die als afdekkap fungeert. Ook deze afdekkap (27) kan verder worden vastgezet met bijvoorbeeld 2-componenten lijm. Na de plaatsing van het wormwiel (23) wordt een bout (20) met speciale kop door de behuizing (12) van de module en het wormwiel geschoven. Deze bout (20) heeft bij voorkeur een kop die zo ontworpen werd dat enkel met een speciale sleutel kan interageren, om de module af te stellen en zo de correctie in het sagittale vlak te bekomen. M.a.w. de wervelmodules kunnen bij voorkeur enkel ingesteld worden met een daarvoor ontwikkelde sleutel. Het wormwiel (23) wordt tegen de rand van de wervelmodule (200) aangeduwd en vervolgens lichtjes vastgezet met een stelschroef (24).

Bij een statische uitvoeringsvorm kan de stelschroef (24) tegen een afgeplat stuk van de bout (20) aangedraaid worden. De moer (19) wordt op de bout (20) gedraaid om zo het wormwiel (23) vast te zetten in het lichaam van de wervelmodule. Hiermee wordt in hoofdzaak alle speling opgevangen die kan ontstaan tijdens gebruik. De stelschroef (24) kan nu finaal aangedraaid worden. Bij voorkeur kan langs beide kanten van de wervelmodule ook een inbus (18) geplaatst worden om zo het wormwiel (23) in het tandwiel (26) te duwen. Deze bewerking wordt gebruikt om de speling tussen het wormwiel (23) en het tandwiel (26) tot een minimum te herleiden. Tot slot wordt bij voorkeur ook een in afmetingen (lengte/hoogte) varieerbare afdekdop (25) geplaatst op de kop van de bout (20). Twee wervelmodules kunnen aldus geassembleerd worden zoals hierboven beschreven, en worden met elkaar bevestigd door middel van bout (17) en een moer (16). De bout en de moer worden bij voorkeur hard aangedraaid om speling zoveel mogelijk te vermijden.

Optioneel kan het wervelmechanisme volgens de uitvinding verder voorzien worden van een bijkomend element om enige beweging van het wormwiel langs zijn rotatie-as toe te laten. Dergelijk optioneel element biedt voordelen wanneer het wervelmechanisme in een dynamische opstelling gebruikt wordt. In een dynamische voorkeursuitvoeringsvorm voorziet de uitvinding daartoe in een wervelmechanisme waarin het wormwiel (23) aan weerszijden geflankeerd is met veerelementen (21) die een schuifbeweging van het wormwiel langs zijn rotatie-as toelaat. De veerelementen (21) worden bij voorkeur in een kamer van de wervelmodule (200) geplaatst aan weerszijden van het wormwiel (23) en flankeren aldus het wormwiel aan weerszijden. De veerelementen worden zo geplaatst dat het wormwiel (23) lichtjes (bijvoorbeeld enkele mm) kan bewegen op de bout (20). In de bout (20) is het platte vlak bij voorkeur vervangen door een klein gleufje waar de stelschroef (24) in loopt. Op die manier kan het wormwiel (23) niet draaien rond zijn as maar wel lichtjes verschuiven. De

BE2017/5738 combinatie van de verschillende wervelmodules in het wervelmechanisme zorgt er dan voor dat er een (beperkte) beweging mogelijk is van een gebruiker.

Bij wijze van voorbeeld illustreert Figuur 1 hoe het wervelmechanisme volgens figuur 2A of 2B met de andere onderdelen van het zittoestel verbonden kan worden. In de uitvoeringsvorm zoals voorgesteld op Figuur 2A/2B, omvat het wervelmechanisme een zitschaalwervel (14) en een borststukwervel (13), die elk van twee vleugels (36) voorzien zijn. Deze vleugels strekken zich in hoofdzaak aan weerszijden van het eerste koppelstuk (210) van respectievelijk de zitschaalwervel (14) en de borststukwervel (13) uit. Elke vleugel is voorzien van een gleuf (38) die geconfigureerd is om een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een draaiknop (39), te ontvangen. In een verdere uitvoeringsvorm vertoont het tweede koppelstuk (220) van de zitschaalwervel (14) tevens een bijkomende gleuf (37), die eveneens geconfigureerd is om een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een draaiknop (39), te ontvangen. Ter fixatie van het wervelmechanisme op de andere onderdelen van het zittoestel, zijn bovendien zowel op de zitschaal (2) als op het borststuk (3) telkens één of meerdere uitsparingen gemaakt, die geconfigureerd zijn om een bevestigingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een draaiknop (39), te ontvangen.

Bij wijze van voorbeeld illustreert Figuur 1 hoe montage van het zittoestel volgens de uitvinding praktisch kan gebeuren. In dit voorbeeld wordt de zitschaalwervel (14) op de zitschaal (2) geplaatst door middel van bijvoorbeeld draaiknoppen (39). De zitschaalwervel wervel is daartoe voorzien van overeenkomstige gleuven die het mogelijk maken om het wervelmechanisme (6) nog wat op en neer te bewegen in functie van een perfecte uitlijning. Er kan enkele mm, bijvoorbeeld tot 15mm, op en neer geschoven worden. De uitlijning van het wervelmechanisme (6) gebeurt bij voorkeur met de laser teneinde een perfecte stand van de wervelstructuur te bekomen. De borststukwervel heeft twee vleugels waarop de achterschelp van het borststuk (3) kan gemonteerd worden. De montage gebeurt door middel van bijvoorbeeld twee knoppen die in combinatie met twee flensmoeren het borststuk (3) op de borststukwervel (13) bevestigen. Ook hier is er een bewegingsmarge mogelijk van enkele mm, bijvoorbeeld tot 15 mm, door de aanwezigheid van een gleuf in de achterschelp waar de knoppen in kunnen bewegen. De hoofdsteunadaptor (5) van de hoofdsteun wordt in een uitsparing van de hoofdsteunwervel (28) gemonteerd. Hier kan gekozen worden voor een verticale montage of een horizontale montage van de hoofdsteunadaptor.

Statische I Dynamische opstelling

Het wervelmechanisme volgens de uitvinding kan zowel in een statische (gefixeerde) als in een dynamische (beweeglijke) opstelling in het zittoestel gemonteerd worden. De statische opstelling zorgt voor een rigide verbinding tussen de zitschaal, het borststuk, en optioneel de

BE2017/5738 hoofdsteun en hoofdsteunadaptor indien aanwezig. Het doel van de statische opstelling is om beweging van de gebruiker zoveel mogelijk te beperken.

In het geval van een dynamische opstelling wordt enige bewegingsvrijheid gegeven aan de gebruiker. Bijgevolg verschilt de dynamische opstelling van een statische opstelling in hoofdzaak in volgende kenmerken:

Er worden bij een dynamische opstelling veerelementen voorzien in het wervelmechanisme; bijvoorbeeld wordt ter hoogte van het wormwiel mechanisme in de wervelmodules het wormwiel aan weerszijden geflankeerd door een veerelement, en/of

Er worden bij een dynamische opstelling één of meerdere dempingselementen voorzien bij het aanbrengen van het wervelmechanisme op zitschaal en/of borststuk.

Meer in het bijzonder kan in een uitvoeringsvorm een zittoestel volgens de uitvinding uitgerust zijn met één of meerdere dempers (11) die bij voorkeur aangebracht zijn op de zitschaal (2) en/of het borststuk van het zittoestel. Dergelijke dempers worden bij voorkeur aan de achterzijde van de zitschaal (2) en/of borststuk (3) geplaatst. Dempers zijn bij voorkeur uit een flexibel of verend materiaal vervaardigd, zoals bijvoorbeeld rubber of TPU.

Figuur 1 bijvoorbeeld toont een uitvoeringsvorm van een zittoestel met flexibele dempers (11), waarvan er twee op de achterschelp (9) van het borststuk (3) en drie op achterzijde van de zitschaal (2) zijn aangebracht. Deze dempers zorgen voor bewegelijkheid in het horizontale vlak. De dempers (11) aan de achterzijde van de zitschaal worden bijvoorbeeld tussen de zitschaal (2) en de vleugels (36) van de zitschaalwervel (14) geplaatst, terwijl de dempers (11) aan de achterzijde van het borststuk bijvoorbeeld tussen het borststuk (3) en de vleugels (36) van de borststukwervel (13) geplaatst worden.

In bepaalde dynamische uitvoeringsvormen voorziet het wervelmechanisme volgens de uitvinding ook in de mogelijkheid om gemakkelijk de mate van bewegingshoeveelheid (range of motion) aan te passen aan de noden van een gebruiker. Dit wordt bij voorkeur bereikt de door de aanslag (de uitwijking) van de genoemde veerelementen te verleggen, en met name korter of langer te maken. Hierdoor kan een range of motion (ROM) ingesteld worden en zo progressief een programma opgesteld worden in welke mate de wervelmodules (meer of minder) dynamische mogen zijn. Dit gebeurt bij voorkeur door mechanische afstelling van de modules.

In bepaalde uitvoeringsvormen voorziet het wervelmechanisme volgens de uitvinding hiervoor in één of meerdere stelschroeven (40), zoals geïllustreerd op Figuur 3. Deze schroeven kunnen ter hoogte van de kamers waarin zich de veerelementen bevinden in de wervelmodule worden geschroefd. Door deze stelschroeven in de kamers in te schroeven,

BE2017/5738 kunnen de stelschroeven aldus de ruimte waarin het veerelement (21) zich uitstrekt afbakenen, bijvoorbeeld vergroten of verkleinen. Hoe dieper de stelschroeven (40) worden ingedraaid, hoe minder diep de kamer wordt waarin het veerelement zich beweegt. Als alternatief, of in combinatie hiermee, kan ook de afmeting (lengte) van het afdekkapje (25), dat de bevestigingspen van de module afschermt, gevarieerd worden om aldus de uitwijking van de veerelementen te begrenzen. Eenzelfde concept geldt voor het afdekkapje (25) als voor de veerelementen (21): hoe langer dit kapje is, hoe kleiner de range of motion wordt. Afstelling van stelschroeven en/of afdekkapje laten dus toe de (maximale) uitwijking van de wervelmodules te regelen in een dynamische opstelling.

Een zittoestel volgens de uitvinding is geschikt om inclineerbaar op een onderstel (1) gemonteerd te worden. Daartoe voorziet de uitvinding in een bepaalde uitvoeringsvorm in een zittoestel dat voorzien is van een adaptorstuk (22) waarop de zitschaal (2) kan gemonteerd wordt. Door plaatsing van de zitschaal (2) op een adaptorstuk is uitwisselbaarheid van de zitschaal, en bij uitbreiding van het hele zittoestel, op verschillende types onderstellen mogelijk. Figuur 5 illustreert bijvoorbeeld twee aanzichten van een uitvoeringsvorm van een verrijdbaar onderstel (1) waarop een zittoestel (100) volgens de uitvinding gemonteerd is. De zitschaal van het zittoestel is door middel van een adaptorstuk (22) verbonden met het onderstel. Het volledig opgebouwde zittoestel is op eenvoudige wijze afneembaar van het onderstel zodat dezelfde geconfigureerde zittoestel kan geplaatst worden op een ander onderstel indien gewenst.

Bovendien laat het gebruik van een adaptorstuk toe dat het zittoestel inclineerbaar, t.t.z. onder een bepaalde hoek, op het onderstel kan gemonteerd worden. De onderhavige uitvinding laat dus toe om het zittoestel als dusdanig te ontwerpen dat het zitvlak onder een bepaalde hoek t.o.v. een horizontaal vlak voorzien wordt, zodat langdurig en ontspannen een ideale zithouding kan aangenomen worden. De configuratie van het zittoestel en de zitschaal laten aldus toe dat een gebruiker in een “rechtop” houding langdurig en op een ontspannen manier actief kunnen zijn.

Toepassingen

Het wervelmechanisme volgens de uitvinding is uitermate geschikt om toegepast te worden in een orthopedisch hulpmiddel, bij voorkeur maar niet beperkt tot een zittoestel.

De uitvinding voorziet ook in het gebruik van een zittoestel dat uitgerust is met het wervelmechanisme, voor de ondersteuning van het lichaam van een persoon, bij voorkeur van een kind. De uitvinding voorziet tevens in het gebruik van een zittoestel dat uitgerust is met het wervelmechanisme, voor de stabilisatie van het lichaam van een persoon, bij voorkeur van een kind. De uitvinding voorziet tevens in het gebruik van een zittoestel dat

BE2017/5738 uitgerust is met het wervelmechanisme, voor de correctie van het lichaam van een persoon, bij voorkeur van een kind.

Zo is het wervelmechanisme en de zittoestel volgens de uitvinding uitermate geschikt voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van rug- en/of rampgebied, en bijvoorbeeld voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van de wervelkolom van een patiënt/gebruiker. Toepassing van het wervelmechanisme in het zittoestel laat niet alleen een zitcorrectie toe, maar indien gewenst ook een zeker mate van beweeglijkheid (in het bijzonder in een dynamisch opstelling) en laat ook een range of motions/reikwijdtes aan bewegingen toe. De onderhavige uitvinding laat toe om de overstap te maken van een statische ‘zitbak’, naar een zittoestel dat dynamiek uitstraalt en waar gebruikers, ook in normale ‘rechtop-houding’ langdurig en op een ontspannen manier actief kunnen zijn.

De onderhavige uitvinding vindt zijn toepassing in de ondersteuning van personen, bij voorkeur kinderen, die een verminderde ontwikkeling of werking van spieren en/of beenderen vertonen. Bij wijze van voorbeeld is de onderhavige uitvinding bijzonder geschikt voor de ondersteuning van bijvoorbeeld Cerebral Palsy- patiëntjes 3 tot 12 jaar. De uitvinding kan echter ook in tal van andere toepassingen aangewend worden, bijvoorbeeld ter ondersteuning van patiënten die andere ziektebeelden vertonen zoals stoornissen van spierfuncties, met verminderde kracht en/of uithoudingsvermogen, degeneratieve spierziektes zoals MS, en andere stoornissen in gewrichtsfuncties zoals scoliose, kyfose, kyfo-scoliose, etc.

BE2017/5738

Claims (21)

1. Conclusies

   1. Wervelmechanisme (6) voor een zittoestel (100) dat een zitschaal (2), een borststuk (3) en optioneel een hoofdsteun (4) omvat, waarin genoemd wervelmechanisme (6) verstelbaar is en een veelvoud aan scharnierpunten omvat, waarbij elk scharnierpunt verstelbaar en fixeerbaar rond een scharnieras (10) voorzien is, en waarbij genoemd veelvoud aan scharnierpunten in tandem verbonden zijn door middel van een reeks interconnecteerbare wervelmodules (200), waarbij de genoemde scharnierassen parallel geplaatst zijn ten opzichte van elkaar en een virtueel vlak vormen dat in hoofdzaak parallel is aan een lichamelijk dorsaal vlak en waarin de rotatiehoek van elke scharnieras verstelbaar en fixeerbaar is, en waarbij de reeks wervelmodules (200) tenminste omvat:

   a. een zitschaalwervel (14) die connecteerbaar is aan de zitschaal van het zittoestel,

   b. een borststukwervel (13) die connecteerbaar is aan het borststuk van het zittoestel, en

   c. minstens één tussenwervel (15) die de zitschaalwervel (14) met de borststukwervel verbindt (15), en waarbij het wervelmechanisme (6) verder een hoofdsteunwervel (28) omvat die met de borststukwervel (14) verbonden is, en die connecteerbaar is met de genoemde optionele hoofdsteun van het zittoestel.
2. 2. Wervelmechanisme volgens conclusie 1, waarin de reeks wervelmodules minstens één bijkomende tussenwervel (15) omvat, die de borststukwervel (14) met de hoofdsteunwervel (28) verbindt.
3. 3. Wervelmechanisme volgens conclusie 1 of 2, waarbij elke wervelmodule (200) voorzien is van een eerste koppelstuk (210) en een tweede koppelstuk (220), waarin het eerste koppelstuk (210) geconfigureerd is om een tweede koppelstuk (220) van een andere interconnecteerbare wervelmodule (200) te ontvangen, en waarin de koppeling van een eerste koppelstuk (210) met een tweede koppelstuk (220) een scharnierpunt oplevert.
4. 4. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 3, waarin het eerste koppelstuk (210) een lichaam (30) omvat dat voorzien is van een paar tegenover elkaar liggende wanden (31) dewelke een holte (32) voor het ontvangen van het tweede koppelstuk (220) definiëren.

   BE2017/5738
5. 5. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 4, waarin het eerste koppelstuk (210) voorzien is van een paar tegenover elkaar liggende openingen (33) in de genoemde wanden (31), dewelke geschikt zijn om een bevestigingspen (16, 17) te ontvangen.
6. 6. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 5, waarin het tweede koppelstuk (220) een lichaam (34) omvat dat voorzien is van een uitsparing die de genoemde holte (32) van het eerste koppelstuk (210) complementeert.
7. 7. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 6, waarbij elk scharnierpunt verstelbaar en fixeerbaar rond de genoemde scharnieras (10) voorzien is door middel van een wormwiel mechanisme.
8. 8. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 7 waarbij het wormwiel mechanisme een wormwiel (23) en een tandwiel (26) omvat, waarbij rotatie van het wormwiel de rotatie van het scharnierpunt aandrijft.
9. 9. Wervelmechanisme volgens voorgaande conclusie 8, waarbij het tandwiel (26) dat voorzien is in het tweede koppelstuk (220), gepositioneerd is in vaste relatie met het tweede koppelstuk, en geplaatst is teneinde samen te werken met een wormwiel (23) dat voorzien is op een aangrenzend koppelstuk (210).
10. 10. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusies 8 tot 9, waarin het tandwiel (26) voorzien in het tweede koppelstuk (220) gepositioneerd is in vaste relatie met het lichaam (34) van het tweede koppelstuk door middel van een set vaste tanden (29) dewelke in een holte van het genoemde lichaam voorzien zijn.
11. 11. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusies 8 tot 10, waarbij het wormwiel (23) in de wervelmodule (200) gepositioneerd wordt door middel van een verstelbare bevestigingspen (19, 20) voorzien van een aanpasbare afdekkap (25).
12. 12. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusies 8 tot 11, dat verder voorzien is van veerelementen (21 ), waarbij de veerelementen in een kamer van de wervelmodule (200) geplaatst zijn aan weerszijden van het wormwiel (23) en het wormwiel aan weerszijden flankeren teneinde een schuifbeweging van het wormwiel langs zijn rotatieas toe te laten.
13. 13. Wervelmechanisme volgens één der voorgaande conclusie 12, dat verder voorzien is van één of meerdere stelschroeven (40), die geschikt zijn om ter hoogte van de genoemde kamers in de wervelmodule te worden geschroefd teneinde de ruimte waarin de veerelementen (21) zich uitstrekken af te bakenen.

    BE2017/5738
14. 14. Zittoestel (100) voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van het lichaam van een persoon, dewelke zittoestel een zitschaal (2), een borststuk (3), en een wervelmechanisme (6) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 13 omvat, waarbij het wervelmechanisme (6) de zitschaal (2) met het borststuk (3) verbindt.
15. 15. Zittoestel (100) volgens conclusie 14, dat verder een hoofdsteun (4) omvat, waarbij het wervelmechanisme (6) de hoofdsteun met het borststuk (3) verbindt.
16. 16. Zittoestel volgens conclusie 14 of 15, waarbij het borststuk (3) in de hoogte verstelbaar is.
17. 17. Zittoestel volgens één der voorgaande conclusies 14 tot 16, waarbij het borststuk (3) opgebouwd is uit een achterschelp (9) die connecteerbaar is met het genoemde wervelmechanisme, en twee voorkleppen (7), die elk door middel van een scharnier (8) met de achterschelp (9) verbonden zijn.
18. 18. Zittoestel volgens één der voorgaande conclusies 15 tot 17, waarin de hoofdsteun (4) een in de hoogte verstelbare hoofdsteunadaptor (5) omvat die de hoofdsteun (4) met het wervelmechanisme (6) verbindt.
19. 19. Zittoestel volgens één der voorgaande conclusies 14 tot 18 dat bijkomend één of meerdere dempers (11) omvat dewelke op de zitschaal (2) en/of het borststuk (3) voorzien zijn.
20. 20. Gebruik van een wervelmechanisme (6) volgens één der voorgaande conclusies 1 tot 13 in een orthopedisch hulpmiddel, zoals een zittoestel (100).
21. 21. Gebruik van een zittoestel (100) volgens één der voorgaande conclusies 14 tot 19 voor de ondersteuning en/of stabilisatie en/of correctie van het lichaam van een persoon, in het bijzonder van een kind.