BE1025135B1 - Houder - Google Patents

Houder Download PDF

Info

Publication number
BE1025135B1
BE1025135B1 BE20175260A BE201705260A BE1025135B1 BE 1025135 B1 BE1025135 B1 BE 1025135B1 BE 20175260 A BE20175260 A BE 20175260A BE 201705260 A BE201705260 A BE 201705260A BE 1025135 B1 BE1025135 B1 BE 1025135B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
holder
coupling
cavity
rotation
coupling part
Prior art date
Application number
BE20175260A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1025135A1 (nl
Inventor
Vyvere Guy Vande
Original Assignee
Moerman Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Moerman Nv filed Critical Moerman Nv
Priority to BE20175260A priority Critical patent/BE1025135B1/nl
Priority to EP18166614.0A priority patent/EP3388203B1/en
Priority to CN201810324953.1A priority patent/CN108724116A/zh
Priority to US15/953,371 priority patent/US11224963B2/en
Publication of BE1025135A1 publication Critical patent/BE1025135A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1025135B1 publication Critical patent/BE1025135B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G1/00Handle constructions
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G3/00Attaching handles to the implements
    • B25G3/36Lap joints; Riveted, screwed, or like joints
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G1/00Handle constructions
    • B25G1/10Handle constructions characterised by material or shape
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G3/00Attaching handles to the implements
    • B25G3/02Socket, tang, or like fixings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G3/00Attaching handles to the implements
    • B25G3/02Socket, tang, or like fixings
    • B25G3/04Socket, tang, or like fixings with detachable or separate socket pieces
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25GHANDLES FOR HAND IMPLEMENTS
    • B25G3/00Attaching handles to the implements
    • B25G3/02Socket, tang, or like fixings
    • B25G3/12Locking and securing devices
    • B25G3/30Locking and securing devices comprising screwed sockets or tangs
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B9/00Connections of rods or tubular parts to flat surfaces at an angle
    • F16B9/05Connections of rods or tubular parts to flat surfaces at an angle by way of an intermediate member
    • F16B9/054Connections of rods or tubular parts to flat surfaces at an angle by way of an intermediate member the intermediate member being threaded
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B2200/00Constructional details of connections not covered for in other groups of this subclass
    • F16B2200/10Details of socket shapes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Purses, Travelling Bags, Baskets, Or Suitcases (AREA)
  • Details Of Rigid Or Semi-Rigid Containers (AREA)
  • Cleaning Implements For Floors, Carpets, Furniture, Walls, And The Like (AREA)
  • Table Equipment (AREA)

Abstract

Houder (1) voor het losmaakbaar verbinden van een steel aan een gereedschap (2), waarbij de houder (1) een holte (3) omvat waarin een steeluiteinde inbrengbaar is, waarbij deze holte (3) een wandoppervlak omvat met één of meerdere uitstekende snijelementen (5a, 5b), voor het snijden van complementaire schroefdraad waarmee de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) losmaakbaar verbindbaar zijn, waarbij de houder (1) omvat een koppelgedeelte (6) omvattende de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) en een vasthoudgedeelte (7), waarbij het koppelgedeelte (6) vervaardigd is uit een eerste materiaal omvattende kunststof en het vasthoudgedeelte (7) vervaardigd is uit een tweede materiaal, waarbij de hardheid van het eerste materiaal groter is dan de hardheid van het tweede materiaal.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
MOERMAN NV
8760, MEULEBEKE
België (72) Uitvinder(s) :
VAN DE VYVERE Guy
9790 WORTEGEM-PETEGEM
België (54) HOUDER (57) Houder (1) voor het losmaakbaar verbinden van een steel aan een gereedschap (2), waarbij de houder (1) een holte (3) omvat waarin een steeluiteinde inbrengbaar is, waarbij deze holte (3) een wandoppervlak omvat met één of meerdere uitstekende snijelementen (5a, 5b), voor het snijden van complementaire schroefdraad waarmee de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) losmaakbaar verbindbaar zijn, waarbij de houder (1) omvat een koppelgedeelte (6) omvattende de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) en een vasthoudgedeelte (7), 1 waarbij het koppelgedeelte (6) vervaardigd is uit een eerste materiaal omvattende kunststof en het vasthoudgedeelte (7) vervaardigd is uit een tweede materiaal, waarbij de hardheid van het eerste materiaal groter is dan de hardheid van het tweede materiaal.
Figure BE1025135B1_D0001
Fig. 1
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1025135
Nummer van indiening: BE2017/5260
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: B25G 3/30 B25G 3/04 B25G 3/36 Datum van verlening: 16/11/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 13/04/2017.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
MOERMAN NV, Schutterstraat 25, 8760 MEULEBEKE België;
vertegenwoordigd door
CARDOEN Annelies, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: HOUDER.
UITVINDER(S):
VANDE VYVERE Guy, Kasteelstraat 14, 9790, WORTEGEM-PETEGEM;
VOORRANG :
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag :
Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 16/11/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2017/5260
HOUDER
Deze uitvinding betreft een houder voor het losmaakbaar verbinden van een steel aan een gereedschap, waarbij de houder een holte omvat waarin een steeluiteinde van een steel draaibaar inbrengbaar is volgens nagenoeg een rotatieas, ter verbinding van de steel met de houder, dat deze holte een wandoppervlak omvat dat zich uitstrekt rondom deze rotatieas en dit wandoppervlak één of meerdere uitstekende snijelementen omvat, voor het snijden van complementaire schroefdraad waarmee de één of meerdere snijelementen losmaakbaar verbindbaar zijn en dit tijdens het draaiend inbrengen van een steeluiteinde in de holte, zodat zowel een nagenoeg glad steeluiteinde als een steeluiteinde omvattende uitwendige schroefdraad losmaakbaar verbindbaar is met deze houder.
Deze uitvinding betreft ook gereedschappen omvattende deze houder, waarbij het gereedschap een werkelement omvat, en een koppelstuk dat het werkelement draagt, waarbij het koppelstuk vervaardigd is uit een materiaal omvattende hoofdzakelijk kunststof. Deze uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor het vervaardigen van deze houder en werkwijzen voor het vervaardigen van deze gereedschappen.
Met een steel wordt hier een handvat aangeduid dat minstens gedeeltelijk de vorm van een stok of een schacht heeft, zoals bijvoorbeeld een borstelsteel, een steel voor een vloerwisser, een steel voor een schop, een steel voor een rakel enz.
Gereedschappen zoals vloerwissers, borstels, schoppen, rakels, rieken enz. omvatten een werkelement, waarmee de functie van het gereedschap kan worden uitgevoerd. Werkelementen kunnen bijvoorbeeld een rubberen wisstrook, borstelharen, enz. omvatten. Deze gereedschappen zijn voorzien van een koppelstuk, dat deel uitmaakt van het werkelement of verbonden is met het werkelement, voor het verbinden van een steel aan het werkelement, zodanig dat men het gereedschap eenvoudig kan hanteren. Hiervoor is dit koppelstuk verbonden met een houder of omvat dit koppelstuk een houder waarin een steeluiteinde aanbrengbaar is.
BE2017/5260
Deze gereedschappen zijn voorzien van verschillende types van houders, afhankelijk van het type gereedschap en/of de uitvoering ervan.
Gereedschappen omvattende een koppelstuk uit polypropyleen, omvatten meestal een houder uit polypropyleen, waarbij deze houder via rotatielassen verbonden is met dit koppelstuk. Deze houder omvat een holte, die zich uitstrekt rondom een rotatieas, en het wandoppervlak van deze holte omvat inwendige schroefdraad. Deze houders zijn dan voorzien om verbonden te worden met stelen omvattende een steeluiteinde met uitwendige schroefdraad, die correspondeert met de genoemde inwendige schroefdraad van de houder. Deze uitwendige schroefdraad is dan bijvoorbeeld uit polypropyleen vervaardigd terwijl de rest van de steel uit een andere materiaal zoals metaal is vervaardigd. Vaak is het gewenst dat men deze houders ook kan verbinden met houten stelen omvattende een conisch glad steeluiteinde. Bij borstels en vloerwissers is het bijvoorbeeld nuttig dat een gebruiker kan kiezen met welk type steel men de borstel of vloerwisser verbindt. De genoemde houders kunnen daarom bijkomend voorzien worden van een klemsysteem waarmee de steel geklemd kan worden. Bij zachte houtsoorten zal, door het indraaien van de steel in de holte, er uitwendige schroefdraad gesneden/gevormd worden in het steeluiteinde van de houten steel. De klemming door het klemsysteem is dan een bijkomende klemming die beweging volgens de richting van de rotatieas hindert. Het nadeel hier is dat bij veelvuldig gebruik van houten stelen, de inwendige schroefdraad bot wordt, waardoor de schroefdraadverbinding minder goed wordt. Bovendien laat het klemsysteem nog rotatie rond de rotatieas. Met andere woorden deze gereedschappen kunnen in theorie verbonden worden met houten stelen, maar in de praktijk wordt dit niet vaak of alleszins niet veelvuldig gedaan.
Er bestaan ook gereedschappen omvattende koppelstukken uit hout waarin een metalen houder is geklopt. Deze metalen houder is dan voorzien van inwendige schroefdraad die in staat is om schroefdraad te snijden in gladde houten oppervlakken. Wanneer men gebruik maakt van een metalen houder met een zekere hardheid, zal het snijden van schroefdraad in houten stelen geen slijtage veroorzaken
BE2017/5260 bij de inwendige schroefdraad. Dit gereedschap is hierdoor verbindbaar met metalen/kunststof stelen omvattende corresponderende uitwendige schroefdraad en ook met houten stelen omvattende een glad steeluiteinde. Echter het voorzien van gereedschappen, omvattende koppelstukken vervaardigd uit kunststof, van deze metalen houder, is echter niet eenvoudig.
Het is dan ook een doel van de uitvinding een houder te vervaardigen die goed verbindbaar is met verschillende types van stelen en waarbij deze houder koppelbaar is aan gereedschappen omvattende koppelstukken uit kunststof en/of eenvoudig deel kan uitmaken van gereedschappen omvattende koppelstukken uit kunststof. Het is ook een doel van de uitvinding om een gereedschap te vervaardigen omvattende een koppelstuk uit kunststof waarbij dit gereedschap goed verbindbaar is met verschillende types van stelen.
Dit doel wordt enerzijds bereikt door te voorzien in een houder voor het losmaakbaar verbinden van een steel aan het gereedschap, waarbij de houder een holte omvat waarin een steeluiteinde van een steel draaibaar inbrengbaar is volgens nagenoeg een rotatieas, ter verbinding van de steel met de houder, waarbij deze holte een wandoppervlak omvat dat zich uitstrekt rondom deze rotatieas en dit wandoppervlak één of meerdere uitstekende snijelementen omvat, voor het snijden van complementaire schroefdraad waarmee de één of meerdere snijelementen losmaakbaar verbindbaar zijn en dit tijdens het draaiend inbrengen van een steeluiteinde in de holte, zodat zowel een nagenoeg glad steeluiteinde als een steeluiteinde omvattende uitwendige schroefdraad losmaakbaar verbindbaar is met deze houder, waarbij de houder omvat een koppelgedeelte omvattende de één of meerdere snijelementen en een vasthoudgedeelte voor het vasthouden van het koppelgedeelte, waarbij het koppelgedeelte vervaardigd is uit een eerste materiaal en het vasthoudgedeelte vervaardigd is uit een tweede materiaal, waarbij de hardheid van het eerste materiaal groter/hoger is dan de hardheid van het tweede materiaal en waarbij het tweede materiaal hoofdzakelijk kunststof omvat.
BE2017/5260
De één of meerdere uitstekende snijelementen kunnen hier bijvoorbeeld inwendige schroefdraad zijn of één of meerdere segmenten van inwendige schroefdraad zijn. Uitwendige schroefdraad die correspondeert met deze één of meerdere uitstekende snijelementen is hierdoor losmaakbaar koppelbaar met deze één of meerdere snijelementen. Met andere woorden stelen omvattende dergelijke uitwendige schroefdraad zijn eenvoudig verbindbaar met deze houder.
De één of meerdere uitstekende snijelementen zijn hier in staat om uitwendige schroefdraad te gaan snijden in steeluiteinden die in de holte draaiend worden aangebracht. Met het snijden van uitwendige schroefdraad wordt hier aangeduid dat er uitwendige schroefdraad wordt gevormd op het steeluiteinde. Deze één of meerdere snijelementen zouden dus ook kunnen worden aangeduid met de term één of meerdere schroefdraadvormende elementen.
Het koppelgedeelte omvattende de één of meerdere snijelementen, is hier vervaardigd uit een materiaal met een grotere hardheid dan het eerste materiaal. Hoe harder het materiaal waaruit de één of meerdere snijelementen vervaardigd zijn, hoe beter ze in staat zijn om schroefdraad te snijden in een steeluiteinde. Dit betekent ook dat de één of meerdere snijelementen minder snel of niet gaan afslijten bij gebruik en/of bij het verbinden met stelen. Met andere woorden, deze houder is goed in staat om uitwendige schroefdraad te snijden in gladde steeluiteinden die vervaardigd zijn uit een materiaal met een kleinere hardheid dan de hardheid van het eerste materiaal, zoals bijvoorbeeld conische gladde steeluiteinden vervaardigd uit bepaalde houtsoorten. Ook kunnen deze één of meerdere snijelementen aangrijpen in corresponderende uitwendige schroefdraad. Wanneer men deze één of meerdere snijelementen wenst te verbinden met niet corresponderende uitwendige schroefdraad, zullen deze één of meerdere snijelementen ook goed in staat zijn om nieuwe uitwendige schroefdraad te snijden, indien deze niet corresponderende uitwendige schroefdraad uit een materiaal vervaardigd is met een kleinere hardheid dan de hardheid van het eerste materiaal.
BE2017/5260
Met behulp van deze houder kan men dus verschillende types van stelen gaan verbinden met een gereedschap.
Daar het vasthoudgedeelte vervaardigd is uit kunststof kan men dit vasthoudgedeelte eenvoudig gaan verbinden met onderdelen die vervaardigd zijn uit kunststof. Bij voorkeur heeft de kunststof waaruit het genoemde onderdeel is vervaardigd, nagenoeg dezelfde smelttemperatuur als de kunststof waaruit het vasthoudgedeelte is vervaardigd. Een gekende techniek hiervoor is wrijvingslassen, meer specifiek rotatielassen. Met andere woorden deze universele houder kan eenvoudig verbonden worden met gereedschappen omvattende een werkelement en een koppelstuk die het werkelement draagt, waarbij dit koppelstuk uit kunststof is vervaardigd. Het vasthoudgedeelte op zich kan hier ook het koppelstuk van een gereedschap vormen. Men kan hier dus de gebruikte kunststof voor het vasthoudgedeelte kiezen in functie van het gereedschap en toch nog het koppelgedeelte voorzien van de gewenste hardheid zodat de houder bruikbaar is voor vele types van stelen. Met nagenoeg dezelfde smelttemperatuur, wordt hier bij voorkeur aangeduid dat de smelttemperatuur van het koppelstuk niet meer dan 10 °C, nog meer bij voorkeur niet meer dan 5°C, verschilt van de smelttemperatuur van het tweede materiaal.
Met het vasthoudgedeelte houdt het koppelgedeelte vast, wordt aangeduid dat het vasthoudgedeelte het koppelgedeelte in een bepaalde positie vasthoudt. Het vasthoudgedeelte en het koppelgedeelte zijn hiervoor zo met elkaar verbonden dat, tijdens het gebruik van de houder, het koppelgedeelte nagenoeg niet kan verplaatsen ten opzichte van het vasthoudgedeelte. Bij voorkeur is het koppelgedeelte nagenoeg onlosmaakbaar verbonden met het vasthoudgedeelte. Verder bij voorkeur wordt het vasthoudgedeelte via spuitgieten tegenaan het koppelgedeelte aangebracht.
Bij voorkeur omvat het tweede materiaal polypropyleen, nog meer bij voorkeur omvat het tweede materiaal hoofdzakelijk polypropyleen. Polypropyleen is een grondstof die veelvuldig gebruikt wordt bij borstels en vloerwissers. De meeste borstels en vloerwissers omvatten een werkelement, omvattende respectievelijk
BE2017/5260 borstelharen en een wisstrook/wiselement, waarbij deze borstels en vloerwissers verder een koppelstuk omvatten dat dit werkelement draagt. Dit koppelstuk is vaak vervaardigd uit polypropyleen, daar dit een goedkope grondstof is die eenvoudig in de gewenste vorm kan worden gebracht en daar dergelijke koppelstukken een zekere duurzaamheid hebben. De hardheid van de gebruikte polypropyleen is echter kleiner dan de hardheid van bepaalde houtsoorten die men gebruikt voor het vervaardigen van stelen. Met andere woorden, indien men wenst dat de één of meerdere snijelementen goed snijden gedurende langere periodes, is het geen optie deze snijelementen te vervaardigen uit een dergelijk polypropyleen. De hardheid van deze gebruikte polypropyleen is gelegen tussen 65 en 80 Shore D. De hardheid van de houtsoorten die courant gebruikt worden bij het vervaardigen van stelen is gelegen tussen 60 en 90 Shore D. Het genoemde eerste materiaal heeft hier dan een hardheid groter dan de hardheid van courant gebruikte polypropyleen in genoemde gereedschappen. Met andere woorden de hardheid van het eerste materiaal is dan bij voorkeur hoger dan 80 Shore D, waardoor de genoemde één of meerdere snijelementen in staat zijn om uitwendige schroefdraad te snijden in een groot aantal houtsoorten.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het koppelgedeelte een binnenoppervlak omvattende de één of meerdere uitstekende snijelementen, waarbij dit binnenoppervlak minstens gedeeltelijk het genoemde wandoppervlak van de holte vormt, waarbij het koppelgedeelte een tegenover het binnenoppervlak gelegen buitenoppervlak omvat, waarbij dit buitenoppervlak één of meerdere naar buiten gerichte uitsteeksels omvat, en waarbij het vasthoudgedeelte zo tegenaan het buitenoppervlak van het koppelgedeelte ligt dat het vasthoudgedeelte de één of meerdere uitsteeksels minstens gedeeltelijk omhult. Hiermee wordt aangeduid dat deze uitsteeksels minstens gedeeltelijk zijn ingebed in het vasthoudgedeelte. Het vasthoudgedeelte is hierdoor zeer goed verbonden met het koppelgedeelte, zodat deze verbinding niet of alleszins heel moeilijk verbroken zal worden bij het gebruik van de houder. Bij bijvoorbeeld het aanbrengen van de steel in de holte en/of tijdens het gebruik van het gereedschap waarin de steel is aangebracht, worden er krachten
BE2017/5260 uitgeoefend op het koppelgedeelte. Het is belangrijk dat het vasthoudgedeelte het koppelgedeelte goed vasthoudt, zodat deze genoemde gedeeltes niet los komen van elkaar tijdens het gebruik van het gereedschap. Doordat de één of meerdere genoemde uitsteeksels minstens gedeeltelijk ingebed zijn in het vasthoudgedeelte, zal het koppelgedeelte niet of weinig gaan bewegen ten opzichte van het vasthoudgedeelte wanneer er krachten worden uitgeoefend op het koppelgedeelte. Het vasthoudgedeelte kan bijvoorbeeld via spuitgieten tegenaan het koppelgedeelte zijn aangebracht. De één of meerdere uitsteeksels zorgen hier voor een bijkomende mechanische verankering van het koppelgedeelte in het vasthoudgedeelte.
De afmeting van het vasthoudgedeelte, gezien volgens een vlak loodrecht op de rotatieas, volgens een rechte die de rotatieas snijdt en in de nabijheid van een genoemd uitsteeksel van het buitenoppervlak van het koppelgedeelte, komt bij voorkeur nagenoeg overeen met de corresponderende afmeting van het genoemde uitsteeksel. Het topje van het genoemde uitsteeksel is dan net wel of net niet ingebed in het vasthoudgedeelte. Bij voorkeur is dit het geval bij alle uitsteeksels indien er meerdere aanwezig zijn. Het vasthoudgedeelte strekt zich dan als het ware uit tussen de uitsteeksels. Het vasthoudgedeelte strekt zich dan niet uit of slechts een beetje uit voorbij de uitsteeksels gezien volgens eens straal doorheen de rotatieas. Dergelijke houders zijn eenvoudig te produceren door eerst het koppelgedeelte te vormen en dan dit koppelgedeelte aan te brengen in een mal en kunststof aan te brengen in de mal ter vorming van het vasthoudgedeelte.
Verder bij voorkeur strekken één of meerdere uitsteeksels zich hoofdzakelijk uit volgens een vlak dat een hoek maakt met de rotatieas. Bij voorkeur is deze hoek gelegen tussen 5° en 85° zodat deze uitsteeksels schuin staan ten opzichte van de rotatieas. Krachten die inwerken op het koppelgedeelte, zijnde bijvoorbeeld krachten die zich uitstrekken volgens de rotatieas of krachten door rotatie rondom de rotaties, kunnen zo goed worden op gevangen door deze uitsteeksels. De één of meerdere uitsteeksels zijn bijvoorbeeld plaatvormige of balkvormige elementen, zodat er een zeker contactoppervlak is tussen deze uitsteeksels en het vasthoudgedeelte en de
BE2017/5260 krachten zo goed worden doorgegeven van de uitsteeksels naar het vasthoudgedeelte. Verder bij voorkeur is de genoemde hoek gelegen tussen 30° en 60° en nog meer bij voorkeur nagenoeg 45°.
Ook kunnen één of meerdere uitsteeksels bijvoorbeeld naaldvormige of kegelvormige uitsteeksels zijn waarbij de lengterichtingen van deze uitsteeksels een hoek maken met de rotatieas.
Eén of meerdere uitsteeksels hebben, gezien volgens de rotatieas, een T-vorm waarbij een deel van elk van deze één of meerdere uitsteeksels zich hoofdzakelijk uitstrekt volgens de rotatieas. Door deze vorm strekt dan een ander deel van het uitsteeksel zich dan hoofdzakelijk loodrecht uit op de rotatieas. Krachten die zich uitstrekken volgens de rotatieas en krachten die zich uitstrekken loodrecht op de rotatieas kunnen door dergelijke uitsteeksels zeer goed worden opgevangen. De verbinding tussen het vasthoudgedeelte en het koppelgedeelte zal dus niet of moeilijk loskomen tijdens het gebruik van de houder.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het koppelgedeelte een binnenoppervlak omvattende de één of meerdere uitstekende snijelementen, waarbij dit binnenoppervlak hoofdzakelijk het wandoppervlak van de genoemde holte vormt en het vasthoudgedeelte zich, gezien volgens de rotatieas, grotendeels rondom het koppelgedeelte uitstrekt. Bij voorkeur strekt het vasthoudgedeelte zich hoofdzakelijk uit rondom het koppelgedeelte zodanig dat het koppelgedeelte goed wordt vastgehouden door het vasthoudgedeelte en het vasthoudgedeelte de toegang tot de holte niet versperd. Hier is het wandoppervlak nagenoeg volledig vervaardigd uit het hardere eerste materiaal, waardoor het wandoppervlak minder gevoelig is aan slijtage. Bij voorkeur is het binnenoppervlak het wandoppervlak.
Verder bij voorkeur vormt het koppelgedeelte hoofdzakelijk de holte, vormt het binnenoppervlak hoofdzakelijk het wandoppervlak en omvat het koppelgedeelte, gezien volgens de rotatieas aan de ene kant een opening waardoorheen de holte
BE2017/5260 bereikbaar is en aan de andere kant een bodem zodat de holte hoofdzakelijk begrensd is door de bodem en het binnenoppervlak, waarbij deze bodem één of meerdere naar buiten gerichte pootjes omvat, waarbij het vasthoudgedeelte tegenaan deze bodem ligt en de één of meerdere pootjes minstens gedeeltelijk omhult. De pootjes van de bodem zijn hier dan minstens gedeeltelijk ingebed in het vasthoudgedeelte waardoor de verbinding tussen het vasthoudgedeelte en het koppelgedeelte een zeer sterke verbinding is.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de holte hoofdzakelijk conisch van vorm, omvat de houder een opening waardoorheen de holte bereikbaar is, waarbij, gezien volgens de rotatieas, de diameter van de holte toeneemt in de richting van de opening. Door deze conische vorm is deze houder zeer goed in staat om schroefdraad te snijden in conische gladde steeluiteinden en ook in conische steeluiteinden omvattende uitwendige schroefdraad die niet complementair is met de één of meerdere snijelementen.
Bij voorkeur omvat het wandoppervlak van de holte één genoemd snijelement en is dit snijelement inwendige schroefdraad. Wanneer het koppelgedeelte hoofdzakelijk vervaardigd is uit een relatief harde kunststof, zoals bijvoorbeeld polycarbonaat, kan men eenvoudig via spuitgieten een koppelgedeelte vormen omvattende inwendige schroefdraad. Met behulp van inwendige schroefdraad kan men ook zeer eenvoudig uitwendige schroefdraad gaan vormen/snijden.
In een andere uitvoeringsvorm zijn de genoemde één of meerdere snijelementen, meerdere snijtanden die samen minstens een segment van inwendige schroefdraad vormen. Wanneer het koppelgedeelte uit metaal vervaardigd is, is het eenvoudiger om één of meerdere segmenten van inwendige schroefdraad te vormen met behulp van uitstekende snijtanden.
Bij voorkeur heeft het eerste materiaal een hardheid van minstens 80 Shore D. Nog meer bij voorkeur heeft het eerste materiaal een hardheid van minstens 85 Shore D,
BE2017/5260 nog meer bij voorkeur van minstens 90 Shore D. Stelen zijn ofwel vervaardigd uit hout of omvatten steeluiteinden met uitwendige schroefdraad die vervaardigd is uit kunststof zoals polypropyleen. De houtsoorten die veelvuldig gebruikt worden voor stelen hebben meestal een hardheid gelegen tussen 60 Shore D en 90 Shore D. De polypropyleen van de uitwendige schroefdraad bij stelen, heeft meestal een hardheid gelegen tussen 65 Shore D en 80 Shore D. Om goed in staat te zijn om uitwendige schroefdraad te snijden/vormen in vele van de gebruikte stelen, heeft het eerste materiaal dus bij voorkeur een hardheid die hoger is dan 80 Shore D.
Verder bij voorkeur is het eerste materiaal hoofdzakelijk vervaardigd uit polycarbonaat of uit een metaal. Polycarbonaat heeft gemiddeld een hardheid gelegen tussen 80 en 100 Shore D. Bij voorkeur vervaardigd men dan het eerste materiaal hoofdzakelijk uit een polycarbonaat met een hardheid gelegen tussen 90 en 100 Shore D.
Dit doel wordt ook bereikt door te voorzien in een gereedschap omvattende een houder zoals hierboven beschreven, waarbij het gereedschap een werkelement omvat en een koppelstuk dat het werkelement draagt, waarbij het koppelstuk vervaardigd is uit een materiaal omvattende hoofdzakelijk kunststof, waarbij de smelttemperatuur van het materiaal van het koppelstuk nagenoeg overeenkomt met de smelttemperatuur van het tweede materiaal en waarbij het koppelstuk verbonden is met het vasthoudgedeelte van houder. Bij voorkeur komt het materiaal van het koppelstuk nagenoeg overeen met het tweede materiaal.
Het werkelement omvat bijvoorbeeld borstelharen of een wisstrook. Het kan al dan niet bijkomend een houdelement voor borstelharen of een houdelement voor de wisstrook omvatten.
Men heeft hier dus een houder en een koppelstuk die eenvoudig en nagenoeg onlosmaakbaar met elkaar verbonden zijn volgens eenvoudige technieken. Het is eenvoudig om kunststof onderdelen met nagenoeg dezelfde smelttemperatuur te
BE2017/5260 verbinden door deze kunststof onderdelen lokaal met elkaar te versmelten. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van wrijvingslassen. Dit is hier dan een eenvoudige manier om een gereedschap omvattende een kunststof koppelstuk te voorzien van één of meerdere genoemde snijelementen met een voldoende hardheid zodat dit gereedschap goed koppelbaar is met verschillende stelen.
Dit doel wordt eveneens bereikt door te voorzien in een gereedschap omvattende een houder zoals hierboven beschreven, waarbij het gereedschap een werkelement omvat, en een koppelstuk dat het werkelement draagt, waarbij het koppelstuk vervaardigd is uit een materiaal omvattende hoofdzakelijk kunststof waarbij het koppelstuk het vasthoudgedeelte van de houder is. Het koppelstuk heeft hier dan twee functies, namelijk het vasthouden van het werkelement en het vasthouden van het koppelgedeelte. Het materiaal waaruit het koppelstuk hier is vervaardigd is dus het genoemde tweede materiaal. De houder heeft hier dan ook twee functies, zijnde het koppelbaar verbinden van het gereedschap met een steel en het vasthouden van het werkelement.
Dit doel wordt ook bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een houder, waarbij de houder een houder is zoals hierboven beschreven en de werkwijze de volgende stappen omvat:
• het vervaardigen van het koppelgedeelte;
• het brengen van het koppelgedeelte in een mal en het spuitgieten van kunststof in deze mal, ter vorming van het vasthoudgedeelte tegenaan het koppelgedeelte.
Door op deze manier de houder te vervaardigen gaat men het koppelgedeelte apart gaan vormen, waardoor dit dan eenvoudig uit het gewenste materiaal, zijnde het eerste materiaal, kan worden vervaardigd. Door dan dit koppelgedeelte in de mal te brengen en kunststof in deze mal te brengen, zal deze kunststof hechten aan het koppelgedeelte, waardoor het gevormde kunststof vasthoudgedeelte het koppelgedeelte goed vast houdt. Met behulp van een mal kan men de gewenste vorm
BE2017/5260 geven aan het vasthoudgedeelte, zijnde bijvoorbeeld een vorm die eenvoudig te verbinden is met het genoemde koppelstuk van een gereedschap of zijnde de vorm van het koppelstuk.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat het koppelgedeelte positioneerelementen, waarbij, na het brengen van het koppelgedeelte in de mal, deze positioneerelementen het koppelgedeelte in een nagenoeg vaste positie houden tijdens het aanbrengen van de kunststof in de mal. Bij spuitgieten wordt de kunststof onder een zekere druk aangebracht in de mal. De één of meerdere positioneermiddelen verhinderen hier dat de positie van het koppelgedeelte in de mal gaat wijzigen tijdens het spuitgieten, waardoor steeds de gewenste houder wordt gevormd.
Verder bij voorkeur omvat het koppelgedeelte een binnenoppervlak omvattende de één of meerdere uitstekende snijelementen, waarbij dit binnenoppervlak minstens gedeeltelijk het genoemde wandoppervlak van de holte vormt en dat het koppelgedeelte een tegenover het binnenoppervlak gelegen buitenoppervlak omvat, waarbij dit buitenoppervlak één of meerdere naar buiten gerichte uitsteeksels omvat, waarbij minstens één van deze één of meerdere uitsteeksels nagenoeg tegenaan een rand van de mal aanliggen en deze één of meerdere uitsteeksels, één of meerdere genoemde positioneerelementen zijn. Door te werken met één of meerdere uitsteeksels die tegen één of meerdere randen van de mal aanliggen, wordt het koppelgedeelte goed in positie gehouden in de mal tijdens het aanbrengen van de kunststof in de mal door spuitgieten. Bij spuitgieten wordt de kunststof namelijk onder een zekere druk aangebracht in de mal. De één of meerdere uitsteeksels verhinderen hier dat de positie van het koppelgedeelte in de mal gaat wijzigen tijdens het spuitgieten, waardoor steeds de gewenste houder wordt gevormd. Bovendien gaat de kunststof zich hier ook gaan hechten aan deze één of meerdere uitsteeksels waardoor deze één of meerdere uitsteeksels minstens gedeeltelijk ingebed zijn in de kunststof. Het koppelgedeelte is dan met behulp van deze één of meerdere uitsteeksels bijkomend mechanisch verankerd in het vasthoudgedeelte. Het
BE2017/5260 koppelgedeelte zal hierdoor niet of alleszins zeer moeilijk gaan loskomen van het vasthoudgedeelte. Dit is vooral van belang tijdens het gebruik van de houder daar er tijdens het gebruik krachten gaan inwerken op het koppelgedeelte, en het niet de bedoeling is dat de positie van het koppelgedeelte ten opzichte van het vasthoudgedeelte wijzigt tijdens het gebruik van de houder.
Verder bij voorkeur vormt het koppelgedeelte hoofdzakelijk de holte, vormt het binnenoppervlak hoofdzakelijk het wandoppervlak en omvat het koppelgedeelte, gezien volgens de rotatieas, aan de ene kant een opening waardoorheen de holte bereikbaar is en aan de andere kant een bodem zodat de holte hoofdzakelijk begrensd is door de bodem en het binnenoppervlak, waarbij deze bodem één of meerdere naar buiten gerichte pootjes omvat, waarbij minstens één van deze één of meerdere pootjes nagenoeg tegenaan een rand van de mal aanliggen en deze één of meerdere pootjes, één of meerdere genoemde positioneerelementen zijn. Het vasthoudgedeelte zal hier dan een groot deel van het koppelgedeelte gaan omringen waardoor het koppelgedeelte zeer goed vast gehouden wordt door het vasthoudgedeelte. Bovendien wordt hierdoor een groot deel van het buitenste oppervlak van de houder gevormd door het vasthoudgedeelte, waardoor er een groter contactoppervlak mogelijk is tussen het vasthoudgedeelte en het genoemde koppelstuk van een gereedschap waarmee het voorzien is om de houder te verbinden.
De houder wordt bij voorkeur ter hoogte van zijn vasthoudgedeelte verbonden met het koppelstuk met behulp van wrijvingslassen. Zo kan het koppelstuk bijvoorbeeld verbonden worden met behulp van rotatielassen aan het koppelstuk. Op deze manier wordt dan een gereedschap gevormd zoals hierboven besproken.
In de hierna volgende beschrijving worden houders, gereedschappen en een werkwijzen volgens deze uitvinding in detail beschreven. De enige bedoeling van deze gedetailleerde beschrijving is aan te duiden hoe de uitvinding kan gerealiseerd worden en de bijzondere kenmerken van de uitvinding te illustreren en zo nodig nog meer te verduidelijken. Deze beschrijving kan dus niet aanzien worden als een
BE2017/5260 beperking van de draagwijdte van deze octrooibescherming. Ook het toepassingsgebied van de uitvinding kan op basis van de hierna volgende beschrijving niet beperkt worden.
In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarbij
-Figuur 1 een perspectiefvoorstelling is van een eerste uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding;
-Figuur 2 een perspectiefvoorstelling is van het koppelgedeelte van de houder weergegeven in figuur 1 ;
-Figuur 3 een doorsnede weergeeft van het koppelgedeelte weergegeven in figuur 2;
-Figuur 4 een perspectiefvoorstelling is van de houder weergegeven in figuur 1, waarbij het koppelgedeelte niet is weergegeven zodat enkel het vasthoudgedeelte zichtbaar is;
-Figuur 5 een doorsnede weergeeft van de houder weergegeven in figuur 1;
-Figuur 6 een perspectiefvoorstelling is van een tweede uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding;
-Figuur 7 een perspectiefvoorstelling is van het koppelgedeelte van de houder weergegeven in figuur 6;
-Figuur 8 een doorsnede weergeeft van de houder weergegeven in figuur 6;
-Figuur 9 een perspectiefvoorstelling weergeeft van een gereedschap volgens de uitvinding, waarbij de houder nog niet verbonden is met het koppelstuk.
In deze figuren worden twee types van houders (1) weergegeven die elk voorzien zijn om verbonden te worden met een koppelstuk (13) van een gereedschap (2). Uiteraard zijn andere types van houders mogelijk. Ook houders die zelf het koppelstuk vormen van een gereedschap zijn mogelijk, maar worden hier niet weergegeven.
BE2017/5260
In de figuren 1 tot 5 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een houder (1) volgens de uitvinding weergegeven. In de figuren 6 tot 8 wordt een tweede uitvoeringsvorm van een houder (1) volgens de uitvinding weergegeven.
De houders (1) volgens beide uitvoeringsvormen zijn opgebouwd uit twee gedeeltes (6, 7), zijnde een koppelgedeelte (6) en een vasthoudgedeelte (7) waarbij het koppelgedeelte (6) en het vasthoudgedeelte (7) nagenoeg onlosmaakbaar met elkaar verbonden zijn. Dit vasthoudgedeelte (7) is hoofdzakelijk vervaardigd uit polypropyleen. Het koppelstuk (13) dat voorzien is om verbonden te worden met de houder (1), is hoofdzakelijk vervaardigd uit hetzelfde polypropyleen.
Elke houder (1) omvat een holte (3) waarin een steeluiteinde van een steel draaibaar inbrengbaar is volgens nagenoeg een rotatieas (A), ter verbinding van de steel met de houder (1). Deze holte (3) omvat een wandoppervlak dat zich uitstrekt rondom deze rotatieas (A) en dit wandoppervlak omvat één of meerdere uitstekende snijelementen (5a, 5b) voor het snijden van complementaire uitwendige schroefdraad waarmee de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) losmaakbaar verbindbaar zijn en dit tijdens het draaiend inbrengen van een steeluiteinde in de holte (3), zodat een nagenoeg glad steeluiteinde of een steeluiteinde omvattende (complementaire) uitwendige schroefdraad losmaakbaar verbindbaar zijn met deze houder (1).
Het koppelgedeelte (6) omvat de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) en het vasthoudgedeelte (7) houdt het koppelgedeelte (6) vast. Het koppelgedeelte (6) is vervaardigd uit een eerste materiaal. De hardheid van het eerste materiaal is groter dan de hardheid van het genoemde polypropyleen.
De polypropyleen heeft een hardheid gelegen tussen 65 en 85 Shore D. Het eerste materiaal heeft een hardheid die hoger is dan 90 Shore D. Bij de eerste uitvoeringsvorm omvat het eerste materiaal hoofdzakelijk polycarbonaat. Bij de
BE2017/5260 tweede uitvoeringsvorm omvat het tweede materiaal hoofdzakelijk metaal. De één of meerdere snijelementen (5a, 5b) hebben hier dus een hardheid die hoger is dan 90 Shore D. Gezien de houtsoorten die courant gebruikt worden voor stelen, een hardheid hebben die gelegen is tussen 60 en 90 Shore D, betekent dit dat de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) harder zijn dan courante houten stelen en dus in staat zijn om uitwendige schroefdraad te vormen/snijden op een steeluiteinde van deze houten stelen.
Verder omvat elk koppelgedeelte (6) een binnenoppervlak (4) omvattende de één of meerdere uitstekende snijelementen (5a, 5b), waarbij dit binnenoppervlak (4) hoofdzakelijk het genoemde wandoppervlak van de holte (3) vormt. Het koppelgedeelte (6) omvat een tegenover het binnenoppervlak (4) gelegen buitenoppervlak (8), waarbij dit buitenoppervlak (8) één of meerdere naar buiten gerichte uitsteeksels (9) omvat, waarbij het vasthoudgedeelte (7) tegenaan het buitenoppervlak (8) van het koppelgedeelte (6) ligt en de één of meerdere uitsteeksels (9) minstens gedeeltelijk omhult. De uitsteeksels (9) zijn hier dus minstens gedeeltelijk ingebed in het vasthoudgedeelte (7).
Bij de eerste uitvoeringsvorm komt de afmeting van het vasthoudgedeelte (7), gezien volgens een vlak loodrecht op de rotatieas (A), volgens een rechte die de rotatieas (A) snijdt en ter hoogte van elk genoemde uitsteeksel (9) van het buitenoppervlak (8) van het koppelgedeelte (6), nagenoeg overeen met de corresponderende afmeting van het genoemde uitsteeksel (9). Bij de eerste uitvoeringsvorm vormen de uitsteeksels (9) van het koppelgedeelte (6) en het vasthoudgedeelte (7) dan samen een glad buitenste oppervlak van de houder (1). Het topje van elk uitsteeksel (9) is hier dan niet omhult door het vasthoudgedeelte (7). Deze vormgeving wordt vooral bepaald door de productiewijze van deze houder (1) (zie verder).
Bij de tweede uitvoeringsvorm zijn de uitsteeksels (9) volledig ingebed in het vasthoudgedeelte (7).
BE2017/5260
Er zijn twee types van uitsteeksels (9) aanwezig bij het koppelgedeelte (6) van de eerste uitvoeringsvorm van de houder (1). Namelijk vinvormige uitsteeksels (9) die zich uitstrekken volgens een vlak en T-vormige uitsteeksels (9). Deze genoemde vlakken maken een hoek maakt met de rotatieas (A) van nagenoeg 45°. Door deze positie zijn deze vinvormige uitsteeksels (9) zowel in staat om krachten, die gericht zijn volgens de rotatieas (A), rotatiekrachten rondom de rotatieas (A), en krachten die een hoek maken met de rotatieas (A), goed op te vangen. De T-vormige uitsteeksels (9) hebben, gezien volgens de rotatieas (A), een T-vorm waarbij een eerste deel van het uitsteeksel (9) zich hoofdzakelijk uitstrekt volgens de rotatieas (A) en een tweede deel zich loodrecht uitstrekt op de rotatieas (A), waardoor het eerste deel goed in staat is om rotatiekrachten rondom de rotatieas (A) op te vangen en het andere deel goed in staat is om krachten die gericht zijn volgens de rotatieas (A) op te vangen.
Het koppelgedeelte (6) van de tweede uitvoeringsvorm omvat één type van uitsteeksels (9), die elk een hoek maken met de rotatieas (A).
Bij de eerste uitvoeringsvorm vormt het koppelgedeelte (6) hoofdzakelijk de holte (3), vormt het binnenoppervlak (4) hoofdzakelijk het wandoppervlak en omvat het koppelgedeelte (6) gezien volgens de rotatieas (A) aan de ene kant een opening waardoorheen de holte (3) bereikbaar is en aan de andere kant een bodem (10) zodat de holte (3) begrensd is door de bodem (10) en het binnenoppervlak (4). Deze bodem (10) omvat verder één of meerdere naar buiten gerichte pootjes (11), waarbij het vasthoudgedeelte (7) tegenaan deze bodem (10) ligt en de één of meerdere pootjes (11) minstens gedeeltelijk omhult.
Bij beide uitvoeringsvormen is de holte (3) conisch van vorm, waarbij de houder (1) een opening omvat waardoorheen de holte (3) bereikbaar is en waarbij, gezien volgens de rotatieas (A), de diameter van de holte (3) toeneemt in de richting van de opening.
BE2017/5260
Bij de eerste uitvoeringsvorm is er één genoemd snijelement (5a) aanwezig en dit snijelement (5a) is inwendige schroefdraad (5a). Bij de tweede uitvoeringsvorm zijn er meerdere snijelementen (5b) aanwezig die samen twee segmenten van dezelfde inwendige schroefdraad vormen.
Het vormen van de hierboven weergegeven houders (1) verloopt als volgt: Eerst wordt het koppelgedeelte (6) apart gevormd. Bij de eerste uitvoeringsvorm gebeurt dit via spuitgieten. Daarna wordt het vasthoudgedeelte (7) gevormd rondom het koppelgedeelte (6) zodanig dat de uitsteeksels (9) en eventueel de pootjes (11) (hoofdzakelijk) ingebed zijn in het vasthoudgedeelte (7).
Bij de eerste uitvoeringsvorm omvattende het koppelgedeelte (6) uit polycarbonaat, wordt dit koppelgedeelte (6) aangebracht in een mal. De vormgeving van de mal en de vormgeving van de uitsteeksels (9) en de pootjes (11) zijn zodanig aan elkaar aangepast, dat de uitsteeksels (9) en de pootjes (11) contact maken met de wanden van de mal. Bij het aanbrengen van polypropyleen in de mal, ter vorming van het vasthoudgedeelte (7), zullen de uitsteeksels (9) en pootjes (11) ervoor zorgen dat het koppelgedeelte (6) stabiel blijft en niet zal gaan verplaatsen in de mal. Deze uitsteeksels (9) en pootjes (11) doen dus dienst als positioneerelementen (9, 11) die het koppelgedeelte (6) in een nagenoeg vaste positie houden tijdens het aanbrengen van de polypropyleen in de mal. De vlakken van de uitsteeksels (9) die contact maken met de mal worden niet bedekt met polypropyleen en blijven dus zichtbaar na de vorming van de houder (1).
Het vormen van een gereedschap (2) omvattende een hier bovengenoemde houder (1) gaat als volgt. Men vormt onafhankelijk van elkaar een houder (1) en een koppelstuk (13) verbonden met een werkelement (12). Het gereedschap (2) is hier een vloerwisser zodat het werkelement (12) een wiselement is. Op figuur 9 is zichtbaar dat het werkelement (12) een houdelement omvat voor het houden van het wiselement. Het draagelement is verbonden met het koppelstuk (13). Verder is het
BE2017/5260 koppelstuk (13) hoofdzakelijk vervaardigd uit polypropyleen. Het koppelstuk (13) is voorzien van een uitholling (14) die nagenoeg de vorm heeft van de buitenste wand van de houder (1). De houder (1) wordt dan ingebracht in deze uitholling (14) en via rotatielassen verbonden met het koppelstuk (13). Het gevormde gereedschap (2) is verbindbaar met verschillende types van stelen.
BE2017/5260

Claims (21)

  1. CONCLUSIES
    1. Houder (1) voor het losmaakbaar verbinden van een steel aan een gereedschap (2), waarbij de houder (1) een holte (3) omvat waarin een steeluiteinde van een steel draaibaar inbrengbaar is volgens nagenoeg een rotatieas (A), ter verbinding van de steel met de houder (1), dat deze holte (3) een wandoppervlak omvat dat zich uitstrekt rondom deze rotatieas (A) en dit wandoppervlak één of meerdere uitstekende snijelementen (5a, 5b) omvat, voor het snijden van complementaire schroefdraad waarmee de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) losmaakbaar verbindbaar zijn en dit tijdens het draaiend inbrengen van een steeluiteinde in de holte (3), zodat zowel een nagenoeg glad steeluiteinde als een steeluiteinde omvattende uitwendige schroefdraad losmaakbaar verbindbaar is met deze houder (1), met het kenmerk dat de houder (1) omvat een koppelgedeelte (6) omvattende de één of meerdere snijelementen (5a, 5b) en een vasthoudgedeelte (7) voor het vasthouden van het koppelgedeelte (6), waarbij het koppelgedeelte (6) vervaardigd is uit een eerste materiaal en het vasthoudgedeelte (7) vervaardigd is uit een tweede materiaal waarbij de hardheid van het eerste materiaal groter is dan de hardheid van het tweede materiaal en waarbij het tweede materiaal hoofdzakelijk kunststof omvat.
  2. 2. Houder (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het tweede materiaal hoofdzakelijk polypropyleen omvat.
  3. 3. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het koppelgedeelte (6) een binnenoppervlak (4) omvattende de één of meerdere uitstekende snijelementen (5a, 5b) omvat, waarbij dit binnenoppervlak (4) minstens gedeeltelijk het genoemde wandoppervlak van de holte (3) vormt en dat het koppelgedeelte (6) een tegenover het binnenoppervlak (4) gelegen buitenoppervlak (8) omvat, waarbij dit buitenoppervlak (8) één of meerdere naar buiten gerichte uitsteeksels (9)
    BE2017/5260 omvat, waarbij het vasthoudgedeelte (7) zo tegenaan het buitenoppervlak (8) van het koppelgedeelte (6) ligt dat het vasthoudgedeelte (7) de één of meerdere uitsteeksels (9) minstens gedeeltelijk omhult.
  4. 4. Houder (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de afmeting van het vasthoudgedeelte (7), gezien volgens een vlak loodrecht op de rotatieas (A), volgens een rechte die de rotatieas (A) snijdt en in de nabijheid van een genoemd uitsteeksel (9) van het buitenoppervlak (8) van het koppelgedeelte (6), nagenoeg overeenkomt met de corresponderende afmeting van het genoemde uitsteeksel (9).
  5. 5. Houder (1) volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat één of meerdere uitsteeksels (9) zich hoofdzakelijk uitstrekken volgens een vlak dat een hoek maakt met de rotatieas. (A)
  6. 6. Houder (1) volgens één van de conclusies 3 tot 5, met het kenmerk dat één of meerdere uitsteeksels (9), gezien volgens de rotatieas (A), een T-vorm hebben waarbij een deel van elk van deze één of meerdere uitsteeksels (9) zich hoofdzakelijk uitstrekt volgens de rotatieas (A).
  7. 7. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het koppelgedeelte (6) een binnenoppervlak (4) omvattende de één of meerdere uitstekende snijelementen (5a, 5b) omvat, waarbij dit binnenoppervlak (4) hoofdzakelijk het wandoppervlak van de genoemde holte (3) vormt en het vasthoudgedeelte (7) zich, gezien volgens de rotatieas (A), grotendeels rondom het koppelgedeelte (6) uitstrekt.
  8. 8. Houder (1) volgens één van de conclusies 3 tot 6 en volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het koppelgedeelte (6) hoofdzakelijk de holte (3) vormt, het binnenoppervlak (4) hoofdzakelijk het wandoppervlak vormt en het koppelgedeelte (6) gezien volgens de rotatieas (A) aan de ene kant een
    BE2017/5260 opening omvat waardoorheen de holte (3) bereikbaar is en aan de andere kant een bodem (10) zodat de holte (3) hoofdzakelijk begrensd is door de bodem (10) en het binnenoppervlak (4), waarbij deze bodem (10) één of meerdere naar buiten gerichte pootjes (11) omvat, waarbij het vasthoudgedeelte (7) tegenaan deze bodem (10) ligt en de één of meerdere pootjes (11) minstens gedeeltelijk omhult.
  9. 9. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de holte (3) hoofdzakelijk conisch van vorm is, de houder (1) een opening omvat waardoorheen de holte (3) bereikbaar is, waarbij, gezien volgens de rotatieas (A), de diameter van de holte (3) toeneemt in de richting van de opening.
  10. 10. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het wandoppervlak van de holte (3) één genoemd snijelement (5a) omvat en dat dit snijelement (5a) inwendige schroefdraad (5a) is.
  11. 11. Houder (1) volgens één van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk dat de genoemde één of meerdere snijelementen (5b), meerdere snijtanden (5b) zijn die samen minstens een segment van inwendige schroefdraad vormen.
  12. 12. Houder (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste materiaal een hardheid heeft van minstens 80 Shore D.
  13. 13. Houder (1) volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het eerste materiaal hoofdzakelijk polycarbonaat of metaal omvat.
  14. 14. Gereedschap (2) omvattende een houder (1) volgens één van de conclusies 1 tot 13, waarbij het gereedschap (2) een werkelement (12) omvat en een koppelstuk (13) dat het werkelement (12) draagt, waarbij het koppelstuk (13) vervaardigd is uit een materiaal omvattende hoofdzakelijk kunststof, waarbij de smelttemperatuur van het materiaal van het koppelstuk (13) nagenoeg
    BE2017/5260 overeenkomt met de smelttemperatuur van het tweede materiaal en waarbij het koppelstuk (13) verbonden is met het vasthoudgedeelte (7) van de houder (1).
  15. 15. Gereedschap (2) volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het materiaal van het koppelstuk (13) nagenoeg overeenkomt met het tweede materiaal.
  16. 16. Gereedschap (2) omvattende een houder (1) volgens één van de conclusies 1 tot 13, met het kenmerk dat het gereedschap (2) een werkelement (12) omvat, en een koppelstuk dat het werkelement (12) draagt, waarbij het koppelstuk vervaardigd is uit een materiaal omvattende hoofdzakelijk kunststof, waarbij het koppelstuk het vasthoudgedeelte (7) van de houder (1) is.
  17. 17. Werkwijze voor het vervaardigen van een houder (1), waarbij de houder (1) een houder (1) is volgens één van de conclusies 1 tot 13 en de werkwijze de volgende stappen omvat:
    • Het vervaardigen van het koppelgedeelte (6) • Het brengen van het koppelgedeelte (6) in een mal en het spuitgieten van kunststof in deze mal, ter vorming van het vasthoudgedeelte (7) tegenaan het koppelgedeelte (6).
  18. 18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk dat het koppelgedeelte (6) positioneerelementen (9, 11) omvat, en dat, na het brengen van het koppelgedeelte (6) in de mal, deze positioneerelementen (9, 11) het koppelgedeelte (6) in een nagenoeg vaste positie houden tijdens het aanbrengen van de kunststof in de mal.
  19. 19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk dat het koppelgedeelte (6) een binnenoppervlak (4) omvattende de één of meerdere uitstekende snijelementen (5a, 5b) omvat, waarbij dit binnenoppervlak (4) minstens gedeeltelijk het genoemde wandoppervlak van de holte (3) vormt en dat het
    BE2017/5260 koppelgedeelte (6) een tegenover het binnenoppervlak (4) gelegen buitenoppervlak (8) omvat, waarbij dit buitenoppervlak (8) één of meerdere naar buiten gerichte uitsteeksels (9) omvat, waarbij minstens één van deze één of meerdere uitsteeksels (9) nagenoeg tegenaan een rand van de mal aanliggen en deze één of meerdere uitsteeksels (9), één of meerdere genoemde positioneerelementen zijn.
  20. 20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk dat het koppelgedeelte (6) hoofdzakelijk de holte (3) vormt, het binnenoppervlak (4) hoofdzakelijk het wandoppervlak vormt en het koppelgedeelte (6) gezien volgens de rotatieas (A) aan de ene kant een opening omvat waardoorheen de holte (3) bereikbaar is en aan de andere kant een bodem (10) zodat de holte (3) hoofdzakelijk begrensd is door de bodem (10) en het binnenoppervlak (4), waarbij deze bodem (10) één of meerdere naar buiten gerichte pootjes (11) omvat, waarbij minstens één van deze één of meerdere pootjes (11) nagenoeg tegenaan een rand van de mal aanliggen en deze één of meerdere pootjes (11) één of meerdere genoemde positioneerelementen zijn.
  21. 21. Werkwijze voor het vervaardigen van gereedschap (2) volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk dat de houder (1) ter hoogte van zijn vasthoudgedeelte (7) verbonden wordt met het koppelstuk (13), met behulp van wrijvingslassen.
    BE2017/5260
    BE2017/5260
    BE2017/5260
    BE2017/5260 ¢3 vT·
    BE2017/5260
BE20175260A 2017-04-13 2017-04-13 Houder BE1025135B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20175260A BE1025135B1 (nl) 2017-04-13 2017-04-13 Houder
EP18166614.0A EP3388203B1 (en) 2017-04-13 2018-04-10 Holder
CN201810324953.1A CN108724116A (zh) 2017-04-13 2018-04-12 保持器
US15/953,371 US11224963B2 (en) 2017-04-13 2018-04-13 Holder

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20175260A BE1025135B1 (nl) 2017-04-13 2017-04-13 Houder

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1025135A1 BE1025135A1 (nl) 2018-11-09
BE1025135B1 true BE1025135B1 (nl) 2018-11-16

Family

ID=58638634

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20175260A BE1025135B1 (nl) 2017-04-13 2017-04-13 Houder

Country Status (4)

Country Link
US (1) US11224963B2 (nl)
EP (1) EP3388203B1 (nl)
CN (1) CN108724116A (nl)
BE (1) BE1025135B1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US11439282B2 (en) 2019-02-11 2022-09-13 Jeffrey A. Bussell Extensible squeezee with reversible blade
DE102020107849A1 (de) * 2020-03-23 2021-09-23 Zwilling J. A. Henckels Aktiengesellschaft Messergriff mit Endfläche

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH318162A (de) * 1954-02-06 1956-12-31 Walther Buerstenfab Einrichtung zur Befestigung von Holzstielen an Holzgegenständen
US3076217A (en) * 1959-05-01 1963-02-05 Leidy G Scholl Removable brush head cover with threaded handle nut
NL6512913A (nl) * 1964-10-10 1966-04-12
US4371282A (en) * 1979-09-20 1983-02-01 Coronet-Metallwarenfabrik Gmbh Sleeve for connecting a handle to a tool
US4684283A (en) * 1986-06-23 1987-08-04 The Drackett Company Handle socket adapter
EP3023043A1 (en) * 2014-11-18 2016-05-25 Moerman NV Wiper

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR743376A (nl) * 1933-03-29
GB178351A (en) * 1921-05-18 1922-04-20 Thomas Young Improvements in means for attaching broom-handles to stocks
GB368120A (en) * 1931-04-17 1932-03-03 Adolf Hartelt Improvements in devices for fastening wooden handles to brushes and the like
DE957356C (de) * 1953-07-08 1957-01-31 Goedecke & Soehne K G C Verbindung von Holzteilen, insbesondere Stielbefestigung
FR1465899A (fr) * 1966-01-26 1967-01-13 H Carrat Et Cie Sa Ets Dispositif permettant la fixation d'un manche sur la semelle d'un balai
US4892434A (en) * 1988-10-31 1990-01-09 Cotter & Company Handle bracket retainer
US5210898A (en) * 1989-08-11 1993-05-18 Vining Industries, Inc. Wooden broom assembly and adapter means therefor
CZ2003727A3 (cs) * 2003-03-12 2004-10-13 Košťálábřetislaváing Držák obušku
DE202005010158U1 (de) * 2005-06-27 2005-09-08 Erwin Halder Kg Rückschlagfreier Hammer
CN103659753A (zh) * 2012-09-17 2014-03-26 常州安费诺福洋通信设备有限公司 单向旋转式剥线刀手柄

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH318162A (de) * 1954-02-06 1956-12-31 Walther Buerstenfab Einrichtung zur Befestigung von Holzstielen an Holzgegenständen
US3076217A (en) * 1959-05-01 1963-02-05 Leidy G Scholl Removable brush head cover with threaded handle nut
NL6512913A (nl) * 1964-10-10 1966-04-12
US4371282A (en) * 1979-09-20 1983-02-01 Coronet-Metallwarenfabrik Gmbh Sleeve for connecting a handle to a tool
US4684283A (en) * 1986-06-23 1987-08-04 The Drackett Company Handle socket adapter
EP3023043A1 (en) * 2014-11-18 2016-05-25 Moerman NV Wiper

Also Published As

Publication number Publication date
EP3388203A1 (en) 2018-10-17
EP3388203B1 (en) 2020-06-03
US11224963B2 (en) 2022-01-18
CN108724116A (zh) 2018-11-02
BE1025135A1 (nl) 2018-11-09
US20180297190A1 (en) 2018-10-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1025135B1 (nl) Houder
US2591805A (en) Holder for implements
US2533838A (en) Paintbrush with scraper blade
US9995046B2 (en) Bucket scoop and cleaner/scraper
US2792584A (en) Scraper having a detachable blade
RU2627278C2 (ru) Скребок для льда
US9913529B2 (en) Push broom head and push broom including same
US1032897A (en) Rasp.
BE1024299B1 (nl) Reinigingsgereedschap
US2756498A (en) Device for spreading butter or the like
JP6875250B2 (ja) 料理用計量スプーン
US1685265A (en) Cleaning implement
KR20190009870A (ko) 로봇 청소기용 고무 브러쉬
CN210146509U (zh) 一种盘尺尺体清洁装置
US1118989A (en) Scraper and polisher.
EP0573081A1 (en) Flat brush structure, for example a paint brush
EP3297512B1 (en) A tool for removing undesirable material from footwear
US1459861A (en) Combined brush and scraper
US11426769B1 (en) Trowel cleaner
CN218279538U (zh) 扫帚头
US381206A (en) Hefey beeey
US685599A (en) Street-cleaning implement.
US1280810A (en) Brush and method of making the same.
US1289010A (en) Spring broom-handle.
US691378A (en) Comb-cleaner.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20181116