BE1025063B1 - Steunpilaar voor het ondersteunen en in positie bevestigen van profielen - Google Patents

Steunpilaar voor het ondersteunen en in positie bevestigen van profielen Download PDF

Info

Publication number
BE1025063B1
BE1025063B1 BE2013/0798A BE201300798A BE1025063B1 BE 1025063 B1 BE1025063 B1 BE 1025063B1 BE 2013/0798 A BE2013/0798 A BE 2013/0798A BE 201300798 A BE201300798 A BE 201300798A BE 1025063 B1 BE1025063 B1 BE 1025063B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
center
coupling
profile
line
coupling means
Prior art date
Application number
BE2013/0798A
Other languages
English (en)
Inventor
Emmanuel Dejans
Olivier Dejans
Original Assignee
Solidor Rubber & Products Bvba
Solidor
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Solidor Rubber & Products Bvba, Solidor filed Critical Solidor Rubber & Products Bvba
Application granted granted Critical
Publication of BE1025063B1 publication Critical patent/BE1025063B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/024Sectional false floors, e.g. computer floors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/024Sectional false floors, e.g. computer floors
    • E04F15/02447Supporting structures
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/024Sectional false floors, e.g. computer floors
    • E04F15/02447Supporting structures
    • E04F15/02452Details of junctions between the supporting structures and the panels or a panel-supporting framework
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/024Sectional false floors, e.g. computer floors
    • E04F15/02447Supporting structures
    • E04F15/02464Height adjustable elements for supporting the panels or a panel-supporting framework
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/024Sectional false floors, e.g. computer floors
    • E04F15/02447Supporting structures
    • E04F15/02464Height adjustable elements for supporting the panels or a panel-supporting framework
    • E04F15/0247Screw jacks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/04Flooring or floor layers composed of a number of similar elements only of wood or with a top layer of wood, e.g. with wooden or metal connecting members
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02044Separate elements for fastening to an underlayer
    • E04F2015/0205Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer
    • E04F2015/02055Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer with additional supporting elements between furring elements and underlayer
    • E04F2015/02061Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer with additional supporting elements between furring elements and underlayer adjustable perpendicular to the underlayer
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02044Separate elements for fastening to an underlayer
    • E04F2015/02105Separate elements for fastening to an underlayer without load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer
    • E04F2015/02127Separate elements for fastening to an underlayer without load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer adjustable perpendicular to the underlayer

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)
  • Buildings Adapted To Withstand Abnormal External Influences (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een steunpilaar, omvattende een basisconstructie (6), één of meer middenconstructies (7) en een bovenconstructie (3), omvattende een hoofdoppervlak (1b) voor het ondersteunen van een profiel (10), dat is voorzien van een eerste en een tweede geleideplaat (2a, 2b) die rechtop staan aan weerszijden van een eerste denkbeeldige rechte lijn (X1) die het zwaartepunt van het hoofdoppervlak (1b) kruist en waarbij de raakvlakken van de eerste en de tweede geleideplaat met het tweede hoofdoppervlak (1b) respectievelijk een eerste en een tweede koppellijn (21a, 21b) bepalen, die elk een eerste en een tweede eindpunt hebben, met het kenmerk dat de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) elk gebogen zijn, en een concave lijn vormen die van de eerste denkbeeldige rechte lijn (X1) afgewend is en dat de verhouding, Dmax / Dmin, tussen de lengte, Dmax, van het langste rechte segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn (21a, 21b) behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te kruisen, en de lengte, Dmin, van het kortste segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn (21a, 21b) behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te kruisen, groter is dan dezelfde verhouding die wordt verkregen met twee rechtlijnige koppellijnen (21r, 21s) die dezelfde eindpunten hebben als de niet-rechtlijnige koppellijnen.

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
SOLIDOR RUBBER & PRODUCTS BVBA
8560, WEVELGEM
België (72) Uitvinder(s) :
DEJANS Emmanuel 8930 LAUWE België
DEJANS Olivier 8930 LAUWE
België (54) STEUNPILAAR VOOR HET ONDERSTEUNEN EN IN POSITIE BEVESTIGEN VAN PROFIELEN (57) De onderhavige uitvinding betreft een steunpilaar, omvattende een basisconstructie (6), één of meer middenconstructies (7) en een bovenconstructie (3), omvattende een hoofdoppervlak (lb) voor het ondersteunen van een profiel (10), dat is voorzien van een eerste en een tweede geleideplaat (2a, 2b) die rechtop staan aan weerszijden van een eerste denkbeeldige rechte lijn (XI) die het zwaartepunt van het hoofdoppervlak (lb) kruist en waarbij de raakvlakken van de eerste en de tweede geleideplaat met het tweede hoofdoppervlak (lb) respectievelijk een eerste en een tweede koppellijn (21a, 21b) bepalen, die elk een eerste en een tweede eindpunt hebben, met het kenmerk dat de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) elk gebogen zijn, en een concave lijn vormen die van de eerste denkbeeldige rechte lijn (XI) afgewend is en dat de verhouding, Dmax / Dmin, tussen de lengte, Dmax, van het langste rechte segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn (21a, 21b) behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te kruisen, en de lengte, Dmin, van het kortste segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn (21a, 21b) behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te kruisen, groter is dan dezelfde verhouding die wordt verkregen met twee rechtlijnige koppellijnen (21r, 21s) die dezelfde eindpunten hebben als de niet-rechtlijnige koppellijnen.
Figure BE1025063B1_D0001
(a) (b)
FIGURE 2
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie Publicatienummer: 1025063 Nummer van indiening: 2013/0798
Dienst voor de Intellectuele Eigendom Internationale classificatie: E04F 15/024 E04F 15/04 E04F 15/02 Datum van verlening: 11/10/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 26/11/2013.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
SOLIDOR RUBBER & PRODUCTS BVBA, Kouterstraat 11B, 8560 WEVELGEM België;
vertegenwoordigd door
VAN DAELE Maarten, Mechelsesteenweg 32 bus 103, 2018, ANTWERPEN;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: STEUNPILAAR VOOR HET ONDERSTEUNEN EN IN POSITIE BEVESTIGEN VAN PROFIELEN.
UITVINDER(S):
DEJANS Emmanuel, Lauwbergstraat 124b, 8930, LAUWE;
DEJANS Olivier, Lauwbergstraat 124b, 8930, LAUWE;
VOORRANG :
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag :
Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 11/10/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE 2013/0798
2013/0798
STEUNPILAAR VOOR HET ONDERSTEUNEN EN IN POSITIE BEVESTIGEN VAN
PROFIELEN
GEBIED VAN DE UITVINDING [0001] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een in hoogte verstelbare draagconstructie voor verhoogde vloeren, oppervlakken of kabelkanalen.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING [0002] In de moderne bouwindustrie wordt het concept van in hoogte verstelbare draagconstructies algemeen gebruikt. Deze constructies omvatten een aantal doorgaans in hoogte verstelbare pilaren, die zijn verspreid over een grondoppervlak of een dak, terras of elk ander oppervlak waarop het gewenst is om een verhoogde vloer te plaatsen. Ze worden gebruikt in toepassingen die gewoonlijk technische vloeren voor laboratoriums, patio’s, balkons, zwembadomgevingen en dekken omvatten. De pilaren worden gebruikt om er ondersteunende profielen, balken of vloerpanelen, zoals vloertegels, of andere vloeroppervlakken op te zetten. Het voordeel van in hoogte verstelbare pilaren is dat ze de mogelijkheid bieden om een horizontaal oppervlak op een hellend vlak te verkrijgen.
[0003] In hoogte verstelbare pilaren omvatten in het algemeen een basisconstructie die stabiliteit verschaft aan de pilaar, een met de basisconstructie verbonden middenconstructie die het mogelijk maakt om de hoogte van de pilaar te wijzigen en een bovenconstructie, die een ondersteunend bovenoppervlak voor het dragen van een balk of paneel omvat. Het ondersteunende bovenoppervlak van de bovenconstructie omvat vaak afstandshouders of geleideplaten die loodrecht uit het bovenoppervlak steken. Deze bepalen de positie die de balk of de panelen moeten aannemen en zetten ze daarnaast stevig vast. KR20120040455 openbaart in hoogte verstelbare pilaren die twee evenwijdige, rechte platen omvatten die loodrecht op het ondersteunende bovenoppervlak staan, symmetrisch ten opzichte van een denkbeeldige lijn die door het zwaartepunt van het bovenoppervlak gaat. Wanneer een profiel of balk op de bovenconstructie wordt geplaatst, zijn er extra
BE 2013/0798 [J
2013/0798 bevestigingsmiddelen nodig om het profiel of de balk vast te maken aan de rechthoekige platen.
[0004] W02008105012 openbaart in hoogte verstelbare pilaren die vier evenwijdige platen omvatten, twee bij twee collineair gelegen, die loodrecht staan op het ondersteunende bovenoppervlak en de vier hoeken van een rechthoek afbakenen. De platen zijn voorzien van een opening zodat het mogelijk is een profiel met schroeven vast te maken.
[0005] De voorafgaande typen bevestigingsmiddelen moeten specifiek op maat worden gemaakt voor een bepaald soort balk. Bovendien is het nodig om schroeven te gebruiken om een balk in de juiste positie te bevestigen. Dit kost tijd en beschadigt het oppervlak van het profiel, wat bij veel toepassingen niet acceptabel is.
[0006] Gezien het bovenstaande blijft de noodzaak bestaan voor de verbetering van bevestigingsmiddelen van in hoogte verstelbare steunconstructies, waardoor het mogelijk wordt om balken van verschillende afmetingen snel in positie te bevestigen zonder het oppervlak van de balken te beschadigen. Dit en andere voordelen van de onderhavige uitvinding worden in het vervolg gepresenteerd.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING [0007] De onderhavige uitvinding wordt in de onafhankelijke conclusies gedefinieerd. Voorkeursuitvoeringen worden in de afhankelijke conclusies gedefinieerd. De onderhavige uitvinding betreft in het bijzonder een bouwpakket van onderdelen die met elkaar worden verbonden om een ondersteunende pilaar te vormen voor het ondersteunen van een profiel of balk op een afstand van een grondoppervlak. Het bouwpakket van onderdelen van de onderhavige uitvinding omvat:
(a) Een basisconstructie, omvattende een nagenoeg vlak gedeelte en een kolomgedeelte dat uitsteekt uit één hoofdoppervlak van het vlakke gedeelte. De kolom strekt zich uit in een richting die nagenoeg loodrecht op het vlakke gedeelte staat. Het vrije uiteinde van het pilaargedeelte omvat koppelingsmiddelen voor de basis die geschikt zijn om de basisconstructie te koppelen aan de middenconstructie.
BE 2013/0798 «J
2013/0798 (b) Een eerste middenconstructie die zich uitstrekt in een eerste richting, Z, en die aan een eerste uiteinde daarvan een eerste middenkoppelingsmiddel omvat dat in het basiskoppelingsmiddel van de basisconstructie past. Aan een tweede, tegenoverliggend uiteinde omvat de middenconstructie een tweede middenkoppelingsmiddel dat geschikt is voor een verbinding met een bovenconstructie.
(c) Een bovenconstructie, omvattende een vlakke steunplaat die een bovenkoppelingsmiddel omvat dat in het tweede middenkoppelingsmiddel van de middenconstructie past. Het bovenkoppelingsmiddel bevindt zich op een eerste hoofdoppervlak van de steunplaat. Een geleidemiddel bevindt zich op een tweede, tegenoverliggend hoofdoppervlak van de steunplaat voor het zodanig ontvangen en in positie houden van een langwerpig profiel of langwerpige balk dat de lengteas van genoemd profiel of genoemde balk nagenoeg parallel loopt aan de steunplaat. Het geleidemiddel overeenkomstig deze uitvinding omvat een eerste en een tweede geleideplaat die rechtop staan aan weerszijden van een eerste denkbeeldige rechte lijn die het zwaartepunt van het tweede hoofdoppervlak kruist. De raakvlakken van de eerste en tweede geleideplaat met het tweede hoofdoppervlak bepalen respectievelijk een eerste en een tweede koppellijn, waarbij elke lijn een eerste en een tweede eindpunt heeft.
[0008] Volgens de onderhavige uitvinding zijn de eerste en tweede koppellijnen elk gebogen en vormen ze een concave lijn die van de genoemde eerste denkbeeldige rechte lijn (X1) is afgewend en daarin is de verhouding, Dmax/Dmin, tussen de lengte, Dmax, van het langste rechte segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te snijden, en de lengte, Dmin, van het kortste segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te snijden, groter dan dezelfde verhouding die wordt verkregen met twee rechtlijnige koppellijnen die dezelfde eindpunten hebben als de niet-rechtlijnige koppellijnen. In een voorkeursuitvoering hebben de eerste en de tweede koppellijn bij voorkeur de vorm van een cirkelboog of ellipsboog.
BE 2013/0798 tJ
2013/0798 [0009] In de onderhavige context heeft de term “zwaartepunt” van een vlak oppervlak de geometrische betekenis van de kruising van alle rechte lijnen die het genoemde oppervlak verdelen in twee delen van gelijk moment over de lijn. Het is met andere woorden het “gemiddelde” (rekenkundig gemiddelde) van alle punten van het vlakke oppervlak. Als het vlakke oppervlak een hoofdzakelijk regelmatige geometrie heeft, d.w.z. dat het nagenoeg een regelmatige convexe veelhoek, cirkel of ellips vormt, voorzien van uitsteeksels of openingen die zich uitstrekken langs het oppervlak, dan wordt als het zwaartepunt van het oppervlak het zwaartepunt van de regelmatige geometrie beschouwd, terwijl de uitsteeksels en openingen genegeerd worden.
[0010] Bij voorkeur worden de twee geleideplaten zo op het tweede oppervlak geplaatst dat de eerste en tweede koppellijn nagenoeg symmetrisch gerangschikt zijn ten opzichte van de eerste denkbeeldige rechte lijn (X1). In nog een voorkeursuitvoering lopen de eerste en tweede koppellijnen symmetrisch ten opzichte van een tweede denkbeeldige lijn (X2), loodrecht op de eerste denkbeeldige lijn (X1), en passeren ze het zwaartepunt van het tweede hoofdoppervlak ten opzichte van een tweede denkbeeldige rechte lijn die de eerste denkbeeldige lijn bij het zwaartepunt van het tweede oppervlak passeert.
[0011] Het nieuwe ontwerp van de geleideplaten maakt het mogelijk een profiel of balk met een breedte die kleiner of gelijk is aan Dmin vast te klemmen door de bovenconstructie eenvoudig rond een as te draaien die loodrecht op het tweede oppervlak van de steunplaat staat, op een zodanige manier dat de lengteas van het profiel een hoek met de eerste denkbeeldige lijn (X1) vormt die niet nul is. Dankzij de gebogen geometrie van de geleideplaten is er een soepel contact tussen de twee geleideplaten en het profiel of de balk die tussen de twee geleideplaten is geplaatst.
[0012] Het heeft de voorkeur dat de twee eindpunten van het kortste rechte segment dat de afstand Dmin bepaalt, overeenkomen met de twee punten van de eerste en tweede koppellijnen die de tweede denkbeeldige rechte lijn (X2) afsnijden. Het is nog beter als het genoemde kortste rechte segment het zwaartepunt van het tweede oppervlak passeert. Als alternatief of samengaand komen de twee eindpunten van het langste rechte segment dat de afstand Dmax definieert overeen met de twee eindpunten van de eerste en tweede koppellijnen die zich aan weerszijden van de
BE 2013/0798 hi
2013/0798 tweede denkbeeldige rechte lijn (X2) bevinden. Het is nog beter als het genoemde langste rechte segment het zwaartepunt van het tweede oppervlak passeert.
[0013] Om een grotere hoogte van de pilaar te verkrijgen, kan het bouwpakket ten minste een tweede middenconstructie omvatten, identiek aan de eerste middenconstructie, waarvan het eerste middenkoppelingsmiddel geschikt is om in het tweede middenkoppelingsmiddel van de eerste middenconstructie te passen. De verschillende elementen van de pilaar van de onderhavige uitvinding zijn handig gemaakt van een polymeer, bij voorkeur een polyolefin zoals polypropyleen of polyethyleen. Voor bijzonder veeleisende toepassingen kan het polymeer met vezels worden versterkt.
[0014] Het basiskoppelingsmiddel, bovenkoppelingsmiddel en eerste en tweede middenkoppelingsmiddel hebben een handige schroefdraad-, bajonet- of kliksluiting waardoor het mogelijk is om de verschillende elementen gemakkelijk en veilig met elkaar te verbinden.
[0015] De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een steunpilaar die zich uitstrekt in een eerste richting, Z, om een profiel of balk te steunen op een afstand van een grondoppervlak, waarbij genoemde steunpilaar een basisconstructie omvat die verbonden is met een eerste middenstructuur die zelf optioneel is verbonden met een of meer tweede middenconstructies, waarbij de tweede middenconstructie die zich het verst van de basisconstructie bevindt met een bovenconstructie is verbonden, waarbij de basisconstructie, de een of meer eerste en tweede middenconstructies en de bovenconstructie zijn zoals hierboven is gedefinieerd.
[0016] Een dergelijke pilaar wordt profijtelijk gebruikt om een profiel of balk te steunen die op de bovenkant van het tweede oppervlak van de bovenconstructie van genoemde steunpilaar rust, tussen de eerste en tweede geleideplaat. Bij voorkeur wordt het profiel bevestigd door de eerste en tweede geleideplaat van het geleidemiddel in contact te brengen met twee tegenoverliggende oppervlakken van het profiel, door de pilaar zodanig rond de as Z te draaien dat de eerste denkbeeldige lijn (X1) de lengteas van de balk gaat snijden. Zulke pilaren zijn handig om te gebruiken voor het ondersteunen van:
BE 2013/0798
2013/0798 (a) een profiel dat een kanaal omvat voor het vasthouden van draden of leidingen;
(b) deel van een drager voor het ondersteunen van een dek, (c) een buis of pijp.
[0017] De onderhavige uitvinding betreft ook een assemblage van ten minste twee pilaren zoals hierboven besproken, die rechtop staan op hun respectievelijke basisconstructies en die op het tweede oppervlak van hun respectievelijke bovenconstructies een balk of een profiel dragen dat is geplaatst tussen, en op zijn plaats gehouden wordt door, de twee geleideplaten van elke steunpilaar.
[0018] Het specifieke ontwerp van de geleideplaten van de bovenstructuur overeenkomstig de onderhavige uitvinding maakt een steunpilaar van een bepaalde grootte bruikbaarder om eenvoudig profielen van verschillende grootte te ontvangen en te bevestigen zonder dat aanvullende bevestigingsmiddelen nodig zijn en zonder dat gevoelige profielen beschadigd worden. Een profiel wordt vastgezet door het vast te klemmen tussen de twee geleideplaten door het draaien van de pilaar. Omdat de geleideplaten gebogen zijn, wordt een groter en gladder contactoppervlak tussen de geleideplaten en het profiel verkregen, waardoor de vorming van spanningsconcentraties vermindert. Het vastklemmen van een profiel biedt voordelen omdat het snel uitvoerbaar en omkeerbaar is en omdat het geen schade toebrengt aan de profielen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1: vergelijkt een pilaar van de voorafgaande stand van de techniek die twee evenwijdige geleideplaten omvat met een pilaar overeenkomstig de onderhavige uitvinding.
Figuur 2: vergelijkt vastklemmen met (c)-(e) en zonder (a), (b) aanvullende bevestigingsmiddelen van een profiel tussen twee geleideplaten door het ronddraaien van de pilaren van Figuur 1 rond de Z-as.
Figuur 3: zijaanzicht van een pilaar met een losse bovenconstructie die (a) één middenconstructie omvat en (b) twee identieke op elkaar geplaatste middenconstructies.
7
BE 2013/0798
2013/0798
Figuur 4: perspectieftekening van de bovenconstructie met de gebogen geleidemiddelen.
Figuur 5: een profiel dat door twee pilaren wordt ondersteund.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING [0019] De onderhavige uitvinding betreft een pilaar bestaand uit verschillende afzonderlijke elementen die samen een bouwpakket vormen en die met elkaar verbonden zijn zoals in Figuur 3 wordt getoond. De pilaar omvat:
(a) een basisconstructie (6) die is verbonden met (b) een eerste en optioneel een of meer tweede middenconstructies (7, 7b), die is verbonden met (c) een bovenconstructie (3) voor het ondersteunen en vastzetten van een balk of profiel (10).
(a) Basisconstructie (6) [0020] De basisconstructie (6) is geplaatst op het grondoppervlak en biedt stabiliteit aan de pilaar. Ze omvat een vlakke basis (8) en een kolomgedeelte (9) dat uitsteekt in een eerste richting, Z, die nagenoeg loodrecht staat op de vlakke basis (8). De mechanische integriteit van de basisconstructie kan worden versterkt met verstijvingsribben (9s) die zijn verbonden met het kolomgedeelte en de vlakke basis en die zijn verspreid over de omtrek van de vlakke basis (8). Zoals wordt getoond in Figuur 3 ondersteunt de basisconstructie de hele pilaar en elke constructie (balk, profiel (10)) die daarop wordt gelegd. De vorm van de vlakke basis (8) is niet essentieel en kan afwijken, maar in de meeste gevallen heeft de basis een hoofdzakelijk ronde of gedeeltelijk ronde vorm. Het kolomgedeelte (9) is ten minste gedeeltelijk hol en bepaalt bij voorkeur een binnenst cilindervormig oppervlak dat is uitgerust met een basiskoppelingsmiddel (6c) dat geschikt is om gekoppeld te worden aan een eerste middenkoppelingsmiddel (7c) van een middenconstructie (7).
(b) Middenconstructie (7)
BE 2013/0798 ri
2013/0798 [0021] De eerste en optioneel een of meer tweede middenconstructies (7, 7b) zijn identiek en bepalen de hoogte van de kolom door de basisconstructie (6) met de bovenconstructie (3) te verbinden. Een eerste middenconstructie (7) strekt zich uit in een eerste richting, Z, en omvat aan een eerste uiteinde daarvan een eerste middenkoppelingsmiddel (7c) dat in het basiskoppelingsmiddel (6c) van de basisconstructie (6) past, en aan een tweede, tegenoverliggend uiteinde daarvan een tweede middenkoppelingsmiddel (7d) dat geschikt is voor het koppelen aan een tweede middenconstructie (7b), identiek aan de eerste middenconstructie (7), of aan een bovenconstructie (3). Indien een hogere pilaar is vereist biedt, zoals in Figuur 3(a) wordt geïllustreerd, het koppelen van een of meer tweede middenconstructies (7b) aan een eerste middenconstructie (7) een elegante oplossing. Dit is mogelijk als het tweede middenkoppelingsmiddel (7d) identiek is aan het basiskoppelingsmiddel (6c), zodat het eerste middenkoppelingsmiddel (7c) van een tweede middenconstructie in het tweede middenkoppelingsmiddel (7d) van een eerste middenconstructie (7) kan passen. Om de stabiliteit van zulke hoge pilaren te vergroten, kunnen het basiskoppelingsmiddel (6c) en het tweede middenkoppelingsmiddel (7d) een schouder vormen waarop het eerste middenkoppelingsmiddel (7c) kan rusten, wanneer deze helemaal in de eerstgenoemde koppelingsmiddelen (6c, 7d) is gekoppeld.
[0022] De hoogte van de pilaar kan bij voorkeur worden aangepast met verschillende middelen. Dit kan op een gunstige manier bereikt worden door bij elkaar passende, binnenste en buitenste van schroefdraad voorziene oppervlakken van het basiskoppelingsmiddel (6c) en het eerste middenkoppelingsmiddel (7c) te gebruiken. Op die manier combineren de koppelingsmiddelen (6c, 7c) de beide functies van het koppelen van de basis- en middenconstructies (6, 7) en het variëren van de hoogte van de pilaar.
(c) Bovenconstructie (3) [0023] De bovenconstructie (3) moet een balk of profiel (10) ondersteunen en op zijn plaats houden. Zoals wordt geïllustreerd in Figuur 3 en 4 omvat de bovenconstructie (3) een steunplaat (1) die wordt begrensd door een eerste en tweede steunoppervlak (1a, 1b), gescheiden door de dikte van de plaat. De steunplaat (1) kan elke vorm
BE 2013/0798
P
2013/0798 hebben, maar heeft bij voorkeur een nagenoeg regelmatige geometrie, zoals een regelmatige convexe veelhoek of een cirkel of ellips. Als de steunplaat een regelmatige geometrie heeft die is voorzien van uitsteeksels of openingen die zich uitstrekken langs het vlak van het eerste en tweede steunoppervlak, wordt de positie van het zwaartepunt bepaald voor de regelmatige geometrie en worden de uitsteeksels of openingen genegeerd. Als de richting, Z, waarin de pilaar zich uitstrekt, ook nagenoeg een draaiingsas van de pilaar bepaalt, dan verdient het veruit de voorkeur dat het zwaartepunt van het tweede steunoppervlak (1b) hoort bij de genoemde draaiingsas, Z.
[0024] Het bovenkoppelingsmiddel (3d) bevindt zich op het eerste steunoppervlak (1a) dat naar de basisconstructie (6) is gericht. Het middel is geschikt om in het tweede middenkoppelingsmiddel van een middenconstructie (7, 7b) te passen, zodat de steunplaat (1) nagenoeg parallel is aan de vlakke basis (8) van de basisconstructie (6). In een voorkeursuitvoering is de bovenconstructie (3) voorzien van middelen om rond een as te draaien om het hellingspercentage van de steunplaat (1) te veranderen. Dit kan interessant zijn in het geval van een profiel (10) dat horizontaal moet worden gesteund door een verzameling pilaren die op een hellend vlak staan. Een dergelijke uitvoering wordt bijv, beschreven in aanvraag EP2011/0195747.
[0025] Het tweede steunoppervlak dat is afgewend van de basisconstructie biedt een steun aan een balk of profiel en omvat geleidemiddelen (2) in de vorm van een eerste en tweede plaat (2a, 2b) voor het erop plaatsen van een dergelijk profiel. Genoemde eerste en tweede geleideplaten (2a, 2b) staan rechtop aan weerszijden van een eerste denkbeeldige rechte lijn (X1) die het zwaartepunt van het genoemde tweede hoofdoppervlak (1b) kruist. De raakvlakken van de eerste en tweede geleideplaat (2a, 2b) met het tweede hoofdoppervlak (1b) bepalen respectievelijk een eerste en een tweede koppellijn (21a, 21b), waarbij elke lijn een eerste en een tweede eindpunt heeft.
[0026] De onderhavige uitvinding verschilt hierin van de voorafgaande stand van de techniek:
BE 2013/0798 fj
2013/0798 (a) de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) zijn elk gebogen en vormen een concave lijn die van de genoemde eerste denkbeeldige rechte lijn (X1) is afgewend en daarin (b) is de verhouding, Dmax/Dmin, tussen de lengte, Dmax, van het langste rechte segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te snijden, en de lengte, dmin, van het kortste segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te snijden, groter dan dezelfde verhouding die wordt verkregen met twee rechtlijnige koppellijnen die dezelfde eindpunten hebben als de niet-rechtlijnige koppellijnen.
[0027] In een voorkeursuitvoering strekt de pilaar zich vanuit de basisconstructie (6) uit naar de middenconstructie(s) (7, 7a) en de bovenconstructie (3) in een eerste richting, Z, die nagenoeg een draaiingsas van de pilaar bepaalt. Het heeft de voorkeur dat een dergelijke draaiingsas, Z, het zwaartepunt van het tweede steunoppervlak (1b) passeert.
[0028] Figuur 1(a) geeft een uitvoering weer van de onderhavige uitvinding in vergelijking met een pilaar volgens de stand der techniek, welke wordt weergegeven in figuur 1(a) en twee parallelle rechte koppellijnen omvat. Het is duidelijk dat de waarde van de verhouding Dmax / Dmin in figuur 1(b) volgens de onderhavige uitvinding hoger is dan die in figuur 1(a) volgens de stand der techniek, om de volgende redenen. Aangezien die eindpunten van de geleideplaten in de uitvoering volgens stand der techniek en die volgens de onderhavige uitvinding hetzelfde zijn, volgt hieruit dat de lengte, Dmax, van het langste rechte segment dat de twee koppellijnen verbindt, die wordt bepaald door twee tegenoverliggende eindpunten van de koppellijnen, niet varieert tussen de configuratie van rechte koppellijnen (21 r, 21 s) volgens de stand der techniek (verg. Figuur 1(a)) en de configuratie van gebogen koppellijnen (21a, 21b) volgens de onderhavige uitvinding (verg. Figuur 1(b)), d.w.z. Dmax (a) = Dmax (b) waarbij (a) en (b) naar de uitvoeringen verwijzen die respectievelijk in figuur 1(a) (= stand der techniek) en figuur 1(b) (= uitvinding) worden weergegeven. De lengte, Dmin (a), van het kortste segment dat de twee rechte koppellijnen (21 r, 21 s) van figuur 1(a) verbindt, dat wordt bepaald door elk
BE 2013/0798
2013/0798 segment dat loodrecht staat op de twee rechte lijnen, is groter dan de lengte, dmin (b), van het kortste segment dat de twee gebogen koppellijnen (21a, 21b) verbindt in figuur 1(b), aangezien zij een concave lijn vormen die van de eerste denkbeeldige rechte lijn (X1) afgewend is, d.w.z. Dmin (a) > DEmin (b). Hieruit volgt dat [Dmax / dmin] (b) > [Dmax / Dmin] (a). Het verdient de meeste voorkeur dat de lengte, Dmin(b), van een het kortste segment dat twee gebogen koppellijnen (21a, 21b) verbindt volgens de onderhavige uitvinding kleiner is dan het kortste segment, Dmin(a), dat de twee parallelle koppellijnen (2&r, 21 s), die dezelfde eindpunten hebben, verbindt.
[0029] Het onderscheidende ontwerp van de geleideplaten (2a, 2b) volgens de onderhavige uitvinding biedt voordelen ten opzichte van de stand der techniek omdat het een verdere functie verschaft voor het geleidemiddel (2), namelijk het bevestigen van een profiel (10) in positie, door het tussen de eerste en tweede geleideplaat (2a, 2b) in te klemmen door het eenvoudigweg draaien van de pilaar zodat de eerste denkbeeldige lijn (X1) die door het zwaartepunt van het tweede draagoppervlak (1b) gaat de lengteas van het profiel gaat snijden (d.w.z. een hoek groter dan nul vormt). Figuur 2 geeft het klemmechanisme van een profiel weer met (a) twee rechte geleideplaten (2r, 2s) volgens de stand der techniek en (b) twee gebogen geleideplaten (2a, 2b) volgens de onderhavige uitvinding. Het is duidelijk dat in het ontwerp volgens de stand der techniek (a) het contact tussen de geleideplaten (2r, 2s) en het profiel wordt bewerkstelligd via de laterale randen van de platen, die relatief scherp zijn en het profiel kunnen beschadigen bij draaiing van de pilaar met bovenmatige kracht. Zelfs bij afgeronde randen blijft de belasting op de zijkanten van het profiel zeer hoog, omdat het contactoppervlak zeer klein is (belasting = uitgeoefende kracht / contactoppervlak).
[0030] In tegenstelling tot het ontwerp volgens de stand der techniek dat in figuur 2(a) wordt weergegeven, is bij gebogen geleideplaten (2a, 2b) volgens de onderhavige uitvinding (weergegeven in figuur 2(b)) het contactoppervlak tussen de geleideplaten en het profiel aanzienlijk groter, waardoor aldus de belasting die op de zijkanten van het profiel (10) wordt uitgeoefend overeenkomstig kleiner wordt. Zelfs tere profielen (bijv, pijpen of brosse profielen) kunnen niet gemakkelijk worden beschadigd door het draaien van de pilaren met een te groot draaimoment.
BE 2013/0798 |J
2013/0798 [0031] Wanneer een profiel aan de pilaren kan worden vastgemaakt met bevestigingsmiddelen zoals spijkers of schroeven, biedt de pilaar volgens de onderhavige uitvinding voordelen in vergelijking met pilaren volgens de stand der techniek met rechte geleideplaten (2r, 2s), doordat profielen van verschillende breedte goed met schroeven of spijkers aan de geleideplaten van een pilaar volgens de onderhavige uitvinding vastgemaakt kunnen worden, dit is niet het geval met de pilaren volgens de stand der techniek. Figuur 2(c) toont de oplossing die wordt gebruikt door de meeste gebruikers wordt toegepast bij gebruik van de pilaren volgens de stand der techniek waarbij pilaren met rechte geleideplaten van elkaar zijn gescheiden door een afstand die groter is dan de breedte van het profiel. Schroeven of spijkers worden door één geleideplaat (2r) en het profiel (10) aangebracht. Deze oplossing voldoet echter niet, omdat het profiel versprongen is ten opzichte van het midden van de pilaar. Aangezien de pilaren eerst op de grond worden gelegd en precies worden uitgelijnd, maakt het feit dat het profiel (10) versprongen is ten opzichte van de uitlijning van de pilaren het installeren van de gehele constructie lastiger. Een alternatieve oplossing is het draaien van de pilaar volgens de stand der techniek, zoals weergegeven in figuur 2(a), en om te proberen spijkers of schroeven door de geleideplaten en het profiel aan te brengen zoals blijkt uit figuur 2(d). Deze oplossing is niet helemaal voldoende omdat vrijwel zeker verkeerde uitlijning op zal treden en de bevestiging met de spijkers of schroeven bij lange na niet betrouwbaar is zoals duidelijk wordt in figuur 2(d). Met de gebogen geometrie van de geleideplaten (2a, 2b) volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk de pilaar zodanig te draaien dat het profiel tussen de twee geleideplaten wordt geklemd, uitgelijnd met het midden van de pilaar, en kan het profiel nog steeds met schroeven of spijkers onder optimale omstandigheden worden bevestigd, aangezien de gebogen geometrie van de geleideplaten voor voldoende contactoppervlak zorgt om schroeven of spijkers op tevredenstellende wijze aan te kunnen brengen.
[0032] De eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) hebben bij voorkeur de vorm van een cirkelboog of een ellipsboog. Zoals weergegeven in figuur 1(b) en 2(b), zijn de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) bij voorkeur vrijwel symmetrisch geplaatst ten opzichte van de eerste denkbeeldige rechte lijn die door het zwaartepunt van het
BE 2013/0798
2013/0798 tweede oppervlak (1b) gaat. Beter nog zijn de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) elk symmetrisch ten opzichte van een tweede denkbeeldige rechte lijn (X2), waarbij de tweede denkbeeldige rechte lijn door het zwaartepunt van het tweede oppervlak gaat en vrijwel loodrecht staat op de eerste denkbeeldige rechte lijn (verg. Figuur 1(b)). In nog een voorkeursuitvoering die wordt weergegeven in figuur 1(b) • komen de twee eindpunten van het kortste rechte segment die de afstand, Dmin, bepalen, overeen met de twee punten van de eerste en tweede koppellijn die de tweede denkbeeldige rechte lijn (X2) afsnijden, waarbij het kortste rechte segment aldus coaxiaal is met X2, en/of • komen de twee eindpunten van het langste rechte segment die de afstand, Dmax, bepalen, overeen met de twee eindpunten van de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) die zich aan weerszijden van de tweede denkbeeldige rechte lijn (X2) bevinden, waarbij het langste rechte segment bij voorkeur door het zwaartepunt van het tweede oppervlak gaat (1b).
[0033] De diverse elementen van een pilaar volgens de onderhavige uitvinding: basisconstructie (6), eerste en tweede middenconstructie (7) en bovenconstructie (3), zijn bij voorkeur uit een polymeer gemaakt. In het bijzonder kunnen zij zijn gevormd door middel van spuitgieten met gebruik van een thermoplastisch polymeer, zoals een polyolefine als PE, PP, een polyamide, zoals PA6, PA66, PA10, PA11, PA12, een thermoplastisch polyurethaan of polyester zoals PET of PEN, polystyreen, polycarbonaat, enz. In het geval van zeer veeleisende toepassingen kan het polymeer zijn versterkt met korte vezels van glas, koolstof, aramide of dergelijke en/of kunnen hoogwaardige polymeren worden gebruikt zoals PEEK, PEKK, PEI en dergelijke. Voor de meeste toepassingen hebben pilaren gemaakt uit PP de voorkeur. Zijn kunnen additieven omvatten ter verbetering van de geleidbaarheid of vocht-, vlam- of UV-bestendigheid ervan. De deskundige weet welk materiaal hij moet kiezen voor een bepaalde toepassing en de keuze van het materiaal heeft geen invloed op de onderhavige uitvinding.
[0034]Als alle elementen van een bouwpakket volgens de onderhavige uitvinding aan elkaar zijn gekoppeld, vormen zij een pilaar die zich uitstrekt in een eerste richting, Z, vanaf en loodrecht op de vlakke basis (9) naar de steunplaat (1). Een
BE 2013/0798
2013/0798 langwerpig profiel (10) kan op één punt op de steunplaat (1) van een eerste pilaar rusten, in positie worden bevestigd door het draaien van de pilaar rondom de eerste richting, Z, totdat de eerste en tweede geleideplaat (2a, 2b) beide contact maken met het profiel en het in positie houden. Het profiel (10) kan op een ander punt worden ondersteund door een tweede pilaar of aan een andere constructie, zoals metselwerk of dergelijke, zijn vastgemaakt. Figuur 5 geeft een profiel (10) weer dat op twee punten wordt ondersteund door twee pilaren volgens de onderhavige uitvinding. Er zijn geen externe bevestigingsmiddelen zoals schroeven of lijm nodig voor het vastmaken van het profiel in positie. Dit is voordelig omdat (a) het veel tijd bespaart bij de installatie aangezien het voldoende is om de pilaar voldoende te draaien om het profiel te bevestigen, wat veel sneller is dan het bevestigen met een schroef of het aanbrengen van een kleefmiddel, (b) het volledig omkeerbaar is en (c) het geen schade aan het profiel toebrengt.
[0035] De paren koppelingsmiddelen die uit het basiskoppelingsmiddel (6c) en het eerste middenkoppelingsmiddel (7c) en uit het tweede middenkoppelingsmiddel (7d) en het bovenkoppelingsmiddel (3d) bestaan, kunnen elk een schroefdraad, bajonetof kliksluitingen omvatten. Een schroefdraad heeft de voorkeur voor ten minste het eerste paar dat uit het basiskoppelingsmiddel (6c) en het eerste middenkoppelingsmiddel (7c) bestaat, omdat daarmee de hoogte van de pilaar op gemakkelijke wijze kan worden gevarieerd. Als er een tweede middenkoppelingsconstructie (7b) aan een eerste middenkoppelingsconstructie (7) gekoppeld dient te worden, moeten het basiskoppelingsmiddel (6c) en het tweede middenkoppelingsmiddel (7d) identiek zijn en compatibel zijn met zowel het eerste middenkoppelingsmiddel (7c) als het bovenkoppelingsmiddel (3d), die ook identiek aan elkaar moeten zijn. Hieruit volgt dat in deze uitvoering alle koppelingsmiddelen van het eerste en tweede paar koppelingsmiddelen compatibel met elkaar moeten zijn. Wanneer een gemakkelijke hoogteregeling is gewenst, dan verdient het de voorkeur dat alle koppelingsmiddelen een koppelingsmiddel met schroefdraad zijn.
[0036] De pilaren van de onderhavige uitvinding zijn bijzonder geschikt voor steunbalken of -profielen gekozen uit:
15 BE 2013/0798
2013/0798 (a) een profiel dat een kanaal omvat voor het vasthouden van draden of leidingen, (b) deel van een drager voor het ondersteunen van een dek, (c) een buis of pijp.
BE 2013/0798 tl
2013/0798

Claims (13)

  1. CONCLUSIES:
    1. Bouwpakket van onderdelen voor het maken van een steunpilaar voor het ondersteunen van een profiel of balk (10) op een afstand van een grondoppervlak, waarbij het bouwpakket van onderdelen omvat:
    (a) een basisconstructie (6), omvattende een nagenoeg vlak gedeelte (8) en een kolomgedeelte (9) dat uitsteekt uit één hoofdoppervlak van het vlakke gedeelte en zich uitstrekt in een richting die nagenoeg loodrecht op het vlakke gedeelte staat, waarbij het vrije uiteinde van het kolomgedeelte een basiskoppelingsmiddel (6c) omvat dat geschikt is voor het koppelen van de basisconstructie aan (b) ten minste een eerste middenconstructie (7) die zich uitstrekt in een eerste richting, Z, en die aan een eerste uiteinde daarvan een eerste middenkoppelingsmiddel (7c) omvat dat in het basiskoppelingsmiddel (6c) van de basisconstructie (6) past, en aan een tweede, tegenoverliggend uiteinde daarvan een tweede middenkoppelingsmiddel (7d) omvat dat geschikt is voor het koppelen aan (c) een bovenconstructie (3), omvattende een vlakke steunplaat (1) die een bovenkoppelingsmiddel (3d) omvat die in het tweede middenkoppelingsmiddel (7d) van de middenconstructie (7) past, waarbij het bovenkoppelingsmiddel zich op een eerste hoofdoppervlak (1a) van de steunplaat (1) bevindt, en verder omvattende een geleidemiddel (2) dat zich op een tweede, tegenoverliggend hoofdoppervlak (1b) van de steunplaat (1) bevindt voor het zodanig ontvangen en in positie houden van ten minste één langwerpig profiel of langwerpige balk (10) dat de lengteas van het ten minste ene profiel of de ten minste ene langwerpige balk nagenoeg parallel loopt aan de steunplaat (1), waarbij het geleidemiddel (2) een eerste en een tweede geleideplaat (2a, 2b) omvatten die rechtop staan aan weerszijden van een eerste denkbeeldige rechte lijn (X1) die het zwaartepunt van het tweede hoofdoppervlak (1b) kruist en waarbij de raakvlakken van de
    BE 2013/0798 ri
    2013/0798 eerste en de tweede geleideplaat met het tweede hoofdoppervlak (1b) respectievelijk een eerste en een tweede koppellijn (21a, 21b) bepalen, die elk een eerste en een tweede eindpunt hebben, met het kenmerk dat de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) elk gebogen zijn, en een concave lijn vormen die van de eerste denkbeeldige rechte lijn (X1) afgewend is en dat de verhouding, Dmax / Dmin, tussen de lengte, Dmax, van het langste rechte segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn (21a, 21b) behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te kruisen, en de lengte, Dmin, van het kortste segment dat twee punten die tot de eerste en de tweede koppellijn (21a, 21b) behoren met elkaar verbindt zonder een koppellijn te kruisen, groter is dan dezelfde verhouding die wordt verkregen met twee rechtlijnige koppellijnen (21 r, 21 s) die dezelfde eindpunten hebben als de niet-rechtlijnige koppellijnen.
  2. 2. Bouwpakket van onderdelen volgens conclusie 1, waarbij de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) elk de vorm van een cirkelboog of ellipsboog hebben en/of waarbij de lengte, Dmin, van het kortste segment dat twee gebogen koppellijnen (21a, 21b) met elkaar verbindt volgens conclusie 1 bij voorkeur kleiner is dan het kortste segment dat de twee parallelle rechte koppellijnen (21 r, 21 s) die dezelfde eindpunten hebben, met elkaar verbindt.
  3. 3. Bouwpakket van onderdelen volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste en tweede geleideplaat (2a, 2b) zodanig op het tweede oppervlak (1b) zijn geplaatst dat de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) daarvan vrijwel symmetrisch zijn gepositioneerd ten opzichte van de eerste denkbeeldige rechte lijn die door het zwaartepunt van het tweede oppervlak gaat.
  4. 4. Bouwpakket van onderdelen volgens de voorgaande conclusie, waarbij de eerste en tweede geleideplaat (2a, 2b) zodanig op het tweede oppervlak zijn geplaatst dat de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) daarvan vrijwel symmetrisch zijn gepositioneerd ten opzichte van een tweede denkbeeldige rechte lijn (X2), waarbij de tweede denkbeeldige rechte lijn door het zwaartepunt van het tweede oppervlak gaat en vrijwel loodrecht op de eerste denkbeeldige rechte lijn staat.
    BE 2013/0798 |J
    2013/0798
  5. 5. Bouwpakket van onderdelen volgens de voorgaande conclusie, waarbij:
    • de twee eindpunten van het kortste rechte segment die de afstand, Dmin, bepalen, overeenkomen met de twee punten van de eerste en tweede koppellijnen die de tweede denkbeeldige rechte lijn (X2) afsnijden, waarbij het kortste rechte segment aldus coaxiaal is met de tweede denkbeeldige lijn (X2) en/of • de twee eindpunten van het langste rechte segment die de afstand, Dmax, bepalen, overeenkomen met de twee eindpunten van de eerste en tweede koppellijnen (21a, 21b) die zich aan weerszijden van de tweede denkbeeldige rechte lijn (X2) bevinden, waarbij het langste rechte segment bij voorkeur door het zwaartepunt van het tweede oppervlak gaat (1b).
  6. 6. Bouwpakket van onderdelen volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste een tweede middenconstructie (7b), die identiek is aan de eerste middenconstructie (7), waarbij het eerste middenkoppelingsmiddel (7c) van de tweede middenconstructie (7b) geschikt is voor inpassing in het tweede middenkoppelingsmiddel (7d) van de eerste middenconstructie (7).
  7. 7. Bouwpakket van onderdelen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de basisconstructie (6), de bovenconstructie (3) en een of meer middenconstructies (7, 7b) zoals gedefinieerd in conclusie 1(b), indien aanwezig, van een polymeer zijn gemaakt, bij voorkeur van een polyolefine zoals polypropyleen of polyethyleen, dat bij voorkeur met vezels is versterkt.
  8. 8. Bouwpakket van onderdelen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het basiskoppelingsmiddel (6c), het bovenkoppelingsmiddel (3d) en het eerste en tweede middenkoppelingsmiddel (7c, 7d) een schroefdraad, bajonet- of kliksluitingen omvatten.
  9. 9. Steunpilaar die zich uitstrekt in een eerste richting, Z, voor het ondersteunen van een profiel of balk op een afstand van een grondoppervlak, waarbij de steunpilaar een basisconstructie (6) die aan een eerste middenconstructie (7)
    BE 2013/0798 |J
    2013/0798 is gekoppeld, die op zijn beurt optioneel aan een of meer tweede middenconstructies (7b) is gekoppeld omvat, waarbij de tweede middenconstructie die het verste is verwijderd van de basisconstructie (6) aan een bovenconstructie (3) is gekoppeld, met het kenmerk dat de basisconstructie (6), de een of meer eerste en tweede middenconstructies (7, 7b) en de bovenconstructie (3) volgens één van de voorgaande conclusies zijn gedefinieerd.
  10. 10. Gebruik van ten minste één steunpilaar volgens conclusie 9, voor het ondersteunen van een profiel of een balk die bovenop het tweede oppervlak van de bovenconstructie van de ten minste ene steunpilaar, tussen de eerste en tweede geleideplaat, rust.
  11. 11. Gebruik volgens de voorgaande conclusie, waarbij het profiel in positie is bevestigd door de eerste en tweede geleideplaat (2a, 2b) van het geleidemiddel in contact te brengen met twee tegenoverliggende oppervlakken van het profiel, door de pilaar zodanig rond de as Z te draaien dat de eerste denkbeeldige lijn (X1) de lengteas van de balk gaat snijden.
  12. 12. Gebruik volgens conclusie 10 of 11, waarbij het profiel of de balk:
    (a) een profiel dat een kanaal omvat voor het vasthouden van draden of leidingen, (b) deel van een drager voor het ondersteunen van een dek, (c) een buis of pijp.
    is.
  13. 13. Samenstel van ten minste twee pilaren volgens conclusie 9, die rechtop op de respectieve basisconstructies (6) ervan staan en op het tweede oppervlak (1b) van de respectieve bovenconstructies (3) een balk of een profiel (10) dragen die/dat daartussen is gepositioneerd en in positie is bevestigd door middel van de twee geleideplaten (2a, 2b) van elke steunpilaar.
    12-0215 Solidor: C-profile
    BE 2013/0798
    2013/0798
    1/4 (b)
BE2013/0798A 2012-11-27 2013-11-26 Steunpilaar voor het ondersteunen en in positie bevestigen van profielen BE1025063B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP12194417 2012-11-27
EP12194441.7A EP2735671A1 (en) 2012-11-27 2012-11-27 Support pillar for supporting and securing profiles in place

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1025063B1 true BE1025063B1 (nl) 2018-10-11

Family

ID=47357936

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2013/0798A BE1025063B1 (nl) 2012-11-27 2013-11-26 Steunpilaar voor het ondersteunen en in positie bevestigen van profielen

Country Status (3)

Country Link
EP (2) EP2735671A1 (nl)
BE (1) BE1025063B1 (nl)
WO (1) WO2014083085A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111851927B (zh) * 2020-07-15 2022-01-04 昭美(武汉)智能科技有限公司 一种用于互联网工程的可调式防静电地板结构

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20040261329A1 (en) * 2000-05-19 2004-12-30 Kugler William E. Apparatus for adjusting the elevation of a planar surface with threaded and non-threaded components
US7307214B1 (en) * 2007-02-26 2007-12-11 Arlington Industries, Inc. Electrical fixture mounting assembly with sealing flange
WO2008098313A1 (en) * 2007-02-16 2008-08-21 Lee, Alan, Sian, Ghee Improved batten/joist support
JP2008190138A (ja) * 2007-02-01 2008-08-21 Sanuki:Kk 床束の大引受け体

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITPD20070070A1 (it) 2007-03-01 2008-09-02 Eterno Ivica Srl Sistema di supporto per pavimentazioni sopraelevate
US8453391B2 (en) * 2010-03-26 2013-06-04 Ramin Tabibnia Apparatus for establishing a paver over a subsurface
KR101219224B1 (ko) 2010-10-19 2013-01-07 정찬섭 각도 및 높이 조절이 가능한 데크 지지대

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20040261329A1 (en) * 2000-05-19 2004-12-30 Kugler William E. Apparatus for adjusting the elevation of a planar surface with threaded and non-threaded components
JP2008190138A (ja) * 2007-02-01 2008-08-21 Sanuki:Kk 床束の大引受け体
WO2008098313A1 (en) * 2007-02-16 2008-08-21 Lee, Alan, Sian, Ghee Improved batten/joist support
US7307214B1 (en) * 2007-02-26 2007-12-11 Arlington Industries, Inc. Electrical fixture mounting assembly with sealing flange

Also Published As

Publication number Publication date
WO2014083085A1 (en) 2014-06-05
EP2735671A1 (en) 2014-05-28
EP2925941A1 (en) 2015-10-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN107923185B (zh) 包括镶板、支承结构和紧固装置的组件
US10030395B2 (en) Fastening means
KR101994644B1 (ko) 데크 확장형 난간고정장치
RU2594400C2 (ru) Строительная панель с приспособлением для соединения по меньшей мере с одной другой строительной панелью на основании
CA2870710C (en) Fence rail and bracket system
CA2650517A1 (en) Panel, in particular floor panel
WO2015159136A1 (en) Covering comprising cover plates clamped to profiles
US10935061B2 (en) Three-sided corner assembly
BE1025063B1 (nl) Steunpilaar voor het ondersteunen en in positie bevestigen van profielen
SE541420C2 (en) A set of decking boards provided with a connecting system
AU2008243247A1 (en) Profiled rail system
CA2821740A1 (en) Railing assembly
US20150247342A1 (en) Pyramid Bracket
CN102834624A (zh) 木板铺装或地板铺装系统、及其组件
KR20100088145A (ko) 포스트 홀더
RU2018101979A (ru) Напольная панель с соединительными профилями с возможностью горизонтальной и вертикальной фиксации
NL2019609B1 (en) Panel and covering
KR101781610B1 (ko) 데크 및 데크 조인트
US9670661B1 (en) Method of assembling panels, elongated rail and rail and cap assembly for assembling panels
US10179980B2 (en) A-frame stand
KR102144123B1 (ko) 구조물 보강 cfrp 판재 고정용 쐐기기구
KR101668755B1 (ko) 난간 목재 구조물 결속장치
FR3056999B1 (fr) Dalle pour la fixation a une ossature de plafond suspendu, plafond suspendu comportant une telle dalle et procede de fixation de la dalle
JP6900001B2 (ja) ルーバー取付構造
CN211199943U (zh) 一种高强度轻型快铺式路面板及应用该路面板铺设的路面

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20181011