BE1025039B1 - Inrichting voor de bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel en zijn operatoren - Google Patents

Abstract

Inrichting (1) voor bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel (2), waarbij de inrichting een meetmodule (3) op elk voertuig omvat, die draadloos verbonden is met een centrale bewakingseenheid (4), daardoor gekenmerkt dat de meetmodule (3) op elk voertuig op elk ogenblik zijn positie en zijn versnelling of vertraging meet in de drie ruimtelijke coördinaten, en deze gegevens continu draadloos doorstuurt naar de centrale bewakingseenheid (4).

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

SAFETY MOVE besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid 3600, GENK

België (72) Uitvinder(s) :

WEYTJENS Jan Lowie

3600 GENK

België

COOSEMANS Pablo Alain Marlies Gilberte 3550 HEUSDEN-ZOLDER

België (54) Inrichting voor de bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel en zijn operatoren (57) Inrichting (1) voor bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel (2), waarbij de inrichting een meetmodule (3) op elk voertuig omvat, die draadloos verbonden is met een centrale bewakingseenheid (4), daardoor gekenmerkt dat de meetmodule (3) op elk voertuig op elk ogenblik zijn positie en zijn versnelling of vertraging meet in de drie ruimtelijke coördinaten, en deze gegevens continu draadloos doorstuurt naar de centrale bewakingseenheid (4).

:/·

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie	Publicatienummer: 1025039 Nummer van indiening: BE2017/5137
Dienst voor de Intellectuele Eigendom	Internationale classificatie: B66C 13/18 B66F 9/075 G06Q 10/06 Datum van verlening: 11/10/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 september 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 06/03/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

SAFETY MOVE besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Woudstraat 31A, 3600 GENK België;

vertegenwoordigd door

VAN VARENBERG Patrick, Arenbergstraat 13, 2000, ANTWERPEN;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Inrichting voor de bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel en zijn operatoren.

UITVINDER(S):

WEYTJENS Jan Lowie, Woudstraat 31A, 3600, GENK;

COOSEMANS Pablo Alain Marlies Gilberte, Sporkstraat 9, 3550, HEUSDEN-ZOLDER;

VOORRANG :

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag :

Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 11/10/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5137

Inrichting voor de bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel en zijn operatoren.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor de bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel en zijn operatoren.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het bewaken van de veiligheid van operatoren die industrieel rollend materieel bedienen zoals heftrucks, stackers, straddlecarriers en dergelijke meer.

Het is bekend dat industrieel rollend materieel zoals heftrucks en stackers ingezet worden in de werking van bijvoorbeeld logistieke centra of opslagmagazijnen, maar ook nog andere voertuigen zoals straddle-carriers worden gebruikt op loskaden en werven, waarbij deze voertuigen door een operator worden bediend.

In grote logistieke centra wordt dikwijls de klok rond gewerkt met deze voertuigen en wisselen drie ploegen elkaar af en worden de operatoren over meerdere voertuigen verdeeld, zodat een zelfde voertuig in de tijd meestal door meerdere operatoren wordt bediend.

Het is dan ook van belang dat de operatoren voor deze voertuigen gecertificeerd zijn om met deze voertuigen te rijden, niet alleen om schade aan het voertuig, de infrastructuur of de vervoerde goederen te voorkomen, maar ook om de veiligheid van de operatoren te waarborgen.

BE2017/5137

Er bestaan daartoe opleidingsscholen, die dergelijke certificaten afleveren aan opgeleide operatoren.

Een nadeel van dit systeem is dat de operatoren tijdens de uitoefening van hun functie niet verder opgevolgd worden, en hun vaardigheid in het veilig besturen van deze voertuigen niet meer gemeten of bijgestuurd wordt.

Nog een nadeel is dat de operator wanneer hij een onveilige situatie veroorzaakt, er zich niet altijd van bewust is en er geen waarschuwing aan hem gegeven wordt.

Een bijkomend nadeel is dat een verantwoordelijke voor de veiligheid, die de veiligheid op de werkvloer moet waarborgen niet beschikt over middelen om deze onveilige situaties continu op te sporen en nog minder om de operator in real time hiervoor te waarschuwen.

De verantwoordelijke voor de veiligheid beschikt ook niet over objectieve meetgegevens die hem toelaten de bedrevenheid van een individuele operator in het veilig

bedienen van het voertuig, evalueren.	op	een	objectieve manier	te
De huidige uitvinding heeft	tot	doel	aan de	voornoemde	en
andere nadelen een oplossing	te	bieden,	doordat	zij
voorziet in een inrichting	die	toelaat de	veiligheid	te

bewaken van operatoren van industrieel rollend materieel.

Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel,

BE2017/5137 waarbij de inrichting een meetmodule op elk voertuig omvat, die draadloos verbonden is met een centrale bewakingseenheid, daardoor gekenmerkt dat de meetmodule op elk voertuig op elk ogenblik zijn positie en zijn 5 versnelling of vertraging meet in de drie ruimtelijke coördinaten, en deze gegevens continu doorstuurt naar de centrale bewakingseenheid.

De	meetmodule	op	elk voertuig	is	uitgerust	met
10 acceleratiemeters	die	de versnelling	of	vertraging in	de
drie	ruimtelij ke	dimensies meten en	deze	omzetten in	een

elektronisch signaal, en kan mogelijk uitgerust zijn met middelen voor geografische positiebepaling die op elk ogenblik de geografische positie van het voertuig kunnen 15 omzetten in een elektronisch signaal.

Deze uitrusting laat toe in de centrale bewakingseenheid een historiek te registreren van alle bewegingen die elk voertuig gemaakt heeft.

Bij voorkeur is de meetmodule op elk voertuig uitgerust met een middel voor de identificatie van de operator die op elk ogenblik de besturende operator identificeert en deze identificatie doorstuurt naar de centrale bewakingseenheid, 25 die voor elke operator de historiek van zijn bewegingen met elk voertuig dat hij bestuurt registreert en opslaat.

Een voordeel verbonden aan de opslag van deze historiek voor elke operator is dat het hierdoor mogelijk wordt voor 30 elke operator zijn veiligheidsprofiel af te leiden uit de

BE2017/5137 gekende historiek van bewegingen waarbij hij bestuurder was.

De bewakingseenheid zal bij voorkeur de gemeten snelheid, versnellingen en vertragingen van het voertuig vergelijken met een voorgeprogrammeerde enveloppe waarbinnen bewegingen van het voertuig veilig zijn, en waar bij het overschrijden van deze enveloppe in real time een waarschuwing wordt gestuurd.

Daarbij kan deze waarschuwing de vorm aannemen van een akoestisch signaal en/of een visueel signaal op een display bij de operator. Deze wordt op die manier in real time erop gewezen dat hij zich in een onveilige situatie begeeft door bijvoorbeeld te snel te rijden, een veiligheidsperimeter te overschrijden of te bruusk te remmen en zo meer.

Deze waarschuwing kan ook de vorm aannemen van een visuele waarschuwing op een display bij een verantwoordelijke voor de veiligheid, waarbij deze waarschuwing opgeslagen wordt in de historiek van de bewegingen voor een welbepaalde operator die zijn veiligheidsprofiel vormen, en aan de verantwoordelijke voor de veiligheid de mogelijkheid geboden wordt onmiddellijk in te grijpen.

Bij voorkeur zal de verantwoordelijke voor de veiligheid een kwalificatiestatus toekennen aan elke operator op basis van zijn of haar opgeslagen historiek van bewegingen en waarschuwingen in de centrale bewakingseenheid, waarna de verantwoordelijke voor de veiligheid de bevoegdheden van een operator kan wijzigen op basis van zijn laatste

BE2017/5137 veiligheidsprofiel, om veilig gedrag aan te moedigen en onveilig gedrag te ontmoedigen.

Bij voorkeur beschikt elke operator van een industrieel voertuig over een middel waarmee hij zich kan identificeren als bestuurder van een welbepaald voertuig, zoals een persoonlijke badge of elektronische sleutel waarmee hij zich kan kenbaar maken aan het middel voor de identificatie van de operator op het welbepaalde voertuig.

De besturing van het industrieel voertuig blijft te allen tijde onder de controle van de operator, zodat hij steeds zelf verantwoordelijk blijft voor de bewegingen die het voertuig uitvoert. Hij kan dan ook niet verrast worden door een onverwachte beweging zoals een noodstop die door de inrichting voor de bewaking van de veiligheid zou uitgevoerd worden.

De inrichting beperkt zich tot het waarschuwen van de operator die zelf de nodige handelingen moet stellen om de veiligheid te herstellen. De waarschuwing kan in de vorm van een akoestisch signaal worden gegeven, waarbij niet alleen de operator voor wie het signaal bedoeld is gewaarschuwd wordt, maar ook door zijn collega's gehoord wordt, wat tot een betere sociale controle over de veiligheid van de industriële voertuigen kan leiden.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een inrichting voor de bewaking van de veiligheid van

BE2017/5137

Operatoren van industrieel· rollend materieel volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekening, waarin :

figuur 1 schematisch een inrichting voor de bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel en zijn operatoren volgens de uitvinding weergeeft.

In figuur 1 wordt schematisch een inrichting 1 voor de bewaking van de veiligheid voor een aantal vorkliften 2 getoond, die elk uitgerust zijn met een meetmodule 3, die draadloos verbonden is met een centrale bewakingseenheid 4, waarbij de meetmodule 3 op elke vorklift 2 op elk ogenblik de positie en de versnelling of vertraging meet van de vorklift 2 in de drie ruimtelijke coördinaten en deze gegevens continu doorstuurt naar de centrale bewakingseenheid 4, waarmee de verantwoordelijke voor de veiligheid 5, de historiek van de bewegingen voor elke afzonderlijke operator 6, 7, 8 kan registreren, en een overschrijding van een veiligheidsperimeter 9 of een overschrijding van een veilige voorgeprogrammeerde enveloppe kan registreren.

De werking van de inrichting 1 voor de bewaking van de veiligheid is zeer eenvoudig en als volgt.

Vooraleer een bepaald voertuig, bijvoorbeeld een welbepaalde vorklift, in gebruik te nemen, zal een operator zich eerst identificeren door zijn persoonlijk identificatiemiddel, bijvoorbeeld zijn in een daartoe voorziene lezer van identificatiekaart, de vorklift 2 te

BE2017/5137 brengen, waarna de meetmodule 3 van de vorklift opstart en vanaf dit ogenblik tot wanneer de identificatiekaart weer teruggenomen wordt, elke beweging van de vorklift meet en draadloos doorstuurt naar een centrale bewakingseenheid 4, waarbij elke versnelling en vertraging gemeten wordt, en ook de actuele geografische positie van de vorklift continu wordt doorgestuurd naar de centrale bewakingseenheid 4.

De centrale bewakingseenheid 4 zal continu deze gegevens vergelijken met een voorgeprogrammeerde enveloppe waarbinnen bewegingen van het voertuig veilig zijn, zoals bijvoorbeeld een gekende veiligheidsperimeter waarbinnen het voertuig moet blijven om veilig te zijn, zodat de operator tijdig gewaarschuwd kan worden indien zijn voertuig dreigt zich buiten de veiligheidsperimeter te bewegen, door middel van een waarschuwing in real time aan de operator.

De centrale bewakingseenheid 4 zal ook de snelheid, de acceleraties en deceleraties van het voertuig vergelijken met de maximale toegestane waarden waaronder men moet blijven om veilig te zijn en zal wederom de operator waarschuwen telkens hij over de schreef van de voorgeprogrammeerde enveloppe gaat.

De voorgeprogrammeerde enveloppe kan opgemaakt worden door middel van testritten door bevoegde operatoren, waarbij de bewegingsparameters worden geregistreerd en waaruit veilige grenzen worden afgeleid voor het opereren van de voertuigen. Veilige perimeters waarbinnen de voertuigen dienen te blijven, kunnen geïdentificeerd worden op de

BE2017/5137 werkvloer en daarna ingevoerd worden in de voorgeprogrammeerde enveloppe.

De centrale bewakingseenheid 4 zal alle bewegingen van het voertuig registreren en ook alle waarschuwingen die gegeven werden, zodat een historiek kan worden gemaakt van alle waarschuwingen of onveilige situaties die zich hebben voorgedaan.

Deze historiek kan voor elke operator opgemaakt worden, waaruit zijn veiligheidsprofiel zal blijken en op basis waarvan een kwalificatiestatus met bijhorende bevoegdheden kan toegekend worden aan elke operator. Deze status is onderhevig aan wijziging door de verantwoordelijke voor de veiligheid op basis van zijn laatste veiligheidsprofiel, om veilig gedrag aan te moedigen en onveilig gedrag te ontmoedigen.

Het spreekt voor zich dat vele varianten op deze inrichting mogelijk zijn. Zo kan zij toegepast worden op een grote waaier van industrieel rollend materieel en is zij niet beperkt tot vorkliften.

Het spreekt ook voor zich dat meerdere technische mogelijkheden bestaan om een draadloze verbinding te leggen tussen het voertuig en een centrale bewakingseenheid, en er meerdere technische mogelijkheden zijn voor het bepalen van de geografische positie.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven

BE2017/5137 uitvoeringsvorm, doch een inrichting voor bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel en zijn operatoren volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden, zoals deze in de volgende conclusies is beschreven.

BE2017/5137

Claims (11)

1. Conclusies .

   1. - Inrichting (1) voor bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel (2), waarbij de inrichting een meetmodule (3) op elk voertuig omvat, die draadloos verbonden is met een centrale bewakingseenheid (4), daardoor gekenmerkt dat de meetmodule (3) op elk voertuig op elk ogenblik zijn positie en zijn versnelling of vertraging meet in de drie ruimtelijke coördinaten, en deze gegevens continu draadloos doorstuurt naar de centrale bewakingseenheid (4).
2. 2. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de meetmodule (3) op elk voertuig uitgerust is met accélérâtiemeters die de versnelling of vertraging in de drie ruimtelijke dimensies meten en deze omzetten in een elektronisch signaal, en optioneel ook uitgerust is met middelen voor geografische positiebepaling die op elk ogenblik de geografische positie van het voertuig (2) kunnen omzetten in een elektronisch signaal.
3. 3. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de meetmodule (3) op elk voertuig uitgerust is met een middel voor identificatie van de operator (6, 7, 8) die op elk ogenblik de besturende operator identificeert, en deze identificatie doorstuurt naar de centrale bewakingseenheid (4) .
4. 4.- Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat

   BE2017/5137 de centrale bewakingseenheid (4} voor elke operator (6, 7, 8) de historiek van zijn bewegingen met elk voertuig (2) dat hij bestuurt registreert en opslaat.
5. 5. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de centrale bewakingseenheid (4) de gemeten snelheid, versnellingen en vertragingen van het voertuig vergelijkt met een voorgeprogrammeerde enveloppe waarbinnen bewegingen van het voertuig veilig zijn, en waarbij bij het overschrijden van deze enveloppe in real time een waarschuwing naar de operator (6, 7, 8) wordt gestuurd.
6. 6. - Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat deze waarschuwing de vorm aanneemt van een akoestisch signaal bij de operator (6, 7, 8).
7. 7. - Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat deze waarschuwing de vorm aanneemt van een visuele waarschuwing op een display bij de operator (6, 7, 8).
8. 8. - Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat deze waarschuwing de vorm aanneemt van een visuele waarschuwing op een display bij een verantwoordelijke (5) voor de veiligheid, waarbij deze waarschuwing opgeslagen wordt in de historiek van de bewegingen voor een welbepaalde operator (6, 7, 8).
9. 9. - Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de verantwoordelijke voor de veiligheid een kwalificatiestatus toekent aan elke operator op basis van

   BE2017/5137 zijn of haar opgeslagen historiek van bewegingen en waarschuwingen in de centrale bewakingseenheid.
10. 10. - Inrichting volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat elke operator (6, 7, 8) van een industrieel voertuig (2) beschikt over een middel waarmee hij zich kan identificeren als bestuurder van een welbepaald voertuig (2) .
11. 11. - Inrichting volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat het middel voor identificatie bestaat uit een persoonlijke badge of elektronische sleutel waarmee hij zich kenbaar kan maken aan het middel voor identificatie van de operator op het welbepaalde voertuig (2).

    daardoor gekenmerkt dat de verantwoordelijke (5) voor de veiligheid de bevoegdheden van een operator (6, 7, basis van zijn laatste veiligheidsprofiel, kan wijzigen op om veilig gedrag aan te moedigen en onveilig gedrag te ontmoedigen.

    BE2017/5137

    BE2017/5137

    Inrichting voor de bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel en zijn operatoren.

    5 Inrichting (1) voor bewaking van de veiligheid van industrieel rollend materieel (2), waarbij de inrichting een meetmodule (3) op elk voertuig omvat, die draadloos verbonden is met een centrale bewakingseenheid (4), daardoor gekenmerkt dat de meetmodule (3) op elk voertuig 10 op elk ogenblik zijn positie en zijn versnelling of vertraging meet in de drie ruimtelijke coördinaten, en deze gegevens continu draadloos doorstuurt naar de centrale bewakingseenheid (4).