BE1024975A1

BE1024975A1 - Veldhakselaar met een blazertrommel met verhoogde axiale stroming

Info

Publication number: BE1024975A1
Application number: BE20175074A
Authority: BE
Inventors: Bram Willem
Original assignee: Cnh Ind Belgium Nv
Priority date: 2017-02-03
Filing date: 2017-02-03
Publication date: 2018-08-30
Also published as: EP3576516A1; EP3576516B1; US20200093061A1; BE1024975B1; BR112019016037A2; WO2018141943A1; BR112019016037B1

Abstract

Veldhakselaar (1) die geconfigureerd is voor het fijnhakken (hakselen) van geoogste gewassen en het produceren van een stroom fijngehakt oogstmateriaal, waarbij de oogstmachine een draaibare blazertrommel (8) bevat die aangebracht is een blazerhuis (11, 12, 24) om de stroom oogstmateriaal naar een uitlaatkoker (9) van de oogstmachine te stuwen, waarbij de blazertrommel (8) een open structuur heeft die een luchtstroming mogelijk maakt in de axiale richting van de trommel, en de blazertrommel aangebracht is tussen twee zijwanden (24) van het blazerhuis, waarbij minstens één van de zijwanden (24) één of meer luchtinlaatopeningen (26) bevat, gekenmerkt doordat de oogstmachine (1) minstens één stel turbinebladen (20) met axiale stroming bevat die aangebracht zijn tussen de blazertrommel (8) en één of beide zijwanden (24) van het blazerhuis, waarbij de bladen draaibaar zijn rond de rotatieas (15) van de blazertrommel.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(71) Aanvrager(s) :

CNH INDUSTRIAL BELGIUM NV

8210, ZEDELGEM

België (72) Uitvinder(s) :

WILLEM Bram 8650 WOUMEN België (54) VELDHAKSELAAR MET EEN BLAZERTROMMEL MET VERHOOGDE AXIALE STROMING (57) Veldhakselaar (1) die geconfigureerd is voor het fijnhakken (hakselen) van geoogste gewassen en het produceren van een stroom fijngehakt oogstmateriaal, waarbij de oogstmachine een draaibare blazertrommel (8) bevat die aangebracht is een blazerhuis (11, 12, 24) om de stroom oogstmateriaal naar een uitlaatkoker (9) van de oogstmachine te stuwen, waarbij de blazertrommel (8) een open structuur heeft die een luchtstroming mogelijk maakt in de axiale richting van de trommel, en de blazertrommel aangebracht is tussen twee zijwanden (24) van het blazerhuis, waarbij minstens één van de zijwanden (24) één of meer luchtinlaatopeningen (26) bevat, gekenmerkt doordat de oogstmachine (1) minstens één stel turbinebladen (20) met axiale stroming bevat die aangebracht zijn tussen de blazertrommel (8) en één of beide r

P:G, 2 zijwanden (24) van het blazerhuis, waarbij de bladen draaibaar zijn rond de rotatieas (15) van de blazertrommel.

BE2017/5074

52350-F-BE

- 1 VELDHAKSELAAR MET EEN BLAZERTROMMEL MET VERHOOGDE

AXIALE STROMING

Toepassingsgebied van de uitvinding

Deze uitvinding heeft betrekking op veldhakselaars die gebruikt worden in de landbouw voor het verzamelen en snijden van gewassen, en meer bepaald op een blazersysteem voor het afvoeren van de gewassen uit de oogstmachine.

Stand van de techniek

Zelfrijdende veldhakselaars bevatten een maaibord dat gewassen van het veld snijdt en ze toevoert aan een snijtrommel waarin de gewassen in kleinere delen worden fijngehakt (gehakseld). Deze fijngehakte materialen worden door een blazer uit de oogstmachine afgevoerd. De meeste oogstmachinetypes bevatten een ciiindervormige blazertrommel, die dwars op de productstroom is aangebracht en uitgerust is met schoepen of platen op het buitenoppervlak van de trommel. De platen of schoepen van de draaiende trommel stuwen het gewas naar een uitlaatkoker. Afhankelijk van het type oogstmateriaal en de toestand ervan kan de versnelling die opgelegd wordt aan het oogstmateriaal onvoldoende zijn om het gewas efîectief uit de oogstmachine af te voeren.

Systemen zijn bekend om de hoeveelheid van beweging van het oogstmateriaal te vergroten wanneer het uit de blazer wordt gestoten. Een oplossing die gedocumenteerd werd, bijvoorbeeld in octrooi EP-A-1275291, is het toevoegen van radiale ventilatorbladen aan de zijwanden van de blazertrommel om zijdelingse luchtstromen op te wekken die de stroming van het oogstmateriaal naar de uitlaatkoker bevorderen. Een andere aanpak is het gebruik van een blazertrommel met open structuur die gemonteerd is in een huis met zijdelings aangebrachte inlaatopeningen. Het draaien van de trommel wekt een luchtstroming op tussen deze inlaatopeningen en de uitlaatkoker waarbij de luchtstroming de hoeveelheid van beweging van de gewassen die door de koker uitgestoten doet toenemen. Beide oplossingen hebben echter het nadeel dat de aanvullende luchtstroming het sterkst geconcentreerd is in de zijdelingse zones van de productstroom, zodat het materiaal niet gelijkmatig wordt voortgestuwd. Daamaast veroorzaakt een meer uitgesproken versnelling van materiaal in de zijdelingse zones wrijvingsverliezen in de uitlaatkoker.

BE2017/5074

52350-F-BE

-2Samenvatting van de uitvinding

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een machine zoals ze beschreven worden in de bijgevoegde conclusies. De uitvinding heeft meer bepaald betrekking op een veldhakselaar die geconfigureerd is voor het fijnhakken (hakselen) van geoogste gewassen en het produceren van een stroom fijngehakt oogstmateriaal, waarbij de oogstmachine een blazertrommel bevat die aangebracht is in een blazerhuis en die kan draaien rond een rotatieas die dwars gericht is t.o.v. de stroom oogstmateriaal om de stroom oogstmateriaal naar een uitlaatkoker van de oogstmachine te stuwen, waarbij de blazertrommel een open structuur heeft die een luchtstroming mogelijk maakt in de axiale richting van de trommel en de blazertrommel aangebracht is tussen twee zijwanden van het blazerhuis, waarbij minstens één van de zijwanden één öf meer luchtinlaatopeningen bevat, gekenmerkt doordat de oogstmachine minstens één stel turbinebladen met axiale stroming bevat die aangebracht zijn tussen de blazertrommel en één of beide zijwanden van het blazerhuis, waarbij de bladen draaibaar zijn rond de rotatieas van de blazertrommel.

De bladen zijn geconfigureerd om rechtstreeks een luchtstroming in de axiale richting van de blazertrommel te richten, d.w.z. vanaf de één of meerdere inlaatopeningen in de zijwanden van het huis aar een centraal gebied van de trommel. In vergelijking met de hierboven beschreven bestaande Systemen, betekent dit dat zowel het luchtdebiet vergroot wordt als beter naar het midden van de trommel geleid wordt alvorens via de uitlaatkoker uitgestoten te worden, zodat de luchtstroom dat het oogstmateriaal voortstuwt beter over de breedte van de blazertrommel en de uitlaatkoker verdeeld wordt.

Körte beschrijving van de figuren

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een maaidorser, waarvan de belangrijkste onderdelen op de tekening zijn aangegeven.

Figuur 2 toont een afbeelding van een blazertrommel die uitgerust is met turbinebladen in overeenstemming met een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 3 toont de blazertrommel van Figuur 2, aangebracht in een blazerhuis.

Gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding

Voorkeursuitvoeringsvormen zullen nu beschreven worden met verwijzing naar de tekeningen. De gedetailleerde beschrijving beperkt de reikwijdte van de uitvinding

BE2017/5074

52350-F-BE

-3niet, die alleen bepaald wordt door de bijgevoegde conclusies.

Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van een zelfrijdende veldhakselaar 1 met zijn belangrijkste onderdelen. Wanneer de oogstmachine over een veld rijdt, worden gewassen verzameld door een maaibord 2 en naar een centraal gebied van het maaibord getransporteerd waar de gewassen een stel toevoerrollen 3 binnenkomen. De rollen geleiden de gewassen in de vorm van een mat met een bepaalde dikte naar de snijtrommel 4, die in de richting draait die door de pijl wordt aangegeven. Messen 5 zijn aangebracht op de trommel (waarvan er slechts vier zijn weergegeven en waarbij de messen verdeeld over de lengterichting van de trommel verdeeld zijn), zodat de messen längs een stationair schaarblad 6 passeren als de trommel draait en daarbij de gewassen in stukjes hakken die verder getransporteerd worden tussen de snijtrommel 4 en een dorskorf 7, om daarbij een stroom fijngehakt oogstmateriaal op te wekken die verder beweegt naar een blazertrommel 8. De blazertrommel 8 stuwt het materiaal naar een verticaal aangebrachte uitlaatkoker 9, ook toren genoemd, van waaruit het gewas uiteindelijk uit de oogstmachine wordt afgevoerd door een scharnierbare uitloop 10, bijvoorbeeld naar een container/wagen die in de buurt van de oogstmachine 1 met dezelfde snelheid als de oogstmachine vooruit beweegt. De blazertrommel 8 is aangebracht binnen een blazerhuis dat een cilindrische omkasting 11 vormt aan het bovenste gedeelte en een afgeschuind oppervlak 12 onderaan, waarbij het afgeschuinde oppervlak samen met de dorskorf 7 en de uitlaatkoker 9 een continu pad vormt voor het oogstmateriaal. Het blazerhuis heeft zijdelingse zijwanden, in wezen evenwijdig met het vlak van de tekening, aan weerskanten van de blazertrommel 8.

In een oogstmachine volgens de uitvinding is de blazertrommel 8 een trommel met een open structuur zoals hierboven beschreven. Daarnaast is de oogstmachine uitgerust met minstens één en bij voorkeur twee stel sneldraaiende Ventilatoren die geconfigureerd zijn om het luchtdebiet in de axiale richting binnen de open trommelstructuur te verhogen. Figuur 2 stelt een blazertrommel 8 voor volgens een uitvoeringsvorm van deze uitvinding. De trommel is aangebracht op een as 14 die draaibaar is rond rotatieas 15. Het hoofddeel van de trommel wordt gevormd door vier evenwijdige schijven 16, uitgerust met openingen 17 om de luchtstroom in de axiale richting van de trommel mogelijk te maken. Schoepen 18 zijn dwars op de schijven 16 aangebracht om het oogstmateriaal naar de uitlaatkoker 9 te stuwen. Op elk zijdelings uiteinde bevat de trommel een tiens 19 met een aantal turbinebladen 20 die zieh radiaal t.o.v. de flens uitstrekken. De bladen zijn gekanteld t.o.v. een vlak loodrecht op de

BE2017/5074

52350-F-BE

-4rotatieas 15, om zo een axiale luchtstroming op te wekken wanneer de bladen 20 samen met de trommel 8 draaien. In de specifieke uitvoeringsvorm van Figuur 2 zijn de bladen 20 en de flens 19 solidair met de trommel 8, d.w.z. dat de trommel 8 en de bladen 20 als één geheel draaien.

Figuur 3 toont de trommel 8 van Figuur 2 samen met de zijwanden 24 van het huis en zonder de cilindrische bovenste omkasting 11 om de trommel 8 en de turbinebladen 20 weer te kunnen geven. Het voorste deel van de zijwand 24 aan de rechterkant van de tekening is ook verwijderd, zodat de bladen 20 aan deze rechterkant zichtbaar zijn. De trommel is aangebracht op de as 14 die aangedreven wordt door een vermogenbron van de oogstmachine. Het bovenste deel 21 van dit blazerhuis is verbonden met de uitlaatkoker (niet weergegeven op deze tekening). De zijwanden 24 van het huis bevatten openingen 26 om de axiale stroming van lucht in het binnenste de trommel mogelijk te maken. De draaiende turbinebladen 20 dwingen de binnenkomende lucht om in de axiale richting te strömen, d.w.z. van de zijkanten van de trommel naar het midden. In vergelijking met de Systemen met open trommel zonder turbinebladen stroomt er meer lucht naar de open trommelstructuur vanwege de turbinebladen 20, en worden hogere luchtsnelheden opgewekt in de uitlaatkoker 9, en wordt er een grotere hoeveelheid van beweging aan het afgevoerde oogstmateriaal verleend. De luchtstroming is bovendien effectief in het beter geleiden van het oogstmateriaal naar een centraal gebied van de trommel vooraleer uitgestoten te worden in de uitlaatkoker 9 in vergelijking met bestaande Systemen. Op die manier wordt oogstmateriaal over de breedte van de uitlaatkoker verdeeld en beweegt minder materiaal längs de zijwanden van de uitlaatkoker, wat leidt tot een vermindering van de wrijvingsverliezen.

Een aantal constructiedetails die weergegeven zijn in de tekeningen worden hierna beschreven, maar beperken de reikwijdte van de uitvinding niet. Zoals te zien is in Figuren 2 en 3 kunnen de schoepen 18 zieh zijdelings naar buiten uitstrekken tussen de turbinebladen 20. Daardoor kunnen de schoepen zieh zoveel mogelijk naar de zijwanden 24 uitstrekken zodat materiaal over de volledige breedte van het blazerhuis effectief omhoog geveegd wordt door de schoepen 18. Het is echter ook mogelijk om de turbinebladen 20 voiledig buiten de schoepen 18 aan te brengen, waarbij er zijdelingse zones van het blazerhuis zouden achterblijven waar het oogstmateriaal niet door de schoepen weggeveegd wordt. Het vergrote axiale luchtdebiet dat veroorzaakt wordt door de turbinebladen 20 zal hoe dan ook materiaalverlies in deze zijdelingse zones tot een minimum herleiden. In deze laatste uitvoeringsvorm, d.w.z. wanneer de schoepen 18 zieh

BE2017/5074

52350-F-BE

-5niet tussen de turbinebladen 20 uitstrekken, is het mogelijk om de turbinebladen 20 onafhankelijk van de blazertrommel 8 rond de as 15 te laten draaien. Zulke een uitvoeringsvorm is technisch complexer aangezien ze voor de turbinebladen een afzonderlijk aandrijfmechanisme vergt, maar heeft het voordeel dat de axiale luchtstroming onafhankelijk van het toerental van de blazer geregeld kan worden. In de laatste uitvoeringsvorm zijn de bladen niet solidair met de blazertrommel 8, maar vormen de flens 19 en de bladen 20 samen een afzonderlijk draaibaar hoofddeel.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding hebben de turbinebladen 20 als aanvullende functie het reinigen van de inlaatopeningen 26 in de zijwanden 24 van het blazerhuis. Dit kan verwezenlijkt worden door de bladen 20 zo aan te brengen dat de buitenrand ervan zo dicht mogelijk bij de zijwanden 24 ligt, zodat aile oogstmateriaal dat de inlaatopeningen 26 verstopt, weggeschraapt wordt door de randen van de draaiende bladen 20. Volgens een andere uitvoeringsvorm liggen de bladen 20 niet zo dicht bij de zijwanden 24 als in de eerder beschreven uitvoeringsvorm, maar is één of meer bladen 20 uitgerust met schrapers of borstels die zieh dichtbij de zijwanden 24 uitstrekken, en daarbij hetzelfde reinigingseffect hebben.

Volgens een uitvoeringsvorm zijn de turbinebladen 20 schamierbaar en positioneerbaar op een reeks hoekposities rond hun lengteas, om de helling van de bladen te veränderen ten opzichte van een verticaal vlak loodrecht op de rotatieas 15 van de trommel. Deze functie maakt het ook mogelijk om de axiale luchtstroming onafhankelijk van de rotatie van de blazertrommel 8 te regelen. Deze functie kan gecombineerd worden met de uitvoeringsvorm waarin de bladen 20 solidair zijn met de trommel 8, alsook met de uitvoeringsvorm waarin de bladen 20 in staat zijn rond as 15 te draaien onafhankelijk van de trommel 8.

Hoewel het duidelijk voordelig is om turbinebladen 20 aan weerskanten van de blazertrommel 8 aan te brengen, zoals getoond in de tekeningen, is een blazertrommel die aan slechts een zijde uitgerust is met bladen 20 niet uitgesloten uit de reikwijdte van de uitvinding.

De uitvinding heeft bij voorkeur betrekking op een zelfrijdende veldhakselaar 1 zoals geïllustreerd in Figuur 1, maar de uitvinding is ook toepasselijk op een stationaire veldhakselaar.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een blazertrommel 8 zoals hierboven beschreven, die uitgerust is met turbinebladen 20 met axiale stroming aan één kant of aan weerskanten van de trommel, d.w.z. solidair met de trommel.

BE2017/5074

52350-F-BE

Claims

CONCLUSIES

1. Veldhakselaar (1) die geconfigureerd is voor het fijnhakken (hakselen) van geoogste gewassen en het produceren van een stroom fijngehakt oogstmateriaal, waarbij de oogstmachine een blazertrommel (8) bevat die aangebracht is in een blazerhuis (11, 12, 24) en kan draaien rond een rotatieas (15) die dwars gericht is t.o.v. de stroom oogstmateriaal om de stroom oogstmateriaal naar een uitlaatkoker (9) van de oogstmachine te stuwen, waarbij de blazertrommel (8) een open structuur heeft die een luchtstroming mogelijk maakt in de axiale richting van de trommel, en de blazertrommel aangebracht is tussen twee zijwanden (24) van het blazerhuis, waarbij minstens één van de zijwanden (24) één of meer luchtinlaatopeningen (26) bevat, gekenmerkt doordat de oogstmachine (1) minstens één stel turbinebladen (20) met axiale stroming bevat die aangebracht zijn tussen de blazertrommel (8) en één of beide zijwanden (24) van het blazerhuis, waarbij de bladen draaibaar zijn rond de rotatieas (15) van de blazertrommel.
2. Oogstmachine volgens conclusie 1, waarbij het minstens één stel turbinebladen (20) solidair is met de blazertrommel (8), zodat de bladen (20) als één enkel geheel samen met de trommel (8) draaien.
3. Oogstmachine volgens conclusie 2, waarbij de blazertrommel (8) schoepen (18) bevat om het oogstmateriaal naar de uitlaatkoker (9) te stuwen, en waarbij de schoepen (18) zieh zijdelings naar buiten tussen de turbinebladen (20) uitstrekken.
4. Oogstmachine volgens conclusie 1, waarbij het minstens één stel turbinebladen (20) geconfigureerd is om onafhankelijk van de blazertrommel (8) te draaien.
5. Oogstmachine volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de turbinebladen (20) van minstens één stel bladen dicht in de buurt van de één of meer inlaatopeningen (26) in één van de zijwanden (24) van het blazerhuis aangebracht zijn, om in Staat te zijn oogstmateriaal te verwijderen dat de één of meer inlaatopeningen (26) in de zijwand (24) verstopt.
6. Oogstmachine volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 4, waarbij één of meer turbinebladen (20) van minstens één stel bladen die aangebracht zijn tussen de

BE2017/5074

52350-F-BE

-7blazertrotnmel (8) en één van de zijwanden (24) van het blazerhuis uitgerust zijn met een schraper of borstel die geconfigureerd is om oogstmateriaal dat de één of meer inlaatopeningen (26) in de zijwand (24) verstopt te verwijderen.
7. Oogstmachine volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de turbinebladen (20) van het minstens één stel bladen gepositioneerd kunnen worden in een reeks hoekposities rond hun lengteas om de belling van de bladen te veränderen ten opzichte van een verticaal vlak dat loodrecht Staat op de rotatieas (15) van de blazertrommel.
8. Blazertrommel (8) voor gebruik in een oogstmachine volgens een of meerdere van de conclusies 1 tot 7, waarbij de trommel geconfigureerd is om rond een rotatieas (15) te draaien, en de trommel een Open structuur heeft om de luchtstroming in de axiale richting van de trommel mogelijk te maken en de trommel een stel turbinebladen (20) met axiale stroming bevat aan één kant of aan weerskanten van de trommel.
9. Blazertrommel (8) volgens conclusie 8, waarbij de blazertrommel (8) schoepen (18) bevat om oogstmateriaal naar een uitlaatkoker (9) van de oogstmachine te stuwen, en waarbij de schoepen (18) zieh zijdelings naar buiten tussen de turbinebladen (20) uitstrekken.
10. Blazertrommel volgens conclusie 8 of 9, waarbij de turbinebladen (20) van het minstens één stel bladen onder een reeks hoekposities rond hun lengteas geplaatst kunnen worden om de helling van de bladen te veränderen ten opzichte van een verticaal vlak dat loodrecht Staat op de rotatieas (15) van de blazertrommel.

BE2017/5074

52350-F-BE