BE1024679B1 - Vouwbaar maaibord - Google Patents
Vouwbaar maaibord Download PDFInfo
- Publication number
- BE1024679B1 BE1024679B1 BE2016/5796A BE201605796A BE1024679B1 BE 1024679 B1 BE1024679 B1 BE 1024679B1 BE 2016/5796 A BE2016/5796 A BE 2016/5796A BE 201605796 A BE201605796 A BE 201605796A BE 1024679 B1 BE1024679 B1 BE 1024679B1
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- header
- central
- segments
- rotation
- distal
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B73/00—Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width
- A01B73/02—Folding frames
- A01B73/04—Folding frames foldable about a horizontal axis
- A01B73/044—Folding frames foldable about a horizontal axis the axis being oriented in a longitudinal direction
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B73/00—Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width
- A01B73/02—Folding frames
- A01B73/04—Folding frames foldable about a horizontal axis
- A01B73/044—Folding frames foldable about a horizontal axis the axis being oriented in a longitudinal direction
- A01B73/046—Folding frames foldable about a horizontal axis the axis being oriented in a longitudinal direction each folding frame part being foldable in itself
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D41/00—Combines, i.e. harvesters or mowers combined with threshing devices
- A01D41/12—Details of combines
- A01D41/14—Mowing tables
- A01D41/144—Foldable headers
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D45/00—Harvesting of standing crops
- A01D45/02—Harvesting of standing crops of maize, i.e. kernel harvesting
- A01D45/021—Cornheaders
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Abstract
Maaibord (12) dat een reeks rijelementen (3) in de breedte van het maaibord bevat, waarbij de reeks rijelementen verbonden is met een frame dat in twee randsegmenten (15, 16) en twee centrale segmenten (13, 14) is opgedeeld, waarbij elk randsegment verbonden is met een aangrenzend segment van de centrale segmenten via een respectief distaal scharnierpunt (17, 18) en waarbij de centrale segmenten onderling verbonden zijn d.m.v. een centraal scharnierpunt (19), waarbij de distale scharnierpunten aangebracht zijn dat ze een distale rotatie (20) van de randsegmenten (15, 16) t.o.v. de centrale segmenten (13, 14) mogelijk maken, en het centrale scharnierpunt (19) zo aangebracht is dat een centrale rotatie (21) van de centrale segmenten (13, 14) t.o.v. elkaar mogelijk is, zodat de segmenten beweegbaar zijn t.o.v. elkaar tussen een opgevouwen toestand en een bedrijfstoestand.
Description
(73) Houder(s) :
CNH Industrial Belgium nv 8210, ZEDELGEM België (72) Uitvinder(s) :
YSEBAERT Maarten 8700 TIELT België
VAN OVERSCHELDE Pieter 8200 SINT-ANDRIES België
VAN VOOREN Sandor 8340 SIJSELE-DAMME België (54) VOUWBAAR MAAIBORD (57) Maaibord (12) dat een reeks rijelementen (3) in de breedte van het maaibord bevat, waarbij de reeks rijelementen verbonden is met een frame dat in twee randsegmenten (15, 16) en twee centrale Segmenten (13, 14) is opgedeeld, waarbij elk randsegment verbonden is met een aangrenzend segment van de centrale Segmenten via een respectief distaal scharnierpunt (17, 18) en waarbij de centrale Segmenten onderling verbonden zijn d.m.v. een centraal scharnierpunt (19), waarbij de distale
551 | 14 | r | |
L\ — S | i |
'V y
FIG. 2A scharnierpunten aangebraeht zijn dat ze een distale rotatie (20) van de randsegmenten (15, 16) t.o.v. de centrale Segmenten (13, 14) mogelijk maken, en het centrale scharnierpunt (19) zo aangebraeht is dat een centrale rotatie (21) van de centrale Segmenten (13, 14) t.o.v. elkaar mogelijk is, zodat de Segmenten beweegbaar zijn t.o.v. elkaar tussen een opgevouwen toestand en een bedrijfstoestand.
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Publicatienummer: 1024679 Nummer van indiening: BE2016/5796
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Internationale classificatie: A01D 41/14 A01B 73/04 A01D 45/02 Datum van verlening: 22/05/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 21/10/2016.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
CNH Industrial Belgium nv, Leon Claeysstraat 3A, 8210 ZEDELGEM België;
vertegenwoordigd door
BEETZ Joeri, Leon Claeysstraat 3A, 8210, ZEDELGEM;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: VOUWBAAR MAAIBORD.
UITVINDER(S):
YSEBAERT Maarten, Hooitstraat 4, 8700, TIELT;
VAN OVERSCHELDE Pieter, Kasteelhoevestraat 1, 8200, SINT-ANDRIES;
VAN VOOREN Sandor, Timmermansstraat 14, 8340 , SIJSELE-DAMME;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 22/05/2018,
Bij bijzondere machtiging:
53184 be2016/5796
Vouwbaar maaibord
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Deze uitvinding heeft betrekking op een maaibord met een reeks rijelementen in de breedte van het maaibord. De uitvinding heeft meer bepaald betrekking op een vouwbaar maaibord.
Maaiborden met een reeks rijelementen in de breedte van het maaibord worden gewoonlijk gebruikt voor het oogsten van maïs of zonnebloemen. Zodoende staan zulke maaiborden ook bekend als maïsmaaiborden of zoimebloemmaaiborden. De meeste van deze maïs- of zoimebloemmaaiborden zijn rijgevoelig en zodoende zijn deze maaiborden uitgerust met een reeks rijelementen in de breedte van het maaibord. Elk van de rijelementen is geschikt om een overeenkomstige rij op het veld te verwerken. Door deze maaiborden vouwbaar te maken, kunnen ze bevestigd blijven aan de maaidorser tijdens het rijden op de weg. Dit vergemakkelijkt het transport tussen velden en maakt het mogelijk om wettig van de boerderij naar het veld te rijden via openbare wegen. De meeste aandrijflijnen, hydraulische en elektrische aansluitingen moeten niet losgekoppeld worden. Om over de weg te mögen rijden, zou een opgevouwen maaibord binnen een vooraf bepaalde breedte moeten vallen, waarbij deze breedte in de meeste landen bepaald is door homologatiegrenzen. In sommige beiangrijke Europese landen vereist deze homologatiegrens dat de breedte van het voertuig maximaal ongeveer 3,5 m is.
In het verieden bevatten de meeste vouwbare maaiborden zes of acht rijelementen in de breedte van het maaibord. Eenvoudige vouwmechanismen waren aangebracht om de laatste rij of het laatste paar rijen inwaarts te vouwen zodat het maaibord binnen de grens van 3,5 m valt. De capaciteit van de maaidorsers is de laatste jaren gestegen. Zodoende vraagt de markt grotere maïsmaaiborden die ook conform zijn met de homologatieregels.
Octrooi US2016/0066508 beschrijft een vouwconcept voor een maaibord met een reeks rijelementen in de breedte. Bij het gebruik van dit vouwconcept is het echter niet mogelijk om een maaibord te vouwen zodat het binnen de 3,5 m grens valt.
Het is een voorwerp van de uitvinding om een vouwbaar maaibord te verschaffen dat het mogelijk maakt een groot maaibord compact en gemakkelijk te vouwen.
53184
T be2016/5796
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Daartoe bevai het maaibord een reeks rijelementen in de breedte van bet maaibord, waarbij de reeks rijelementen verbonden is met een frame dat in twee randsegmenten en twee centrale Segmenten opgedeeld is, waarbij elk randsegment verbonden is met een aangrenzend segment van de centrale Segmenten via een respect! ef distaai schamierpunt en waarbij de centrale Segmenten onderling verbonden zijn d.m.v. een centraal schamierpunt, waarbij de distale schamierpunten aangebracht zijn om een distale rotatie van de randsegmenten t.o.v. de centrale Segmenten mogelijk te maken, en het centrale schamierpunt aangebracht is om een centrale rotatie van de centrale Segmenten ΐ,ο.ν. elkaar mogelijk te maken, zodat de Segmenten beweegbaar zijn t.o.v. elkaar tussen een opgevouwen toestand en een bedrijfstoestand.
Het maaibord van de uitvinding bevat vier Segmenten en drie schamierpunten, waarbij één schamierpunt centraal is en twee schamierpunten aan de verste uiteinden liggen (de zogenaamde distale schamierpunten). De distale schamierpunten zijn aangebracht om een eerste rotatie mogelijk te maken terwijl het centrale schamierpunt aangebracht is om een tweede rotatie mogelijk te maken. Een maaibord met vier Segmenten die onderling verbonden zijn met een centraal schamierpunt en iwcc distale schamierpunten die verschillende rotaties mogelijk maken, is veel compacter vouwbaar dan maaiborden volgens de stand van de techniek die slechts drie of minder Segmenten bevatten. Proeven en sim.ulaties tonen aan dat het vouwconcept van de uitvinding, met de vier segrnenten en het centrale schamierpunt en twee distale schamierpunten, het mogelijk maakt om een maaibord te vormen met toi 12 of meer rijelementen, dat vouwbaar is zodat, in de opgevouwen toestand, de breedte van het maaibord kleiner is dan 3,5 m. Als gevolg daarvan is in sommige belangrijke Europese landen aan de homologatie-eisen voldaan. Dit toont aan dat een vouwbaar maaibord volgens de uitvinding compact en gemakkelijk opgevouwen kan worden.
Bij voorkeur zijn de distaie schamierpunten zo aangebracht dat ze een rotatie mogelijk maken van de randsegmenten t.o.v. de centrale Segmenten over minstens 150 graden, bij voorkeur minstens 165 graden, meest bij voorkeur ca. 180 graden en waarbij de distale schamierpunten zo gericht zijn dat ze zulke rotatie rnogeiijk maken längs een as die in wezen evenwijdig loopt met een rijriehting voorwaarts van een landbouwvoertuig dat met het maaibord werkt. Verder bij voorkeur is het centrale schamierpunt zo aangebracht dat een rotatie van minstens 150 graden van de centrale Segmenten t.o.v.
53184 be2016/5796 elkaar mogelijk is, bij voorkeur minstens 165 graden, meest bij voorkeur ongeveer 180 graden en waarbij het centrale scharnierpunt is zo gericht is dat zulke rotatie mogelijk is längs een as die in wezen evenwijdig loopt met een rijrichting voorwaarts van een landbouwvoertuig dat met het maaibord werkt. In deze context wordt met in wezen evenwijdig aan een rijrichting voorwaarts bedoeld dat dit ook een lichtjes hellende positie t.o.v. de rijrichting voorwaarts omvat. De huidige opvouwbare maaiborden hebben deze as op 16 graden t.o.v. de rijrichting voorwaarts, die zodoende in deze context beschouwd wordt in wezen evenwijdig te zijn met een rijrichting voorwaarts.
Meer bepaald wordt, wanneer de richting van de distale rotatie tegengesteld is aan de richting van de centrale rotatie een eenvoudig en effectief vouwmeehanisme verschaft. Dit vouwmeehanisme maakt het niet alleen mogelijk het maaibord dicht te vouwen tot in een compacte toestand, maar heeft verder aanzieniijke voordelen en effecten, wat verrassend is.
Een eerste effect heeft betrekking op de eenvoud van de beweging van de Segmenten t.o.v. elkaar. Tussen aangrenzende secties, is er slechts één enkele vrijheidsgraad, zodat een eenvoudige en betrouwbaar draaibare verbinding zoals een scharnierpunt tussen de Segmenten aangebracht kan worden. Dit leidt tot een aanzieniijke vereenvoudiging en kostenvermindering voor het onderling verbinden van de Segmenten en zorgt tegelÿk voor een grotere betrouwbaarheid van het vouwmeehanisme. Geen geavanceerde bewegingen en/of constructies zij n vereist om een rotatie met één enkeie vrijheidsgraad mogeiijk te maken.
Een tweede verrassend effect heeft betrekking op de piaats van het zwaartepunt van het maaibord. Wanneer de Segmenten rond assen draaien die in wezen evenwijdig lopen met de rijrichting voorwaarts van het landbouwvoertuig dat met het maaibord werkt, verplaats het zwaartepunt zieh in wezen niet. Dit in tegenstelling tot Systemen waar Segmenten bijvoorbeeld längs opstaande assen 'worden gedraaid of waarbij Segmenten een translatiebeweging uitvoeren, waardoor het zwaartepunt zieh verplaatst. Meer bepaald zou een verplaatsing voorwaarts problemen kunnen scheppen aangezien de belastingen en/of krachten op het landbouwvoertuig dat het maaibord moet dragen toenemen. Dit zou ook belastingen die overgebracht worden door de wieien op het wegdek verbogen, die ook beperkt worden door nationale homologatieiimieten.
Een derde verrassend effect heeft betrekking op de hoogte van het opgevouwen maaibord. Een opgevouwen maaibord dat te hoog is zou het vrije uitzicht vanaf het
53184 be2016/5796 landbouwvoertuig belemmeren, dat vereist is om met het landbouwvoertuig over het veld of op de weg te rijden. Het vouwmeehanisme van de uitvinding maakt het niet alleen mogelijk het maaibord tot een beperkte breedte te vouwen, maar ook met een beperkte hoogte zodat een voorafbepaald gebied van het geziehtsveld vanuit het iandbouwvoertuig vrij biijft,
Bij voorkeur is de distale rotatie een opwaartse rotatie en is de centrale rotatie een neerwaartse rotatie en bevat het maaibord verder een verbindingselement om het maaibord met een landbouwvoertuig te verbinden, en waarbij het maaibordframe verbonden is met het verbindingselement via een hefinechanisme dat geschikt is om het maaibordframe op te heffen, wanneer het maaibord zieh in de opgevouwen toestand bevindt, vanuit een bedrijfsstand tot in een opgeheven positie boven de bedrijfsstand. In deze voorkeursuitvoeringsvorm zijn de randsegmenten geschikt om opwaarts te draaien t.o.v.
de centrale Segmenten, en zijn de centrale Segmenten geschikt om neerwaarts te draaien
t.o.v. elkaar. De neerwaartse rotatie van de centrale Segmenten rond het centrale schamierpunt doet de centrale Segmenten en de randsegmenten naar een onderste positie bewegen. Om botsîng met het grondoppervlak te voorkomen, is een hefinechanisme aangebraeht tussen het verbindingselement dat het maaibord met het landbouwvoertuig en het frame van het maaibord verbindt, zodat de neerwaartse beweging minstens gedeeltelijk gecompenseerd kan worden door het maaibord in de opgevouwen toestand op te heffen.
Het hefinechanisme maakt het daarbij mogelijk om het maaibord to.v. de verbindingselement in een bedrijfsstand te positioneren, en om het frame van het maaibord op te heffen, bij het vouwen van bel maaibord, vanuit de bedrijfsstand tot in een opgeheven positie boven de bedrijfsstand.
Bij voorkeur bevinden de distale schamierpunten zieh in de bedrijfstoestand van de Segmenten, aan een bovenste uiteinde van de respectieve Segmenten en aan een zijkant van elk segment die naar andere van de respectieve Segmenten in de bedrijfstoestand wijst.
Deze plaats van de distale schamierpunten maakt het mogeiijk de randsegmenten over 180 graden opwaarts te draaien zodat de randsegmenten bovenop de overeenkomstige centrale Segmenten neergelegd kunnen worden.
Bij voorkeur is het centrale schamierpunt in de bedrijfstoestand van de Segmenten verbonden met een onderste uiteinde van de centrale Segmenten en met een zijrand van elk centraal segment die in de bedrijfstoestand naar het andere centrale segment wijst. Deze plaats van de centrale schamierpunten stell de centrale Segmenten in staat neerwaarts te
53184 be2016/5796 draaien naar eikaar toe over 180 graden zodat de onderste delen van de centrale Segmenten tegen eikaar gelegd kunnen worden.
De bedrijfstoestand van de Segmenten komt bij voorkeur overeen met een toestand waarin de twee randsegmenten en de twee centrale Segmenten zieh evenwijdig uitstrekken en naar eikaar gericht zijn met hun respectieve kopse kanten, terwijl de opgevouwen toestand van de Segmenten overeenkomt met een toestand waarin de twee randsegmenten en de twee centrale Segmenten zieh evenwijdig uitstrekken en naar eikaar gericht zijn met hun respectieve overlangse zijden. Daarbij wordt de breedte van het maaibord in de bedrijfstoestand gemaximaliseerd, terwijl de compactheid van het maaibord geoptimaliseerd is in de opgevouwen toestand.
De ffamesegmenten bevatten bij voorkeur respectieve stijve strueturen, waarbij deze stijve strueturen de reeks rijelementen dragen en deze stijve strueturen onderling verbonden zijn d.m.v. de distale schamierpunten en het centrale schamierpunt. Verder is bij voorkeur in elk van de distale schamierpunten en het centrale schamierpunt een stelelement aangebracht om de rotatie aan te drijven. Door het stelelement om de rotatie aan te drijven aan te brengen, kunnen het dichtvouwen en openvouwen van het maaibord voliedig automatisch verlopen. Dit ontlast de operator van het iandbouwvoertuig van manuele taken bij het dichtvouwen en openvouwen van het maaibord. Het optimaiiseert bovendien de betrouwbaarheid van het maaibord.
De reeks rijelementen wordt bij voorkeur aangedreven via minstens één aandrijfas die zieh in de bedrijfstoestand in de breedte van het maaibord uitstrekt, waarbij de aandrijfas uitgerust is met loskoppelbare koppeiingen tussen de Segmenten. De loskoppelbare koppeiingen stellen de aandrijfas in Staat van de aandrijfas losgemaakt te worden in één segment, en in een ander segment bij het dichtvouwen van het maaibord. Bovendien, wanneer het maaibord wordt opengevouwen tot in de bedrijfstoestand, 'worden de loskoppelbare koppeiingen aan eikaar gekoppeld, bij voorkeur automatisch, zodat vermögen doorgegeven kan worden van één segment naar een ander segment via de loskoppelbare koppeling van de aandrijfas.
De bovenvermelde structura en mechanisme bieden de mogelijkheid om het maaibord te vormen met minstens tien rijelementen, waarbij drie van de tien rijelementen aangebracht zijn op elk centraal segment en twee van de tien rijelementen aangebracht zijn op elle randsegment. Deze mechanismen bieden ook de mogelijkheid om een maaibord met twaalf rijelementen te vormen, waarbij drie van de twaalf rijelementen aangebracht zijn op
53184 be2016/5796 elk centraal segment en drie van de twaalf rijelementen aangebracht zijn op elk randsegment. Een vakman zal begrijpen dat een maaibord met afwijkende aantallen rijelementen ook gevormd kan worden volgens de uitvinding. Mochi de afstand tussen de aangrenzende rijen afnemen, dan kunnen hogere aantallen rijelementen vervaardigd worden door gebruik te maken van de principes van deze uitvinding.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Sommige uitvoeringsvormen van toestellen en/of werkwijzen in overeenstemming met uitvoeringsvormen van deze uitvinding worden nu enkel bij wijze van voorbeeld beschreven, en met verwijzing naar de bijbehorende tekeningen, waarin:
Figuur 1 een vooraanzicht toont van een maaibord van een landbouwvoertuig volgens de stand van de techniek;
Figuur 2 een vooraanzicht toont van een maaibord volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 3 een vooraanzicht toont van een maaibord volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding; en
Figuur 4 een zijaanzicht toont van een maaibord volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 toont een maaidorser 1 die een maaibord 2 volgens de stand van de techniek draagt. De maaidorser 1 is weergegeven in vooraanzicht. In Figuur 1A wordt een maaibord 2 getoond volgens de stand van de techniek in een bedrijfstoestand, terwijl in Figuur IB een maaibord 2 volgens de stand van de techniek wordt weergegeven in een opgevouwen toestand.
De maaidorser 1, zonder rekening te houden met het maaibord 2, heeft een breedte 8. De breedte 8 van de maaidorser 1 is kleiner dan een voorafbepaalde breedte zodat de maaidorser 1 op openbare wegen mag rijden. Zoals hierboven beschreven, hepaalt de wetgeving deze maximaal voorafbepaalde breedte. In sommige belangrijke Europese landen bedraagt deze voorafbepaalde breedte ongeveer 3,5 m. Een maaibord volgens de stand vau de techniek 2 is otrtworpen om een opgevouwen toestand te hebben, zoals getoond in Figuur IB, zodat de breedte van het maaibord 2 volgens de stand van de techniek in de opgevouwen toestand kleiner is dan de voorafbepaalde breedte.
53184 be2016/5796
Deze uitvinding heeft meer bepaald betrekking op maaiborden van het type met een reeks rijelementen in de breedte van het maaibord. Zuike maaiborden staan bijvoorbeeld bekend als maïs- of zoimebloemmaaiborden Elk rijelement is geschikt om een overeenkomstige rij gewaselementen op het veld te verwerken. De afstand tussen aangrenzende rijelementen en aangrenzende rijen op het veld is bij voorkeur in wezen identiek en is bij voorkeur in wezen constant. Elk van de rijelementen van het maaibord is geschikt om te oogsten en ten minste gedeeltelijk een overeenkomstige rij op het veld te verwerken.
In Figuur 1 zijn rijelementen aangeduid met referentienummer 3. In maaibord 2 volgens de stand van de techniek zoals getoond in Figuur 1, zijn 8 rijelementen gelijk verdeeld over de breedte van het maaibord 2 volgens de stand van de techniek. Uit de onderstaande beschrijving zal biijken dat, om het maaibord binnen de voorafbepaalde breedte te kunnen vouwen door gebruik te maken van het vouwconcept volgens de stand van de techniek uit Figuur 1, 8 een maximum is voor het aantal rijelementen. Wanneer meer rijelementen worden toegevoegd, is het niet meer mogelijk gebruik te maken van het vouwconcept van Figuur 1 volgens de stand van de techniek om een maaibord 2 binnen de voorafbepaalde breedte dicht te vouwen.
Een maaibord 2 volgens de stand van de techniek bevat kappen 4 tussen aangrenzende rijelementen 3. De kappen geleiden het oogstmateriaal op het veld naar het voorste uiteinde van de rijelementen 3. De rijelementen verwerken ten minste gedeeltelijk de gewaselementen, bijvoorbeeld door de maïskolven van de Stengels te trekken. Het gewas wordt daarna door vijzels 5 naar een centraal deel van het maaibord 2 getransporteerd, waar dit het toevoersysteem van het landbouwvoertuig 1 binnenkomt voor verdere verwerking binnen het hoofddeel van het landbouwvoertuig 1. Deze mechanismen voor het oogsten en verwerken van het gewas, met inbegrip van de rijelementen 3, kappen 4 en vijzel 5, zijn bekend en worden al jaren gebruikt. Aangezien de uitvinding meer bepaald betrekking heeft op het vouwconcept, worden de gewasoogsten verwerkingselementen niet meer in detail beschreven.
Het maaibord 2 volgens de stand van de techniek heeft twee schamierpunten 6 op een bovenste linker- en rechterkant van een centraal deel 9 van maaibord 2 volgens de stand van de techniek. Het centrale deel 9 van maaibord 2 volgens de stand van de techniek bevat 4 rijelementen. Maaibord 2 volgens de stand van de techniek bevat verder een eerste distaal segment 10 met twee rijelementen 3, en een tweede distaal segment 11
53184 be2016/5796 ook met twee rijelementen 3. Via de scharnierpunten 6 kunnen de eerste en tweede distale Segmenten 10, 11 opwaarts gedraaid worden over ongeveer 180 graden zodat hun bovenkanten in wezen bovenop de bovenkant van segment 9 volgens de stand van de techniek liggen. Dit wordt geïllustreerd in Figuur IB. De kappen 4 die zieh over de scharnierpunten uitstrekken kunnen ten minste gedeeltelijk samen met de distale Segmenten Î0, 11 gedraaid worden.
Aandrijfelementen (niet weergegeven) die zieh in de breedte van het maaibord 2 uitstrekken zijn verbonden met elk van de rijelementen 3 om de rijelementen aan te drijven. Aangezien deze aandrijfelementen zieh in de breedte van het maaibord over een reeks Segmenten uitstrekken, zijn deze aandrijfelementen ook gesegmenteerd, bij voorkeur bestaande uit koppelingsmiddelen tussen aangrenzende Segmenten. Daarbij is het duidelijk dat de aandrijfelementen gesegmenteerd zijn op de plaats van de scharnierpunten 6. De koppelingsmiddelen zijn bij voorkeur geschikt om automatisch ontkoppeld te worden wanneer de distale Segmenten via het schamierpunt 6 vanuit de bedrijfstoestand gedraaid worden. De koppelingsmiddelen zijn verder bij voorkeur geschikt om automatisch met elkaar gekoppeld te worden wanneer de distale Segmenten 10, 11 in de bedrijfstoestand gedraaid worden. Ook voor de overdracht van de draaibeweging van de vijzel 5 van één segment naar een ander segment, kunnen zulke koppelingsmiddelen gebruikt worden. Koppelingsmiddelen die deze functie kunnen uitvoeren, zijn bekend en worden hier dan ook niet meer in detail beschreven,
Figuur 2 illustreert het vouwconcepi volgens een eerste uitvoeringsvorm van deze uitvinding. Daarbij illustreert Figuur 2A een maaibord 12 in de bedrijfstoestand. Figuur 2B illustreert hetzelfde maaibord 12 in de opgevouwen toestand. Het maaibord 12 volgens deze uitvoeringsvorm bevat een eerste centraal segment 13 en een tweede centraal segment î 4, die onderling verbonden zijn via een centraal schamierpunt 19, Het centrale schamierpunt 19 is geconfigureerd om een tweede rotatie 21 mogeiijk te maken, waar in de conclusies ook naartoe verwezen wordt als centrale rotatie, vanuit de eerste en tweede centrale Segmenten 13 en 14 t.o.v. elkaar. In de uitvoeringsvorm van Figuur 2A is de tweede rotatie 21 een neerwaartse rotatie. Ter wille van de duidelijkheid en de consistentie wordt een draairichting in deze beschrijving altijd beschreven als rotatie weg van de bedrijfstoestand van het maaibord, Het zal duidelijk zijn dat hetzelfde schamierpunt een rotatie in de tegenovergestelde richting mogelijk zal maken wanneer de elementen naar de bedrijfstoestand bewegen.
53184 be2016/5796
Het maaibord 12 bevat verder een eerste distaal segment 15 en een tweede distaal segment Î 6 die gepositioneerd zijn in de buurt van respectievelijk het eerste centrale segment 13 en het tweede centrale segment 14. Daarbij is het eerste distale segment 15 verbonden met het eerste centrale segment 13 via een eerste distaal schamierpunt 17, en is het tweede distale segment 16 verbonden met het tweede centrale segment 14 via een tweede distaal schamierpunt 18. De distale scharnierpunten 17 en 18 zijn geconfigureerd om een eerste rotatie 20 mogelijk te maken, waar in de conclusies ook naartoe verwezen wordt aïs distale rotatie, van de distale Segmenten 15, 16 resp. t.o.v. de centrale Segmenten 13, 14. De eerste rotatie 20 is een opwaartse rotatie van de distale Segmenten 15, 16 t.o.v. de centrale Segmenten 13, 14, zoals geïllustreerd met pijl 20. Het centrale schamierpunt 19 en de distale scharnierpunten 17 en 18 verbinden de Segmenten 13, 14,
15,16 onderling in aangrenzende hoeken van de Segmenten zodat een rotatie van ongeveer 180 graden mogelijk is tussen elk van de aangrenzende Segmenten. Uit de Figuren 2Ä en 2B zal duidelijk bhjken dat aangrenzende Segmenten over ongeveer 180 graden draaien t.o.v. elkaar. Dit maakt het mogelijk om de Segmenten 13, 14, 15, 16 met hun kopse kanten tegen elkaar te leggen in de bedrijfstoestand, die weergegeven is in Figuur 2A, en tegen elkaar te leggen met hun overlangse kanten in de opgevouwen toestand, zoals geïllustreerd in Figuur 2B. Elk van de Segmenten 13, 14, 15, 16 kan drie of meer rijelementen bevatten zodat het maaibord van Figuur 2 een totaal van twaalf rijelementen draagt. Testen en simulaties hebben aangetoond dat het vouwconcept van Figuur 2 de mogelijkheid biedt om het maaibord 12 met twaalf of meer rijelementen dicht te vouwen tot een kleinere breedte dan de voorafbepaalde breedte in de opgevouwen toestand.
Merk op dat de termen eerste rotatie 20 en tweede rotatie 21 enkel gebruikt worden om een onderscheid te maken tussen de rotatie rond de distale scharnierpunten 17, 18 en het centrale schamierpunt 19. In de praktijk kan de tweede rotatie 21 zieh voordoen vôôr, tijdens of na de eerste rotatie 20 en de twee distale (=eerste) rotaries worden niet noodzakelijk gelijktijdig uitgevoerd. Ook gedeeltelijke overlapping van de verschillende rotaties in het tijddomein is mogelijk door afwisselende omschakeiing tussen gedeeltelijke rotatie rond één schamierpunt en een ander.
In de uitvoeringsvorm van Figuur 2 zijn de centrale Segmenten 13 en 14 onderling verbonden via een centraal schamierpunt 19 dat, wanneer het maaibord 12 in de bedrijfstoestand wordt bekeken, gelegen is aan de onderkant van de centrale Segmenten
53184 be2016/5796
13, 14. Doordat dit schamierpunt 19 aan de onderkant van de Segmenten 13, 14 gelegen is en geschikt is om een neerwaartse rotatie 21 mogelijk te maken, is een hefinechanisme aangebracht. Het hefinechanisme is geïllustreerd in Figuur 4, dat hieronder beschreven is. Het hefinechanisme kan verschillen van het hefinechanisme dat in Figuur 4 is weergegeven. Het hefinechanisme van Figuur 4 is alleen bij wijze van voorbeeid weergegeven en is niet beperkend bedoeld. Het hefinechanisme is geschikt om. het maaibord omhoog te bewegen, zoais geïllustreerd in Figuur 2A met pijl 22. Meer bepaald wordt het centrale schamierpunt 19 opgeheven vanuit een bedrijfsstand in een opgevouwen positie die hoger is dan de bedrijfsstand. Door het maaibord 12 op te heften vooraleer of tijdens vouwen van het maaibord 12 kan botsing van de onderdelen van het maaibord met het grondoppervlak worden vermeden.
In pîaats van het he le maaibord 12 op te heffen, kan het centrale schamierpunt 19 zo aangebracht worden dat het opgeheven kan worden ten opzichte van andere onderdelen van het maaibord Î 2 (bv. een maaibordframe dat de Segmenten draagt), om daarbij effectief de rotatie van de twee centrale Segmenten 13, 14 ten opzichte van elkaar in te leiden. Dit kan bv. verwezenlijkt worden door het centrale schamierpunt 19 te bevestigen aan een hydraulische of pneumatische cilinder (waarbij het andere uiteinde verbonden is met de andere onderdelen van het maaibord) of door het te plaatsen in een geleiding en het te bewegen door gebruik te maken van elektrische of hydraulische motor. In een verdere uitvoeringsvorm worden de distale schamierpunten 17,18 ook (of alleen) bewogen door cilinders en/of door geleidingsrails. Wanneer bv. alle schamierpunten 17, 18, 19 aangebracbt zijn in passend opgestelde geleidingsrails, zullen alle schamierpunten 17, 18, 19, door enkel het centrale schamierpunt 19 op te heffen, gelijktijdig gaan draaien. Naast het ondersteunen van de beweging van de schamierpunten 17, 18, 19 kunnen andere geleidingspennen of -rails andere onderdelen van de Segmenten 13, 14, 15, 16 helpen bij de beweging ervan terwijl het maaibord wordt dicht- of opengevouwen.
Figuur 2 toont het maaibord 12 vanuit hetzelfde relatieve standpunt als maaibord 2 volgens de stand van de techniek in Figuur 1. De schamierpunten 17, 18 en 19 in het maaibord 12 maken een rotatie mogelijk rond assen die in wezen evenwijdig zijn met, of lichtjes hellen ten opzichte van de voorwaartse rijrichting van het landbouwvoertuig dat het maaibord draagt. Elk schamierpunt 17, 18, 19 maakt bij voorkeur alleen een beweging met één enkele vrijheidsgraad mogelijk, waarbij de enige vrijheidsgraad de rotatie is rond de schamieras. Zulke beweging van aangrenzende Segmenten, gekenmerkt door één
53184 be2016/5796 enkele vrijheidsgraad, is gemakkelijk te realiseren en te regelen. Bovendien heeft rotatie rond assen die in wezen evenwijdig zijn met de voorwaartse rijrichting van het landbouwvoertuig geen beduidend effect op de positie van het zwaartepunt van het maaibord. Meer bepaald wanneer het maaibord in wezen symmetrisch gevormd is in de breedte, zoals weergegeven in Figuren 2 en 3, blijft het zwaartepunt in wezen op dezelfde plaats als wanneer het maaibord wordt dichtgeklapt. Meer bepaald zou een voorwaartse verplaatsing van het zwaartepunt een negatief effect hebben. Zelfs wanneer het opklappen van het maaibord 12 asymmetrisch gebeurt, beweegt het zwaartepunt niet voorwaarts.
Figuur 2B toont dat de maaibordsegmenten 13, 14, 15, 16 in de opgevouwen toestand, een in wezen rechthoekige frontaal oppervlak vormen met een breedte die binnen de voorafbepaalde breedte valt, zoals hierboven gedefinieerd, en met een in wezen constante hoogte. Daarbij wordt een compact pakket verkregen van maaibordsegmenten. De hoogte van het maaibord 12 in de opgevouwen toestand stelt een operator van het landbouwvoertuig in staat een aanvaardbaar vrij uitzicht te hebben over het opgevouwen maaibord. Dit vrije uitzicht is noodzakelijk om zonder gevaar met het landbouwvoertuig te kunnen rijden.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van het maaibord 12 waarbij de positie van het schamierpunt en de overeenkomstige bewegingen gespiegeld zijn t.o.v. een horizontale as. De werking en voordelen van het vouwconcept zijn identiek aan de werking en voordelen van het maaibord van Figuur 2. ln de uitvoeringsvorm van Figuur 3 maakt het centrale schamierpunt 19 een opwaartse rotatie mogelijk terwijl de distale scharnierpunten 17, 18 een neerwaartse rotatie van de Segmenten t.o,v. elkaar mogelijk maken. In plaats van het centrale schamierpunt op te heffen, zoals aangegeven met pijl 22 in Figuur 2, is een laten zakken van het centrale schamierpunt 19 voorzien in Figuur 3, ook aangeduid met referentienummer 22. In de uitvoeringsvorm van Figuur 3 zijn de distale Segmenten 15 en 16 kleiner dan de centrale Segmenten en bevatten ze slechts twee rij elem enten. De uitvoeringsvorm van Figuur 3 illustreert zodoende een maaibord met tien rijelementen. De instelling van Figuur 3 biedt eveneens de mogeiijkheid om een maaibord met twaalf rijelementen te vormen. Voigens het vouwconcept van Figuur 2 is het ook mogelijk om een maaibord met tien rijelementen te vormen.
Figuur 4 toont een maaibord voigens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in zijaanzicht. Daarbij toont Figuur 4A het toevoersysteem 24 dat een deel vormt van het landbouwvoertuig 1. Tijdens de werking is het maaibord 12 verbonden met het
53184 be2016/5796 toevoersysteem 24, en wordt het gedragen door het toevoersysteem 24. Daartoe bevat het maaibord 12 een verbindingselement. Een hefmechanisme 23 is tussen het verbindingselement 25 en de maaibordsegmenten aangebraeht. Daartoe bevatten de maaibordsegmenten bij voorkeur een stijf frame waarop oogst- en verwerkingselementen van het maaibord zijn aangebraeht. Figuur 4A illustreert het maaibord in een bedrijfstoestand waarbij het frame 26 en het verbindingselement 25 zo uitgelijnd zijn dat oogstmateriaal verzameld kan worden door het maaibord en getransporteerd via het toevoersysteem 24 naar het landbouwvoertuig. In Figuur 4B is het maaibord geïllustreerd in de opgevouwen toestand. Aangezien Figuur 4 een zijaanzicht is, wordt de onderkant van een distaal segment getoond. Figuur 4B toont verder een voorbeeid van een heftneehanisme 23 in een uitgeschoven toestand, dat het centrale scharnierpunt 19 opheft naar een positie boven de bedrijfspositie.
Hoewel deze uitvinding een nieuw vouwconcept voorstelt met een centraal scharnierpunt en twee distaie scharnierpunten, zal een vakman begrijpen dat veel technieken die gebruikt worden in maaiborden voigens de stand van de techniek zoals geïllustreerd in Figuur 1 toegepast kunnen worden op het maaibord 12 van de uitvinding.
Meer bepaald kunnen het ontkoppelen en koppelen van bewegende elementen die doorheen de verschillende Segmenten lopen in de breedte van het maaibord, gebruikt worden door een vakman binnen het concept van de uitvinding. Stelelementen voor het automatisch draaien van de maaibordsegmenten 13, 14, 15, 16 t.o.v. elkaar rond de scharnierpunten 17, 18, 19 kunnen aan het maaibord 12 toegevoegd worden. M.b.t. het hefmechanisme 23 kan een heftneehanisme dat het frame 26 verbindt met verbindingselement 25 een opwaartse beweging van het frame 26 mogelijk maken t.o.v. het verbindingselement 25, door een vakman ontworpen worden.
Op basis van de figuren en de beschrijving zal de vakman de werking en de voordelen van de uitvinding begrijpen, aisook de verschillende uitvoeringsvormen ervan.
Er dient evenwel te worden opgemerkt dat de beschrijving en de figuren enkel en alleen bedoeld zijn om de uitvinding te laten begrijpen en niet om de uitvinding te beperken tot bepaalde uitvoeringsvormen of voorbeelden die hierin gebruikt worden. Daarom wordt benadrukt dat de reikwijdte van de uitvinding alleen bepaald zal worden in de conclusies.
53184 be2016/5796
Claims (15)
1. Maaibord (12) dat een reeks rijelementen (3) in de breedte van het maaibord bevat, waarbij de reeks rijelementen verbonden is met een frame dat in twee randsegmenten (15, 16) en twee centrale Segmenten (13, 14) opgedeeld is, waarbij elk randsegment verbonden is met een aangrenzend segment van de centrale Segmenten via een respectief distaal schamierpunt (17, 18) en waarbij de centrale Segmenten onderling verbonden zijn d.m.v. een centraal schamierpunt (19), waarbij de distale schamierpunten aangebracht zijn om een distale rotatie (20) van de randsegmenten (15, 16 ) t.o.v. de centrale Segmenten (13, 14) mogelijk te maken, en waarbij het centrale schamierpunt (19) zo aangebracht is dal een centrale rotatie (21) van de centrale Segmenten (13, 14) to.v. elkaar mogelijk is zodat de Segmenten beweegbaar zijn t.o.v. elkaar tussen een opgevouwen toestand en een bedrijfstoestand.
2. Maaibord (12) volgens conclusie 1, waarbij de distale schamierpunten (17, 18) zo aangebracht zijn dat een distale rotatie van de randsegmenten (15, 16) t.o.v. de centrale Segmenten (13, 14) van tenminste 150 graden mogelijk is, bij voorkeur ten minste 165 graden, en waarbij de distale schamierpunten (17, 18) zo gericht zijn dat ze zulke rotatie mogelijk maken längs een as die in wezen evenwijdig loopt met een rijrichting voorwaarts van een landbouwvoertuig (1) dat met het maaibord (12) werkt.
3. Maaibord (12) volgens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij het centrale schamierpunt (19) zo aangebracht is dat een centrale rotatie (21) van de centrale Segmenten (13, 14) t.o.v. elkaar van ten minste 150 graden mogelijk is, bij voorkeur ten minste Î65 graden, en waarbij het centrale schamierpunt (19) zo gericht is dat zulke rotatie mogelijk is längs een as die in wezen evenwijdig loopt met een rijrichting voorwaarts van een landbouwvoertuig (1) dat met het maaibord werkt.
4. Maaibord (12) volgens conclusie 1, waarbij de distale rotatie (20) een opwaartse rotatie is en de centrale rotatie (21 ) een neerwaartse rotatie is, en waarbij het maaibord verder een verbindingselement (25) bevat om het maaibord met een landbouwvoertuig te verbinden, en waarbij het maaibordframe verbonden is met het verbindingselement via. een hefinechanisme (23) dat geschikt is om het maaibordframe op te heffen, wanneer het
53184 be2016/5796 maaibord (12) zieh in de opgevouwen toestand bevindt, tot in een opgeheven positie boven een bedrijfsstand.
5. Maaibord (12) volgens conclusie 1, waarbij de distale rotatie (20) een opwaartse rotatie is en de centrale rotatie (21) een neerwaartse rotatie is, en waarbij de centrale rotatie (21) ingeleid wordt door het centrale scharnierpunt (19) ten opzichte van de distale schamierpunten (17, 18) op te heffen.
6. Maaibord (12) volgens conclusie 1, waarbij de distale rotatie (20) een neerwaartse rotatie is en de centrale rotatie (21) een opwaartse rotatie is, en waarbij het maaibord verder een verbindingselement (25) bevat om het maaibord met een landbouwvoertuig te verbinden, en het maaibordframe verbonden is met het verbindingselement via een hefmechanisme (23) dat geschikt is om het maaibordframe te laten zakken t.o.v. het verbindingselement, wanneer het maaibord (12) zieh in de opgevouwen toestand bevindt, tot in een neergelaten positie onder een bedrijfsstand.
7. Maaibord (12) volgens conclusie 1, waarbij de distale rotatie (20) een neerwaartse rotatie is en de centrale rotatie (21 ) een opwaartse rotatie is, en waarbij de centrale rotatie (21) ingeleid wordt door het centrale scharnierpunt (19) te laten zakken ten opzichte van de distale schamierpunten (17, 18).
8. Maaibord (12) volgens conclusies 2 en 4, waarbij de distale schamierpunten (17, 18) zieh, in de bedrijfstoestand van de Segmenten, bevinden aan een bovenste uiteinde van de respeetieve segmenten en aan een zijrand van elk segment die naar de andere van de respeetieve segmenten in de bedrijfstoestand wijst.
9. Maaibord (12) volgens conclusies 3 en 4, waarbij is het centrale scharnierpunt (19) verbonden is, in de bedrijfstoestand van de segmenten, met een onderste uiteinde van de centrale segmenten en met een zijrand van elk centraal segment die in de bedrijfstoestand naar het andere centrale segment wijst.
10. Maaibord (12) volgens conclusies 8 en 9, waarbij de bedrijfstoestand van de segmenten overeenkomt met een toestand waarin de twee randsegmenten (15, 16) en
53184 be2016/5796 twee centrale Segmenten (13, 14) zieh evenwijdig uitstrekken en met hun respectieve kopse kanten naar elkaar toe wijzen terwijl de opgevouwen toestand van de Segmenten overeenkomt met een toestand 'waarin de twee randsegmenten (15, 16) en de twee centrale segmenten (13, 14) zieh evenwijdig uitstrekken en naar elkaar gericht zijn met hun respectieve overlangse zijden.
11. Maaibord (12) voigens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de framesegmenten respectieve stijve structuren bevatten, waarbij deze stijve structuren de reeks rijelementen (3) dragen en deze stijve structuren onderling verbonden zijn d.m.v. de distale scharnierpunten (17, 18) en het centrale scharnierpunt (19).
12. Maaibord (12) voigens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij in elk van de distaie scharnierpunten (17, 18) en in het centrale scharnierpunt (19) een stelelement aangebracht is om de rotatie aan te drijven.
13. Maaibord (12) voigens een of meerdere van de voorgaande conciusies, waarbij de reeks rijelementen (3) aangedreven wordt via minstens één aandrijfas die zieh in de bedrijfstoestand in de breedte van het maaibord uitstrekt, en waarbij de aandrijfas uitgerust is met loskoppelbare koppelingen tussen de segmenten.
14. Maaibord (12) voigens een of meerdere van de voorgaande conclusies, waarbij de reeks rijelementen (3) uit tien rijelementen bestaat, waarbij drie van de tien rijelementen aangebracht zijn op elk centraal segment (13, 14) en twee van de tien rijelementen aangebracht zijn op elk randsegment (15, 16).
15. Maaibord (12) voigens een of meerdere van de conclusies 1-13, waarbij de reeks rijelementen (3) twaalf rijelementen bevat, waarbij drie van de twaalf rijelementen aangebracht zijn op elk centraal segment (13, 14) en drie van de twaalf rijelementen aangebracht zijn op elk randsegment (15, 16).
53184 16 be2016/5796
53184 be2016/5796
53184 be2016/5796 ί>4
53184 be2016/5796
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5796A BE1024679B1 (nl) | 2016-10-21 | 2016-10-21 | Vouwbaar maaibord |
BR102017020130-9A BR102017020130B1 (pt) | 2016-10-21 | 2017-09-20 | Plataforma dobrável |
EP17197025.4A EP3311646B1 (en) | 2016-10-21 | 2017-10-18 | Foldable header |
US15/789,445 US10405482B2 (en) | 2016-10-21 | 2017-10-20 | Foldable header |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2016/5796A BE1024679B1 (nl) | 2016-10-21 | 2016-10-21 | Vouwbaar maaibord |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1024679A1 BE1024679A1 (nl) | 2018-05-18 |
BE1024679B1 true BE1024679B1 (nl) | 2018-05-22 |
Family
ID=57485265
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2016/5796A BE1024679B1 (nl) | 2016-10-21 | 2016-10-21 | Vouwbaar maaibord |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US10405482B2 (nl) |
EP (1) | EP3311646B1 (nl) |
BE (1) | BE1024679B1 (nl) |
BR (1) | BR102017020130B1 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
IT201600131283A1 (it) * | 2016-12-27 | 2018-06-27 | Capello S R L | Testata raccoglitrice per macchina per la raccolta di cereali |
US20220007577A1 (en) * | 2018-11-16 | 2022-01-13 | Cnh Industrial America Llc | Header with modular rigid frame |
US11785890B2 (en) * | 2020-06-17 | 2023-10-17 | Deere & Company | Corn head adjustment system with integrated actuation |
US12108704B2 (en) * | 2021-05-19 | 2024-10-08 | Deere & Company | Agricultural header reel position control based on header wing position |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1008286A1 (de) * | 1998-12-10 | 2000-06-14 | Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG | Werkzeugträger |
EP1695603A1 (fr) * | 2005-02-23 | 2006-08-30 | Etablissements Gregoire Besson et Cie | Machine pour le travail ou le traitement d'une grande largeur de terrain |
DE102014013141A1 (de) * | 2014-09-10 | 2016-03-10 | Claas Saulgau Gmbh | Landwirtschaftliches Arbeitsgerät und Verfahren zum Überführen desselben zwischen einer Transportstellung und einer Arbeitsstellung |
Family Cites Families (34)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4409780A (en) | 1982-03-11 | 1983-10-18 | Kansas State University Research Foundation | Folding header assembly |
US4867245A (en) * | 1988-08-15 | 1989-09-19 | Deere & Company | Wing fold implement with latching structure |
US5146733A (en) * | 1991-03-05 | 1992-09-15 | Klaeger Joseph H | Wide swath mower and method of mowing |
SE470042B (sv) * | 1991-06-07 | 1993-11-01 | Bengt Olsson | Anordning för att omställa en traktorbogserad vält från ett arbetsläge till ett transportläge |
US5178328A (en) * | 1991-12-18 | 1993-01-12 | The Broyhill Company | Folding boom for agricultural sprayers |
DE19523255A1 (de) * | 1995-06-27 | 1997-01-02 | Claas Saulgau Gmbh | Erntevorsatz an landwirtschaftlichen Arbeitsmaschinen zum Aufnehmen und Weiterführen von Halmfrüchten, beispielsweise Maispflanzen |
US5577563A (en) * | 1995-07-27 | 1996-11-26 | Holen; Kurt | Stack-folding toolbar with floating wings |
US6220366B1 (en) * | 2000-08-09 | 2001-04-24 | Deere & Company | Wheel control structure for a folding implement |
US6367562B1 (en) * | 2000-08-23 | 2002-04-09 | Deere & Company | Bump stop tube for a folding implement |
DE10142978A1 (de) * | 2001-09-01 | 2003-03-20 | Kemper Gmbh Maschf | Erntevorsatz |
US6684962B1 (en) * | 2001-10-15 | 2004-02-03 | Agco Corporation | Folding agricultural implement |
DE10157289A1 (de) | 2001-11-22 | 2003-06-05 | Claas Saulgau Gmbh | Mähwerk mit wenigstens zwei gekoppelten Mähbalken |
DE10303380A1 (de) | 2003-01-29 | 2004-08-05 | Claas Saulgau Gmbh | Erntemaschine zum Ernten von stängelartigem Erntegut wie Mais oder dergleichen |
US7404283B2 (en) * | 2003-08-06 | 2008-07-29 | Deere & Company | Crop collecting assembly for an agricultural harvester |
DE102005004004A1 (de) * | 2005-01-27 | 2006-08-17 | Maschinenfabrik Bernard Krone Gmbh | Selbstfahrende landwirtschaftliche Erntemaschine |
ITPD20120242A1 (it) * | 2012-08-06 | 2014-02-07 | Cressoni S P A Flli | Testata ripiegabile per macchina spannocchiatrice e/o mietitrebbia e metodo di ripiegatura di una testata di macchina spannocchiatrice e/o mietitrebbia |
US9320197B2 (en) | 2012-08-17 | 2016-04-26 | Deere & Company | Self-propelled agricultural harvesting machine having a crop attachment which is pivotable about a vertical axis |
US9200644B2 (en) * | 2012-08-28 | 2015-12-01 | Deere & Company | Implement with reduced hydraulic oil exchange |
US8893816B2 (en) * | 2012-08-28 | 2014-11-25 | Deere & Company | Implement frame with main section helper lift cylinders |
US8776908B2 (en) * | 2012-08-28 | 2014-07-15 | Deere & Company | Folding implement frame with weight transfer |
US9161488B2 (en) * | 2012-09-06 | 2015-10-20 | Cnh Industrial America Llc | Wing lifting system for an agricultural implement |
US8833481B2 (en) * | 2012-09-06 | 2014-09-16 | Cnh Industrial America Llc | System for controlling wing tool bars of an agricultural implement having an angle sensor |
US9462739B2 (en) * | 2013-09-06 | 2016-10-11 | Cnh Industrial Canada, Ltd. | Agricultural implement with compound hinge arrangement |
US9622400B2 (en) * | 2013-11-13 | 2017-04-18 | Cnh Industrial America Llc | Agricultural tillage implement wheel control |
FR3013557B1 (fr) * | 2013-11-22 | 2016-01-01 | Kuhn Sa | Machine agricole, notamment machine pour la recolte de vegetaux, comportant deux unites de travail animees articulees a un meme bras lateral |
US9918430B2 (en) * | 2014-02-03 | 2018-03-20 | Cnh Industrial Canada, Ltd. | Foldable triple front disk mower for self-propelled windrowers |
US20160044863A1 (en) * | 2014-08-13 | 2016-02-18 | Hagie Manufacturing Company | Low clearance row crop application system |
BE1022461B1 (nl) | 2014-09-10 | 2016-04-07 | Cnh Industrial Belgium Nv | Maaibordbalkgeheel en werkwijze voor het gebruik ervan |
US10070574B2 (en) * | 2014-12-02 | 2018-09-11 | Cnh Industrial America Llc | Agricultural tillage implement fold/raise and lower control |
US10076072B2 (en) * | 2015-09-23 | 2018-09-18 | Deere & Company | Tillage implement with intra-wing gang offset |
US10433482B2 (en) * | 2016-01-05 | 2019-10-08 | Oxbo International Corporation | Integrated lift and frame lock for a folding corn head row separator |
US9999171B2 (en) * | 2016-05-20 | 2018-06-19 | Cnh Industrial America Llc | Agricultural tillage implement fold sequence control |
US20180070526A1 (en) * | 2016-09-13 | 2018-03-15 | Cnh Industrial Canada, Ltd. | Apparatus and method to minimize transport dimensions of agricultural implements |
US10278323B2 (en) * | 2017-01-05 | 2019-05-07 | Cnh Industrial America Llc | Apparatus and method for safe unfold/fold of agricultural implements |
-
2016
- 2016-10-21 BE BE2016/5796A patent/BE1024679B1/nl active IP Right Grant
-
2017
- 2017-09-20 BR BR102017020130-9A patent/BR102017020130B1/pt active IP Right Grant
- 2017-10-18 EP EP17197025.4A patent/EP3311646B1/en active Active
- 2017-10-20 US US15/789,445 patent/US10405482B2/en active Active
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP1008286A1 (de) * | 1998-12-10 | 2000-06-14 | Amazonen-Werke H. Dreyer GmbH & Co. KG | Werkzeugträger |
EP1695603A1 (fr) * | 2005-02-23 | 2006-08-30 | Etablissements Gregoire Besson et Cie | Machine pour le travail ou le traitement d'une grande largeur de terrain |
DE102014013141A1 (de) * | 2014-09-10 | 2016-03-10 | Claas Saulgau Gmbh | Landwirtschaftliches Arbeitsgerät und Verfahren zum Überführen desselben zwischen einer Transportstellung und einer Arbeitsstellung |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US10405482B2 (en) | 2019-09-10 |
BR102017020130A2 (pt) | 2018-05-29 |
EP3311646B1 (en) | 2019-12-11 |
BR102017020130B1 (pt) | 2022-04-12 |
BE1024679A1 (nl) | 2018-05-18 |
US20180110176A1 (en) | 2018-04-26 |
EP3311646A1 (en) | 2018-04-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1024679B1 (nl) | Vouwbaar maaibord | |
EP1364569B1 (en) | Mower | |
EP2384612B1 (de) | Antriebsanordnung für einen Erntevorsatz einer Erntemaschine | |
US4135349A (en) | Crop shredder apparatus and adapter | |
CN100592867C (zh) | 用于切割产品的农业机器 | |
US20140033671A1 (en) | Agricultural machine with an improved folding device | |
ES2293373T3 (es) | Maquina agricola para el acordonado de productos que se encuentran en el suelo. | |
CN101340813B (zh) | 包括改进拖挂装置的农业机具 | |
BR102014017489B1 (pt) | Máquina de colheita de forragem aperfeiçoada | |
DK3153000T3 (en) | CARRIER DEVICE | |
EP1616474B1 (en) | A towed mower comprising a running frame and two mowing aggregates | |
EP1433372A1 (de) | Kreiselschwader | |
US6748730B2 (en) | Haymaking machine with telescopic carrier arms | |
EP2366272B1 (de) | Zwischen Betriebs- und Transportstellung bewegbarer Erntevorsatz | |
NL8701767A (nl) | Cirkelhooioogstmachine. | |
US20060059881A1 (en) | Windrower for plant matter with three raking wheels | |
NL1006945C2 (nl) | Werktuigdrager. | |
BE1024692B1 (nl) | Rooimachine | |
US3995411A (en) | Oscillating mounting support for agricultural instrument | |
EP0301177B1 (de) | Erntevorsatz an Felhäckslern | |
US4359854A (en) | Tractor drawn harvesting combine | |
US20070074499A1 (en) | Y- type hay rake | |
EP0562664B1 (en) | An agricultural machine | |
FI119961B (sv) | Strängläggare med stor arbetsbredd | |
NL8400829A (nl) | Bewerkingsmachine voor de landbouw. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
FG | Patent granted |
Effective date: 20180522 |